Waarom A.I. in recruitment als ‘high risk’ wordt gezien (en wat daarvan de gevolgen zijn)

Het werd groots onthaald, het akkoord dat het Europarlement en de Europese Raad na 36 uur achter elkaar onderhandelen wisten overeen te komen over regels voor artificial intelligence in Europa. Het was dan ook echt een unicum, zo viel op veel plekken te lezen, dat overheden besloten te gaan vastleggen welke juridische kanten er bij de snelle opkomst van A.I. komen kijken. En recruitment was een belangrijk onderdeel van de gesprekken.

Er komen strenge eisen voor de A.I. die wordt gebruikt om mensen te selecteren.

De uitkomst van het akkoord is dat recruitment als een zogeheten ‘high risk A.I.-systeem wordt geclassificeerd. Wat dat precies gaat betekenen, moet de komende maanden verder uitonderhandeld worden. Maar duidelijk is dat er strenge eisen komen, waaronder: risicobeperkende systemen, een hoge kwaliteit van datasets, registratie van activiteiten, gedetailleerde documentatie, duidelijke gebruikersinformatie, menselijk toezicht en een hoog niveau van robuustheid, nauwkeurigheid en cyberbeveiliging.

Forse boetes

En zoals dat gaat met Europese regelgeving: er zijn ook meteen forse boetes aangekondigd. Die variëren van 35 miljoen euro tot 7% van de wereldwijde omzet, tot 7,5 miljoen of 1,5% van de omzet, afhankelijk van de grootte van het vergrijp en de omvang van de organisatie. Voor recruiters worden trouwens niet alleen matchingssystemen op basis van A.I. met name genoemd, maar ook A.I. voor biometrische identificatie en emotieherkenning. Kandidaten moeten straks bijvoorbeeld weten dat dit gebruikt wordt, en ook moet je hen actief informeren als ze bijvoorbeeld met een chatbot van doen hebben, in plaats van een mens.

‘Uitzenders en werkgevers moeten er rekening mee houden dat ze zich in het vizier van deze nieuwe regelgeving bevinden.’

Het is een niet te onderschatten stap, zegt ook iemand als John Nurthen, executive director global research van Staffing Industry Analysts. ‘Uitzenders en werkgevers moeten er rekening mee houden dat ze zich in het vizier van deze nieuwe regelgeving bevinden en uiterst voorzichtig zijn bij het gebruik van A.I.-technologie tijdens een deel van het wervingsproces. Je moet zorgen dat je leveranciers de juiste stappen ondernemen zoals gedefinieerd in de wet om de risico’s te beperken. Dit betekent onder meer dat er controlemaatregelen moeten zijn en dat trainingsdatasets relevant, representatief en foutloos moeten zijn en vooroordelen moeten kunnen detecteren. Software moet transparant werken met event logs en technische documentatie beschikbaar, terwijl A.I.-processen altijd moeten worden overzien door natuurlijke personen.’

A.I.-pact

Het politieke akkoord moet nu formeel worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad en zal 20 dagen na de bekendmaking in het Publicatieblad in werking treden. De A.I.-wet wordt dan 2 jaar na de inwerkingtreding van toepassing, met uitzondering van enkele specifieke bepalingen: verboden gelden al na 6 maanden, terwijl de regels voor A.I. voor algemene doeleinden pas na 12 maanden van toepassing worden. Om de overgangsperiode te overbruggen voordat de verordening algemeen van toepassing wordt, lanceert de Europese Commissie een ‘A.I.-pact’ met A.I.-ontwikkelaars uit Europa en de rest van de wereld om vrijwillig de belangrijkste verplichtingen van de A.I.-wet al vóór de wettelijke deadlines te implementeren.

‘Bedrijven hebben dit absoluut nog niet op hun netvlies staan.’

De wetgeving zal flinke gevolgen hebben. ‘Werkgevers die A.I.-tools gebruiken in de arbeidscontext moeten een heel proces gaan optuigen om na te gaan of die technologie aan de eisen voldoet’, zei arbeidsrechtadvocate Johanne Boelhouwer en partner bij Dentons, eerder dit jaar al tegen MT/Sprout. ‘Bedrijven hebben dit absoluut nog niet op hun netvlies staan.’

Logs bewaren

Voor de makers van de A.I.-systemen gaat het onder meer over registratie, transparantie, een conformiteitsbeoordeling en een certificering voor het bekende CE-label. Voor werkgevers gaat het erom zich ervan te verzekeren dat hun softwareleverancier aan de wettelijke eisen voldoet. ‘Werkgevers zouden geen systemen moeten gebruiken die deze beoordeling niet hebben doorstaan’, aldus Boelhouwer. ‘Ze moeten het systeem dus ook monitoren. Werkgevers zijn zelfs verplicht om de logs te bewaren die worden gegenereerd. Ze zullen er dus een aantal administratieve verplichtingen bijkrijgen.’

‘Werkgevers zijn straks zelfs verplicht om de logs te bewaren die worden gegenereerd.’

Wordt ontdekt dat zo’n systeem vooroordelen bevestigt of versterkt, dan moet het worden aangepast. Bedrijven zullen hiervoor continu een oogje in het zeil moeten houden, weet Boelhouwer. ‘A.I.-systemen zijn zelflerend. Als je een vacature hebt voor taxichauffeur en daar reageren in eerste instantie alleen mannen op van middelbare leeftijd, dan zullen de algoritmes voortaan dat soort cv’s naar voren halen. Dat moet worden gemeld bij de leverancier van het systeem én worden gecorrigeerd.’

Game-changer

De nieuwe verordening is dan ook niet zomaar een set regels, zeggen ze bijvoorbeeld bij Hubert.ai, de Zweedse aanbieder van interviewsoftware. ‘Het is een echte game-changer, die HR-professionals begeleidt naar een wereld waarin A.I. en verantwoordelijkheid stevig verankerd zijn.’ Dat is juist ook een kans, zeggen ze, voor betere selectiemechanismes, waarin de onderbuik plaatsmaakt voor datagedreven, verantwoorde, onbevooroordeelde en transparante matching. A.I. biedt in die zin juist potentieel voor ‘een verbeterd, eerlijker en efficiënter wervingsproces’. En de A.I. Act onderstreept dat volgens hen alleen maar.

‘Het recruitmentlandschap ondergaat een grondige verschuiving als gevolg van de aankomende EU AI Act.’

‘Het recruitmentlandschap ondergaat een grondige verschuiving als gevolg van de aankomende EU AI Act. Deze verordening legt de nadruk op transparantie, verantwoordingsplicht en eerlijkheid bij het gebruik van A.I. en beïnvloedt HR-praktijken in de richting van een onbevooroordeelde selectie van kandidaten in de toekomst en een betere ervaring voor iedereen.’ Dat sluit ook aan bij SHRM-onderzoek waaruit eerder bleek dat bijna 3 van de 5 organisaties die A.I. gebruiken in hun recruitment aangeven sindsdien betere mensen aan te nemen.

365.000 dollar schikking

Dat het gebruik van A.I.-systemen in recruitment niet zonder risico is, was trouwens recent weer eens in de Verenigde Staten te zien. Daar gebruikte een bijles-bedrijf een algoritme dat blijkbaar automatisch vrouwelijke sollicitanten boven de 55 en mannelijke sollicitanten boven de 60 jaar afwees. De EEOC spande een rechtszaak aan namens de bijna 200 afgewezen sollicitanten. Het bedrijf ging vervolgens akkoord met een schikking van 365.000 dollar. Toch bijna 2.000 dollar per sollicitant. Waarbij je je natuurlijk wel zou moeten afvragen hoe die selectie eruit had gezien als niet een algoritme, maar een menselijke recruiter hem had uitgevoerd…

Credit foto boven

Lees ook

 

Mathijs Bouman: ‘Heel gek dat verkiezingen niet wat meer over de arbeidsmarkt gingen’

‘Of de AOW-leeftijd naar 69 jaar, of we moeten nog eens 3 miljoen arbeidsmigranten binnenhalen.’ Zo vatte De Telegraaf met het bekende gevoel voor drama het rapport samen dat de Adviesraad Migratie gisteren uitbracht over de eventuele bijdrage die arbeidsmigratie kan leveren om toekomstige personeelstekorten en demografische uitdagingen te verlichten. En dat terwijl we net verkiezingen achter de rug hebben waarin, laten we zeggen, nu niet echt een warm welkom voor migranten werd uitgesproken.

‘Het idee dat we de arbeidsmarkt zouden kunnen oplossen zónder migranten, dat werkt gewoon niet.’

Toch zullen we aan arbeidsmigratie de komende jaren niet ontkomen, zei de bekende econoom Mathijs Bouman recent ook op het seminar Arbeidsmarkttrends 2024-2028. ‘Ik ben geen groot voorstander van migratie of zo’, vertelde hij daar. ‘Maar het is wel heel opmerkelijk dat we het nu hebben over minder migranten, terwijl de arbeidsmarkt nog steeds extreem krap is. En het besef begint in te dalen dat dit de komende eeuw zo blijft. Het idee dat we dat zouden kunnen oplossen zónder arbeidsmigranten, dat werkt gewoon niet.’ ‘Struisvogelpolitiek’ noemt hij het.

Wilders-experiment

Als de FD-columnist dan toch iets positiefs aan de verkiezingsuitslag mag ontwaren, dan is het wat hij noemt ‘het Wilders-experiment’, vertelt hij na zijn toespraak op het podium in een speciale Werf&-podcast.

