Onderzoek: ‘Organisaties verliezen talent door treuzelende vacaturehouders’

Moeite om aan talent te komen? En zeurt de hiring manager aan je hoofd dat het toch echt niet zo moeilijk kan zijn? Als recruiter heb je nu een sterk argument in handen om de bal behendig terug te kaatsen. Het blijkt namelijk dat het juist de vacaturehouders zelf zijn die vaak zorgen voor onnodig oponthoud in het werving-en-selectieproces, en daardoor voor het afhaken van kandidaten.

Drie kwart van de vacaturehouders kunnen als ‘besluiteloos’ te boek staan.

Uit (Amerikaans) onderzoek van Gartner blijkt dat drie kwart van de vacaturehouders als ‘besluiteloos’ te boek kunnen staan, maar dat juist besluitvaardige vacaturehouders tot wel 10 procent meer kandidaten van hoge kwaliteit weten aan te nemen. ‘Langzame en slechte besluitvorming door hiring managers zorgt ervoor dat organisaties talent verliezen in de huidige krappe arbeidsmarkt’, zo concluderen de onderzoekers.

‘Afwachten kan niet meer’

De onderzoekers roepen ook meteen maar op om de rol van de hiring manager te herdefiniëren. Dat betekent volgens hen: de behoeftes van het talent van de toekomst centraal stellen, de funnel aan kandidaten verbreden, en de selectiebesluiten meer delen met experts in de hele organisatie. Zoals hoofdonderzoeker Lauren Smith zegt: ‘Vroeger konden vacaturehouders een vacature uitzetten en achteroverleunen totdat de recruiters met een shortlist kwamen aanzetten, waarna ze een finaal besluit konden nemen. Maar nu kent de wereld meer opties en onzekerheid en kunnen ze zich die afwachtende houding niet meer veroorloven.’

Tussen een sollicitatiegesprek en een aanbod zit tegenwoordig gemiddeld 33 (!) dagen.

Volgens het onderzoek krijgen besluitvaardige hiring managers gemiddeld niet alleen 10 procent meer kandidaten van hoge kwaliteit binnen, maar ook 11 procent mínder kandidaten van mindere kwaliteit. En organisaties die aansturen op snelheid bij de vacaturehouder zien hun time-to-fill gemiddeld met 17 procent dalen. Smith: ‘Ons onderzoek laat zien dat het gemiddeld 33 dagen duurt tussen een sollicitatiegesprek en het moment dat een vacaturehouder een aanbod doet, een stijging van 84 procent ten opzichte van 2010. Dit getreuzel leidt tot een daling van 16 procent in kandidaten die zo’n aanbod ook accepteren. Daardoor verliezen veel hiring managers topkandidaten, terwijl dat niet zou hoeven.’

Wat moet er veranderen?

Volgens de onderzoekers is het hoog tijd dat recruiters de manier veranderen waarop ze samenwerken met vacaturehouders. Deze veranderingen houden volgens hen in elk geval het volgende in:

#1. Zorg voor meer en andere input

In een tijd van snel veranderende rollen en vaardigheden zou het niet alleen meer de vacaturehouder mogen zijn die definieert aan wat voor soort talent de organisatie behoefte heeft. Uit het Gartner-onderzoek blijkt dat slechts 31 procent van de hiring managers precies de langetermijnstrategie van de organisatie begrijpt. De meeste vacaturehouders zijn volgens de onderzoekers daarentegen vooral op de korte termijn gericht.

Uit het onderzoek blijkt dat hiring managers vooral op de korte termijn gericht zijn.

Een betere aanpak zou daarom zijn om recruiters te laten aansluiten op andere ‘bronnen’ dan alleen de vacaturehouder, zeggen de onderzoekers, om de behoefte op langere termijn vast te stellen. Denk aan: HR-analytics of de senior business leaders. Zij kunnen waarschijnlijk beter antwoord geven op vragen als: welke vaardigheden zijn cruciaal voor de organisatie om te groeien? Welke vaardigheden zoekt onze concurrentie? Hoe zal de arbeidsmarkt voor deze locatie er over 5 jaar uitzien?

#2. Maak de candidate experience een gedeelde prioriteit

Veel hiring managers besteden hun tijd niet aan waar het echt verschil kan maken: in diep contact en betrokkenheid met kandidaten. Terwijl dat wel belangrijk is: als het gaat om de informatie die nodig is om een beslissing te maken, vertrouwen kandidaten de manager met wie ze later gaan samenwerken vier keer zoveel als de recruiter.

Veel hiring managers besteden hun tijd niet aan waar het echt verschil kan maken.

De vacaturehouder zou van candidate engagement daarom een prioriteit moeten maken, aldus Gartner. Recruiters moeten daarom focussen op de urgentie om van werving een gedeelde verantwoordelijkheid te maken. Bovendien kunnen ze managers meer motiveren om buiten hun bestaande netwerken te zoeken.

#3. Laat het besluit niet alleen van de vacaturehouder afhangen

In de werkomgeving van vandaag hebben de meeste vacaturehouders het inzicht verloren in welke rollen en vaardigheden nodig zijn voor de business van nu, en van morgen, aldus Gartner. ‘Zelfs met training in hoe kandidaten te evalueren, blijven hiring managers langzame en niet zo beste beslissingen nemen.’

‘Zelfs met training in hoe kandidaten te evalueren, blijven hiring managers langzame en niet zo beste beslissingen nemen.’

Organisaties zouden daarom moeten erkennen dat je maar beter niet het laatste woord aan de vacaturehouder kunt geven, als het om een wervingsbeslissing gaat. Misschien zou je als recruiter beter moeten zoeken naar wie wel geschikt is voor zo’n beslissing. Betrek in elk geval mensen erbij die nauw zullen samenwerken met de kandidaat in kwestie, aldus de onderzoekers. ‘Experts in de benodigde vaardigheden en/of besluitvorming zijn vaker geschikt om het finale oordeel te vellen.’

Om het heet van te krijgen: geen aandacht voor de overgang in vacatureteksten

Begin juli verscheen er een artikel in het Parool dat het taboe is om te praten over de overgang op werk. Daarin geeft onder andere arbeidsmarktspecialist Marja Beumer aan dat hier nog steeds te weinig aandacht voor is, terwijl de menopauze veel invloed kan hebben op de werkvloer. Volgens haar is het niet een probleem voor alleen vrouwen, maar is het een economisch en maatschappelijk onderwerp dat ook werkgevers aangaat. Gebrek aan kennis is daarbij het grootste struikelpunt.

Aandacht voor de overgang in vacatureteksten

Maar hoeveel wordt er eigenlijk in vacatureteksten gezegd over dit onderwerp? Wij vroegen aan Jobdigger om onderzoek te doen. Daaruit blijkt dat er van de miljoenen vacatureteksten geen enkele tekst iets vermeldt over het rekening houden met de overgang. In andere woorden: de werkgevers en opdrachtgevers brengen dit niet ter sprake in hun vacatureteksten.

Geen enkele vacaturetekst meldt iets over het rekening houden met de overgang

In het onderzoek werd er gekeken naar de volgende woorden:
Overgang: dit is een woord met meerdere betekenissen en komt alleen terug in vacatureteksten in de zin van ‘transitie’.
Opvliegers: dit woord komt voor in enkele vacatureteksten terug, maar wordt in een andere context gebruikt.
Menopauze: dit woord komt regelmatig terug in vacatureteksten in de zorg. Het woord heeft dan betrekking op de behandeling en/of op patiënten, bijvoorbeeld in vacatures van een huidspecialist.

