Dat data in recruitment in opmars zijn, dat is natuurlijk een understatement. Maar letten we daarbij wel op de goede dingen, vraagt Tony de Graaf zich af. Want dat je een lage werving- en selectiekosten hebt, of dat je snel iemand weet aan te nemen, wat zegt dat nou eigenlijk? Komen daardoor ook de beste mensen de organisatie binnen?
‘Ik denk dat recruitment als vak gewoon over dit soort metrics heen is gegroeid.’
‘Het is niet zo dat er iets specifiek verkeerd is gegaan’, aldus de Hiring Success Director EMEA bij SmartRecruiters. ‘Ik denk dat recruitment als vak gewoon daar overheen is gegroeid en is geëvolueerd. We zijn gegroeid van een back-office beroep, vooral erop gericht om stoelen te vullen, naar een vak dat draait om het binnenhalen van het juiste talent, met de juiste competenties en mindset.’
Andere metrics
En daar horen andere metrics bij, zegt hij. ‘Als het gaat om stoelen vullen, helpen efficiency-maatstaven, zoals: letten op de kosten. Maar dat zegt natuurlijk weinig over de kwaliteit van de mensen die je aanneemt.’ Op het gratis toegankelijke ToTalent Live, het eerste driedaagse Europese Recruitment Leadership Event, dat vandaag begint, zal hij er meer over vertellen, onder leiding van host Hung Lee.
De Graaf kwam in 2019 aan boord bij SmartRecruiters, waar hij verantwoordelijk werd gemaakt voor de Hiring Success-adviestak. Hij pleit ervoor dat ook recruiters vaker maatstaven gebruiken waarbij er een echte verbinding is tussen die cijfers en de business-resultaten. ‘Je hebt kengetallen nodig die werkelijk iets zeggen over of je als recruiter in staat bent het benodigde talent te leveren.’
Eerst kwaliteit snappen
Ongeacht de kosten, ongeacht de tijd die je daarvoor nodig hebt, lijkt hij te willen zeggen. Want als je langer de tijd neemt, maar kwalitatief véél betere kandidaten aandraagt, ben je dan een míndere recruiter? Of wat boeien de kosten, als je elk jaar een nieuwe Messi weet binnen te halen? ‘Pas als je goed begrijpt waar het om draait als het gaat om quality-of-hire, kun je ook aan concepten gaan werken die jou tijd besparen, terwijl ze de kwaliteit op peil houden. Dát is het gesprek dat ik wil hebben met mijn CEO.’
‘Je moet eerst goed definiëren wat je precies moet leveren als recruiter.’
Dus: eerst snappen wat kwaliteit is, en dan pas aan de efficiency-knoppen gaan draaien, is zijn devies. Daarom is zijn advies ook: begin vooral niet met de metrics. ‘Begin liever met te praten met de leiders in je organisatie. Probeer te begrijpen wat hun doelen zijn, en wat nodig is om die doelen te halen. Je moet eerst goed definiëren wat je moet leveren als recruiter. Daarna kun je pas criteria verzinnen die iets zeggen over hoe goed je dat doet.’
Een nieuwe benadering
Recruitment moet bijdragen aan de doelen van de business, benadrukt De Graaf. Daarom is het ook nodig daarmee verbinding te maken, en van daaruit verder te denken. ‘Als we talent acquisition gaan benaderen als een sales- en marketingfunctie, verandert dat alles’, zegt hij. ‘Dan zien we recruiters niet meer als kostenpost, maar als investering.’
‘Benader talent acquisition net als sales en marketing; dat verandert alles.’
Daar horen dan volgens hem ook nieuwe metrics bij. EenHiring Budget in plaats van een cost-per-hire bijvoorbeeld. Of, in plaats van de time-to-hire, je Hiring Velocity. Oftewel: lukt het je binnen het passende tijdsbestek het juiste talent te werven? En als het gaat om de quality-of-hire, raadt hij een simpele Net Hiring Score aan. ‘Vergelijkbaar met hoe je consumententevredenheid meet, kun je daarmee de tevredenheid van de kandidaat en de vacaturehouder meten.’
Meer weten?
Tony de Graaf is een van de vele sprekers op ToTalent Live 2021, het eerste Europese Recruitment Leadership Event ooit, dat op 23, 24 en 25 maart online plaatsvindt, onder de bezielende leiding van Hung Lee. Schrijf je dus nog snel gratis in.
Als het gaat om diversiteit, staat de politie altijd volop in de belangstelling. Of het nu een rapport is van de eigen ombudsfunctionaris Letty Demmers, die constateert dat de politie inclusiever moet worden, of onrust en verbijstering binnen het korps na een milde sanctie tegen racisme; er is waarschijnlijk geen andere werkomgeving denkbaar waar het onderwerp zó gevoelig ligt. En waarschijnlijk ook geen organisatie die op dit gebied zó nauwlettend in de gaten wordt gehouden.
Waarschijnlijk geen organisatie die op dit gebied zó nauwlettend in de gaten wordt gehouden als de politie.
Een behoorlijk pittige klus dus, voor Jowieke Lourens en Marieken Westerink. Als adviseur arbeidsmarktcommunicatie respectievelijk strategisch adviseur Diversiteit & Inclusiviteit is het hun taak om het onderwerp op de agenda te krijgen en te houden. Maar hoe zorg je ervoor dat dit de gewoonste zaak van de wereld wordt in een organisatie die altijd onder een vergrootglas ligt? Op 6 april zullen ze erover vertellen op het Seminar Diversiteit en Inclusiviteit van Werf&. Hier alvast een voorproefje.
> Wat zou jullie key takeaway op het event zijn?
‘Diversiteit & inclusiviteit staat al jaren op de agenda bij de politie, maar dat ging en gaat, niet vanzelf. Belangrijk daarbij is de ‘why’. Waaróm wil je als politie diverser worden? Waarom is dat zo belangrijk? Bij de politie kwam eigenlijk de omslag toen we het als business-issue gingen zien. We hebben het nodig om goed politiewerk te kunnen leveren, om goed in verbinding te staan met alle groepen in de samenleving, om een politie voor iedereen te zijn. Want als de politie er niet meer voor je is, wie dan wel?’
> Wat hebben jullie vorig jaar zoal gedaan op dit gebied?
‘In de wervingscampagne is diversiteit altijd de rode draad. Enerzijds in de rolmodellen die we inzetten (de eigen collega’s), maar ook hoe we de doelgroep aanspreken, de triggers die voor bepaalde doelgroepen belangrijk zijn en de (media)kanalen waar we onze doelgroepen kunnen bereiken en targeten. Om bepaalde doelgroepen beter te bereiken, zoals de diversiteitsdoelgroepen of influentials, gaan we ook regelmatig samenwerkingen aan met branded content partners, zoals Libelle, Nu.nl of YouTube-influencers.’
‘We zien dat door de jaren heen het werkgeversimago van de politie is verbeterd onder de diversiteitsdoelgroepen.’
‘We maken in de campagnes gebruik van doelgroeponderzoek, we pretesten campagnematerialen in de doelgroep, we monitoren continu wat onze campagne doet en we meten tussentijds en achteraf de effecten van onze campagne-inzet. Hierbij zien we dat door de jaren heen het algemene imago en het werkgeversimago van de politie zijn verbeterd onder de diversiteitsdoelgroepen. Al wordt het beeld van de politie natuurlijk ook wel sterk beïnvloed door berichtgeving in het nieuws en op sociale media, vaak ook in negatieve zin.’
> Hoe omschrijven jullie ‘diversiteit’ bij de politie?
‘Met diversiteit bedoelt de politie: álle persoonskenmerken waarin mensen zich van elkaar onderscheiden. Het is dus veel breder dan alleen de culturele diversiteit of genderdiversiteit. Iedereen moet zich welkom kunnen voelen om bij de politie te komen werken en iedere collega doet ertoe.
‘Het gaat er bij ons niet om waarin we van elkaar verschillen, maar wat ons bindt.’
‘Bij de politie werkt een brede variëteit aan politiemensen die het vak verstaan en beschikken over de vaardigheid om verbinding te maken met verschillende collega’s en burgers. Het maakt ons niet uit wat je achtergrond is, als je maar authentiek wilt bijdragen aan een veilige samenleving en aan de beroepseisen voldoet. Het gaat er bij ons niet om waarin we van elkaar verschillen, maar wat ons bindt.’
> Gaat dat om streefcijfers per doelgroep? Of juist met zo min mogelijk registratie?
‘De geschiedenis leert dat streefcijfers bij de politie werken om de diversiteit te laten groeien en dat het op termijn de acceptatie van de doelgroep doet toenemen. Het management laat daarmee zien dat het hen ernst is, de vacaturehouders en de HRM-ondersteuning zijn daardoor beter gefocust. Het heeft bij de politie ervoor gezorgd dat de werkprocessen, selectie-instrumenten en de kwaliteit van de bemensing daarvan eens goed onder loep zijn genomen en verbeterd.’
‘Op vrijwillige basis wordt migratieachtergrond van sollicitanten voor agentfuncties geregistreerd en gebruikt voor statistische doeleinden en om de effectiviteit van onze werving en selectie te kunnen meten. Na afronding van de sollicitatieprocedure vervallen deze gegevens dan weer.’
> Waar zit voor de politie de grootste uitdaging, denk je?
‘De politie kent een rijke historie in het werken aan meer diversiteit. De eerste concrete stap was de aanstelling van de eerste vrouw met opsporingsbevoegdheid. Dat was in 1911. De laatste decennia is het meer en meer een onderwerp van gesprek geworden. Vanaf begin jaren 70 startten speciale wervingscampagnes voor vrouwen, vanaf halverwege jaren 80 voor mensen met een migratieachtergrond. We zijn dus al even bezig met dit onderwerp.’
‘Voor een goede informatiepositie moeten politiemensen met iedereen contact kunnen leggen.’
‘Iedere burger is voor ons gelijkwaardig: wij maken geen onderscheid op grond van welk persoonskenmerk dan ook. Alle burgers moeten zich kunnen herkennen in hun politie en zich vrij voelen ons te benaderen. Voor een goede informatiepositie moeten politiemensen met iedereen contact kunnen leggen.’
