De cijfers waren vrij ontluisterend. In recent onderzoek van Pro Contact, onder ruim 300 Nederlandse ondernemers en managers, zegt ruim het merendeel dat iedereen een gelijke kans verdient op de arbeidsmarkt. Maar zoom je iets verder in, dan blijkt van die gelijke behandeling weinig sprake. Sterker nog: bijna 1 op de 5 geeft gewoon toe ‘alleen in uiterste nood’ mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen.
Bijna 1 op de 5 werkgevers erkent ‘alleen in uiterste nood’ mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen.
Of het nou gaat om statushouders, iemand met een fysieke handicap, mensen met zware financiële problemen, 60- (of zelfs 50-)plussers, mensen met een trauma of met autisme, ex-gedetineerden, herstellende burn-outpatiënten, alleenstaande ouders, mensen die al meer dan 10 jaar werkloos zijn of arbeidsmigranten: ze hebben al jaren een achterstand in sollicitaties. En in die situatie lijkt volgens het onderzoek maar bar weinig verandering te komen. Krappe arbeidsmarkt of niet. Blijkbaar laten veel organisaties hun vacatures nog liever onvervuld dan iemand uit deze groepen ervoor in aanmerking te laten komen.
Minder te kiezen
Ook al hebben ze minder te kiezen, werkgevers lijken nog steeds op zoek te blijven naar de ideale kandidaat, aldus Willem Bos, creatief directeur bij Pro Contact. ‘Er is nog een wereld te winnen’, stelt hij. ‘Sterker nog: in veel gevallen achtten werkgevers de kans dat ze mensen met een bepaalde afstand tot de arbeidsmarkt zouden aannemen dit jaar zelfs lager in dan vorig jaar.’ Bos noemt het ‘verrassend’ om te zien dat veel bedrijven ‘nog steeds zo’n stugge houding hebben met betrekking tot deze groep mensen, vooral nu inclusiviteit een steeds belangrijker maatschappelijk thema wordt.’
‘Werkgevers doen er goed aan om de kwaliteiten te herkennen van kandidaten die zij nu terzijde schuiven.’
Hij noemt het ‘de hoogste tijd dat de daad bij het woord gevoegd wordt. Nu de arbeidsmarkt zo krap is, doen werkgevers er goed aan om de kwaliteiten te herkennen van kandidaten die zij nu terzijde schuiven.’ Want áls ze eenmaal werken met mensen met een bepaalde afstand tot de arbeidsmarkt, dan blijken werkgevers hier namelijk paradoxaal genoeg wél tevreden over. Zo geeft meer dan de helft (57%) aan hier (zeer) positief over te zijn. Van de groep die negatieve ervaringen heeft gehad, zegt twee derde (67%) dat dit vooral komt omdat zij langer over hun werk doen.
‘Inclusietekort’
Het is een beeld dat ook oprijst uit andere onderzoeken. ‘We hebben geen personeelstekort, maar een inclusietekort’, concludeerde daarom Marjet van Houten, programmaleider bij Movisie, naar aanleiding van het SCP-rapport Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers, dat vorige maand verscheen. ‘Werkgevers zijn nog onvoldoende bereid om te werken met mensen die niet volledig voldoen aan de ‘norm’. Ruim een miljoen Nederlanders krijgen geen toegang tot de arbeidsmarkt, terwijl ze wel kunnen en willen werken. We moeten anders gaan kijken, denken en vooral: doen!’
‘We moeten anders gaan kijken, denken en vooral: doen!’
Haar analyse: ‘De toestroom naar de arbeidsmarkt is volledig dichtgeregeld met budgetverdelingen, regels en voorschriften. Maar wat wel echt werkt om mensen te begeleiden naar werk past vaak niet in die regels en mag daarom vaak niet. We kunnen daarom wel zeggen dat het systeem dat bedoeld is om mensen te helpen, mensen eigenlijk niet helpt. Als we ervoor zouden zorgen dat meer mensen kunnen meedoen, dan zou er helemaal geen sprake zijn van krapte.’ Volgens haar moeten werkgevers daarom vaker durven hun vacatures aan te scherpen. ‘Passend bij de skills van mensen.’
