Maakt de ‘AirBNB voor werving en selectie’ straks recruiters echt tot een luxe? (1/2)

De arbeidsmarkt ligt in puin. Terwijl thuiswerken normaal geworden is, de flexibiliteit ongekend en de automatisering van zowel fysiek als administratief werk almaar doorzet, lijkt elk bedrijf te kampen met een personeelstekort. Voor de ene onderneming ongemakkelijk, voor de andere levensbedreigend.

Tot nu toe heeft zelfs LinkedIn de boel niet écht kunnen opschudden.

De chaos is koren op de molen van iedereen die claimt de banenmarkt te ‘Uberiseren’, de ‘Airbnb voor recruitment’ te zijn, of een ander wondermiddel te hebben voor de #futureofwork. Het lijkt alsof de eeuwenoude manier waarop vraag en aanbod op de arbeidsmarkt samenkomen klaar is voor een confrontatie met de technologie van de 21ste eeuw. Maar tot nu toe heeft zelfs LinkedIn de boel niet écht kunnen opschudden. Het is weinig meer geworden dan een grote databank voor recruiters, detacheerders en andere bemiddelaars.

De arbeidsmarkt snakt naar een doorbraak

We hebben dus nog steeds een leger van tussenpersonen nodig om het wervingsproces, dat fundamenteel is voor het functioneren van de economie, draaiende te houden. Elke voorspelde revolutie in de wereld van werving en selectie is tot nu toe mislukt. Niemand heeft het klaargespeeld om af te rekenen met tussenpersonen. Sterker nog: het lijken er alleen maar meer te worden. Nieuwe bedrijven kunnen hoogstens delen in de winst die recruiters al jaren maken en mogen daarbij achter in de rij aansluiten.

Waarom is het niemand gelukt de arbeidsmarkt op de schop te nemen?

Waarom is dat zo? Waarom is het niemand gelukt de arbeidsmarkt op de schop te nemen terwijl iedereen daar reikhalzend naar uitkijkt? Volgens mij komt dat doordat bestaande oplossingen op twee kritieke punten tekort schieten:

  1. Het simpelweg verbinden van vraag en aanbod is niet voldoende.
  2. Vertrouwen opbouwen is essentieel, maar erg moeilijk op grote schaal.

Om echt een aardverschuiving teweeg te brengen in de arbeidsmarkt, moeten beide punten aangepakt worden.

Internetprikborden: geen wondermiddel

Er zijn legio platforms die talent en werk zeggen te verbinden. Kandidaten vinden in minuten hun droombaan en leidinggevenden winnen kostbare tijd terug om te besteden aan de dingen die er echt toe doen. ‘Personeelstekort? Werkloosheid? Niet als wij iets eraan kunnen doen!’ Tenminste, dat is de belofte. In tijden als deze verdienen zulke platforms aardig. Waarom zouden ze ook niet? Dit soort databases is erg handig voor zowel werkgevers als werkzoekenden en tussenpersonen. Ze lossen klaarblijkelijk een bestaand probleem op.

Iemand op zoek naar een baan heeft geen idee van alle opties.

Iemand op zoek naar een baan heeft geen idee van alle opties. Over het beperkte aantal vacatures waarmee hij of zij wel geconfronteerd wordt, is weinig informatie beschikbaar. Om uit te zoeken of een baan geschikt is, moet hij uitgaan van oppervlakkige bronnen, zoals bedrijfswebsites, vacatureteksten, een paar beoordelingen en als hij geluk heeft een vage salarisindicatie. Tegelijkertijd hebben bedrijven een beperkt beeld van het aanbod aan talent. Als het lukt contact te leggen met een potentiële werknemer, is er doorgaans alleen een cv en een motivatiebrief – met daarbij misschien een LinkedIn-profiel met precies dezelfde informatie.

Jobboard, oude stijl. Credit

Vacaturebanken brengen voor beide partijen de arbeidsmarkt redelijk in kaart, maar dat is ook het enige dat ze doen. Al zat iedereen ter wereld op een werkplatform (ahem, LinkedIn), dan nog zou de markt afhankelijk zijn van ongemakkelijke interacties tussen mensen die het moeten doen met gebrekkige informatie. Dat is de reden dat recruitment en detachering nog altijd als een speer gaan. Emotioneel intelligente en commercieel ingestelde professionals smeren deze transacties. Ze dragen zorg voor een fundamentele factor in elke deal, een kernkarakteristiek van alle markten, de sine qua non van de handel: vertrouwen.

Technologie moet vertrouwen scheppen

Vertrouwen is van immens belang op de arbeidsmarkt. Werkgever en talent weten beide weinig over de kwaliteiten van de ander en moeten beslissingen maken op basis van incomplete informatie. Als mensen de potentie van een transactie niet rationeel kunnen inschatten, beoordelen ze deze emotioneel, waardoor vertrouwen het overwicht krijgt. 

Mensen zijn geweldig in het scheppen van vertrouwen, techniek lukt het voor geen meter.

Mensen zijn geweldig in het scheppen van vertrouwen, techniek lukt het voor geen meter. We vertrouwen machines met nauwelijks iets en houden ze aan hogere standaarden dan onszelf. Kijk maar naar de discussie rondom autonoom rijden. We identificeren onszelf niet met ondoorzichtige algoritmes en mysterieuze mechanismen. Zachte maar taaie, op ons lijkende waterzakken hebben de voorkeur.

Anna een geweldige gastvrouw

Laten we eens spieken bij Silicon Valley’s sterren van vorig decennium. Het briljante van AirBNB was niet eens zozeer het eenvoudig koppelen van vraag en aanbod. Hun platform werkt omdat het op talloze manieren vertrouwen schept en overtuigt. Je leest dat 300 mensen Anna een geweldige gastvrouw vinden, dat Barend het fijn vindt dat het appartement van Claire middenin het stadscentrum ligt en dat Dennis een topvakantie heeft gehad in een grotwoning met prehistorische wandtekeningen.

Werkgevers hoeven geen genoegen te nemen met tussenpersonen die klauwen met geld kosten.

Werkgevers hoeven geen genoegen te nemen met tussenpersonen die klauwen met geld kosten. Niemand hoeft te accepteren dat er een leger aan slimme, gedreven en empathische mensen nodig is om het fundamentele werving- en selectieproces op gang te houden. Denk aan de mogelijkheden die ontstaan als deze groep bemiddelaars niet langer vast zou zitten aan het simpelweg faciliteren van werk.

De complete transactie

Door het probleem van vertrouwen op schaal op te lossen kunnen we onbenut talent aanboren en koppelen aan de vraag – zoals Airbnb doet voor vakantieadresjes. Door de noodzaak van recruiters weg te nemen kunnen we hetzelfde voor elkaar krijgen als Uber: het integreren en optimaliseren van de complete transactie tussen twee partijen, van begin tot eind. Maar hoe doen we dat? Hoe kunnen we de aanpak van Airbnb en Uber toepassen op de markt voor talent? Hoe kan een applicatie of platform meer vertrouwen scheppen dan mensen dat kunnen? Is het überhaupt mogelijk een Airbnb voor recruitment te bouwen?

Zouden er op het gebied van informatievoorziening kansen liggen?

Hoewel tussenpersonen als geen ander weten hoe ze vertrouwen moeten wekken door middel van hun persoonlijk merk en hun relaties, weten ze eigenlijk nog altijd vrij weinig over de kandidaten die ze aan bedrijven koppelen. Iedereen kan een cv lezen en een praatje aanknopen. Daarnaast geven diploma’s en zorgvuldig gekozen referenties slechts een algemeen beeld. Alle andere informatie komt rechtstreeks van de kandidaat zelf, die uiteraard niet onpartijdig is. Zelfs als bedrijven met vlotte recruiters werken, blijft de informatie over potentiële werknemers beperkt. Dat is waarom zij in veel vakgebieden vaak nog langdradige tests en willekeurige opdrachten voor de kiezen krijgen. Zouden er op het gebied van informatievoorziening kansen liggen?

Over de auteur

Tjomme Dooper was recruiter en is nu bij FruitPunch AI, een onderneming op de High Tech Campus in Eindhoven die met ‘A.I. for good’ probeert de wereld te veranderen. Dit is het eerste deel van een tweedelige serie. Morgen het vervolg. Dit verhaal verscheen eerder via Medium.

Beeld boven: recruitment oude stijl, gemaakt tussen 1800 en 1805.

Verslag van het Bureaudirectie Event: ‘Laat je niet in de put praten over 2023’

De kathedraal van de automobiel, zo valt het Haagse Louwman Museum het best te omschrijven. Met zijn eindeloze rij voertuigen met een motor erin, zijn hoge plafonds, zijn lichtinval, is het een bijna sacrale belevenis voor ware petrolheads. Maar als het museum íets laat zien, dan is het wel dat de continue vernieuwing die de industrie in ruim 100 jaar doorvoerde. Inclusief ook al zijn mislukkingen. En inclusief de continu veranderende klantbehoefte en technologie.

Is de platformtechnologie als bedreiging te vergelijken met de elektrische auto?

Het is in die vernieuwingsdrang dat een analogie te vinden is met het Bureaudirectie Event dat hier gisteren werd gehouden. Want ook de directies van uitzendbureaus en andere bemiddelaars in de arbeidsmarkt staan voor de vraag hoe de motor het komende jaar draaiende te houden. Welke technologie moeten ze wel, en welke juist niet omarmen? Is de platformtechnologie de bedreiging voor de traditionele bureaus zoals de elektrische auto die voor de benzinevariant vormt? Het leverde genoeg op om over te praten. Hierbij een reportage, aan de hand van vele foto’s. Want daar leende de locatie zich natuurlijk uitstekend voor.

Het kerkelijke aspect viel meteen bij binnenkomst al op.

En gekeken naar de andere kant van de entreehal, met een snoek als ware het een altaar.

Ook buiten was de verering van de automobilist letterlijk verbeeld.

De exclusieve middag startte om 12.00, op een moment dat de gladheid buiten nog meeviel. 

Badges uitdelen met een klassieker achter je, het is weer eens wat anders.

The future’s bright

De aftrap was voor de Britse SIA-analist John Nurthen, die de bezoekers in sneltreinvaart door de laatste ontwikkelingen en uitdagingen van de markt heenloodste, aan de hand van een grote stapel slides vol grafieken. Dat ging van blockchain en skills gap tot inflatie en remote working, en van 300% groei van de staffing industry in China tot de grootste krapte in heel Europa ooit (met in totaal 17,5 miljoen vacatures – ‘en dat groeit nog steeds’). Zijn belangrijkste boodschap: the future’s bright voor deze branche. Zolang je maar durft te blijven vernieuwen.