Kansen

Hoewel het gebrek aan aandacht voor de overgang zorgwekkend is, kan dit wel kansen bieden voor werkgevers. Als je er je voordeel mee doet op het gebied van werving en branding onderscheid je je van de rest. Bovendien is het een onderwerp waar bijna elk bedrijf mee te maken krijgt, dus kun je het maar beter aanstippen…

‘Te goede’ kandidaten staan snel op achterstand – behalve als ze vrouw zijn

‘Te goede’ kandidaten zorgen vaak voor wantrouwen bij vacaturehouders, zo meldt het onderzoekToo Good to Hire‘ van de Tepper School of Business, een onderdeel van Carnegie Mellon University. Hiring managers denken al snel dat zulke overgekwalificeerde kandidaten het commitment zullen missen naar de functie en de organisatie toe, en daarom geven ze vaak de voorkeur aan iemand met minder ervaring, aldus onderzoeker Oliver Hahl.

‘Vacaturehouders hebben de neiging nogal kortzichtig te kijken naar de functie, en niet naar het belang van de organisatie.’

‘Vacaturehouders hebben de neiging nogal kortzichtig te kijken naar de functie, en het belang van de organisatie als geheel uit het oog te verliezen’, aldus Hahl. En dat terwijl er volgens hem weinig grond is onder de gedachte dat overgekwalificeerde kandidaten weinig commitment zullen hebben. ‘Overgekwalificeerde kandidaten kennen weliswaar een iets hoger verloop, maar volgens ander onderzoek lijkt dat te komen doordat ze eerder ontgoocheld raken in de baan. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat ze dan niet alsnog waarde aan de organisatie zouden kunnen toevoegen, zij het in een andere positie.’

Vier experimentele studies

De onderzoekers deden vier experimentele studies waarin ze keken naar de overtuigingen van hiring managers. Daaruit bleek onder meer dat de meeste hiring managers eraan twijfelen of overgekwalificeerde kandidaten zich wel kunnen identificeren met de missie en waarden van de organisatie. Ook zijn ze vaker ervan overtuigd dat zulke kandidaten wel weer snel vertrokken zullen zijn, omdat ze vanwege hun kwalificaties nu eenmaal meer opties (lijken te) hebben.

Hiring managers twijfelen of te goede kandidaten zich wel kunnen identificeren met de missie en waarden.

Er is wel een opvallende uitzondering op dit patroon, zo blijkt. En dat zijn: vrouwen, met name die in de vruchtbare leeftijd. Bij hen kan overkwalificatie juist in hun voordeel werken, zo stellen de onderzoekers. Dit komt doordat hiring managers toch al twijfelen aan hun commitment naar hun carrière. En daardoor wordt het vooroordeel dat ze waarschijnlijk snel vertrokken zullen zijn gecompenseerd.

Ook een leeftijdseffect

De wetenschappers vonden overigens ook een sterk leeftijdseffect. Oftewel: organisaties gaven vaak de voorkeur aan een jonge, onervaren kandidaat, boven een oudere kandidaat. Zelfs als die ervaring had op C-niveau. Daardoor dreigen organisaties echter wel de mogelijke strategische bijdragen van die oudere kandidaten mis te lopen, waarschuwt Hahl.

‘Organisaties dreigen de mogelijke strategische bijdragen van oudere kandidaten mis te lopen.’

En er blijkt ook niet veel wat kandidaten eraan kunnen doen. Je kunt bijvoorbeeld op LinkedIn je kwalificaties minder benadrukken. Maar daardoor loop je weer het risico uitgesloten te worden voor banen waarvoor je wél bent gekwalificeerd. Hahl adviseert hooggekwalificeerde werkzoekenden daarom om hun commitment meer in hun sollicitatiebrieven te benadrukken. ‘Stel: iemand heeft een persoonlijk motief om bij een organisatie te willen werken, of een diepe interesse in de bedrijfstak, het product of de service. Dan zou ik als kandidaat daaromheen altijd een verhaal vertellen.’

Koppelen aan strategie

Hahl raadt daarnaast recruiters en hiring managers aan om meer algemeen te denken, en het werving-en-selectieproces meer te koppelen aan de strategische doelen van de organisatie, en niet alleen aan de specifieke doelen van de ene afdeling waarvoor je iemand werft. Samen met Tepper-collega Elizabeth Campbell werkt Hahl trouwens ook aan een nieuw onderzoek. Daarin onderzoekt hij waarom het precies is dat je capaciteiten laten zien voor vrouwen beter werkt dan voor mannen.

Soms eerder verveeld, meestal harde werkers

Overgekwalificeerde kandidaten zijn allang een thema op de arbeidsmarkt. Soms worden ze bijvoorbeeld geweigerd, omdat ze slecht zouden zijn voor de moraal van het overige personeel. Ook zijn er onderzoeken bekend waaruit inderdaad eerder verveling, ontevredenheid en negativiteit zou blijken. Maar uit een andere studie onder ruim 5.000 overgekwalificeerde medewerkers in laagbetaalde banen blijkt juist dat ze gemiddeld langer blijven, en bovendien harder werken. In een onderzoek onder winkelpersoneel bleek bovendien vooral de invloed op de eigen werkomgeving van belang: hoe meer invloed overgekwalificeerde medewerkers hebben, hoe lager hun verloop.

Er is meestal een reden dat overgekwalificeerde kandidaten solliciteren op een baan die schijnbaar beneden hun niveau ligt.

De conclusie van al die onderzoeken? Er is meestal een reden dat overgekwalificeerde kandidaten solliciteren op een baan die schijnbaar beneden hun niveau ligt. Vul die reden dan ook vooral niet zelf in. Vraag er liever naar in een gesprek. Het antwoord zou je nog kunnen verrassen, en je zou er een betere medewerker aan kunnen overhouden dan je misschien aanvankelijk voor mogelijk had gehouden.

Lees ook:

Meer kandidaten bereiken? Denk dan goed na over je vestigingslocatie

Dat vrouwen minder carrièrekansen hebben dan mannen, dan wisten we al. Maar dat hebben ze ook voor een deel aan zichzelf te wijten, stelt ABN Amro in een nieuw onderzoeksrapport. Vrouwen blijken namelijk veel minder bereid zijn te reizen voor een baan. Tot gemiddeld wel 21 kilometer minder ver. En daardoor is hun potentiële arbeidsmarkt meteen ook een stuk kleiner dan die voor mannen, aldus de onderzoekers.

‘Vrouwen zoeken een nieuwe baan in een drie keer zo klein gebied als mannen.’

Waar de gemiddelde vrouw zegt bereid te zijn om maximaal 28 kilometer te reizen voor hun baan, is dat voor de gemiddelde man met 49 kilometer bijna 2 keer zo hoog. De arbeidsmarkt waarin vrouwen zoeken omspant daardoor slechts een derde van het oppervlak waarin de mannen zoeken (ongeacht verschillen in opleiding en leeftijd).

Grotere kans op mislopen droombaan

Geen wonder dat vrouwen minder snel vooruit komen in hun carrière, aldus ABN Amro. In een kleinere arbeidsmarkt lopen vrouwen een grotere kans op het mislopen van hun droombaan, ‘simpelweg omdat die buiten hun zoekradius ligt’, stelt Sandra Phlippen, hoofd Nederland van het Economisch Bureau van de bank.

‘Werkgevers moeten proberen werknemers te werven die verder weg wonen of hun locatie heroverwegen.’

Met het onderzoek roept ABN Amro werkgevers op om goed na te denken over hun vestigingslocatie. In een krappe arbeidsmarkt kan die locatie namelijk ‘niet ideaal’ zijn, aldus Phlippen. ‘Dan moeten werkgevers proberen werknemers te werven die verder weg wonen of ze moeten hun locatie heroverwegen.’ Hard nodig, want gebrek aan personeel is inmiddels ‘de grootste remmende factor voor investeringen en groei’, stellen de onderzoekers.

