Deze 5 valkuilen moet je sowieso vermijden in vacatureteksten

#1. Spelfouten

Het klinkt als een dooddoener, maar het komt toch nog steeds maar al te vaak voor: spel- en grammaticale fouten in vacatureteksten. De meest voorkomende? ‘Opzoek’ in plaats van ‘op zoek’. Maar ook ‘CV’ in plaats van ‘cv’ en overbodige spaties komen veelvuldig voor.

#2. Geen salaris vermelden

Praten over salarissen is nog steeds taboe, maar zou het niet moeten zijn. Zoals Nicol Tadema al zei, is het een manier om je te onderscheiden in deze krappe arbeidsmarkt en hebben kandidaten ook behoefte aan de informatie. Bovendien gaat Google for Jobs er ook om vragen, en anders gaan ze zelf een salaris bij jouw functie verzinnen.

#3. Een oude vacaturetekst gebruiken

Functies vernieuwen. Een vacaturetekst hergebruiken is daarom not done. Bovendien is het maar de vraag of de functie nog wel exact hetzelfde is en wat voor kandidaat je wilt bereiken. Lees daarom altijd je vacaturetekst nog eens goed door, pas aan waar nodig en vermijd dezelfde teksten.

Namen als ‘praatjesmaker’ zijn misschien grappig, maar niet duidelijk

#4. Gebruik van clichés

De salestijger die een hands-on-aanpak en geen 9-tot-5-mentaliteit heeft en flexibel moet zijn, dat kennen we inmiddels wel. Vermijd de clichéwoorden dan ook en omschrijf gewoon duidelijk wat de functie inhoudt. Daar heeft de kandidaat het meest aan.

#5. Een interne functienaam inzetten

Denk aan namen als ‘chef praatjesmaker’, ‘social samurai’ en ‘verloningskoning’: ze klinken misschien grappig, maar de kandidaat heeft geen idee wat hij zich erbij voor moet stellen. Bovendien wordt je vacature minder snel gevonden op Google als je zo’n naam gebruikt: niemand zoekt er namelijk op.

Meer weten?

Volg dan de Leergang Recruitment van de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie vanaf 7 oktober 2019. In deze praktische recruitmentopleiding leer je alles om kandidaten te vinden en in beweging te brengen uitgaande van je eigen recruitmentkracht. Dorien Waasdorp, auteur van dit artikel, is een van de docenten. Schrijf je uiterlijk 29 juli in en ontvang een vrijkaart voor het Werf& Selectie Jaarcongres op 15 oktober 2019. Meer informatie vind je hier.

Zéér zomerse terugblik op allereerste Festival ‘Recruitment in de zon’

Het was op het Rotterdamse terrein Weelde op 27 augustus soms broeien van de hitte. Maar de gezellig relaxte sfeer, de ijsjes en de prachtige, inspirerende locatie maakte veel goed voor de allereerste editie van het festival ‘Recruitment in de zon’. Soms in oude stallen, maar vaak ook gewoon buiten, deden ruim 150 bezoekers actuele kennis op, uit het programma dat was samengesteld door de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie (in samenwerking met Werf&). Hieronder een korte foto-impressie.

Een echte festivalsfeer

Wim Thielemans was helemaal uit België gekomen, om zijn bijzondere kijk op betere sollicitatiegesprekken nog eens met het Nederlandse publiek te delen.

Buiten legde Liesbeth Gouda uit hoe je ook als recruiter aan je personal brand kunt werken (en wat een flamingo daarmee van doen heeft…).

Voor Edwin Vlems was het de eerste keer in zijn leven dat hij in korte broek presenteerde. Het maakte zijn verhaal over ‘inbound recruitment’ er zeker niet minder om.

Bij gecertificeerd yoga-lerares én recruitmenttrainer Ellen van Dieren konden de bezoekers terecht voor een stukje lichamelijke ontspanning.

Maar ook buiten de yoga-les was er af en toe ruimte om lekker ontspannen met elkaar van gedachten te wisselen…

Zo net na de zomer is het natuurlijk ook een mooi moment om weer eens met iedereen bij te praten. En wat helpt daar beter bij dan een divers samengesteld festival?

Monique de Jong liep samen met haar toehoorders door alle stappen van de Candidate Journey heen, en liet met mooie voorbeelden zien hoe ze daar bij verschillende werkgevers op inspeelt.

Oude tijden herbeleven

Ronald van Driel en Peer Goudsmit lieten de oude tijden van Martin Brozius herleven. Hoe groot is het verloop in je organisatie? En hoeveel vacatures heb je dan per jaar? A, B of C? Rèèèn… je rot!

Peer Goudsmit legt tegelijk nog één keer uit waarom de vacature-intake volgens hem zo belangrijk is en nóóit vergeten mag worden.

Marion de Vries had disruptie als onderwerp gekozen en riep haar gehoor op eens wat vaker te breken met conventies. Als je durft…

Carerix’ Bo Stevens leidde samen met Nicol Tadema de bezoekers rond in de wondere wereld van Google for Jobs.

Inge Vuik (Intelligence Group) vertelde – aanvankelijk nog zonder ventilator aan – hoe je kandidaten kunt verrassen in je proces, en zo de concurrentie kunt voorblijven.

Met letterlijke workshops

Het begrip ‘workshop’ was op dit festival eindelijk zo af en toe weer eens letterlijk genomen. En dat ondanks de hitte!

Martijn Hemminga in actie, in een sessie over de balans tussen robot en recruiter: wie gaat er uiteindelijk bepalen wie jouw volgende werknemer wordt?

Suzanne van Triest wist ondertussen de luisteraars buiten te boeien met haar leuke praktijkvoorbeelden van strategische employer branding.

Ook aan de inwendige mens was gelukkig gedacht. Een flinke rij voor de lunch, in de brandende zon, maar de kwaliteit van de catering maakte gelukkig veel goed.

festival recruitment in de zon

Heleen Stoevelaar liet vervolgens haar publiek ook stevig zweten, maar opende ook heel wat ogen met haar verhaal over het belang van referral, en daarbij ook een aantal verrassende tips over hoe je dat dus vooral níet moet aanpakken.

festival recruitment in de zon

Gözde Yilmaz, de ‘vloggende IT-recruiter’, had aan het begin van de dag nog wat technische problemen, maar kreeg gelukkig later nog een keer de kans om haar verhaal over het belang van video nog eens goed onder de aandacht te brengen.

festival recruitment in de zon

Het zonnigste festival in recruitment ooit

De setting mocht ongedwongen zijn, de interesse en de leergierigheid was er zeker niet minder om. festival recruitment in de zon

Uw verslaggever mocht tot twee keer toe uitleggen wat in zijn ogen nu een goed blog maakt. Belangrijkste boodschap: niet te veel overleggen, maar gewoon beginnen. Dan leer je het snelst.

festival recruitment in de zon

Mees van Velzen (MrWork) speelde in Rotterdam een thuiswedstrijd. Zijn verhaal over ‘de Gouden Eeuw van Recruitment’ ging er overigens ook goed in bij het grote aantal aanwezigen.

festival recruitment in de zon

Een zonnige dag, dat was dit festival, voor iedereen… Zeer waarschijnlijk het zonnigste festival in de wereld van recruitment óóit.

festival recruitment in de zon

En dat op een – het mag gezegd – heel bijzondere festivallocatie.

Dus rest maar één conclusie: op naar volgend jaar!

festival recruitment in de zon

Lees ook:

fotografie: Jannike Huisman (Intelligence Group)

Algoritmes zijn niet neutraal: op deze 5 gebieden kan het misgaan

Een jaar geleden bleek het algoritme dat Amazon gebruikt om personeel te selecteren, gevoelig voor discriminatie. Maar al in 2011 waarschuwden onderzoekers Solon Barocas en Andrew Selbst hiervoor. In het artikel Big data’s disparate impact schrijven ze over de gevaren die data mining, AI, machine learning en algoritmes in werving en selectie kunnen vormen. Dit leidt volgens hen tot 5 mogelijke vormen van bias en potentiële bronnen van discriminatie.