Aan Wim van de Meerbeeck (HRLinkIT) de schone taak om over die vernieuwing te praten met 3 heren: Lodewijk Asscher, Martijn Arets en Reinald Snik. Hoe zien zij de toekomst voor zich?

En laat dan maar aan Lodewijk Asscher over om als eerste het podium te pakken. Als lid van de ethical board van SkillsCV vertelde hij even innemend als enthousiast over zijn doel om mensen te beoordelen op wat ze kunnen in plaats van op hun diploma of hoe ze eruitzien, en de ‘geweldige kans’ die er voorligt om dit ook steeds meer te gaan doen. ‘Want de krapte dwingt werkgevers verder te kijken dan ze altijd deden. En de techniek maakt het mogelijk om dit te democratiseren.’ Zeker in combinatie met thema’s als Leven Lang Ontwikkelen.

‘Ik geloof dat de krapte een geweldige kans biedt tot het benutten van het potentieel van mensen.’

Maar vanzelf de goede kant op gaat dat natuurlijk niet, dat beseft Asscher ook. Digitalisering in het onderwijs kan de kloof in de samenleving ook vergroten, merkte hij op. En jongeren moeten ook wel ‘heel vroeg kiezen welke kant ze op willen’. Maar er is volgens hem ook goed nieuws te melden. ‘De manier waarop Europa is omgegaan met de stroom Oekraïners, en hoe we naar hun skills keken toen het nodig was, daar zijn volgens mij lessen uit te leren.’ En: ‘Ik geloof dat de krapte al met al een geweldige kans biedt tot het benutten van het potentieel van mensen.’

Aan Martijn Arets vervolgens de vraag om wat meer uit te leggen over de ontwikkelingen in de platformtechnologie. Waarop hij het meteen scherp stelde: ‘Binnen uitzendwerk staat heel vaak de contractvorm centraal, waar binnen platforms juist vaker de mens centraal staat.’ Prikkelend? Zeker. Maar voegde hij ook meteen toe: ‘Je moet platforms niet beschouwen als een doel, maar als een middel. Je moet eerst kijken naar de pijn in de markt en dan kijken hoe je daar een antwoord op vindt. Helaas wordt dat vaak omgedraaid.’

‘Je moet platforms niet beschouwen als een doel, maar als een middel.’

Daarbij moet je niet bang zijn oude legacy, benadrukt hij. ‘Het wordt vaak gezien als een vies woord, een verzameling frustraties. Maar je moet juist kijken: wat heb ik wat iemand die morgen begint niet heeft? Klanten, slimme mensen, kandidaten. En dan jezelf de vraag stellen: hoe kun je daar je voordeel mee doen?’ Zelf is hij dit jaar vooral bezig geweest met KlusCV, een tool waarmee platformmedewerkers (bij Roamler, Helpling, YoungOnes en Charly Cares) tóch een cv kunnen opbouwen. Komend jaar worden de wetenschappelijke inzichten hierover verwacht naar buiten te komen.

Ook voor Reinald Snik wordt 2023 een belangrijk jaar. De CEO international business van Pixid (voorheen CEO van Carerix) beleeft dan in België namelijk de lancering van WorkID, een soort werkportfolio van elke uitzendkracht, waar al 90 uitzendbureaus en andere HR-dienstverleners zich achter hebben geschaard, en wat bedoeld is om alle administratieve rompslomp bij uitzendkrachten en -bureaus aanzienlijk te verminderen. En ander groot voordeel: de kandidaat hoeft zich niet overal in te schrijven, en blijft ondertussen eigenaar van zijn eigen data. Een mooi vooruitzicht. Vandaar ook zijn optimistische boodschap: ‘Laat je niet in de put praten over 2023.’

Generatie Z

Bij de na de pauze volgende presentatie van Emma Agricola gingen even de ogen dicht.

Gelukkig niet uit verveling, maar omdat Agricola haar luisteraars in gedachten meenam op een balanceeract, als koorddanser tussen twee flatgebouwen.

Want zo is het ook in het omgaan met haar generatie, generatie Z, vertelde ze. Een generatie met heel eigen wensen en ideeën over werk, maar ook een generatie met wie je gewoon in gesprek kunt, benadrukte ze. Dan valt het enorme verloop in deze groep (zo’n 60% in het eerste jaar van werk) volgens haar best te beteugelen.

Er was ook nog tijd voor een ander feestelijk moment, de officiële lancering van het Werf& Jaarboek 2022, waarin alle ontwikkelingen in dit turbulente jaar voor de arbeidsmarkt voor het nageslacht zijn opgeschreven en in beeld zijn gebracht.

Hetgeen vanuit de zaal aandachtig gevolgd werd.

Een staaltje toevallige kleding-synergie tussen enkele bezoekers.

Rondetafelgesprekken

Als je met een grote groep aan ronde tafels gesitueerd bent, dan kan het bijna niet uitblijven: rondetafelgesprekken. En zo was ook tijdens dit Event het geval.

Dat leverde boeiende gesprekken op.

Het gesprek vond plaats aan de hand van stellingen over bijvoorbeeld hoe de krapte de digitalisering van de sector aanjaagt – of juist afremt. Tot eensluidende conclusies kwam het niet, wel tot veel meer inzicht in wat er allemaal speelt in dit boeiende beroepsveld.

Museumbezoek en diner

De afronding kwam voor veel bezoekers bijna al te snel. Maar hé, ze hadden ook tegen 17.00 nog een drukke dag voor de boeg. Want niet alleen wachtte de borrel, maar ook nog een exclusief bezoek aan het museum, dat voor de gelegenheid zijn openingstijden wat verruimde (leve de flexibilisering van de arbeidsmarkt!).

En daarna ook nog het diner in het museumrestaurant.

Zodat uiteindelijk tegen tienen deze enerverende dag kon worden afgesloten, glibberend naar huis. Met de woorden van Lodewijk Asscher in het achterhoofd: ‘Zorg dat je die maatschappelijke verantwoordelijkheid die je hebt als sector in 2023 hoog op je prioriteitenlijst zet. Want daar kunnen jullie zoveel in betekenen. Het lijkt me fantastisch als dat meer gebeurt.’

De recruitercode gekraakt (2/7): hoe ga je als recruiter om met de privacy van kandidaten?

Ruim een jaar geleden werd in de Recruitercode een aantal gedragsregels vastgelegd waar elke goede recruiter houvast aan kan hebben, en die verwachtingen wekt voor kandidaten én werkgevers. Maar wat staat er eigenlijk precies in die code? En wat betekent dat nou in de praktijk? Waar zitten de dilemma’s, de pijnpunten en de addertjes onder het gras? In een serie interviews gaan we daar de komende tijd nader op in, per onderdeel van de code. Met als tweede aflevering: de privacy van kandidaten.

De Recruitercode biedt houvast voor recruiter, kandidaat én werkgever.

Wat meldt de code eigenlijk over privacy van kandidaten? Vijf dingen:

  • De Recruiter handelt in overeenstemming met de AVG.
  • De Recruiter zorgt dat de kandidaat van wie zij persoonsgegevens verzamelt, wordt geïnformeerd over hoe de organisatie omgaat met persoonsgegevens.
  • De Recruiter vraagt niet meer informatie dan noodzakelijk voor de beoordeling van geschiktheid van de kandidaat voor de vacature.
  • De Recruiter maakt duidelijk aan een kandidaat dat alle verstrekte informatie, die verband houdt met het mogelijk toekomstig functioneren, gedeeld moet worden met de organisatie. De Recruiter deelt overige gegevens alleen na expliciete toestemming door de kandidaat en alleen voor datgene waar toestemming voor gegeven is.
  • Zowel voor, tijdens als na de samenwerking met de organisatie gaat de Recruiter zorgvuldig en vertrouwelijk om met informatie, zodat de privacy van de kandidaat wordt gewaarborgd. Na einde van deze samenwerking verwijdert de Recruiter alle informatie van de kandidaat en/of organisatie conform wetgeving en richtlijnen van de organisatie.

(accentuering door redactie Werf&)

Ad 1: De AVG

Sander Smorenberg

Of het vaak misgaat met de AVG als het gaat om recruitment? Dat valt wel mee, denkt freelance recruiter Sander Smorenberg, sinds bijna anderhalf jaar verbonden aan de Recruitercode. ‘Ik kan me in elk geval geen nieuwsberichten voor de geest halen hierover, vanuit recruitmentperspectief. Wel datalekken natuurlijk, maar dat is echt iets anders, denk ik.’

‘We merken dat kandidaten het tegenwoordig een belangrijk onderwerp vinden.’

‘Wij merken tegenwoordig steeds meer dat kandidaten het een ontzettend belangrijk onderwerp vinden’, vult Nicole Jansen (JOIN Recruitment) aan. ‘Het is spannend om te solliciteren. Je wilt als kandidaat niet dat jouw informatie zomaar overal komt te liggen. Je krijgt er als recruiter steeds meer vragen over hoe je met de gegevens omgaat. Hoe bewaar je de gegevens? Wie heeft er inzage toe? Ik begrijp dat ook. Daarbij merk ik merk dat kandidaten ook steeds beter op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving van AVG. Je merkt dat het onderwerp steeds meer leeft.’

‘Het is misschien niet het meest sexy onderwerp, maar je wekt er wel vertrouwen mee.’

Smorenberg: ‘In de huidige arbeidsmarkt is het ook echt wel een voordeel als je kunt laten zien dat je goed omgaat met de AVG. Je laat zien dat je de wetgeving serieus neemt, dat je anticipeert, dat je stabiel bent. Het is misschien niet het meest sexy onderwerp, maar je wekt er wel vertrouwen mee.’

Inge Brattinga (docent onderzoeker bij de Juridische Hogeschool, en als jurist bij VRF Advocaten gespecialiseerd in privacy): ‘Voldoen aan de AVG is niet iets wat je moet doen omdat het de wet is, je moet het doen omdat het als recruiter je businesscase is. Het gaat om vertrouwen. Als iemand vrijwillig jou zijn persoonsgegevens geeft, dan moet je daar zorgvuldig mee omgaan.’

