Mensen met een gemiddeld opleidingsniveau vinden steeds minder makkelijk een baan. De werkgelegenheid voor deze groep, meestal mbo’ers, is in 10 jaar tijd met 4,5 procent afgenomen. Belangrijkste oorzaak is de automatisering van bepaalde werkzaamheden volgens het Centraal Planbureau in een vandaag verschenen studie.
Werkgelegenheid laagopgeleiden stabiel
De arbeidsmarktpositie van mensen met een gemiddelde opleiding verslechtert, hoewel de lonen daar nog niet onder lijken te leiden. De werkgelegenheid aan de onderkant is stabiel. Lonen staan daar echter wel onder druk. Deze trends leiden tot druk op de onderkant van de arbeidsmarkt stelt het CPB. Door geringere kansen op een baan wagen veel gemiddeld opgeleiden de sprong omhoog. Deze sprong wordt echter bemoeilijkt door het gestegen aanbod van hoogopgeleide werknemers. Inspanningen om de top van het midden te stimuleren een hoger niveau te bereiken, zijn kansrijk.
De laagopgeleiden en de overige mbo’ers moeten het hebben van de complementariteit met hoogopgeleiden. De stijgende vraag naar persoonlijke diensten die de afgelopen tijd op gang is gekomen, biedt daarvoor mogelijkheden. Voor beleidsmakers betekent dit dat investeren in goed onderwijs een manier is om lonen van verschillende groepen op de arbeidsmarkt minder sterk uit elkaar te laten lopen en mensen flexibeler inzetbaar te maken.
Meer vraag naar hoogopgeleiden
In de afgelopen vijftien jaar is de vraag naar hoogopgeleide werknemers sneller gestegen dan het al fors toegenomen aanbod. De relatieve lonen van deze groep zijn dan ook verder gestegen.
Download rapport
Download (pdf, 1,6mb) het rapport Loonongelijkheid in Nederland stijgt van het Centraal Planbureau.