In een recente artikelenreeks behandelt de NSvP (Nederlandse Stichting voor Psychotechniek) al die 5 vormen nog eens uitgebreid:

  1. De ‘target variable’ en ‘class labels’
  2. Trainingsdata 
  3. Feature selection,
  4. Proxies, en
  5. Masking

Omdat het ook voor recruiters zo’n relevant onderwerp is, hierbij nog eens een samenvatting daarvan:

Bias #1: De doelvariabele

Stel, een organisatie wil bepalen wie je uit een grote groep kandidaten moet selecteren. Dan kun je in een grote dataset aangeven wie in de afgelopen tijd beviel als hoogproductieve, ‘goede werknemer’, om vervolgens het algoritme op zoek te laten gaan naar een nieuw succesverhaal.

Maar meteen dienen zich dan vragen aan. Belangrijk daarbij zijn de begrippen ‘target variables’ (doelvariabelen) en ‘class labels(klassenlabels). De doelvariabele slaat op de gewenste uitkomst, in dit voorbeeld: een ‘goede’ werknemer. De klassenlabels verdelen alle mogelijke eigenschappen van de doelvariabele in categorieën. Maar hoe dat begrip van ‘een goede werknemer’ te vertalen naar een programmeerbare probleemstelling? Dat is een subjectieve stap, die gevoelig kan zijn voor discriminatie.

Wat als je kijkt naar wie vaak te laat komt? Ook hier kan discriminatie het algoritme insluipen.

Zo kun je bijvoorbeeld ervoor kiezen om de arbeidsduur bij je organisatie als variabele te nemen. Maar wat als vrouwen gemiddeld korter bij je werken, omdat ze er eerder voor kiezen een aantal jaar voor de kinderen te zorgen? Dat zou hen systematisch benadelen in het algoritme. Of, ander voorbeeld: wat als je kijkt naar wie vaak te laat komt? Ook hier kan discriminatie het algoritme ‘insluipen’, als bijvoorbeeld armere mensen over het algemeen verder blijken te moeten reizen.

Bias #2: De trainingsdata

Het gaat bij algoritmes niet alleen om wat je als doelvariabele benoemt, maar ook om hoe je het algoritme traint. Van de vijf mechanismen is dit misschien wel hét belangrijkste aspect om bewust van te zijn, aldus de auteur.

Van de vijf mechanismen is dit misschien wel hét belangrijkste aspect om bewust van te zijn.

De data waarmee een algoritme zich voedt, vallen uiteen in twee categorieën: labelling examples’ en data collection’. Bij ‘labelling examples’ draait het erom hoe voorheen keuzes zijn gemaakt  – als eerder foutieve of onbetrouwbare data zijn gebruikt, zal het algoritme de vooroordelen hiervan immers reproduceren. ‘Data collection‘ is waar het misging in het eerdergenoemde Amazon-voorbeeld: het bedrijf wilde werknemers aannemen die dezelfde kwaliteiten bezaten als hun meest succesvolle werknemers van de afgelopen 10 jaar. Maar omdat in die periode de meeste sollicitaties van mannen kwamen, werden dankzij het selectie-algoritme ook vooral mannen aangenomen. Een helder voorbeeld van ondervertegenwoordiging van vrouwen in de dataset. Op basis hiervan leerde het algoritme zichzelf dat het mannelijk geslacht vele malen succesvoller was. Het besloot daarom mannen de voorkeur te geven.

Pas op voor ondervertegenwoordiging

Ondervertegenwoordiging is iets waarover veel onderzoekers zich zorgen maken. Het systematische uitsluiten van mensen die leven op de rand van de ‘big data’-samenleving, zorgt ervoor dat hun leven minder ‘datafied’ is – er worden simpelweg systematisch minder gegevens over hen verzameld. Met als gevolg dat ze ook minder komen bovendrijven bij een zoektocht. Bij analyse van zulke slecht samengestelde datasets liggen foutieve conclusies en discriminatie op de loer.

Bij analyse van slecht samengestelde datasets ligt discriminatie continu op de loer.

Het onderwerp ‘trainingsdata’ biedt ontzettend veel voorbeelden wat betreft (onbedoelde) discriminatie. Bekend is ook het Britse St. George’s ziekenhuis, dat een computerprogramma ontwikkelde om aanmeldingen voor hun medische school te sorteren op basis van eerdere toelatingsbeslissingen. Die eerdere (menselijke) beslissingen bleken echter systematisch aanmeldingen afgekeurd te hebben van vrouwen en etnische minderheden, terwijl zij op papier even geschikt waren. Hierdoor leerde het computerprogramma zichzelf dezelfde ‘regels’ aan: door het toelatingsproces te automatiseren werden de oude vooroordelen dus systematisch herhaald, wat de carrièrevooruitzichten voor vrouwen en etnische minderheden systematisch negatief beïnvloedde. Een klassiek voorbeeld dus van ‘garbage in = garbage out’. LinkedIn maakt zich hier overigens op een soortgelijke manier schuldig aan, met zijn Talent Match-functie, aldus de auteur.

Bias #3: Feature selection

Feature selection gaat om de kenmerken die een organisatie selecteert om het algoritme te laten uitzoeken. Denk: ‘wil je een slimme kandidaat – neem dan iemand met een universitair diploma’. Je kunt een algoritme immers niet ieders IQ laten achterhalen. Maar is dat kenmerk wel het beste om de eigenschap vast te stellen?

In de fase van ‘feature selection´ kiezen bedrijven vaak voor kenmerken die redelijk (goedkoop) voor het grijpen liggen. Maar door slechts een paar indicatoren te selecteren kan een bias ontstaan. Laten we even bij het voorbeeld van opleidingsniveau blijven. Met name in Amerika is de reputatie van de universiteit waar je hebt gezeten heel belangrijk. Maar toegelaten worden tot zulke universiteiten vereist vaak een flinke portemonnee en zegt lang niet altijd iets over iemands werkelijke kwaliteiten. Dat kan dus leiden tot indirecte discriminatie.

Waar je bent afgestudeerd, zegt lang niet alles over je kwaliteiten.

Bedrijven hebben dus goede redenen om naar méér eigenschappen te kijken dan alleen academische kwalificaties, maar deze informatie is nu eenmaal gratis beschikbaar, en daarom nemen ze er toch genoegen mee. Dat ze hiermee veel (en mogelijk zelfs veel betere) kandidaten buitensluiten is een rationele keus: het bespaart geld, en ze weten dat de overwogen kandidaten toch uitstekende capaciteiten en kennis hebben ontwikkeld.

Bias #4: Proxies

Een vierde bias in algoritmes kan ontstaan bij ‘de ‘zelfstandige’ beslissingsprocessen van algoritmes, oftewel de ‘proxies’. Proxies zijn cijfers die correlaties aanduiden tussen bepaalde concepten, zodat ze kunnen dienen als een soort voorspellers. Denk: blond haar als een proxy voor een blank huidtype. Aan de hand van zulke correlaties delen algoritmes mensen in groepen in. En ook dit kan weer tot bias en (onbewuste) discriminatie leiden.

‘Uit iemands Facebook-vrienden kan al diens geaardheid worden afgeleid.’

Het probleem komt voort uit wat onderzoekers ‘redundant encodings’ noemen, of: overtollige coderingen. Hiervan is sprake als relevante informatie voor een bepaalde keuze onverwacht zo gecodeerd is dat deze ook lidmaatschap van bepaalde groepen kan aanduiden. Zo stelde een onderzoek al eens dat uit iemands Facebook-vriendschappen diens seksuele geaardheid zou kunnen worden afgeleid, zonder dat de gebruikers dit expliciet vermeldden.

Wat zit er in de black box?