Ad 2: De kandidaat informeren

Nicole Jansen

Jansen: ‘Door het onderwerp vooraf telefonisch bespreekbaar te maken, ben ik veel vragen al voor. Het is belangrijk dat je aan het begin van de samenwerking al vertelt wat er met de gegevens van de kandidaat gebeurt. Dit is een standaard waarvan ik vind dat elke recruiter die zou moeten nastreven.’

Smorenberg: ‘Ik wil aan de voorkant zo transparant mogelijk zijn, en kandidaten bijvoorbeeld ook wijzen op hun recht om gegevens te laten verwijderen. Ik heb bij de NS gezeten, daar werd het ook wel aan kandidaten duidelijk gemaakt wat hun rechten waren. Het gaat er echter ook om dat je het intern goed inricht. Je kunt een mooi ATS hebben, en de kandidaat toestemming vragen, maar als vervolgens iemand intern gegevens van een kandidaat rondmailt, heeft het niet veel zin meer als die kandidaat daarna vraagt om zijn gegevens verwijderd te zien worden.’

‘Ik denk dat elke recruiter moet kunnen uitleggen wat er met iemands gegevens gebeurt.’

‘Bij de NS hadden we daar ook gewoon beleid op: verwijder nou eens alle cv’s die je nog in je mail hebt. In het ATS kun je privacy redelijk makkelijk automatiseren. Maar waar het om gaat is wat je erachteraan doet: je beleid en de persoonlijke motivatie om dat vol te houden.’

Inge Brattinga

Brattinga: ‘Er is een verschil tussen op papier zetten en doen. Hoeveel werkgevers verwijzen kandidaten expliciet naar de privacyverklaring? Ik maak heel vaak mee dat gezegd wordt: ik ga toch geen toestemming vragen aan de kandidaat? Maar dat moet dus wel. Er is bewustwording nodig bij recruiters dat die kandidaat net zo goed je klant is als je opdrachtgever.’

Ad 3: Niet meer informatie dan noodzakelijk

Smorenberg: ‘Waar ik aan moet denken: we hadden in het verleden een werkenbij-site waarbij de kandidaat zijn of haar geboortedatum moest invullen. Maar was dat wel strikt noodzakelijk? Je mag het eigenlijk niet eens vragen nu, maar toch zie ik dat nog wel gebeuren. Bij een heel schaarse doelgroep snappen we nu allemaal: je moet de vragenlijst zo kort mogelijk houden. Meestal is alleen naam en 06 al genoeg. Maar als het om wat minder voor de hand liggende informatie gaat, denk ik dat het sowieso goed is om erbij te zetten waarom je het vraagt.’

‘Ik vind zelf ook zoiets als een naam van een kandidaat niet zo relevant.’

Jansen: ‘Ik vind zelf zoiets als een naam van een kandidaat ook niet zo relevant wanneer ik met een collega het profiel van een potentiële kandidaat bespreek. Het gaat eerder om: hoeveel jaar ervaring heeft iemand? Waar is iemand naar op zoek? Als recruiter vind ik dat het not done is om namen te noemen. Je praat gewoon niet over sollicitanten met naam en toenaam. Zelf benoem ik iemand eerder als ‘potentiële professional’ of ‘mogelijk geschikte kandidaat’.’

privacy van kandidaten frats
Illustratie: Frats, voor VRF Advocaten

Smorenberg: ‘Je mag ook niets doen met de gegevens over het welzijn van iemand, tenzij diegene daar expliciete toestemming voor geeft. Als iemand open is over bijvoorbeeld zijn of haar beperkingen, dan kun je het vervolgens hebben over hoe je dat mag delen met anderen.’

Brattinga: ‘We hebben interviews gedaan met recruiters. Toen we vroegen wat ze eigenlijk wisten van de AVG bleef het angstvallig stil. Ik denk dat vooral dáár nog de grootste vooruitgang te boeken is, in kennis en de bewustwording.’

Ad 4: Alleen na expliciete toestemming

Jansen: ‘Ik heb recent een situatie meegemaakt waarin een kandidaat die al mocht starten alleen nog een screening moest laten doen. De klant had ervoor gekozen dit bij een derde partij te beleggen. Die kandidaat heeft toen gezegd: “dat is voor mij een reden om niet verder te gaan, ik wil niet dat mijn gegevens bij een derde partij komen die ik niet ken.” Dit is denk ik een mooi voorbeeld waarbij een kandidaat gebruik maakt van zijn recht.’

Smorenberg: ‘Privacy is ook: met wie deel je of iemand gesolliciteerd heeft? Zowel in- als extern? Soms is het voor de hand liggend, soms niet. Als iemand bij manager A heeft gesolliciteerd, en je benadert daarvoor referenten, kun je die dan zomaar met manager B delen? Ik denk dat je daarvoor ook weer expliciet toestemming van de kandidaat nodig hebt.’

‘Ik ben ervan overtuigd dat het in zeker 80% van de ATS-systemen niet klopt.’

Brattinga: ‘Ik ben ervan overtuigd dat het in zeker 80% van de ATS-systemen niet klopt. Soms zitten er 10.000 kandidaten in een database. Wat doe je daarmee? Heb je met hen de afgelopen 2 maanden contact gehad, behalve misschien het sturen van vacatures? Ik vraag me ook sterk af of je dat zou moeten willen. Op een of andere manier leeft nog altijd bij veel recruiters dat je database van kandidaten zo groot mogelijk moet zijn. Maar ik denk juist: liever zo actueel mogelijk. Daar heb je meestal veel meer aan. Bovendien verplicht de AVG je dat je gegevens altijd actueel zijn.’

Ad 5: Privacy waarborgen

Smorenberg: ‘Een sollicitatie is toch ook een soort momentopname. Als je iemand op de status “afgewezen” zet, hoe lang blijft iemand daar dan op staan? Of kun je hem of haar dan nog benaderen voor andere functies? Ook dat is een stukje privacy. Ik vind het bijvoorbeeld zelf niet normaal om jarenlang gegevens van kandidaten te bewaren als je er niets mee doet. Als je ze een nieuwsbrief stuurt, of een actieve talentpool beheert, dan is dat natuurlijk anders. Maar als je er niets mee doet en er geen enkel contact is, vind ik het zelf niet normaal als je als kandidaat na 5 jaar nog in de contacten van een organisatie staat.’

Jansen: ‘Het onderwerp leeft steeds meer, maar tegelijk zie je ook dat kandidaten er vaak soepel mee omgaan. Soms krijg ik bijvoorbeeld ongevraagd een kopie van hun paspoort of diploma’s opgestuurd. Ze zijn er niet altijd mee bezig. Ook omdat er geen voorbeelden zijn van datalekken, denk ik.’

‘Als ze gevraagd worden om een paspoort, denken veel kandidaten nog: hier, alsjeblieft, doe ermee wat je wil.’

Smorenberg: ‘Er is zeker heel veel ten goede veranderd. Maar tegelijkertijd is er ook nog wel een kans dat er nog dingen misgaan. Dat je gegevens in handen vallen van fraudeurs bijvoorbeeld. Dan heb je een probleem. Kandidaten zijn zich er ook niet altijd bewust van. Als ze gevraagd worden om een paspoort, denken er heel veel: hier, alsjeblieft, doe ermee wat je wil. Pas als iemand er schade door heeft geleden, zie je het bewustzijn groeien.’

Digital wallets

Jansen: ‘Iedereen weet inmiddels wel wat de AVG is. En we zien als branche ook echt wel de voordelen ervan. Maar ik zie nog wel ruimte voor verbetering. Ik zou sollicitanten dan ook willen oproepen kritisch te zijn, en vragen te stellen. Ik zou adviseren om niet je cv te delen als je niet weet bij welke klant die wordt gedeeld.’

‘Ik zou sollicitanten willen oproepen kritisch te zijn, en vragen te stellen.’

Brattinga: ‘Er zijn veel ontwikkelingen op het gebied van digital wallets, waarmee kandidaten weer echt beheerder worden van hun eigen gegevens. Tot die tijd zou ik investeren in de privacy life cycle, dus continu kijken naar hoe het gaat en waar je het kunt verbeteren ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens. Regelmatig een audit doen. Daar zit ook de basis van wat de AVG uiteindelijk bedoelt.’

Lees ook

9 manieren waarop employer brands de mist ingaan op LinkedIn

Bijna duizend posts op sociale media heeft hij bekeken. Vooral op LinkedIn. En van wat hij daar aantrof werd James Ellis, directeur bij Employer Brand Labs in Chicago, nou niet bepaald vrolijk. Hij trof er ruwweg 9 trends aan waarmee werkgeversmerken de mist ingaan.

#1. Luid praten, niets zeggen

Alle vakjes aanvinken lijkt vaak de eerste prioriteit. Zoals: heel goed klinkende dingen zeggen over het belang van diversiteit en inclusie. Iedereen weet ook hoeveel kandidaten willen horen over professionele ontwikkeling en empowerment, of over hoe organisaties hun teams ondersteunen. Dus bedrijven posten van alles over al die dingen. Maar zonder ooit maar iets waardevols of onderscheidends te zeggen, constateert Ellis.

‘Bedrijven zeggen zelden iets waardevols of onderscheidends.’

‘Een bericht over DEI kan simpelweg zijn dat het bedrijf een bekende spreker heeft uitgenodigd om te praten over het belang van het onderwerp, maar niet over de inhoud van de bijeenkomst, wat mensen hebben geleerd, hoe mensen zouden kunnen veranderen, beleidsideeën die uit het gesprek kwamen , of, nou ja… wat dan ook. Ik vond veel berichten waar ik via de link keek naar de video of blogpost die meer informatie bood dan ‘deze persoon sprak’ – en kwam meestal terug met lege handen. En daarbij gaat het niet alleen om DEI. Het geldt bij elk onderwerp van belang. Bedrijven praten luid en zeggen niets.’

#2. Inhoudsloze ephemera

‘Ephemera’ zijn tijdelijke creaties die niet bedoeld zijn om te worden bewaard of bewaard. De etymologische oorsprong strekt zich uit tot het oude Griekenland, met de algemene definitie van het woord: ‘de kleine vergankelijke documenten van het dagelijks leven’. LinkedIn staat er vol mee. Denk aan posts als ‘Fijne Sinterklaas’ gewenst, of ‘Wij kijken ook naar het WK’. De post: ‘We hebben een nieuwe manager van het een of ander aangenomen’. Of het bericht: ‘We zijn uitgenodigd om te spreken op een evenement waarvoor u niet bent uitgenodigd’.