‘Soms moeten wij onopvallend en heimelijk ons werk kunnen doen: ook daarom hebben we een brede variëteit collega’s nodig. Overigens heeft het nog wel 10 tot 15 jaar geduurd om het complete management hiervan intrinsiek te overtuigen en de moed te geven niet terug te schrikken van de consequenties. Het is dus een kwestie van volhouden en doorzetten.’
> ‘Werken aan een #politievooriedereen is onze belangrijkste opgave’, schreef de politiechef van Rotterdam recent. Hoe pak je dat aan?
‘Wat je intern doet en naar buiten toe communiceert moet in balans zijn. Dit betekent dat de politie extra energie moet steken in het doordringen tot de kern, een sterk narrative, consequent zijn, helder en eenvoudig. Het begint bovenaan. De allerhoogste baas moet het intrinsiek voelen, uitdragen en erop sturen. ‘When the chief gets it, it’s a matter of logistics‘.’
‘Een ‘politie voor iedereen’ moet je niet vormgeven in aparte programma’s, maar moet onderdeel zijn van het dagelijks werk.’
‘Het zijn van een ‘politie voor iedereen’ moeten we niet vormgeven in aparte hulpstructuren (zoals programma’s), maar het moet onderdeel zijn van het dagelijks werk, het diverse vakmanschap en collegialiteit. En natuurlijk hebben we daarin nog stappen te nemen en op sommige onderdelen zelfs een inhaalslag te maken.’
Meer weten over diversiteit in recruitment?
Meer statistieken over diversiteit? Werf& heeft een mooie infographic met nieuwe cijfers samengesteld. Download hem hier:
Meer weten over diversiteit en bias in zijn algemeenheid? Op dinsdag 6 april zijn Jowieke Lourens en Marieken Westerink twee van de sprekers op het Werf& Seminar Diversiteit. Daar zullen zij ingaan op de dilemma’s die zij tegenkomen in hun werk en concrete tips geven om zelf aan de slag te gaan om een diverse en inclusieve workforce op te zetten.
Zelf de wereld rondreizen kan op dit moment moeilijk. Maar er zijn vele Nederlandse recruiters ‘in den vreemde’, die ook kunnen laten zien hoe het er in andere landen aan toe gaat. Wat kunnen we van hen leren? In de rubriek ‘Wereldrecruiter’ stellen we een aantal van hen voor. Deze week: Roland van der Werff, recruiter voor Haystack Recruitment in Vancouver, Canada.
> Hoe ben je in Canada terechtgekomen?
‘Ik heb in 2007 op vakantie in Cuba mijn vriendin ontmoet. Na twee jaar langeafstandsrelatie ben ik in januari 2010 naar Vancouver verhuisd. Ik ben hier nooit meer weggegaan. Inmiddels ben ik getrouwd, heb ik 2 kinderen, en mijn eigen bedrijf.’
> Wat vind je hier het leukst?
‘Vancouver is echt een heel relaxte stad. Vanuit mijn huis zie ik letterlijk de oceaan aan de ene kant en de bergen aan de andere kant. Je kunt hier snowboarden en een terras pakken op dezelfde dag. Mensen zijn erg vriendelijk en het klimaat is mild, eigenlijk hetzelfde als in Nederland.’
‘Als ondernemer heb ik het idee dat er minder regeltjes zijn als in Nederland.’
‘Als ondernemer heb ik het idee dat er minder regeltjes zijn als in Nederland. Een eigen bedrijf starten is hier vrij eenvoudig te doen. Ik kwam naar Vancouver met 6 jaar Nederlandse ervaring als recruiter in de bouwwereld. In 2010 ben ik aangenomen bij een grote landelijke recruiter om hun bouwdivisie op te starten. Als Nederlander en Rotterdammer ben ik vrij direct. Ook heb ik natuurlijk een raar accent, wat me onderscheidt van anderen. Uiteindelijk heeft dit me erg geholpen en heb ik zo ‘naam weten te maken’ in de bouwwereld hier. Na 4.5 jaar mijn netwerk te hebben opgebouwd ben ik 6 jaar geleden mijn eigen bedrijf gestart.’
> Waar zie je de grootste verschillen met Nederland?
‘In eerste instantie wilde ik hier niet in recruitment aan de slag. Ik heb het meerdere jaren in Nederland gedaan en dat was erg cutthroat. Veel concurrentie van andere bureaus, maar ook intern ging het er niet altijd even vriendelijk aan toe. Omdat recruitment het enige op mijn cv was ben ik hier uiteindelijk toch weer in beland.’
‘Met mijn Rotterdamse directheid en ‘Nederlandse recruitmenttraining’ stak ik hier al snel boven het maaiveld uit.’
‘Met name de eerste jaren was het een verademing hoe men hier met elkaar omging. In het begin was er minder concurrentie in de bouwwereld en collega’s gunnen elkaar succes. Met mijn Rotterdamse directheid en ‘Nederlandse recruitmenttraining’ stak ik daarom ook al snel boven het maaiveld uit.’
> En hoe verschilt de arbeidsmarkt hier?
‘Groot verschil is dat de werknemer hier veel minder beschermd is. Een werkgever kan je in principe altijd “two weeks notice“ geven en dan is het einde verhaal. Ik heb er zelf geen last van. Mijn klanten betalen een eenmalige finders fee. De fees zijn een percentage van de kandidaat zijn jaarsalaris. Al mijn functies zijn senior level en daarom zijn de fees vrij hoog.’
> Welke kanalen zet je hier in om aan de juiste kandidaten te komen?
‘Net zoals in Nederland heb je hier de jobboards voor vacatures. Maar omdat ik erg gespecialiseerd ben, vind ik mijn kandidaten voornamelijk via mijn netwerk en door zelf actief te headhunten. Canadezen zijn erg actief op LinkedIn, al heeft Nederland daar geloof ik de laatste jaren ook wel een inhaalslag in gemaakt.’
> Welk van de twee landen is het verst ontwikkeld op recruitmentgebied?
‘Toen ik hier in 2010 begon, was recruitment in Nederland wat verder ontwikkeld dan in Canada. Hier stond het nog iets meer in de kinderschoenen. Dat was alleen al te merken aan het feit dat er veel generalisten waren, maar weinig gespecialiseerde recruiters.’
‘Ik denk dat we hier onderhand wel gelijkwaardig zijn aan de Nederlandse recruitmentindustrie.’
‘Ik ben van de gedachte dat als je succesvol wilt zijn in recruitment dat je dan een specialisatie moet kiezen en daar alles vanaf moet willen weten. Zo is iedereen die je spreekt verweven met je vakgebied en pluk je daar op langere termijn de vruchten van. Dat was in het begin hier niet het geval. We zijn nu 11 jaar verder en recruitment heeft hier niet stilgestaan. Ik denk dat we onderhand wel gelijkwaardig zijn aan de Nederlandse recruitmentindustrie.’
Zelf de wereld rondreizen kan op dit moment moeilijk. Maar er zijn vele Nederlandse recruiters ‘in den vreemde’, die ook kunnen laten zien hoe het er in andere landen aan toe gaat. Wat kunnen we van hen leren? In de rubriek ‘Wereldrecruiter’ stellen we een aantal van hen voor. Deze week: Karin Björkman, franchisenemer van Undutchables Recruitment Agency B.V. in Zweden. De Zweedse van origine is getrouwd met een Nederlander, en woonde jarenlang in Nederland. Hoe kijkt zij aan tegen recruitment hier en daar?
> Kun je iets meer over jezelf vertellen?
‘In 1997 woonde ik in Zwitserland voor mijn studie. Voor de liefde verhuisde ik vervolgens naar Nederland. Op Schiphol zag ik op een gegeven moment een billboard voor Undutchables. Daar ben ik toen mee in contact gekomen, en toen in Eindhoven een kantoor opende ben ik daar recruiter geworden. Door de mogelijkheid om Undutchables Sweden te starten, ben ik 4 jaar geleden terugverhuisd naar mijn geboorteland Zweden.’
> Welke doelgroepen werf je nu voornamelijk?
‘We richten ons op internationale talenten die in Zweden willen werken, in allerlei functiegroepen in een bedrijf, zoals IT, finance, sales & marketing. We richten ons voornamelijk op commerciële bedrijven die een internationale link hebben. Zo helpen wij ook internationale bedrijven die lokaal in Zweden willen werven. Dat kunnen bedrijven zijn die al in Zweden gevestigd zijn, of internationale bedrijven die juist een representant zoeken voor de Zweedse markt.’
> Hoe verschillen de arbeidsmarkt in Nederland en Zweden?
‘Een verschil is bijvoorbeeld dat er in Zweden minder in deeltijd gewerkt wordt in vergelijking met Nederland. Daardoor werken er procentueel gezien meer vrouwen in Zweden dan in Nederland en de wet en regelgeving met betrekking tot ouderschapsverlof is heel anders. Er is ook een verschil in hoe men met diversiteit omgaat, en dat is interessant te zien.’
> Wat zijn de belangrijkste KPI’s waarop gestuurd wordt?
‘Zweden is heel erg procesgericht en men werkt er hard aan de diversiteit te verbeteren, vooral qua man/vrouwverdeling. Vele bedrijven werven zelf en gebruiken geen externe partners. Er worden zelfs bonussen uitgedeeld, als men een kandidaat aandraagt uit eigen netwerk. Men probeert meer en meer om ‘unbiased’ te werven.’
> Hoe anders is het werk van een recruiter in Zweden?
‘De processen hier zijn naar mijn mening wat langer, je moet meer geduld hebben. En vaak krijg je hier minder snel een eerlijk antwoord. In Nederland is nee ook een antwoord. Ik hoor ook van veel kandidaten dat ze weinig of heel slecht feedback krijgen, als ze ergens gesolliciteerd hebben. Zelfs nadat zij een aantal rondes doorstaan hebben. Of ze krijgen na x aantal maanden een ‘standaardafwijzing’ als ze een reactie krijgen. Hier proberen wij zelf een verschil te maken.’