Mathijs Bouman tijdens de podcast-opname.

Wat hij daarmee bedoelt? ‘Als we de arbeidsmarkt nou maar lekker krap maken, en geen enkele migrant meer toelaten, dan worden bedrijven wel gedwongen om eindelijk te gaan investeren in arbeidsvervangende technologie, robotisering en digitalisering. Ik weet niet of het in totaal goed is voor de economie, omdat er ook bedrijven zullen vertrekken, maar Nederland loopt nu in elk geval nog wel achter op het gebied van procesinnovatie. Dit zou een impuls kunnen zijn om bedrijven wakker te schudden.’

De krapte en de sterk verminderde tolerantie ten aanzien van migranten kan volgens Bouman overigens nog een discussie aanwakkeren: die van baanvernietiging. ‘Misschien gaan we nu eindelijk eens de discussie voeren over de glastuinbouw, de distributiecentra en de slachterijen. Als we geen arbeidsmigranten meer toelaten, kunnen die bedrijven wel sluiten. Dat wordt echt een interessant gevecht’, zegt hij in de podcast. ‘En misschien kijken we dan over 10 jaar wel heel tevreden terug op deze tijd, en zeggen we dankjewel dat we het onszelf nog moeilijker maakten, in een tijd dat we het al zo moeilijk hadden.’

‘Nieuwe banen, afschuwelijk!’

Baanvernietiging moet meer gewaardeerd worden, baancreatie is een probleem, zegt Bouman. Het is voor iedereen die is opgegroeid in een tijd van werkloosheid een moeilijk te bevatten concept, dat beseft hij ook. Maar de werkelijkheid is nu eenmaal veranderd. ‘De demografie zit ons op de hielen. Een recessie is zelfs gevaarlijk. Voor je het weet halen we ons oog weer van de bal, en gaat het gesprek toch weer over: zullen we maar weer eens wat korter gaan werken?’

Het is een reflex uit de jaren 90, zegt hij. ‘Iedereen op de bestuurdersstoelen komt uit die tijd dat er nog structurele werkloosheid was. Het frame is daardoor nog steeds: we moeten meer banen. Maar als een wethouder nieuwe banen in een gemeente aankondigt, moet je eigenlijk denken: afschuwelijk! Weer minder mensen voor het mkb…’

‘Een recessie is gevaarlijk. Voor je het weet gaat het weer over: zullen we maar weer eens wat korter gaan werken?’

Hij pleit daarentegen voor volop technologische innovatie. En dan niet alleen technologie om mensen te vervangen, maar vooral technologie die mensen makkelijker gaat laten werken en zo de productiviteit verhoogt. Zoals smart glasses waarmee je live instructies kunt geven, en waardoor je dus niet alleen mensen het werk makkelijker kan maken, maar ook de vijver van potentieel kunt vergroten. Hij verwijst ook naar de rechtszaak die bunq won tegen DNB, over de inzet van A.I. om witwaspraktijken tegen te gaan. ‘Een heel belangrijke uitspraak’, aldus Bouman.

In je eigen vingers snijden

De arbeidsmarktkrapte had wat hem betreft veel meer een verkiezingsthema mogen zijn. ‘Ze weten het in Den Haag natuurlijk wel. Ze hebben ook wel aanvalsplannen en zo. Maar het is wel heel wonderlijk dat net nu bedrijven zien dat de mensen op zijn, en dat we zullen moeten gaan werken met mensen van buiten de EU, de deur dichtgooien hét verkiezingsthema is geworden. Zelfs iets kleins als de expatregeling, die helemaal niet veel kost, in een kwaad daglicht stellen en zo in je eigen vingers snijden, dat vind ik echt onverstandig. Je mag blij zijn als we bij kenniswerkers nog in de lijstjes favoriete landen staan…’

Mathijs Bouman, tijdens het seminar Arbeidsmarkttrends 2024-2028.

We zitten momenteel in een wat paradoxale economische situatie, liet Bouman ook duidelijk zien. Aan de ene kant hebben we al drie kwartalen achter elkaar economische krimp, iets wat de afgelopen 25 jaar eigenlijk maar 1 keer eerder is voortgekomen, tijdens de kredietcrisis. Aan de andere kant blijft de krapte op de arbeidsmarkt gewoon bestaan, met nog altijd honderdduizenden vacatures. ‘Het maakt uw werk als recruiter er niet makkelijker op. Wel interessanter’, hield hij zijn gehoor voor. ‘Zelfs een maandenlange recessie blijkt nu niet meer genoeg om alle vacatures vervuld te krijgen. Dat belooft dus nog wat.’

Behoud is het nieuwe goud

Langer werken, het afschaffen van de vut, meer zzp’ers inzetten, meer vrouwen; eigenlijk alles is de afgelopen jaren wel geprobeerd om de arbeidsparticipatie te verhogen. Daar is de rek inmiddels wel uit, stelde Bouman resoluut. ‘Al die trucs zijn nu wel uitgewerkt.’ Maar waar hij wel op blijft hameren, is behoud. ‘Als je alle afgestudeerden in de techniek en zorg voor die sectoren zou weten te behouden, zouden alle problemen daar meteen opgelost zijn.’ Behoud is dus echt het nieuwe goud, onderstreept hij nog maar eens.

Nog zo’n mooi rijmende slogan: ‘Deel je talent met de concurrent’.

En nog maar eens zo’n mooi rijmende slogan: ‘Deel je talent met de concurrent’. ‘We moeten met elkaar afspreken dat dat taboe eraf gaat. Als iemand vertrekt naar de concurrent moet je zeggen: hoera! Want dan blijft hij in elk geval behouden voor de sector. We moeten ook vaker sectoroverstijgend kijken of je op dat gebied iets kunt doen, mensen een leuk leven bezorgen, met meer afwisseling.’

Onbenut arbeidspotentieel

‘Dat er nog makkelijk aan te boren reserves zouden zijn is een fictie’, zei Mathijs Bouman ook deze keer. We hebben zelfs te weinig ‘frictiewerkloosheid’ voor een goed functionerende arbeidsmarkt. ‘En we hebben ook nog eens meer mensen die zeggen: ik wil wel iets minder werken, dan dat er mensen zijn die zeggen: ik wil graag méér werken.’

Maar waar hij nog wel een kans zag om de vijver te vergroten was in de 3 miljoen mensen tussen de 15 en 75 jaar die niet zoeken, en ook niet zeggen beschikbaar te zijn. Een groot deel van hen zijn (vroeg)gepensioneerden. En ook zeggen bijna 300.000 mensen niet te kunnen werken vanwege een studie of opleiding. En een bijna even grote groep vanwege zorg voor een gezin of huishouden. ‘Toch wel een interessante groep’, zegt Bouman. ‘Met een beetje fantasie en een doelgerichte aanpak moet hier toch nog wel wat potentieel te vinden zijn.’

‘Elk bedrijf moet echt gaan snappen dat personeel de bottleneck voor groei is.’

Waarmee hij meteen aankwam bij een al wat klassieker pleidooi. En dat is wat hem betreft HR nu eens echt aan de directietafel moet plaatsnemen. ‘Elk bedrijf moet echt gaan snappen dat personeel de bottleneck voor groei is. Elke strategiediscussie moet beginnen met: oké, goed plan. Maar hoe komen we aan de mensen om dat plan tot uitvoer te brengen?

Beluister de hele podcast:

Lees ook

De 20 arbeidsmarkttrends van 2024 (1/4)

De Nederlandse arbeidsmarkt schreeuwt al jaren om een aantal fundamentele veranderingen (het rapport van de commissie Borstlap is alweer bijna 4 jaar oud). Maar de Nederlandse politiek had de afgelopen tijd andere prioriteiten en het is in 2024 eerst nog wachten op een nieuw kabinet. Veranderingen in wet- en regelgeving kunnen we dus eigenlijk niet verwachten voor de zomer van 2025.

Zelfs fundamentele weeffouten in het systeem worden in stand gehouden.

Zelfs fundamentele weeffouten in het systeem waarvoor Nederland door de ILO (International Labour Organisation) op de vingers wordt getikt, worden zo in stand gehouden. Eigenlijk kunnen we stellen dat in 2023 de fundamentele problemen op de arbeidsmarkt alleen maar groter zijn geworden, maar door de lage werkloosheid geen urgentie hebben. Het is alsof we blijven wrijven in een vlek die alleen maar groter wordt. Maar de vlek stinkt niet echt, dus we nemen geen actie.

Onbelangrijk achterhoedegevecht

In plaats dat de aandacht gaat naar private equity die alle arbodiensten in hun bezit hebben en een verdienmodel maken rondom ziekteverzuim, of werk.nl dat nog steeds een lichtjaar weg is van een moderne arbeidsmarktplaats, of de tientallen miljoenen die worden weggegooid met skills-intiatieven die nooit gaan komen tot implementatie omdat de markt al veel verder is. Of de honderden miljoenen die per jaar te veel worden betaald aan zzp’ers en gedetacheerden omdat de overheid en bedrijven met verkeerde, niet-marktconforme tariefkaarten werken. En dan hebben we het nog niet over alle misstanden met arbeidsmigranten.

De auteur van dit artikel, tijdens het Werf& Seminar Arbeidsmarkttrends 2024-2028 in Utrecht

In zoverre waait de VOC-geest nog steeds in ons gave land. In plaats daarvan richt de polder en politiek zich in een onbelangrijk achterhoedegevecht op de ‘bescherming van’ schijnzelfstandigen. Daarvoor moet een heel systeem op z’n kop. En dan de FNV die het opneemt voor zzp’ers (lees: ondernemers) om de platformeconomie dwars te zitten en de deksel op z’n neus krijgt. Toch de wereld op z’n kop? 15.298 zelfstandigen wilden niet door de vakbond vertegenwoordigd worden, tegen 117 wel.

