Krap, krapper, krapst: recruiter 1 van de 140 (!) beroepen met grote schaarste

Vorig jaar telde het UWV nog maar 80 beroepen die kampten met een personeelstekort. Dit jaar stellen ze er 140 vast waar het krap is. Een explosieve stijging. Onder die 140 krapteberoepen zit overigens ook de recruiter. Dat komt onder meer door ‘een enorme groei’ in het aantal bedrijven dat zich specialiseert in personeelswerving en recruitment, aldus het UWV.

‘De hoge mobiliteit onder recruiters zorgt voor extra vraag.’

‘Steeds meer sectoren doen een beroep op recruitmentbureaus. Niet alleen voor ict en executive-search, inmiddels schakelen ook andere sectoren met tekorten vaker recruiters in’, zo staat te lezen in het landelijk overzicht van krapteberoepen. ‘De hoge mobiliteit onder recruiters zorgt voor extra vraag en maakt dat goede recruiters steeds moeilijker vindbaar zijn. Aan ervaren recruiters met kennis van een bepaald segment, of met kennis van recruitmentprocessen, is grote behoefte.’

‘Kan ook on the job geleerd worden’

De meeste recruiters hebben een opleiding gevolgd op het gebied van HR, management, communicatie of economie, constateert het UWV trouwens ook. Ongeveer 1 op de 10 heeft juist een opleidingsachtergrond in de ict. Het vak kan volgens het UWV ook aangeleerd worden ‘on the job’, via traineeships of een korte post-hbo opleiding (van bijvoorbeeld de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie).

‘Mogelijk raken werkgevers gewend aan de krapte op de arbeidsmarkt.’

Maar ook in andere beroepen is het dus nog steeds krap en lastig om aan mensen te komen. Bijna de helft van de vacatures (45%) is moeilijk te vervullen, zeggen de door UWV in een enquête ondervraagde werkgevers. Dit aandeel is gelijk aan vorig jaar. ‘In de perceptie van werkgevers zijn vacatures niet moeilijker te vervullen dan vorig jaar’, zegt Katinka van Brakel, arbeidsmarktadviseur bij UWV. ‘Mogelijk raken werkgevers gewend aan de krapte op de arbeidsmarkt. Ze verwachten inmiddels dat het een tijdje duurt om personeel te vinden.’

Ook ambtenaren zijn nu schaars

Voor het eerst meldt het UWV ook veel moeilijk vervulbare vacatures in verkoopberoepen, onder ambtenaren en bij advocaten en andere juridische beroepen. Dat naast bekende tekortberoepen als metselaars, elektriciens, cnc-verspaners, programmeurs, verzorgenden, wijkverpleegkundigen, koks, vrachtwagenchauffeurs en leraren exacte vakken.

Dit jaar staan er ook beroepen op de lijst waarvan minder bekend is dat er tekorten zijn.

Dit jaar staan er ook beroepen op de lijst waarvan minder bekend is dat er tekorten zijn. Zo is de arbeidsmarkt zeer krap voor Customer Due Diligence-specialisten; mensen die bij banken onderzoek doen om witwassen en terrorismebestrijding te voorkomen. Ook aan declaranten, die namens bedrijven de verplichte douaneformaliteiten afhandelen, is grote behoefte. Net als aan beleidsmedewerkers ruimtelijke ordening en ongediertebestrijders.

Krapteberoepen zonder eisen

Het valt bovendien op dat er steeds meer moeilijk vervulbare vacatures ontstaan voor beroepen waar geen of nauwelijks instroomeisen worden gesteld. Voor deze beroepen heb je geen opleiding nodig, soms wordt wel gevraagd om certificaten die in een aantal dagen te halen zijn. Dit jaar gaat het om 20 beroepen. Dat varieert van assemblagemedewerker tot asbestverwijderaar, van heftruckchauffeur tot verkeersregelaar en van schoonmaker tot verkoopmedewerker tankstation.

Van de werkgevers die hun vacatures moeilijk kunnen vervullen zeggen 4 op de 5 extra inspanningen te verrichten.

Van de werkgevers die hun vacatures moeilijk kunnen vervullen zeggen 4 op de 5 extra inspanningen te verrichten. Zo zetten zij vacatures uit via meer of andere wervingskanalen. Ook zetten ze vaker het eigen personeel in om mensen te vinden en gaan ze steeds vaker zelf op zoek naar kandidaten. Arbeidsvoorwaarden of functie-eisen aanpassen noemen ze daarentegen zelden (spontaan). Zo’n 1 op de 3 die een of meer vacatures hebben vervuld, erkent een kandidaat te hebben aangenomen die niet de juiste opleiding of scholing had.

En het wordt nog moeilijker…

En dan is er ook nog gevraagd naar de toekomst. Dan denkt bijna een kwart van de werkgevers (24%) dat vacatures vervullen in het najaar van 2019 nog moeilijker wordt. Vooral werkgevers voor wie de arbeidsmarkt nu al krap is, verwachten dat het nóg moeilijker gaat worden.

Lees ook:

BoekWerk: de 5 favoriete boeken van Silene Geuze

Mijn nieuwsgierigheid en behoefte aan ontwikkeling zorgen ervoor dat ik graag lees over mijn vakgebied. En het leuke van het vakgebied recruitment en arbeidsmarktcommunicatie is dat het zoveel gebieden raakt: talentontwikkeling, marketing, communicatie, economie en organisatieontwikkeling. Ik heb best veel boeken die mij inspireren, maar ik heb deze 5 boeken gekozen omdat zij mij direct bepaalde kennis/ inzichten gaven die ik kan gebruiken in mijn werk:

#1. Eveline Schollaert, Greet van Hoyem Bart van Theemsche en Gerd Jacobs – De strijd om talent

Talent aantrekken en behouden is iets waar iedere werkgever mee bezig is. Ik vind het boeiend om te zien wat organisaties kunnen doen om hun ‘identiteit/ persoonlijkheid’ meer te laten spreken om zo de juiste mensen te boeien en binden. Dit boek is ideaal voor mensen die met arbeidsmarktcommunicatie starten. Het boek legt helder uit wat de begrippen zijn en welke stappen je moet nemen om een sterk werkgeversmerk neer te zetten.

#2. Simon Sinek – Begin met het waarom, de gouden cirkel van ondernemen

Dit boek van Simon Sinek sluit voor mij zo mooi aan op employer branding-vraagstukken. Wat beweegt je als werkgever? Waar geloof jij in, waar sta jij voor? Dus weten wat je doet en hoe je het doet is belangrijk. En dat komt weer voort uit waarom je het als organisatie doet. De bekende ‘Golden circle‘. Dit boek gaat hierover.

Wat beweegt jou als werkgever? Waar geloof je in, waar sta je voor?

#3. Sascha Becker en Wenda Bolink – De employee journey

Je merkbelofte waarmaken in de hele employee journey is een cyclisch proces en een intensief samenspel met directie, HR, communicatie, business en medewerkers. Dit boek beschrijft stapsgewijs hoe je een optimale ‘candidate- en employee experience’ creëert. Verder bevat het mooie praktijkvoorbeelden.

#4. Patrick Petersen – Handboek Online Marketing

Dit boek heeft mij meer uitleg gegeven over wat online marketing nu is en hoe ik welke (online) kanalen kan inzetten om verschillende (wervings-)doelgroepen te bereiken. Het geeft veel uitleg over instrumenten zoals sociale media, contentmarketing (storytelling!), mobile marketing en video. Het boek is geschreven voor marketeers met klanten in B2C- of B2B-bedrijven. De wensen van de klant centraal zetten en hoe je waarde kunt creëren voor de klant is een manier die naadloos aansluit bij hoe wij kandidaat-doelgroepen kunnen bereiken en binden. Dus zeker aan te raden!

#5. Nienke Wijnants – Het dertigersdilemma

Toen ik zelf eind 30 was heb ik de stap genomen om als zelfstandig adviseur te gaan werken. Om tot die keuze te komen had ik zo mijn dilemma’s en ‘levensvragen’. Dit boek gaat over de aspecten van de twijfels en vragen van jonge hoger opgeleiden van nu. Ook helpt het boek twintigers en dertigers beter te begrijpen en geeft het adviezen aan iedereen die met deze doelgroep werkt. Dus zeker een goed boek om te lezen als je HR- of recruitmentprofessional bent en je met deze doelgroep te maken hebt.

Zelf meedoen?

Stuur een lijstje met de 5 boeken die jou het meest inspireren en waarom (het hoeven niet per se boeken over recruitment te zijn) naar: laura@werf-en.nl.

Lees ook:

De maand in werving: 7 dingen die ons opvielen in augustus

Boris Johnson zette het Britse parlement buitenspel, in Italië was het ook weer eens politieke hommeles, en in Brazilië stond ondertussen de Amazone in brand, terwijl Florida zich opmaakte voor de eerste serieuze orkaan van het seizoen. En dan kwam – na 13 (!) jaar wachten – ook rockband Tool nog eens met een nieuw album. Kortom: verhitte taferelen all over the place. Maar wat gebeurde er de afgelopen maand allemaal op de (Nederlandse) arbeidsmarkt?

#1. Europese Commissie onderzoekt Google for Jobs

De klacht die 23 jobboards hebben ingediend tegen Google for Jobs krijgt een vervolg. Eurocommissaris Margrethe Vestager (foto boven) neemt de uitdaging aan om een (voor)onderzoek in te stellen. De Europese Commissie wil daarbij onder meer nagaan of de Amerikaanse techgigant met Google for Jobs zijn dominante marktpositie misbruikt.

Eurocommissaris Margrethe Vestager neemt de uitdaging aan om een (voor)onderzoek in te stellen naar Google for Jobs.