Algoritmes blijken dus in staat patronen te herkennen, en conclusies te trekken, zonder dat de dataset daar expliciete informatie over bevat. Dat kan er vervolgens in resulteren dat het algoritme – geheel onbedoeld – de nieuw verzamelde informatie meeneemt in het keuzeproces. Waar dit kan misgaan, maakte bijvoorbeeld Cathy O’Neil duidelijk in haar boek ‘Weapons of Math Destruction’: een Engels bedrijf gebruikte een recruitment-algoritme op basis van eerdere aannamedata. In het verleden waren echter steeds kandidaten met mindere bekwaamheid in het Engels afgewezen; meestal mensen met een buitenlandse achtergrond. Dit resulteerde erin dat het algoritme ‘leerde’ dat ‘Engelse’ namen geassocieerd werden met betere kwalificaties dan ‘buitenlandse’ namen. Zulke namen werden zo een proxy voor: slechte bekwaamheid in het Engels. Discriminatie op naam blijkt dus ook niet zomaar te voorkomen door – op voorhand neutrale – algoritmes in te zetten.

‘De ‘black box’ lijkt momenteel de grootste zorg omtrent de algoritmisering van de samenleving.’

Het proxy-probleem blijkt lastig op te lossen. Want door eenvoudigweg deze variabelen uit de datamining-oefening te verwijderen, worden ook vaak de criteria verwijderd die aantoonbare en gerechtvaardigde relevantie hebben. Maar verwijder je ze niet? Dan zullen de algoritmes keer op keer nieuwe patronen blijven ontdekken. Vaak wordt hierbij gesproken van ‘the black box’. Deze ‘black box’ lijkt momenteel de grootste zorg omtrent de algoritmisering van de samenleving. Hoe meer we willen weten, hoe minder we nog kunnen volgen hoe kennis tot stand komt. We worden daarmee steeds afhankelijker van het systeem. Dat maakt het des te lastiger biases te voorkomen.

Bias #5: Masking

Het laatste gebied waarop het gebruik van algoritmes onbewust discriminatie in de hand kan werken, gaat om handvatten om juist bewúst te discrimineren. Dit wordt aangeduid met de term: masking. Algoritmes kunnen traditionele vormen van opzettelijke discriminatie namelijk makkelijker maskeren. Simpel gezegd: elke vorm van discriminatie die onopzettelijk gebeurt, kan net zo goed opzettelijk zijn gedaan.

‘Elke vorm van discriminatie die onopzettelijk gebeurt, kan net zo goed opzettelijk zijn gedaan.’

Ten eerste kan men bijvoorbeeld knoeien met de dataverzameling. Denk: met opzet de verzameling van gegevens beïnvloeden om ervoor te zorgen dat data mining patronen onthult die minder gunstig zijn voor leden van bepaalde groepen. Ten tweede kunnen besluitvormers er voor kiezen om beperkte algoritmes in te zetten die alleen ‘kort door de bocht’ redenaties mogelijk maken – met als resultaat meer beslissingen op basis van foutieve aannames. Of ze maken juist gebruik van de overmatige nauwkeurigheid van algoritmes. Met andere woorden: datamining kan werkgevers de kans bieden leden van bepaalde groepen te onderscheiden (en te benadelen), zelfs als ze niet expliciet weten tot welke groep iemand behoort. En bewijzen dat een bedrijf met zulke intenties handelt blijkt bijzonder moeilijk. Dit geeft ze bijna vrij spel om opzettelijk te discrimineren.

Puur hypothetisch voorbeeld

Een puur hypothetisch voorbeeld: een organisatie zou zwangere vrouwen kunnen discrimineren, terwijl die discriminatie moeilijk te ontdekken zou zijn. Zo heeft de Amerikaanse winkel Target naar verluidt een ‘zwangerschaps voorspelling’-score opgesteld, door het winkelgedrag van klanten te analyseren op basis van ongeveer 25 producten. Koopt een vrouw een paar van die producten, dan kan Target redelijk nauwkeurig voorspellen dat ze zwanger is. Target gebruikte deze voorspelling voor gerichte marketing, maar een organisatie zou een dergelijke voorspelling natuurlijk ook kunnen gebruiken voor uitsluiting van deze groep bij sollicitaties.

Conclusie: het gebeurt nu ook al

Gelukkig zijn er redenen om ons niet al te druk te maken over deze laatste vorm van variatie, aldus de auteur. Want dit soort discriminatie is natuurlijk niet voorbehouden aan algoritmes. De meeste gevallen van discriminatie op de arbeidsmarkt zijn nu al moeilijk genoeg om te bewijzen; en werkgevers die echt willen handelen naar hun vooroordelen hebben er weinig baat om zulke complexe en kostbare mechanismen te ontwikkelen om hun bedoelingen verder te maskeren.

Algoritmes kunnen discriminatie in de hand werken, maar dat maakt ze nog niet op voorhand ongeschikt.

En zo is het natuurlijk maar net. Algoritmes kunnen discriminatie op allerlei manieren in de hand werken, maar dat maakt ze nog niet op voorhand minder geschikt voor werving en selectie dan het menselijke oordeel. Zoals Bas van de Haterd hier al eerder stelde: ‘Als mij wordt gevraagd wordt waarom ik zo positief ben over het gebruik van algoritmes in selectiek, dan is dat omdat het algoritme dat we nu gebruiken – het algoritme in ons hoofd – kapot is. Omdat ik geloof dat we de lat niet heel hoog hoeven te leggen als we het beter willen doen dan we het nu doen.’

Doe mee aan de challenge

De organisatie achter de oorspronkelijke artikelenreeks, de NSvP, stelt 3x 10.000 euro aan subsidie ter beschikking voor innovatieve plannen die laten zien wat de meerwaarde is van AI in werving en selectie en die demonstreren dat de bijdrage van AI een betere en meer inclusieve arbeidswerking genereert ten opzichte van traditionele recruitmentprocessen.

Wil je meedoen aan deze AI x Recruitment Challenge? Of de informatie over de Challenge nog eens rustig nalezen? Kijk dan op de speciale Challenge-pagina. Op 4 september sluit de inschrijving.

Of kijk eerst eens rond in het dossier Algoritmisering van de Arbeidsmarkt, waar ook de artikelen van Céline Blom te vinden zijn.

Lees ook:

Opnieuw bewezen: ervaring blijkt lousy succesvoorspeller

Als er één ding is waar bijna alle werkgevers op letten bij hun sollicitanten, dan is het wel: ervaring. Zelfs voor de meest junior functie wordt al ervaring in een soortgelijke baan gevraagd. Simpelweg vanuit de veronderstelling: wie het ergens anders eerder gedaan heeft, zal het hier ook wel kunnen.

Zelfs voor de meest junior functie wordt al ervaring in een soortgelijke baan gevraagd.

Maar zo is het dus niet, blijkt andermaal uit onderzoek. Sterker nog, Chad H. Van Iddekinge van de Florida State University bekeek maar liefst 81 studies die de link onderzochten tussen eerdere werkervaring en de prestaties in een nieuwe organisatie. En wat vond hij? Nagenoeg niets. Zelfs als mensen taken hadden volbracht, rollen hadden vervuld of in functies of branches hadden gewerkt die relevant waren voor hun huidige baan, bleek dit nauwelijks betere prestaties te voorspellen.

Zelf ook verbaasd

Hij is er zelf ook verbaasd over, vertelt Van Iddekinge in een interview met Harvard Business Review. ‘Het lijkt zo vanzelfsprekend dat iemand die de baan al eerder gedaan heeft in het voordeel is tegenover iemand zonder die ervaring. Maar in alle studies die we onderzochten, konden we hooguit een heel lichte relatie ontdekken tussen ervaring en prestatie, zowel in training als on the job.’

‘Ervaren mensen blijken ook niet langer te blijven.’

De hoogleraar keek ook naar een eventuele relatie tussen eerdere werkervaring en retentie, oftewel: blijven ervaren mensen langer op een nieuwe plek? Ook hier echter: ‘zero correlation’. En dat terwijl ervaring dus meestal een van de eerste vereisten is in een vacature. Maar liefst 82 procent van de vacatures vraagt er expliciet om, ontdekte Van Iddekinge. 

‘Ervaring zegt weinig over kwaliteit’

Hoe het komt dat ervaring zo weinig bepalend is? Van Iddekinge houdt een slag om de arm, maar denkt dat het ermee te maken heeft dat ervaring weinig zegt over de kwaliteit van die ervaring, of de significantie die de medewerker in die tijd had. Simpelweg dat je ergens gewerkt hebt, zegt nog niet dat je daar belangrijk bent geweest, of geleerd hebt hoe iets moet. ‘Werkervaring is geen meetlat van gedrag’, zoals de hoogleraar het noemt.