15.298 zelfstandigen wilden niet door de vakbond vertegenwoordigd worden, tegen 117 wel…

De vakbonden houden vast aan hun poldermacht – waarvoor bij werkenden nauwelijks nog draagvlak is. Werkgevers vinden het prima omdat cao’s – hoe gek het ook klinkt – een marktconforme loonontwikkeling bij de meest schaarste doelgroepen op de Nederlandse arbeidsmarkt onder controle houden. De pensioenen, rechten en voordelen van 55-worden beschermd ten koste van modern werkenden, jongeren en de meest schaarse doelgroepen op de arbeidsmarkt, zoals praktisch opgeleiden, onderwijzers en mensen in de zorg. De schellen vallen van je ogen na het lezen van een boek als Het Polderkartel. En dan is het meest pikante nog wel dat Europese wetgeving en richtlijnen erop gericht zijn om de cao-dekkingsgraad in lidstaten boven de 80 procent te krijgen

Maar goed, nu eerst over naar de eerste 5 trends:

#1. Beroepsonderwijs (BO) is hot

In het actieplan arbeidsmarktdiscriminatie 2022-2025 komt het woord ‘opleidingsniveau’ of ‘vmbo’ niet voor. En het woord mbo alleen in relatie tot stagediscriminatie. In alle definities van arbeidsmarktdiscriminatie die door het UWV, CBS, TNO of het ministerie van SZW worden gehanteerd ontbreekt het woord ‘opleidingsniveau’! Daarom is voor mij Robbert Dijkgraaf man van het jaar op de arbeidsmarkt en misschien wel van het decennium.

In alle definities van arbeidsmarktdiscriminatie ontbreekt het woord ‘opleidingsniveau’!

De demissionair minister van Onderwijs heeft zichtbaar gemaakt dat de grootste discriminatie op de Nederlandse arbeidsmarkt niet ligt op het gebied van leeftijd, geslacht, etniciteit, politieke voorkeur of BMI, maar op opleidingsniveau. Het zit zo diep in het systeem dat we het vaak niet eens zien. Het systeem is er ook (vaak onbewust) op ingericht om het zo te houden, via instrumenten als loonschalen en cao’s. Het gaat hierin lang niet altijd om skills, kwaliteiten of ervaring, maar vaak eerder om voltooide opleidingsniveaus. Dat is toch raar? Deze discriminatie begint al met het feit dat mbo-studenten heel lang ‘scholieren’ werden genoemd.

Minister Dijkgraaf in gesprek met de hoofdredacteur van deze site.

Praktisch opgeleiden noemen we nog steeds vaak ‘laagopgeleiden’. En het wordt nog schrijnender als hoogopgeleide beleidsambtenaren hebben besloten dat mbo-studenten moeten lenen tegen hogere tarieven dan hbo- en wo-studenten. Je had ook kunnen redeneren dat mensen met een hbo+-opleiding een hoger rentepercentage makkelijker kunnen terugbetalenMaar gelukkig, bijna 10 jaar na dato zijn de rentepercentages voor alle studenten nu gelijkgetrokken.

Gelukkig, na bijna 10 jaar zijn de rentepercentages voor alle studenten nu gelijkgetrokken.

Maar verandering is onderweg en zichtbaar. Niet alleen doordat iemand als Robbert Dijkgraaf zich hiervoor hard maakt, maar ook doordat Randstad, de Nederlandse marktleider in HR-dienstverlening, ‘slimme handen’ omarmt, en tientallen arbeidsmarktinfluentials het initiatief Guruz omarmen, een idee van onder meer Arjan Elbers, die daarmee echt een beweging in gang zet. Een verandering vanuit de markt en omarmd dóór de markt.

#2. Meer productiviteit graag

Op de arbeidsmarkt moeten we de komende decennia meer doen met te weinig mensen. Het accent ligt op ‘te weinig’, niet op ‘minder’ mensen. De werkzame beroepsbevolking is nog nooit zo groot geweest als nu, meer dan 10 miljoen mensen. Hier zit nog voldoende rek in, zelfs als er meer mensen met pensioen gaan. Onze arbeidsparticipatie is nog steeds ‘maar’ 73%. En we zijn in Nederland ook nog kampioen deeltijdwerk. Al moet erbij gezegd dat steeds meer vrouwen werken (nog maar ietsjes minder dan mannen) en ook het ‘gat’ in gemaakte uren (nu 21%) snel kleiner wordt, mede dankzij de opkomst van hybride- en thuiswerken.

Technologische veranderingen vragen veelal eerst méér mensen, voordat ze reducerende effecten hebben.

Om de werkzame bevolking niet over te belasten, is het wel belangrijk dat de arbeidsproductiviteit harder gaat stijgen. Innovatie, robotisering, automatisering en digitalisering moeten omarmd worden, zeker als we de oplossing niet kunnen zoeken in meer arbeidsmigratie. Het goede nieuws is dat dit de laatste jaren in de lift lijkt te zitten. En de A.I.-revolutie helpt hierbij. Al vragen technologische veranderingen veelal eerst méér mensen, voordat het reducerende effecten heeft. Het is dan ook de vraag of we hiermee geholpen zijn in de komende jaren.

Tegelijkertijd is met de aanhoudende krapte het vergroten van de productiviteit misschien wel een van de belangrijkste ‘recruitmentinstrumenten’. De juiste persoon op de juiste plek, en het vergroten van werkgeluk zijn immers zaken die direct impact kunnen hebben op productiviteit. Recruitment en HR kunnen hierin een bijdrage leveren door bijvoorbeeld:

  • De quality-of-hire te verbeteren. Dit heeft een gigantisch productiviteitseffect (>10%)
  • Retentie verbeteren, onder meer door de interne mobiliteit te vergroten en Career Development op alle niveaus binnen de organisatie vorm te geven
  • Regie voeren op total talent management zodat vast/flex in balans zijn
  • Betere matching, bijvoorbeeld door inzet van partijen als Pera, BrainsFirst, Thomas International of Traicie
  • Investeren in de kwaliteit en professionaliteit van recruiters, onder andere door ze een recruitmentopleiding te geven
  • Investeren op vitaliteit in de breedste zin van het woord
  • Werkgeluk een onderdeel maken van KPI’s van management en leiderschap

#3. Yes, daar is CoPilot

De komst van ChatGPT, LLM, Generatieve A.I., Bard en alle andere equivalenten hebben een gigantische verandering in ons leven betekend. 2024 wordt nog niet het jaar van de doorbraak van A.I., al zal A.I. wel overal om ons heen zijn: geïmplementeerd in elk zichzelf respecterend VMS, ATS en overig HR-systeem. Zeker als het gaat om vacatureteksten schrijven, campagnes managen, recruitment-KPI’s berekenen, of met kandidaten communiceren/sourcen.

De brede uitrol van Microsoft CoPilot zal de echte game changer worden.

In 2024 worden we overladen met nieuwe functionaliteiten, voorbeelden, use cases en best practices zoals leidende partijen als Wortell, YoungCapital, SteamTalmark en Capgemini nu al laten zien. Maar de echte game changer zal toch echt de brede uitrol worden van Microsoft CoPilot binnen ons dagelijks gebruik van Word, Excel, Teams, PowerBI en Powerpoint. Dat zal (samen met de uitrol van ChatGPT5 in 2024) zorgen voor de A.I.-explosie van 2025 of 2026.

Tot die tijd moeten we het doen met geweldige innovaties via Dall-e-3, Midjourney, Kapwing, Opus.ai of RecruitAgent.ai, een tool die een groot aantal API’s en A.I.’s aan elkaar gekoppeld heeft en (inter)nationale werving in een handomdraai mogelijk maakt. In het koppelen van meerdere API’s en A.I.’s ligt de daadwerkelijke snelheidsexplosie van A.I.

#4. Jobboards en socials over hun hoogtepunt

Laat er geen misverstand over bestaan: ook in 2024 zal van een wervingscampagne zónder inzet van vacaturesites of socials nog zelden sprake zijn. Maar de middelen staan wel onder druk. Het gebrek aan werklozen en actieve baanzoekers doet de effectiviteit van jobboards de afgelopen jaren geen goed (al groeit hun aantal nog steeds, zelfs binnen het werkveld van recruitment). Maar de omzetgroei is in 2023 verdwenen (afnemende effectiviteit, minder vacatures, prijs/kwaliteit staat onder druk), wat al tot reorganisaties leidt bij partijen als StepStone, Ziprecruiter, Indeed en LinkedIn.

Door de krapte hebben kandidaten steeds minder bronnen én minder sollicitaties nodig om een baan te vinden.

Door de krapte op de arbeidsmarkt hebben kandidaten steeds minder bronnen én minder sollicitaties nodig om een baan te vinden. Mede daardoor staan ook verdienmodellen als ‘cost per click’ en ‘cost per applicant’ onder druk. De kosten voor werkgevers gaan bovendien snel omhoog doordat ‘ghosting’ en fake applicants voor steeds minder rendement zorgen, terwijl de tijdsinvestering wel steeds groter wordt. Leuker wordt het er niet op. Recruiters overal ter wereld klagen bovendien steen en been over de wurgcontracten van LinkedIn, afnemende service en effectiviteit, en onbereikbaarheid van techgiganten zoals Google en Meta.