Ook opleiding speelt een rol

Ook opleiding blijkt overigens een rol te spelen bij reisbereidheid van kandidaten. Zo reageren hoger opgeleiden vaker op vacatures die meer dan 30 kilometer verder van huis liggen (ze kijken gemiddeld wel 53 kilometer ver, om 23 kilometer bij lager opgeleiden). Volgens de bank komt dit doordat meer kennisgerelateerde functies meer mogelijkheden kennen om (deels) thuis te werken. Voor de beroepen waarop lager opgeleiden doorgaans solliciteren, is dit minder vaak het geval.

‘Vaak zijn juist op regionaal niveau mismatches te constateren, die per gebied kunnen verschillen.’

De reisbereidheid is volgens ABN Amro van groot belang, omdat veel werkgevers zich richten op een regionale arbeidsmarkt. Phlippen: ‘Vaak zijn juist op regionaal niveau mismatches te constateren, die per gebied kunnen verschillen. Zo is er in Noord-Brabant een tekort aan werkzoekenden voor vrachtwagenchauffeurs in het binnenland, terwijl in Friesland juist meer potentiële chauffeurs waren dan vacatures.’ Ook beroepen als pedagoog, carrosseriebouwer, metselaar en thuiszorgmedewerker kennen flinke regionale verschillen. Waar bijvoorbeeld in Noord-Holland nauwelijks metselaars op de markt zijn, blijken er in Overijssel juist meer metselaars dan vacatures.

Miljoenen zoekacties geanalyseerd

ABN Amro onderzocht voor de analyse een open database van het UWV, waarin ongeveer 1 miljoen zoekacties per 2 weken zijn opgenomen, van mensen die via werk.nl een zoekactiviteit ondernemen. Werkzoekenden vullen daar een beroep in waarin zij interesse hebben, plus de afstand in kilometers die ze bereid zijn voor die baan te reizen. Gemiddeld blijkt daarbij dat mensen een baan zoeken binnen 38 kilometer van hun huis.

Gemiddeld blijkt dat mensen een baan zoeken binnen 38 kilometer van hun huis.

De grootste groep is bereid zo’n 40 kilometer te reizen voor een baan, vanaf een kilometer of 70 zie je de gemiddelde bereidheid om te reizen snel afnemen.

Ook de woonlocatie is bepalend

Als werkgever is het interessant om te weten dat ook de woonlocatie van je potentiële kandidaten een rol speelt. Zo blijken werkzoekenden in de Randstad veel minder bereid om te reizen dan werkzoekenden daarbuiten. Dat scheelt gemiddeld zo 5 kilometer. Een leeftijdseffect hebben de onderzoekers overigens niet kunnen vaststellen. Met andere woorden: jong en oud zijn gemiddeld net zo ver bereid om te reizen.

‘Door barrières rondom reisafstanden weg te nemen, kunnen werkgevers het aantal sollicitaties enorm verhogen.’

Dat is goed om te weten, zegt ABN Amro, want de bank verwacht dat Nederland ook de komende jaren nog ‘een nijpend personeelstekort’ kent. En ‘door barrières rondom reisafstanden weg te nemen, kunnen werkgevers het aantal sollicitaties op een vacature enorm verhogen.’ Onder het wegnemen van die barrières wordt dan verstaan: vaker mogen thuiswerken, en verder weg – dus buiten de eigen regio – óók adverteren.

‘Vaker vestigingslocatie heroverwegen’

Een andere optie is meer actief werven van vrouwen op beroepen die nu nog vooral door mannen worden vervuld, aldus Phlippen. ‘Fulltime banen vaker parttime aanbieden kan ook helpen de reisbereidheid bij vrouwen te verhogen. Werkgevers kunnen zo hun eigen issues rondom personeelstekorten deels verhelpen.’

‘Als Mohammed niet naar de berg komt, moet de berg maar naar Mohammed.’

En voor beroepen waarin verder reizen onwenselijk of onmogelijk is, ‘zouden werkgevers zelfs ook hun vestigingslocatie kunnen heroverwegen’, aldus Phlippen. ‘We zien dat er regio’s ontstaan waarin iedereen om hetzelfde schaarse personeel vecht. De huidige krapte vraagt van werknemers om hiermee meer rekening te houden in hun vestigingskeuze. Als Mohammed niet naar de berg komt, moet de berg maar naar Mohammed.’

Lees ook:

Dit zijn de meest schaarse beroepen in heel Europa (met de ict-manager stevig op 1)

In bijna elk land in Europa is de schaarste groot als het gaat om ict’ers en technici. In de top-10 van schaarse beroepen in Europa komen dan ook tal van beroepen voor als software- en applicatieontwikkelaars en –analisten, installateurs en reparateurs van elektrische en telecommunicatieapparatuur, (elektrotechnisch) ingenieurs en databank- en netwerkspecialisten.

‘In Zweden wordt de wervingshaalbaarheid van een ict-manager als ‘normaal’ ingeschat’

Alleen in Griekenland en Zweden schijnt deze schaarste nog mee te vallen, en wordt de wervingshaalbaarheid van bijvoorbeeld een ict-manager als ‘normaal’ ingeschat, aldus resultaten van analyses en algoritmes van Intelligence Group, gebaseerd op het European Recruitment Dashboard en data van Eurostat.

Leraren helemaal niet zo schaars

Tegenover de zeer schaarse beroepsgroepen staan ook een aantal functies waarvoor je in Europa nog heel makkelijk mensen kunt werven. Opvallend hoog genoteerd staat daarbij de leerkracht voor het basisonderwijs, een beroepsgroep die in Nederland juist bijzonder schaars is en waar de tekorten groot zijn.

‘Mismatches in certificaten en diploma’s maken het onmogelijk om een complete vrije markt te hebben.’

Betekent dit dus goed nieuws voor al die Nederlandse basisscholen in paniek? Nou, dat ook weer niet. Want zoals de onderzoekers zelf ook toegeven: ‘In tegenstelling tot IT’ers of engineers is het lastiger om deze minder schaarse functies in andere Europese landen te werven. Je hebt te maken met verschillen in taal en cultuur, maar ook met veel mismatches in certificaten en diploma’s. Dat maakt het onmogelijk om een complete vrije markt te hebben.’

Wie zijn het meest schaars?

In onderstaande tabel staan de 10 meest schaarse beroepen van Europa. Met een gemiddeld berekende ‘wervingshaalbaarheid’ van 8,5 in 27 landen, blijkt de ict-manager (veruit) het meest schaars in Europa. In Hongarije en Litouwen is de wervingshaalbaarheidsscore van deze functie zelfs 9,8, terwijl dit in Griekenland ‘slechts’ 5,7 is (een ‘normale’ wervingshaalbaarheid) en in Zweden 6,0.

Beroepsgroepen (ISCO-3) Kwalificatie schaarste
Gemiddelde Europese schaarste
1. Informatie- en communicatietechnologie service managers Zeer moeilijk om te werven 8,5
2. Managing directors en chief executives Zeer moeilijk om te werven 8,2
3. Software- en applicatieontwikkelaars en –analisten Zeer moeilijk om te werven 8,2
4. Databank- en netwerkspecialisten Moeilijk om te werven 7,9
5. Managers in de industrie, de mijnbouw, de bouwnijverheid en de handel Moeilijk om te werven 7,6
6. Installateurs en reparateurs van elektronische en telecommunicatieapparatuur Moeilijk om te werven 7,7
7. Ingenieurs (m.u.v. elektrotechnisch ingenieurs) Moeilijk om te werven 7,3
8. Installateurs en reparateurs van elektrische apparatuur Moeilijk om te werven 7,2
9. Wiskundigen, actuarissen en statistici Moeilijk om te werven 7,2
10. Elektrotechnisch ingenieurs Moeilijk om te werven 7,2

Uit de analyse blijkt trouwens dat schaarste sowieso behoorlijk relatief is. Voor elke moeilijk te werven functie in het ene land zijn er ook plekken in Europa te vinden waar dit talent makkelijker te vinden is. Zo vindt in Nederland en Duitsland bijvoorbeeld een strijd plaats om installateurs en reparateurs van elektrische apparatuur om te helpen in de energietransitie. Maar in Letland, Portugal en Polen zijn die mensen weer veel makkelijker te vinden.