Google for Jobs werd 2 jaar geleden gelanceerd. Het werd sindsdien al in enkele Europese landen uitgerold, maar nog niet in Nederland. Vacaturesites als StepStone klaagden daarna bij de Commissie dat zij moeten betalen om bovenaan in de resultatenlijst te komen, terwijl Google die kosten zelf niet hoeft te maken. Dat is oneerlijke concurrentie, vinden de 23. Komt het na het vooronderzoek tot een groter onderzoek, dan kan Google voor de vierde keer beboet worden door de Europese Commissie. Eerder werd het bedrijf al drie veroordeeld voor oneerlijk concurrentiegedrag, wat resulteerde in boetes die samen opliepen tot bijna 8,5 miljard euro. In alle drie de gevallen (AdSense, Android en Shopping) creëerde Google een oneerlijke voorrangspositie voor zichzelf, aldus de Commissie.

#2. Veel ophef over verlaging zelfstandigenaftrek

Ook deze maand was er veel nieuws te horen over zzp’ers. Zoals de ellende rond (aanvankelijk) niet-betaalde freelancers bij ING, toen flexbedrijf TCP Direct in de financiële problemen kwam. Of de ‘onredelijke’ bepalingen die BAM zou stellen aan zijn zzp’ers, die via Brainnet worden ingehuurd. Om nog maar te zwijgen over Deliveroo, dat nu toch met pensioenpremies over de brug moet komen, al ging het daarbij strikt genomen niet om de freelancers die het bedrijf nu inzet.

Veel zelfstandigenplatforms bereiden voor de komende tijd acties voor.

Maar het meest in het oog sprong natuurlijk de aankondiging van het kabinet om het mes te gaan zetten in de zelfstandigenaftrek. Van de 7.000 euro belastingvoordeel die een zelfstandig ondernemer nu nog mag aftrekken van zijn aanslag, blijft over 10 jaar nog maar 5.000 euro, zo is het plan. Het voelde voor veel zzp’ers als ‘de zoveelste aanval’, nadat ze eerder dit jaar al over een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering hoorden besluiten, een soort bijproduct van een pensioenakkoord waarop ze zelf amper invloed hadden. Veel zelfstandigenplatforms bereiden voor de komende tijd dan ook acties voor, om te proberen de politiek nog op andere gedachten te brengen.

augustus

#3. Lerarentekort ‘nationale ramp’

De scholen zijn weer begonnen, en dat betekent volop aandacht voor het lerarentekort. ‘Bijna een nationale ramp’, noemde hoogleraar onderwijsarbeidsmarkt Frank Cörvers het in het NRC.  En in Amsterdam is zelfs sprake van een heuse ‘onderwijscrisis‘, aldus de verantwoordelijk wethouder Marjolein Moorman. Maar het is allang niet meer alleen een probleem voor de grote steden alleen, zo blijkt uit andere verhalen. Ook in kleinere dorpen als Den Hoorn, Lansingerland, Pijnacker en Nootdorp schijnt het tegenwoordig al een groot probleem te zijn om nog voldoende mensen voor de klas te krijgen.

‘Alle schoolbesturen vissen in dezelfde vijver. Het probleem is dat er nauwelijks vissen zijn.’

‘Alle schoolbesturen vissen in dezelfde vijver. Het probleem is dat er nauwelijks vissen zijn. Het aantal afgestudeerden van de Pabo is bij lange niet voldoende om aan de vraag te kunnen voldoen’, zegt bijvoorbeeld Ton Christophersen namens het college van bestuur van Laurentius, de stichting voor katholiek primair onderwijs in Delft en omgeving in het AD.

#4. Statushouders klaargestoomd voor arbeidsmarkt

Om de ergste nood op de arbeidsmarkt te verzachten, wordt ook wel gekeken naar welke kansen statushouders bieden. Maar bij hen speelt bijvoorbeeld vaak nog wel een taalprobleem. Reden waarom de gemeenten Gorinchem, Vijfheerenlanden en Molenlanden vanaf oktober statushouders intensief gaan klaarstomen voor een plek op de arbeidsmarkt. Het ministerie van Sociale Zaken heeft 275.000 euro beschikbaar gesteld voor de proef ‘Taalsnelweg naar Werk’.

‘Bedrijven uit de regio hebben al aangegeven graag aan de slag te willen met de deelnemers.’

Binnen dit project krijgen in totaal 36 deelnemers 18 weken lang 4 dagen per week taalles en 1 dag per week les over ‘participatie’. In de tweede fase van het project wordt daarbij met name besteed aan de arbeidsmarkt. ‘Het unieke is dat verschillende maatregelen worden gecombineerd, vanuit de overtuiging dat taal de snelste en beste weg is naar een goede inburgering’, stellen de gemeenten over de proef, waarbij ze samenwerken met Avres en VluchtelingenWerk. ‘Het ultieme doel is dat de deelnemer een aantrekkelijke arbeidskracht wordt en een vaste baan krijgt. Bedrijven uit de regio hebben al aangegeven graag aan de slag te willen gaan met deelnemers aan de proef.’

#5. Wie is per provincie het meest populair?

Voor de meeste gemeenten is het tegenwoordig niet makkelijk om talent te werven: liefst 85% van de gemeenten zegt problemen ermee te ondervinden vanwege de schaarste. Maar dan zouden ze misschien eens hun vizier naar Drenthe moeten verleggen, want daar blijken gemeentes juist héél populaire werkgevers. Gevraagd naar hun meest favoriete werkgevers staan hier de grootste gemeentes van de provincie, Assen en Emmen, op plek 1 en 2. En zelfs op nummer 3 staat onder Drentenaren een gemeente: Groningen.

Ook in Noord-Holland, Overijssel en Flevoland gooien de grootste gemeentes hoge ogen als potentieel werkgever, zo meldt onderzoek van de Intelligence Group. Terwijl in Zeeland de verder niet heel bekende zorgorganisatie SVRZ als winnaar uit de bus komt. Ook in andere provincies blijken ziekenhuizen en zorgorganisaties overigens relatief vaak genoemd te worden, zo blijkt uit analyses onder ruim 40.000 respondenten tussen 2017 en 2019. En ook de populariteit van de Politie is opvallend. In drie provincies staan ze zelfs op nummer 1: in Friesland, Overijssel en Utrecht.

#6. Ook cv’s staan tjokvol clichés

We mogen op deze site vaak uitvaren tegen werkgevers die hun vacatureteksten vol met clichés en buzzwords zetten, ‘de andere kant van de tafel’ kan er ook wat van. ‘Ik ben sociaal’, ‘een teamplayer’, of ‘ik kan goed zelfstandig werken’: het zijn meestal nogal holle termen, die toch nog op verrassend veel cv’s te vinden zijn, aldus onderzoek van dienstverlener CVster, dat hiervoor tienduizenden cv’s uit 39 landen wereldwijd analyseerde.

Wat bij Nederlandse werkzoekenden vooral opvalt is dat zij zichzelf, in tegenstelling tot in andere landen, bovengemiddeld vaak als ‘leergierig’ en ‘behulpzaam’ omschrijven. In andere landen afficheren werkzoekenden zich daarentegen vaker als ‘klantgericht’ en ‘professioneel’. Dit zijn competenties die bij Nederlandse werkzoekenden juist buiten de top-10 vallen.

#7. Nog volop vooroordelen over ouders

Nog meer leuk onderzoek, en wel naar de vooroordelen en stereotypen waar ouders mee te maken krijgen als ze zich op de arbeidsmarkt begeven. Die blijken niet misselijk, aldus Indeed. De gedachte ‘Ouders nemen vaker vrij’ en ‘Ouders hebben minder tijd om te werken’ zijn daarbij het meest hardnekkig, stellen de onderzoekers.

Een kwart van de vrouwen verwacht dat haar leidinggevende het ouderschap als nadeel ziet.

Verder blijkt dat een kwart van de vrouwen verwacht dat haar leidinggevende het ouderschap als nadeel ziet. Bij mannen ligt dat percentage op 16 procent. Als het gaat om hoe ze zelf functioneren nu ze vader of moeder geworden zijn, zijn de respondenten wat positiever. Ruim 60 procent geeft aan dat het functioneren niet is veranderd nadat hij of zij een kind heeft gekregen. Bijna een kwart zegt zelfs béter te zijn gaan presteren, tegenover 11 procent die het naar eigen zeggen nu slechter doet op de werkvloer.

#8. Cartoon van de maand

Bron: van9tot5

De maand in werving

In de rubriek ‘De maand in werving’ belichten we de belangrijkste trends en ontwikkelingen die voor iedereen actief in de wereld van werving en selectie van belang zijn. Iets gemist? Meld het ons!

Credit Foto Margrethe Vestager

Lees ook:

Funny Friday: waarom organiseer je thuis niet ook een keer een banenbeurs?

Je kunt ze natuurlijk gewoon zo hun zakgeld geven. Je kunt ze natuurlijk ook vragen of ze willen meehelpen in het huishouden. Alhoewel je daar meestal het antwoord wel op weet…

‘Waarom zou ik de kinderen niet eens wat laten doen voor het geld?’

Maar waarom de twee niet eens combineren, vroeg een moeder in het Amerikaanse Atlanta zich recent af. Waarom zou ik de kinderen niet eens wat laten doen voor het geld? En waarom zou ik dat dan niet tegelijk leuk én een soort van officieel maken?

Een heuse ‘job fair

Zo gezegd, zo gedaan. En dus organiseerde Shaketha Marion McGregor begin augustus in haar eigen huis een heuse ‘job fair‘. Ze zette drie functies vacant: laundry supervisor, lead housekeeper en kitchen manager, en hing daarvoor in huis speciale briefjes op. En wie een van die functies wilde, kon solliciteren. De kandidaten? Haar drie kinderen: Jahkeem, 13 jaar oud; de 10-jarige Takeia en Serinity van 6.