Toch zal afscheid nemen in 2024 nog geen optie zijn. Al zou mijn advies wel zijn:

  • Geen langjarige contracten meer afsluiten (nooit langer dan 1 jaar)
  • Fake applicants en ghosting meten en restitutie vragen
  • Onvrede breder delen
  • Google-for-Jobs in de gaten houden (nieuwe ontwikkelingen zijn aangekondigd)

In 2024 zou je in je wervingsstrategie minimaal met een scenario moeten rekenen om te werven zonder de grote techgiganten. Dat verlegt je strategie dus naar referral, campus, employer branding, open dagen, alumni en alle ‘human contact’ recruitment in plaats van tech. Het zou zomaar eens kunnen zijn dat hierin de basis ligt (samen met e-commerce-technologie) van de winnende recruitmentstrategie van de toekomst.

#5. (Vrouwelijk) talent verlaat LinkedIn

In 2024 nemen we als recruiters dus nog geen afscheid van LinkedIn. En waarschijnlijk in de jaren die daarop volgen ook nog niet. Vaak kan dat ook helemaal niet – omdat er contractuele verplichtingen van meerdere jaren zijn afgesloten die een stevige hap nemen uit het recruitmentbudget. Recruitmentteams zullen vooralsnog, zoals ook blijkt uit De Stand van Werven 2023, LinkedIn dus nog wel als belangrijkste wervingsinstrument blijven duiden. Overigens iets wat ook niet zonder reden is, aangezien kandidaten ook steeds liever benaderd worden in plaats van zelf zoeken.

LinkedIn claimt dat ze 1 miljard gebruikers hebben, maar dit zijn vaak inactieve, dode en fake accounts.

Maar er gloren wel problemen aan de horizon. LinkedIn claimt weliswaar dat ze 1 miljard gebruikers hebben. Maar dit zijn vaak inactieve, dode en fake accounts. Bovendien is 2 op de 3 profielen op dit moment van mannen. En deze verhouding groeit alleen maar, nu vrouwen steeds vaker LinkedIn verlaten omdat 9 op de 10 vrouwen zegt er ook ‘romantisch’ en/of ‘ongepast’ lastiggevallen te worden.

Dat mannen oververtegenwoordigd zijn heeft er ook mee te maken dat het primair nog altijd een hoog opgeleid (white collar) platform is, met een sterk accent op gamma en bèta-profielen. Voor bedrijven die D&I hoog in het vaandel hebben staan, wel iets om mee te wegen bij de verlening van hun abonnementen.

Recruiters en bemiddelaars worden steeds meer talent- en accountmanagers.

En dan hebben we het nog niet gehad over de IT’ers die helemaal gek worden van de recruiters die hen dagelijks benaderen. Deze groep maakt zich steeds moeilijker vindbaar op LinkedIn of verlaat het platform zelfs. ICT’ers zijn al 25 jaar de kanarie in de kolenmijn als het gaat om trends en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, waarbij de zelfstandige ICT professional daar weer vooroploopt. En misschien is dan niet het belangrijkste signaal dat LinkedIn over haar (professionele) hoogtepunt heen is, maar dat recruiters en bemiddelaars steeds meer talent- en accountmanagers worden. Van hunters naar farmers….

Lees ook

Dit was de eerste in een serie van 4 wekelijkse afleveringen van de in totaal 20 belangrijkste arbeidsmarkt- en recruitmenttrends voor 2024, zoals gezien door Geert-Jan Waasdorp, directeur van Intelligence Group. De artikelen zijn geschreven zónder ChatGPT. Volgende week maandag de volgende aflevering…

Na de & nu de 8: over de oneindige variaties die met een cijfer mogelijk zijn

Eerst heetten ze de Staffing Groep. Maar sinds een jaar moeten we die naam vooral vergeten, en liever de naam Circle8 onthouden. De medewerkers, het management team, de eigenaars, de dagelijkse gang van zaken: ze zijn allemaal hetzelfde gebleven. ‘We zetten ons onvermoeid in voor de best mogelijke dienstverlening aan zzp’ers, leveranciers en opdrachtgevers’, aldus het bedrijf. Maar de nieuwe naam geeft volgens hen gewoon aan dat ze ‘verder moeten kijken dan staffing, inhuren, detacheren en werving & selectie’, en ook diensten verlenen op het gebied van ontwikkeling, diversiteit en het creëren van kansen.

8vance, Circle8, Project 8: de acht is blijkbaar bijna onweerstaanbaar.

Het is een opvallende trend op de arbeidsmarkt: de opkomst van de 8 in bedrijfsnamen. Was het jarenlang de & die zijn opmars maakte, vooral in de media, met namen als &C (het lifestylemerk van Chantal Jansen), Reiz& (het ter ziele gegane reisblad van de ANWB) en Werf& (de site die u nu leest), met alle problemen met url’s van dien, nu lijkt die rol van dat en-teken te hebben plaatsgemaakt voor de 8. Want naast Circle8 kunnen we bijvoorbeeld ook A.I.-bedrijf 8vance en Project 8 optekenen, een initiatief dat duurzame arbeidsrelaties tussen werkgevers en nieuwkomers in Nederland probeert te realiseren.

Waardig werk

Die laatste naam is een directe verwijzing naar Sustainable Development Goal nummer 8, legt oprichter (en voormalig intercedent) Michelle Koomen uit. ‘Daarbij gaat het om waardig werk. Ons doel is nieuwkomers te helpen bij het vinden van werk en de Nederlandse arbeidsmarkt te begrijpen. We bieden leerwerktrajecten aan, organiseren vrijwilligerswerk en activiteiten waarbij nieuwkomers kunnen leren over werk in Nederland en geven voorlichtingen over arbeidsmarktgerelateerde onderwerpen. We geloven dat werk en economische zelfstandigheid belangrijk zijn voor het welzijn van mensen en bijdragen aan een inclusieve samenleving.’

‘Met een cijfer sta je natuurlijk ook altijd bovenaan in alfabetische rijtjes…’

Bij 8vance is de achterliggende reden van de naam een heel andere. ‘De 8 wordt veel gebruikt om A.I. aan te duiden, omdat hij gekanteld het oneindig-teken is’, verklaart chief evangelist Laurens Waling. En bijkomend voordeel: ‘Met een cijfer sta je natuurlijk ook altijd bovenaan in alfabetische rijtjes…’ Maar er is dus ook een diepere verklaring, zegt hij. ‘Bij ons staat de 8 voor twee cirkels, die samenhangen met onze missie: de cirkel van het matchen van mensen met werk. Wat past er nu het beste bij jou? En daarnaast de tweede cirkel van persoonlijke ontwikkeling. Wat kan ik leren? We matchen mensen met opleidingen. Oftewel voor iedereen een ‘oneindig’ (=leven lang) ‘ontwikkelen’ en ‘passend werken’ (lees: betekenisvol, effectief, leerzaam, leuk, etc.), in kleinere en grotere loops.’

Bloedsomloop

Bij Circle8 (afgeleid van het Engelse: circulate) verwijzen ze meer naar de ‘bloedsomloop’ die de 8 voorstelt. ‘Met een continue stroom van talent zorgen we voor blijvende groei voor zowel professionals als partners en opdrachtgevers: we noemen dit Total Talent Flow. Wij geloven dat mensen het belangrijkste goed zijn van elke organisatie. Zij zijn de bloedsomloop van het bedrijf. Naast cashflow is deze talent-flow essentieel om organisaties te laten groeien. Want ‘to make it flow, is to make it grow.

Naast cashflow is de talent-flow essentieel om organisaties te laten groeien.

De 8 in het logo is dus een creatieve vertaling van die bloedsomloop en ‘continue stroom van talent’. En dus weer een heel andere verklaring van de 8 in de bedrijfsnaam dan bij de eerdere 2. Zou het dan toch toeval zijn? Nou ja, opvallend is het zeker wel. Dus misschien toch goed om er even… eh… acht op te slaan.

Lees ook

Over de opkomst van ‘climate quitting’: bewust ontslag nemen om het klimaat te redden

Meewerken aan een toekomst die wereldwijd steeds warmer wordt? Of toch je inzetten voor een meer duurzame planeet? Meewerken aan het probleem van klimaatverandering? Of juist deel worden van de oplossing? Als je het aan jongeren vraagt, kiezen steeds meer voor het laatste. Zelfs zoveel, dat er al een term voor is verzonnen: climate quitting. Het gaat om een soort overtreffende trap van quiet quitting, en verwijst naar jongeren die weer zingeving in hun werk willen vinden door zich in te zetten vóór een betere (duurzame) wereld, in plaats van ertegen.

Deel zijn van het probleem? Of juist werken aan de oplossing? Steeds meer jongeren kiezen liever voor het laatste.

De term is al bijna een jaar bekend, maar komt met name dezer weken weer in zwang, nu in nota bene Dubai een klimaattop gaande is, waar meer dan ooit tevoren de oliebelangen een grote rol blijken te spelen. Het sluit ook aan bij onderzoek van CCS-marktplaats Supercritical die ontdekte dat 35% van de (Britse) werknemers zei bereid te zijn hun baan op te zeggen als hun werkgever weinig klimaat-actie onderneemt, een cijfer dat zelfs oploopt tot 53% voor medewerkers van generatie Z. Ook recent onderzoek van voormalig Unilever-CEO Paul Polman laat soortgelijke cijfers zien.

