Het betaald voetbal heeft bijna de meest internationale arbeidsmarkt die er bestaat. Hoe selecteer je dan het beste team? Het ‘hoofd prestaties’ van AZ laat zien dat het dan niet alleen om voetballend vermogen gaat.
Marijn Beuker is ‘Hoofd Prestatie en ontwikkeling’ bij de Alkmaarse voetbalclub AZ, trots landskampioen in 2009, en inmiddels veel geroemd vanwege de ontwikkeling en doorbraak van (eigen) jonge spelers als Guus Til (inmiddels international), Calvin Stengs, Myron Boadu, Teun Koopmeiners en Thomas Ouwejan.
Zelfs extreem kritische ‘voetbalkenners’ zoals Johan Derksen heeft deze jongens geroemd als ‘heel slimme spelers’. Op 1 november, tijdens Digitaal-Werven, doet Beuker een boekje open over het succes van die ontwikkeling, dat voor een groot deel schuilt in hoe de club kijkt naar de cognitieve kwaliteiten van jeugdspelers. Hier alvast een voorproefje.
> Kun je kort omschrijven wat je functie inhoudt?
“Ik ondersteun de Directeur Voetbalzaken en de algemeen directeur met de ontwikkeling van ambitie, visie en strategie op sportief en algemeen gebied. Daarnaast zorg ik ervoor dat alle afdelingshoofden de koers van het topmanagement vertalen naar focusgebieden voor de verschillende afdelingen. Kort gezegd: ik zorg dat iedereen duidelijk weet hoe we in 2025 succes behalen en zorg dat iedereen weet welke stappen hij daarin moet maken.
‘ik zorg dat iedereen weet hoe we in 2025 succes behalen en welke stappen we hiertoe moeten zetten’
Meer dan welke andere branche of sector ook is het voetbal een internationale arbeidsmarkt. Door de grote financiële verschillen kunnen Nederlandse clubs niet meer concurreren met de absolute Europese top. Daarom hebben alle Nederlandse voetbalclubs zich de laatste jaren erg toegelegd op de ontwikkeling van eigen jeugd.
De arbeidsmarkt voor jeugdspelers is daardoor ook extreem competitief geworden. Maar je kunt met 11- tot 14-jarige jongens natuurlijk niet op salaris concurreren. Sowieso mag je kinderen pas een contact aanbieden vanaf 16 jaar. Wij doen dat idealiter zelfs pas later. Dat betekent dus dat je moet zorgen dat kinderen en met name hun ouders emotioneel bindt. Voor ons staat centraal dat een kind weet dat wij een duidelijke visie en programma hebben waar het kind centraal staat en hij inhoudelijk de grootste stappen kan maken.”
> Hoe zien jullie talent dat andere clubs over het hoofd zien?
“We moeten wel op een andere manier scouten dan andere clubs in Europa met meer financiële middelen. Als wij namelijk op dezelfde manier scouten, vissen we achter het net. Onze zoektocht naar de ‘whispering talents’ is dus veel slimmer. Het beste talent op vroege leeftijd is namelijk vaak niet het talent dat ook aan het eind de beste blijkt te zijn.
‘Het beste talent op vroege leeftijd is vaak niet het talent dat ook aan het eind de beste blijkt te zijn’
Wij hebben een manier gevonden om te kijken naar de juiste bouwstenen van talent, die potentie voorspellen. Cognitie is slechts één van die bouwstenen.”
> Hoe doen jullie dat dan?
“We gebruiken bijvoorbeeld testen van BrainsFirst, die een beeld geven van de potentie van een speler, verdeeld over verschillende hersengebieden. Dat geeft ons een beeld van de kwaliteiten en beperkingen op cognitief gebied. Op vroege leeftijd krijg je een beeld van waarin de speler nog extra geprikkeld kan worden. De speler maakt nog een grote ontwikkeling door op vroege leeftijd, zeker omdat hij nog volop in een sensitieve periode zit. Hierover is nog veel onbekend in de wereld, maar dat zijn we gezamenlijk actief aan het onderzoeken. Op latere leeftijd gaat het er vooral om dat je jouw beperkingen gaat camoufleren en vooral ‘in je kracht’ gaat voetballen.”
> Hoeveel invloed hebben die cognitieve testen bij de doorbraak van spelers?
“Het is een schakel in onze totale aanpak van talentontwikkeling. Onze trainers zijn ook enorm veel bezig met het prikkelen van het brein, het onbewust spelintelligenter maken en hen inzichtelijk weerbaar te maken. Ik zeg vaak dat we de wetten van straatvoetbal terugbrengen in ons programma; verschillende ondergronden, imperfecte velden, constant wisselende omgevingen, zelf oplossingen vinden. Natuurlijk kun je dat het beste doen met de meest cognitieve spelers. De testen helpen goed om daarin inzicht te krijgen.”
> Wat hoop je dat de recruiters meenemen van je verhaal?
“Ik geloof erin dat we meer moeten kijken naar het ‘echte’ talent. Te vaak wordt gekeken naar wat iemand nu kan. In het bedrijfsleven wordt vaak gekeken naar resultaten uit het verleden en diploma’s. Maar die geven niet aan wat iemands potentie is in de toekomst. Ik hoop dat men ziet dat prijzen niet gemaakt zijn van goud, maar meer van hard werken, fouten maken, aanpassingen maken en jezelf continu uitdagen.”
Hoor Marijn spreken
Op 1 november is Marijn Beuker een van de keynote sprekers op Digitaal-Werven. Hij zal daar spreken over ‘Hire on talent, not skills’.