Moeder hield ook ‘echte’ sollicitatiegesprekken met de drie.

De alleenstaande moeder hield vervolgens ook ‘echte’ sollicitatiegesprekken met de drie. Leuk, maar ook leerzaam, zegt ze. Niet dat de kinderen daarvoor niets deden in het huishouden trouwens, maar dat verliep zelden zonder ruzie. Nu ze een duidelijke functiebeschrijving hebben, hoopt Shaketha Marion McGregor daar vanaf te zijn.

Typisch internetsuccesverhaal

Wat er gebeurde na haar aanvankelijk onschuldige Facebook-post, is weer zo’n typisch internetsuccesverhaal. Nadat de eerste post binnen de kortste keren 100.000 shares had gehaald, kregen ook de Amerikaanse media er lucht van. Van USA Today tot Fox News en vele andere, tot ver over de grenzen aan toe. Inmiddels staat de teller op ruim 200.000 likes en 35.000 opmerkingen. Shaketha Marion McGregor heeft er nu zelfs een apart ‘bedrijfje’ voor opgericht: This Mom Means Business, dat andere Amerikaanse gezinnen wil helpen met de family planning.

Inmiddels staat de teller op ruim 200.000 likes en 35.000 opmerkingen.

Op haar site deelt ze overigens nog veel meer wetenswaardigheden over haar ‘banenbeurs’. Zoals de soms hilarische sollicitatieformulieren die de kinderen invulden:

En ook is daar goed te volgen hoe het idee inmiddels volop navolging krijgt:

‘Hoeft niet saai te zijn’

Volgens Shaketha Marion McGregor laat haar viral post zien dat je niet vroeg genoeg kunt beginnen met kinderen leren te solliciteren, en dat dat helemaal niet saai hoeft te zijn. Ze richtte zelfs een ‘mom’s credit union’ op, waarmee de kinderen ook krediet kunnen verdienen, ‘en tegelijk karakter kunnen bouwen’. De kinderen moeten zelfs naambordjes dragen en ‘inklokken’ voor hun werkzaamheden. Ze hing bovendien een bord op waarop de kinderen zelf nieuwe taken kunnen toevoegen, waarmee ze dan eventueel weer meer geld kunnen verdienen.

De sollicitaties bleken overigens nog geen gelopen race.

De sollicitaties bleken overigens nog geen gelopen race. Zowel Serenity als Jakheem bleken bijvoorbeeld kandidaat voor de functie van lead housekeeper. Maar op de vraag: ‘wanneer kun je beginnen?’ antwoordde de 13-jarige Jakheem dat hij graag eerst nog een paar dagen met z’n vrienden wilde rondhangen. En de 6-jarige Serenity zei dat ze meteen beschikbaar was. En tja, dat antwoord gaf voor de recruitende moeder al snel de doorslag: ‘Serenity bleek de meest professionele.’

Zelf een leuk idee voor Funny Friday?

Elke vrijdag eindigen we met lichte voet op Werf& met de rubriek Funny Friday. Heb jij een leuk idee? Laat het ons weten!

Wat Johan Cruijff ons nog kan leren over strategisch recruitment

Dagelijks kom ik functieprofielen tegen met hetzelfde probleem. De vacaturetekst klopt helemaal met het ideaalbeeld en tegelijkertijd weet je als recruiter direct dat de vacature onvervulbaar is. Want: als velen al maanden zoeken en ook steeds nul op het rekest krijgen, kun je er gevoeglijk vanuit gaan dat jou een niet veel betere score staat te wachten. Op zo’n moment kun je twee dingen doen: óf je gaat je tijd verdoen met een onmogelijke missie, óf je gaat je vak als recruiter (beter) verstaan.

Als recruiter kun je twee dingen doen. Of: je tijd verdoen met een onmogelijke missie, of: je vak (beter) verstaan.

Afgelopen week ontving ik weer eens zo’n vacature. Een nieuwe opdrachtgever, maar zeker geen nieuw profiel. Dit functieprofiel doet mijn postvak met de titel ‘wishful thinking’ namelijk al maanden uitpuilen. Het zijn functieprofielen die bij mij zijn uitgezet door wat ik noem ‘Wannabe-klanten’. Die klanten hebben één ding met elkaar gemeen: ze zijn al geruime tijd naarstig op zoek naar dezelfde speld in de hooiberg. Het liefst meerdere.

Een tikkeltje naïef

Ik snap goed wat ze zoeken. Been there, done that. Als ik ze – in eerste instantie voorzichtig- vertel dat het gestelde profiel en daarmee de zoekopdracht niet realistisch is, vinden ze dat ik eerst maar een poosje mijn best moet gaan doen. Tegelijkertijd heb ik ook best een zwak voor deze groep hiring managers. Want dat honderden concullega’s dezelfde problematiek ervaren bij het werven voor dit profiel maakt het rotsvaste vertrouwen en geloof op succes dat zij hebben ook wel weer aandoenlijk. Het maakt ze aaibaar. Maar natuurlijk ook… een tikkeltje naïef.

Ze willen wel, maar snappen het niet. Is het hen kwalijk te nemen?

Een gevleugelde uitspraak van Johan Cruijff is: ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt.’ En dát is precies de reden waarom sommige hiring managers in mijn ‘Wannabe-vakje’ zitten. Ze willen wel, maar ze snappen het niet. Is het hen kwalijk te nemen? Zeker niet. Zij zijn immers niet diegene die dag in dag uit naarstig op zoek zijn naar die speld in de hooiberg. Daar hebben ze jou voor, de recruiter

Een mooi een-tweetje

Het is dan ook aan jou om van die wannabe een groupie te maken. Oftewel: vertel dat het beter kan, laat zien dat het anders moet. Begin direct met het scheppen van een stuk verwachtingsmanagement. Voldoet het profiel aan ‘de wishful thinking’-criteria laat de hiring manager dan niet in de waan dat het je gaat lukken de positie te vervullen. Wees een recruitmentpartner die van meerwaarde is, in plaats van de leverancier die niet kan leveren.

Wees een recruitmentpartner die van meerwaarde is, in plaats van een leverancier die niet kan leveren.

Als recruiter citeer ik regelmatig Johan Cruijff. Mijn metaforen doen misschien abusievelijk suggereren dat ik verstand heb van voetbal. Maar nee, dat is niet het geval. Maar dat Cruijffs wijsheden een mooie pass zijn naar de recruitmentwereld is wat mij betreft wel een ‘een-tweetje’. Laten we bovenstaande uitspraak even op onszelf projecteren: we kunnen 24/7 searchen naar kandidaten op basis van het gestelde profiel, maar het inhoudelijke profiel bepaalt de snelheid en het succes van de procedure. Liever laat ik dan ook het ideale profiel voor wat het is en kijk ik kritisch en strategisch naar het spel om zo mijn scoringskans te vergroten.

Geef je mening zonder vleierij

Het fluitsignaal voor competentiegericht werven is allang gegeven. Recruiters worden gelukkig meestal niet meer gezien als cv-schuivers maar als specialisten. De toekomstige gedrags-en beroepscode voor recruiters zal dit alleen maar kracht bij zetten Als recruiter neem ik mijzelf, mijn vak, mede-vakidioten, de hulpvraag van mijn opdrachtgever en de ambitie van de kandidaat uiterst serieus. Dit betekent ook dat ik mijn mening geef zonder vleierij.

Hoe zetten we de rest buitenspel?

Is het een schot voor open doel om te concluderen dat de vacature vrijwel onvervulbaar is door de gestelde eisen in het profiel? Moeten we onze strategie aanpassen en het profiel deels of volledig herschrijven? Welke positie nemen we in? Waar liggen onze kansen? Hoe staat de verdediging opgesteld en hoe zetten we de rest buitenspel?

Claim de aanvoerdersband

Het werven van nieuwe medewerkers is een teamsport. Maar er kan er maar één de aanvoerdersband dragen. De recruiter is de speler die als eerste het veld betreedt en kop of munt kiest en besluit links of rechts te gaan spelen. Belangrijke beslissingen, die hij of zij baseert op kennis, inzicht en ervaring. Zo kan de hiring manager rustig genieten van de wedstrijd vanuit de skybox, tegenover het wannabe-vak.

‘Vind de zwakke plek van je tegenstander en je hebt gewonnen. Da’s natuurlijk logisch.’

Oftewel: ‘Vind de zwakke plek van je tegenstander en je hebt gewonnen.’ Da’s natuurlijk logisch.

Over de auteur

Jessica Grauerholz is blogger en recruiter bij Greywoods, strategic recruitment services. Ze werft al sinds jaar en dag personeel voor alle uiteenlopende functies en blogt hier zo af en toe op eigen titel, over alles wat ze in haar praktijk meemaakt en wat het recruiterleven zo boeiend maakt.

Lees ook

 

 

Deze 5 valkuilen moet je sowieso vermijden in vacatureteksten

#1. Spelfouten

Het klinkt als een dooddoener, maar het komt toch nog steeds maar al te vaak voor: spel- en grammaticale fouten in vacatureteksten. De meest voorkomende? ‘Opzoek’ in plaats van ‘op zoek’. Maar ook ‘CV’ in plaats van ‘cv’ en overbodige spaties komen veelvuldig voor.

#2. Geen salaris vermelden

Praten over salarissen is nog steeds taboe, maar zou het niet moeten zijn. Zoals Nicol Tadema al zei, is het een manier om je te onderscheiden in deze krappe arbeidsmarkt en hebben kandidaten ook behoefte aan de informatie. Bovendien gaat Google for Jobs er ook om vragen, en anders gaan ze zelf een salaris bij jouw functie verzinnen.