Koolstof afvangen

Een bedrijf dat daarop inspeelt is bijvoorbeeld Nederlands-Scandinavische Paebbl, dat zich ten doel stelt koolstof-negatieve bouwmaterialen te leveren. Recent publiceerde Forbes bijvoorbeeld nog een artikel over de mate waarin dit bedrijf bijdraagt aan koolstofafvang. Onderdeel van de strategie van Paebbl om snelle groei te realiseren is teams op te bouwen, daar waar het beste talent te vinden is. Daarom heeft het bedrijf ervoor gekozen om Rotterdam als R&D centrum te selecteren. Hier wist het al ingenieurs en operators aan te trekken die eerst bij bedrijven als ExxonMobil, LyondellBasell, TotalEnergies, Shin-Etsu en Union Platinum werkten.

‘Steeds meer talent uit de traditionele industrie maakt de overstap naar sectoren die gericht zijn op duurzaamheid’, aldus Arnold Choi, VP of Engineering. ‘De expertise die voortkomt uit deze grootschalige, kapitaalintensieve, zware industrieën kan kleine, innovatieve start-ups zoals ons helpen bij het oplossen van veel praktische problemen. Deze ervaren professionals brengen een schat aan kennis en vaardigheden in, waardoor Paebbl heeft kunnen realiseren, wat door velen als onmogelijk werd beschouwd.’ Het bedrijf verwacht eind volgend jaar het aantal werknemers te verdubbelen.

Klimaat als kans

Het verhaal van Paebbl past in de trend waarin klimaat steeds vaker als kans wordt gezien om zaken te kunnen doen, en duurzame bedrijven zich juist richten op locaties waar nu nog veel fossiele industrie is gevestigd, in de hoop daar talent te kunnen sourcen. Volgens de International Labor Organization worden tot 2030 wereldwijd 24 miljoen banen gecreëerd in de duurzame sector (mits met het juiste beleid). ‘Investeren in bijvoorbeeld groene energie of technologie is – vooral op de lange termijn – een mega-kans’, aldus Simon Mundy, auteur van het boek Race for tomorrow. En veel talent blijkt daar dus graag deel van te willen uitmaken.

‘Quitter klinkt wat negatief. Als je bewust kiest voor het klimaat, is dat denk ik juist iets positiefs.’

Voor Annemiek Nusmeijer, eigenaar van Greenjobs.nl, is het fenomeen climate quitten in elk geval niets nieuws onder de zon. Toen ze in 2019 het duurzame vacatureplatform overnam, dienden klimaatminnende werkzoekenden zich al meteen massaal aan, vertelt ze. ‘Vanaf het moment dat ik begon, kreeg ik te horen: halleluja, eindelijk een plek waar je een baan met positieve impact kunt zoeken! Net als vegetariërs die opgetogen zijn over meer vegetarische opties in de supermarkt.’ Al praat ze zelf liever over ‘climate starters‘: Quitter klinkt wat negatief. Maar als je bewust kiest voor het klimaat, is dat denk ik juist iets positiefs.’

Gefrustreerde jonge mensen

Het sluit ook aan bij wat BCG-topman Rich Lesser onlangs in het FD stelde, als antwoord op de vraag waarom het consultancybureau juist klimaatactivisten had opgeroepen om bij hen te komen werken. ‘Sommige activisten zijn erg anti-bedrijfsleven’, aldus Lesser. ‘Die willen op een enkeling na denk ik niet bij BCG komen. Maar ik denk dat er veel gepassioneerde en door het trage tempo van de benodigde veranderingen gefrustreerde jonge mensen zijn die het verschil willen maken. Die zoeken wij en ik denk dat die ons weten te vinden.’

BCG-topman Rich Lesser: ‘Er is niks mis met demonstreren en protestborden.’

Er is niks mis met demonstreren en protestborden, zegt hij ook. ‘Maar ik geloof dat mensen die een aantal jaar bij ons komen werken ook de capaciteiten ontwikkelen om verandering in gang te zetten door bedrijven sneller te helpen verduurzamen.’

Lees ook

7 op 10 internationale alumni botsen op Nederlandse taaleis bij sollicitaties

De laatste jaren komen steeds meer buitenlanders hier in Nederland studeren. Maar blijven ze daarna hier ook om te werken? Dat nou niet bepaald. Als je 5 jaar na hun afstuderen kijkt, blijkt nog slechts 24% van de internationale afgestudeerden nog in Nederland te verblijven. Ruim 3 op de 4 heeft ons land alweer verlaten. Een belangrijke reden daarvoor? Dat in sollicitaties vaak Nederlands als taaleis wordt gesteld, terwijl dat voor de functie nauwelijks relevant is, zo blijkt uit recent onderzoek van internationaal onderwijsorganisatie Nuffic.

Ook de internationale alumni die bleven, kregen te maken met taalbarrières en discriminatie.

Ook op andere terreinen blijken Nederlandse organisaties de buitenlandse afgestudeerden niet echt te verwelkomen. Ook de internationale alumni die bleven, kregen bijvoorbeeld te maken met uitdagingen als taalbarrières, gebrek aan huisvesting en discriminatie. Al zijn er ook bij die de kwaliteit van leven, de carrièremogelijkheden en de balans tussen werk en privé in Nederland roemen. Vooral alumni van buiten de Europese Unie zien de ‘kwaliteit van leven’ als (zeer) belangrijke reden in hun beslissing om hier te blijven.

‘Rotterdammert’ worden

‘Als universiteit is het niet onze primaire taak om het verblijfspercentage te verhogen’, reageert Karen de Man van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). ‘Maar we willen onze internationale studenten wel zo goed mogelijk voorbereiden op de Nederlandse arbeidsmarkt.’ Onderzoek als dit motiveert de EUR daarvoor beleid te maken, zegt ze. Zo wil de universiteit de Nederlandse taalvaardigheid verbeteren door korting te geven op taalcursussen, en een career officer aanstellen die zich specifiek richt op de behoeften van internationale studenten. ‘Ik wil dat ze net als ik een ‘Rotterdammert’ worden. Hoewel we nog steeds werk te doen hebben, bevestigt dit onderzoek dat we ons op de juiste zaken richten.’

‘Als je echt wilt integreren in de maatschappij, ontdekken ze ineens dat Nederlands spreken het leven veel makkelijker maakt.’

Nuffic-onderzoeker Elli Thravalou zegt dat het haar vooral opviel dat studenten het belang van het spreken van Nederlands lijken te onderschatten als ze de Nederlandse arbeidsmarkt (proberen te) betreden. ‘Tijdens hun studie, en als ze uitgaan in de steden, kunnen ze zich goed redden als ze Engels spreken. Maar als je echt wilt integreren in de maatschappij, en wilt werken voor Nederlandse bedrijven, ontdekken ze ineens dat Nederlands spreken het leven veel makkelijker maakt. Veel vacatures vragen specifiek om Nederlandse taalvaardigheid. Daarom is het des te belangrijker dat onderwijsinstellingen carrière-evenementen organiseren, loopbaanbegeleiding aanbieden en studenten in staat stellen en aanmoedigen om hun netwerk te laten groeien en Nederlands te leren.’

Krapte te lijf

Als Nederlandse werkgevers zich meer open zouden stellen voor internationale afgestudeerden, zouden ze hiermee de krapte aardig te lijf te kunnen gaan. Dit geldt bijvoorbeeld in sectoren als technologie en de gezondheidszorg, aldus het Nuffic. In het studiejaar 2022/23 stonden bijvoorbeeld ruim 122.000 internationale diplomastudenten ingeschreven in het Nederlandse hoger onderwijs (70% aan universiteiten en 30% aan hogescholen). Dat komt neer op zo’n 15% van de totale studentenpopulatie.

Bedrijven stellen vaak hogere eisen aan de Nederlandse taalvaardigheid dan internationale afgestudeerden verwachten, aldus het onderzoek. Daarnaast hebben vooral studenten uit niet-EER-landen te maken met administratieve lasten bij het zoeken naar een baan. Zo zeggen 6 op de 10 vertrokken niet-EER-alumni dat ze het land hebben verlaten omdat ze geen vergunning konden krijgen om langer te blijven.

Verder opvallend

Enkele andere opvallende bevindingen:

  • 84% van de blijvers gaf aan dat de kwaliteit van leven (zeer) belangrijk was in de beslissing om te blijven.
  • Oorlog, corruptie en mensenrechtenschendingen in het land van herkomst kunnen ervoor zorgen dat internationale alumni na hun studie in Nederland willen blijven. 56% van de blijvers zei dat persoonlijke vrijheid op het gebied van seksualiteit, religie en politieke opvattingen (zeer) belangrijk was in de beslissing om te blijven.
  • 51% van de vertrekkers gaf aan dat het niet vinden van passend werk in Nederland (zeer) belangrijk was in de beslissing om te vertrekken.
  • Voor 30% van de vertrekkers waren taalbarrières (zeer) belangrijk in de beslissing om te vertrekken.
  • Ongeveer 37% van de vertrekkers gaf aan dat het niet vinden van geschikte huisvesting in Nederland (zeer) belangrijk was in de beslissing om te vertrekken. Het niet kunnen vinden van een huisvesting en de beslissing om te vertrekken hangen sterk samen omdat het lastig is om een huurwoning te krijgen zonder  werkcontract, zo merken de onderzoekers op.
  • 69% van de blijvers in het onderzoek had moeite met de Nederlandse taaleisen bij sollicitaties.

