De podcast die de mens op 1 zet in recruitment en HR (inzending Raaak Personeel)

Met de podcast Raaak Praaat zetten we Raaak Personeel op een innovatieve wijze in de markt. Het is een nieuwe, verhalende vorm van arbeidsmarktcommunicatie. De mens op 1 in recruitment en HR. Als podcasthost doe ik (Andreas Bouman) de marketing van de podcast Raaak Praaat.

Wat hoor je?

  • Echte verhalen.
  • Ontroerende anekdotes.
  • Waardevolle tips van de beste experts.

Wat leer je?

  • Talent vinden.
  • Talent behouden.
  • Talent fan maken van je organisatie.

Met als gasten:

✅ Bram Bakker
✅ Christ Coolen
✅ ABU-directeur Jurriën Koops
✅ UWV directeur Judith Duveen
✅ LinkedIn-fenomeen Jesse Geul
✅ XXL-Nutrition CEO Rene van der Zel
✅ Raaak Personeel directeur Mark van Oosterhout

Maar ook:

✅ Aisha Tuhumury Global Talent Director JDE Peet’s
✅ Wendy Goudszwaard (omgekeerd solliciteren)
✅ Aaltje Vincent (vrijblijvend kennismaken)
✅ Kirsten de Roo (leiderschap)
✅ Lotte de Man. (personal branding)
✅ Delilah Hoogstad (talent werven)

En vele tientallen andere werkexperts.

Doel van de podcast?

Met Raaak Praaat zetten we Raaak Personeel op innovatieve wijze in de markt. Onze podcast zorgt ervoor dat we door onze klanten, prospects (HR), collega’s en toekomstige collega’s gezien worden als de organisatie die de mens op 1 zet. Raaak Praaat groeit hard en trekt steeds meer bekende gasten aan. Mensen als Wendy Goudzwaard, Jesse Geul en Aaltje Vincent zijn al meerdere keren geweest. Op LinkedIn doen de korte videofragmenten het uitstekend. Gemiddeld worden deze shorts 1 miljoen keer bekeken per maand. De podcast trekt nieuw talent aan; maar werft ook nieuwe klanten. In die zin is het een win-win.

Gemiddeld worden de shorts van de podcast op LinkedIn 1 miljoen keer bekeken per maand.

In 2025 volgen er allerlei spin-offs. Zo gaan we workshops geven over innovatieve podcastmarketing: hoe werf je nu echt goed met een podcast en wat kun je doen met een fanbase? Daarnaast komt er in 2025 een boek uit met bekende gasten uit de podcast. Vernieuwende aspecten zijn:

  1. De podcast staat centraal in de marketingmix.
  2. De podcast is een apart label/merk.
  3. We kiezen bewust voor een duurzame, organische groei.

Wat was de impact van de case?

Vooral hadden we kwantitatieve doelen opgesteld, met een groei naar 1.000 vaste luisteraars. Dit aantal wordt alleen op Spotify nu al overtroffen (na 1,5 jaar op 2.500 duizend luisteraars). De naamsbekendheid neemt enorm toe bij prospects. Mensen kennen nu Raaak Personeel van de podcast. Contacten met bekende mensen maken is makkelijk. Denk aan HR-managers van grote MKB-bedrijven of zelfs corporates; die contacten waren zonder de podcast niet gelegd. Het is een duurzame en intieme manier van marketing. Waar kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit.

Mensen luisteren ongeveer 45 minuten per aflevering. Ze voelen zich verbonden en dat blijkt bijvoorbeeld uit een event dat we vorig jaar hebben georganiseerd. Mensen komen graag langs om bekende sprekers en gasten uit de show te ontmoeten. Zo spraken tijdens het event Jesse Geul (100.000 volgers LinkedIn) en René van der Zel (CEO van XXL Nutrition). Tientallen gasten en luisteraars kwamen naar dit event, puur omdat het hier gepromoot werd.

Tientallen gasten en luisteraars kwamen naar dit event, puur omdat het hier gepromoot werd.

Voor ons zit de podcast bovenin de funnel. De waarde zit in de diepgaande en persoonlijke gesprekken, de contacten die we opdoen en de autoriteit die we opbouwen. Hierdoor kunnen we; op ieder moment, makkelijker onze bedrijfsdoelen behalen. In 2025 geven we extra aandacht aan onze talentroute (het verder helpen van kandidaten). De podcast helpt ons neer te zetten als een mensgerichte organisatie. Klanten, kandidaten, en collega’s weten wat we doen, waarom we het doen en zo helpt het ons te focussen op dat ene doel dit jaar.

raaak talentroute

Waarom moet deze case een Werf& Award winnen?

Raaak Praaat is een uniek concept. Het past perfect bij de kernwaarden van Raaak Personeel: eerlijk, dichtbij en eigenzinnig. Het past ook naadloos bij een moderne arbeidsmarkt. De kandidaat niet overhalen, maar nieuwsgierig maken. Mensen niet overhalen; maar beter maken. Het laat de toegevoegde waarde zien van arbeidsbemiddelaars in moeilijke tijden. Mensen willen nu meer dan ooit echte verbinding. Menselijk contact. En dat doen we met gebruikmaking van Raaak Praaat.

Het past naadloos bij een moderne arbeidsmarkt: de kandidaat niet overhalen, maar nieuwsgierig maken.

In een eersteklas studio met een professionele cameraman, maar wel altijd met de mens op 1. Dat zien mensen niet alleen, ze voelen het ook. Daardoor is er vertrouwen en daarmee bouwen we aan duurzame reraties. Wij vinden dat we een kans op de winst maken, omdat dit een inspirerend voorbeeld voor andere organisaties kunnen zijn. Als je de podcast centraal stelt in je marketingmix, gaat voor de lange termijn, dan is het een winnende strategie.

Credits case

De volgende personen, afdelingen en/of externe partijen zijn betrokken bij de case:

  • Andreas Bouman is de bedenker, podcastmaker en creatief strateeg.
  • Bas Kakes is de filmmaker.
  • Suzan Blaakenburg de directeur.

Extern hebben we al ruim 100 werkexperts te gast gehad. Een overzicht vind je onder andere op Spotify:

Uitreiking op Werf& Live

De Werf& Awards worden uitgereikt op Werf& Live, dat dit jaar plaatsvindt op 15 mei 2025. Werf& Live is dé ontmoetingsplek voor HR-professionals, recruitmentexperts en arbeidsmarktspecialisten die zich willen onderdompelen in de kernaspecten van employer branding. Wil je erbij zijn?

Meer informatie en tickets

Ook kans maken op een Werf& Award 2025?

Maak ook kans op een Werf& Award en stuur uiterlijk 13 maart 2025 17.00 uur jouw arbeidsmarktcommunicatie- of recruitmentcase in. Kijk voor meer informatie en om jouw case in te sturen bij Werf& Awards.

Inzenden Werf& Awards

Inzenden Werf& Awards 2025 van start

Heeft jouw organisatie het afgelopen jaar iets moois gedaan op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie of recruitment? Een overtuigende campagne die veel meer sollicitanten opleverde dan verwacht? Een verrassende selectie-actie? Of wist je een geheel nieuwe doelgroep aan te boren? Dan is dit jouw kans om op 15 mei met een award op het grote Werf&-podium te staan, want inzenden voor de Werf& Awards is vanaf nu mogelijk. 

In 2024 waren het Etos, het Leger des Heils, de gemeente Amsterdam en het Radboudumc die er met de prijzen vandoor gingen.

In 2023 waren het Schiphol, Eiffel, Partou en het ministerie van Defensie die er met de prijzen vandoor gingen, in 2024 gevolgd door Etos, Leger des Heils, Radboudumc en de Gemeente Amsterdam. De grote vraag is natuurlijk: wie worden in 2025 de opvolgers? De lijnen zijn nu geopend! En met het jaar dat de krapte op de arbeidsmarkt nog steeds enorm is, hopen we weer op mooie inzendingen voor deze prijzen op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie en recruitment. Alle cases die impact hebben (gehad) op de instroom van een organisatie zijn van harte welkom. 

De voorwaarden

De Werf& Awards richten zich op zowel kleine als grote organisaties, vrijwel zonder of juist met een groot budget, voor een (corporate) werkgever of juist een bureau (arbeidsmarktcommunicatie/reclame/werving en selectie/uitzend/detachering), in de breedste zin van het woord. De jury kijkt niet naar het budget van een campagne, maar meer naar originaliteit, creativiteit en effectiviteit. De awards worden dit jaar uitgereikt op 15 mei 2025, tijdens Werf& Live in Utrecht. 