> Wat zijn de belangrijkste kanalen die je inzet?
‘Het gaat er hier vaak om een netwerk te hebben, er is wel altijd iemand die iemand kent, die je kan refereren aan een contact. Zodoende is het opbouwen van je eigen netwerk belangrijk. LinkedIn is hier ook heel groot. Het grootste verschil met Nederland is, denk ik, dat je bijna altijd een link moet hebben om ergens binnen te komen. Men wil je eerst kennen voordat zaken gedaan worden. Pre-corona betekende dat: veel lunchafspraken en/of koffiemomenten (fika) om zo mensen te ontmoeten en te leren kennen.’
> Welke competenties heb je nodig als recruiter in Zweden?
‘Geduld! En Zweeds spreken is ook bijna noodzakelijk, zou ik zeggen.’
> Waarin is recruitment in Zweden verder dan Nederland?
‘Lastig te zeggen. Maar men is hier over het algemeen erg techgeoriënteerd. Zweden vertrouwen ook veel op data en testen. En sociale media vormen een groot platform. Employer branding is hier ook een grote trend.’
> Hoe heb je jezelf ontwikkeld als recruiter in Zweden?
‘We denken vaak dat Zweden en Nederland heel dicht bij elkaar liggen qua werkcultuur, etc. Maar de verschillen zijn alsnog groot. Doordat ik met een ‘buitenlandse’ ervaring op een nieuwe markt werk, probeer ik om mij meer te focussen en beter om te gaan met mijn onbewuste vooroordelen.’
Meer weten? Kom naar het seminar
Meer weten over internationaal werken? Of over diversiteit en bias in zijn algemeenheid? Op dinsdag 6 april is Karin Björkman een van de sprekers op het Werf& Seminar Diversiteit. Daar zal ze samen met haar Nederlandse collega Marjan Stoit ingaan op concrete tips om zelf aan de slag te gaan om een diverse en inclusieve workforce op te zetten. Van het opzetten van een goed wervingsplan tot draagvlak creëren. Ook krijg je dan een kijkje in de Zweedse keuken en wat wij hiervan kunnen leren.
Diversiteit in recruitment behoort bij steeds meer organisaties tot de topprioriteiten. Maar de voortgang laat zich vaak kenmerken als een slakkengang. ‘Er is inderdaad nog veel terrein te winnen’, stelt bijvoorbeeld Rocki Howard, die eind vorig jaar tot Chief Diversity Officer werd benoemd bij ATS-leverancier SmartRecruiters, en binnenkort, op 6 april, een van de sprekers is op het Werf& Event over Diversiteit en Inclusiviteit.
Haar analyse? Er zijn in elk geval drie grote uitdagingen te overwinnen. De eerste is bewustzijn en training voor alle managers, op alle niveaus. De tweede is: verantwoordelijkheid. Als leiders op diversiteit worden afgerekend, is al veel gewonnen, zegt ze. En ook mag er nog meer écht in geïnvesteerd worden, zowel in tijd als in financiële middelen. En ten slotte ontbreekt het ook nog vaak aan concrete actieplannen. ‘Velen hebben eigenlijk geen idee waar te beginnen.’
Apps in de marktplaats
Om dat probleem te verhelpen, heeft SmartRecruiters eerder dit jaar onder meer een nieuwe test gelanceerd, waarmee elke organisatie voor zichzelf uitvoerig kan nagaan waar nog verbetering valt te halen. Werkelijk elk onderdeel van je recruitmentproces wordt daarbij belicht: van je vacatureteksten tot je sollicitatiegesprekken. Vrijwel overal kun je in deze test nog aan knoppen draaien om méér diversiteit te krijgen. Ook heeft het bedrijf op zijn ‘marktplaats‘ allerlei apps en tools toegevoegd die aan dit doel kunnen bijdragen.
‘Van onze klanten gaf 95 procent aan dat diversiteit in 2021 een topprioriteit is.’
‘We hebben recent onze klanten ondervraagd, en van hen gaf 95 procent aan dat diversiteit in 2021 een topprioriteit is’, vertelt Howard, die ook een veelbeluisterde podcast over het onderwerp heeft. Ook -CEO heeft zich meer diversiteit in recruitment overigens ten doel gesteld. Zo maakte hij vorig jaar een plan bekend om ‘een anti-racistische kracht in de recruitmentmarkt’ te willen zijn. De benoeming van Howard was daarvan een van de gevolgen.
Een divers samengesteld recruitmentteam, dat ook ervoor zorgt dat selectiebesluiten altijd door meerdere mensen samen genomen worden.
Training in bewustzijn om bias in alle onderdelen van het proces te reduceren.
Duidelijke doelen, voor zover de wet het toelaat, op alle groepen die ondervertegenwoordigd zijn.
Een inclusief selectieproces, dat elke kandidaat gelijk behandelt en waarbij elke kandidaat zich even comfortabel voelt. Met redelijke accommodaties voor mensen met een beperking of speciale behoeftes.
Neutrale functiebeschrijvingen, die zo open mogelijk zijn opgeschreven naar alle kandidaten, van alle achtergronden, voorzien van neutraal taalgebruik.
Dedicated Sourcing, waarbij het recruitmentteam ook tijd en moeite besteedt aan bronnen waar vooral ondervertegenwoordigde groepen zich bevinden.
No Bias Screening waarbij de eerste selectie gebeurt op een consistente manier, waarbij je uitsluit dat vooroordelen een rol kunnen spelen.
Gestructureerde interviews waarbij alle interviewers hun feedback weergeven op een functiespecifieke scorekaart, die zich richt op wat een kandidaat moet bereiken, in plaats van wat een kandidaat in huis moet hebben.
Inclusieve onboarding waarbij het proces zo is ingericht dat alle nieuwe medewerkers zich gezien en gesteund voelen.
Fair Internal Hiring waarbij alle interne functies toegankelijk zijn gemaakt voor alle medewerkers, en waarbij arbitraire promoties worden vermeden.
Meer weten over diversiteit in recruitment?
Meer statistieken over diversiteit? Werf& heeft een mooie infographic met nieuwe cijfers samengesteld. Download hem hier:
Op dinsdag 6 april organiseert Werf& het Seminar Diversiteit. Daar deelt onder meer Rocki Howard van SmartRecruiters haar ervaringen hoe je diversiteit en inclusiviteit op de agenda krijgt en houdt. Ook gaat het seminar in op hoe je kunt voldoen aan de mogelijke verplichtingen die uit de nieuwe wet ‘Gelijke kansen in werving en selectie’ voortvloeien.
Noem het een tikkeltje cynisch. Noem het een geluk bij een ongeluk. Maar hoe dan ook: de zorg mag het afgelopen jaar enorm onder druk hebben gestaan, uiteindelijk is het wel goed geweest voor de employer branding van het werken in de zorg. Nooit eerder stond de branche immers zó (positief) in de belangstelling, nooit eerder werd duidelijk hoe cruciaal het werk hier is. Dat merkt bijvoorbeeld ook Huub Buijs, adviseur arbeidsmarktcommunicatie in het Arnhemse Rijnstate-ziekenhuis.
‘Arbeidsmarktcommunicatie kan nooit het hele personeelstekort in de zorg oplossen.’
‘Arbeidsmarktcommunicatie kan nooit het hele personeelstekort in de zorg oplossen’, zegt hij in een splinternieuwe podcastserie met Martijn Hemminga. ‘Het is een deel van de oplossing. Maar de realiteit is nu eenmaal zo dat er te weinig mensen in de zorg werken. En omdat we allemaal ouder worden zal dat zo blijven en zelfs erger worden, ook omdat er daardoor meer specialistische kennis nodig is. Dan kun je wel heel veel employer branding neerzetten, zoals de landelijke Ik Zorg-campagne. En dat is ook heel belangrijk, maar of dat genoeg is, is natuurlijk echt afwachten.’
Meer aanmeldingen voor verpleegkundigen
Corona heeft geholpen om de instroom en belangstelling voor het werk in de zorg omhoog te krijgen, ziet Buijs. ‘Ik heb wel eens horen zeggen dat het de beste employer branding-campagne is geweest die de zorg zich kan wensen. We zien nu al bijvoorbeeld veel meer aanmeldingen voor de mbo- en hbo-verpleegkundigen. Of het genoeg is voor de vraag weet ik natuurlijk nog niet. Maar het is wel duidelijk dat er nu meer aanbod komt.’
‘Of het genoeg is voor de vraag weet ik niet. Maar het is duidelijk dat er nu meer aanbod komt.’
In de nieuwe podcastserie, die aanhaakt bij het Seminar Beter werven in de zorgop 18 maart, geeft Hemminga steeds een kijkje in de wervingskeuken bij een zorgorganisatie. Huub Buijs bijt daarbij het spits af namens Rijnstate, 1 van de 8 topklinische ziekenhuizen in Nederland, met 5.000 medewerkers, onder wie zo’n 1.500 verpleegkundigen, op 4 locaties: 2 in Arnhem, 1 in Zevenaar en 1 in Velp.
Roet in het eten
Huub Buijs houdt zich daar sinds ruim 3 jaar bezig met ‘het aantrekkelijk neerzetten van het werk in het ziekenhuis’. Een functie die vorig jaar heel anders werd ingevuld dan hij zich had voorgenomen, vertelt hij in de podcast. Hij wilde eigenlijk nét films gaan opnemen om het werk in het zonnetje te zetten. Maar corona gooide wat dat betreft heel wat roet in het eten. Filmen mócht ineens niet meer, als je het al zou willen, zegt hij. ‘Het voelde ook echt ongepast om in zo’n situatie allemaal blije medewerkers te gaan filmen. Daarom staat dit nog steeds on hold tot ik denk de tweede helft van dit jaar.’
Waar het ziekenhuis normaal zo’n 400 vacatures per jaar telt, waren dat er vorig jaar ruim 700.