#3. Een oude vacaturetekst gebruiken

Functies vernieuwen. Een vacaturetekst hergebruiken is daarom not done. Bovendien is het maar de vraag of de functie nog wel exact hetzelfde is en wat voor kandidaat je wilt bereiken. Lees daarom altijd je vacaturetekst nog eens goed door, pas aan waar nodig en vermijd dezelfde teksten.

Namen als ‘praatjesmaker’ zijn misschien grappig, maar niet duidelijk

#4. Gebruik van clichés

De salestijger die een hands-on-aanpak en geen 9-tot-5-mentaliteit heeft en flexibel moet zijn, dat kennen we inmiddels wel. Vermijd de clichéwoorden dan ook en omschrijf gewoon duidelijk wat de functie inhoudt. Daar heeft de kandidaat het meest aan.

#5. Een interne functienaam inzetten

Denk aan namen als ‘chef praatjesmaker’, ‘social samurai’ en ‘verloningskoning’: ze klinken misschien grappig, maar de kandidaat heeft geen idee wat hij zich erbij voor moet stellen. Bovendien wordt je vacature minder snel gevonden op Google als je zo’n naam gebruikt: niemand zoekt er namelijk op.

Meer weten?

Volg dan de Leergang Recruitment van de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie vanaf 7 oktober 2019. In deze praktische recruitmentopleiding leer je alles om kandidaten te vinden en in beweging te brengen uitgaande van je eigen recruitmentkracht. Dorien Waasdorp, auteur van dit artikel, is een van de docenten. Schrijf je uiterlijk 29 juli in en ontvang een vrijkaart voor het Werf& Selectie Jaarcongres op 15 oktober 2019. Meer informatie vind je hier.

Zéér zomerse terugblik op allereerste Festival ‘Recruitment in de zon’

Het was op het Rotterdamse terrein Weelde op 27 augustus soms broeien van de hitte. Maar de gezellig relaxte sfeer, de ijsjes en de prachtige, inspirerende locatie maakte veel goed voor de allereerste editie van het festival ‘Recruitment in de zon’. Soms in oude stallen, maar vaak ook gewoon buiten, deden ruim 150 bezoekers actuele kennis op, uit het programma dat was samengesteld door de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie (in samenwerking met Werf&). Hieronder een korte foto-impressie.

Een echte festivalsfeer

Wim Thielemans was helemaal uit België gekomen, om zijn bijzondere kijk op betere sollicitatiegesprekken nog eens met het Nederlandse publiek te delen.

Buiten legde Liesbeth Gouda uit hoe je ook als recruiter aan je personal brand kunt werken (en wat een flamingo daarmee van doen heeft…).

Voor Edwin Vlems was het de eerste keer in zijn leven dat hij in korte broek presenteerde. Het maakte zijn verhaal over ‘inbound recruitment’ er zeker niet minder om.

Bij gecertificeerd yoga-lerares én recruitmenttrainer Ellen van Dieren konden de bezoekers terecht voor een stukje lichamelijke ontspanning.

Maar ook buiten de yoga-les was er af en toe ruimte om lekker ontspannen met elkaar van gedachten te wisselen…

Zo net na de zomer is het natuurlijk ook een mooi moment om weer eens met iedereen bij te praten. En wat helpt daar beter bij dan een divers samengesteld festival?

Monique de Jong liep samen met haar toehoorders door alle stappen van de Candidate Journey heen, en liet met mooie voorbeelden zien hoe ze daar bij verschillende werkgevers op inspeelt.

Oude tijden herbeleven

Ronald van Driel en Peer Goudsmit lieten de oude tijden van Martin Brozius herleven. Hoe groot is het verloop in je organisatie? En hoeveel vacatures heb je dan per jaar? A, B of C? Rèèèn… je rot!

Peer Goudsmit legt tegelijk nog één keer uit waarom de vacature-intake volgens hem zo belangrijk is en nóóit vergeten mag worden.

Marion de Vries had disruptie als onderwerp gekozen en riep haar gehoor op eens wat vaker te breken met conventies. Als je durft…

Carerix’ Bo Stevens leidde samen met Nicol Tadema de bezoekers rond in de wondere wereld van Google for Jobs.

Inge Vuik (Intelligence Group) vertelde – aanvankelijk nog zonder ventilator aan – hoe je kandidaten kunt verrassen in je proces, en zo de concurrentie kunt voorblijven.

Met letterlijke workshops

Het begrip ‘workshop’ was op dit festival eindelijk zo af en toe weer eens letterlijk genomen. En dat ondanks de hitte!

Martijn Hemminga in actie, in een sessie over de balans tussen robot en recruiter: wie gaat er uiteindelijk bepalen wie jouw volgende werknemer wordt?

Suzanne van Triest wist ondertussen de luisteraars buiten te boeien met haar leuke praktijkvoorbeelden van strategische employer branding.

Ook aan de inwendige mens was gelukkig gedacht. Een flinke rij voor de lunch, in de brandende zon, maar de kwaliteit van de catering maakte gelukkig veel goed.

festival recruitment in de zon

Heleen Stoevelaar liet vervolgens haar publiek ook stevig zweten, maar opende ook heel wat ogen met haar verhaal over het belang van referral, en daarbij ook een aantal verrassende tips over hoe je dat dus vooral níet moet aanpakken.

festival recruitment in de zon

Gözde Yilmaz, de ‘vloggende IT-recruiter’, had aan het begin van de dag nog wat technische problemen, maar kreeg gelukkig later nog een keer de kans om haar verhaal over het belang van video nog eens goed onder de aandacht te brengen.

festival recruitment in de zon

Het zonnigste festival in recruitment ooit

De setting mocht ongedwongen zijn, de interesse en de leergierigheid was er zeker niet minder om. festival recruitment in de zon

Uw verslaggever mocht tot twee keer toe uitleggen wat in zijn ogen nu een goed blog maakt. Belangrijkste boodschap: niet te veel overleggen, maar gewoon beginnen. Dan leer je het snelst.

festival recruitment in de zon

Mees van Velzen (MrWork) speelde in Rotterdam een thuiswedstrijd. Zijn verhaal over ‘de Gouden Eeuw van Recruitment’ ging er overigens ook goed in bij het grote aantal aanwezigen.

festival recruitment in de zon

Een zonnige dag, dat was dit festival, voor iedereen… Zeer waarschijnlijk het zonnigste festival in de wereld van recruitment óóit.

festival recruitment in de zon

En dat op een – het mag gezegd – heel bijzondere festivallocatie.

Dus rest maar één conclusie: op naar volgend jaar!

festival recruitment in de zon

Lees ook:

fotografie: Jannike Huisman (Intelligence Group)

Algoritmes zijn niet neutraal: op deze 5 gebieden kan het misgaan

Een jaar geleden bleek het algoritme dat Amazon gebruikt om personeel te selecteren, gevoelig voor discriminatie. Maar al in 2011 waarschuwden onderzoekers Solon Barocas en Andrew Selbst hiervoor. In het artikel Big data’s disparate impact schrijven ze over de gevaren die data mining, AI, machine learning en algoritmes in werving en selectie kunnen vormen. Dit leidt volgens hen tot 5 mogelijke vormen van bias en potentiële bronnen van discriminatie.

In een recente artikelenreeks behandelt de NSvP (Nederlandse Stichting voor Psychotechniek) al die 5 vormen nog eens uitgebreid:

  1. De ‘target variable’ en ‘class labels’
  2. Trainingsdata 
  3. Feature selection,
  4. Proxies, en
  5. Masking

Omdat het ook voor recruiters zo’n relevant onderwerp is, hierbij nog eens een samenvatting daarvan:

Bias #1: De doelvariabele

Stel, een organisatie wil bepalen wie je uit een grote groep kandidaten moet selecteren. Dan kun je in een grote dataset aangeven wie in de afgelopen tijd beviel als hoogproductieve, ‘goede werknemer’, om vervolgens het algoritme op zoek te laten gaan naar een nieuw succesverhaal.

Maar meteen dienen zich dan vragen aan. Belangrijk daarbij zijn de begrippen ‘target variables’ (doelvariabelen) en ‘class labels(klassenlabels). De doelvariabele slaat op de gewenste uitkomst, in dit voorbeeld: een ‘goede’ werknemer. De klassenlabels verdelen alle mogelijke eigenschappen van de doelvariabele in categorieën. Maar hoe dat begrip van ‘een goede werknemer’ te vertalen naar een programmeerbare probleemstelling? Dat is een subjectieve stap, die gevoelig kan zijn voor discriminatie.

Wat als je kijkt naar wie vaak te laat komt? Ook hier kan discriminatie het algoritme insluipen.

Zo kun je bijvoorbeeld ervoor kiezen om de arbeidsduur bij je organisatie als variabele te nemen. Maar wat als vrouwen gemiddeld korter bij je werken, omdat ze er eerder voor kiezen een aantal jaar voor de kinderen te zorgen? Dat zou hen systematisch benadelen in het algoritme. Of, ander voorbeeld: wat als je kijkt naar wie vaak te laat komt? Ook hier kan discriminatie het algoritme ‘insluipen’, als bijvoorbeeld armere mensen over het algemeen verder blijken te moeten reizen.

Bias #2: De trainingsdata

Het gaat bij algoritmes niet alleen om wat je als doelvariabele benoemt, maar ook om hoe je het algoritme traint. Van de vijf mechanismen is dit misschien wel hét belangrijkste aspect om bewust van te zijn, aldus de auteur.

Van de vijf mechanismen is dit misschien wel hét belangrijkste aspect om bewust van te zijn.