Uit de interviews die bij het onderzoek werden gehouden bleek dat internationale alumni tijdens de sollicitatieprocedure vaak worden afgewezen vanwege onvoldoende Nederlandse taalvaardigheden. Deze afwijzingen hebben niet altijd te maken met het eigenlijke werk, merken de onderzoekers op. ‘Soms vragen werkgevers zich af of een kandidaat die geen Nederlands spreekt wel zou passen op een werkplek waar Nederlands de voertaal is.’

Zoals een van de blijvers bijvoorbeeld tegen hen zei: ‘Ik ben in het verleden afgewezen omdat mensen dan zeiden dat ik er niet bij zou horen door mijn ontoereikende Nederlandse taalvaardigheid (…). De reden voor afwijzing, die je in ieder geval hoort, is ‘Het spijt me, we zijn een internationaal bedrijf, maar op de werkvloer spreken we vaak Nederlands. Het zou dus niet prettig zijn voor onze collega’s om iemand in hun midden te hebben die niet echt Nederlands spreekt.”

  • 30% van de blijvers zegt discriminatie op het werk of tijdens een sollicitatiegesprek te hebben ervaren.
  • 59% van de blijvers zegt moeite te hebben (gehad) met het vinden van een baan na het afstuderen.
  • Voor bijna 7 van de 10 blijvers (69%) was het sociale netwerk (zeer) nuttig bij het vinden van passend werk. ‘Tijdens de interviews hoorden we dat sommige alumni solliciteerden op vacatures nadat ze ervan hadden gehoord van een familielid, vriend of kennis.’

Meer weten?

Op 1 februari geeft Nuffic een presentatie over het onderzoek voor werkgevers. Wil je erbij zijn, stuur een mailtje aan Bregje Wijsenbeek.

Hoe Sterre ‘haar’ Jumbo aan 60 miljoen (!) impressies hielp

Influencers inzetten om de jonge doelgroep te bereiken, het is inmiddels nauwelijks onderscheidend meer. Maar dat wordt het natuurlijk wel als je zo iemand al in eigen gelederen hebt. Zoals Jumbo deze zomer ontdekte, toen het de supermarktketen duidelijk werd dat eigen medewerkster Sterre een eigen TikTok-kanaal heeft met maar liefst 200.000 volgers. Sterre maakt voor dat kanaal vooral veel content tijdens haar werk bij Jumbo, en ging daarmee al meermaals viraal. Daarom is zij benaderd om content te creëren voor een nieuwe bijbaners-campagne.

‘Dankzij de inzet van Sterre is er authentieke content gemaakt die in de hele funnel terug te zien is.’

‘Omdat de voornaamste doelgroep jongeren waren, is er gekozen voor een full funnel-campagne met daarin de meest gebruikte kanalen door deze groep in combinatie met aansprekende content’, aldus Maxime Lammerts, Client & Campaign Manager bij het organiserende bureau WeConnect. ‘Dankzij de inzet van Sterre is er authentieke content gemaakt die in de hele funnel terug te zien is.’ En dat betekent volgens haar dus ook echt álle fasen:

  • Awareness: bekendheid van de banen bij Jumbo onder de jongeren
  • Consideration: kwalitatieve traffic naar de website én pullfactoren benoemen die het werken bij Jumbo interessant maken
  • Conversion: de doelgroep aansporen om over te gaan tot een sollicitatie bij Jumbo.

Kanalen en content

De authentieke content van Sterre is volgens Lammerts ‘spot-on met wat de doelgroep interessant vindt.’ De campagne was te zien op Meta, TikTok, YouTube, Google en Snapchat. ‘Met name Snapchat was bijzonder, want daar werd een innovatieve campagne gevoerd met een AR filter’, legt Lammerts uit. ‘De content waar gebruik van is gemaakt, is vooral short-form content waarin de call-to-action terugkwam, namelijk het werken bij Jumbo én hoe leuk dat is!’ Per kanaal uitgelegd hoe de aanpak was:

> Google Video Action campaign

Video action campaigns zijn campagnes die skippable en in-feed videoformaten bevatten’, legt Lammerts uit. ‘Deze draaien op YouTube en op het Google video-partners platform. Op deze manier kun je meer bereik genereren dan alleen via YouTube. Dit format bevat naast horizontale uitingen ook de zogeheten vertical ads.’

> Meta en TikTok

Op Meta is de ‘gehele funnel doorlopen met content van Sterre’, legt Lammerts uit. ‘Zo zijn we gestart met een awareness-campagne, gevolgd door traffic en uiteindelijk een conversiecampagne. Daarmee worden weergaven gerealiseerd, kwalitatieve traffic en uiteindelijk sollicitaties.’ De funnel op TikTok was min of meer gelijk aan die van Meta, aldus Lammerts.

@sterreliedewij

Replying to @cookiemonster97531 ik heb nog nooit zulke enge timing gehad als in t eerste stukje #nl #fyp #fy #hallojumbo #jumbo #jumbosupermarkt #hallojumbo #jumbosupermarkt #f1 #f1tiktok

♬ Lobby Music (Original Soundtrack) – Kahoot!

Snapchat

Ook op Snapchat is de gehele funnel doorlopen, aldus Lammerts. Inclusief een AR-filter. Zo’n filter is populair onder Snapchat-gebruikers, vult ze aan. ‘Door interactieve filters kunnen gebruikers op een speelse manier hiervan gebruik maken. Super-relevant voor de branding van Jumbo als werkgever. Snapchat heeft het filter gecreëerd, dat uiteindelijk is ingezet binnen de advertising.’

Naast de Snap Ads als advertenties, was het doel ook zichtbaarheid van het werkgeversmerk Jumbo. ‘Binnen de AR-filter is het doel dat de gebruiker de filter gebruikt als een soort quiz. Je kunt als gebruiker kiezen uit een aantal dilemma’s. Op basis van de keuzes van de gebruikers kwam er een resultaat uit dat toonde welke omgeving interessant is om te werken’, legt Lammerts uit. ‘Denk hierbij aan vakkenvuller, bezorger of werken in het distributiecentrum.’

De Jumbo AR-lens is maar liefst 8,2 miljoen keer getoond.

De Jumbo AR-lens is maar liefst 8,2 miljoen keer getoond, vertelt ze trots. ‘Verder was de gemiddelde afspeeltijd van de lens 21,4 seconden, waar de benchmark ligt tussen de 10 en 15 seconden. Ook heeft de lens ontzettend veel engagement opgeleverd, namelijk 27.700 paginaweergaven naar de werkenbij-site.’ Ook is tijdens de campagne een zogeheten Snapchat Brand Lift Study uitgevoerd, waarvan de resultaten laten zien dat er een significante uplift heeft plaatsgevonden in zowel Ad Awareness als Brand Association. Lammerts: ‘Een waardevolle toevoeging aan de campagne dus!’

60 miljoen impressies

De totale campagne heeft gezorgd voor een groei van 23% in het aantal sollicitaties, vertelt ze. ‘Verder heeft de totale campagne vanuit alle kanalen 60 miljoen impressies behaald, waarvan 50% bij jongeren onder de 25 jaar. Een supergeslaagde campagne dus die zowel veel zichtbaarheid voor het Employer Brand heeft gerealiseerd, maar ook veel directe en kwalitatieve sollicitaties’, sluit Lammerts af.

Lees ook

 

De ‘loonkloof’ is bij zzp’ers al verdwenen

De loonkloof tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers mag dan uiterst hardnekkig zijn (waardoor vrouwen in een heel werkend leven gemiddeld 300.000 euro mislopen), wie er iets aan wil doen zou misschien zijn licht eens moeten opsteken bij zelfstandige professionals. Daar is in elk geval geen significant verschil meer te ontdekken in het uurtarief tussen man en vrouw (gecontroleerd voor relevante (achtergrond)kenmerken zoals leeftijd, werkervaring, opleidingsniveau, vakgebied en aantal werkuren), zo blijkt uit de analyse van 50.350 opdrachten, onderzoeksgegevens van ruim 4.000 zzp’ers van Intelligence Group en data van het CBS.

In de periode voor 2020 is er een sterk significant effect van geslacht op het uurtarief. Tussen 2018 en het eerste kwartaal van 2020 is het uurtarief van vrouwen gemiddeld 14% lager. De trendbreuk lijkt precies samen te vallen met corona. Sinds die tijd is er een steeds minder significante relatie tussen geslacht en uurtarief. Anders gezegd; geslacht is nu geen verklaring meer voor verschillen in uurtarief tussen mannelijke en vrouwelijke zelfstandig professionals.

CBS laat hetzelfde patroon zien

Het CBS heeft geen data van uurtarieven voorhanden, dus is de vergelijking moeilijk te maken. Maar bij het CBS kun je wel nagaan wat het inkomen van zzp’ers is en dat afzetten tegen het gemiddeld aantal uren per jaar dat gewerkt wordt. Voor mannen en vrouwen levert dat onderstaande verschillen op in inkomen per gewerkt uur:

Ook hier valt dus op dat de verschillen tussen mannen en vrouwen over de jaren heen steeds kleiner worden. Waar 15 jaar geleden het verschil in tarief nog zo’n 25% was, is dit sindsdien sterk gedaald en in de laatste jaren en na covid nagenoeg zelfs nagenoeg geheel verdwenen. De data van Intelligence Group bevestigen dit patroon, evenals de ruim 50.000 records van HeadFirst van aangeboden en gematchte mannen en vrouwen.