En dat terwijl de recruitmentmachine in 2020 juist op volle toeren draaide. Waar het ziekenhuis normaal zo’n 400 vacatures per jaar telt, waren dat er vorig jaar ruim 700, vertelt hij in de podcast. Alhoewel dat ook weer niet tot dubbel zoveel werk leidde, zegt hij er ter relativering bij. ‘Van die 350 extra vacatures ging het veel om tijdelijke mensen, en veel mensen voor de triage en bijvoorbeeld in de schoonmaak. Daarvoor viel het extra werk in de werving relatief nog wel mee. Al zijn er vanuit de backoffice ook wel héél veel telefoontjes gepleegd, kan ik je vertellen. En was het voor onze recruiters natuurlijk ook keihard werken om al die plekken ingevuld te krijgen.’
Drie tips
Welke learnings hij daarbij opdeed? En welke tips hij heeft voor andere zorgorganisaties die verlegen zitten om goed personeel? Dat zijn er in elk geval drie, vertelt hij in de podcast. ‘De eerste is: investeer in goed werkgeverschap. Investeer in je mensen, faciliteer ze, en waardeer ze. Zodat ze oprecht betrokken raken bij jou als werkgever. De tweede is: mobiliseer je eigen medewerkers voor meer ambassadeurschap. En de derde is: onbekend maakt onbemind. Dus laat jezelf zien, zorg dat je in beeld bent bij je doelgroep.’
‘Ik vind referral recruitment bijvoorbeeld absoluut noodzakelijk in deze tijd van schaarste.’
Als je deze drie uitgangspunten – in samenhang met elkaar – hanteert, kun je veel bereiken, denkt hij. ‘Ik vind referral recruitment bijvoorbeeld absoluut noodzakelijk in deze tijd van schaarste om vacatures in te vullen. Op dit moment doen we daar echter nog nauwelijks iets mee. We hebben wel een bonus voor heel schaarse profielen, maar daar eigenlijk geen campagne aan verbonden. Ik ben nu samen met onze recruiters bezig om daar een programma voor te schrijven. Daar ben ik wel heel enthousiast over.’
Inhaalslag
Want de grote coronapaniek mag dan een beetje achter de rug lijken, dat wil niet zeggen dat het nu rustiger wordt in het ziekenhuis, aldus Buijs. ‘Ik had toevallig vanochtend nog een recruiter aan de telefoon, en die vertelde me dat we momenteel meer dan 100 actieve vacatures hebben. Daar schrok ik eerlijk gezegd wel een beetje van. We zien nu in één keer een hele hoop algemene vacatures ontstaan, in de hele breedte. Ik heb het idee dat afdelingen nu weer nieuwe mensen durven te gaan werven, een beetje een inhaalslag van toen vorig jaar ineens veel vacatures on hold werden gezet. En we zijn bezig met nieuwe innovaties, zoals de polikliniek in Elst, waarvoor we nieuwe mensen gaan werven.’
Het online seminar Beter werven in de Zorg start op 18 maart om 13:00 uur en wordt om 17:00 uur afgesloten. Tijdens dit online seminar krijg je concrete handreikingen om op korte, middellange en lange termijn jouw werving te optimaliseren. Met veel praktijkvoorbeelden, twee sprekers en maar liefst vier inspirerende gastsprekers. Schrijf je dus snel in.
Zelf de wereld rondreizen kan op dit moment moeilijk. Maar er zijn vele Nederlandse recruiters ‘in den vreemde’, die ook kunnen laten zien hoe het er in andere landen aan toe gaat. Wat kunnen we van hen leren? In de rubriek ‘Wereldrecruiter’ stellen we een aantal van hen voor. Deze week: Sandra van der Zwaag, freelance recruiter (vanuit Find Solutions) bij Myreas, onderdeel van Colruyt Groep in Halle (België).
> Kun je iets meer over jezelf vertellen?
‘Bij Myreas ben ik sinds januari 2020 verantwoordelijk voor de werving van Enterprise IT-Architecten. Voor die tijd heb ik gewerkt als IT-recruiter bij een aantal deelbedrijven van de Cronos Groep, een IT-consultancy in de regio Antwerpen. Daar focuste ik me vooral op het aanwerven van IT-integratieprofielen.’
‘Uiteindelijk besloten we een nieuw avontuur aan te gaan en zijn we hier komen wonen.’
‘Ik woon sinds 2006 met mijn 3 kinderen in de omgeving van Antwerpen. We gingen vroeger vaak naar Antwerpen en hadden hier ook vrienden wonen. Uiteindelijk besloten we een nieuw avontuur aan te gaan en zijn hier komen wonen. We wonen hier vlak bij de grens, dus we kunnen ook makkelijk even naar Nederland als we heimwee hebben…’
> Waarom ben je in België gaan werken?
‘Ik woon hier nu al 15 jaar. Na 10 jaar in Nederland te hebben gewerkt was ik vooral heel benieuwd hoe het zou zijn om hier te werken. En natuurlijk kun je hier goed integreren, er wonen veel Nederlanders in de omgeving waar ik woon en je hebt toch wel de neiging om elkaar dan op te zoeken, al is mijn Belgische netwerk wel veel groter worden sinds ik hier werk.’
> Hoe heb je jezelf hier als recruiter ontwikkeld?
‘Ik heb mezelf vooral in de praktijk verder ontwikkeld, dus gewoon: door te doen. In Nederland heb ik als bureaurecruiter gewerkt. De stap hier in België was nog groter, omdat ik hier als corporate recruiter aan de slag ging in een voor mij nog vreemde omgeving. Het is me overigens wel goed bevallen! Mijn directe collega’s waren de IT-consultants en hiring managers. Ik had geen collega-recruiters. Daardoor heb ik veel kunnen doen naar eigen inzicht. Dat was erg leuk.’
> Kwam je verwachting als recruiter hier uit?
‘Er is me altijd verteld dat Belgische bedrijven veel hiërarchischer zijn dan in Nederland. Maar dat blijkt in de praktijk gigantisch mee te vallen. Het zal ook vast ermee te maken hebben dat ik als IT-recruiter vooral in informele bedrijven heb gewerkt. En ik was eerst ook bang dat mijn Frans niet voldoende ging zijn om hier aan de slag te kunnen als recruiter, maar gelukkig bleek dat geen probleem in Vlaanderen.’
> Hoe verschilt de arbeidsmarkt in Nederland en België?
‘België is tweetalig, en bij veel Vlaamse bedrijven wordt Nederlands gevraagd, maar veel Franstaligen spreken niet voldoende Nederlands om zich te kunnen redden. En ook andersom spreken Vlamingen niet allemaal vloeiend Frans. Dit maakt het moeilijker om geschikte kandidaten te vinden. Vlaanderen, Brussel en Wallonië zijn eigenlijk 3 aparte werkgebieden, met hun eigen manier van werken, maar ook met hun eigen regelgeving, uitkeringsinstanties, enzovoorts.
“Het is niet altijd een optie om kandidaten uit Wallonië te benaderen voor een vacature in Vlaanderen of andersom.’
Veel bedrijven vragen perfecte drietaligheid: Nederlands, Frans en Engels. Maar dat is niet altijd evident om te vinden. Tussen Vlaanderen en Wallonië heb je ook culturele verschillen. Het is niet altijd evident om mensen uit Wallonië warm te maken voor een baan in Vlaanderen, en andersom zo mogelijk nog moeilijker. Ik moest hier zelf aan wennen. Eigenlijk nog altijd. Maar het is dus niet altijd een optie om kandidaten uit Wallonië te benaderen voor een vacature in Vlaanderen of andersom.’
> Waarin verschilt het proces in Nederland en België?
‘Het voeren van sollicitatiegesprekken verschilt eigenlijk niet. Ook de doorlooptijd verschilt niet echt veel, zeker voor de moeilijkere profielen is ook hier steeds meer haast geboden. Hier is het niet abnormaal om een salarisstrook op te vragen om een aanbod aan een kandidaat te kunnen doen, om zeker te zijn dat je een goed voorstel doet, en daarover wordt nooit moeilijk gedaan. Ik heb ook het gevoel dat er niet veel gelogen wordt over salaris.’
> Verschilt de communicatie en omgang met sollicitanten?
‘Hier zijn mensen over het algemeen genomen wat gereserveerder en ook wat minder direct, dus ik houd hier wel rekening mee. Ik ga niet meteen te amicaal om met kandidaten, maar wil toch een open sfeer creëren, waarbij ze zich ook op hun gemak voelen.’
> Wat zijn de belangrijkste kanalen en acties die je inzet?
‘Net als in Nederland gebruik ik hier veel LinkedIn. Indeed is een kanaal dat hier tot voor kort niet veel opleverde, terwijl ik dit in Nederland wel succesvol heb ingezet. Ook de site van VDAB, min of meer vergelijkbaar met Werk.nl, is een geschikt kanaal, vooral voor starters. Daarnaast gebruik ik jobboards als Stepstone, Monster maar ook Jobat.be en voor de IT-vacatures gebruik ik hier ICTJob.
‘Sociale media gebruiken als wervingskanaal is hier in Belgie nog niet zo populair.’
Sociale media gebruiken als wervingskanaal is hier in Belgie nog niet zo populair als in Nederland. Dit begint recent pas meer op te komen. LinkedIn heeft trouwens in Nederland ook veel meer gebruikers dan in België. Al zijn we hier wel bezig met een inhaalslag het laatste jaar.’
> Zijn in België andere competenties als recruiter nodig?
‘Op zich niet. Behalve dan dat het wel handig is als je tweetalig bent. Zeker als je als recruiter in Brussel werkt is dit eigenlijk wel een must.’
‘Ik merk wel dat veel bedrijven referral recruitment als wervingstool inzetten.’
> Waarin is recruitment in België verder dan Nederland?
‘België is op het vlak van data, tools en online marketing, en A.I. nog niet zover als Nederland. Al verwacht ik wel dat dit de komende jaren nog zal groeien. Referral recruitment wordt al wel veel ingezet, is mijn ervaring. Of we hierin verder zijn dan in Nederland durf ik niet te zeggen. Maar ik merk wel dat veel bedrijven dit als wervingstool inzetten.’