De data waarmee een algoritme zich voedt, vallen uiteen in twee categorieën: labelling examples’ en data collection’. Bij ‘labelling examples’ draait het erom hoe voorheen keuzes zijn gemaakt  – als eerder foutieve of onbetrouwbare data zijn gebruikt, zal het algoritme de vooroordelen hiervan immers reproduceren. ‘Data collection‘ is waar het misging in het eerdergenoemde Amazon-voorbeeld: het bedrijf wilde werknemers aannemen die dezelfde kwaliteiten bezaten als hun meest succesvolle werknemers van de afgelopen 10 jaar. Maar omdat in die periode de meeste sollicitaties van mannen kwamen, werden dankzij het selectie-algoritme ook vooral mannen aangenomen. Een helder voorbeeld van ondervertegenwoordiging van vrouwen in de dataset. Op basis hiervan leerde het algoritme zichzelf dat het mannelijk geslacht vele malen succesvoller was. Het besloot daarom mannen de voorkeur te geven.

Pas op voor ondervertegenwoordiging

Ondervertegenwoordiging is iets waarover veel onderzoekers zich zorgen maken. Het systematische uitsluiten van mensen die leven op de rand van de ‘big data’-samenleving, zorgt ervoor dat hun leven minder ‘datafied’ is – er worden simpelweg systematisch minder gegevens over hen verzameld. Met als gevolg dat ze ook minder komen bovendrijven bij een zoektocht. Bij analyse van zulke slecht samengestelde datasets liggen foutieve conclusies en discriminatie op de loer.

Bij analyse van slecht samengestelde datasets ligt discriminatie continu op de loer.

Het onderwerp ‘trainingsdata’ biedt ontzettend veel voorbeelden wat betreft (onbedoelde) discriminatie. Bekend is ook het Britse St. George’s ziekenhuis, dat een computerprogramma ontwikkelde om aanmeldingen voor hun medische school te sorteren op basis van eerdere toelatingsbeslissingen. Die eerdere (menselijke) beslissingen bleken echter systematisch aanmeldingen afgekeurd te hebben van vrouwen en etnische minderheden, terwijl zij op papier even geschikt waren. Hierdoor leerde het computerprogramma zichzelf dezelfde ‘regels’ aan: door het toelatingsproces te automatiseren werden de oude vooroordelen dus systematisch herhaald, wat de carrièrevooruitzichten voor vrouwen en etnische minderheden systematisch negatief beïnvloedde. Een klassiek voorbeeld dus van ‘garbage in = garbage out’. LinkedIn maakt zich hier overigens op een soortgelijke manier schuldig aan, met zijn Talent Match-functie, aldus de auteur.

Bias #3: Feature selection

Feature selection gaat om de kenmerken die een organisatie selecteert om het algoritme te laten uitzoeken. Denk: ‘wil je een slimme kandidaat – neem dan iemand met een universitair diploma’. Je kunt een algoritme immers niet ieders IQ laten achterhalen. Maar is dat kenmerk wel het beste om de eigenschap vast te stellen?

In de fase van ‘feature selection´ kiezen bedrijven vaak voor kenmerken die redelijk (goedkoop) voor het grijpen liggen. Maar door slechts een paar indicatoren te selecteren kan een bias ontstaan. Laten we even bij het voorbeeld van opleidingsniveau blijven. Met name in Amerika is de reputatie van de universiteit waar je hebt gezeten heel belangrijk. Maar toegelaten worden tot zulke universiteiten vereist vaak een flinke portemonnee en zegt lang niet altijd iets over iemands werkelijke kwaliteiten. Dat kan dus leiden tot indirecte discriminatie.

Waar je bent afgestudeerd, zegt lang niet alles over je kwaliteiten.

Bedrijven hebben dus goede redenen om naar méér eigenschappen te kijken dan alleen academische kwalificaties, maar deze informatie is nu eenmaal gratis beschikbaar, en daarom nemen ze er toch genoegen mee. Dat ze hiermee veel (en mogelijk zelfs veel betere) kandidaten buitensluiten is een rationele keus: het bespaart geld, en ze weten dat de overwogen kandidaten toch uitstekende capaciteiten en kennis hebben ontwikkeld.

Bias #4: Proxies

Een vierde bias in algoritmes kan ontstaan bij ‘de ‘zelfstandige’ beslissingsprocessen van algoritmes, oftewel de ‘proxies’. Proxies zijn cijfers die correlaties aanduiden tussen bepaalde concepten, zodat ze kunnen dienen als een soort voorspellers. Denk: blond haar als een proxy voor een blank huidtype. Aan de hand van zulke correlaties delen algoritmes mensen in groepen in. En ook dit kan weer tot bias en (onbewuste) discriminatie leiden.

‘Uit iemands Facebook-vrienden kan al diens geaardheid worden afgeleid.’

Het probleem komt voort uit wat onderzoekers ‘redundant encodings’ noemen, of: overtollige coderingen. Hiervan is sprake als relevante informatie voor een bepaalde keuze onverwacht zo gecodeerd is dat deze ook lidmaatschap van bepaalde groepen kan aanduiden. Zo stelde een onderzoek al eens dat uit iemands Facebook-vriendschappen diens seksuele geaardheid zou kunnen worden afgeleid, zonder dat de gebruikers dit expliciet vermeldden.

Wat zit er in de black box?

Algoritmes blijken dus in staat patronen te herkennen, en conclusies te trekken, zonder dat de dataset daar expliciete informatie over bevat. Dat kan er vervolgens in resulteren dat het algoritme – geheel onbedoeld – de nieuw verzamelde informatie meeneemt in het keuzeproces. Waar dit kan misgaan, maakte bijvoorbeeld Cathy O’Neil duidelijk in haar boek ‘Weapons of Math Destruction’: een Engels bedrijf gebruikte een recruitment-algoritme op basis van eerdere aannamedata. In het verleden waren echter steeds kandidaten met mindere bekwaamheid in het Engels afgewezen; meestal mensen met een buitenlandse achtergrond. Dit resulteerde erin dat het algoritme ‘leerde’ dat ‘Engelse’ namen geassocieerd werden met betere kwalificaties dan ‘buitenlandse’ namen. Zulke namen werden zo een proxy voor: slechte bekwaamheid in het Engels. Discriminatie op naam blijkt dus ook niet zomaar te voorkomen door – op voorhand neutrale – algoritmes in te zetten.

‘De ‘black box’ lijkt momenteel de grootste zorg omtrent de algoritmisering van de samenleving.’

Het proxy-probleem blijkt lastig op te lossen. Want door eenvoudigweg deze variabelen uit de datamining-oefening te verwijderen, worden ook vaak de criteria verwijderd die aantoonbare en gerechtvaardigde relevantie hebben. Maar verwijder je ze niet? Dan zullen de algoritmes keer op keer nieuwe patronen blijven ontdekken. Vaak wordt hierbij gesproken van ‘the black box’. Deze ‘black box’ lijkt momenteel de grootste zorg omtrent de algoritmisering van de samenleving. Hoe meer we willen weten, hoe minder we nog kunnen volgen hoe kennis tot stand komt. We worden daarmee steeds afhankelijker van het systeem. Dat maakt het des te lastiger biases te voorkomen.

Bias #5: Masking

Het laatste gebied waarop het gebruik van algoritmes onbewust discriminatie in de hand kan werken, gaat om handvatten om juist bewúst te discrimineren. Dit wordt aangeduid met de term: masking. Algoritmes kunnen traditionele vormen van opzettelijke discriminatie namelijk makkelijker maskeren. Simpel gezegd: elke vorm van discriminatie die onopzettelijk gebeurt, kan net zo goed opzettelijk zijn gedaan.

‘Elke vorm van discriminatie die onopzettelijk gebeurt, kan net zo goed opzettelijk zijn gedaan.’

Ten eerste kan men bijvoorbeeld knoeien met de dataverzameling. Denk: met opzet de verzameling van gegevens beïnvloeden om ervoor te zorgen dat data mining patronen onthult die minder gunstig zijn voor leden van bepaalde groepen. Ten tweede kunnen besluitvormers er voor kiezen om beperkte algoritmes in te zetten die alleen ‘kort door de bocht’ redenaties mogelijk maken – met als resultaat meer beslissingen op basis van foutieve aannames. Of ze maken juist gebruik van de overmatige nauwkeurigheid van algoritmes. Met andere woorden: datamining kan werkgevers de kans bieden leden van bepaalde groepen te onderscheiden (en te benadelen), zelfs als ze niet expliciet weten tot welke groep iemand behoort. En bewijzen dat een bedrijf met zulke intenties handelt blijkt bijzonder moeilijk. Dit geeft ze bijna vrij spel om opzettelijk te discrimineren.

Puur hypothetisch voorbeeld

Een puur hypothetisch voorbeeld: een organisatie zou zwangere vrouwen kunnen discrimineren, terwijl die discriminatie moeilijk te ontdekken zou zijn. Zo heeft de Amerikaanse winkel Target naar verluidt een ‘zwangerschaps voorspelling’-score opgesteld, door het winkelgedrag van klanten te analyseren op basis van ongeveer 25 producten. Koopt een vrouw een paar van die producten, dan kan Target redelijk nauwkeurig voorspellen dat ze zwanger is. Target gebruikte deze voorspelling voor gerichte marketing, maar een organisatie zou een dergelijke voorspelling natuurlijk ook kunnen gebruiken voor uitsluiting van deze groep bij sollicitaties.

Conclusie: het gebeurt nu ook al

Gelukkig zijn er redenen om ons niet al te druk te maken over deze laatste vorm van variatie, aldus de auteur. Want dit soort discriminatie is natuurlijk niet voorbehouden aan algoritmes. De meeste gevallen van discriminatie op de arbeidsmarkt zijn nu al moeilijk genoeg om te bewijzen; en werkgevers die echt willen handelen naar hun vooroordelen hebben er weinig baat om zulke complexe en kostbare mechanismen te ontwikkelen om hun bedoelingen verder te maskeren.

Algoritmes kunnen discriminatie in de hand werken, maar dat maakt ze nog niet op voorhand ongeschikt.