1 miljoen mensen
Uit de cijfers blijkt dat in totaal nu ruim 1 miljoen Nederlanders geen toegang krijgen tot de arbeidsmarkt, ondanks de krapte. Het gaat om mensen met een beperking of kwetsbaarheid, fysiek, verstandelijk, psychisch of sociaal. Of om migranten, ouderen, of langdurig werklozen. Voor hen bedoelde wet- en regelgeving als de Participatiewet en Banenafspraak sluiten vaak onvoldoende aan bij hun situatie of mogelijkheden, zo blijkt. Waarbij Movisie overigens wel een idee heeft over hoe het beter kan (klik op de afbeelding voor een vergroting).
De kansen zitten dus onder meer in betere regelgeving, die iedereen meer mogelijkheden biedt. En bij bijvoorbeeld basisbanen. Maar de bal ligt ook nog steeds grotendeels bij het bedrijfsleven. De Rabobank deed eerder dit jaar onderzoek, en concludeerde dat bedrijven nog veel meer ‘inclusieve’ keuzes kunnen maken in hun werving. Zo’n 40% kiest traditiegetrouw voor een ‘meerderheidskandidaat’, aldus dit onderzoek. En dat is onverstandig, want de bedrijven die aangeven dat juist níet altijd te doen, zagen hun omzet vaker stijgen, en blijken ook minder onzeker over hun toekomstige omzet.
Ook opvallend in dit onderzoek: grote bedrijven hebben weliswaar vaker een officieel diversiteitsbeleid, maar blijken in de praktijk desondanks niet inclusiever dan kleinere ondernemingen. ‘Voor een meer inclusief bedrijfsleven is dus meer nodig dan diversiteitsbeleid’, concluderen de onderzoekers droogjes.
Maar wat dan?
Maar wat dan precies? Als het zelfs in de meest krappe arbeidsmarkt ooit nog niet lukt om mensen ‘met een vlekje’ een kans te geven, wanneer dan wel? Is dan toch die systeemverandering waar Movisie op doelt de enig mogelijke remedie? Een parallelle arbeidsmarkt? Meer Open Hiring? Of is het toch gewoon een kwestie van geld? Zo stelde het (demissionaire) kabinet recent maar weer eens 70 miljoen euro beschikbaar aan subsidie voor werkgevers om om kwetsbare mensen op de arbeidsmarkt te helpen. Een druppel op een gloeiende plaat natuurlijk, kijkend naar de omvang van de doelgroep.
‘De groep mensen die langs de zijlijn staat, is in ons land nog altijd veel te groot.’
Ondertussen zijn er in de praktijk wel allerlei inspirerende initiatieven die de schijnbaar onoplosbare puzzel proberen te ontwarren, en waar mensen ook zonder diploma toch aan de slag kunnen. Zoals de sociale onderneming Stichting Nelis, die recent een overeenkomst sloot met de Facilicom Group, waarbij de stichting elk jaar 50 (jonge) kandidaten met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk gaat helpen in diverse facilitaire functies bij onder meer Gom, Trigion en Breijer. ‘De groep mensen die langs de zijlijn staat, is in ons land nog altijd veel te groot’, zo verklaart Facilicom-CEO Eric Otto de samenwerking.
Mensen vooruit helpen
‘Mensen vooruit helpen staat bij ons boven winst maken’, vult Ian Smeyers, directeur-grootaandeelhouder van Nelis Company, zijn samenwerkingspartner aan. ‘Maar daarvoor is het wel nodig dat organisaties zich openstellen voor deze groep jongeren op de arbeidsmarkt. Ze zullen versteld staan van het talent en de motivatie!’
‘Als mensen de ruimte krijgen te doen wat ze kunnen, lossen we een groot deel van het inclusietekort op.’
Het sluit erg aan bij het betoog van Van Houten (van Movisie). ‘Een belangrijk deel van de oplossing voor de krapte ligt in het wegnemen van drempels’, concludeert zij. ‘We hebben de arbeidsmarkt zo dichtgeregeld met diploma-eisen, certificaten, urenvoorschriften en regelingen voor bijvoorbeeld van uitkering naar werk. Het is veel te complex geworden. Ook voor organisaties is de drempel te hoog om te bieden wat mensen écht nodig hebben. Als we zorgen dat het middenveld meer ruimte krijgt om aan te sluiten bij wat mensen willen en mensen de ruimte krijgen te doen wat ze kunnen, lossen we een groot deel van het inclusietekort op.’
Foto boven: Facilicom-CEO Eric Otto (l) en Ian Smeyers (Nelis Company)
Lees ook
- Dit zijn dé 5 meest onderbelichte oorzaken van de krapte
- 4 stappen gepresenteerd naar een meer inclusieve arbeidsmarkt