Wil je diversiteit en inclusiviteit verbeteren? Dan moet je aan heel wat knoppen draaien. De sleutel ligt niet alleen bij recruitment, zegt Anita Huijmans, sinds 3 jaar Diversity & InclusivenessLeader voor EY Nederland. ‘We moeten ook ervoor zorgen dat werknemers uit minderheidsgroepen gemotiveerd blijven en doorstromen in de organisatie. Dit betekent dat we deze mensen, waar nodig, extra ondersteuning geven in de vorm van coaching- of sponsorprogramma’s.’
‘De sleutel voor diversiteit ligt niet alleen bij recruitment.’
Maar, zo vult ze aan: ‘Het vraagt bijvoorbeeld ook van de organisatie om te kijken welke competenties wij eigenlijk van belang vinden voor het leiderschap van EY. Zijn dat eerder masculiene of feminiene eigenschappen? En herkennen mensen met een andere culturele achtergrond zich wel in het huidige leiderschapsmodel? Dat soort wezenlijke vragen heeft invloed op de drie belangrijkste HR-processen: attract, develop en engage.’
Al sinds 2005
Huijmans werkt al 25 jaar bij EY, in verschillende HR-rollen, en is dus de laatste jaren verantwoordelijk voor diversiteit bij het Big 4-kantoor. Op 6 april vertelt ze tijdens het Seminar Diversiteitvan Werf& wat in die tijd allemaal bereikt is. Een ‘project’ wat bij EY overigens al loopt sinds 2005. ‘Toen ging het nog vooral over de man/vrouwbalans’, blikt Huijmans terug. ‘Er waren destijds weinig vrouwen die naar het partnerniveau doorgroeiden. Steeds meer mensen concludeerden toen dat die situatie eigenlijk niet oké was.’
‘Steeds meer mensen concludeerden toen dat die situatie eigenlijk niet oké was.’
Toch raakte na verloop van tijd ‘de energie een beetje uit de discussie’, zoals ze het uitdrukt. ‘Gelukkig benaderen we het thema diversiteit en inclusiviteit wereldwijd nu veel breder. Het gaat niet meer alleen om gender, maar ook om culturele diversiteit, LGBT+, mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en wensen op het gebied van flexibel werken: work where you want, when you want. De nadruk ligt nu dus meer op gelijke kansen voor iedereen, waarbij inclusie een grotere rol krijgt.’
Geboorteverlof en BLM
Maatschappelijke gebeurtenissen werken daarbij ook als katalysator, vertelt ze. ‘Denk aan de quotumwet voor topvrouwen, uitbreiding van het geboorteverlof en de Black Lives Matter-beweging.’ Maar diversiteit en inclusie zijn ook gewoon integraal onderdeel geworden van de overkoepelende EY-filosofie ‘Building a better working world’ en van de ‘Next Wave’-strategie van het kantoor, waarbij groepen met verschillende achtergronden, perspectieven, gedachten en meningen een belangrijk uitgangspunt vormen.
‘Die topprioriteit van inclusiviteit is een keiharde noodzaak, want ook onze klanten worden steeds diverser.’
‘Die topprioriteit van inclusiviteit is een keiharde noodzaak, want ook onze klanten worden steeds diverser’, aldus Huijmans. Om een goede aansluiting bij hen te houden moeten ook wij diverser worden. Bovendien verandert de arbeidsmarkt: er komen steeds meer succesvolle vrouwen en multiculturele talenten van de universiteiten en hbo’s. Daarnaast blijkt uit onze root cause analysis dat teams waarin accountants een afwijkende mening kunnen geven, zorgen voor hogere controlekwaliteit. En last but not least: het is moreel juist om aandacht te hebben voor D&I. Iedereen verdient gelijke kansen.’
De materie is weerbarstig
Ook bij EY blijkt uit onderzoek dat D&I leidt tot betere bedrijfsprestaties en meer innovatie. Maar de materie is weerbarstig, geeft Huijmans ook aan. ‘Het kan best zo zijn dat je op een veilige manier je mening naar buiten kunt brengen binnen je team. Maar dat betekent natuurlijk nog niet dat men ook ernaar luistert en iets doet met jouw verhaal.’
‘Veel managers geloven nog steeds dat de beste mensen vanzelf wel komen bovendrijven.’
Bovendien speelt de zogenoemde ‘unconscious bias’ een rol. ‘Veel managers geloven nog steeds dat de beste mensen vanzelf wel komen bovendrijven, ongeacht bijvoorbeeld hun achtergrond of geslacht. Maar wie bepaalt wat goed is? En door welke bril moeten we daarbij kijken? In de praktijk blijkt dat mensen de voorkeur geven aan mensen die op hen lijken. Maar uit onderzoek blijkt dat de besluitvorming dan vaak niet optimaal is. Voor mannen hoor je vaak: ‘ik zie het hem wel doen’, terwijl bij minderheden eerder de vraag is: ‘heeft hij of zij zich al bewezen?’ Zulke automatische denkwijzen kunnen bij recruitment van divers personeel in de weg zitten. En het werkt natuurlijk door bij de beoordeling en bij promotiebeslissingen.’
Drie vragen
Om deze unconscious bias de kop in te drukken heeft Huijmans in haar actieplan trainingen geagendeerd voor alle Nederlandse EY’ers, inclusief het bestuur. Daarnaast krijgt ze ondersteuning van een bewustwordingscampagne van de internationale organisatie. Die campagne dwingt EY-managers en recruiters wereldwijd zich steeds af te vragen of een beslissing is gebaseerd op persoonlijke voorkeuren, tradities of op een vereiste van het vraagstuk waarop die beslissing betrekking heeft. ‘Dat bewustzijn is belangrijk’, legt Huijmans uit. ‘Vaak denken we automatisch dat onze beslissingen op de juiste overwegingen zijn gebaseerd. We laten ons toch immers altijd leiden door kwaliteit?’
‘We denken vaak automatisch dat onze beslissingen op de juiste overwegingen zijn gebaseerd.’
De verdeling tussen mannen en vrouwen in de organisatie is redelijk eenvoudig vast te stellen. Voor mensen met een multiculturele achtergrond of LGBT’ers ligt dat veel ingewikkelder. ‘We vragen mensen bij indiensttreding niet waar hun (groot-)ouders zijn geboren, of wat hun seksuele geaardheid is’, stelt ze. ‘Het beleid is daarom erop gericht om een cultuur te creëren die potentiële werknemers het gevoel geeft: als ik bij EY ga werken, kan ik volledig mezelf zijn.’
Analysetools voor beslissingen
EY heeft gelukkig tools om beslissingen te analyseren langs verschillende dimensies, ‘om zo de mogelijke vooroordelen beter inzichtelijk te maken’, vertelt Huijmans. ‘Soms moet het besef nog beter indalen dat als mensen hun werk iets anders aanpakken dan gebruikelijk, dit niet per definitie slechter is voor de organisatie. Misschien is het zelfs wel beter.’
‘Bij het aantrekken van personeel (attract) zochten we heel lang mensen die in de gewenste ‘succes-mal’ passen.’
Eén van haar favoriete uitspraken is niet voor niets: ‘Don’t fix the minorities, fix the system’. ‘Bij het aantrekken van personeel (attract) zochten we heel lang mensen die in de gewenste ‘succes-mal’ passen. Maar nu vragen we ons steeds meer af: is die mal wel geschikt voor alle mensen die je in je organisatie zou willen opnemen?’
Dialoog en verbinding
Diversiteit en inclusiviteit is geen sprint, benadrukt ze nog maar eens, maar een marathon. ‘Het is een lange weg met vele hobbels. Maar er is nog nooit een revolutie gestart bij een meerderheid. Het werkt waarschijnlijk het best om veel aandacht te besteden aan de mensen die aanslaan op het onderwerp en niet aan degenen die ertegen zijn.’
‘Diversiteit en inclusiviteit is geen sprint, maar een marathon.’
En het helpt ook al dat EY niet meer alleen praat over de man/vrouwverschillen, zegt ze. ‘Ik geloof in dialoog en verbinding. Pas als je bereid bent naar elkaar te luisteren, om elkaar beter te begrijpen, kun je werkelijk pijnpunten bespreken. Het helpt al enorm als mensen openstaan voor bewustwording van hun eigen vooroordelen. Het hoeft helemaal niet groots en meeslepend te zijn. Spreek eens met mensen die niet in je inner circle zitten of die een afwijkende mening hebben. Educate yourself!’
Een grote ambitie
Het uiteindelijke doel bij EY is daarbij 30 procent vrouwen aan de top en meer mensen met een multiculturele achtergrond, meer inclusiviteit voor LGBT+’ers en mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. ‘Een grote ambitie’, aldus Huijmans. ‘Maar we gaan stapje voor stapje in de juiste richting. Het vergt een lange adem en enorm veel vasthoudendheid. Misschien duurt het nog enkele generaties, maar ik heb goede hoop dat het uiteindelijk gaat lukken. Het begin is gelukkig gemaakt.’
‘We gaan stapje voor stapje in de juiste richting.’
Doel van het recruitmentbeleid is bijvoorbeeld 50% man en 50% vrouw. In 2019 werd dat doel niet gehaald: de teller qua vrouwen bleef steken op 44%. Ook bij de topfuncties gaat het niet altijd even hard. ‘De benoemingen die we op die niveaus jaarlijks zien, zijn meestal het gevolg van voorbereidingstrajecten die al zijn gestart toen bij wijze van spreken nog niemand over diversiteit sprak’, stelt Huijmans. En iemand van buiten de organisatie in een topfunctie benoemen? ‘Dat is meestal geen optie, hoor je hier veel.’
Meer feminiene waarden
Benieuwd is ze wat de coronacrisis betekent voor activiteiten op D&I-gebied. Tijdens de vorige crisis zakte het thema namelijk fors op de corporate agenda. Huijmans: ‘Dat was dom, vertelde een bestuurslid van EY me later. Om daarna eraan toe te voegen: gelukkig zijn we een slimme organisatie; dus dat laten we niet nog eens gebeuren.’
‘Feminiene waarden maken het er ook voor de mannen leuker op.’