‘We kunnen ons beter focussen op eerdere prestaties dan op ervaring alleen.’

Gedrag in het verleden voorspelt gedrag in de toekomst, dat noemt Van Iddekinge zelfs ‘een van de uitgangspunten van ons vakgebied’. Maar dat maakt het rijtje werkgevers op een cv nog niet voorspellend, benadrukt hij. ‘We zouden ons daarom beter kunnen focussen op eerdere werkprestaties dan op alleen ervaring. En we zouden ook moeten willen weten of mensen hebben geleerd van hun eerdere ervaringen. Daar zijn veel mensen namelijk niet zo goed in. En ten slotte moeten we ook beseffen dat ervaring in de ene organisatie misschien wel prestaties belemmert in de andere, als die nieuwe organisatie heel anders werkt of een heel andere cultuur heeft.’

De STAR-methode kan helpen

Van Iddekinge pleit er ook voor om kandidaten goed door te vragen op bepaalde situaties. Hoe gedroegen de kandidaten zich? De STAR-methodiek (Situatie-Taak-Actie-Resultaat) kan daarbij volgens hem helpen. ‘Maar niet elke werkgever selecteert op die manier. En het is mogelijk dat potentieel goede kandidaten al zijn afgewezen wegens gebrek aan ervaring, voordat ze überhaupt maar de kans krijgen hun gedrag te verduidelijken.’

‘Er bleek een zekere relatie te bestaan tussen ervaring en prestaties na 3 maanden.’

En het is trouwens ook niet dat zo ervaring helemáál niets zegt, benadrukt hij ook. ‘We vonden een kleiner onderzoek dat ervaring en prestaties vergelijkt na 3 maanden, 2 jaar en 5 jaar in een nieuwe functie. Daarbij bleek een zekere relatie te bestaan tussen ervaring en prestaties na 3 maanden. Misschien waren die mensen al meer gewend aan werk in het algemeen, of kregen zij van hun managers gewoon snel betere beoordelingen. Maar ook hier bleek dat na verloop van tijd eerdere ervaring steeds minder belangrijk wordt voor prestaties in de huidige baan.’

Einde verhaal voor ervaring als selectiecriterium?

Is het realistisch om te verwachten dat ervaring verdwijnt als selectiecriterium? Van Iddekinge heeft er een hard hoofd in, ondanks zijn toch vrij overtuigende onderzoeksresultaten. ‘Ervaring is makkelijk te testen. Heb je drie jaar in sales gewerkt? Heb je eerder leidinggegeven? Het is een simpel ja of nee. Bestaande vaardigheden en werkelijke kennis zijn veel lastiger uit een cv te halen. Maar in deze krappe arbeidsmarkt kunnen organisaties het zich niet veroorloven om goede kandidaten zomaar af te wijzen omdat ze de ervaring zouden missen die jij toevallig als eis in je vacaturetekst hebt gezet.’

‘Weinig organisaties verzamelen data om effectief over hun mensen te beslissen.’

Er zijn volgens hem ook wel betere criteria denkbaar. Het beginpunt daarbij: data verzamelen over wat je beste van je minder goede medewerkers onderscheidt. Daar kun je vervolgens op selecteren. Wat ook helpt: functierelevante testen. ‘Het probleem is alleen dat de meeste organisaties dat niet doen. Ze verzamelen volop data over producten, marketing en finance, maar ze gebruiken zelden data om effectieve beslissingen over hun mensen te maken.’

5 jaar onderzoek

Van Iddekinge deed 5 jaar over het onderzoek, waarover hij publiceerde in Personnel Psychology. Met zijn collega’s bekeek hij in totaal meer dan 1.500 studies van de afgelopen 60 jaar, verdeeld over allerlei beroepsgroepen. Ze keken zowel naar beoordelingen van managers over medewerkers, als naar meer ‘harde’ prestatiecriteria, zoals sales- of productievolumes. Uiteindelijk bleken er zo’n 80 onderzoeken bruikbaar voor de meta-analyse.

Lees ook:

Funny Friday: inwoners van deze Friese gemeente bepalen mede wie er ambtenaar wordt

In de ‘sollicitatieraad’ die deze gemeente wil benoemen kunnen straks zeven betrokken inwoners zitting nemen. Zij gaan vervolgens helpen met meedenken en adviseren over het aannamebeleid. Leeftijd en achtergrond spelen daarbij geen rol, iedereen is welkom om zich aan te melden, zolang de inwoner maar betrokken is. Wel wil de gemeente in de samenstelling rekening houden met een representatieve raad.

‘Leden van de sollicitatieraad krijgen een hoofdrol in de wervingscampagne voor nieuwe medewerkers.’

Leden van de sollicitatieraad bepalen straks mede aan welke waarden nieuwe medewerkers worden getoetst en geven input voor interviews en rollenspellen met kandidaten. Ook krijgen ze een hoofdrol in de wervingscampagne voor nieuwe medewerkers, door middel van foto’s en eventueel video’s. Veel tijd zal de raad niet kosten: de inwoners zijn er een paar dagen per jaar aan kwijt, zo belooft de gemeente.

Logisch, maar toch uniek

Burgemeester Fred Veenstra noemt het ‘logisch’ om ook inwoners een stem te geven in de werving en selectie van nieuwe ambtenaren. ‘Mensen die in dienst staan van onze gemeente zijn er immers voor jóu als inwoner.’ Niettemin is de sollicitatieraad vooralsnog uniek in Nederland, weet hij ook.

‘De sollicitatieraad is vooralsnog uniek in Nederland.’

Aanmelden kan tot 15 september. Ambtenaren die nu al in de gemeente werken mogen niet meedoen. De gemeente hoopt uiterlijk 14 oktober de zeven leden van de sollicitatieraad bekend te maken. Burgemeester Veenstra zal de sollicitatieraad vervolgens voor 1 december installeren tijdens een speciale bijeenkomst in het gemeentehuis. En belangrijke kip-ei-vraag: hoe worden die mensen die mogen meedenken over de selectie van ambtenaren eigenlijk zélf geselecteerd? Dat gebeurt vooralsnog gewoon op de ‘ouderwetse manier’. Dus via een gesprekkenronde met ambtenaren, en dus ook zónder inspraak van inwoners…

Zelf een leuk idee voor Funny Friday?

Elke vrijdag eindigen we met lichte voet op Werf& met de rubriek Funny Friday. Heb jij een leuk idee? Laat het ons weten!

14 redenen om het sollicitatiegesprek bij het grofvuil te zetten

Al meer dan een eeuw lang maakt het sollicitatiegesprek een belangrijk deel uit van elke procedure waarbij geschikte kandidaten voor een functie worden bepaald. Maar waarom eigenlijk? In deze tijd hebben zulke gesprekken veel van hun waarde verloren. Ze kosten veel tijd en moeite, bezorgen de kandidaat doorgaans de zenuwen, maar voorspellen nauwelijks of iemand succes zal hebben.

‘Er is iets ontzettend mis met de selectieprocessen die we nu nog vaak gebruiken.’

Een muntje opgooien is vaak net zo accuraat, betoogde bijvoorbeeld recent ook John Sullivan. ‘Kandidaten kunnen nu online interviewvragen makkelijk achterhalen, en hun antwoorden vast oefenen voor hun eigen telefooncamera. Daardoor zijn sollicitatiegesprekken bedorven en vrijwel waardeloos geworden’, zegt de Amerikaanse recruitmentgoeroe. Met alle nadelige gevolgen van dien. ‘Er is iets ontzettend mis met veel huidige selectieprocessen. En dan vooral met het sollicitatiegesprek.’