Op 3 april maakt de vakjury uit alle inzendingen de nominaties bekend.

Inzenden is dit jaar mogelijk tot en met 13 maart. Op 3 april 2025 maakt de vakjury vervolgens uit alle inzendingen de nominaties bekend. Van 4 tot en met 18 april mag daarna het publiek ook zijn favoriet bepalen. Op de voorwaarden-pagina lees je precies aan welke voorwaarden jouw inzending moet voldoen om kans te maken. En op de procedure-pagina lees je hoe het hele proces loopt van inzenden tot uitreiking op 15 mei 2025 tijdens de tiende editie van Werf& Live, dat dit jaar plaatsvindt in Utrecht. 

inzenden awards
Beeld van de uitreiking van 2023.

Vakjury en deeljury’s

De vakjury staat wederom onder de deskundige leiding van Marion de Vries. Daarnaast zijn er 3 deeljury’s: 

  • Recruiters
    Recruitmentmanagers vanuit de opdrachtgeverskant 
  • Arbeidsmarktcommunicatiespecialisten
    Vanuit HR, communicatie, bureaus gespecialiseerd in arbeidsmarktcommunicatie, employer branding, of jobmarketing. 
  • Experts
    Vanuit recruitmenttechnologie, media en andere aan de vakgebieden ondersteunende leveranciers van producten en diensten. 

Hoe eerder je inzendt, hoe meer exposure

Helaas kan niet iedereen in de prijzen te vallen. Maar elke inzending (die aan de voorwaarden voldoet), krijgt in elk geval wel ruim de aandacht op de site en alle socials van Werf&. Er zijn bovendien geen kosten verbonden aan inzenden voor de Werf& Awards. Zo kun je voor jouw case het mooiste podium van ons vakgebied pakken, en alle vakgenoten inspireren en laten genieten van jouw inspanningen. Zend dus nu in!

Inzenden Werf& Awards

Heb jij het afgelopen jaar iets bijzonders gedaan dat het hele vakgebied inspireert? Stuur jouw case dan nu in voor een Werf& Award, en wie weet staat jouw organisatie dan 15 mei op het podium, bij de tiende editie van deze felbegeerde prijs.
De winnaars van vorig jaar, op het podium bij elkaar

Lees ook

Nederlandse lonen door het dak door krapte: Europees koploper met plus van ruim 6%

Waar andere grote Europese economieën, zoals Frankrijk en Duitsland, hun loongroei zagen vertragen tot gemiddeld respectievelijk 1,8% en 2,8%, laat Nederland volgens de Indeed Wage Tracker zien dat het een veerkrachtige en dynamische arbeidsmarkt heeft. Spanje en Ierland, de andere Europese landen met een sterke loongroei, sloten het jaar af op respectievelijk 5,0% en 4,3%, nog altijd ruim onder het Nederlandse niveau dus, waar de lonen gemiddeld met 6,1% stegen.

‘Nederland is een toonbeeld van hoe een krappe arbeidsmarkt lonen kan stimuleren.’

De onderzoekers schrijven de uitzonderlijke loonprestaties van Nederland onder meer toe aan de krappe arbeidsmarkt en sterke vraag naar (gekwalificeerd) personeel in sectoren zoals technologie, logistiek en zorg. Ook het economische klimaat in Nederland bood werkgevers ruimte om lonen te verhogen in de strijd om talent, stelt bijvoorbeeld Indeed-econoom Pawel Adrjan. ‘Nederland is een toonbeeld van hoe een krappe arbeidsmarkt lonen kan stimuleren. De vraag naar personeel, gecombineerd met de inflatiedruk en economische omstandigheden, hebben gezorgd voor een uitzonderlijk hoog groeipercentage.’

Verdere groei verwacht

Voor 2025 verwacht hij echter dat de loongroei zal afzwakken, naarmate de inflatie verder afneemt en de arbeidsmarkt enigszins stabiliseert. ‘Toch zal Nederland naar verwachting boven het Europese gemiddelde blijven presteren. Onze data wijzen op een aanhoudende, zij het gematigder, groei in de Nederlandse lonen.’ Dat leidt volgens hem ook tot een lichte stijging van de koopkracht in 2025. ‘Nederland heeft in 2024 opnieuw laten zien hoe een sterke arbeidsmarkt en een indrukwekkende loongroei van 6,1% kunnen bijdragen aan economisch herstel. Met de afnemende inflatiedruk verwachten we dat werknemers in 2025 eindelijk meer koopkracht zullen ervaren. Dit herstel zal echter geleidelijk zijn, omdat we nog steeds de effecten van eerdere inflatie moeten inhalen.’

‘Nederland heeft laten zien hoe een sterke arbeidsmarkt en loongroei kunnen bijdragen aan economisch herstel.’

Volgens de data van de Indeed Wage Tracker, die wordt samengesteld op basis van geadverteerde lonen in vacaturedata. piekte de Nederlandse loongroei vorig jaar in juni op 8,2%, om het jaar af te sluiten met een nog steeds indrukwekkende 6,1% in december. Nederland is daarmee dus koploper binnen de eurozone, waar de gemiddelde loongroei slechts 3,3% bedroeg, en in 2024 een vertraging in de loongroei zichtbaar was.

AWVN en CBS

Door naar vacatures te kijken komt Indeed uit op andere Nederlandse cijfers dan bijvoorbeeld werkgeversorganisatie AWVN, die naar loonakkoorden kijkt, en het CBS, dat kijkt naar wat er, ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder, aan lonen wordt uitbetaald. Maar de trends zijn wel hetzelfde: volgens AWVN stegen de Nederlandse lonen in december gemiddeld met 4% in nieuw afgesloten cao’s. Dat is de laagste maandelijkse verhoging in 2 jaar tijd. Over heel 2024 gemeten komt de werkgeversvereniging op een groei van gemiddeld 4,9%, wat ook volgens hen de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt weerspiegelt.

Het minst hard stegen de lonen in de overheid en overige industrie vorig jaar.

Het CBS concludeerde eind vorig jaar dat de lonen in 2024 met wel 6,6% zijn gestegen, de hoogste stijging in 40 jaar. Mensen in de bouw, de horeca en de sectoren voor cultuur en sport zagen in 2024 hun salarissen het hardst groeien. Het minst hard stegen de lonen in de overheid en overige industrie vorig jaar. Ondanks de groei in lonen, gaat er toch een steeds kleiner deel van de omzet van organisaties naar de factor arbeid. De hoge Nederlandse inflatie is daarom eerder een gevolg van hogere bedrijfswinsten en overheidsbeleid dan van stijgende lonen, concludeerden economen eerder.

Lees ook

Slechts 20% van de organisaties hanteert processen voor ‘eerlijke werving’

Het diversiteitsbeleid ligt – met name in Amerika – flink onder vuur. Terwijl de kersverse president Trump recent bij de centrale overheid alle werknemers van de zogeheten DEI-programma’s met betaald verlof stuurde, voegden grote bedrijven als Meta, McDonald’s en Amazon zich bij de groeiende groep organisaties die hun diversiteitsbeleid op de schop nemen. Zo stapte het moederbedrijf van Facebook af van werving via het zogenoemde Diverse slate-protocol, een aanpak die eerlijke werving wil garanderen door altijd een diverse pool van kandidaten mee te nemen bij openstaande vacatures, een soort uitbreiding van de Rooney-Rule.

Maar, geheel tegen de tijdgeest in, probeert vacaturesite Indeed het onderwerp diversiteit juist (opnieuw) hoog op de agenda te krijgen. Onder meer met onderzoek waaruit blijkt dat we nog lang niet zover zijn als we misschien zouden denken. Zo blijkt uit het onderzoek onder ruim 1.500 Nederlandse respondenten (1.304 werknemers, 100 senior managers en 102 HR-beslissers) dat slechts 20% aangeeft dat hun organisatie processen hanteert om eerlijke werving te waarborgen, maar dat een groot deel eenvoudige technieken om diversiteit te creëren nog nauwelijks benut.

‘Blinde’ sollicitatiebrieven en werven zonder cv: het gebeurt nog nauwelijks.