Het is overigens niet alleen dit soort steun die haar helpt in haar missie, ze ziet ook dat corona empathisch leiderschap meer wind in de zeilen heeft gegeven. ‘Dat collega’s nu bijvoorbeeld eerst informeren naar je persoonlijke omstandigheden en pas daarna terzake komen. Dat leg ik uit als een toename van feminiene waarden in onze organisatie. Dat maakt het er ook voor mannen leuker op. Dan kan er echt iets veranderen.’
Meer statistieken over diversiteit & inclusiviteit?
Meer statistieken over diversiteit? Werf& heeft een mooie infographic met nieuwe cijfers samengesteld. Download hem hier:
Op dinsdag 6 april organiseert Werf& het Seminar Diversiteit. Daar deelt onder meer Anita Huijmans van EY haar ervaringen hoe je diversiteit en inclusiviteit op de agenda krijgt en houdt. Ook gaat het seminar in op hoe je kunt voldoen aan de mogelijke verplichtingen die uit de nieuwe wet voortvloeien.
De arbeidsmarkt gaat er na corona radicaal anders uitzien, verwacht Johan Bertens. ‘We gaan naar de grootste krapte toe die de Nederlandse arbeidsmarkt ooit heeft gezien. Het is echt alarmfase 1 als het gaat om talentmanagement binnen organisaties. Voor directies met visie is het daarom nú het moment om in te grijpen. En wel via een drietrapsraket: zorg dat je de juiste mensen binnenhaalt, dat je huidige werknemers optimaal renderen en dat ze dolgraag voor je blijven werken.’
‘Voor directies met visie is het nú het moment om in te grijpen.’
Als ex-medewerker voor de de Koninklijke Luchtmacht roept hij zelfs op: ‘Maak er een militaire operatie van. Al eerder voorspelde het CBS een tekort van 500.000 medewerkers in de nabije toekomst. Met name in de techniek, IT, bouw, zorg en logistiek. Snelle technologische ontwikkelingen, nieuwe businessmodellen en klimaatveranderingen hebben impact op elke sector. Als bedrijf ga je dus alleen met een superprofessionele aanpak met voorsprong de toekomst in.’
Leven lang leren
Bertens is momenteel directeur van MyTalentBoard, een platform dat stuurt op talenten en ambities, en bedrijven en consumenten wil helpen bij uitdagingen op het gebied van leren en werken. Via snel en eenvoudig inzicht in talenten en hoe je die het beste kunt inzetten. En via toegang tot een scala aan leermiddelen om je talenten te blijven ontwikkelen. Een leven lang. Hoe gaat in zijn werk? Een paar vragen.
> Hoe groot is het probleem precies?
‘Ondanks het achterblijven van economische groei worden tot 2024 nog 2 miljoen baanopeningen verwacht. Er komen een half miljoen werkenden bij, zo wordt verwacht, en er worden 1,5 miljoen werkenden vervangen. Zij gaan met pensioen, nemen zorgtaken op zich of raken arbeidsongeschikt. Tegenover deze 2 miljoen baanopeningen staat een instroom van 1,6 miljoen mensen die afgestudeerd zijn of die met een diploma van school komen. Het aantal baanopeningen is dus een stuk hoger dan het nieuwe aanbod.’
‘Tegenover 2 miljoen baanopeningen tot 2024 staan 1,6 miljoen mensen die van school komen.’
‘De kansen op een baan tot 2024 zijn over het algemeen goed. Er zijn wel grote verschillen tussen opleidingsrichtingen en opleidingsniveaus. De mensen met een opleiding in techniek en ICT, onderwijs en gezondheidszorg op hbo- en wo-niveau hebben de beste kansen. Met name in de sectoren zorg, welzijn en onderwijs blijft het lastig mensen te vinden, ook omdat veel mensen hier vervangen moeten worden.’
> En dus?
‘Niet alleen gaan veel mensen met pensioen, ook het werk zelf verandert snel. Uit een recent World Economic Forum-rapport blijkt dat 40% van de kernvaardigheden van medewerkers in de komende 5 jaar verandert. Dit betekent dat 50% van de medewerkers zal moeten worden bij- of omgeschoold. Bovendien zien we, mede door een mismatch tussen onderwijs en bedrijfsleven, dat de vraag naar skills anders is dan het aanbod.’
‘Bij Talent Acquisition wordt nu al meer gekeken naar competenties dan naar iemands achtergrond.’
‘Bij Talent Acquisition wordt nu al meer gekeken naar competenties dan naar iemands achtergrond. Talentmanagement wordt een optelsom van Talent Acquisition en Talent Development. Twee disciplines die steeds meer naar elkaar zullen toegroeien. Talent development zal de komende jaren in het teken staan van bijscholing en omscholing.’
> Hoe komt dat?
De twee grootste oorzaken zijn: de Skills Gap, oftewel: het gat tussen wat werkgevers zoeken en wat medewerkers te bieden hebben, en Digitalisering en Robotisering. Om met de skills gap te beginnen, die kent zijn oorzaken onder meer in een structurele mismatch tussen aanwezige competenties van schoolverlaters en gevraagde competenties door bedrijven, in onderwijs dat achterloopt, in vertrekkende babyboomers, maar ook in werkgevers die zoeken naar mensen met veel ervaring, terwijl het vakgebied volledig nieuw is.’
‘Momenteel is 84% van de werkgevers van plan om werkprocessen sneller te digitaliseren.’
‘Dan naar digitalisering en robotisering. Over 5 jaar wordt verwacht dat machines bijna de helft van alle taken uitvoeren. Momenteel is dat nog een derde. Mede door corona komt ook digitalisering in een verdere stroomversnelling: 84% van de werkgevers is van plan om werkprocessen sneller te digitaliseren. Robotisering gaat nog een stapje verder: machines nemen daarbij veel menselijke taken volledig over.’
> En wat betekent dat volgens jullie?
‘Dat we niet kunnen wachten tot dit overwaait. Bedrijven moeten actie ondernemen door hun medewerkers nieuwe vaardigheden aan te leren met bijscholing – dat wil zeggen: nieuwe relevante vaardigheden toevoegen aan de huidige skills-set – en omscholing: bestaande skills die niet meer relevant zijn vervangen door nieuwe. Met ons platform MyTalentBoard denken we dat we je daar enorm bij kunnen helpen. Hoe weet je of je medewerkers op de juiste plek zitten? Benutten ze hun volle potentieel? Welke talenten ontbreken nog om je bedrijf met volle kracht vooruit te stuwen? Dat is precies wat je ontdekt met MyTalentBoard.’
‘Elke medewerker brengt in dit platform voor zichzelf zijn talenten en ambities in kaart, aan de hand van een diepgravende intake. Het geeft een schat aan informatie voor datagedreven talentmanagement. Het resultaat is uiteindelijk dat talentvolle medewerkers optimaal uit de verf komen in dienst van je bedrijfsdoelen. En dat je precies weet waarop je extern nog moet werven. Structureel.’
> Waarom zouden werknemers dit doen?
‘Het mooie is dat medewerkers zelf MyTalentBoard gaan gebruiken als dashboard voor hun persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing. Zo laat je ze hun sterke kanten ontwikkelen en laat je ze groeien in functies die ze op het lijf geschreven zijn. Je krijgt er een ijzersterke organisatie met kundige en loyale medewerkers voor terug. Op basis van de talentprofielen kun je inzichtelijk maken wat medewerkers willen en kunnen, en kun je richting geven welke bij- of omscholing haalbaar is. Met andere woorden: wat de beste ‘upskill-fit’ of ‘reskill-fit’ is.’
‘Het mooie is dat medewerkers dit gaan gebruiken als dashboard voor hun persoonlijke ontwikkeling.’
‘Daarnaast kun je bijvoorbeeld een relevant opleidingsaanbod en daarbij behorende leerpaden adviseren, kun je mentorprogramma’s definiëren waarbij ervaren medewerkers hun skills overdragen aan de nieuwe generatie, jobrotatie faciliteren, bestaande functies uitbreiden met nieuwe taken, waardoor je het aanleren van nieuwe vaardigheden stimuleert en in- en externe mobiliteit bevorderen. MyTalentBoard geeft inzicht in de beste interne match, maar je kunt er ook bedrijven en beschikbare talenten (werkzoekenden) en/of beschikbaar komende talenten (scholieren/studenten) mee koppelen.’
> Hoe helpt dat dan om verder vooruit te kijken, zeg: naar 2030?
‘MyTalentBoard vertaalt arbeidsmarktontwikkelingen naar nieuwe kansen. Momenteel beschikt het platform over meer dan 800 banen met bijbehorende competenties. Elke gebruiker kan toetsen welke banen het best bij zijn of haar profiel passen. Dat geldt ook voor banen die nieuw ontstaan door digitalisering en/of robotisering. Of banen die zakelijke gebruikers van MyTalentBoard toevoegen. Hierdoor vindt er telkens een update plaats van nieuwe banen met bijbehorende competenties. Zo kunnen mensen zien wat zij moeten bij- of omscholen om te kunnen of willen voldoen aan de toekomstige eisen.’
‘Elke gebruiker kan toetsen welke banen het best bij zijn of haar profiel passen.’
‘MyTalentBoard is en blijft een leven lang van het talent zelf. Ik vind het ‘skills-paspoort’ in deze tijd een foute benaming, maar MyTalentBoard voldoet wel aan alle kenmerken van zo’n paspoort. Ik zou trouwens zelf liever vasthouden aan het cv. Voor mij hoeft dat geen nieuwe naam te krijgen, maar wel: een nieuwe vorm. En die vorm is dan het liefst: MyTalentBoard.’
Zelf de wereld rondreizen kan op dit moment moeilijk. Maar er zijn vele Nederlandse recruiters ‘in den vreemde’, die ook kunnen laten zien hoe het er in andere landen aan toe gaat. Wat kunnen we van hen leren? In de rubriek ‘Wereldrecruiter’ stellen we een aantal van hen voor. Deze week: Els Green, corporate recruiter bij Kelly Services, vanuit Honolulu, Hawaii.
> Kun je iets meer over jezelf vertellen?