Nul correlatie met prestatie

Onderzoek bij Google naar tienduizenden sollicitatiegesprekken laat zien dat ze vrijwel nul correlatie hebben met hoe iemand uiteindelijk presteert in een bepaalde baan. Sullivan noemt (minstens) 14 redenen waarom zulke gesprekken tegenwoordig hun waarde als voorspeller verloren hebben, en vaak zelfs wel eens meer kwaad dan goed kunnen doen:

#1. De vragen weten leidt tot standaard antwoorden

Op sites als Glassdoor kunnen kandidaten tegenwoordig per bedrijf en vaak zelfs per functie zien welke vragen worden gesteld, en zelfs wat het ideale antwoord erop is. Dit leidt tot voorbereide, nauwelijks authentieke antwoorden, die weinig persoonlijks over de kandidaat vertellen.

#2. Oefening baart kunst, maar nog geen goede kandidaat

Er is online allerlei software te vinden waarmee je als kandidaat je sollicitatiegesprek virtueel kunt oefenen. Ook dat komt de authenticiteit natuurlijk niet ten goede. Het leidt in het beste geval tot mensen die goed het toneelstukje van een sollicitatiegesprek kunnen opvoeren, zegt Sullivan. En dat is natuurlijk zeker niet hetzelfde als: een goede kandidaat.

#3. Video maakt vals spelen nog makkelijker

Een sollicitatiegesprek ‘op afstand’ wordt steeds gewoner. Maar hiermee kun je ook makkelijker vals spelen, zegt Sullivan. Bijvoorbeeld door spiekbriefjes op de muur te prikken. Zo hoeven kandidaten minder een beroep te doen op hun eigen geheugen, en komen ze toch ad rem over. Terwijl ze dat in werkelijkheid dus helemaal niet hoeven te zijn.

#4. Ze leggen te veel focus op cultural fit

Een sollicitatiegesprek wordt vaak gebruikt om af te tasten of de kandidaat wel past bij de organisatie. Maar dit selectiecriterium ligt steeds meer onder vuur. Het is wereldwijd in elk geval slecht gedefinieerd en inconsistent getest, zegt Sullivan. En dit reduceert de waarde van het sollicitatiegesprek volgens hem ‘dramatisch’. Het leidt tot te veel afwijzingen van kandidaten die mogelijk goed zouden kunnen presteren, en bovendien tot een gebrek aan diversiteit.

#5. Referenties verliezen hun waarde

Vroeger kon je als kandidaat je antwoorden niet echt overdrijven. Een referentiecheck zou de waarheid zo achterhalen. Maar die referenties hebben hun waarde behoorlijk verloren, zegt Sullivan, omdat werkgevers bijna niets meer durven te zeggen over hun voormalig werknemers, uit vrees voor privacyschending en juridische procedures. De kans om overdrijving te achterhalen is daarmee tegenwoordig zo goed als uitgesloten.

#6. ‘Alternatieve feiten’ vieren ook in sollicitatiegesprek hoogtij

Op sociale media heeft iedereen zijn eigen waarheid. Maar dat is in een sollicitatiegesprek weinig anders. Hoe groot écht iemands aandeel in een bepaald project was? Hoe groot was het succes wérkelijk? Een leugentje (om bestwil) is snel gemaakt, zo blijkt uit menig onderzoek. En de onwaarheid wordt zelden blootgelegd. Sterker nog: interviewers zijn dit gedrag al zó gewend dat ze de antwoorden van een kandidaat standaard met een korreltje zout nemen. Wat logischerwijs vooral ten koste gaat van de meest eerlijke kandidaten: juist de mensen die je het liefst wilt aannemen dus…

#7. Interviewers zijn nauwelijks getraind

Vacaturehouders worden steeds minder getraind in het voeren van een goed sollicitatiegesprek. En dat is een probleem, zegt Sullivan, bijvoorbeeld waar het gaat om het herkennen van (onbewuste) vooroordelen. Dat gebrek aan training zorgt ervoor dat zulke gesprekken nóg minder voorspellend worden dan ze zouden kunnen zijn (alhoewel Google ontdekte dat zelfs de best getrainde managers nog vooral focussen op hun eigen behoeftes op korte termijn).

#8. Referrals zijn juist weer vaak wel getraind

Hiring managers mogen dan slecht getraind zijn in het voeren van een sollicitatiegesprek, kandidaten worden dat juist steeds beter. En dat geldt met name voor een heel specifieke groep: de kandidaten die worden voorgedragen door je eigen medewerkers. Zulke referrals zijn tegenwoordig bij veel bedrijven de belangrijkste bron van aannames. Maar juist referral-kandidaten presteren zo goed tijdens een sollicitatiegesprek ‘vanwege al de verkeerde redenen’, aldus Sullivan. ‘Ze zijn meestal beter voorbereid, omdat ze hun aandrager niet in verlegenheid willen brengen. Bovendien ‘coacht’ de medewerker in kwestie hen vaak door allerlei inside infomation te delen. Hierdoor scoren ze beter in het interview, terwijl hen dat nog niet noodzakelijkerwijs tot betere kandidaten maakt.’

#9. Te overdreven verwachtingen leiden tot hoog verloop

Uit angst om geen kandidaten vroegtijdig te verliezen, stellen veel organisaties in het sollicitatiegesprek de functie – al dan niet bewust – erg rooskleurig voor. Maar dat beeld kan de realiteit in de weg zitten. Eenmaal in de baan raken de kandidaten dan gefrustreerd, waardoor ze alsnog snel na indiensttreding weer vertrekken. En dan kan het hele circus weer van voren af aan beginnen…

#10. Functies vragen nu meer vaardigheden

Een laatste reden voor het groeiende gebrek aan voorspellende waarde van een sollicitatiegesprek is volgens Sullivan dat de meeste banen tegenwoordig steeds meer vaardigheden vragen. Vroeger waren die vaardigheden nog wel vast te stellen door er simpelweg naar te vragen. Maar nu is dat veranderd, zegt hij. Kandidaten beseffen dat ook, en bereiden zich dus beter voor.  Wat weer tot gevolg heeft dat het beeld dat ze scheppen meer ‘vervormd’ is dan ooit tevoren.

#11. Gestructureerd interviewen maakt het voorspelbaarder

Als je dan toch een sollicitatiegesprek moet doen, dan liever een gestructureerd dan een ongestructureerd gesprek, zo is de heersende gedachte. Dat verkleint immers de kans op discriminatie. Maar juist zulke gestructureerde gesprekken zorgen aan de andere kant weer voor voorspelbaarheid en ‘trainbaarheid’ voor kandidaten. Iets wat de beoogde voordelen weer onderuit haalt.

#12. Brede profielen maken focus mogelijk

In de strijd om ‘realistic job previews‘ maken steeds meer organisaties veel werk van hun functieprofielen. Maar zulke uitvoerige en gedetailleerde profielen hebben ook een schaduwkant, stelt Sullivan: ze bieden een directe handleiding voor het sollicitatiegesprek van een kandidaat. ‘Dit zorgt ervoor dat ze hun antwoorden zorgvuldig kunnen beeldhouwen, zodat ze beter bij de functie lijken aan te sluiten.’

#13. Internationalisering vraagt andere vormen

Steeds meer organisaties werken én werven over de grens. Maar een goed sollicitatiegesprek voeren met iemand uit een andere cultuur vraagt heel bijzondere vaardigheden, zegt Sullivan. Verwachtingen en omgangsvormen kunnen immers behoorlijk verschillen. Dat kan leiden tot te snel – onterecht – afwijzen van mensen wier prestatie in de baan beter kan zijn dan hun prestatie tijdens een stressvol en onwennig sollicitatiegesprek.

#14. Een sollicitatiegesprek moet ook een sales pitch zijn

In een krappe arbeidsmarkt mag een sollicitatiegesprek zeker geen kruisverhoor met een kandidaat zijn, maar moet het tegelijk ook een sales pitch zijn, zegt Sullivan. Maar dat hebben nog lang niet alle organisaties begrepen, stelt hij ook. ‘Zonder sales-element zullen echter weinig topkandidaten je aanbod accepteren. En dan zal je proces een stijgende faalratio kennen. Hoe sterker de strijd om talent, hoe belangrijker het sales-deel, ten koste van het testdeel van je sollicitatiegesprek.’