‘De meeste werkgevers plaatsen alleen maar mooie foto’s.’

Het betekent allemaal niets voor een kandidaat, zegt Ellis. ‘Er staat nergens hoe het is om bij de organisatie te werken. Niets ervan spreekt de werkelijke cultuur of de werkstijl aan. En er is zoveel! Het zijn gewoon allemaal wenskaarten en slogans, die eruitzien als iets dat misschien een kijkje in de keuken is, maar dat niet echt zijn. Als we employer branding opvatten als iets waar je altijd het merk in zou moeten terug kunnen zien, dan kan het ook kortstondig waarde hebben. Het kan worden gebruikt om het merk te bewijzen en te laten zien. Maar de meeste werkgevers plaatsen gewoon mooie foto’s.’

#3. Vacatures

Als een werkgeversmerk niet het juiste talent aantrekt en uiteindelijk dus geen sollicitaties genereert, is het eigenlijk geen goed merk. ‘Maar 80% van alle ‘We nemen mensen aan/word lid van ons’-berichten zijn volledig leeg, verstoken van betekenis’, zegt Ellis.

‘De meeste ‘kom bij ons’-boodschappen zijn volledig verstoken van betekenis.’

‘Ze missen (of negeren) de kans om het merk te ondersteunen of een meer betekenisvolle boodschap over te brengen terwijl ze actie stimuleren. Als je een vacature hebt, begin dan met praten over hoe die functie de bedrijfsdoelen ondersteunt, of hoe de unieke cultuur betekent dat je een specifiek soort persoon zoekt voor de functie. Illustreer de merkbelofte door te praten over wat de nieuwe medewerker van de baan zal krijgen. Link dan pas naar de vacature.’

#4. De doorverwijspost

Stel je voor: je hebt een geweldig profiel van een van je medewerkers. Of misschien bood een team zich vrijwillig aan en deed iets lokaal nieuwswaardigs. Of er was een initiatief waarbij je 30 werknemers de kans gaf om iets geweldigs te leren en ze hebben het net afgemaakt. Deze verhalen zijn het goud van het werkgeversmerk. Ze kunnen illustreren waar je bedrijf om geeft, hoe je in je mensen investeert, rolmodellen bieden van hoe geweldige werknemers zijn (en zou je niet naast hen willen werken?).

‘Slechts 5% van de mensen die je bericht zien, gaan klikken.’

Maar wat zie je dan op LinkedIn? Ellis kan er niet over uit. Iets als: ‘Charlie houdt van geiten. Klik hier om zijn verhaal te ontdekken’ of ‘Erica’s reis als transverpleegkundige is bijzonder. Klik hier om erachter te komen waarom ze ervoor heeft gekozen om hier te werken.’ ‘Dit soort posts, alleen maar bedoeld om kliks te genereren, zie ik veel te vaak. Maar als je iets te delen hebt, iets te bieden hebt, iets te zeggen hebt, gebruik dan het bericht zelf om iets te zeggen dat iemand aanmoedigt om te klikken. Als je de merkbelofte kunt inprenten zonder dat ze moeten klikken, waarom zou je dat dan niet doen? Slechts 5% van de mensen die je bericht zien, gaan klikken. Dus stop met het weggooien van de mogelijkheid om de andere 95% wiens aandacht je hebt te informeren.’

#5. Video is geen magie

Video’s kunnen geweldig zijn, zegt Ellis. Maar wel op één voorwaarde. Namelijk: dat ze iets proberen te communiceren dat verder gaat dan ‘we gebruiken nu video’. ‘Ik zag zoveel nietszeggende videoposts. Op een kanaal waar de kijker ergens op moet klikken om de video af te spelen, heeft de lezer het gevoel dat je gewoon hun tijd verspilt als je niet direct iets nuttigs aanbiedt. Dit creëert letterlijk negatieve merkimpressies. Er zijn ook tal van video’s met 15 seconden preroll en je logo in beeld, alleen bedoeld om aan te geven wat de video me ging vertellen. Dus als je je gaat bezighouden met video, zeg dan iets zinnigs. En anders: doe het niet.’

#6. Waar bedrijven om geven

Bij zijn rondje over LinkedIn hield Ellis bij welke motivaties bedrijven probeerden te gebruiken voor hun posts. Probeerden ze vooral hun status te verhogen? Hun toewijding aan hun missie en visie onderstrepen? Of was hun energie vooral gericht op het illustreren van hun stabiliteit of groei?

‘Bedrijven besteden vooral energie aan het laten zien van de prestaties van hun team.’

‘Over het algemeen besteden bedrijven het grootste deel van hun energie aan het laten zien van de prestaties van hun team en hoeveel ze eraan werken om die teams te ondersteunen (zij het met wisselende niveaus van effectiviteit)’, concludeert hij uit die analyse. ‘Vervolgens werd er gesproken over innovatie en carrière. De minst besproken motivaties waren empowerment van werknemers, stabiliteit van het bedrijf en beloning.’

#7. De mensen verbergen

Werknemers als ambassadeurs inzetten? De kracht ervan kan niet genoeg worden benadrukt, stelt Ellis. Toch lijkt ongeveer de helft van de bedrijven hun mensen aan het zicht te onttrekken, constateert hij. ‘Voor sommige organisaties is het enige beeld van werknemers dat we krijgen berichten over eliteleiderschap, en alleen in zeer geposeerde contexten met een hoge status (‘We hebben een prijs gewonnen’, ‘Hier is de CEO die spreekt op een conferentie’).’

‘Alleen CHRO’s op conferenties laten zien bevestigt de lezer dat bij jou alleen leiderschap ertoe doet.’

Hoe het ook kan? Door geen CHRO’s te laten zien die vanaf een podium of podcast praten over hoe belangrijk het voorkomen van burn-out is, maar door in plaats daarvan mensen te laten zien die vrijwilligerswerk doen of op kantoorvakanties gaan. ‘De eerste soort afbeeldingen maken niet alleen beweringen over het ondersteunen van personeel of het empoweren van mensen minder geloofwaardig; je loopt daarbij ook nog eens het gevaar je organisatie te laten zien als een plek waar alleen leiderschap ertoe doet.’

#8. Kerk en staat

Veel merken hebben een duidelijke en voor de hand liggende scheidslijn tussen hun content voor employer branding en hun corporate/ PR/ consumenten / investor content. Het is meestal ook duidelijk dat dit gemaakt wordt door (minstens) twee teams met verschillende schrijvers, verschillende intenties, verschillende stijlgidsen en verschillende manieren van denken over de waarde van het kanaal. ‘Een gemiste kans’, aldus Ellis.

‘Erkenning kost niets, en het verhoogt het moreel en het gevoel van waardering.’

‘De waarde gaat namelijk in twee richtingen. De eerste is dat bedrijven hun corporate en consumentenboodschappen menselijker maken. Employer branding zou het meest menselijke element binnen het merk moeten zijn. Het zijn tenslotte de mensen die het bedrijf laten werken, dus moet je de kans niet negeren om je producten, diensten, klantgerichte agenda’s en bedrijfsgroei menselijk te maken. De tweede is: geef meer aandacht aan de mensen die het bedrijf besturen. Erkenning kost niets, en het verhoogt het moreel en het gevoel van waardering – niet alleen bij de werknemer wiens gezicht bij de post staat, maar ook bij degenen om hen heen die het bedrijf zien als zorgzaam voor hun mensen.’

#9. Ontbrekende intentie

Als je een onderscheiding of conferentie moet aankondigen, dienstverjaardagen wilt benadrukken, of over nieuwe medewerkers wilt praten, is de grootste vergissing om ‘het gewoon te posten’. Neem de alomtegenwoordige prijs ‘Great Place To Work’. De meeste bedrijven nemen de aangeleverde afbeelding en plaatsen deze op LinkedIn met de ‘Heel erg bedankt voor het erkennen van ons als een geweldige plek om te werken. Als je bij ons wilt komen werken, is hier de link naar onze carrièresite.’ Dit bericht zie je overal. Maar, zo vraagt Ellis zich af: wat moet een passerende lezer uit die post meenemen? Dat je een heerlijke plek bent om te werken? Oké, maar waaróm? En voor wíe? ‘Bijgevolg heeft de post geen waarde. Het vult ruimte en niets meer.’

Dat je een heerlijke plek bent om te werken? Oké, maar waaróm? En voor wíe?

Hoe het beter kan? Bijvoorbeeld door – met dezelfde afbeelding en link – te zeggen: ‘Het afgelopen jaar hebben we een aantal interessante programma’s opgezet om ons personeel te ontwikkelen. Denk aan: collegegeldvergoeding, interne training- en mentorprogramma’s en bedrijfsbrede programma’s en toegang tot drie grote leerplatforms. Alles bij elkaar hebben we 1,4 miljoen dollar uitgegeven om onze medewerkers alle kansen te bieden om zich te ontwikkelen. Het is duidelijk dat deze inspanning is opgemerkt, en we zijn dankbaar voor de erkenning. Als je gedreven wordt door de behoefte om beter te worden in wat je doet, hebben we nu vacatures in het X-team.’

Lees hier het hele verhaal van James Ellis

Lees ook

Deze 3 toolboxen willen discriminatie op de arbeidsmarkt met wortel en tak uitroeien

Als je diversiteit wil bevorderen, kun je dan beter speeddaten met sollicitanten, of juist toch beter kiezen voor een langere kennismaking? En wat mag je eigenlijk allemaal als je een voorkeursbeleid wil formuleren? Heeft het überhaupt wel zin om trainingen te organiseren rondom vooroordelen en stereotyperingen? Het zijn zomaar een paar vragen die beantwoord worden in 3 nieuwe toolboxen, die recent gelanceerd zijn, en die bedoeld zijn om alle discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan (voor de antwoorden: klik hier, hier en hier).

We kunnen het niet maken om studenten deze normen niet mee te geven.’

De toolboxen zijn in eerste instantie gericht op het (hoger) onderwijs, met name in HRM-richtingen. ‘Studenten zijn het Nederland van morgen. We kunnen het niet maken om hen die norm niet mee te geven’, zei de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme Rabin Baldewsingh bij de presentatie ervan. Maar uiteraard zijn de toolboxen ook te gebruiken door HRM-professionals die aan het werk zijn, benadrukt Hanneke Felten, die namens Movisie en het Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) bij de totstandkoming ervan betrokken was.