En zo is het natuurlijk maar net. Algoritmes kunnen discriminatie op allerlei manieren in de hand werken, maar dat maakt ze nog niet op voorhand minder geschikt voor werving en selectie dan het menselijke oordeel. Zoals Bas van de Haterd hier al eerder stelde: ‘Als mij wordt gevraagd wordt waarom ik zo positief ben over het gebruik van algoritmes in selectiek, dan is dat omdat het algoritme dat we nu gebruiken – het algoritme in ons hoofd – kapot is. Omdat ik geloof dat we de lat niet heel hoog hoeven te leggen als we het beter willen doen dan we het nu doen.’

Doe mee aan de challenge

De organisatie achter de oorspronkelijke artikelenreeks, de NSvP, stelt 3x 10.000 euro aan subsidie ter beschikking voor innovatieve plannen die laten zien wat de meerwaarde is van AI in werving en selectie en die demonstreren dat de bijdrage van AI een betere en meer inclusieve arbeidswerking genereert ten opzichte van traditionele recruitmentprocessen.

Wil je meedoen aan deze AI x Recruitment Challenge? Of de informatie over de Challenge nog eens rustig nalezen? Kijk dan op de speciale Challenge-pagina. Op 4 september sluit de inschrijving.

Of kijk eerst eens rond in het dossier Algoritmisering van de Arbeidsmarkt, waar ook de artikelen van Céline Blom te vinden zijn.

Lees ook:

Opnieuw bewezen: ervaring blijkt lousy succesvoorspeller

Als er één ding is waar bijna alle werkgevers op letten bij hun sollicitanten, dan is het wel: ervaring. Zelfs voor de meest junior functie wordt al ervaring in een soortgelijke baan gevraagd. Simpelweg vanuit de veronderstelling: wie het ergens anders eerder gedaan heeft, zal het hier ook wel kunnen.

Zelfs voor de meest junior functie wordt al ervaring in een soortgelijke baan gevraagd.

Maar zo is het dus niet, blijkt andermaal uit onderzoek. Sterker nog, Chad H. Van Iddekinge van de Florida State University bekeek maar liefst 81 studies die de link onderzochten tussen eerdere werkervaring en de prestaties in een nieuwe organisatie. En wat vond hij? Nagenoeg niets. Zelfs als mensen taken hadden volbracht, rollen hadden vervuld of in functies of branches hadden gewerkt die relevant waren voor hun huidige baan, bleek dit nauwelijks betere prestaties te voorspellen.

Zelf ook verbaasd

Hij is er zelf ook verbaasd over, vertelt Van Iddekinge in een interview met Harvard Business Review. ‘Het lijkt zo vanzelfsprekend dat iemand die de baan al eerder gedaan heeft in het voordeel is tegenover iemand zonder die ervaring. Maar in alle studies die we onderzochten, konden we hooguit een heel lichte relatie ontdekken tussen ervaring en prestatie, zowel in training als on the job.’

‘Ervaren mensen blijken ook niet langer te blijven.’

De hoogleraar keek ook naar een eventuele relatie tussen eerdere werkervaring en retentie, oftewel: blijven ervaren mensen langer op een nieuwe plek? Ook hier echter: ‘zero correlation’. En dat terwijl ervaring dus meestal een van de eerste vereisten is in een vacature. Maar liefst 82 procent van de vacatures vraagt er expliciet om, ontdekte Van Iddekinge. 

‘Ervaring zegt weinig over kwaliteit’

Hoe het komt dat ervaring zo weinig bepalend is? Van Iddekinge houdt een slag om de arm, maar denkt dat het ermee te maken heeft dat ervaring weinig zegt over de kwaliteit van die ervaring, of de significantie die de medewerker in die tijd had. Simpelweg dat je ergens gewerkt hebt, zegt nog niet dat je daar belangrijk bent geweest, of geleerd hebt hoe iets moet. ‘Werkervaring is geen meetlat van gedrag’, zoals de hoogleraar het noemt.

‘We kunnen ons beter focussen op eerdere prestaties dan op ervaring alleen.’

Gedrag in het verleden voorspelt gedrag in de toekomst, dat noemt Van Iddekinge zelfs ‘een van de uitgangspunten van ons vakgebied’. Maar dat maakt het rijtje werkgevers op een cv nog niet voorspellend, benadrukt hij. ‘We zouden ons daarom beter kunnen focussen op eerdere werkprestaties dan op alleen ervaring. En we zouden ook moeten willen weten of mensen hebben geleerd van hun eerdere ervaringen. Daar zijn veel mensen namelijk niet zo goed in. En ten slotte moeten we ook beseffen dat ervaring in de ene organisatie misschien wel prestaties belemmert in de andere, als die nieuwe organisatie heel anders werkt of een heel andere cultuur heeft.’

De STAR-methode kan helpen

Van Iddekinge pleit er ook voor om kandidaten goed door te vragen op bepaalde situaties. Hoe gedroegen de kandidaten zich? De STAR-methodiek (Situatie-Taak-Actie-Resultaat) kan daarbij volgens hem helpen. ‘Maar niet elke werkgever selecteert op die manier. En het is mogelijk dat potentieel goede kandidaten al zijn afgewezen wegens gebrek aan ervaring, voordat ze überhaupt maar de kans krijgen hun gedrag te verduidelijken.’

‘Er bleek een zekere relatie te bestaan tussen ervaring en prestaties na 3 maanden.’

En het is trouwens ook niet dat zo ervaring helemáál niets zegt, benadrukt hij ook. ‘We vonden een kleiner onderzoek dat ervaring en prestaties vergelijkt na 3 maanden, 2 jaar en 5 jaar in een nieuwe functie. Daarbij bleek een zekere relatie te bestaan tussen ervaring en prestaties na 3 maanden. Misschien waren die mensen al meer gewend aan werk in het algemeen, of kregen zij van hun managers gewoon snel betere beoordelingen. Maar ook hier bleek dat na verloop van tijd eerdere ervaring steeds minder belangrijk wordt voor prestaties in de huidige baan.’

Einde verhaal voor ervaring als selectiecriterium?

Is het realistisch om te verwachten dat ervaring verdwijnt als selectiecriterium? Van Iddekinge heeft er een hard hoofd in, ondanks zijn toch vrij overtuigende onderzoeksresultaten. ‘Ervaring is makkelijk te testen. Heb je drie jaar in sales gewerkt? Heb je eerder leidinggegeven? Het is een simpel ja of nee. Bestaande vaardigheden en werkelijke kennis zijn veel lastiger uit een cv te halen. Maar in deze krappe arbeidsmarkt kunnen organisaties het zich niet veroorloven om goede kandidaten zomaar af te wijzen omdat ze de ervaring zouden missen die jij toevallig als eis in je vacaturetekst hebt gezet.’

‘Weinig organisaties verzamelen data om effectief over hun mensen te beslissen.’

Er zijn volgens hem ook wel betere criteria denkbaar. Het beginpunt daarbij: data verzamelen over wat je beste van je minder goede medewerkers onderscheidt. Daar kun je vervolgens op selecteren. Wat ook helpt: functierelevante testen. ‘Het probleem is alleen dat de meeste organisaties dat niet doen. Ze verzamelen volop data over producten, marketing en finance, maar ze gebruiken zelden data om effectieve beslissingen over hun mensen te maken.’

5 jaar onderzoek

Van Iddekinge deed 5 jaar over het onderzoek, waarover hij publiceerde in Personnel Psychology. Met zijn collega’s bekeek hij in totaal meer dan 1.500 studies van de afgelopen 60 jaar, verdeeld over allerlei beroepsgroepen. Ze keken zowel naar beoordelingen van managers over medewerkers, als naar meer ‘harde’ prestatiecriteria, zoals sales- of productievolumes. Uiteindelijk bleken er zo’n 80 onderzoeken bruikbaar voor de meta-analyse.

Lees ook:

Funny Friday: inwoners van deze Friese gemeente bepalen mede wie er ambtenaar wordt

In de ‘sollicitatieraad’ die deze gemeente wil benoemen kunnen straks zeven betrokken inwoners zitting nemen. Zij gaan vervolgens helpen met meedenken en adviseren over het aannamebeleid. Leeftijd en achtergrond spelen daarbij geen rol, iedereen is welkom om zich aan te melden, zolang de inwoner maar betrokken is. Wel wil de gemeente in de samenstelling rekening houden met een representatieve raad.

‘Leden van de sollicitatieraad krijgen een hoofdrol in de wervingscampagne voor nieuwe medewerkers.’

Leden van de sollicitatieraad bepalen straks mede aan welke waarden nieuwe medewerkers worden getoetst en geven input voor interviews en rollenspellen met kandidaten. Ook krijgen ze een hoofdrol in de wervingscampagne voor nieuwe medewerkers, door middel van foto’s en eventueel video’s. Veel tijd zal de raad niet kosten: de inwoners zijn er een paar dagen per jaar aan kwijt, zo belooft de gemeente.

Logisch, maar toch uniek

Burgemeester Fred Veenstra noemt het ‘logisch’ om ook inwoners een stem te geven in de werving en selectie van nieuwe ambtenaren. ‘Mensen die in dienst staan van onze gemeente zijn er immers voor jóu als inwoner.’ Niettemin is de sollicitatieraad vooralsnog uniek in Nederland, weet hij ook.

‘De sollicitatieraad is vooralsnog uniek in Nederland.’

Aanmelden kan tot 15 september. Ambtenaren die nu al in de gemeente werken mogen niet meedoen. De gemeente hoopt uiterlijk 14 oktober de zeven leden van de sollicitatieraad bekend te maken. Burgemeester Veenstra zal de sollicitatieraad vervolgens voor 1 december installeren tijdens een speciale bijeenkomst in het gemeentehuis. En belangrijke kip-ei-vraag: hoe worden die mensen die mogen meedenken over de selectie van ambtenaren eigenlijk zélf geselecteerd? Dat gebeurt vooralsnog gewoon op de ‘ouderwetse manier’. Dus via een gesprekkenronde met ambtenaren, en dus ook zónder inspraak van inwoners…

Zelf een leuk idee voor Funny Friday?