Van de ondervraagde HR-beslissers denkt een iets groter deel (28%) dat zijn organisatie aan eerlijke werving doet. Maar ook van hen zegt slechts 17% gender- of leeftijdsgebonden taal te verwijderen uit vacatureteksten, en hanteert maar 19% gestructureerde interviews met identieke vragen voor alle kandidaten. Andere effectieve maatregelen om bias tegen te gaan, zoals blinde sollicitatiebrieven (6%) en werven zonder cv (4%), worden door deze groep nog veel minder toegepast, zo blijkt uit het onderzoek. En meer dan de helft (51%) meldt dat hun organisatie helemaal géén maatregelen neemt tegen vooroordelen in het wervingsproces.

‘Nog flinke stappen nodig’

‘Eerlijke werving vormt een cruciaal onderdeel van inclusiviteit op de werkvloer, maar de praktijk laat zien dat veel bedrijven hierin nog flinke stappen kunnen zetten’, aldus Stan Snijders, Managing Director Benelux bij Indeed. ‘Met eenvoudige aanpassingen in het wervingsproces kunnen organisaties al een groot verschil maken.’ Dat blijkt ook vanuit aantrekkingskracht als werkgever hoognodig, stelt hij. Zo blijkt uit het onderzoek dat maar liefst 66% van alle respondenten het belangrijk vindt dat hun potentiële werkgever diversiteit en inclusie uitdraagt. Gen Z’ers hechten hier met 77% de meeste waarde aan.

Maar de praktijk is dus een andere, ziet Snijders. Sollicitatiebrieven zonder persoonlijke details als nationaliteit, geslacht en leeftijd of zelfs wervingsprocedures zonder cv? Het blijft volgens hem een zeldzaamheid. ‘Het is duidelijk dat verbeterde wervingsstrategieën bij veel organisaties nog in de kinderschoenen staan.’ Terwijl uit het Indeed-onderzoek blijkt dat amper 35% van de organisaties een concreet diversiteitsbeleid heeft, verwacht tegelijkertijd ‘talent steeds meer van werkgevers op dit vlak’, aldus Snijders.

En het is niet alleen een zaak van employer branding, benadrukt hij. ‘Er zijn voorlopers die hier al de vruchten van plukken. Uit ons onderzoek blijkt dat werkgevers met een doordacht diversiteitsbeleid en meer eerlijke werving een bredere talentpool aanboren en ook betere bedrijfsresultaten behalen.’

Meer weten?

Lees het hele onderzoek

Indeed Diversiteit

Lees ook

Hoe de NS vast en flex volledig integreerde op zijn werkenbij-site

Total Talent Management is een trend waarover we veel horen. Maar tegelijkertijd is het aantal organisaties waarbij je op één site kunt zoeken naar zowel vaste vacatures als flex-opdrachten nog bijzonder schaars. NS is een uitzondering op de regel, en heeft tegenwoordig een werkenbij-pagina waar vast en flex volledig zijn geïntegreerd, inclusief een openbare marktplaats voor leveranciers en een direct sourcing-oplossing.

Het lijkt op het eerste gezicht misschien makkelijk, ‘gewoon’ ook de inhuuropdrachten toevoegen aan je recruitmentsite. In de praktijk komt er toch heel wat bij kijken, legt Guus van Rens, manager van de externe inhuurdesk bij NS, uit. Dat komt bijvoorbeeld vaak doordat de stroom voor ‘vast’ en ‘flex’ in veel organisaties (nog) gescheiden verloopt: de eerste via een ATS (applicant tracking systeem), de tweede via een VMS (vendor management systeem). En die twee laten zich niet altijd makkelijk verenigen.

2,2 miljoen bezoekers

Maar bij de NS komen die twee sporen nu dus wel samen, aldus Van Rens. ‘We hebben een grote wervingsbehoefte; jaarlijks werven we 5.000 tot 6.000 nieuwe medewerkers met een grote diversiteit aan rollen. Een goede werkenbij-pagina is een must om aan deze wervingsbehoefte te voldoen. Onze werkenbij-NS-pagina heeft gelukkig enorm veel traffic; meer dan 2,2 miljoen bezoekers in 2024.’

‘Onze wens is om aantrekkelijk werkgever te zijn op alle niveaus en contractvormen.’

Met zoveel verkeer zou het zonde zijn om niet te proberen hier ook de tijdelijke rollen te adverteren, en dan het liefst op net zo’n transparante en gebruiksvriendelijke manier als de vacatures voor vast worden getoond, aldus Van Rens. ‘Hiermee genereert NS op een makkelijke manier enorm veel kandidaten. Bovendien is onze wens om aantrekkelijk werkgever te zijn op verschillende niveaus en contractvormen; zowel de kandidaat die op zoek is naar een vaste rol, alsmede zzp’ers, gedetacheerden en stagiairs. Van monteurs tot kantoorpersoneel en van machinisten tot klantadviseurs.’

Dezelfde klantreis

Maar NS wilde niet alleen zzp’ers zelf de kans geven rechtstreeks te reageren op opdrachten (het zogenoemde direct sourcing). Het spoorbedrijf weet ook best dat er veel leveranciers zijn van zzp’ers. En die moesten ook de mogelijkheid krijgen om tijdelijke aanvragen te bekijken en geschikte kandidaten voor te stellen. ‘We wilden transparantie, inclusiviteit en eerlijke kansen voor iedereen’, aldus Van Rens. ‘Met dezelfde klantreis voor zowel tijdelijk als vast, een gebruiksvriendelijke user experience voor kandidaat én leverancier, uniformiteit in look & feel; en een rechtstreekse koppeling met ons VMS-systeem in het kader van AVG-wetgeving.’

Om deze wensen bewaarheid te zien worden, vertelt Van Rens dat er eerst bij alle betrokkenen eisen en wensen zijn opgehaald. ‘Vervolgens is er gebouwd en veel getest met diverse doelgroepen zoals zzp’ers. Voor dit project was er vooral samenwerking tussen HR (Recruitment Marketing en Inhuurdesk) en IT (Functioneel Beheer) met hulp van onze externe partners zoals Nétive en Floyd & Hamilton.’

‘We genereren nu nog meer traffic. En dat betekent directe toegang tot nog meer talent.’

Met als uitkomst dus de site die er nu staat. Een succes, aldus Van Rens. ‘Door het volledige pallet aan aanvragen te laten zien aan de markt, genereren we nu nog meer traffic. En dat betekent directe toegang tot nog meer talent. Bovendien maken we het voor nieuwe leveranciers eenvoudig kandidaten aan te bieden.’

Ook de kandidaten varen er wel bij, zegt hij. ‘Zzp’ers hebben de mogelijkheid om rechtstreeks te solliciteren, en de garantie dat we persoonlijke gegevens conform AVG-wetgeving behandelen. En doordat er een rechtstreekse koppeling is met zowel ons ATS-systeem (Ubeeo) als ons VMS (Nétive) krijgen kandidaten die reageren nu ook de garantie dat ze daadwerkelijk in behandeling worden genomen en een reactie ontvangen.’

Ook een Total Talent-case?

Dit verhaal is een bewerking van een inzending van Nétive en NS voor de Total Talent Management Awards van 2025. Deze prijzen worden uitgereikt op 20 maart 2025 als in Breda weer de jaarlijkse Total Talent Summit plaatsvindt, hét event voor managers en leiders in finance, HR, purchase en recruitment, die effectief vast en flex personeel willen managen. Ook meedingen naar de prijzen? De inzendtermijn voor mooie Total Talent-cases sluit vandaag, op 7 februari 2025, om 17.00 uur!

Inzenden TTM Awards

Salaris steeds vaker vermeld in vacatures, eigenlijk over alle opleidingsniveaus

Een vacature waarin het salaris vermeld wordt, kan een flink hogere conversie opleveren. Dat blijkt inmiddels ook door de arbeidsmarkt steeds begrepen te worden. Uit een nieuw whitepaper van Jobdigger met de gegevens over 2024, blijkt namelijk dat het aantal vacatureteksten met een salarisvermelding nog altijd flink in de lift zit. Waar in begin 2022 nog maar net rond de 35% van de vacatures iets over het salaris vermeldde, en eind dat jaar voor het eerst de kaap van 40% werd gerond, was dat eind vorig jaar gestegen tot bijna de helft – mogelijk ook als gevolg van de aanhoudende arbeidsmarktkrapte.