Er is ook een gunstig effect

En dat zijn dan nog niet eens alle verklaringen die Sullivan geeft voor het afnemend resultaat van sollicitatiegesprekken. Ook de gewenste snelheid van processen, de trend om beslissingen samen te nemen en het continu updaten van hun LinkedIn door kandidaten dragen er volgens hem aan bij. Om maar wat te noemen.

Je goed kunnen voorbereiden voor een belangrijke taak kan een voorspeller van succes zijn.’

Hij ziet evenwel ook een zonnige kant. ‘Dat kandidaten zich tegenwoordig beter voorbereiden heeft natuurlijk ook een gunstig effect. Het leidt misschien tot minder authenticiteit, maar mensen die zich goed voorbereiden presteren meestal ook beter. En je goed kunnen voorbereiden voor een bepaalde taak kan ook een belangrijke voorspeller van succes in een functie zijn.’

Hoe dan wel?

Het sollicitatiegesprek is nog steeds een ‘heilige koe’ in de meeste selectieprocedures, concludeert Sullivan ten slotte. En dat terwijl de problemen ermee groot zijn, maar tegelijkertijd weinig managers erop zitten te wachten iemand aan te nemen zónder zo’n gesprek met hem of haar te hebben gevoerd.

sollicitatiegesprek heilige koe

Wat is dan de les? Volgens de Amerikaan kun je het beste ermee beginnen om data te verzamelen. ‘Dat zal bijna altijd laten zien dat een sollicitatiegesprek veel invloed heeft op de quality of hire, maar tegelijkertijd een hoge foutmarge kent, meer dan welk ander onderdeel van het recruitmentproces dan ook. Pas als je die data helder hebt, kun je ook beginnen dit deel van het proces te verbeteren.’

Lees ook:

Waarom het Employer Brand Framework aan rebranding toe is

We luisterden allemaal naar Californication van de Red Hot Chili Peppers, het Frankrijk van Zinedine Zidane won het EK in Rotterdam en we waren met zijn allen blij dat de millenniumbug de wereld intact had gelaten.

Kortom: het jaar 2000 is alweer een behoorlijke tijd geleden. En ook recruitment was in die tijd — uiteraard — heel anders. Online vacatures verspreiden kon sinds 2 jaar via ‘Monster Board’, nadat Jeff Taylor naar eigen zeggen een ‘monster idea’ had gehad. Dat ze vrij snel daarna direct de grootste waren is ook vrij logisch, ze waren immers ook de enige.

Dag, eenvoudig Employer Brand House

Een bedrijf dat zichzelf wilde profileren, sponsorde een voetbalclub of organiseerde een golftoernooi. Bedrijven met een mooi kerstpakket (lees: Hoogovens) werden al snel beroemd in de wijde omgeving. Vandaar dat een redelijk simpel model als het Employer Brand House (zoals het in de volksmond genoemd wordt) vrij eenvoudig verplichte kost kon worden.

Anno 2019, vooruitkijkend naar 2020, is het tijd om daarin verandering aan te brengen. Er is sinds de eeuwwisseling immers veel gebeurd. Er zijn veel nieuwe spelers in het speelveld gekomen. Monster.com is ondertussen al een aantal keer ingehaald door Indeed, LinkedIn en zelfs Facebook als het gaat om vacatureverspreiding. De werkloosheid is gedaald tot 300.000. Bedrijven vechten om kandidaten. Nieuwe tijden vragen om nieuwe modellen. Tijd dus voor Employer Brand House 2.0, of zoals ik het graag wil noemen: Villa Candidate Experience.

Hallo, Villa Candidate Experience

Naast dat het huis nu ook echt een huis is, is het niet gebouwd op pilaren, maar op een stevige fundering — het zogenaamde ‘Master‘ brand. Daar later meer over, eerst wil ik laten zien hoe kandidaten de villa binnenkomen.

Het is namelijk niet langer post and pray. Door middel van advertenties en een goed werkende werkenbij-site zorgen we dat kandidaten hun eigen weg kunnen vinden — de deur staat altijd open. En tot wat vinden ze dan hun eigen weg? Tot jouw content. Video’s. Blogs. En misschien wel het allerbelangrijkste: jouw vacatures.

Hoe belangrijk is het ‘master’ brand?

Ik ben mij ervan bewust dat ‘Master’ tussen aanhalingstekens staat. Binnen bedrijven leeft vaak de gedachte dat het consumenten- of B2B-merk belangrijker is dan het employer brand. Het “Master” brand zorgt ervoor dat er orders binnenkomen, zullen zij zeggen. Het employer brand zorgt ervoor dat deze orders ook uitgevoerd kunnen worden, zouden wij zeggen.

Uiteraard is het belangrijk om rekening te houden met het ‘Master’ brand, het is de basis, het merk dat kandidaten zullen herkennen van hun ervaringen als consument. Maar dat betekent niet dat je in je employer brand niet kunt afwijken — een statig advocatenbureau kan op een heel creatieve manier zijn nieuwe collega’s aantrekken.

Purpose

Purpose is het ultieme, overkoepelende doel, de reden waarvoor iedereen bij jouw bedrijf werkt. Wederom, rekening houden met het ‘Master’ brand is goed om de balans te behouden, maar wees niet bang om af te wijken. Een aantal voorbeelden om in de sfeer te komen:

> Amazon

“Master” brand vision:

Our vision is to be earth’s most customer-centric company; to build a place where people can come to find and discover anything they might want to buy online.

Employer purpose:

It’s still day one.

Focus ligt in beide statements op groei. Uit de employer purpose blijkt echter een meer persoonlijke groei. Het bedrijf heeft meer dan 600.000 medewerkers en toch liggen er kansen alsof het dag één is.

> Apple

“Master” brand vision:

Bringing the best user experience to its customers through its innovative hardware, software, and services.

Employer purpose:

Do your life’s best work here. With the whole world watching.

Focus ligt in beide statements op kwaliteit — the best. In de employer purpose komt echter meer dan in de “Master” brand vision de schaal en daarmee de impact van (de medewerker binnen) het bedrijf naar voren.

Een purpose is gemaakt om te motiveren

Persoonlijkheid, dat is waarin een purpose vaak verschilt van een vision statement. Als je kijkt naar de purpose van veel grote bedrijven, ligt de focus vaak op wat jíj als kandidaat kunt teweegbrengen of bijdragen. Motivatie, één gezamenlijk doel om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Meer voorbeelden vind je hier.

Value Proposition Windows

Ik ben geen fan van pilaren. Pilaren zijn gesloten en tekst die erop staat is letterlijk set in stone. Ramen geven inzicht, zijn transparant en ook al hang je er een gordijn voor, nog steeds kun je naar binnen gluren. Beeldspraak die past bij 2019: gluren wordt steeds makkelijker. Anno 2019 staat alles op internet, de vuile was hangt uit op Glassdoor, de mooie verhalen staan op LinkedIn. Door deze transparantie worden ‘proof points’ zoals in het Employer Brand House steeds minder belangrijk — als je onzin verspreidt, komen mensen daar snel genoeg achter.

Employer value propositions

Employer value propositions (EVP) geven de waarden en cultuur weer die een kandidaat kan verwachten als hij / zij zich aansluit bij een organisatie. Voor Booking.com zijn de EVP’s bijvoorbeeld (sorry, in het Engels klinken ze veel mooier):

  1. Diverse
    Our diversity gives us strength. We are thousands of people, ​​​​​​​from all over the world, collaborating, innovating and growing. Together.
  2. Curious
    Our curiosity comes in all forms. We ask questions and seek answers. We are not afraid to discover somewhere new. Or something new about ourselves.
  3. Driven
    Our people take ownership. We push ourselves beyond our comfort zones. To challenge perceptions and question our limits. So we can grow in new directions. Just like our company.
  4. Impactful
    Our people drive our change. All 17,000+ of them. A collective effort, on a global scale, to overcome any challenge. Any barrier. To achieve more.

Zijn deze 4 EVP’s heel onderscheidend? Nee, niet per se. Wel duidelijk en goed uitgelegd. Hoe zorgen ze dan toch dat deze EVP’s indruk maken op kandidaten? Door de persoonlijkheden die deze EVP’s tot leven brengen en kracht bij zetten te laten zien.