Gemiste kans

Uit eerder onderzoek van haar instituut bleek al dat het onderwerp nauwelijks aandacht krijgt in HRM-onderwijs. Een gemiste kans, aldus Felten.’Het bleek dat de meeste HRM-opleidingen op het hbo wel enige kennis doceren over discriminatie, maar dat het nog niet overal goed gaat. Er waren bijvoorbeeld ook opleidingen die er alleen aandacht voor hebben als de studenten dat zelf initiëren.En dat is lang niet altijd het geval. En veel opleidingen doceerden nog geen evidence based kennis over wat je kunt doen tegen discriminatie. Docenten bleken ook behoeften hebben aan concreet lesmateriaal hiervoor.’

‘Discriminatie zorgt er natuurlijk ook voor dat bedrijven niet altijd de meest geschikte persoon vinden.’

De toolboxen moeten daar dus een bijdrage aan leveren. Belangrijk, zegt Felten. ‘Want zo zorgen we ervoor dat de nieuwe generatie HRM-medewerkers niet alleen weet dat arbeidsmarktdiscriminatie speelt, maar ook wat je er als HRM-medewerker aan kunt doen. Discriminatie is immers niet alleen oneerlijk voor mensen die worden behandeld op basis van een persoonskenmerk dat er niet toe doet. Het zorgt er natuurlijk ook voor dat bedrijven niet altijd de persoon vinden die het beste geschikt is voor een functie of een promotie.’

Samen met de docenten

De toolboxen zijn door KIS ontwikkeld, dankzij een subsidie van het ministerie van SZW, samen met een netwerk van HBO-HRM-docenten. ‘De toolbox is dus afgestemd op hun behoeften. Ook staan er goede voorbeelden in die de docenten zelf hebben aangeleverd’, aldus Felten. ‘We verwachten dat de toolbox ook bruikbaar is voor andere opleidingen. Zo staan er wellicht ook handige tools in om nieuwe recruiters op te leiden of om jezelf bij te scholen als recruiter.’

‘Er staan wellicht ook handige tools in om nieuwe recruiters op te leiden of om jezelf bij te scholen als recruiter.’

Er zijn dus in totaal 3 toolboxen. De eerste is vooral bedoeld om te informeren over arbeidsmarktdiscriminatie, en bevat ook tips om mensen te motiveren om hiermee aan de gang te gaan en diversiteit en inclusie te bevorderen. De tweede toolbox richt zich meer op het herkennen en verminderen van vooroordelen en stereotypen. Waarna de derde toolbox het meest de diepte ingaat en tools biedt om mensen te leren om arbeidsmarktdiscriminatie effectief aan te pakken.

‘Gigantisch probleem’

De toolboxen komen op een goed moment, aldus Felten. ‘Arbeidsmarktdiscriminatie is een gigantisch probleem is Nederland. Zo blijkt uit onderzoek dat je in Nederland meer wordt gediscrimineerd als je een Turkse of Marokkaanse naam hebt dan in bijvoorbeeld Duitsland en Spanje. En qua discriminatie op grond van huidskleur, doen we het even slecht als de VS. Zelfs al hebben personen zonder migratieachtergrond een strafblad wegens een geweldsdelict, dan nóg hebben zij een grotere kans op een positieve reactie na een sollicitatie dan personen met een migratieachtergrond zónder strafblad.’

‘Uit onderzoek weten we dat mensen eerder klikken met mensen die op hen lijken. Dus die aanpak leidt tot uitsluiting.’

Bovendien speelt in Nederland de ‘klik’ nog vaak een grote rol in werving en selectie, ziet Felten, net als of de vraag ‘iemand in het team past’. En dat werkt discriminatie vaak in de hand. ‘Uit onderzoek weten we dat mensen eerder klikken met mensen die op hen lijken. Dus die aanpak leidt tot uitsluiting. Als je een team hebt van Jeroen, Maarten en Mark dan is er een grote kans dat je gevoel zegt dat Stefan beter past in het team dan Indrah. En zo worden mensen dus massaal voorgetrokken op de Nederlandse arbeidsmarkt die lijken op de mensen die er al zitten.’

‘Elke recruiter verantwoordelijk’

Rabin Baldewsingh wees in zijn verhaal bij de lancering van deze toolbox er op dat elke HRM-medewerker een belangrijke verantwoordelijkheid heeft in het tegengaan van arbeidsmarktdiscriminatie. ‘Datzelfde geldt natuurlijk voor recruiters’, aldus Felten. ‘Ik hoop dat alle recruiters hun verantwoordelijkheid pakken en nagaan wat zij kunnen doen om arbeidsmarktdiscriminatie te voorkomen. Wellicht kan deze toolbox hen daarbij helpen.’

‘Ik hoop dat alle recruiters nagaan wat zij kunnen doen om arbeidsmarktdiscriminatie te voorkomen.’

En de veelgehoorde klacht van recruiters dat zíj wel willen, maar dat het de hiring manager is die vooruitgang op dit punt in de weg zit? Ook daar heeft Felten antwoord op. ‘Er zit in een van de toolboxen ook een mooi artikel over hoe je binnen organisaties draagvlak kunt creëren voor antidiscriminatiebeleid.’

Lees ook

Hoe recruitmentbureau VONDERS zijn werk steeds verder automatiseert

Als middelgroot bureau meedoen bij grote klanten. Opboksen tegen de bekende, corporate bureaus. VONDERS, recruitmentbureau in de infra-techniek, doet het gewoon. Met een ambitieus vriendenteam en de inzet van de goede recruitmenttechnologie is het bureau al 6 jaar op rij winnaar van een FD Gazelle-award, ook mede dankzij mooie namen in hun klantenportefeuille zoals VolkerWessels, BAM, Gemeente Amsterdam, en de Provincie Utrecht.

‘In de huidige arbeidsmarkt is het echt buffelen om kandidaten te vinden.’

Hun Rotterdamse directheid zal zeker een rol spelen in dat succes, zegt Peter Marinussen die het recruitmentbureau in 2013 samen met 3 compagnons in Bergschenhoek oprichtte. Inmiddels is VONDERS uitgegroeid tot een team van 20 consultants waarbij plezier maken én samen successen behalen de boventoon voeren. Maar ook technologie van doorslaggevend belang is. ‘In de huidige arbeidsmarkt is het echt buffelen om kandidaten te vinden’, aldus Marinussen. ‘Als je weinig ondersteund wordt door automatisering, ben je genoodzaakt het grootste deel van je tijd te besteden aan handmatig sourcen.’

Niet prikkelend genoeg

Dat houden recruiters momenteel geen jaren meer vol, ziet hij. ‘Dagenlang searchen en benaderen is voor veel van hen niet prikkelend genoeg. Als je hen langer aan je wilt binden, moet je zeker ook kijken naar hoe je het makkelijker en leuker kunt maken om succesvol te zijn. Zodat ze echt in contact kunnen staan met mensen in plaats van hele dagen berichten sturen of administratieve handelingen verrichten.’

‘We laten het systeem een paar minuutjes zien en dan wijst het zichzelf.’

Marinussen vond de eerste stap daartoe een paar jaar geleden bij de Applicant Tracking Software van Bullhorn. Kandidaat- en vacaturegegevens in spreadsheets bijhouden werd met de groei van het team steeds inefficiënter, en Marinussen – gesterkt door ervaring vanuit voorgaande banen in de flexbranche – weet goed wat hij wel en vooral ook wat hij niet zoekt in een ATS. ‘De hoeveelheid werk die je moet verzetten om tot een kennismaking met een kandidaat te komen is tegenwoordig zo groot dat het eigenlijk niet meer te doen is om alles handmatig te doen.’

Zelf customizen

Het gaat hem om een systeem dat recruiters kan ondersteunen, ‘zodat je op het juiste moment met de juiste persoon in contact komt. Vervolgens kun je van mens tot mens het verschil maken.’ Gebruiksvriendelijkheid staat voor hem dan ook bovenaan de prioriteitenlijst bij de keuze voor een ATS. En Bullhorn biedt dat, ziet hij. ‘Het systeem is zo intuïtief te gebruiken dat we nieuwe collega’s niet hoeven te trainen om ermee te werken. We laten het een paar minuutjes zien en dan wijst het zichzelf. Ze kunnen meteen aan de slag.’

Echt plug & play noemt hij het ATS, dat past bij VONDERS’ behoefte. ‘Het hielp ons direct vooruit. We kregen inzicht en konden makkelijk kandidaten toevoegen aan het systeem, communicatie en afspraken vastleggen, herinneringen instellen en meer. Tot op de dag van vandaag zijn we er erg tevreden mee.’ Marinussen neemt zelf de inrichting van het recruitmentsysteem voor zijn rekening bij het bedrijf. ‘Ook daarvoor is gelukkig geen technische kennis nodig. Naast het gebruiksgemak is het kunnen customizen van de workflow voor ons een groot pluspunt.’

Nu ook automation

Na de implementatie van het Bullhorn-ATS heeft VONDERS niet stilgezeten. Sinds het begin van dit jaar zijn ze bijvoorbeeld ook gestart met de inzet van Bullhorn Automation. Gezien de ongekend krappe arbeidsmarkt is het onvermijdelijk om te investeren in recruitmentsoftware die zorgt voor tijdswinst, een sneller proces en/of betere kandidaatbeleving, aldus Marinussen. En dus zet zijn bureau tegenwoordig bijvoorbeeld automations in om communicatie met kandidaten makkelijker en leuker te maken. Denk aan berichtjes als ‘gefeliciteerd met je nieuwe baan’ en ‘geniet van je verjaardag’.

Dankzij het persoonlijke contact en het gestroomlijnde proces haken nu minder kandidaten af.

Het verschil tussen een gemiddelde en ultieme kandidaatbeleving zit vaak in dit soort kleine dingen, zegt hij. Daarnaast gebruikt zijn bureau ook automatiseringen om kandidaten te informeren en ruis op de lijn zo beperkt mogelijk te houden. Uniforme communicatie moet onduidelijkheid en frustratie voorkomen, bijvoorbeeld over de registratie van uren. Ook verloopt het proces direct soepeler, wat Marinussen tot wel een dag tijdwinst oplevert bij de verloning. En niet onbelangrijk: dankzij het persoonlijke contact en het gestroomlijnde proces haken nu minder kandidaten af tijdens het selectietraject of in de pre- en onboardingfase.