Daarmee steekt Nederland overigens ook gunstig af ten opzichte van de buurlanden. De 44,2% van de vacatures die hier in 2024 iets over het salaris vermeldde, is veel hoger dan in bijvoorbeeld Frankrijk (28,2%), Duitsland (12,2%) en België (9,1%).

De 44,2% van de vacatures die hier iets over het salaris vermeldde, is veel hoger dan in Frankrijk, Duitsland en België.

Nederland is daarmee overigens ook duidelijk op de goede weg, want op 7 juni 2026 wordt officieel de EU Pay Transparency Directive van kracht, die werkgevers verplicht veel opener te worden over hun salarisgebouw, teneinde ook onverklaarbare loonverschillen tegen te gaan. Officieel staat daar niets in over vacatureteksten, maar wel dat werkgevers ‘vóór een sollicitatiegesprek proactief de aanvangsschaal of het aanvangsniveau van de beloning moeten vermelden die bij de functie hoort’, en dat dit kan ‘bijvoorbeeld in de vacature of in de uitnodiging voor het sollicitatiegesprek.’

Over alle opleidingsniveaus

‘Heb je moeite met het aantrekken van kandidaten en vermeld je nog geen salaris in je vacatureteksten? Dan is het wellicht tijd om dat wél te gaan doen’, stellen de Jobdigger-onderzoekers. Het aantal vacatures waarin iets over het salaris vermeld wordt, is eigenlijk bij alle opleidingsgroepen aan het groeien. Alleen bij vacatures die minimaal een vmbo-diploma vragen, blijft deze vermelding achter. Opvallend genoeg wordt het salaris of een indicatie daarvan wel weer het meest vermeld bij beroepen waarvoor minimaal een mbo-diploma nodig is.

Enkele andere opvallende bevindingen uit het onderzoek:

  • Woensdag 15 mei 2024 was de dag dat de meeste vacatures online kwamen.
  • Woensdag is sowieso de populairste dag om vacatures te plaatsen; vrijdag de minst populaire.
  • In 2024 verschenen er zo’n 4,2 miljoen (unieke) vacatures online; 60.000 minder dan in 2023, en 140.000 minder dan een jaar eerder.
  • Gemiddeld stond een vacature 3,3 weken (23 dagen) online. Op jobboards was dat gemiddeld 2,1 weken, op werkenbij-sites 5,4 weken, en op sites van bemiddelaars gemiddeld 4,1 week.
  • Bij vmbo-functies waren de vrachtwagenchauffeur, magazijnmedewerker en orderpicker de favoriete vacatures, bij wo-functies waren het de vacatures voor een GZ-psycholoog, ANIOS, en psychiater, voor de tandarts en de jurist.
  • In bijna driekwart van de vacatures (74,7%) is sprake van het aanbod van een vast contract. In de techniek is dit percentage het hoogst (86%), in het onderwijs gaat het om zo’n 53% van de vacatures.
  • Het aantal vacatures daalde vorig jaar het hardst in Limburg (-8,1%). In Friesland en Zeeland bleef de krapte vrijwel gelijk. Opvallend: het aantal vacatures met standplaats Den Helder steeg vorig jaar met maar liefst 21,5%.
  • Eminent Groep, YoungCapital en Randstad waren de bemiddelaars met de meeste vacatures, Kruidvat, Politie en PostNL voeren de lijst aan bij de directe werkgevers.

Meer weten?

Download het hele onderzoek:

2024 in beeld

Lees ook

Het salaris in een vacature benoemen? Dat kan tot wel 285% (!) méér conversie opleveren

Zoek je iemand in de zorg of in het onderwijs? Vergeet dan vooral niet een indicatie van het salaris in de vacature te benoemen. Volgens nieuw onderzoek van werkzoeken.nl zijn dat namelijk de beroepsgroepen waar het verschil in conversie het grootst is voor vacatures die wél en niet zo’n salaris vermelden. In het onderwijs is het verschil in conversie zelfs wel 285% (!), waar in de zorg het verschil zo’n 83% is. Het gemiddelde over alle functiecategorieën gemeten is ruim 25%.

In de beveiliging blijkt de respons juist lager zodra er een salaris in de vacature staat.

Opvallend genoeg zijn er echter ook functies en beroepsgroepen waarbij het juist beter lijkt om het salaris wat vaag te laten. Tenminste, als je sollicitanten wilt krijgen. Bijvoorbeeld in de beveiliging, maar ook in de detailhandel, de horeca en de agrarische sector blijkt de conversie juist (behoorlijk) te dalen zodra er in de vacature een (indicatie van het) salaris is opgenomen. Wat natuurlijk ook te maken kan hebben met de gemiddeld lagere salarissen in deze sectoren: zodra hier eerlijk over wordt gecommuniceerd, zullen waarschijnlijk minder mensen een reactie geven.

Functiecategorieën

verschil conversie-ratio bij wel / niet benoemen salaris

beter of niet?

Onderwijs

285,27%

beter

Zorg

83,23%

beter

Schoonmaak

37,62%

beter

Overheid

28,40%

beter

Logistiek

25,67%

beter

Klantenservice

25,62%

beter

HR

24,15%

beter

Finance

20,79%

beter

Juridisch

20,66%

beter

Marketing en Sales

20,54%

beter

Wonen

19,55%

beter

Facilitair

18,13%

beter

Bouw

16,94%

beter

Administratief

12,72%

beter

Management

9,77%

beter

Techniek

9,19%

beter

ICT

8,70%

beter

Transport

7,77%

beter

Media en Communicatie

3,91%

beter

Productie

2,80%

beter

Sport en Recreatie

1,21%

beter

Engineering

-5,34%

niet beter

Agrarisch en Milieu

-6,00%

niet beter

Horeca

-15,82%

niet beter

Detailhandel

-28,25%

niet beter

Beveiliging

-44,73%

niet beter

Grand Total

25,72%

benoemen is beter

Sterke correlatie

De cijfers zijn objectief gezien niet causaal, aldus de onderzoekers van werkzoeken.nl. ‘Maar wat we wel zien is een zeer sterke correlatie, die sterk doet vermoeden dat het benoemen van een salaris zorgt voor een gemiddeld hogere conversie-ratio.’ Ze baseren de gegevens op een selectie van zo’n 400.000 vacatures, waarbij de conversie gemeten is tussen oktober en november vorig jaar. De conversie-ratio is gebaseerd op het aantal sollicitaties gedeeld door het aantal klikken op de vacature, bij vacatures zowel met als zonder salarisvermelding.

Lees ook

Doet de ‘groene kraag’ werkzoekenden de das om (of helpt het juist)?

De bekende recruiter Jesse Geul is er geen fan van. Hij trekt de vergelijking met daten. ‘Hoe duidelijker je maakt dat je zoekt naar een relatie, hoe lastiger het kan zijn om daadwerkelijk een liefdespartner te vinden.’ Ook anderen wijzen op dit effect: ‘de groene rand werkt tegen je en daarmee bereik je eigenlijk het tegengestelde van wat je zou willen; het snel vinden van een andere baan.’ En Nolan Church, een voormalig recruiter van Google, noemde de groene kraag van LinkedIn al eens een rode vlag voor werkgevers en recruiters, omdat het ‘nogal desperate overkomt’.

Is de groene kraag eigenlijk een rode vlag voor recruiters?

Het zijn anekdotische opmerkingen, want uit de meest recente editie van het Stand van Werven-onderzoek, waaraan meer dan 300 Nederlandse wervingsprofessionals meededen, blijkt juist eerder een positieve (37%) dan een negatieve (14%) attitude ten aanzien van het actief laten weten dat je als kandidaat op zoek bent naar iets nieuws. De grootste groep, bijna de helft van de respondenten (48%), zegt echter dat het voor hen geen verschil maakt: ze zullen kandidaten er naar eigen zeggen niet beter of juist minder om beoordelen.

Jezelf (wanhopig?) etaleren

Dit sluit overigens ook aan bij (sporadisch) onderzoek uit het buitenland, dat vrijwel nergens een duidelijk effect laat zien. Toch geven de positieve recruiters aan dat werkzoekenden hiermee direct benaderbaar zijn, waardoor ze ook sneller geïnteresseerde reacties terugkrijgen en de kans op een hire groter is. Aan de andere kant ervaren sommigen de banner toch als wat wanhopig. Als je een goede kandidaat bent, hoef je jezelf niet te ‘etaleren’ aan werkgevers, zo stellen zij over het algemeen. Althans: niet door zo’n groene kraag, maar liever door je overige credentials; je opleiding, ervaring en vaardigheden. Als je dan een ‘#Opentowork’-banner hebt, wordt er eerder getwijfeld aan die kwaliteiten.