Elke vrijdag eindigen we met lichte voet op Werf& met de rubriek Funny Friday. Heb jij een leuk idee? Laat het ons weten!

14 redenen om het sollicitatiegesprek bij het grofvuil te zetten

Al meer dan een eeuw lang maakt het sollicitatiegesprek een belangrijk deel uit van elke procedure waarbij geschikte kandidaten voor een functie worden bepaald. Maar waarom eigenlijk? In deze tijd hebben zulke gesprekken veel van hun waarde verloren. Ze kosten veel tijd en moeite, bezorgen de kandidaat doorgaans de zenuwen, maar voorspellen nauwelijks of iemand succes zal hebben.

‘Er is iets ontzettend mis met de selectieprocessen die we nu nog vaak gebruiken.’

Een muntje opgooien is vaak net zo accuraat, betoogde bijvoorbeeld recent ook John Sullivan. ‘Kandidaten kunnen nu online interviewvragen makkelijk achterhalen, en hun antwoorden vast oefenen voor hun eigen telefooncamera. Daardoor zijn sollicitatiegesprekken bedorven en vrijwel waardeloos geworden’, zegt de Amerikaanse recruitmentgoeroe. Met alle nadelige gevolgen van dien. ‘Er is iets ontzettend mis met veel huidige selectieprocessen. En dan vooral met het sollicitatiegesprek.’

Nul correlatie met prestatie

Onderzoek bij Google naar tienduizenden sollicitatiegesprekken laat zien dat ze vrijwel nul correlatie hebben met hoe iemand uiteindelijk presteert in een bepaalde baan. Sullivan noemt (minstens) 14 redenen waarom zulke gesprekken tegenwoordig hun waarde als voorspeller verloren hebben, en vaak zelfs wel eens meer kwaad dan goed kunnen doen:

#1. De vragen weten leidt tot standaard antwoorden

Op sites als Glassdoor kunnen kandidaten tegenwoordig per bedrijf en vaak zelfs per functie zien welke vragen worden gesteld, en zelfs wat het ideale antwoord erop is. Dit leidt tot voorbereide, nauwelijks authentieke antwoorden, die weinig persoonlijks over de kandidaat vertellen.

#2. Oefening baart kunst, maar nog geen goede kandidaat

Er is online allerlei software te vinden waarmee je als kandidaat je sollicitatiegesprek virtueel kunt oefenen. Ook dat komt de authenticiteit natuurlijk niet ten goede. Het leidt in het beste geval tot mensen die goed het toneelstukje van een sollicitatiegesprek kunnen opvoeren, zegt Sullivan. En dat is natuurlijk zeker niet hetzelfde als: een goede kandidaat.

#3. Video maakt vals spelen nog makkelijker

Een sollicitatiegesprek ‘op afstand’ wordt steeds gewoner. Maar hiermee kun je ook makkelijker vals spelen, zegt Sullivan. Bijvoorbeeld door spiekbriefjes op de muur te prikken. Zo hoeven kandidaten minder een beroep te doen op hun eigen geheugen, en komen ze toch ad rem over. Terwijl ze dat in werkelijkheid dus helemaal niet hoeven te zijn.

#4. Ze leggen te veel focus op cultural fit

Een sollicitatiegesprek wordt vaak gebruikt om af te tasten of de kandidaat wel past bij de organisatie. Maar dit selectiecriterium ligt steeds meer onder vuur. Het is wereldwijd in elk geval slecht gedefinieerd en inconsistent getest, zegt Sullivan. En dit reduceert de waarde van het sollicitatiegesprek volgens hem ‘dramatisch’. Het leidt tot te veel afwijzingen van kandidaten die mogelijk goed zouden kunnen presteren, en bovendien tot een gebrek aan diversiteit.

#5. Referenties verliezen hun waarde

Vroeger kon je als kandidaat je antwoorden niet echt overdrijven. Een referentiecheck zou de waarheid zo achterhalen. Maar die referenties hebben hun waarde behoorlijk verloren, zegt Sullivan, omdat werkgevers bijna niets meer durven te zeggen over hun voormalig werknemers, uit vrees voor privacyschending en juridische procedures. De kans om overdrijving te achterhalen is daarmee tegenwoordig zo goed als uitgesloten.

#6. ‘Alternatieve feiten’ vieren ook in sollicitatiegesprek hoogtij

Op sociale media heeft iedereen zijn eigen waarheid. Maar dat is in een sollicitatiegesprek weinig anders. Hoe groot écht iemands aandeel in een bepaald project was? Hoe groot was het succes wérkelijk? Een leugentje (om bestwil) is snel gemaakt, zo blijkt uit menig onderzoek. En de onwaarheid wordt zelden blootgelegd. Sterker nog: interviewers zijn dit gedrag al zó gewend dat ze de antwoorden van een kandidaat standaard met een korreltje zout nemen. Wat logischerwijs vooral ten koste gaat van de meest eerlijke kandidaten: juist de mensen die je het liefst wilt aannemen dus…

#7. Interviewers zijn nauwelijks getraind

Vacaturehouders worden steeds minder getraind in het voeren van een goed sollicitatiegesprek. En dat is een probleem, zegt Sullivan, bijvoorbeeld waar het gaat om het herkennen van (onbewuste) vooroordelen. Dat gebrek aan training zorgt ervoor dat zulke gesprekken nóg minder voorspellend worden dan ze zouden kunnen zijn (alhoewel Google ontdekte dat zelfs de best getrainde managers nog vooral focussen op hun eigen behoeftes op korte termijn).

#8. Referrals zijn juist weer vaak wel getraind

Hiring managers mogen dan slecht getraind zijn in het voeren van een sollicitatiegesprek, kandidaten worden dat juist steeds beter. En dat geldt met name voor een heel specifieke groep: de kandidaten die worden voorgedragen door je eigen medewerkers. Zulke referrals zijn tegenwoordig bij veel bedrijven de belangrijkste bron van aannames. Maar juist referral-kandidaten presteren zo goed tijdens een sollicitatiegesprek ‘vanwege al de verkeerde redenen’, aldus Sullivan. ‘Ze zijn meestal beter voorbereid, omdat ze hun aandrager niet in verlegenheid willen brengen. Bovendien ‘coacht’ de medewerker in kwestie hen vaak door allerlei inside infomation te delen. Hierdoor scoren ze beter in het interview, terwijl hen dat nog niet noodzakelijkerwijs tot betere kandidaten maakt.’

#9. Te overdreven verwachtingen leiden tot hoog verloop

Uit angst om geen kandidaten vroegtijdig te verliezen, stellen veel organisaties in het sollicitatiegesprek de functie – al dan niet bewust – erg rooskleurig voor. Maar dat beeld kan de realiteit in de weg zitten. Eenmaal in de baan raken de kandidaten dan gefrustreerd, waardoor ze alsnog snel na indiensttreding weer vertrekken. En dan kan het hele circus weer van voren af aan beginnen…

#10. Functies vragen nu meer vaardigheden

Een laatste reden voor het groeiende gebrek aan voorspellende waarde van een sollicitatiegesprek is volgens Sullivan dat de meeste banen tegenwoordig steeds meer vaardigheden vragen. Vroeger waren die vaardigheden nog wel vast te stellen door er simpelweg naar te vragen. Maar nu is dat veranderd, zegt hij. Kandidaten beseffen dat ook, en bereiden zich dus beter voor.  Wat weer tot gevolg heeft dat het beeld dat ze scheppen meer ‘vervormd’ is dan ooit tevoren.

#11. Gestructureerd interviewen maakt het voorspelbaarder

Als je dan toch een sollicitatiegesprek moet doen, dan liever een gestructureerd dan een ongestructureerd gesprek, zo is de heersende gedachte. Dat verkleint immers de kans op discriminatie. Maar juist zulke gestructureerde gesprekken zorgen aan de andere kant weer voor voorspelbaarheid en ‘trainbaarheid’ voor kandidaten. Iets wat de beoogde voordelen weer onderuit haalt.

#12. Brede profielen maken focus mogelijk

In de strijd om ‘realistic job previews‘ maken steeds meer organisaties veel werk van hun functieprofielen. Maar zulke uitvoerige en gedetailleerde profielen hebben ook een schaduwkant, stelt Sullivan: ze bieden een directe handleiding voor het sollicitatiegesprek van een kandidaat. ‘Dit zorgt ervoor dat ze hun antwoorden zorgvuldig kunnen beeldhouwen, zodat ze beter bij de functie lijken aan te sluiten.’

#13. Internationalisering vraagt andere vormen

Steeds meer organisaties werken én werven over de grens. Maar een goed sollicitatiegesprek voeren met iemand uit een andere cultuur vraagt heel bijzondere vaardigheden, zegt Sullivan. Verwachtingen en omgangsvormen kunnen immers behoorlijk verschillen. Dat kan leiden tot te snel – onterecht – afwijzen van mensen wier prestatie in de baan beter kan zijn dan hun prestatie tijdens een stressvol en onwennig sollicitatiegesprek.

#14. Een sollicitatiegesprek moet ook een sales pitch zijn

In een krappe arbeidsmarkt mag een sollicitatiegesprek zeker geen kruisverhoor met een kandidaat zijn, maar moet het tegelijk ook een sales pitch zijn, zegt Sullivan. Maar dat hebben nog lang niet alle organisaties begrepen, stelt hij ook. ‘Zonder sales-element zullen echter weinig topkandidaten je aanbod accepteren. En dan zal je proces een stijgende faalratio kennen. Hoe sterker de strijd om talent, hoe belangrijker het sales-deel, ten koste van het testdeel van je sollicitatiegesprek.’