Wie zijn het minst schaars?

Wie blijken in heel Europa dan nog wel voorradig? Opvallend is dat hier veel onderwijsfuncties terugkomen, van hoogleraren tot basisschoolleraren. Docenten mogen dan heel lastig te werven zijn in bijvoorbeeld Groot-Brittannië, Denemarken en (sommige delen van) Nederland, in andere landen is dat beduidend anders, zo blijkt. Ook secretariaats- en administratief medewerkers blijken in heel Europa niet moeilijk om te werven, net zo min als auteurs, journalisten en taalkundigen.

Beroepsgroepen (ISCO-3) Kwalificatie schaarste Gemiddelde Europese schaarste
1. Vakspecialisten op artistiek, cultureel en culinair gebied Niet moeilijk om te werven 2,3
2. Basisschoolleraren en docenten voor het voorschoolse onderwijs Niet moeilijk om te werven 3,3
3. Auteurs, journalisten en taalkundigen Niet moeilijk om te werven 3,4
4. Secretariaatsmedewerkers, algemeen Niet moeilijk om te werven 3,8
5. Professoren en docenten in het hoger onderwijs Niet moeilijk om te werven 3,8
6. Administratieve medewerkers, algemeen Niet moeilijk om te werven 3,9
7. Docenten voortgezet onderwijs Niet moeilijk om te werven 3,9
8. Administratief secretaressen en gespecialiseerde secretaressen Redelijk moeilijk om te werven 4,1
9. Winkelverkopers Redelijk moeilijk om te werven 4,3
10. Technici op medisch en farmaceutisch gebied Redelijk moeilijk om te werven 4,4

Schilders vind je in Italië

Kamp je zelf met krapte? In elk land in Europa blijkt wel ergens jouw specifieke doelgroep minder schaars. Zo zijn schilders relatief makkelijk te vinden in Italië. En in Kroatië zijn er dan weer veel installateurs en reparateurs van elektrische apparatuur beschikbaar. In Griekenland vind je op zijn beurt weer veel engineers. En in Kroatië, Zweden, Finland en Ierland blijken zelfs de software developers nog niet ‘op’ te zijn. ‘Zelfs voor de meest schaarse functies is er dus talent beschikbaar in Europa’, concluderen de onderzoekers dan ook. Als je maar weet waar je zoeken moet…

Lees ook:

 

Wat je ook probeert, vooroordelen blijken nauwelijks af te leren

Impliciete bias (of: onbewuste vooroordelen) wordt vaak gezien als belangrijke bron van discriminatie. We hebben allemaal beelden bij bijvoorbeeld mannen, vrouwen, jongeren, ouderen, mensen uit een andere cultuur, dik, dun, homo, of hetero. En die beelden kunnen een eerlijke selectie behoorlijk in de weg zitten. Maar als je nou je selecteurs maar bewust maakt van het bestaan ervan, dan gaat het vanzelf over, zo wordt in veel organisaties gedacht.

‘Impliciete bias is niet zo makkelijk te verhelpen.’

Maar zo makkelijk gaat dat helemaal niet, stellen onderzoekers Patrick Forscher en Calvin Lai. Met nog 5 co-auteurs bekeken de twee Amerikaanse wetenschappers maar liefst 492 verschillende studies, waaraan in totaal meer dan 87.000 participanten hadden meegedaan. Ze komen daarbij tot de conclusie dat impliciete bias best (een beetje) is te veranderen, maar dat dit nauwelijks leidt tot verandering in expliciete vooroordelen (oftewel: de bias waarvan je je wél bewust bent), en – erger nog – ook nauwelijks tot ander gedrag.

Weinig effect op lange termijn

Impliciete bias op lange termijn veranderen? Er is nauwelijks bewijs voor te vinden. Nieuw, veranderd gedrag is al helemaal zelden aangetoond. Wil je (impliciete) discriminatie in je selectieproces tegengaan? Dan zul je dus iets anders moeten verzinnen dan een training van je selecteurs, aldus de onderzoekers, wier meta-analyse werd gepubliceerd in de Journal of Personality & Social Psychology.

Impliciete bias op lange termijn veranderen? Er is nauwelijks bewijs voor te vinden.

‘Als je in de populaire media mensen hoort praten over impliciete bias, hoor je vaak de aanname dat je een training kunt doen, en dat je daar dan op lange termijn effect van hebt’, aldus Forscher. ‘Maar bijna geen enkele van de studies die wij hebben onderzocht heeft geprobeerd om die effecten op termijn ook maar vast te stellen.’

Impliciete Associatietest

Op het internet zweven talloze tests rond, zoals de Implicit Association Test, waarmee je je eigen vooroordelen in kaart kunt brengen. Ook hebben allerlei bedrijven speciale programma’s in het leven geroepen om problemen rondom impliciete bias te lijf te gaan, zoals bij recruitmentbeslissingen. Maar Forscher heeft er al met al dus weinig vertrouwen in. ‘Het biedt te individualistische, te makkelijke oplossingen.’

‘Probeer impliciete bias niet te verminderen, maar werk liever eromheen.’

En de andere onderzoeker, Calvin Lai, roept op om impliciete bias maar niet meer te proberen te verminderen of te veranderen. ‘Probeer liever eromheen te werken. Leer mensen bijvoorbeeld veranderingen in de procedure te creëren, die de invloed van impliciete bias kunnen verminderen.’

Lees ook

13 innovaties in recruitment om in de gaten te houden

Een 5. Op een schaal van 1 tot 10. Meer hebben Nederlandse bedrijven niet over voor de mate van innovatie in hun eigen recruitmentproces. En dat terwijl kandidaten het belang van een innovatieve werkomgeving in hun zoekproces maar liefst een 8 geven, aldus onderzoek dat Robert Walters in april uitvoerde onder 1.466 kandidaten en 172 klanten.

Terwijl bedrijven jaarlijks zo’n 2 miljard investeren in HR-tech, is 85% van de start-ups binnen 18 maanden verdwenen

Maar nieuwe technologie implementeren blijkt nog niet zo makkelijk te zijn. Sommige zijn ook gewoon te duur. Terwijl bedrijven jaarlijks zo’n 2 miljard euro investeren in HR-technologie, is 85% van de start-ups in dit gebied binnen 18 maanden alweer verdwenen.

Wat is kansrijk?

faye walshe robert waltersHoe dan de goede keuze te maken, als je toch wilt bijblijven? Om antwoord op die vraag te krijgen, test het innovatielab van Robert Walters vele nieuwe technologieën. ‘De afgelopen maanden alleen al hebben we zo 185 nieuwe start-ups voorbij zien komen’, vertelde global director of innovation Faye Walshe vorige week op de Amsterdamse Zuidas, voor een zaal met zo’n 200 genodigden.

Met name deze 13 technologieën zijn daarbij kansrijk, en bestrijken het volledige werving-en-selectieproces, zo vertelde ze:

#1. The Muse: kijkje in de keuken

Een beetje wat Spielwork in Nederland doet, doet The Muse al sinds 2011 internationaal: sollicitanten een volledig inkijkje geven in hoe het is om bij een bedrijf te werken. Nu goed voor meer dan 50 miljoen bezoekers per jaar, van wie 65% vrouw, 77% hoogopgeleid en 45% latent werkzoekend.

#2. We Love Work: test de cultural fit

Ander voorbeeld van een innovatief jobboard, een beetje lijkend op wat in Nederland CompanyMatch doet: We Love Work, een platform dat gedeelde waarden van zowel bedrijf als kandidaat onderzoekt, en op basis daarvan de cultural fit tussen de twee zegt te kunnen bepalen.