Waar de corporate recruiters eerder negatief tegenover de groene kraag staan, blijken bureaus een stuk positiever.

Er valt in de Stand van Werven op dit gebied trouwens ook een interessant verschil op tussen bureaus en corporates. Waar de corporate recruiters eerder wat negatief tegenover de duidelijk zichtbare werkzoekenden staan, blijken bureaus hier toch een stuk positiever tegenover te staan. Dit ligt in lijn met de focus op snelheid en efficiëntie die bureaus doorgaans hoog in het vaandel hebben staan, en zij zien de ‘groene kraag’ dan ook waarschijnlijk eerder als een indicatie van een kandidaat om aan hun database toe te kunnen voegen. 

Op LinkedIn kun je gebruik maken van de groene ‘open to work’-banner. Wat is je eerste indruk als je dat ziet? Totaal  Bureau
Corporate
Positief  37%  56%  30% 
Negatief  14%  8%  16% 
Het heeft geen invloed op mijn eerste indruk  48%  36%  55% 

Meer weten?

Download het hele onderzoek:

Stand van Werven 2025

Of bekijk een recent webinar voor nog meer resultaten van de Stand van Werven 2025:

Lees ook

Van opvang naar kansen: kunnen vluchtelingen de krapte oplossen?

Het waren bepaald niet de minste namen die vorige week klaarstonden om het gesprek aan te gaan met vluchtelingen. Recruiters van zo’n 40 bedrijven, waaronder IKEA, Kraft Heinz en Marriott International, waren afgereisd naar de Johan Cruijff Arena voor de banenmarkt die Indeed, Tent Partnership for Refugees en UNHCR daar organiseerden. In sectoren als logistiek, horeca en transport, waar de tekorten nog altijd nijpend zijn, zien ze de vluchtelingen immers graag komen. Toch blijkt dat een vacature en een werkzoekende alleen niet genoeg zijn voor een succesvolle match.

‘Werk vinden is één van de belangrijkste voorwaarden voor integratie.’

Volgens Hélène van Melle, directeur Nederland bij bemiddelaar Tent Partnership for Refugees, is er immers nog altijd een behoorlijke kloof tussen werkgevers en werkzoekenden. Die moet opgelost worden. En de banenmarkt is volgens haar een mooie manier om beide partijen dichterbij elkaar te brengen. ‘Werk vinden is één van de belangrijkste voorwaarden voor de integratie van een vluchteling’, zegt ze. ‘Tegelijkertijd ligt er een mooie kans voor bedrijven om vacatures in te vullen met talentvolle, veerkrachtige en loyale medewerkers.’

Diploma-erkenning

Op LinkedIn deelt Van Melle over het succes van de banenmarkt: ‘Door hen persoonlijk te ontmoeten en met hen in gesprek te gaan in een meer informele omgeving, kunnen bedrijven gekwalificeerde kandidaten identificeren die anders misschien over het hoofd worden gezien.’ Want normaal is de weg naar werk voor vluchtelingen vaak een hindernisbaan. Beperkte taalvaardigheden, onbekendheid met het Nederlandse sollicitatieproces en een gebrek aan een lokaal netwerk zorgen dat vaak talent onbenut blijft.

Eén van de grootste struikelblokken blijft diploma-erkenning. Veel vluchtelingen hebben in hun land van herkomst een opleiding afgerond, maar Nederlandse werkgevers kunnen daar niet altijd de juiste waarde aan toekennen. Hierdoor beginnen hoogopgeleiden vaak in banen onder hun niveau. Een oplossing? Wervingsprofessionals (en werkgevers) die bereid zijn om verder te kijken dan diploma’s en in plaats daarvan vaardigheden en potentieel centraal stellen. En kijken hoe ze die goed kunnen testen.

Voorbij de papieren drempels

Stan Snijders, managing director van Indeed Benelux, pleit dan ook voor een mentaliteitsverandering. ‘We vinden dat iedereen toegang moet hebben tot werk dat van belang is, ongeacht achtergrond of herkomst. Bij Indeed doen we veel meer dan alleen werkgevers en kandidaten verbinden. We werken actief aan het wegnemen van vooroordelen en barrières die mensen beletten om passend werk te vinden. Met dit initiatief willen we voor honderden vluchtelingen de kans op werk, economische zekerheid en groeimogelijkheden vergroten.’

‘Taalbarrières en beperkte netwerken maken werk vinden lastig voor vluchtelingen.’

Ook Snijders deelt vol trots de uitkomsten van de banenmarkt die zijn bedrijf mede organiseerde. ‘Met de hulp van vertalers en carrièrecoaches werden er ter plekke sollicitatiegesprekken gevoerd en werden meteen matches gemaakt. In een tijd van personeelstekorten laat deze banenmarkt zien wat mogelijk is. Taalbarrières en beperkte netwerken maken werk vinden lastig voor vluchtelingen. Maar door praktische hulp te bieden, kunnen we deze obstakels wegnemen. Zo creëren we kansen voor werkzoekenden én werkgevers.’

Succesverhalen als inspiratie

Het zijn er misschien nog niet héél veel. Maar gelukkig zijn er al wel best een boel bedrijven die hier werk van maken. Bij hotelketen Marriott International draaien bijvoorbeeld diverse programma’s waarbij vluchtelingen op de werkvloer worden begeleid en klaargestoomd voor een volwaardige carrière in de horeca. Ook bedrijven als Vebego en IKEA investeren in maatwerktrajecten om vluchtelingen niet alleen aan een baan te helpen, maar hen ook binnen het bedrijf te laten groeien, zo is op de banenmarkt te zien.

Treffend voorbeeld is de 32-jarige Mohamad uit Syrië, die nu 5 jaar in Nederland woont, en werkzaam is in de logistiek van IKEA. Daardoor doet hij ervaring op in Nederland en kan hij zich ontwikkelen. ‘Ik kan nu echt genieten van het werk dat ik doe. Het werk houdt me gemotiveerd. Bij IKEA heb ik vastigheid en kan ik mijn ervaring gebruiken in het werk wat ik doe. Ik heb in Syrië mijn leiderschapskwaliteiten ontwikkeld. In Nederland wil ik hierin verder groeien en me meer ontwikkelen om hier beter in te worden.’

De weg vooruit

Nederland kent momenteel ruim 400.000 openstaande vacatures en tegelijkertijd ruim 200.000 vluchtelingen die hier een toekomst willen opbouwen. De rekensom lijkt eenvoudig, maar de puzzel passend krijgen vraagt toch om heel wat actie van werkgevers. Banenmarkten zoals die van Indeed zijn een goed begin, maar voor structurele verandering is meer nodig. Waar volgens het CBS bijna 6 op de 10 Oekraïense vluchtelingen inmiddels een baan in Nederland hebben, is dit bij andere groepen statushouders en asielzoekers doorgaans nog een stuk lager, vaak ook als gevolg van andere, strengere regelgeving. Al is dat dus ook aan het veranderen.

‘Dit kan tekorten op de arbeidsmarkt verminderen en het is ook goed voor de mentale gezondheid van asielzoekers.’

Wel zijn er op allerlei plekken initiatieven om de kloof te verkleinen. Ondanks landelijke politieke tegenwind, startte in Amsterdam bijvoorbeeld vorige maand een proef om asielzoekers te helpen bij het vinden van werk; een samenwerking tussen partijen het COA, het UWV, het Werkgeversservicepunt en uitzendbureaus. ‘Ook asielzoekers zonder status mogen volgens de wet een bijdrage aan de maatschappij leveren via betaald werk of vrijwilligerswerk’, aldus verantwoordelijk wethouder Rutger Groot Wassink. ‘Dit kan tekorten op de arbeidsmarkt verminderen en het is ook goed voor de mentale gezondheid van asielzoekers.’

Bij ABN Amro bank loopt ondertussen nog het Reboot-programma om per jaar 20 mensen met een vluchtelingen-achtergrond aannemen voor zinvol werk bij de bank. En ook in Friesland is recent een grootse campagne gestart die Friese werkgevers wil overtuigen meer statushouders een kans te bieden. Want daarmee snijdt het mes aan twee kanten, aldus de initiatiefnemers. Het kan bijdragen aan vermindering van de krapte, en tegelijk meer mensen laten bijdragen aan de maatschappij. Politiek mag de focus vooral op terugkeer liggen, in de praktijk lijkt de beweging op deze manier dus juist de andere kant op te gaan.