Er is ook een gunstig effect

En dat zijn dan nog niet eens alle verklaringen die Sullivan geeft voor het afnemend resultaat van sollicitatiegesprekken. Ook de gewenste snelheid van processen, de trend om beslissingen samen te nemen en het continu updaten van hun LinkedIn door kandidaten dragen er volgens hem aan bij. Om maar wat te noemen.

Je goed kunnen voorbereiden voor een belangrijke taak kan een voorspeller van succes zijn.’

Hij ziet evenwel ook een zonnige kant. ‘Dat kandidaten zich tegenwoordig beter voorbereiden heeft natuurlijk ook een gunstig effect. Het leidt misschien tot minder authenticiteit, maar mensen die zich goed voorbereiden presteren meestal ook beter. En je goed kunnen voorbereiden voor een bepaalde taak kan ook een belangrijke voorspeller van succes in een functie zijn.’

Hoe dan wel?

Het sollicitatiegesprek is nog steeds een ‘heilige koe’ in de meeste selectieprocedures, concludeert Sullivan ten slotte. En dat terwijl de problemen ermee groot zijn, maar tegelijkertijd weinig managers erop zitten te wachten iemand aan te nemen zónder zo’n gesprek met hem of haar te hebben gevoerd.

sollicitatiegesprek heilige koe

Wat is dan de les? Volgens de Amerikaan kun je het beste ermee beginnen om data te verzamelen. ‘Dat zal bijna altijd laten zien dat een sollicitatiegesprek veel invloed heeft op de quality of hire, maar tegelijkertijd een hoge foutmarge kent, meer dan welk ander onderdeel van het recruitmentproces dan ook. Pas als je die data helder hebt, kun je ook beginnen dit deel van het proces te verbeteren.’

Lees ook:

Waarom het Employer Brand Framework aan rebranding toe is

We luisterden allemaal naar Californication van de Red Hot Chili Peppers, het Frankrijk van Zinedine Zidane won het EK in Rotterdam en we waren met zijn allen blij dat de millenniumbug de wereld intact had gelaten.

Kortom: het jaar 2000 is alweer een behoorlijke tijd geleden. En ook recruitment was in die tijd — uiteraard — heel anders. Online vacatures verspreiden kon sinds 2 jaar via ‘Monster Board’, nadat Jeff Taylor naar eigen zeggen een ‘monster idea’ had gehad. Dat ze vrij snel daarna direct de grootste waren is ook vrij logisch, ze waren immers ook de enige.

Dag, eenvoudig Employer Brand House

Een bedrijf dat zichzelf wilde profileren, sponsorde een voetbalclub of organiseerde een golftoernooi. Bedrijven met een mooi kerstpakket (lees: Hoogovens) werden al snel beroemd in de wijde omgeving. Vandaar dat een redelijk simpel model als het Employer Brand House (zoals het in de volksmond genoemd wordt) vrij eenvoudig verplichte kost kon worden.

Anno 2019, vooruitkijkend naar 2020, is het tijd om daarin verandering aan te brengen. Er is sinds de eeuwwisseling immers veel gebeurd. Er zijn veel nieuwe spelers in het speelveld gekomen. Monster.com is ondertussen al een aantal keer ingehaald door Indeed, LinkedIn en zelfs Facebook als het gaat om vacatureverspreiding. De werkloosheid is gedaald tot 300.000. Bedrijven vechten om kandidaten. Nieuwe tijden vragen om nieuwe modellen. Tijd dus voor Employer Brand House 2.0, of zoals ik het graag wil noemen: Villa Candidate Experience.

Hallo, Villa Candidate Experience

Naast dat het huis nu ook echt een huis is, is het niet gebouwd op pilaren, maar op een stevige fundering — het zogenaamde ‘Master‘ brand. Daar later meer over, eerst wil ik laten zien hoe kandidaten de villa binnenkomen.

Het is namelijk niet langer post and pray. Door middel van advertenties en een goed werkende werkenbij-site zorgen we dat kandidaten hun eigen weg kunnen vinden — de deur staat altijd open. En tot wat vinden ze dan hun eigen weg? Tot jouw content. Video’s. Blogs. En misschien wel het allerbelangrijkste: jouw vacatures.

Hoe belangrijk is het ‘master’ brand?

Ik ben mij ervan bewust dat ‘Master’ tussen aanhalingstekens staat. Binnen bedrijven leeft vaak de gedachte dat het consumenten- of B2B-merk belangrijker is dan het employer brand. Het “Master” brand zorgt ervoor dat er orders binnenkomen, zullen zij zeggen. Het employer brand zorgt ervoor dat deze orders ook uitgevoerd kunnen worden, zouden wij zeggen.

Uiteraard is het belangrijk om rekening te houden met het ‘Master’ brand, het is de basis, het merk dat kandidaten zullen herkennen van hun ervaringen als consument. Maar dat betekent niet dat je in je employer brand niet kunt afwijken — een statig advocatenbureau kan op een heel creatieve manier zijn nieuwe collega’s aantrekken.

Purpose

Purpose is het ultieme, overkoepelende doel, de reden waarvoor iedereen bij jouw bedrijf werkt. Wederom, rekening houden met het ‘Master’ brand is goed om de balans te behouden, maar wees niet bang om af te wijken. Een aantal voorbeelden om in de sfeer te komen:

> Amazon

“Master” brand vision:

Our vision is to be earth’s most customer-centric company; to build a place where people can come to find and discover anything they might want to buy online.

Employer purpose:

It’s still day one.

Focus ligt in beide statements op groei. Uit de employer purpose blijkt echter een meer persoonlijke groei. Het bedrijf heeft meer dan 600.000 medewerkers en toch liggen er kansen alsof het dag één is.

> Apple

“Master” brand vision:

Bringing the best user experience to its customers through its innovative hardware, software, and services.

Employer purpose:

Do your life’s best work here. With the whole world watching.

Focus ligt in beide statements op kwaliteit — the best. In de employer purpose komt echter meer dan in de “Master” brand vision de schaal en daarmee de impact van (de medewerker binnen) het bedrijf naar voren.

Een purpose is gemaakt om te motiveren

Persoonlijkheid, dat is waarin een purpose vaak verschilt van een vision statement. Als je kijkt naar de purpose van veel grote bedrijven, ligt de focus vaak op wat jíj als kandidaat kunt teweegbrengen of bijdragen. Motivatie, één gezamenlijk doel om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Meer voorbeelden vind je hier.

Value Proposition Windows

Ik ben geen fan van pilaren. Pilaren zijn gesloten en tekst die erop staat is letterlijk set in stone. Ramen geven inzicht, zijn transparant en ook al hang je er een gordijn voor, nog steeds kun je naar binnen gluren. Beeldspraak die past bij 2019: gluren wordt steeds makkelijker. Anno 2019 staat alles op internet, de vuile was hangt uit op Glassdoor, de mooie verhalen staan op LinkedIn. Door deze transparantie worden ‘proof points’ zoals in het Employer Brand House steeds minder belangrijk — als je onzin verspreidt, komen mensen daar snel genoeg achter.

Employer value propositions

Employer value propositions (EVP) geven de waarden en cultuur weer die een kandidaat kan verwachten als hij / zij zich aansluit bij een organisatie. Voor Booking.com zijn de EVP’s bijvoorbeeld (sorry, in het Engels klinken ze veel mooier):

  1. Diverse
    Our diversity gives us strength. We are thousands of people, ​​​​​​​from all over the world, collaborating, innovating and growing. Together.
  2. Curious
    Our curiosity comes in all forms. We ask questions and seek answers. We are not afraid to discover somewhere new. Or something new about ourselves.
  3. Driven
    Our people take ownership. We push ourselves beyond our comfort zones. To challenge perceptions and question our limits. So we can grow in new directions. Just like our company.
  4. Impactful
    Our people drive our change. All 17,000+ of them. A collective effort, on a global scale, to overcome any challenge. Any barrier. To achieve more.

Zijn deze 4 EVP’s heel onderscheidend? Nee, niet per se. Wel duidelijk en goed uitgelegd. Hoe zorgen ze dan toch dat deze EVP’s indruk maken op kandidaten? Door de persoonlijkheden die deze EVP’s tot leven brengen en kracht bij zetten te laten zien.

>

In de videoserie Perspectives toont Booking.com persoonlijkheden die binnen Booking.com erg goed op hun plek zitten.

Dus eigenlijk is een EVP een richtlijn? Zo zou je het kunnen noemen. Het is een richtlijn voor video’s, artikelen, advertenties, career pages en zelfs voor job descriptions. In alle communicatie richting een kandidaat moet rekening gehouden met deze richtlijnen. “Zijn we in deze e-mail inclusief?” of “Spreekt deze social post tegen dat we mensen aanmoedigen om nieuwsgierig te zijn?” zijn vragen die daaruit voortkomen.

Instant feedback

Waar je vroeger moest wachten tot de kijkcijfers binnenkwamen of het moment dat mensen hun kerstpakket hadden opengemaakt, heb je tegenwoordig vrijwel direct je feedback. “Deze advertentie spreekt volledig tegen wat jullie prediken als werkgever” — prima, laten we in gesprek gaan.

De kracht van directe feedback betekent dat je snel verder kunt met wat werkt.

De kracht van feedback betekent dat je snel verder kunt met wat werkt en nog sneller kunt stoppen met uitingen die niet werken. Instant feedback maakt testen mogelijk. En alhoewel een huis een redelijk stevige constructie is, een verbouwing (een extra raam of een grotere trap naar de deur) altijd een mogelijkheid.

Over de auteur

Jelmer Zuidema is een recruitment marketeer, met een duidelijke focus op datagedreven beslissingen. Eet content voor ontbijt.