Wat de toekomst brengt

Wat de toekomst brengt voor VONDERS? In elk geval nog meer groei, verwacht Marinussen. Al kampt het wel met uitdagingen als het werven en trainen van nieuwe recruitment consultants, en het op peil houden van de productiviteit en de efficiëntie. Slimme recruitmenttooling die meegroeit met de organisatie is hierbij volgens hem cruciaal. Hiermee kan het werk voor consultants ook inhoudelijk aantrekkelijk blijven: gevarieerder en ook makkelijker om succesvol te zijn. ‘Hoe meer succes je behaalt, hoe groter de drive in het team’, aldus Marinussen.

Op kantoor bij VONDERS.

Hij verwacht daarmee nieuwe collega’s te kunnen aantrekken die verdere groei mogelijk maken. Maar daarmee is de automatisering nog lang niet ten einde, denkt hij. ‘Door de huidige war for talent, wordt plaatsingen realiseren steeds tijdsintensiever. Je kunt niet anders dan automatiseren, want anders gaat het al niet lukken om met hetzelfde team hetzelfde aantal plaatsingen te realiseren.’ VONDERS gaat de komende tijd Bullhorn Automation dan ook inzetten om hen te helpen in contact te komen met nieuwe kandidaten.

‘Wel wat spannender’

‘Dit is wel wat spannender’, aldus Marinussen. ‘Want je wil mensen niet irriteren en het zo persoonlijk mogelijk houden. Maar de functionaliteiten in Bullhorn bieden voldoende mogelijkheden om automatiseringen ook voor dit doel op een goede manier in te zetten’, denkt hij. Daarnaast kun je je eigen database met kandidaten veel makkelijker gebruiken als je het ATS en je automatiseringen goed inricht. ‘Nu gaan consultants vaak nog op zoek naar kandidaten via externe bronnen, terwijl er in de database wellicht al passende kandidaten zitten. Zonde natuurlijk!’

‘Knip het in kleine stukjes en vraag niet te veel van het team.’

Wat zijn tips zijn voor het implementeren van software? Hoe zorg je dat het team al die veranderingen omarmt? Marinussen: ‘Voer alleen veranderingen door die direct van toegevoegde waarde zijn. Als je het team eerst laat zien of ervaren wat een verandering hen oplevert, dan is het niet erg als ze daarvoor iets extra’s moeten vastleggen in het systeem. Knip het in kleine stukjes en vraag niet te veel van het team.’

Dit verhaal verscheen eerder op de site van Bullhorn.

Lees ook

Dit zijn de 10 grootste trends in recruitment voor 2023 (3/3)

Wil je in 2023 succesvol kunnen recruiten? Dan is het niet alleen belangrijk dat je (voldoende) recruiters in huis hebt, maar vooral ook: hoe je het proces inricht. You need to set up recruitment for succes. Mijn overzicht van de 10 grootste trends voor 2023 gaat dan ook daarover: over wat je nodig hebt om een professioneel recruitment-apparaat op te zetten. Of je nu bij een bureau werkt, of voor een corporate.

You need to set up recruitment for succes.

Recruiters of een recruitmentteam hebben is daarbij een begin, maar een professioneel recruitmentproces inrichten met goed opgeleide recruiters en adequate middelen is zorgen dat je succesvol bent en blijft. Hoe je dat kan doen, omschrijf ik aan de hand van 10 ontwikkelingen, trends en principes. Twee weken geleden publiceerden we de eerste 3, vorige week de volgende 3. Vandaag: de laatste 4.

#7. SWAT-teams & Blackhole Recruitment

Zelfs nu kandidaten schaars zijn verliezen werkgevers en bureaus nog steeds bergen met goede kandidaten in het proces. Van ‘silver medallists’ tot mensen die vandaag nog aan het wachten zijn op een uitnodiging of afwijzing die ze al weken geleden hadden moeten krijgen. Ik durf de stelling aan dat vandaag nog steeds meer kandidaten verdwijnen in het zwarte gat van het recruitmentproces en (interne) procedures dan er daadwerkelijk aangenomen worden of een aanbod krijgen. Blackhole recruitment dus.

Bron: Gerry Crispin

Overal waar sollicitanten veel waard zijn, zou elke kandidaat binnen 24 uur moeten zijn opgevolgd en een dedicated recruiter toegewezen moeten krijgen. Ook bij elke processtap moet binnen één (werk)dag opvolging hebben plaatsgevonden. If not, gaat de kandidaat naar het ‘Recruitment SWAT-Team’. Oftewel: een groep met recruiters die kandidaten direct (over)pakt als de verantwoordelijke recruiter niet binnen een (werk)dag actie heeft ondernemen. En het SWAT-team heeft ook de verantwoordelijkheid om niet geplaatste kandidaten eventueel te voorzien van alternatieven binnen de organisatie (corporate) of bij andere bedrijven/opdrachten en vacatures (bureaus). Zo wordt het zwarte gat ook nog eens een interessant verdienmodel.

Een SWAT team in actie.

Alliander heeft al zogeheten WOB-teams, die verantwoordelijk zijn voor Werven, Opleiden en Behoud.

Zo heeft Alliander al zogeheten WOB-teams: teams die verantwoordelijk zijn voor Werven, Opleiden en Behoud. Deze teams, gespecialiseerd in bedrijfskritische doelgroepen, kijken breed in de organisatie op meerdere manieren hoe ze talent kunnen aantrekken, bij- en omscholen en kunnen behouden voor de organisatie. Als het aan één kant van de organisatie niet past, is iemand niet per definitie verloren en kan deze op een andere plek misschien beter tot zijn/haar recht komen. Briljant!

#8. Loop voorop in fatsoen en ethiek

In de komende jaren komt er meer en meer druk op fatsoenlijke recruitmentpraktijken. Vanaf 2025 komt er een verplichte certificering voor uitzendbureaus, en is er in Den Haag ook veel aandacht voor discriminatie in het sollicitatieproces. Ook de EU sorteert voor op meer transparantie, eerlijkheid en gelijkheid (van beloning) van werknemers en in het bijzonder bij mannen en vrouwen. In New York en andere staten in Amerika is het vermelden van een salarisrange al verplicht, Google for Jobs ‘dwingt’ de markt ook die kant op, en Adzuna is nu wereldwijd een petitie begonnen voor meer transparantie in salarissen.

De trend is duidelijk richting het goede, maar vooralsnog is het vooral een schijnbeweging.

De trend en ontwikkeling zijn duidelijk richting het goede, maar vooralsnog is het vooral een schijnbeweging, waarbij het grootste deel van de markt (detacheerders, bureaus, headhunters, payrollers, MSP, RPO en natuurlijk corporates) de dans ontspringt. Er is nauwelijks capaciteit voor handhaving. Dit terwijl de nieuwe generatie op de arbeidsmarkt veel belang hecht aan deze gelijkwaardigheid, gelijkheid, transparantie en eerlijkheid. Laten we eerlijk zijn: organisaties investeren vele malen meer in diversity & inclusion-training dan in het opleiden van recruiters. Maar resultaten blijven uit.

Een vlucht naar voren

De enige juiste, en overigens ook meest succesvolle weg, is een vlucht naar voren. Om transparant te zijn over salaris en gelijke betaling tussen mannen en vrouwen (en dit onafhankelijk te laten toetsen en daarover te publiceren), de recruitercode te omarmen, minimaal het minimumloon te betalen, en fatsoenlijke tarifering te berekenen bij het bemiddelen van zzp’ers, uitzendkrachten en zelfstandig professionals.

Nu het goede doen is structureel voordeel behalen op de arbeidsmarkt van morgen.

Daarbij is het cruciaal dat bureaus, detacheerders en bemiddelaars van zzp’ers een wederzijds anti-ronselbeding hebben. Dat betekent dat zij bij bedrijven aan wie zij mensen bemiddelen binnen een periode van 2 à 3 jaar geen mensen mogen wegtrekken. Een richtlijn die de Vereniging voor Detacheerders Nederland inmiddels omarmt en breed in de sector zou moeten gelden. Dit om het ‘uithollen’ van organisaties te voorkomen. Nu het goede doen is structureel voordeel behalen op de arbeidsmarkt van vandaag én morgen, in imago en in de harten van kandidaten.

#9. Recruitment is leuk en een echt vak

Succesvol recruiten heeft weinig te maken met toeval of gelukstreffers. Een kapotte klok staat ook twee keer per dag op de juiste tijd! Maar meestal dus niet. Oftewel: succesvol recruiten is het resultaat van een goed datagedreven recruitmentproces én uitstekend werkgever- en leiderschap. Om recruitment op te lijnen voor succes, moet je daarom recruitment ook vooral leuk maken. Bedrijven als Timetohire en Compagnon snappen dit als geen ander en leggen daarom letterlijk de rode loper uit voor hun (nieuwe) werknemers.

Deel van het team van Timetohire

Om recruitment leuk te maken en vooral te houden is het essentieel dat de workload van elke recruiter behapbaar is. Een workload van 10 tot 12 actieve vacatures is daarin de te hanteren norm (voor 1 fte). In deze arbeidsmarkt zou mijn advies met klem zijn om het aantal vacatures in portefeuille tot het absolute minimum te beperken, zodat recruiters zich maximaal kunnen focussen. Daarbij is het wel belangrijk om in te zetten op ándere kanalen, zoals referral, ‘naar buiten gaan’, of campus. Minder vacatures en de extra tijd besteden aan meer gebruik van toch al ineffectieve kanalen is niet slim, leuk en handig.

Om recruitment leuk te houden is het essentieel dat de workload van elke recruiter behapbaar is.

Overigens lijkt 10 vacatures in portefeuille misschien weinig. Zeker als je er nu 30 of meer hebt. Maar aan het eind van het jaar maak je dan wel ruim 60% méér hires doordat je doorlooptijd veel lager ligt en je fulfillmentratio (het percentage ingevulde vacatures) veel hoger. In dat laatste geval heb je niet alleen meer mensen sneller aangetrokken, maar zijn ook minder stoelen lang leeg gebleven. En is de kans dat je als recruiter bent omgevallen ook veel kleiner! In deze tijden van krapte is dat het enige wat telt. De Recruitment kengetallen-rapporten bieden daarvoor veel aanknopingspunten.