>

In de videoserie Perspectives toont Booking.com persoonlijkheden die binnen Booking.com erg goed op hun plek zitten.

Dus eigenlijk is een EVP een richtlijn? Zo zou je het kunnen noemen. Het is een richtlijn voor video’s, artikelen, advertenties, career pages en zelfs voor job descriptions. In alle communicatie richting een kandidaat moet rekening gehouden met deze richtlijnen. “Zijn we in deze e-mail inclusief?” of “Spreekt deze social post tegen dat we mensen aanmoedigen om nieuwsgierig te zijn?” zijn vragen die daaruit voortkomen.

Instant feedback

Waar je vroeger moest wachten tot de kijkcijfers binnenkwamen of het moment dat mensen hun kerstpakket hadden opengemaakt, heb je tegenwoordig vrijwel direct je feedback. “Deze advertentie spreekt volledig tegen wat jullie prediken als werkgever” — prima, laten we in gesprek gaan.

De kracht van directe feedback betekent dat je snel verder kunt met wat werkt.

De kracht van feedback betekent dat je snel verder kunt met wat werkt en nog sneller kunt stoppen met uitingen die niet werken. Instant feedback maakt testen mogelijk. En alhoewel een huis een redelijk stevige constructie is, een verbouwing (een extra raam of een grotere trap naar de deur) altijd een mogelijkheid.

Over de auteur

Jelmer Zuidema is een recruitment marketeer, met een duidelijke focus op datagedreven beslissingen. Eet content voor ontbijt. 

Met deze 6 tips maak jij jouw vacaturetekst millennialproof

Millennials zijn geboren tussen 1980 en 1999. Daarmee is deze generatie volop aanwezig op de werkvloer. Geen overbodige luxe dus, om je arbeidsmarktcommunicatie in te richten op deze doelgroep. Om te beginnen met de quick wins: vacatureteksten. Voordat je daarmee aan de slag kunt, is het belangrijk om deze generatie eerst een beetje beter te leren kennen. Wat feiten op een rij:

Zo. Nu helder is hoe millennials in elkaar steken, kun je jouw vacaturetekst hierop aanpassen. Dat doe je met deze tips:

#1. Geef werksfeer een prominente plek

Werksfeer is voor élke doelgroep sowieso al een belangrijk punt om mee te nemen in je vacaturetekst, aangezien dit nog steeds op plek 2 staat qua belangrijke pullfactoren voor de totale Nederlandse beroepsbevolking. Voor millennials is dit niet anders, aangezien 32% aangeeft werksfeer belangrijk te vinden. En nee, met ‘een leuk team’, ‘gezellige collega’s’ en ‘een goede sfeer’ nemen we geen genoegen. Je vertelt natuurlijk hoe het écht is om bij jou te werken. Bijvoorbeeld door quotes van collega’s te gebruiken, waarbij je linkt naar het LinkedIn-profiel van de collega:

‘We zijn collega’s, maar het voelt als 1 grote familie. We zijn betrokken en houden van gezelligheid. Regelmatig gaan we met collega’s na werktijd wat drinken in de stad’, aldus je toekomstige collega Lisa.

En onthoud: 1 beeld zegt meer dan 1.000 woorden. Link in de vacaturetekst naar jouw werkenbij-Instagram die vol staat met beelden die de werksfeer perfect weergeven. Zo kan de kandidaat met eigen ogen zien hoe de werklocatie eruitziet en wie zijn of haar collega’s worden. Instagram is 1 van de meest gebruikte apps onder millennials, dus hét middel om in te zetten. Maar let op, het moet dan wel de juiste energie uitstralen:

Met dank aan Ton Rodenburg, die deze foto gebruikte in een van zijn presentaties.

#2. Zorg voor een spetterend intro

Een spanningsboog van 12 seconden: da’s niet veel. Je hebt dus maar weinig tijd om jouw droomkandidaat te verleiden met jouw vacaturetekst. Dé plek waar je de aandacht krijgt, is de intro van jouw vacaturetekst. Door hier meteen in te spelen op de behoefte van millennials, trek je de aandacht. Bijvoorbeeld door in de intro de Job Value Proposition meteen te benoemen. Wat zo’n JVP is? Het is dé reden waarom jouw doelgroep moet kiezen voor de vacature bij jouw organisatie en niet voor een soortgelijke vacature bij een ander bedrijf.

Bijvoorbeeld, voor een corporate recruiter, gericht op autonomie:
Jij bent aan zet om 100 vacatures per jaar in te vullen bij de grootste werkgever van Nederland. Hoe je dat doet? Dat is aan jou. We vertrouwen op jou als onze nieuwe corporate recruiter.

Of voor een websitebouwer, gericht op betekenisvol werk:
Dankzij jou is onze website zo ingericht, dat iedereen de juiste informatie krijgt. Van slechtzienden tot laaggeletterden: jij bent de websitebouwer waar de hele maatschappij op kan bouwen.

En voor een verkoper, gericht op persoonlijke ontwikkeling:
The wolf of Wallstreet is er niks bij: bij ons word je hét verkooptalent. Haal jij ons binnen als nieuwe werkgever?

#3. Benoem de mogelijkheden

Millennials willen groeien. En nog liever persoonlijk dan professioneel. Dat betekent dat ze liever ontdekken waar hun talenten liggen dan dat ze een cursus timemanagement aangeboden krijgen. Ze willen zich ontwikkelen voor zichzelf, niet voor de werkgever. Bij die werkgever zitten ze toch ‘maar’ 5 jaar en die ervaring is onderdeel van de persoonlijke ontwikkeling. Zie de vacaturetekst daarom niet als het feitelijk opsommen van de taken, maar richt dit juist op de mogelijkheden voor de kandidaat.

Richt je vacaturetekst op de ontwikkelmogelijkheden voor de kandidaat.

What’s in it for the candidate? En dan niet op materieel gebied, maar op het gebied van ontwikkeling, autonomie en kansen. Hier wil je bewijslast voor leveren en testimonials kun je daar goed voor gebruiken. Kijk welke millennials nu al in je organisatie werken en hoe zij hebben gewerkt aan hun persoonlijke ontwikkeling. In de vacaturetekst link je naar deze testimonials.

Nóg beter is het om hier een heel platform aan te wijden, zoals de maak het waar bij Lidl-website, die vol staat met succesverhalen van Lidl-medewerkers.

Voorbeeld van een testimonialvideo gericht op persoonlijke ontwikkeling bij Lidl.

#4. Zorg voor de juiste contactmogelijkheden

Mail heeft de voorkeur wat betreft communicatie, nog meer dan persoonlijk contact. En ook chat is een belangrijke communicatievorm voor millennials. Zorg ervoor dat je hierop aansluit. Bellen staat niet in de top 3, dus het is niet logisch om kandidaten op te roepen om telefonisch contact op te nemen bij vragen. Zorg liever voor een clickable link als het gaat om mail en zorg dat kandidaten met jou kunnen appen. Dit kan zelfs zonder dat ze eerst jouw nummer moeten toevoegen. Dat doe je door de volgende link toe te voegen: https://wa.me/<nummer>. Eén klik op de link en de WhatsApp-chat begint meteen. Handig hè?