Meer lezen?

 

Probeer niet de beste van de beste te zoeken (maar vertrouw liever eerst op de experts)

Om de meest passende mensen te selecteren, gebruiken organisaties vaak een proces met meerdere stappen die de initiële groep kandidaten uitdunnen tot een groep ‘finalisten’, waarbij ze vervolgens ‘de beste van de beste’ uit deze groep selecteren. Maar zo’n aanpak hoeft helemaal niet de beste te zijn. Sterker nog: het kan een verspilling van tijd en middelen zijn, en de experts die proberen de winnaar uit de finalisten te kiezen, lopen dikke kans mis te tasten, stellen Monika Kackovic, onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam en haar Rotterdamse collega Dirk Deichmann in een recent artikel voor Harvard Business Review.

Met een acceptatiepercentage van minder dan 2% trekt de Rijksakademie jaarlijks meer dan 1.600 kandidaten.’

De twee baseren die stelling onder meer op hoe de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam probeert artistiek talent te identificeren en ontwikkelen, wat in het verleden onder meer leidde tot de keuze van kunstenaars (in spe) als Piet Mondriaan. Het is een héél select gezelschap dat wordt toegelaten, betogen de onderzoekers. ‘Met een acceptatiepercentage van minder dan 2% trekt de Rijksakademie momenteel jaarlijks meer dan 1.600 Nederlandse en internationale kandidaten die strijden om een ​​beperkt aantal plaatsen in het tweejarige programma.’

Hoe de opleiding daarbij de ‘beste van de beste’ selecteert? Dat gebeurt al tientallen jaren via een panel van toonaangevende kunstenaars. ‘Deze juryleden werken in 3 fasen’, leggen ze uit. ‘Eerst zeven ze afbeeldingen van het werk van alle kandidaten door en komen ze overeen tot een shortlist van ongeveer 60 kandidaten. Vervolgens nodigen ze deze finalisten uit voor 2 interviewrondes. Vervolgens maken ze de definitieve selectie van ongeveer 25 personen die uiteindelijk worden toegelaten.’

Dat kan beter

Klinkt als een logische en bekende keuze? Toch kan het beter, stellen beide onderzoekers. Dat baseren ze onder meer op studies uit 2022 en 2025 waaraan ze deelnamen. Zo keek het onderzoek uit 2022 naar meer dan een decennium aan uitgebreide gegevens van geaccepteerde en afgewezen kandidaten te analyseren. Het richtte zich op álle kandidaten voor de Rijksakademie en mat hun daaropvolgende succes door gebruik te maken van longitudinale prestatie-inzichten van Artfacts – een wereldwijde directory die de reputaties van kunstenaars rangschikt – en verkoopgegevens van veilingen.

‘De op de eerste screening volgende intensieve rondes bleken niet effectiever dan een loterij.’

‘Dit liet zien dat de eerste of oppervlakkige screeningsronde succesvol de meest veelbelovende kandidaten identificeerde, terwijl de daaropvolgende intensieve rondes niet effectiever bleken dan een loterij. Dat suggereert dat juryleden bij hun eerste ronde geweldig werk leverden door de besten van de rest te scheiden: de meesten die een afwijzing ontvingen, kregen nooit veel succes in de kunstwereld, althans volgens de kunstenaarsgids of veilingen. Daarentegen had de meerderheid van degenen die wél een uitnodiging kreeg voor een interview een succesvolle artistieke carrière, ongeacht of ze een plek in het programma kregen aangeboden.’

Goed én slecht nieuws

Voor alle selecteurs betekent dit zowel goed als slecht nieuws, stellen de onderzoekers. ‘Het goede nieuws is dat ervaren professionals talent kunnen identificeren: de juryleden vonden het niet moeilijk om de veelheid aan kandidaten te sorteren en een paar finalisten te selecteren, en ze waren in staat om deze beslissingen te nemen zonder duidelijke criteria van wat ‘de beste van de beste’ betekende.’ Maar het slechte nieuws? ‘De tijdrovende interviewrondes die volgden, bleken weinig waarde toe te voegen: de artiesten die een aanbod kregen en het programma volgden, waren gemiddeld niet succesvoller dan de finalisten die dat niet deden.’

Het is een conclusie die lijkt aan te sluiten bij andere studies, zoals bekend onderzoek uit 1979, dat liet zien dat studenten die zónder motivatiegesprek tot een medische studie werden toegelaten (minstens) net zo goed presteerden als degenen die wél zo’n gesprek met goed resultaat afrondden. ‘Een dobbelsteen had hetzelfde resultaat opgeleverd als een motivatiegesprek’, concludeerden de onderzoekers toen. Maar hoe komt dit? ‘Wij denken dat het mislukken van de interviewrondes met name de angst van de juryleden weerspiegelt om definitieve keuzes te maken’, aldus Deichmann en Kackovic.

De schijn van grondigheid

Gedetailleerde selectieprocessen, zoals interviews, lijken besluitvormers een gevoel van controle te geven in onzekere situaties’, stellen ze. ‘Als een definitieve beslissing moet worden genomen, willen mensen voorkomen dat ze de verkeerde keuzes maken. Dan nemen ze vaak hun toevlucht tot uitgebreidere procedures om de schijn van grondigheid te wekken en vertrouwen in hun beslissingen te verzekeren – zelfs als deze niet per se tot betere resultaten leiden.’

‘Toen het op de uiteindelijke beslissing aankwam, neigden velen naar veiligere, minder nieuwe opties.’

Dat bleek ook uit de nieuwe studie die in januari 2025 het licht zag. Hier selecteerden in de eerste ronde 139 professoren, PhD’s en masterstudenten in creativiteit en innovatiemanagement aanvankelijk relatief makkelijk creatieve of nieuwe output, ‘terwijl ze, toen het op de uiteindelijke beslissing aankwam, meer druk voelden om ‘slechte’ keuzes te vermijden en naar veiligere, minder nieuwe opties neigden’, concludeerden de onderzoekers

Eerste of finale selectie?

Eén experiment omvatte bijvoorbeeld 6 artikelen die in hetzelfde jaar werden gepubliceerd, elk een ander niveau van nieuwigheid vertegenwoordigend, dat de onderzoekers maten door te analyseren hoe vaak nieuwe woorden en concepten in de samenvattingen van het artikel voorkwamen in vergelijking met ander gepubliceerd werk. De 139 experts die werden uitgezocht om deze artikelen te evalueren, werden vervolgens willekeurig toegewezen aan een eerste- of een laatste-selectiegroep.

‘Hoewel beide groepen dezelfde artikelen overwogen, kregen degenen in de eerste-selectiegroep te horen dat zij niet de uiteindelijke beslissers waren en dat anderen de artikelen ook nog zouden evalueren. Degenen in de groep met de uiteindelijke selectie kregen echter te horen dat zij de uitkomst zouden bepalen, dat zij de enigen waren die de beslissingen namen en dat dit een grote eer en verantwoordelijkheid was. Dit resulteerde in een opvallend verschil in hun keuzes. De eerste groep selecteerde de meest nieuwe artikelen, terwijl de groep met de uiteindelijke selectie koos voor de meer conventionele artikelen’, aldus Deichmann.

Een risicomijdende mindset

In het tweede deel van studie werkten onderzoekers samen met een wereldwijd productiebedrijf, en veranderde de taak in het beoordelen van ideeën op een bedrijfsplatform.Hier deed zich dezelfde dynamiek voor: experts die de vraag kregen om definitieve beslissingen te nemen, hadden het moeilijker om nieuwigheden te selecteren. Onze verklaring hiervoor is dat experts in de rol van uiteindelijke beslisser een zwaardere verantwoordelijkheid voelen en daardoor een meer risicomijdende mindset ontwikkelen. Dit leidt ertoe dat ze de voorkeur geven aan veiligere, vaak minder nieuwe keuzes en ideeën.’

‘In de eerste fase moet je vakjes aanvinken, maar juist op experts vertrouwen.’