Behapbare workload

Ik maakte afgelopen jaar een recruitmentmanager die intern een vacature-innamestop afkondigde totdat de workload van de afdeling weer acceptabele proporties had. Er kwam een backlist op vacatures (aanrader!). Een andere recruiter haalde alle vacatures offline (met serieuze bedrijfseconomische consequenties) om eerst de werkdruk in het recruitmentteam te normaliseren en vanuit daar opnieuw op te bouwen. Geen nieuwe tools of systemen, maar een normale, behapbare workload is een eerste stap naar werkgeluk en het bouwen aan recruitmentsucces.

Een behapbare workload is een eerste stap naar werkgeluk en het bouwen aan recruitmentsucces.

Hoe maak je recruitment leuk? Behalve een leuke en inspirerende manager en een fatsoenlijk bedrijf om voor te werken is daarvoor ook opleiden cruciaal. Minimaal een uitgebreide interne of externe opleiding recruitment, arbeidsmarktcommunicatie en/of sourcing, maar ook een opleiding Excel is een vereiste! Zo kunnen recruiters datagedreven leren werken en vooral leren hoe eenvoudig het is en hoe snel je impact kunt maken.

In combinatie met een behapbare workload zou je vervolgens binnen recruitmentteams op zoek kunnen gaan naar de superpowers van je recruiters. De een is geweldig goed (en dingen die je goed kunt, vind je meestal ook heel leuk!) in vacatureteksten, de ander in boolean logic, een derde in Bullhorn en weer in een ander in selectiegesprekken en ‘uitdagende’ kandidaten.

#10. Wees de tiende man

Zo’n 5 jaar geleden gebruikten recruiters nauwelijks Whatsapp, terwijl ook toen al uit de data bleek dat dit by far de meest gebruikte app was onder kandidaten.  Maar recruiters dachten: dit is het privédomein van kandidaten, daar willen ze niet met recruiters communiceren. En moet je ons nu eens zien… En de kandidaten waarderen het. De kandidaat weet al lang wat hij/zij wil en laat dit keer op keer weten in onderzoeken en in de gesprekken die we met ze voeren.

De kandidaat weet al lang wat hij/zij wil en laat dit keer op keer weten.

We zouden dan ook niet verbaasd moeten zijn dat als werven niet altijd makkelijk gaat omwille van ouderwetse en traditionele procedures, richtlijnen, gebruiken en protocollen. Ik zeg niet dat je de values van de organisatie overboord moet zetten (nooit doen!), maar meebewegen met deze tijd is wel essentieel. De kandidaat is nu de baas in het recruitmentproces!

Dwars denken en handelen

Ook recruiters die vaak klagen over hiring managers en interne procedures zijn onderdeel geworden van het ‘systeem’. Daarom is het belangrijk om iemand in het team te hebben die ‘de tiende man’ is. Iemand die dwars denkt en dwars handelt. Iemand die eens ‘open hiring’ probeert, actief de recruitercode uitdraagt, werft als Dame Edna, TikTok al 2 jaar geleden heeft ingezet, BeReal verkent als recruitmentkanaal, mensen 15% meer betaalt als zij vroegtijdig hun vertrek aankondigen zodat je op tijd een opvolger kunt zoeken en iemand die experimenteert met nieuwe technieken als openai.com en craiyon.com.

Ik zou zo zelf solliciteren als zo’n tiende man.

Ik zou zo zelf solliciteren als zo’n tiende man (maar ik blijf toch nog maar even bij Intelligence Group). Ik denk dat het niet alleen fantastisch inspireert, en employer impact kan realiseren, maar dat zo iemand ook de team trots en sfeer vergroot. Met andere woorden: maak er een mooi 2023 van en ‘get out of the box’! Er komt geen betere kans als deze markt om het anders en vooral beter te doen. Laat de onvoorspelbaarheid van het oude achter je en krijg grip op het voorspelbare van de toekomst. Veel succes!

Over de auteur

De auteur, Geert-Jan Waasdorp, is directeur van Intelligence Group. Hij geeft aan het eind van elk jaar steeds 10 grote trends en voorspellingen voor het daaropvolgende jaar. Dit is de laatste in een serie van 3, met de 10 grootste trends en principes voor recruitment voor 2023.

Lees ook

Solliciteren via een hologram: op de Zuidas kan het je zomaar gebeuren

Die kenden we inderdaad nog niet: solliciteren via een hologram. In de huidige krappe arbeidsmarkt moet je íets doen om op te vallen, zeker in de markt van de schaarse accountants. En dat is dus precies wat JAN© Accountants en Adviseurs gisteren deed, toen ze op het Amsterdamse Gustav Mahlerplein, middenin de Zuidas, een glazen container neerzetten met daarin een box met het hologram van een recruiter of andere medewerker erin.

Voorbijgangers op de Zuidas konden gisteren een ‘holobox’ binnenstappen voor een sollicitatie.

De ‘Sollicitatie To Go’ doopte het oranje accountantsbureau de nieuwe recruitmentmethode, waarbij voorbijgangers gewoon in de zogeheten ‘holobox’ konden binnenlopen, om vervolgens via een holografische verbinding korte sollicitatiegesprekken te kunnen voeren met een medewerker van JAN©. Voor de goede orde: die medewerker was dus niet live aanwezig op de Zuidas, maar werd als hologram geprojecteerd, terwijl hij of zij zelf lekker warmpjes op het kantoor van JAN© in Schiphol-Rijk zat.

Niet langdradig

‘We vinden dat solliciteren niet een langdradig, saai proces hoeft te zijn’, verklaart het accountantskantoor de actie. En solliciteren via een hologram kan volgens hen daarbij een mooi ‘laagdrempelig eerste contactmoment’ zijn. De gesprekken in de container duurden dan ook maar gemiddeld zo’n 5 minuten. ‘Zo krijgen we direct een idee of we bij elkaar passen en kunnen we kort kennismaken. Veel leuker en makkelijker dan een onpersoonlijke sollicitatie online.’

‘Veel leuker en makkelijker dan een onpersoonlijke sollicitatie online.’

Voorbijgangers op Station Zuid in Amsterdam konden gisteren tussen 7 uur ‘s ochtends en 6 uur ‘s avonds sollicitatiegesprekken voeren met medewerkers van JAN©. Het ging daarbij vooral ook om de innovatieve vorm van kennismaken, aldus de initiatiefnemers, die in de actie werden ondersteund door Contentleaders uit Amersfoort en HEREweHOLO, die tekenden voor de holobox.

De actie met de container, volgens het accountantskantoor zelf een primeur, was overigens niet de eerste keer dat het bedrijf de aandacht trok met zijn recruitmentmethode. Zo werd eerder dit jaar ook al ingezet op omgekeerd solliciteren, waarbij zij hun eigen cv en motivatievideo’s deelden met potentiële kandidaten en dit de aanleiding voor een eerste gesprek vormde (een concept dat overigens minder uniek bleek dan het solliciteren met een hologram).

Kijk hieronder een filmpje van de actie van gisteren:

Lees ook

In de zorg stijgt het aantal vacatures gewoon nog door

Het was natuurlijk al voorspeld, vanwege de vergrijzing. Maar het blijkt nu ook bewaarheid te worden. Waar in andere sectoren de groei van het aantal vacatures behoorlijk afremt, gaat het in de sector zorg en welzijn gewoon door. In de zorg ontstonden in het derde kwartaal zo’n 56.000 nieuwe vacatures, méér dan in de jaren van de coronapandemie, en ook meer dan in hetzelfde kwartaal in 2019, toen in de zorg nog zo’n 41.000 vacatures ontstonden, ongeveer een kwart minder dus.

vacatures zorg

In alle branches van de zorg ontstonden in het derde kwartaal meer vacatures dan 3 jaar geleden.

Dit geldt eigenlijk over de hele linie van de sector: in alle branches van zorg en welzijn ontstonden in het derde kwartaal meer vacatures dan 3 jaar geleden, aldus het CBS. Het grootste deel daarvan was te vinden in de verpleging, verzorging en thuiszorg, de branche met de meeste banen (en werknemers) in zorg en welzijn. In het derde kwartaal van 2022 ging het om 16.500 vacatures, 6.100 meer dan 3 jaar geleden, een toename van 58%, de grootste relatieve toename van alle branches.

Snelle toename sinds 2021

In de hele sector zorg en welzijn stonden in het derde kwartaal zo’n 67.000 vacatures open. Toen de coronapandemie begon kwam de stijging in openstaande vacatures in de zorg even tot stand, maar vanaf begin 2021 nam het aantal openstaande vacatures weer sneller toe dan voor de pandemie. In het derde kwartaal van 2021 waren er nog minder dan 51.000 openstaande vacatures in de zorg. Ook hier is de branche verpleging, verzorging en thuiszorg het grootst en de snelste stijger. In het derde kwartaal stonden er hier 21.700 vacatures open, 11.400 meer dan 3 jaar eerder, een groei van liefst 109%.

vacatures zorg

In de hele sector zorg en welzijn stonden in het derde kwartaal zo’n 67.000 vacatures open.

Cijfers over het aantal vacatures per 1.000 banen, de zogenoemde vacaturegraad, heeft het CBS nog niet over het derde kwartaal. Maar afgaande op het tweede kwartaal is de krapte nog altijd enorm. De vacaturegraad in zorg en welzijn was toen 44. In hetzelfde kwartaal van 2019 was de vacaturegraad nog 28. En de groei lijkt sinds die tijd alleen maar te versnellen. De voorspelling dat de zorg tot 2040 steeds meer mensen nodig heeft, tot wel 1 op de 4 van alle werkenden, lijkt zo steeds meer bewaarheid te worden.

Lees ook

7 nieuwe inzichten over het werven van mbo’ers

Voor het mbo is de laatste tijd weer een behoorlijk groeiende belangstelling. Menig krantenkolom wordt volgeschreven over juist de tekorten aan mbo’ers en het grote belang dat ze hebben voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Maar wat willen ze zelf eigenlijk? Waar gaan ze op aan? Hoe spreek je hen het beste aan? Het is niet altijd makkelijk om daar inzicht in te krijgen. Reden voor het in deze doelgroep gespecialiseerde recruitmentplatform PlaytoWork om regelmatig een groep mbo’ers te ondervragen. Wat de afgelopen maanden onder meer de...

Dit artikel gratis lezen?

Dit artikel is alleen beschikbaar voor Werf& Pro leden.