‘Mijn naam is Els, maar hier in de States heet ik Elisabeth. Ik woon sinds juni 2010 in de VS en werk sinds november dat jaar voor Kelly Services. Begonnen als branch manager in El Paso, Texas, in 2014 naar Hawaii verhuisd, een klein uitstapje naar Zuid Korea en Bahrein gemaakt en sinds mei 2019 weer terug “in paradise” en weer werkzaam voor Kelly Services.
‘In Hawaii zijn we nog steeds in een bijna-lockdown.’
Ik werk sinds 1995 in de uitzendwereld en heb in Nederland onder meer voor Manpower en Staffplanning/Tempo Team gewerkt. In 2006 ontmoette ik mijn Amerikaanse man in Landgraaf, en toen hij in 2010 klaar was met zijn contract voor de Airforce zijn we naar The States vertrokken. Hier in Hawaii richt ik me nu voornamelijk op industriële en administratieve banen, en werk sinds Covid vanuit thuis (heerlijk!). In Hawaii zijn nog steeds weinig vacatures – wij zijn nog steeds in een bijna-lockdown, de meeste hotels zijn dicht. Maar ik heb wel volop vacatures voor Californië, Utah, Texas en South-Carolina. Je kunt dus met een gerust hart zeggen: all over the place!
> Hoe vond je als recruiter werk in Amerika?
‘Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet verwacht had als recruiter aan de slag te kunnen in Amerika. Maar toen ik op een banenbeurs in El Paso eens met Kelly Services sprak bleken ze al enige maanden op zoek te zijn naar een branch manager. Met mijn Manpower-ervaring dachten ze in mij een goede kandidaat gevonden te hebben. Nu 10 jaar later denk ik dat ze gelijk hadden.’
> Wat is het grootste voordeel van werken in The States?
‘Daar moet ik echt lang over nadenken. Eigenlijk komen alleen de enorme verschillen bij me boven. Werken is hier bovenal: anders. Ik heb hier bijvoorbeeld geen enkele zekerheid als werknemer. Mijn contract is ‘at will’, wat betekent dat Kelly Services mijn contract zonder opgave van reden op elke moment kan beëindigen. Het betekent ook dat ik zoveel uren werk als nodig is, zonder overuren uitbetaald te krijgen, met 5 ziektedagen per jaar, en maar 10 vakantiedagen…’
‘Ik heb vaak het gevoel dat ik 40 jaar terug in de tijd ben gegaan door naar de VS te verhuizen.’
‘Ik heb vaak het gevoel dat ik 40 jaar terug in de tijd ben gegaan door naar de VS te verhuizen. Natuurlijk maakt wonen in Hawaii een hoop goed, want hier heb je het hele jaar een vakantiegevoel. Bovendien heeft 2020 voor mij een positieve verandering gebracht. Eindelijk dringt het ook hier door dat werknemers gewoon presteren als ze vanuit huis werken. Dat ze verantwoordelijkheid nemen en productief zijn zonder dat een manager ze continu in de gaten houdt.’
> Wat heb je hier geleerd dat in Nederland moeilijker zou zijn?
‘De grootse persoonlijke ontwikkeling die ik heb meegemaakt is mijn aanpassingsvermogen. Werken voor verschillende staten, met elk z’n eigen regels en wetten, vergt een enorme flexibiliteit en elke keer weer een omschakeling. Engels is en blijft een vreemde taal, dus ook daarin blijf ik mezelf ontwikkelen. En na 15 jaar in Nederland gewerkt te hebben, was de omschakeling naar de ‘je leeft om te werken’-cultuur hier niet altijd even makkelijk.’
‘Er is hier zero zekerheid, of je nu 3 maanden of 3 jaar voor je werkgever werkt.’
‘Ik had eerlijk gezegd geen verwachting voor ik hier kwam. Maar nog elke dag sta ik er versteld van hoe weinig rechten uitzendkrachten en werknemers hier hebben. Er is zero zekerheid, of je nu 3 maanden of 3 jaar voor je werkgever werkt, elke dag kan je laatste zijn. Er is geen dossieropbouw, uitzendkrachten bouwen nauwelijks vakantierechten of pensioen op. Een dag ziek of vrij is een dag geen inkomen. Ook worden er drugstesten en background checks gedaan, die veel verder gaan dan bijvoorbeeld de Nederlandse check omtrent goed gedrag.’
> Hoe beïnvloedt dat jouw rol als recruiter?
‘In de States bestaat geen minimumjeugdloon zoals in Nederland: een 18-jarige verdient hier net zoveel als iemand van boven de 23. Een werkgever neemt dus niet sneller een jongere werknemer aan. Cv’s hebben hier ook minder informatie: geen leeftijd, geslacht, of foto bijvoorbeeld. Daardoor wordt meer naar werkervaring gekeken, wat wel weer positief is.
Reiskostenvergoeding bestaat hier overigens niet. Uitzendkrachten worden geacht op eigen kosten naar het werk te komen. En dat terwijl openbaar vervoer hier nauwelijks een uitkomst biedt, omdat bussen niet naar de industriegebieden rijden. Afhankelijk in welke staat je woont, is een 60-urige werkweek hier heel gewoon. Maar het allergrootste verschil blijft voor mij wel dat je als uitzendkracht geen rechten opbouwt als je voor een uitzendbureau of opdrachtgever werkt.’
> En als je kijkt naar het recruitmentproces?
‘Ik denk dat het hele proces redelijk te vergelijken is. Het posten van vacatures, de interviews, de bemiddelende rol die je als recruiter hebt tussen de opdrachtgever en de uitzendkracht komen vrijwel overeen. Het grootse verschil zit hem in de screenings voordat een uitzendkracht kan beginnen, dus de drugstest en de achtergrondchecks.’
‘Communicatie tussen opdrachtgever en uitzendkracht is hier nihil.’
Communicatie tussen de opdrachtgever en de uitzendkracht is hier trouwens nihil. Dit is met name om ‘co-employment’ te voorkomen. Oftewel: een uitzendkracht zal nooit van de opdrachtgever horen dat een opdracht ten einde is gekomen, dat vertelt het uitzendbureau hem of haar. Ook als een opdrachtgever opmerkingen heeft ten aanzien van de productiviteit of kwaliteit, dan zal het uitzendbureau dit met de uitzendkracht bespreken.’
> Welke kanalen en acties zet je hier in om aan de juiste kandidaten te komen?
‘Uiteraard onze eigen website (die vacatures doorlinkt naar honderden jobsites), maar daarnaast ook sociale media (vooral Facebook) en tegenwoordig ook Ziprecruiter, waar voorheen Careerbuilder nummer 1 was. En voor corona gebruikten we ook veel banenbeurzen. Ik ben te lang weg uit Nederland om te aan te kunnen geven of hier verschil in zit.’
Zo rond de eeuwwisseling was het nog een bijzonderheid. Assessments waren in die tijd vaak zware testen, slechts verplicht bij vacatures voor de allerhoogste functies. Je kon er als kandidaat zomaar een dag mee bezig zijn. Een papieren postbaktest hoorde er meestal wel bij, net als een rollenspel en IQ-test. Er werd getest op intelligentie, persoonlijkheid en competenties, vooral aan de hand van vragenlijsten.
Het assessment is steeds meer een commodity geworden.
Bijna een kwart eeuw verder is er veel veranderd. Assessments zijn er nu in soorten en maten, voor allerlei functies, en spelen zich veelal online af. Beoordelen of een kandidaat geschikt is voor een functie is lang niet altijd een dagtaak meer, en is ook niet meer alleen voorbehouden aan de laatste een of twee kandidaten in een sollicitatieprocedure. Het assessment is steeds meer een commodity geworden.
Een betere match
Maar wat hebben al die veranderingen precies voor impact? Waarin schuilt ‘m in deze tijd nog het onderscheidend vermogen? En de hamvraag: zorgen assessments nu voor een betere match dan 25 jaar geleden? Als er iemand is die dat kan beoordelen, is het wel Yolanda Marijnen, die dit jaar op de kop een kwart eeuw met het onderwerp bezig is, vanuit bureau Velde. Bij assessments gaat het nooit om goed of fout, zegt ze meteen. ‘Het gaat om de match. En als het niet matcht, betekent dat nog niet dat je een slecht mens bent.’
‘Als het niet matcht, betekent dat nog niet dat je een slecht mens bent.’
Ooit studeerde ze medische biologie. Bij GlaxoSmithKline begeleidde ze daarna clinical trials. Bij een loopbaanadvies kwam vervolgens haar sterk analytische en adviserende kant naar voren. Haar overstap naar de wereld van assessments vind ze zelf dus niet zo vreemd. ‘Ook hier kun je echt iets meegeven aan mensen. Je kunt mensen mooi in kaart brengen, de vinger op de zere plek leggen. En zo echt van betekenis zijn in iemands loopbaan, of voor de ontwikkeling van een opdrachtgever.’
Zowel selectie als ontwikkeling
Bij Velde houdt ze zich zowel bezig met selectie- als met ontwikkelassessments. Dus aan de ene kant met testen die kijken of iemand past bij een specifiek gedefinieerde functie. Maar aan de andere kant dus ook beoordelen waar iemand zich nog kan verbeteren, of waar punten liggen waar een kandidaat mee aan de slag kan. Waarna dan meestal een ontwikkel-, begeleidings- en trainingsadvies volgen. Denk: een assertiviteit- of effectiviteitstraining, timemanagement of situationeel leidinggeven. ‘Je kunt altijd adviseren’, zegt ze. ‘Het verschil is vooral dat er bij een selectieassessment meestal wel een vacature is, en dat het bij een ontwikkelassessment meestal gaat om een medewerker die zich een bepaalde kant op wil ontwikkelen.’
‘Wat wij ook altijd doen is een aanvullende intake met de opdrachtgever.’
De vacature is altijd een mooi uitgangspunt voor een selectieassessment. ‘Maar wat wij ook altijd doen is een aanvullende intake met de opdrachtgever’, zegt ze. ‘Dan stellen we vragen als: hoe is de teamsamenstelling? Wat is de managementstijl? Waar liggen jullie twijfels? En wat moet deze persoon over 1 jaar hebben bijgedragen? Wat is de specifieke ambitie van de organisatie? Hoe moet de nieuwe medewerker daaraan bijdragen?’