Volgens beide onderzoekers kun je daarom beter niet denken in termen van ‘vakjes om aan te vinken’, maar in de eerste fase juist eerder vertrouwen op het oordeel van ‘mensen met expertise in een domein, die zijn uitgerust om dergelijk talent te spotten.’ En probeer daarbij vooral niet de beste van de beste te kiezen, stellen ze. ‘De experts waren verrassend goed in talent spotten, en als u weet voor welke functie u iemand zoekt, bent u dat waarschijnlijk ook. Voor de uiteindelijke keuze kan het echter nuttiger zijn om na te denken over bijvoorbeeld diversiteit of cultural fit dan te geloven dat je de groep kunt uitdunnen tot de besten van de besten.’

Geef ze een creatieve taak

Je kunt in een tweede fase bijvoorbeeld ook beter finalisten een creatieve taak geven, eventueel samen met andere finalisten, dan ze onderwerpen aan een reeks sollicitatiegesprekken, stellen ze. En ook een les: betrek de eventuele experts juist vroeg in het proces, in plaats van achteraan, om te kiezen uit de laatst overgebleven finalisten. ‘Ons onderzoek suggereert dat je hen beter kunt gebruiken om een eerste screening te doen en een ander team de uiteindelijke beslissing te laten nemen. In feite hoeven de leden van die commissie helemaal geen experts te zijn en kan ze hun beslissingen zelfs baseren op criteria zoals diversiteit.’

De selectie van de Rijksakademie is zo competitief dat finalist zijn al een eer is die je graag op je cv vermeldt.’

En wat ze ook adviseren: probeer van het selectieproces al een feestje te maken, en hierbij een community te creëren. ‘Het selectieproces van de Rijksakademie is bijvoorbeeld al zo competitief dat finalist zijn een eer is die kunstenaars graag op hun cv vermelden – ook als ze uiteindelijk niet zijn uitgekozen. Dit suggereert dat het proces zelf waarde creëert voor kunstenaars.’ Daar kunnen ook andere organisaties hun voordeel mee doen, zeggen ze. ‘Het creëren van netwerkevenementen, forums of professionele ontwikkelingsmogelijkheden kan zo je reputatie als facilitator van talent, samenwerking en groei versterken.’

Lees ook

‘Geef je Generatie Z de kans om te groeien, dan zijn ze heus geen jobhoppers’

‘Generatie Z is níet de generatie van de toekomst’, zegt Vanessa Backer. ‘Het is de generatie van nú!’ Van de wereldwijde beroepsbevolking behoort dit jaar 30% tot Generatie Z. ziet ze. En ook in Nederland rukt de groep op de arbeidsmarkt op. ‘Dat maakt hen tot een groep om rekening mee te houden’. aldus de specialist in employer branding en arbeidsmarktcommunicatie. ‘Sterker nog: we gaan de spanning op de arbeidsmarkt pas echt goed te lijf wanneer we serieus zijn afgestemd op Gen Z. Maar zijn we dat? Not by a long shot!’

‘Zijn we al serieus afgestemd op Gen Z? Not by a long shot!’

Vacatureteksten? Het is een van de voorbeelden waar we anders naar moeten gaan kijken, denkt de Directeur AdverOnline & AdverStrategy bij Adver-Online Group. ‘Gen Z leest geen vacaturetekst’, zegt ze. ‘Deze jongeren worden aangesproken door wat ze zien. Ze kijken, scannen en beoordelen binnen een minuut of het iets voor ze is. De volgende stap is dat ze op zoek gaan naar concrete informatie over je bedrijf of organisatie. Past dit bij wie ik ben? Het is daarom belangrijk dat ze je kunnen vinden. Allereerst op een goede werkenbij-site. Maar ze gaan ook naar je op zoek op social media; TikTok, SnapChat en ja, ook LinkedIn.’

@regillohardaanhetwerk #regillohardaanhetwerk #tiktok #tiktok2024 #heijmans #klokhuis #npo3 #prairie #inspiratie #kabelwerk #netwerkuitbreiding #zwolle #mobilekraan #mooiwark #grondwerk #kask #overijssel ♬ origineel geluid – RegilloHardAanHetWerk

Niet Googlen

Generatie Z is opgegroeid met een mobiele telefoon in de hand, weet Backer. Maar bellen doen ze er liever niet mee. Wel al het andere wat je ermee kunt doen. En willen ze informatie vinden, dan zoeken ze niet met Google, maar kijken ze op TikTok. ‘En A.I. is nog zo recent, maar tegelijk al zo sterk aanwezig in hun leven. Ze weten hoe ze het willen en kunnen inzetten. Ze zijn opgegroeid met een praktische instelling en alles ademt techniek.’

‘Zo’n 80% van Generatie Z vindt LinkedIn een handig platform om te volgen. Ze willen zien en lezen hoe je je als bedrijf positioneert.’

Hoe vertaalt dit zich door naar de manier waarop je als werkgever deze Generatie Z bereikt op de arbeidsmarkt? Backer: ‘Zo’n 80% van Generatie Z vindt LinkedIn een handig platform om te volgen. Ze willen zien en lezen hoe je je als bedrijf positioneert. Gen Z zoekt actief naar herkenning en wil die in een oogopslag kunnen vinden. Als hun purpose anders is dan wat jij laat zien, gaan ze niet bij je werken.’

Generatie Z heeft de naam nogal makkelijk te zijn, en snel te vertrekken als het ze ergens niet aanstaat. Maar 'geef je ze de ruimte en de kans om te groeien, dan verdien je hun loyaliteit', ziet Vanessa Backer (AdverOnline). Wat bedoelt ze daarmee?
Vanessa Backer voor het AdverOnline-kantoor in Haarlem

Hoe je zichtbaar maakt waar je voor staat? ‘Communiceer op je werkenbij-site en de social media-kanalen met foto’s, video’s en werknemersverhalen en wees hierin authentiek. Vertel het echte verhaal en toon dat onderwerpen als diversiteit, sociaal ondernemen en maatschappelijke betrokkenheid belangrijk voor je zijn. Het is niet genoeg om hier eenmalig aandacht aan te geven, maar toon je engagement door voortdurend zichtbaar hierin te zijn. Wat is je werkgeversmerk? Wie ben je en waar sta je voor? Ik kan het belang hiervan niet genoeg benadrukken. En dat geldt van hoog tot laag in de arbeidsmarkt: op mbo-, hbo- en wo-niveau.’

What’s in it for me?

Het is misschien een dooddoener, maar ook bij Generatie Z blijft salaris uiteraard altijd de nummer één pullfactor, weet Backer. Misschien zelfs nog wel meer dan bij andere generaties. ‘Iedereen wil weten wat je gaat verdienen. Wees hier dus ook concreet in.’ Bijna net zo belangrijk zijn volgens haar flexibiliteit en een goede werk/privébalans. ‘Hier wordt vaak lelijk tegenaan gekeken. Alsof Gen Z een beetje lui en in ieder geval makkelijk is.’

‘Maak niet de denkfout dat jongeren een lekker leven belangrijker vinden dan een carrière.’

Maar zo is het volgens haar zeker niet. ‘Maak niet de denkfout dat jongeren een lekker leven belangrijker vinden dan een carrière. Ze hechten gewoon sterker aan de balans. En dat is een goed ding. Gebruik het als een kernwaarde in je communicatie met Gen Z. Zie de kracht ervan! Mensen met een goede balans kennen minder ziekteverzuim en zijn gelukkiger, productiever ook. Dit biedt een goed perspectief op de toekomst van de arbeidsmarkt!’

Geen afgesproken bila’s

Een andere key factor: Gen Z-jongeren willen zichzelf blijven ontwikkelen. Daar liggen dus kansen, ziet Backer. ‘Gen Z blijft bij je, zolang het interessant is. Het gaat niet primair over: hoe snel kom ik in de volgende salarisschaal? Dit gaat over: ik laat zien wat ik kan, ik groei, ik kan meer en geef me dus meer. Laat me leren, laat me ontwikkelen. Rem mij niet af!’

Beeld uit een van de campagnes waar AdverOnline aan meewerkte.

Backer noemt vervolgens het belang van een open bedrijfscultuur. ‘Generatie Z heeft niks met een old school hiërarchische managementstructuur. Geen afgesproken bila’s en geen (half)jaarlijks beoordelingsgesprek. Daar gaan ze niet op wachten. Ze willen direct met je kunnen communiceren en schakelen, op het moment dat daar behoefte aan is. Hier heb je te maken met mensen die open staan voor feedback en actief aan de slag gaan wanneer je ze coacht. Gen Z weet wat ze wil en vraagt om: transparant, soepel en snel. Hoeveel gesprekken zijn er? Wanneer ga ik iets horen? Bij wie kan ik snel terecht als ik meer wil weten?’