Thuiswerk als verklaring

Intelligence Group-CEO Geert-Jan Waasdorp ziet de opkomst van het thuiswerken als mogelijke verklaring voor het verdwijnen van de loonkloof onder zelfstandigen. ‘Vóór covid was thuiswerken eerder een additionele voorwaarde waar vrouwen eerder gebruik van maakten, wat mogelijk een negatief effect had op uurtarieven. Tijdens en na covid is thuiswerken voor zowel mannen als vrouwen veel vanzelfsprekender geworden. Dat geeft dus nu geen negatief onderhandelingseffect meer voor vrouwen.’

‘De arbeidsmarktemancipatie van vrouwen als zzp’er en zelfstandig professional is hiermee een feit.’

Verder valt het hem op dat vrouwelijke zelfstandig professionals het beduidend beter doen in het verwerven van nieuwe opdrachten dan mannen. ‘Het is daarom aannemelijk dat het uurtarief van vrouwen aan terrein blijft winnen ten opzichte van mannen. Waarmee de arbeidsmarktemancipatie van vrouwen als zzp’er en zelfstandig professional een feit is.’

Iets hogere succesratio

Verder blijkt uit analyses van de analisten van Intelligence Group dat vrouwen die zonder bemiddelaar op zoek zijn naar een nieuwe opdracht daar significant succesvoller in zijn dan mannen en op zo’n moment zelfs 0,22 euro per uur méér betaald krijgen dan mannen. Worden vrouwen ondersteund door een bureau, dan is de succesratio tussen mannen en vrouwen nagenoeg gelijk (licht in het voordeel van vrouwen), al hebben mannen hier dan weer een net iets hoger gemiddeld tarief per uur (+2%).

Vrouwen die zonder bemiddelaar op zoek zijn naar een nieuwe opdracht zijn daarin significant succesvoller dan mannen.

Het resultaat van het Intelligence Group-onderzoek is opmerkelijk, omdat net vandaag ook het CBS naar buiten komt met cijfers over loonverschillen in de overheid en het bedrijfsleven. Hieruit blijkt dat de loonverschillen tussen mannen en vrouwen nog steeds aanzienlijk zijn: in het bedrijfsleven verdienen vrouwen voor vergelijkbaar werk gemiddeld bijna 7% minder dan mannen. ‘Onacceptabel’, oordeelde (demissionair) minister Van Gennip (SZW) daarover. Daarom zegt ze te werken aan invoering van de Europese richtlijn loontransparantie en zich in te zetten voor meer bewustwording.

Eindejaarsactie

Dit en nog veel meer informatie kun je vinden in het dashboard Giant. Ben je geïnteresseerd in dergelijke gegevens over jouw doelgroep? Profiteer dan van onze aantrekkelijke eindejaarsactie: krijg 10+5 gratis doelgroepanalyses voor slechts 3.000 euro.

Meer informatie en aanmelden 

Banner

Lees ook

 

Actief werkzoekenden zijn bijna op – ook onder HR-personeel

De activiteit op de arbeidsmarkt is al een aantal kwartalen lager dan in alle jaren ervoor. Mensen blijven steeds vaker zitten waar ze zitten, of wachten tot ze worden benaderd. Actieve sollicitanten worden zo steeds meer een uitzondering. Iets wat ook te merken is op HR-afdelingen. Waar vorig jaar nog 12% van de HR-professionals zei naar ander werk te zoeken, is dat dit jaar ruim gehalveerd, naar slechts 4%.

‘De keuze is reuze op de arbeidsmarkt.’

De onderzoekers van Berenschot, AFAS Software en Performa hebben 600 HR-professionals ondervraagd. Ze denken dat de lage arbeidsmarktactiviteit enerzijds te maken heeft met de krapte op de arbeidsmarkt, en ‘de keuze qua banen reuze is’, maar anderzijds ook verklaard kan worden uit toenemende zorgen over economische omstandigheden. ‘Die leiden er mogelijk toe dat mensen vasthouden aan hun huidige werkgever’, aldus Britt Breure, als HR-directeur zelf alweer jaren actief voor AFAS Software.

‘Loyaliteit is mooi, maar…’

Breure zegt de cijfers met gemengde gevoelens te bekijken. ‘Het is natuurlijk mooi dat mensen zo loyaal zijn aan hun werkplek. Dat medewerkers trouw blijven, zegt natuurlijk ook iets over hun algehele tevredenheid. Wel zitten veel Nederlandse bedrijven momenteel ontzettend omhoog om de juiste mensen te vinden. Als je een goede bezetting op HR mist, is werkplezier creëren mogelijk nog lastiger.’

‘Als je een goede bezetting op HR mist, is werkplezier creëren mogelijk nog lastiger.’

Het onderzoek toont voorts aan dat HR-professionals steeds beter beseffen hoe groot hun waarde op de arbeidsmarkt is. In 2021 vond slechts 27% dat zij een sterke positie hadden, tegenwoordig is dat 44%. Breure: ‘Met die verbeterde positie ziet het niet ernaar uit dat er binnenkort veel beweging op de arbeidsmarkt voor HR-professionals in het verschiet ligt. Organisaties die nog zoeken naar HR-professionals doen er dan ook slim aan om HR-werk slimmer en efficiënter aan te pakken. Denk bijvoorbeeld aan het inzetten van je medewerkers als ambassadeurs. Zo mensen over de streep trekken is binnen veel organisaties een geliefd instrument om toch mensen enthousiast te maken voor jou als werkgever.’

Lees ook

5 Arbeidsmarkttrends voor 2024 (met ‘verbinden’ als overkoepelend thema)

Wat heeft de arbeidsmarkt in corporate Nederland in 2024 voor ons in petto? Als we inzoomen van de wereld naar de polder, zien we metatrends als economische stagnatie, polarisatie en onzekerheid. Politiek en sociaal is er een beweging naar traditionele waarden, terwijl technologische ontwikkelingen ons meer lijken te verbazen dan ooit. Dit alles zal ook invloed hebben op onze arbeidsmarkt. Ik verwacht dat we volgend jaar de 5 volgende ontwikkelingen gaan zien:

#1. Van ex- naar interne communicatie

Natuurlijk blijven we ook in 2024 nog intensief campagnes maken om personeel te werven. Maar geleidelijk wordt er minder naar buiten en meer naar binnen gekeken. Sommige organisaties zien dat hun inspanningen op de arbeidsmarkt de afgelopen jaren niet hebben geleid tot het gewenste resultaat. De instroom bleef beperkt en nieuwe collega’s blijven niet wachten op het gouden horloge. Het accent verschuift naar de vraag: hoe kunnen we talent behouden en – als ze blijven – zorgen we dat we het beste uit elkaar halen? Dit sluit aan bij de trend van het...

Dit artikel gratis lezen?

Dit artikel is alleen beschikbaar voor Werf& Pro leden.

Waarom een Werf& Pro account super handig is:

  • Je krijgt toegang tot exclusieve content.
  • De homepage wordt aan de hand van jouw voorkeuren weergegeven.
  • Je ontvangt 2 keer per week onze nieuwsbrief;
  • Je krijgt 10% korting op al onze events*
  • Je ontvangt speciale aanbiedingen van onze partners.
  • Je download gratis het Jaarboek 2022/2023

*Exclusief RLN events

Maak binnen 1 minuut een gratis Werf& Pro account.

Registreren Al een account? Log dan hier in

Deze site onthoudt via een cookie die geplaatst wordt bij inloggen dat gebruikers na 48 uur weer worden uitgelogd. Als je het ‘remember me‘ vinkje aanzet onthoudt de site het voor 14 dagen. Dit geldt niet als je hebt ingesteld in je browser dat wanneer je deze site sluit je  ook meteen je cookies wist.

Over de auteur

Auteur van dit blog is Rik Blokland, oprichter van Creative Direction, creatief netwerkbureau gespecialiseerd in employer branding. Dit is de eerste aflevering in een serie vooruitblikken op 2024 die we komende maand op deze site zullen plaatsen. Zelf ook een blik in de glazen bol werpen? Je bijdrage is welkom.

5 lessen die we kunnen leren uit onderzoek naar 350.000 sollicitatiegesprekken

We moesten het toch nog maar weer eens hebben over sollicitatiegesprekken. Want waar elk onderdeel van het recruitmentproces tegenwoordig wel in enigerlei mate door A.I. lijkt beïnvloed, is dat bij selectiegesprekken nog altijd minder het geval. En dat terwijl juist hier menselijke bias vaak op de loer ligt, en onwetenschappelijke praktijken hoogtij vieren. De onderbuik regeert hier nog vaak, terwijl hier wel de belangrijkste beslissing wordt genomen.

‘Het sollicitatiegesprek is de grootste bepalende factor voor het resultaat van een werving. Het is duur als je het fout doet.’

Maar er zijn inmiddels wel veel initiatieven die het sollicitatiegesprek proberen te analyseren, en daarna ook te verbeteren. In Nederland hebben we bijvoorbeeld In2Dialog, in Amerika is BrightHire hard aan de weg aan het timmeren, met een A.I.-gestuurd interview intelligence platform dat probeert het wervingsproces beter, sneller en rechtvaardiger te maken. Dat alles onder de noemer ‘The interview process is the single biggest driver of every hiring outcome. Getting it wrong is costly.’

Grootste probleem

Kandidaten goed door dit deel van het sollicitatieproces loodsen is inmiddels zelfs uitgegroeid tot het grootste probleem voor recruiters, meldde medeoprichter Teddy Chestnut op LinkedIn’s recente Talent Connect-conferentie. Het vinden van kandidaten, het aantrekken van kandidaten of zelfs het laten accepteren van aanbiedingen, het valt er allemaal bij in het niet, schreef de Amerikaanse journalist Laura Hilgers op LinkedIn.