#3. Video My Job: employer branding-video’s

Dat video oprukt in de wervingsfase, is ook Walshe opgevallen. Zij noemt hier als innovatief voorbeeld Video My Job, een start-up waarmee bedrijven snel een employer branding-video de lucht in kunnen krijgen. Bedrijven als Randstad en Siemens werken er al mee. Concurrenten in Nederland zijn bijvoorbeeld Het Creatiehuis en Flipbase.

#4. FAMA: social media-screening

Een beetje omstreden service, die geautomatiseerd sociale media en andere webcontent screent, en bijvoorbeeld op Twitter checkt of een kandidaat wel eens verbaal uit de bocht is gevlogen. Deze start-up werkt ook met facial recognition. Op die manier moeten ‘giftige medewerkers’ worden voorkomen, zo claimt het bedrijf.

‘Door sociale media te screenen hoopt dit bedrijf ‘giftige medewerkers’ te kunnen voorkomen

#5. Daxtra: cv-parsing, elk cv zó in je database

Bedrijf dat vooral bekend is van zijn cv-parsingtechnologie, en daarmee een directe concurrent van het Nederlandse Textkernel. De via Daxtra aangeboden cv’s hoeven niet handmatig te worden ingevoerd, maar komen direct in een database terecht, waarin de hiring manager vervolgens naar believen kan grasduinen.

#6. X.AI: plan je eigen sollicitatiegesprek

Deze tool wil een klein, maar o zo cruciaal onderdeel van het recruitmentproces overnemen: het maken van een afspraak tussen kandidaat en leidinggevende. ‘Stop playing scheduling ping pong‘, zoals ze het zelf noemen. Concurrent: ScheduleOnce.

Gebruik van deze tools bij Robert Walters scheelde niet alleen de recruiters veel tijd, vertelde Walshe. Het zorgde er daarnaast ook voor dat kandidaten het gevoel hadden dat de organisatie 24/7 bereikbaar was.

#7. ARYA: jawel, de chatbots are coming

Ook hier veel aandacht voor chatbots. Mya kenden we natuurlijk al, maar ook ARYA wacht een grote toekomst, aldus Walshe. Deze bot is vooral bedoeld om sourcers te ondersteunen, om op de goede manier in contact te komen met kandidaten. Via allerlei devices en kanalen.

arya robert walters

#8. Impress.AI: wil de kandidaat de baan écht?

Nog zo’n specifieke veelbelovende recruitment-start-up, maar dan uit Singapore (!). De software van deze start-up vraagt met een aantal screening questions of de kandidaat wel écht de baan wil. Dat scheelt niet alleen tijd en geld, maar zorgt ook voor een betere candidate experience, zo is de claim.

#9. Gapjumpers: blinde audities

Liefst 10% méér diversiteit per kwartaal, dat is wat deze start-up belooft door het cv weg te gooien, en kandidaten andere opdrachten te geven die hun vaardigheden beter moeten blootleggen. Is inmiddels 5 jaar bezig, dus heeft de cruciale 18-maanden-grens al rúím gehaald.

#10. Codility: codeertesten voor IT-testen

Over testen gesproken, zo weet Walshe er nog wel een paar. Wat te denken van Codility, een bedrijf uit (oorspronkelijk) Polen dat – je raadt het niet – kandidaten IT-testen laat uitvoeren. Bestaat al sinds 2005 zelfs, en heeft nu ook een kantoor in San Francisco. Grootste doel: het aantal sollicitatiegesprekken voor IT’ers verminderen, en hun codeerwerk te beoordelen in plaats van hun interviewvaardigheden.

#11. ThriveMap: cultural fit in kaart

Cultural fit, anyone? Deze Britse start-up zegt het in kaart te kunnen brengen. Met dit platform leer je niet alleen hoe je eigen team graag wil werken, maar ook hoe je kandidaten graag werken, en vergelijkt vervolgens de twee met elkaar.

thrivemap robert walters

#12. Unbias: LinkedIn anoniem gemaakt

Een Chrome-extensie, en daarom volgens Walshe niet echt een aanrader, want een potentieel gevaar voor hackers. Maar desalniettemin een mooie belofte, als ‘LinkedIn anonymiser for recruiters’. Oftewel: LinkedIn zoals je het altijd gewend bent, maar dan zonder de foto’s en zonder de namen van de mensen. Hierdoor zou je in je zoektocht niet worden afgeleid van wat het waar het werkelijk om gaat, zo beloven de ontwikkelaars.

#13. Adify: vacatureteksten getest op diversiteit

Door Robert Walters zelf ontwikkelde tool, die vacatureteksten kan testen op de mate waarin ze verschillende doelgroepen aanspreken. Een beetje een aanvulling op tools als Textio en de VacatureVerbeteraar. De ingevoerde vacatures worden getest op leesbaarheid, toon en sentiment. Vooral de toename in solliciterende vrouwen schijnt daarna significant te zijn, aldus de ontwikkelaars ervan.

Meer weten?

Hoe zal de recruitmentwereld veranderen in het licht van big data, AI en automation? De whitepaper ‘Innovation in Recruitment’ beschrijft de huidige ontwikkelingen op het gebied van recruitment, met tools en best practices, en alle onderzoeksresultaten. Download hem hier.

Ook je zzp’er verdient een goede Candidate Experience (4 voorbeelden)

Het is moeilijk te ontkennen dat de Candidate Experience de laatste tijd veel aandacht krijgt. Het zal ongetwijfeld met de schaarste te maken hebben, het groeiende besef van het belang van een goede ervaring voor je kandidaat. Maar hoe zit het eigenlijk als het niet gaat om vacatures voor vaste functies, maar om losse opdrachten? Worden de zzp’er en freelancer dan net zo in de watten gelegd?

‘Een expliciete vertaalslag van de candidate experience naar de flexibele schil wordt nog maar mondjesmaat gemaakt.’

Uit recent onderzoek van Brainnet en Zipconomy blijkt er nog wel een behoorlijk verschil in behandeling te zijn. En dan blijkt dat opdrachtgevers ook nog wel wat meer stappen te zetten hebben dan werkgevers. ‘Een expliciete vertaalslag van de candidate experience naar de zp’er – of naar de flexibele schil – wordt nog maar mondjesmaat gemaakt’, zo concluderen de onderzoekers.

Freelancer Value Proposition

En dat terwijl ook de strijd om de flexibele medewerker almaar heviger wordt, zeggen ze. Toch is zelden een aparte ‘Freelancer Value Proposition‘ geformuleerd. Dat er weinig aandacht is voor de behandeling van de zzp’er, blijkt ook uit een vergelijking van 31 werkenbij-sites. Op meer dan de helft daarvan wordt de zelfstandig professional helemaal niet zelfstandig aangesproken, en op nog geen 10 procent van al die sites krijgt het selectieproces van de zzp’er aparte aandacht.

Is het overal kommer en kwel? O nee, dat zeker niet.

Is het dan overal kommer en kwel? O nee, dat ook zeker niet. Wie goed zoekt, vindt namelijk best voorbeelden van sites die de zzp’er op een serieuze manier aanspreken. En daar valt ook veel van te leren. De onderzoekers kwamen tot de volgende 4:

#1. Philips: eigen freelance-platform

Met philips.talent-pool.com heeft Philips een eigen platform speciaal voor freelancers gebouwd. Op dit platform kunnen kandidaten een eigen profiel aanmaken, toegelaten worden tot de talentpool en reageren op openstaande opdrachten. Ook het contract afsluiten verloopt via dit platform. Philips maakt op deze site ook nadrukkelijk ruimte voor hun ‘freelancer value proposition’, die onder meer werd opgesteld na onderzoek onder freelancers die voor het bedrijf gewerkt hebben.

philips interim zzp'er

In een infographic somt het bedrijf bovendien ‘Five reasons why a gig with Philips is your next big challenge’ op; redenen die te maken hebben met de kracht van het Philips-merk, de inhoud van de opdrachten en de ontwikkelmogelijkheden voor freelancers. ‘Challenge yourself with an assignment at Philips’, zo is de prikkelende belofte.