Het sollicitatieproces

Op voorhand moeten de belangrijke zaken dan ook duidelijk zijn, zegt ze. ‘Ik kan het niet vaak genoeg benadrukken: geef de cijfers! Wat is het salaris? Ben je niet straight forward, dan haken ze af. Reageren ze niet eens. Ben je ze kwijt. Dat geldt ook voor de andere arbeidsvoorwaarden. Wees concreet.’ De rol van de recruiter verandert daardoor volgens haar ook. ‘Jongeren uit Gen Z willen je op een andere manier vertellen wie ze zijn. Ze willen open contact en willen je gewoon een appje sturen of even kunnen bellen. Zo kunnen ze dan eerst checken hoe het voelt. Je moet beschik- en bereikbaar zijn. Deze jongeren proberen het niet nog een keer.’

‘Deze jongeren proberen het niet nog een keer.’

Daarmee slaan we volgens Backer wel meteen een brug naar een pijnpunt voor veel organisaties: het traditionele ATS-systeem. ‘Vrijwel altijd is er bijvoorbeeld nog de vraag naar een cv. Wil je reageren, dan moet dat met een brief en een cv. Maar generatie Z wil zelf bepalen hoe ze zichzelf laten zien. En daar zijn ze creatief in. Misschien willen ze een video sturen. Geef hun dus de mogelijkheid om zichzelf te zijn en waardeer dat ze jou laten zien hoe belangrijk hun soft skills zijn.’

Omdenken

Willen we gebruik kunnen maken van de kracht van Gen Z, dan moeten we ‘omdenken’, benadrukt Backer. ‘Soft skills zijn belangrijk. Dat heeft niet alleen te maken met deze generatie, maar hangt ook samen met de wereld waarin we leven. Alles verandert zo snel op het gebied van automatisering, techniek, A.I. Het vraagt om een aanpak waarin we ons minder blindstaren op diploma’s of werkervaring, maar meer op de bereidheid om te leren en ontwikkelen.’

‘Ze willen jou graag laten zien wat ze in hun mars hebben.’

Dat is volgens haar ook meteen ‘waar je Gen Z in gaat ontmoeten. Ze wíllen leren en ontwikkelen. Ze kúnnen dit ook, want het is de sfeer waarin ze zijn opgegroeid. Ze willen jou graag laten zien wat ze in hun mars hebben en vragen je vertrouwen hierin door hen sneller dan misschien volgens het gebruikelijke ontwikkelingsperspectief, nieuwe taken en uitdagingen te geven. Geef je ze de ruimte en de kans om te groeien, dan zijn dit geen jobhoppers. Dan blijven ze. Stem je af op hun golflengte, dan krijg je hun loyaliteit. Met oog voor hun talent, maak je je organisatie future proof.’

Save the date: 27 maart 2025

Op 27 maart 2025 organiseert AdverOnline bij IPG MediaBrands in Amsterdam het event Wat Werkt? over alle nieuwe ontwikkelingen in Recruitment Marketing en Employer Branding. Meer informatie volgt binnenkort.

‘Overheid moet nu echt praktische beroepen meer gaan stimuleren’

Jongeren die kiezen voor praktische beroepen? Ze worden steeds schaarser. En ondanks enkele goede intenties van het vorige kabinet, lijkt het probleem bij het huidige kabinet nauwelijks op de radar te staan – druk als ze zijn met zichzelf, asielzoekers en demonstranten. Of je moet de enorme bezuinigingen op de universiteiten zien als een zet om praktische beroepen meer onder de aandacht te brengen. Maar ondertussen daalt het aantal mbo-studenten gewoon door. ‘Alarmerende cijfers’, noemde MBO-raad-voorzitter Adnan Tekin het recent nog.

‘We moeten nu in actie komen om te voorkomen dat de boel vastloopt.’

‘De daling in studentenaantallen gaat sneller dan verwacht, ondanks de positieve aandacht voor het mbo in de samenleving’, zei hij. ‘Mbo’ers spelen een cruciale rol in onze vitale sectoren. We moeten nu in actie komen om te voorkomen dat de boel vastloopt.’ Uit de cijfers blijkt dat vooral het bol-onderwijs (beroepsopleidende leerweg) geraakt wordt. Het aantal bol-studenten bedraagt nu 329.500, wat stabiel is gebleven ten opzichte van 2023. De verwachtingen gingen echter uit van 340.000 studenten. Daarmee telt het mbo ruim 10.000 studenten minder dan geraamd.

Onder de prognoses

Ook het aantal studenten in de zogenoemde bbl-opleidingen (beroepsbegeleidende leerweg) daalde. In vergelijking met 2023 nam dit aantal af met 1,5%, van 139.900 naar 137.850 studenten. ‘Beide trends zijn enorm zorgwekkend’, aldus Tekin. ‘Met deze getallen zitten we onder de prognoses, wat grote gevolgen zal hebben voor onze economie. Die leunt op goed opgeleide vakmensen. Zonder hen komt de basis van onze samenleving onder druk te staan.’

Volgens 36% ontmoedigt de overheid jongeren nu om een praktisch beroep te kiezen.

De noodkreet vanuit het mbo wordt inmiddels ook in de samenleving goed herkend. Tweederde van de Nederlanders vindt dat de overheid meer actie moet ondernemen om het tekort aan vakmensen aan te pakken en jongeren te stimuleren om te kiezen voor een praktisch beroep, bleek recent uit onderzoek van Werkspot.nl. Volgens hun gegevens is 36% van mening dat jongeren door de overheid nu actief worden ontmoedigd om een praktisch beroep te overwegen. Ook scholen ontmoedigen volgens velen een praktische loopbaan: 41% geeft aan dat onderwijsinstellingen deze keuze niet stimuleren.

Ouders wél positief

Volgens het onderzoek blijkt bij ouders inmiddels wel een veranderende houding merkbaar. Waar ze eerst hun kinderen vooral aanmoedigden een theoretische opleiding te volgen, liefst zo hoog mogelijk, blijkt uit de Werkspot-gegevens dat bijna de helft (45%) van de ouders hun dochter zou ondersteunen bij de keuze voor een carrière als vakvrouw. Een iets groter deel (48%) zou zelfs hetzelfde doen bij hun zoon. Niet zo vreemd: meer dan 1 op de 3 respondenten (38%) gaf aan zelf al wel eens moeite te hebben gehad om een vakman te vinden als ze er een nodig hadden.

Het tekort aan vakmensen groeit maar door. Een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking vindt inmiddels dat de overheid veel meer moet doen om het gebrek bij de praktische beroepen op te lossen. Maar waar te beginnen?

Het tekort heeft niet alleen invloed op huiseigenaren die hun woning willen repareren, renoveren of uitbreiden, maar ook op de bouwsector als geheel. Volgens recente cijfers kampt Nederland momenteel met een tekort van meer dan 60.000 werknemers om aan de vraag naar nieuwe woningen te voldoen. ‘Ondanks de vele voordelen van een carrière in de ambachtelijke sector – zoals de mogelijkheid om tijdens het werk te leren, een constante stroom aan opdrachten en een goed salaris – blijft het een ondergewaardeerde keuze’, aldus Coen Böhre (Werkspot).

‘Zonder ingrijpen zal het tekort aan vakmensen een uitdaging blijven en vooruitgang vertragen.’

Het gebrek aan vakmensen veroorzaakt momenteel al grote problemen in Nederland, ziet hij. En dat volgens hem zal alleen maar verergeren als de overheid niet ingrijpt. ‘Het is cruciaal dat de overheid samenwerkt met scholen en onderwijsinstellingen om een praktisch beroep voor te stellen als carrièremogelijkheid voor de duizenden jongeren die bijna klaar zijn met hun studie. Zonder ingrijpen zal het tekort aan vakmensen een uitdaging blijven en vooruitgang vertragen.’

Volgens MBO Raad-voorzitter Tekin is een gezamenlijke aanpak noodzakelijk. ‘De overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven moeten samenwerken om het mbo aantrekkelijker te maken. Dat betekent investeren in goede begeleiding, flexibele leerroutes en de waardering van vakmanschap. Ook zijn structurele investeringen in ons onderwijs essentieel. De huidige bezuinigingen op het Stagefonds Zorg, de doorstroomregeling en het schrappen van de RIF-gelden zijn daarom onbegrijpelijk.’

Lees ook