Op basis van gegevens uit meer dan 350.000 sollicitatiegesprekken met de BrightHire-technologie hebben Chestnut en zijn mede-oprichter Benjamin Sesser de afgelopen jaren een aantal lessen geleerd waardoor sollicitatiegesprekken goed werken en waardoor ze mislukken. Wat ze daarbij hebben opgestoken? Hierbij 5 min of meer verrassende cijfers.

> 77% vindt proces belangrijk

‘Ten eerste: 0% van alle aanwervingen gebeurt zonder sollicitatiegesprek’, aldus Chestnut, het principe van Open Hiring maar even onvermeld latend. ‘Misschien interviewt jouw A.I.-bot op een gegeven moment mijn A.I.-bot en krijg ik de baan terwijl ik aan het golfen ben. Maar in de nabije toekomst staan menselijke gesprekken nog altijd centraal in het recruitmentproces.’

In 50% van de sollicitatiegesprekken worden niet eens de basisprincipes toegepast.

Uit onderzoek blijkt dat 77% van de kandidaten het sollicitatieproces extreem of zeer belangrijk vindt in hun beslissing om bij een bedrijf te gaan werken. Ondertussen zegt 83% van de kandidaten dat een negatieve sollicitatie-ervaring hen van mening kan doen veranderen over een bedrijf of functie. Daarom is het cruciaal om in elk geval de basisprincipes van het sollicitatiegesprek onder de knie te krijgen, aldus Chestnut. Zoals: altijd op tijd komen, begin met een agenda, en laat altijd tijd over voor vragen. Klinkt niet meer dan logisch? Volgens onderzoek van BrightHire worden deze 3 basisprincipes toch slechts in 50% van de gevallen toegepast als de interviewer een hiring manager of iemand uit een wervingspanel is en in 60% van de gevallen als het een recruiter is. Dus zelfs voor professionals is er nog heel wat ruimte voor verbetering.

> 30% meer kandidaten als je 3 dingen bespreekt

Voor de meest succesvolle resultaten moeten recruiters 3 onderwerpen met elke kandidaat bespreken: compensatie, locatie en motivatie. Chestnut: ‘Dit is de kern van wat er in elke screening aan bod moet komen.’ BrightHire ontdekte dat als recruiters deze 3 onderwerpen bespraken, kandidaten 33% minder geneigd waren zich terug te trekken en ze ook 30% meer kandidaten konden aannemen. Logisch, zegt Chestnut. ‘Als we de beloning en werklocatie van tevoren bespreken, worden we niet laat in het proces verrast. En als we vanaf het begin goed inzicht hebben in iemands motivatie, kunnen we effectief verkopen in elke fase van het proces.’

> 100% meer vragen over A.I.

Het gaat in sollicitatiegesprekken niet alleen om de vragen die jij aan de kandidaat stelt, maar net zo goed om de vragen die je van de kandidaat kunt verwachten. En die vragen veranderen voortdurend, aldus Chestnut, die uit zijn analyse haalt dat kandidaten momenteel vooral nieuwsgierig zijn naar 3 onderwerpen:

  • A.I. ‘Het percentage interviews waarin het onderwerp A.I. ter sprake komt, is letterlijk verdubbeld sinds het begin van het jaar’, aldus Chestnut. Hij merkte op dat kandidaten vooral willen weten of A.I. de rol waarvoor ze solliciteren zal veranderen of dat het de strategie van het bedrijf zal veranderen.
  • Ontslagen. ‘Als je bedrijf reorganisaties heeft meegemaakt, of als andere bedrijven in je branche dit hebben moeten doen, dan is dit tegenwoordig absoluut een onderdeel van het gesprek dat je wervingsteam voert met kandidaten.’
  • Hybride werk. Chestnut vroeg zijn publiek hoeveel van hun bedrijven hun thuiswerkbeleid hebben veranderd in de afgelopen 12 maanden. Ongeveer 65% tot 70% stak zijn hand op. Die kleine steekproef toont aan dat er veel veranderd is – en kandidaten willen weten waar jouw bedrijf staat, aldus Chestnut.

> 73% begint op tijd

Een van de interessante dingen die BrightHire heeft gevonden in zijn analyse is dat kandidaten, afhankelijk van hun geslacht, vaak verschillend worden behandeld tijdens sollicitatiegesprekken. Het bedrijf houdt bijvoorbeeld bij of sollicitatiegesprekken op tijd beginnen. Uit de gegevens blijkt dat 73% beginnen binnen 2 minuten na de geplande tijd. Maar als mannen vrouwen interviewen daalt dat percentage tot 68%.

‘Als mannen vrouwen interviewen, beginnen ze minder vaak op tijd.’

Bovendien bevestigde BrightHire het oude vermoeden dat wanneer mannen vrouwen interviewen, de mannen meer praten. ‘We deelden dit met Adam Grant, een van onze adviseurs’, vertelde Chestnut. ‘Hij had meteen zoiets van: oh, ze zijn weer aan het mansplainen.’ Een serieus probleem, aldus de onderzoeker. ‘Als je consistente, rechtvaardige interviews wilt houden, dan is het essentieel dat zoiets zichtbaar is.’

> 4 gesprekken is echt genoeg

Van Google kwam ooit de beroemde ‘rule of four‘: zoveel gesprekken zou je maximaal moeten houden met een kandidaat. Daarboven neemt de voorspellende waarde niet meer toe, zo blijkt. Maar die wetenschap is in de praktijk nog weinig doorgesijpeld, ontdekte Chestnut. En dan nemen ook de kosten bij meer gesprekken nog eens bovenmatig toe, rekende hij voor.

Om één nieuwe medewerker aan te nemen, moet een recruiter vaak al 20 kandidaten screenen.

Om één nieuwe medewerker aan te nemen, moet een recruiter vaak 20 kandidaten screenen, legde de onderzoeker uit. ‘Laten we zeggen dat hij of zij er 10 doorgeeft aan de wervingsmanager om te screenen. Van die 10 gaan er 5 door naar de echte sollicitatiegesprekken. Als elke kandidaat 4 gesprekken heeft, zijn dat 20 gesprekken. ‘Dit is geen raketwetenschap’, zegt Chestnut. ‘Als je meer interviews toevoegt, kost het meer tijd.’ En meer tijd betekent meer (dure) mensuren. Bovendien ontdekte BrightHire dat als je geen 4 maar 8 interviews houdt, je conversiepercentage keldert en kandidaten beginnen af te haken. ‘Beperk dus je aantal sollicitatiegesprekken’, aldus Chestnut. ‘Het zal je bedrijf niet alleen geld besparen, maar ook betere resultaten opleveren.’

Meer weten?

Als je meer wilt weten over sollicitatieprocessen, download dan BrightHire’s Interview Maturity Model.

Interview Maturity Model

E-learning?

Bij de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie is ook een e-learning beschikbaar met alle basisprincipes voor het voeren van gestructureerde selectiegesprekken, om zo een vakbekwame selecteur te zijn. Dit kan als recruiter, leidinggevende, HR-medewerker en voor iedereen die interesse heeft in het voeren van selectiegesprekken.

E-learning

Oké, de arbeidsmarkt moet prio krijgen. Maar gaat meer uren werken écht helpen?

In de verkiezingscampagne was het nauwelijks een thema, en ook in de partijprogramma’s kwam het nauwelijks aan bod. Toch beheersten weinig onderwerpen de afgelopen jaren de actualiteit zoveel als de personeelstekorten. En gezien de demografische ontwikkelingen lijkt dat voorlopig ook nog zeker niet verdwenen. Zelfs het Sociaal en Cultureel Planbureau constateerde hier al een gapend gat. En ook de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) deed recent – in een nieuw rapport – een duit in het zakje.

‘De participatie is hoog, maar het aantal gewerkte uren is laag, vooral bij vrouwen.’

‘Het aanpakken van de krapte op de arbeidsmarkt moet een van de grootste prioriteiten zijn van het nog te vormen nieuwe kabinet’, aldus de OESO. Er moet volgens hen in het beleid veel meer aandacht komen voor training, vooral voor ‘groene’ en digitale vaardigheden, om zo de energietransitie te kunnen versnellen en de langdurige mismatch op de arbeidsmarkt te reduceren. Ook vindt de OESO dat we eens moeten kijken naar het ingewikkelde systeem van toeslagen, zodat meer uren werken ook sneller meer gaat...

Dit artikel gratis lezen?

Dit artikel is alleen beschikbaar voor Werf& Pro leden.

Waarom een Werf& Pro account super handig is:

  • Je krijgt toegang tot exclusieve content.
  • De homepage wordt aan de hand van jouw voorkeuren weergegeven.
  • Je ontvangt 2 keer per week onze nieuwsbrief;
  • Je krijgt 10% korting op al onze events*
  • Je ontvangt speciale aanbiedingen van onze partners.
  • Je download gratis het Jaarboek 2022/2023

*Exclusief RLN events

Maak binnen 1 minuut een gratis Werf& Pro account.

Registreren Al een account? Log dan hier in

Deze site onthoudt via een cookie die geplaatst wordt bij inloggen dat gebruikers na 48 uur weer worden uitgelogd. Als je het ‘remember me‘ vinkje aanzet onthoudt de site het voor 14 dagen. Dit geldt niet als je hebt ingesteld in je browser dat wanneer je deze site sluit je  ook meteen je cookies wist.

Lees ook