#2. ABN Amro: aparte sectie voor de zzp’er

Ook ABN Amro heeft een aparte interimsectie, waar de bank uitleg geeft over hoe ze de match maakt tussen interim-opdrachten en de juiste interim-professional. Zo leren we hier dat de bank een team van aparte Talent Sourcers heeft ingericht, dat ‘continu op zoek is naar interim professionals’ die zich willen inschrijven in de ABN Amro-talentpool.

abn amro interim

Na inschrijving word je via e-mail of telefonisch op de hoogte gehouden van passende interim opdrachten. Er is ook een apart mailadres voor de interimmers. Beetje jammer is alleen wel dat de ‘sollicitatie’ vervolgens hetzelfde verloopt als die voor een vaste functie: je komt bijvoorbeeld op een standaard sollicitatieformulier terecht, alleen staat er nu alvast in kapitalen ‘INSCHRIJVING’ bovengeschreven, om misverstanden te voorkomen.

#3. FrieslandCampina: in de eigen omgeving

Naast organisaties die (zoals Aegon) voor opdrachten verwijzen naar de Managed Services Provider, zijn er ook bedrijven die een zp-sectie veel uitgebreider in de eigen online recruitmentomgeving integreren. Een voorbeeld hiervan is FrieslandCampina. Ook hier is een externe partij betrokken, maar FrieslandCampina besteedt op zijn eigen werkenbij-site in elk geval wel uitgebreid aandacht aan zp’ers.

frieslandcampina interim zzp'er

Daarbij zijn onder meer de volgende elementen aanwezig:

  • Een introtekst speciaal voor zelfstandig professionals
  • Contactgegevens van een recruiter die zich speciaal richt op zelfstandigen
  • Openstaande vacatures voor zp’ers

candidate experience zzp'er

  • Informatie over het proces, vanaf stap 1 ‘Confirmation of application’ tot stap 5 ‘Onboarding

Een beetje iets geks heeft het overigens wel, deze site. De tekst is volledig in het Engels, alhoewel vaak naar de zp’er wordt gerefereerd. De opdrachten zelf staan dan vaak weer in het Nederlands opgesteld, en vinden (momenteel) ook allemaal in Nederland plaats.

#4. NN Group: aparte LinkedIn-groep

En dan bespreken we hier tenslotte ook nog de NN Group, bekend van Nationale Nederlanden. Niet alleen een grote werkgever, maar ook een belangrijke opdrachtgever. Maar hoe benader je die zzp’er het beste, vroeg hier het zogeheten ‘team Resourcemanagement’ zich af.

‘Een zzp’er verdient een andere benadering dan een sollicitant voor een vaste functie.’

Natuurlijk heeft NN Group een eigen werkenbij-site. Toch vond het team dit niet geheel toereikend om de freelancer te bereiken. Een zzp’er verdient een andere benadering dan een sollicitant voor een vaste functie, aldus NN. Het team besloot daarom een extra kanaal op te zetten met oog op retargeting: een aparte LinkedIn-groep, waarin alle interim opdrachten gedeeld worden. Het leverde dit jaar zelfs een inzending voor een Werf& Award op.

nn group zzp'er

De LinkedIn-groep bindt de zzp’er direct aan de organisatie. De groep is in 2017 gestart, als uitvloeisel van een zogeheten direct sourcing-project, bedoeld om in direct contact te komen met de beste interim-professionals op de markt. Dit directe contact verhoogt het tempo en vermindert communicatieruis door derde partijen, aldus NN. Vanaf 0 wist het team binnen een jaar de LinkedIn-groep uit te bouwen tot zo’n 1.800 leden, een talentpool bestaande uit 120 high potentials, 1 op de 5 vacatures ingevuld, en daarnaast een grote besparingsslag.

‘Veel organisaties in beweging’

Het zijn zomaar 4 voorbeelden, maar onderzoeker Hugo-Jan Ruts heeft het gevoel dat er binnenkort nog wel een (groot) aantal zullen volgen. ‘Veel organisaties zijn in beweging, constateren we. Het lijkt er sterk op dat dit onderzoek is uitgevoerd in een periode dat veel organisaties aan het begin staan van een (bewuste) keuze om de candidate experience voor zelfstandige professionals actief op te pakken. Enkele professionals die we interviewden gaven ook aan dat ze momenteel concreet bezig zijn een traject op te starten dat moet leiden tot een goede candidate experience voor zp’ers, anderen zien het als een belangrijke ambitie voor de toekomst.’

Bestel het onderzoeksrapport

Meer weten over hoe jouw organisatie ook een betere Candidate Experience voor de zzp’er kan opbouwen? Bestel het onderzoeksrapport.

Of kom naar het Seminar Candidate Experience

Een kandidaatervaring heeft impact op je omzet, je kosten en op jouw aantrekkingskracht op het beste talent wat er rondloopt. Daarom organiseert Werf& op 19 september 2019 een middagseminar in Utrecht, waar Martijn Hemminga, Ernst Schipper, Aaltje Vincent en Monique de Jong hun kennis over dit thema delen. Daarnaast komen ook praktijkcases aan bod van bijvoorbeeld MrWork en Ampelmann. Lees hier alle informatie.

‘Graag meer concrete informatie in vacatures, en minder standaard geleuter’

Kandidaten zijn niet alleen kritisch op de grote hoeveelheid eisen die veel vacatures stellen, ze kijken er ook doorheen en constateren dat de eisen echt niet altijd matchen met de achterliggende functie. Daarnaast merken veel kandidaten op dat vacatures zich vaak nauwelijks van elkaar onderscheiden en bol staan van ‘standaard geleuter’. Dat blijkt uit een enquête onder 106 respondenten, uitgevoerd door Frank van Beek.

‘Als uit een vacature niet blijkt waar het bedrijf voor staat en wat het onderscheidt, hoe zou ik dat dan wel als toekomstig werknemer kunnen?’

Met name dat vacatures vaak op elkaar lijken is veel kandidaten een doorn in het oog. Om een van de respondenten te citeren: ‘Als uit een vacature niet blijkt waar het bedrijf voor staat en wat het onderscheidt, hoe zou ik dat dan wel als toekomstig werknemer kunnen?’ Of, zoals een ander zegt: ’Klantgericht denken zou the key moeten zijn.’ En nog een ander zegt over hoe bedrijven zouden kunnen helpen: ‘’Door duidelijke, to the point, vacatureteksten te schrijven. Zonder een waslijst aan eisen en zonder een hoop blabla.’

Wat kunnen bedrijven verbeteren?

frank van beek vacatures geleuterHet doel van de enquête, aldus Van Beek, was het woord te geven aan juist díe mensen die worden geacht iets te doen met de vacature: potentiële kandidaten. ‘Je weet wel: die ene doelgroep die vandaag de dag haast onbereikbaar lijkt voor vacaturehouders. Ik dacht: misschien willen ze zelf vertellen hoe het volgens hen beter kan.’

Op de vraag: ‘hoe zouden bedrijven jou beter kunnen helpen met hun vacature?’ kwam de volgende top-3 aan antwoorden:

  1. het verloop van het sollicitatieproces concreet maken.
  2. uitgebreidere informatie in een vacature.
  3. duidelijker onderscheid met soortgelijke vacatures.

 

En waarom solliciteren ze dan niet?