#5. Laat zien dat je maatschappelijk betrokken bent

Betekenisvol werk en maatschappelijk betrokken: ook deze punten staan op het wensenlijstje van de millennial. Een organisatie die duurzaamheid en maatschappelijk ondernemen hoog op de agenda heeft staan, heeft voor hen de voorkeur. Ook zingeving voor de medewerker zelf is belangrijk. Welke impact heeft het werk? Dit deel benoem je bijvoorbeeld al meteen in de intro van je vacature en bij de organisatieomschrijving. Maar ook bij de arbeidsvoorwaarden. Dat hoeft namelijk niet alleen materialistisch te zijn. Dubois + Co. noemt bijvoorbeeld in de vacaturetekst dat er ruimte is voor maatschappelijke functies. Hier krijg je namelijk jaarlijks 36 uur die je in kunt zetten voor maatschappelijk werk. Ook Rabobank laat in zijn vacatureteksten zien hoe zij bijdragen aan een betere wereld:

#6. Sla de juiste tone of voice aan

Just sayin’, ‘LOL’, fail, skeer, lmao of YOLO…. dat millennials andere woorden gebruiken dan eerdere generaties zal geen nieuws voor je zijn. Maar om dat soort woorden (overmatig) te gebruiken in vacatureteksten om de jongere doelgroep aan te spreken, levert ‘awkward’ situaties op. Wat dan wel? Zorg voor een korte, krachtige, concrete vacaturetekst met een actieve schrijfstijl, in spreektaal. Oftewel: schrijf zoals je ook met de doelgroep spreekt. Visualiseer dus tijdens het schrijfproces die millennial en omschrijf de vacature zó, zoals je dat ook zou doen als die beoogde kandidaat tegenover je zit tijdens een sollicitatiegesprek.

Maak werk van én met millennials

Conclusie, er is nog genoeg wat je kunt doen om millennials aan te trekken. Door te beginnen met het aanpassen van de vacatureteksten zet je al een eerste stap in de goede richting. Maar het gaat natuurlijk verder dan alleen de werving en vraagt ook wat van de inrichting van jouw organisatie. Is jouw werving en organisatie al millennialproof?

Lees ook:

Het inzenden voor de Recruitment Tech Awards 2019 is begonnen

Het is nog tot 9 september mogelijk jouw innovatieve recruitmenttooling en cases waarin tooling een belangrijke rol speelt in te zenden voor de Recruitment Tech Awards 2019.

Benelux

In de afgelopen jaren zijn de Recruitment Tech Awards uitgegroeid tot een belangrijke prijs in het vak. Eerdere winnaars waren onder meer VNOM, Olympia, USG, Wonderkind, Flipbase en OnRecruit. Deze vijfde editie kunnen ook cases die zich afspelen in België of Luxemburg worden ingezonden, net als recruitmenttooling van leveranciers met een vestiging in de Benelux. De taal waarin moet worden ingezonden is nog wel in het Nederlands.

Winnaars in het verleden waren onder meer VNOM, Flipbase en Olympia

Planning

De periode om in te zenden loopt van maandag 12 augustus tot en met maandag 9 september 2019. Op 16 september wordt de voorselectie bekend gemaakt, waarna via de presentaties aan de vakjury (30 september) de nominaties bekend worden gemaakt op 21 oktober. De publieksjury kan vervolgens vanaf 22 oktober haar stem uitbrengen. De complete planning voor de Awards is hier te vinden. Meer informatie over het Recruitment Tech Event (en de early bird korting tot 1 september) vind je hier.

Inzenden

Leveranciers van recruitmenttechnologie die in de afgelopen 12 maanden een innovatieve tooling of nieuwe update/versie/module hebben gelanceerd kunnen hun tooling hier inzenden. Werkgevers en intermediairs (w&s-bureau/uitzendbureau/detachering) die op effectieve wijze tooling inzetten voor hun recruitment kunnen hun case hier inzenden.

Meer informatie over de Recruitment Tech Awards

Kijk voor de voorwaarden voor het aanmelden hier. Meer informatie over de Awards is te vinden op de officiële pagina.

Funny Friday: baarden toch maar toegestaan wegens gebrek aan personeel

Traditioneel werden baarden geweerd bij de RAF vanwege historische en praktische redenen, zoals dat het moeilijk is om gasmaskers te plaatsen, omdat het luchtdicht moet zijn. Met het gebrek aan kandidaten is dit alleen niet meer vol te houden, waardoor de maatregelen vanaf 1 september aangepast worden. Piloten mogen nu een getrimde, volle baard dragen, maar het er zijn nog steeds hoge standaarden: onverzorgde of onregelmatige baard wordt niet toegestaan. Naast baarden waren tatoeages – zoals op de achterkant en zijkant van de nek, op de vingers of cosmetische wenkbrauwen – al eerder toegestaan.

Oftewel: er staat de Britse hipsters niets meer in de weg om te solliciteren bij de RAF!

Profiteer tot 1 september van €70,- Early Bird korting voor het Werf& Selectie Jaarcongres

De tweede editie van het Werf& Selectie Jaarcongres, het event over succesvol werven en selecteren, is op 15 oktober een feit. Dit jaar leer je hoe je succesvol werft in tijden van schaarste. Grote namen als Capgemini en de Politie komen voorbij. Laat je inspireren tijdens deze breakouts in gezelschap van 200 vakgenoten. Het Werf& Selectie Jaarcongres is niet alleen een uitgelezen kans om je werving- en selectiekennis te verfrissen, maar ook om je netwerk van experts te vergroten.

Kortom, wat kun je verwachten? 
– 200 vakgenoten, waardoor je je netwerk kunt vergroten;
–  Keynotes, van onder andere Rob Witjes (UWV);
– Allerlei breakouts in de categorieën Innovatie, Specialty Recruitment, Volume Recruitment en Verleiding. Zo vertelt Ampelmann hoe zij zonder actief te werven studenten aantrekken, de Rijkswaterstaat hoe zij kansen pakt (en soms laat liggen) en Indeed wat maakt dat mensen klikken;
– Een heerlijke lunch en een drankje bij de netwerkborrel.

Profiteer nu van de Early Bird
Wees er snel bij om €70,- Early Bird korting te ontvangen. Meer informatie over het evenement kun je hier vinden. Tot 15 oktober!

Zien hoe het vorig jaar was?

Waarom het verrijken van kandidaten overschat wordt

Ik heb niets tegen assessments. Net zo min heb ik iets tegen tattoo’s overigens. Een goed assessment geeft meer informatie over een sollicitant, maar met alleen de testresultaten kun je nog niet veel. Het is in veel gevallen een ‘praatstuk’. De combinatie van een analyse én een gesprek verrijken het cv van de sollicitant. Zinvol dus?

Logisch of niet?

Ja en nee. Ja, omdat je meer informatie krijgt en de sollicitant daardoor minder geheimen voor je zal hebben. Hoe meer je weet, hoe groter de kans dat je de juiste persoon aantrekt. Dat lijkt logisch. Maar dat is het helaas niet. Daarom dus ook, nee, niet zinvol. Je kunt een sollicitant verrijken tot deze een ons weegt, maar daarmee los je niet het echte probleem op. In de meeste gevallen gaat het namelijk niet over de juiste kandidaat vinden, maar het juiste functieprofiel opmaken.

Het gaat om het opmaken van het juiste functieprofiel

Een gemiste kans

Er bestaan prachtige functiehuizen, waarderingssystemen en ga zo maar verder. Echter laat de praktijk vaak zien dat als iemand weggaat, of wanneer er een nieuwe functie ontstaat (meer dan deze twee smaken zijn er niet), er heel weinig tijd en energie wordt gestoken in het opmaken van een passend profiel. 

Ja, HR werpt er een blik op. De hiringmanager doet er een plasje over en dan mag de recruiter aan de slag. Zelden tot nooit worden medewerkers van de afdeling gepolst. Of nog beter, de vertrekkende collega. En laat nou die laatste echt goed weten wat de functie inhoud. Een gemiste kans in gevallen.

Het verrijken van het functieprofiel

De markt van kandidaten verrijken is booming en een verkeerd functieprofiel zal uiteindelijk een juiste kandidaat opleveren, maar nooit jouw probleem oplossen. Bedrijven doen er beter aan om het functieprofiel te verrijken. Helaas lijkt deze markt nog in de kinderschoenen te staan. En daarom mijn volgende vraag: welke tools ken jij voor het verrijken van het functieprofiel? Ik ken bijvoorbeeld Recruitment Accelerator, maar ben erg benieuwd naar de tools die jij kent en/of gebruikt. 

Reacties zijn welkom. Dat kan in de comments. Via WhatsApp/telefoon/mail 0650602624/wim@strictlypeople.nl en gebruik dan #verrijkingfunctieprofiel.  In mijn volgende blogs zal ik je op de hoogte houden van de reacties en tools. Dank voor het meedenken en delen.