De ‘grootste wervingscampagne ooit’. Zo kondigde de Hogeschool Utrecht recent de zoektocht aan naar ‘honderden nieuwe collega’s’. ‘We hebben snel veel nieuwe collega’s nodig’, aldus HR-directeur Heleen Cosijn. De hogeschool zet voor de wervingscampagne de komende tijd allerlei middelen in. Naast een paginagrote dagbladadvertentie in de Volkskrant maakt de HU bijvoorbeeld ook gebruik van buitenreclame, LinkedIn, Twitter en Facebook.
‘We hebben snel veel nieuwe collega’s nodig.’
Het is bepaald niet de enige hogeschool die de jacht op de schaarse docent heeft geopend. Ook NHL Stenden Hogeschool startte recent bijvoorbeeld een grootschalige wervingscampagne, onder de noemer ‘Ben jij anders één van onze 100 nieuwe docenten?’ Aankomende weken is de wervingscampagne te zien in kranten, online, op abri’s, op bussen, pleinen en op de panden van de hogeschool in Noord-Nederland. Een webinar leverde deze week naar verluidt al zo’n 1.100 belangstellenden op.
Nieuw referralprogramma
En dan hebben we bijvoorbeeld ook nog Hogeschool Inholland, dat een nieuw referralprogramma aankondigt, samen met een vernieuwde werkgeverscampagne, die eind dit jaar live moet gaan. En de Hanzehogeschool maakt bekend tussen de 150 en 200 nieuwe docenten extra nodig te hebben, bovenop de 100 vacatures die de instelling jaarlijks heeft te vervullen, mede dankzij de financiële ruimte die ontstaat in het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Daarvoor wil het ‘binnenkort’ ook een campagne starten.
‘Het wordt een dekselse toer voor de hogescholen.’
Het zijn zomaar een paar voorbeelden van de 36 hogescholen in Nederland, die allemaal kampen met ‘een flinke uitdaging’, zo stelde recent ook Maurice Limmen, voorzitter van de Vereniging Hogescholen (VH). ‘Het wordt een dekselse toer. Nu tellen de hogescholen ongeveer 30 à 31.000 docenten. Als je ziet dat het aantal studenten met 10 procent toeneemt, kun je zo uitrekenen dat er door heel Nederland enkele duizenden hbo-docenten extra nodig zijn.’
Hoge instroom
De hogescholen hebben te maken met een hoge instroom, omdat er door corona minder studenten een tussenjaar nemen, en tegelijkertijd de slagingspercentages op de havo heel hoog zijn. ‘Ook vanuit het mbo zien we meer instroom’, vertelt Limmen. Bovendien is het bindend studieadvies komen te vervallen, wat ook voor extra drukte zorgt. Daarnaast krijgen studenten die komend jaar aan een studie beginnen de helft van hun collegegeld vergoed. En veel hogescholen willen juist met kleinere groepen gaan werken, om individuele studenten meer aandacht te kunnen geven.
‘Nieuwe docenten uit het werkveld zijn van grote toegevoegde waarde voor onze studenten.’
De hogescholen richten zich in hun campagnes in elk geval veel op mensen die op dit moment nog geen docent zijn, en ook niet van plan zijn om dat fulltime te worden. ‘Nieuwe docenten die uit het werkveld komen zijn van grote toegevoegde waarde voor onze studenten. Zij brengen recente kennis en ervaring uit de praktijk mee’, zegt bijvoorbeeld Alette Hospers, HRM-directeur van NHL Stenden. Potentiële docenten kunnen bij hen een uitgebreid introductieprogramma volgen, waarna zij op kosten van de hogeschool hun didactische bevoegdheid en – als ze die nog niet hebben – hun Master kunnen behalen.
Combinaties goed mogelijk
Ook Cosijn van de HU zegt die categorie kandidaten met name uit te nodigen. ‘Wij hebben ook veel vacatures voor hele kleine dienstverbanden. Bijvoorbeeld iemand die het naast zijn werk bij de bank leuk vindt om een dag in de week les te gaan geven. We kijken dus ook naar die vormen van dienstverbanden.’
‘Wij vinden het juist oké als je op het hbo werkt én met beide benen in de praktijk blijft staan.’
Iets wat Dick Pouwels, collegevoorzitter van de Hanzehogeschool, beaamt: ‘Wij vinden het juist oké als je op het hbo werkt én met beide benen in de praktijk blijft staan. Combinaties zijn wat ons betreft goed mogelijk.’
De vele wervingsacties van de hogescholen zijn onder meer een gevolg van het Nationaal Programma Onderwijs. De overheid maakte in februari bekend zo’n 8,5 miljard euro uit te trekken om alle achterstanden weg te werken die door corona in het onderwijs zijn ontstaan, naast een extra structurele investering van 645 miljoen euro voor het hoger onderwijs. Daarom gaat het ook niet alleen om een tijdelijke corona-impuls, benadrukt bijvoorbeeld Cosijn. ‘Dit zijn géén tijdelijke banen.’