Watson-Glasertest
Een assessment bestaat vaak uit meerdere onderdelen, ook bij Velde, vertelt Marijnen. Denk aan een online persoonlijkheids- en drijfverenvragenlijst, een capaciteitentest, tests om specifieke vaardigheden in kaart te brengen, en een diepte-interview. Bij de capaciteitentest wordt tegenwoordig vaak gebruik gemaakt van de zogeheten Watson-Glasertest (of voluit: Watson-Glaser Critical Thinking Appraisal (WGCTA)), een test die je kritische denkvermogen beoordeelt.
Een diepte-interview is volgens Marijnen een onmisbaar onderdeel van een assessmentprocedure.
Het diepte-interview is volgens Marijnen ook een onmisbaar onderdeel van de hele procedure. ‘Daarin nemen we de resultaten van alle door de kandidaat gemaakte assessmentonderdelen persoonlijk door. Eerst gaan wij dieper in op je achtergrond, je carrière tot nu toe, je ambities, je motivatie voor de betreffende functie & organisatie en je zelfbeeld. Daarna nemen wij de resultaten met je door.’
In de spiegel durven kijken
Er hoeft geen perfect plaatje uit het assessment te komen, benadrukt ze nog maar eens. ‘Het is vooral belangrijk dat jij als kandidaat jezelf herkent in zowel je kwaliteiten als ontwikkelpunten. Dat je in de spiegel durft te kijken en open staat voor feedback. Vervolgens bekijken we samen of je profiel en ambitie aansluiten bij de functie en organisatie waarop je solliciteert. En we geven aan wat ons advies zal zijn aan onze opdrachtgever.’
‘Het is vooral belangrijk dat jij als kandidaat jezelf herkent in het rapport.’
Het is vooral die persoonlijke benadering die het verschil maakt, ziet ze. ‘Die combinatie van aan de voorkant goed uitvragen bij de opdrachtgever, en het uitgebreide gesprek met de kandidaat, liefst fysiek aan tafel, dat maakt de aanpak echt uniek en zorgt voor resultaat. We werken bijvoorbeeld al 25 jaar voor Allianz verzekeringen. Dat is niet voor niets. Zij zeggen: het is zó belangrijk dat je de organisatie goed kent. Dat zie je vervolgens echt terug in betere matches. Daar zit ook je toegevoegde waarde op lange termijn. Een goed assessment kan voorkomen dat iemand weer snel uit dienst gaat.’
Bad hires voorkomen
Ze heeft in die kwart eeuw assessments gezien dat het instrument alleen maar aan belang wint. ‘Het wordt steeds belangrijker om het risico op een verkeerde keus te verkleinen. Het heeft immers directe invloed op het langetermijnresultaat van de organisatie. De kans op reputatieschade wordt groter, net als de wervingskosten. Je kunt een bad hire nooit 100% voorkomen, maar uit een goed assessment kun je wel veel belangrijke informatie halen. Zeker als je de klant vooraf goed bevraagd hebt.’
‘Als je jouw kandidaten alleen een assessment laat doen, dan gaat het ook niet werken.’
Maar, zo onderstreept ze ook: ‘Als je jouw kandidaten alleen een assessment laat doen, dus zonder diepte-interview, dan gaat het ook niet werken. Het is ook belangrijk de persoon erachter te leren kennen. Heel veel is ook afhankelijk van de motivatie van de kandidaat. Ik denk dat je wel kunt zeggen dat organisaties zich door de jaren heen over het algemeen bewuster zijn geworden om te kijken naar talenten en hun motivatie.’
Nieuwe website
Velde heeft recent een nieuwe website ontwikkeld. Neem hier een kijkje…
Zelf de wereld rondreizen kan op dit moment moeilijk. Maar er zijn vele Nederlandse recruiters ‘in den vreemde’, die ook kunnen laten zien hoe het er in andere landen aan toe gaat. Wat kunnen we van hen leren? In de rubriek ‘Wereldrecruiter’ stellen we een aantal van hen voor. Deze week: Dominique Zuijdwijk, die als zelfstandig recruiter onder de naam DZ Talent Solutions voortdurend op zoek is naar engineers en projectleiders met een elektrotechniek-achtergrond en hoogspanningservaring. Momenteel zit hij in Mexico, maar daarvoor enkele jaren in het Afrikaanse Angola.
> Kun je iets meer over jezelf vertellen?
‘Ik heb enkele jaren als corporate recruiter a.i. gewerkt voor Fugro. Momenteel werf ik meer kandidaten voor detachering en interim-opdrachten voor Nederlandse bedrijven in de energie/renewable/offshore industrie. Daarnaast doe ik ook werving- en selectie-opdrachten.’
‘Mijn focus is altijd internationaal geweest.’
‘Mijn focus is altijd internationaal geweest. Bij Fugro was ik Regional Recruiter voor Afrika. In die rol belandde ik in Angola waar ik op rotatie werkzaam was. Daar was ik verantwoordelijk voor recruitment van zowel technisch personeel als staff/management functies voor verschillende Afrikaanse landen. Momenteel werk ik remote vanuit Mexico en mijn focus ligt nog steeds vooral op de Nederlandse markt.’
> Waarom eerst Angola, en nu Mexico?
‘Vanwege mijn drang naar avontuur, culturele ontwikkeling, het leren van nieuwe talen zoals Spaans en Portugees, en natuurlijk vanwege de enorme leercurve in mijn persoonlijke en professionele ontwikkeling. Zowel Angola als Mexico zijn derdewereldlanden. Om daar te kunnen werken heb je een pioniersmentaliteit en aanpassingsvermogen nodig. Dat past mij.’
> Wat is het grootste voordeel van daar recruiten?
‘Voor mij is het allergrootste voordeel om te werken in Mexico het klimaat en de culturele verrijking. Daarnaast heb je – mits je een goed inkomen hebt – hier een veel grotere kwaliteit van leven, aangezien het hier goedkoop leven is. Met zeer vriendelijke mensen, mooie natuur, goed eten.
Angola heeft mij vooral een enorme carrièreboost gegeven. Je woont met mensen van allerlei culturen in een compound. Je eet gezamenlijk, werkt nauw samen en hebt allemaal met dezelfde issues te maken qua omstandigheden. Zeer leerzaam. Voor mij was het grootste voordeel dat je heel nauw werkt in een community, maar tegelijk heel veel zelfstandigheid hebt.’
> Wat heb je in Angola vooral geleerd?
‘Werken in Angola heeft mij gevormd op professioneel vlak en persoonlijk vlak. Aangezien ik niet alleen recruitertaken had maar ook HR Project Lead was, onderhandelde ik ook met mensen van de vakbond en met diverse ministeries. Dat vergde geduld, onderhandelingsvaardigheden en versterkte mijn communicatieve vaardigheden. Je hebt in een land als Angola met veel gevoeligheden te maken, aangezien het een land is met een lange historie van burgeroorlog en natuurlijk dat het een ex-kolonie is van Portugal.’
> Kwam je verwachting overeen met de realiteit?
‘Werken als recruiter in Angola kwam redelijk overeen met mijn verwachtingen. Ik kende al veel verhalen van collega’s en ik deed al werk op afstand voordat ik ernaartoe ging. Wonen en werken op locatie is natuurlijk wel anders. Je werkt namelijk afgezonderd. Wonen doe je op een compound en werken is in een kantoor op een basis, vergelijkbaar met een soort van grote scheepswerf of haven met allerlei grote olie- en gasbedrijven.
Je reist tussen de compound en de basis met een chauffeur van het bedrijf. Je bent nauwelijks buiten die locaties en hebt ook weinig vrije tijd. Werkdagen duren meestal 12 uur en je werkt 7 dagen per week. Verder moet je rekening houden met allerlei ziektes zoals gele koorts en malaria. Je moet dan ook veel inentingen krijgen.’
> Waarin verschillen de arbeidsmarkt van Nederland en Angola het meest?
‘Het aantal goed opgeleide mensen is in Angola veel lager. Je vist in een relatief kleine vijver. De mensen die ik zocht waren wel voor meer senior posities. Groot verschil is verder dat kandidaten zeer hoge salarissen verwachten, aangezien de leefkosten in met name hoofdstad Luanda hoog zijn. Een voorbeeld: een HR-manager vraagt al snel een salaris van 200.000 (Amerikaanse) dollar per jaar.
‘Een HR-manager in Angola vraagt al snel een salaris van 200.000 (Amerikaanse) dollar per jaar.’
Sollicitatiegesprekken zijn in Angola vaak ook wel iets grondiger dan in Nederland. En er vinden naar mijn idee ook betere checks plaats. Onderhandelingen over salaris gaan soms iets stroever dan in Nederland. Ook de doorlooptijd van vacatures is vaak wat langer, aangezien het niet altijd even makkelijk is om een geschikte kandidaat te vinden. Gelukkig heb ik daar wel een duidelijk verschil in kunnen maken en die doorlooptijd weten te verkorten.’
> Wat valt je verder nog op?
‘De omgang en communicatie zijn in Angola meestal iets beleefder en formeler. Oudere mensen hebben een grotere hang naar een bepaalde beleefdheid, vanwege een grotere hiërarchie in de samenleving.’
‘De omgang en communicatie zijn in Angola meestal iets beleefder en formeler.’
‘Ik gebruikte daar zelf trouwens kanalen als referrals, LinkedIn recruiter, mijn eigen netwerk, de website van het bedrijf, contacten met scholen en universiteiten en netwerkbijeenkomsten van HR en recruitment van diverse internationale bedrijven. Recruitment is er zeker niet verder ontwikkeld dan in Nederland. Ik denk dat er wel meer kandidaten gevonden worden door te netwerken dan via allerlei tools. Dit is trouwens ook meer noodgedwongen, door de niet altijd even goede omstandigheden waarin mensen wonen en werken en de slechte infrastructuur.’