Waarom een Werf& Pro account super handig is:

  • Je krijgt toegang tot exclusieve content.
  • De homepage wordt aan de hand van jouw voorkeuren weergegeven.
  • Je ontvangt 2 keer per week onze nieuwsbrief;
  • Je krijgt 10% korting op al onze events*
  • Je ontvangt speciale aanbiedingen van onze partners.
  • Je download gratis het Jaarboek 2022/2023

*Exclusief RLN events

Maak binnen 1 minuut een gratis Werf& Pro account.

Registreren Al een account? Log dan hier in

Deze site onthoudt via een cookie die geplaatst wordt bij inloggen dat gebruikers na 48 uur weer worden uitgelogd. Als je het ‘remember me‘ vinkje aanzet onthoudt de site het voor 14 dagen. Dit geldt niet als je hebt ingesteld in je browser dat wanneer je deze site sluit je  ook meteen je cookies wist.

Webinar

Meer weten? Hoe kun je de mbo-doelgroep het beste bereiken en aanspreken? Wat vinden ze een ideale candidate journey? En wat spreekt ze aan in een vacature? Het webinar Effectief recruiten van de mbo-doelgroep van 20 december 2022 beantwoordt al deze vragen.

Webinar

Lees ook

 

‘Recruiters voegen meer economische waarde toe dan accountants en advocaten’

Hoe belangrijk is de recruitment-industrie voor de totale economie? Dat zal per land verschillen. Maar in Groot-Brittannië zijn de gezamenlijke recruiters economisch belangrijker dan bijvoorbeeld alle accountants of advocaten samen, aldus het meest recente Recruitment Industry Status Report, een rapport van de Recruitment & Employment Confederation, die al een paar jaar probeert het belang van recruiters ook in financiële cijfers te benadrukken.

Nederland telt waarschijnlijk meer recruiters dan advocaten of accountants.

Volgens het rapport was de Britse uitzend- en recruitmentindustrie in 2021 goed voor een toegevoegde waarde van 42,9 miljard pond (zo’n 50 miljoen euro). Ervan uitgaande dat de Britse economie ongeveer 3 keer zo groot is als de Nederlandse (3,1 biljoen tegenover 1,0 biljoen dollar), zou dat voor alle Nederlandse recruiters en uitzenders omgerekend neerkomen op een bijdrage van ruim 16 miljard euro. En ja, hoewel precieze financiële cijfers ook hier ontbreken, lijkt het erop dat er ook in Nederland meer recruiters werken dan advocaten (zo’n 18.000) en accountants (tot 25.000, afhankelijk van wie je meetelt). En dat hun economische bijdrage daarmee ook groter is.

Veel eenpitters

Enkele andere interessante cijfers uit het Britse rapport:

  • Bureaus zouden sinds het begin van het economisch herstel na de pandemie maar liefst 23 miljoen mensen naar een andere baan hebben geholpen.
  • De bijdrage van bijna 43 miljard pond is een groei van 21,7% ten opzichte van 2020, en ook méér dan voor de pandemie.
  • De Britse recruitmentindustrie geeft werk aan meer dan 200.000 mensen (6,5% meer dan vorig jaar), in ruim 30.000 ondernemingen (+1,9%)
  • Het grootste deel van de omzet bedroeg het plaatsen voor tijdelijke functies (36,4 miljard pond, versus 6,5 miljard voor vaste functies)
  • Die 6,5 miljard voor vaste functies betrof in totaal zo’n 550.000 functies (dus ruim 10.000 pond per vacature).

  • Bijna 80% van het aantal bedrijven in de branche heeft minder dan 10 medewerkers.
  • Slechts 470 bedrijven hebben meer dan 250 medewerkers.
  • Verwacht wordt dat in 2025 de bijdrage van recruitment aan de Britse economie zo’n 51,3 miljard pond zal zijn, een jaarlijkse groei van 6%.
  • De groei van de recruitmentindustrie gaat harder dan de Britse economische groei in totaal.

Vergelijkbare cijfers zijn in Nederland weinig voorhanden. Maar er is weinig reden om aan te nemen dat de branche hier minder belangrijk zou zijn. REC-directeur Neil Carberry ziet in de cijfers in elk geval wel een bevestiging van het belang van het vak. ‘Met de huidige onvoorspelbare economie, en de aanhoudende tekorten op de arbeidsmarkt, is het nog nooit eerder zo belangrijk geweest om te werken met recruiters die organisaties het advies kunnen geven om kandidaten een succesvol aanbod te doen.’

Ook REC-voorzitter Sarah Thewlis toont zich in het rapport positief over de vooruitzichten voor de recruitmentbranche. ‘Tegen de verwachtingen in hebben we als industrie ook van 2021 een succes weten te maken. En ik denk dat we dan in 2023 ook zullen doen. Klanten zullen meer dan ooit naar onze professionele dienstverlening kijken op het gebied van recruitment en retentie. En kandidaten zullen ook naar ons kijken, voor advies en als gids voor hun volgende opdracht of carrièremove. Ik ben dan ook trots om deel uit te maken van deze innovatieve, weerbare industrie, en besef dat goede recruiters meer nodig zijn dan ooit.’

Meer weten?

Lees het hele rapport

Lees ook

Gentleman’s agreements in de zorg: illegaal en ongewenst

Het CNV kwam recent met een buitengewoon smakeloze campagne die nauwelijks recht doet aan de werkelijkheid en zorgt voor polarisatie op de werkvloer, de werkdruk verder verhoogt en ziekteverzuim verergert in plaats van dat het een oplossing dichterbij brengt. Een gemiste kans om het slimmer en subtieler te doen. En de bal ligt voor open doel: de gentleman’s agreements die werkgevers met elkaar in de zorg zijn overeengekomen.

illustratie: Lodewijk Koster

Ziekenhuizen en zorgbedrijven praten nog steeds volop over die gentleman’s agreements. En dan bedoel ik niet de film uit 1947 met in de hoofdrollen Gregory Peck, Dorothy McGuire en John Garfield. Ik bedoel dan de ongeschreven regel dat men niet bij elkaar werft. Soms staat het zelfs zwart op wit dat men niet actief bij elkaar werft, dit terwijl de kranten vol staan van een ‘war for talent’ en enorme kraptes op de arbeidsmarkt. Overigens in de zorg primair veroorzaakt door uitstroom en teleurstelling in management, bestuur en leiderschap in plaats van door een tekort aan instroom. Daarvan is dit herenakkoord een zoveelste bewijs.

Meerdere kwaden

Met dit soort gentleman’s agreements gebeuren er meerdere kwaden. Hieronder licht ik er enkele uit:

#1. Allereerst is een gentleman’s agreement betuttelend voor de eigen werknemers. Je bepaalt als het ware wat goed is voor je eigen en andere werknemers om met hen niet het gesprek aan te gaan over carrière, ambitie, arbeidsvoorwaarden en doorgroeimogelijkheden. Gentleman’s agreements ontnemen mensen kansen op de arbeidsmarkt, op verbetering in arbeidsvoorwaarden en persoonlijke groei. Het zou toch gek zijn als jouw werkgever voor jou bepaalt dat andere werkgevers je niet mogen polsen voor een verbetering van jouw arbeidsomstandigheden?

#2. Het legt het hele speelveld open voor alternatieven zoals uitzend- en detacheringsbureaus. Gentleman’s agreements zijn als het ware als het openleggen van het ‘slagveld’ in de war for talent voor derden. Derden die wél het gesprek aangaan met zorgmedewerkers, terwijl je jezelf en je concullega’s dit recht ontneemt.

#3. Gentleman’s agreements vormen een drogreden en vals argument om niet daadkrachtig te investeren in het professionaliseren van het recruitment- en onboardingproces. Terwijl steeds meer zorgmedewerkers verwachten dat ze benaderd worden voor een nieuwe baan – net zoals de rest van de arbeidsmarkt – doen zorginstellingen dit niet en bureaus het alleen maar meer.

#4. Gentleman’s agreements zijn tegen de wet. Het zijn verboden concurrentie-afspraken waar de ACM tegen zou moeten optreden. In dit geval zouden nagenoeg alle bestuurders van zorginstellingen, GGZ’s, en (academische) ziekenhuizen een boete moeten krijgen.

Zzp’ers omarmen

Het CNV moet niet afgeven op zzp’ers, maar ze juist eerder omarmen. Zzp’ers en gedetacheerden vormen een broodnodige flexschil in de zorg. CNV zou daarom moeten pleiten voor een eerlijk concurrentieveld op de arbeidsmarkt voor haar leden. Daardoor zal de arbeidsmarktpositie verbeteren en ook de onderhandelingspositie. Het zal me niet verbazen dat veel zorgmedewerkers in de flexschil terecht zijn gekomen doordat detacheerders betere werkgevers zijn, betere arbeidsvoorwaarden bieden, betere doorgroeimogelijkheden én – misschien wel het belangrijkste – hen de aandacht en waardering geven die ze verdienen.

Ik roep iedereen op de ACM op de hoogte te brengen van de illegale herenakkoorden.

Deze positie wordt ze door de illegale herenakkoorden in de schoot geworpen. Ik roep dan ook iedereen op, en vooral het CNV, die op de hoogte is van een gentleman’s agreement om hiervan de ACM op de hoogte te brengen.

Honderden miljoenen boete

In 2015 betaalde Apple, Google, Intel en Adobe 415 miljoen dollar compensatie aan 64.000 benadeelde technici. De eerste eis was 3 miljard dollar. Door een herenakkoord werden salarissen gedrukt en werknemers carrièrekansen ontnomen. Exact hetzelfde gebeurt nu in de zorg in Nederland. Het zou dus echt een ‘war for talent’ moeten zijn met als doel om het zorgtalent te behouden voor de sector en minder snel te pushen naar bureaus of het zzp-schap.

Tegelijkertijd is het zeer aan te bevelen om wél te gaan samenwerken. Bijvoorbeeld door samen een bemiddelingsbureau op te richten. Zoals DeRotterdamseZorg doet met de WorkFlow doet. Of door platformtechnologie te implementeren in de matching op de zorgmarkt. Of door een alternatief zoals Doximity op te richten. In dat geval ga je van het defensief van (illegale) gentleman’s agreements naar het offensief wat empowerment voor zorgmedewerkers betekent. Een ander, progressief en modern geluid dat de arbeidsmarkt heel hard nodig heeft. Iets waar het CNV overigens bij mij om bekendstaat en een jas die ze beter past!

Lees ook

Beeld boven