En op de vraag waarom (potentiële) kandidaten besluiten niet te solliciteren op een bepaalde vacature kwam de volgende top-5:

  1. De functie-eisen lijken te hoog gegrepen
  2. De reisafstand is te ver
  3. Het is moeilijk om me een beeld te vormen van de baan
  4. Het salaris is mij te laag
  5. De vacature(tekst) is saai

Enkele adviezen

De kandidaten hadden ook enkele adviezen voor werkgevers in petto. Zoals:

‘’Duidelijk maken wat er nu echt verwacht wordt van de sollicitant en beter in de kijker zetten hoe het bedrijf eruitziet, wat de cultuur is, wat voor medewerkers er werken, etc. En geen ellenlange lijst met vragen of vragen voor een motivatiebrief waar 9 van de 10 keer toch niet naar gekeken wordt.’’

Of:

‘’Verval niet in standaardkreten als ‘je hebt geen 9-tot-5-mentaliteit’ of ‘ons bedrijf heeft een gezellige sfeer met ruimte voor eigen initiatief’. Maak het concreet. Een baan is meer dan een maandelijkse overboeking, het moet vanaf minuut 1 inspireren om het beste in jezelf naar boven te halen.’’

minder geleuter in vacatures graagDe overige statistieken en adviezen zijn terug te lezen in een rapport met daarin alle enquêteresultaten.

Lees ook:

7 noodsprongen die werkgevers nu maken om mensen te werven

‘Alle registers gaan open’, zo vat werkgeversvereniging AWVN de enquête samen die het hield onder iets meer dan 200 van haar eigen leden. Uit het onderzoek blijkt dat 4 op de 5 Nederlandse werkgevers (oftewel: 79 procent) last hebben van de krappe arbeidsmarkt. Vooral het tekort aan technici en ict’ers is verder toegenomen, zo blijkt als de resultaten van dit onderzoek worden vergeleken met een soortgelijke enquête uit 2008 – de laatste keer dat de arbeidsmarkt ook zeer krap was.

4 op de 5 Nederlandse werkgevers zeggen last te hebben van de krappe arbeidsmarkt

Verder blijkt uit die vergelijking dat de krapte ‘omhoogschuift’ qua opleidingsniveau. Was in 2008 het tekort aan mbo’ers het meest nijpend, nu is de schaarste aan hbo’ers het grootst. En de krapte in het segment ‘beneden-mbo’ is nu zelfs mínder nijpend dan tijdens de vorige grote arbeidsmarktkrapte (van 20 procent in 2008 naar 14 procent nu). Beide uitkomsten kun je zien als een teken dat opleidingseisen over het algemeen zwaarder worden.

Volop noodsprongen

De ondervraagde werkgevers geven toe tal van ‘noodsprongen’ te maken om maar voldoende medewerkers aan te trekken. Die noodsprongen zijn dan zowel materieel als immaterieel. Een kleine greep uit de inspanningen:

  • Meer ontwikkelingsmogelijkheden aanbieden (76%)
  • Hoger inschalen (68%)
  • Meer vaste contracten (63%)
  • Referralbonussen voor zittend personeel (62%)
  • Meer flexibel werken/thuiswerken (48%)
  • Uitbreiding vergoeding reis- en verhuiskosten (16%)
  • Een ‘entreebonus’ voor nieuwe medewerkers (”Golden Hello’, 12%)

Als werkgevers extra betalen, dan betekent dat gemiddeld 8,5 procent extra salaris voor de nieuwkomer. Dat kan komen doordat ze in een hogere schaal c.q. salarisgroep terechtkomen, doordat ze binnen de salarisgroep hoger worden ingeschaald, of dat ze zelfs boven het maximum van de schaal krijgen uitbetaald.

Referralbonussen blijken uiteen te lopen van enkele tientjes tot duizenden euro’s.

Referralbonussen blijken uiteen te lopen van enkele tientjes tot duizenden euro’s. Regelmatig wordt die bonus trouwens in tweeën betaald: eerst een deel bij het aanbrengen van een nieuwe collega, daarna nog een tweede deel als de nieuweling een bepaalde tijd goed functioneert.

Gaan de lonen stijgen?

AWVN ziet in de onderzoeksuitkomsten een bevestiging dat de krappe arbeidsmarkt de prijs van arbeid verhoogt en dat veel werknemers behalve een verhoging van het ‘gewone’ (cao-)loon ook incidenteel meer loon krijgen.

‘De onderzoeksuitkomsten bevestigen dat de krappe arbeidsmarkt de prijs van arbeid verhoogt’

Dit komt overeen met verwachtingen die De Nederlandsche Bank gisteren naar buiten bracht. Een tijdlang had de krapte namelijk nauwelijks effect op de lonen. Maar die tijd lijkt nu veranderd: eindelijk gaan ook de werkenden profiteren van de goed draaiende economie. Volgend jaar groeien de lonen met 3,7 procent, in 2021 zelfs met 3,8 procent, zo voorspelt DNB.

‘De vijver wordt niet groter’

De door AWVN ondervraagde bedrijven blijken overigens over het algemeen best tevreden over het resultaat van hun wervingsinspanningen. Maar ze beseffen tegelijkertijd ook dat het totale personeelstekort er niet mee wordt opgelost. Bovendien is vrijwel niemand gerust op de toekomst. In de toelichtingen op de antwoorden wordt duidelijk dat velen voorzien dat hun acties slechts tot tijdelijke positieve effecten leiden. ‘De vijver waarin we vissen wordt niet groter’, zo vat een respondent de overheersende gedachte samen.

‘Als je de juiste kanalen gebruikt en flexibel bent, kan iedereen aan werk komen of kandidaten vinden.’

Ook geven velen aan dat de maatregelen vaak slechts voor een gedeeltelijke oplossing van de personeelsproblemen zorgen. Zo zegt een aantal respondenten dat de productiecapaciteit van hun bedrijf tóch nog kleiner is dan men zou willen. Vooral over de toekomstige beschikbaarheid van technisch opgeleiden hebben de werkgevers zo hun zorgen. Al zijn er ook notoire optimisten onder de respondenten. Zoals één van het verzucht: ‘Als je de juiste kanalen gebruikt en flexibel bent, kan iedereen aan werk komen of kandidaten vinden.’

Meer weten?

Luister naar AWVN-beleidsadviseur Anne Wouters in een BNR-uitzending. 

Of lees ook:

Terugkerende Polen drijven schaarste op arbeidsmarkt nog verder op

In tijden van schaarste vestigen veel sectoren hun hoop op arbeidsmigranten. Maar de stroom Polen, Roemenen en andere Oost-Europeanen droogt de komende jaren op, zo voorspelt ABN Amro in een nieuw rapport. Vooral de landbouw, industrie, transport en de bouw moeten daardoor dringend op zoek naar nieuwe alternatieven.

Ze mogen politiek dan soms omstreden zijn, arbeidsmigranten hebben de afgelopen jaren voor heel wat verlichting gezorgd op de Nederlandse arbeidsmarkt. Veel Polen, Roemenen en Bulgaren wisten de weg naar Nederland te vinden om hier te komen werken in bijvoorbeeld de landbouw of de industrie.

In Oost-Europa groeit de economie heel hard. Bovendien krimpt de beroepsbevolking er ook nog eens fors.

Maar als de voortekenen niet bedriegen, is dat binnenkort verleden tijd, schrijft ABN Amro in het rapport ‘Oost west, thuis best‘. In Oost-Europa groeit de economie namelijk heel hard, aldus de bank. Bovendien krimpt de beroepsbevolking er ook nog eens fors. Dat zorgt dat de landen daar zelf ook te maken krijgen met een steeds groter tekort aan arbeid, plus stijgende lonen. De kans dat ze daarom nog naar Nederland komen om hier (slecht betaald) werk te vinden, neemt daardoor zienderogen af, denken de bankiers.

polen werkloosheid

Flinke groeispurt doorgemaakt

In de afgelopen jaren heeft Oost-Europa een economische groeispurt doorgemaakt. Tussen 2015 en 2018 groeide de regio jaarlijks met gemiddeld 4 procent. Polen stak daar met een groei maar liefst 5,1 procent in 2018 zelfs nog eens bovenuit. Dat leidt er overigens niet alleen toe dat steeds minder Polen trek hebben om hierheen te komen, de Polen (en andere Oost-Europeanen) die hier al zijn zullen ook steeds vaker naar huis terugkeren, zo verwacht ABN Amro.

Slecht nieuws voor veel sectoren

Het rapport betekent slecht nieuws voor de vele sectoren die nu al afhankelijk zijn van Oost-Europeanen. Denk aan de boeren in het Westland. ‘Zonder arbeidsmigranten kan het Westland over 20 jaar dicht’, zei bijvoorbeeld recent nog Piet Looije, eigenaar van een uitzendbureau dat vrijwel uitsluitend met Poolse arbeidskrachten werkt. Maar nu veel Oost-Europeanen thuis (bijna) net zoveel kunnen verdienen als ze een paar maanden per jaar in Nederland kunnen doen, en bovendien vaak in een min of meer vaste baan, zullen ze steeds minder geneigd zijn hiernaartoe te komen.

‘Zonder arbeidsmigranten kan het Westland over 20 jaar dicht’

Ook in de bouw, de industrie en de logistiek doemen nieuwe tekorten op, zo voorspelt ABN Amro. ‘Het arbeidstekort wordt er steeds nijpender. Automatisering en robotisering kunnen op den duur (praktijkgeschoolde) arbeid vervangen. Maar het is niet de verwachting dat dit de komende jaren al op grote schaal gaat gebeuren.’

boeren personeelstekort polen

Er zijn natuurlijk wel andere kortetermijnoplossingen denkbaar om het aanbod van arbeid te verhogen, schetsen de bankiers. Arbeidsmigranten uit andere regio’s aantrekken bijvoorbeeld, zoals uit Zuidoost-Azië. Ook de brexit kan mogelijk voor verlichting zorgen. Oost-Europeanen kunnen dan Groot-Brittannië gaan verlaten, en zich dan misschien in Nederland vestigen. Maar, zo voegen de auteurs van het rapport hieraan toe: ‘Er zijn nog geen officiële cijfers die op deze trend wijzen.’

Steeds minder arbeidskrachten uit Oost-Europa

Oost-Europeanen werken in Nederland vooral in de agrarische sector, de industrie, de logistieke sector en de bouw. In sommige sectoren is de afhankelijkheid erg groot. Zo maken de bijna 53.000 Oost-Europeanen in de transport en logistiek zo’n 13 procent uit van de hele werkgelegenheid in de sector. En door de groei van e-commerce neemt de vraag naar personeel hier naar verwachting alleen nog maar toe. Ook werken relatief veel Oost-Europeanen in de bouwsector, stelt ABN Amro, hoewel dit niet altijd in de officiële cijfers zichtbaar is.

Lees ook:

 

20 dagen: zoveel sneller werft een bureau dan een gemiddelde corporate

Waar een corporate organisatie aangeeft gemiddeld 62 dagen nodig te hebben om een kandidaat te werven, is dat bij een bureau ‘slechts’ 42 dagen. Toch denken corporates steeds minder bureaus voor hun werving te gaan gebruiken, zo blijkt uit nieuw onderzoek.

Het heeft iets tegenstrijdigs. Aan de ene kant roepen kandidaten om een steeds sneller sollicitatieproces, en blijken bureaus die snelheid ook meer te kunnen leveren dan corporates, zo blijkt uit het Recruitment Kengetallen Onderzoek 2019. Aan de andere kant zeggen corporates te verwachten dat ze dit jaar juist mínder van bureaus gebruik willen maken. En dat terwijl diezelfde bureaus wel denken dat in 2019 hun vacatures toenemen.

Ruim 6 miljard aan wervingskosten per jaar

Het Recruitment Kengetallen Onderzoek 2019, waar deze cijfers uitkomen, is eerder dit jaar uitgevoerd door Intelligence Group, in samenwerking met Compagnon, Werf& en de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie. Het onderzoek probeert de belangrijkste cijfers rondom recruitment in Nederland inzichtelijk te maken. Daaruit bleek bijvoorbeeld al eerder dat werving van een medewerker in Nederland gemiddeld zo’n 5.000 euro kost. Gerekend over een totaal van dit jaar 1,2 miljoen vacatures zou dat neerkomen op een bedrag van zo’n 6 miljard euro dat jaarlijks omgaat in werving en selectie. Dat is bijna evenveel als het totaalbedrag dat omgaat in detachering, om maar een voorbeeld te noemen.

Uit het onderzoek blijkt dat intermediairs een gemiddelde marge boeken van 23%

Een van de redenen dat corporates aangeven meer zelf te willen werven, kan overigens ook met die kosten te maken hebben. Uit het kengetallen-onderzoek blijkt namelijk dat werving- en selectiebureaus, detacheerders en uitzenders een gemiddelde marge boeken van 23%. Niet zo gek dus corporates daar scherp op zijn en zeggen te willen investeren in eigen middelen en in tools om het wervingsproces te verbeteren.

Bureaus zitten niet stil

Maar ook de bureaus zelf zitten bepaald niet stil, zo blijkt. Van alle bureaus geeft ongeveer een derde (32%) aan te investeren in recruitmentsystemen, 56% doet dat in sociale-media-tools en 43% in referral recruitment.

De uitzenders innoveren een stuk meer dan detacheerders en werving- en selectiebureaus

Wel zijn er opvallende verschillen te zien tussen de verschillende typen intermediairs. Zo zetten detacheerders meer in op referral recruitment; en investeren uitzenders juist meer in sociale-media-tools, tech en talentpools. Logisch, want ze moeten snel handelen op de vraag uit de markt. De uitzenders innoveren dus meer dan de detacheerders en werving- en selectiebureaus.

Ook meer arbeidsmarktdata verzameld

De werving van een kandidaat is bij een bureau dus gemiddeld 42 dagen en dat is bijna drie weken sneller dan die van corporates (62 dagen). Wat verder opvalt is dat bureaus ook veel gebruik maken van arbeidsmarktdata. Althans: 70 procent zegt zulke data wel te verzamelen. Maar als je vervolgens vraagt wie deze data ook gebrúíkt tijdens het recruitmentproces, blijft het een stuk stiller. Dan bekent slechts 46% deze arbeidsmarktdata ook daadwerkelijk in de praktijk in te zetten.

Van de uitzendbureaus zegt maar liefst 81% arbeidsmarktdata in het proces te gebruiken

Een kanttekening: onder uitzendbureaus is het gebruik van arbeidsmarktdata veel hoger. Daar zegt 81 procent zulke data te gebruiken in het proces. Dat blijkt ook een positieve invloed te hebben op de doorlooptijd. Bij bureaus die arbeidsmarktdata gebruiken, is de time to hire liefst 12 dagen korter, zo meldt het onderzoek. En de toegevoegde waarde van bureaus zit hem juist in de snelheid, aldus Gijs de Haas van Dorsser, Managing Director bij onderzoeker Intelligence Group.

De belangrijkste kengetallen op een rij

De belangrijkste kengetallen voor bureaurecruitment nog eens op een rij:

  • Een bureaurecruiter heeft op een willekeurig moment gemiddeld 9 vacatures in portefeuille.
  • De fulfillmentratio (het aandeel vervulde vacatures in 2018) is 57%.
  • De gemiddelde marge is 23%.
  • De gemiddelde time to hire is: 42 kalenderdagen

Deze getallen zijn de gemiddelden van de 72 bureaus die hebben meegedaan aan het Recruitment Kengetallen Onderzoek 2019.

jaarcongres bureaurecruitment bannerMeer weten?

Werf& organiseert op 18 juni voor het eerst het Jaarcongres Bureaurecruitment. Daar kun je je nog veel meer horen over alle trends waar je als bureaurecruiter mee te maken krijgt. Schrijf je dus nu in.

Lees ook: