Nederlandse lonen door het dak door krapte: Europees koploper met plus van ruim 6%

Waar andere grote Europese economieën, zoals Frankrijk en Duitsland, hun loongroei zagen vertragen tot gemiddeld respectievelijk 1,8% en 2,8%, laat Nederland volgens de Indeed Wage Tracker zien dat het een veerkrachtige en dynamische arbeidsmarkt heeft. Spanje en Ierland, de andere Europese landen met een sterke loongroei, sloten het jaar af op respectievelijk 5,0% en 4,3%, nog altijd ruim onder het Nederlandse niveau dus, waar de lonen gemiddeld met 6,1% stegen.

‘Nederland is een toonbeeld van hoe een krappe arbeidsmarkt lonen kan stimuleren.’

De onderzoekers schrijven de uitzonderlijke loonprestaties van Nederland onder meer toe aan de krappe arbeidsmarkt en sterke vraag naar (gekwalificeerd) personeel in sectoren zoals technologie, logistiek en zorg. Ook het economische klimaat in Nederland bood werkgevers ruimte om lonen te verhogen in de strijd om talent, stelt bijvoorbeeld Indeed-econoom Pawel Adrjan. ‘Nederland is een toonbeeld van hoe een krappe arbeidsmarkt lonen kan stimuleren. De vraag naar personeel, gecombineerd met de inflatiedruk en economische omstandigheden, hebben gezorgd voor een uitzonderlijk hoog groeipercentage.’

Verdere groei verwacht

Voor 2025 verwacht hij echter dat de loongroei zal afzwakken, naarmate de inflatie verder afneemt en de arbeidsmarkt enigszins stabiliseert. ‘Toch zal Nederland naar verwachting boven het Europese gemiddelde blijven presteren. Onze data wijzen op een aanhoudende, zij het gematigder, groei in de Nederlandse lonen.’ Dat leidt volgens hem ook tot een lichte stijging van de koopkracht in 2025. ‘Nederland heeft in 2024 opnieuw laten zien hoe een sterke arbeidsmarkt en een indrukwekkende loongroei van 6,1% kunnen bijdragen aan economisch herstel. Met de afnemende inflatiedruk verwachten we dat werknemers in 2025 eindelijk meer koopkracht zullen ervaren. Dit herstel zal echter geleidelijk zijn, omdat we nog steeds de effecten van eerdere inflatie moeten inhalen.’

‘Nederland heeft laten zien hoe een sterke arbeidsmarkt en loongroei kunnen bijdragen aan economisch herstel.’

Volgens de data van de Indeed Wage Tracker, die wordt samengesteld op basis van geadverteerde lonen in vacaturedata. piekte de Nederlandse loongroei vorig jaar in juni op 8,2%, om het jaar af te sluiten met een nog steeds indrukwekkende 6,1% in december. Nederland is daarmee dus koploper binnen de eurozone, waar de gemiddelde loongroei slechts 3,3% bedroeg, en in 2024 een vertraging in de loongroei zichtbaar was.

AWVN en CBS

Door naar vacatures te kijken komt Indeed uit op andere Nederlandse cijfers dan bijvoorbeeld werkgeversorganisatie AWVN, die naar loonakkoorden kijkt, en het CBS, dat kijkt naar wat er, ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder, aan lonen wordt uitbetaald. Maar de trends zijn wel hetzelfde: volgens AWVN stegen de Nederlandse lonen in december gemiddeld met 4% in nieuw afgesloten cao’s. Dat is de laagste maandelijkse verhoging in 2 jaar tijd. Over heel 2024 gemeten komt de werkgeversvereniging op een groei van gemiddeld 4,9%, wat ook volgens hen de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt weerspiegelt.

Het minst hard stegen de lonen in de overheid en overige industrie vorig jaar.

Het CBS concludeerde eind vorig jaar dat de lonen in 2024 met wel 6,6% zijn gestegen, de hoogste stijging in 40 jaar. Mensen in de bouw, de horeca en de sectoren voor cultuur en sport zagen in 2024 hun salarissen het hardst groeien. Het minst hard stegen de lonen in de overheid en overige industrie vorig jaar. Ondanks de groei in lonen, gaat er toch een steeds kleiner deel van de omzet van organisaties naar de factor arbeid. De hoge Nederlandse inflatie is daarom eerder een gevolg van hogere bedrijfswinsten en overheidsbeleid dan van stijgende lonen, concludeerden economen eerder.

Lees ook

Slechts 20% van de organisaties hanteert processen voor ‘eerlijke werving’

Het diversiteitsbeleid ligt – met name in Amerika – flink onder vuur. Terwijl de kersverse president Trump recent bij de centrale overheid alle werknemers van de zogeheten DEI-programma’s met betaald verlof stuurde, voegden grote bedrijven als Meta, McDonald’s en Amazon zich bij de groeiende groep organisaties die hun diversiteitsbeleid op de schop nemen. Zo stapte het moederbedrijf van Facebook af van werving via het zogenoemde Diverse slate-protocol, een aanpak die eerlijke werving wil garanderen door altijd een diverse pool van kandidaten mee te nemen bij openstaande vacatures, een soort uitbreiding van de Rooney-Rule.

Maar, geheel tegen de tijdgeest in, probeert vacaturesite Indeed het onderwerp diversiteit juist (opnieuw) hoog op de agenda te krijgen. Onder meer met onderzoek waaruit blijkt dat we nog lang niet zover zijn als we misschien zouden denken. Zo blijkt uit het onderzoek onder ruim 1.500 Nederlandse respondenten (1.304 werknemers, 100 senior managers en 102 HR-beslissers) dat slechts 20% aangeeft dat hun organisatie processen hanteert om eerlijke werving te waarborgen, maar dat een groot deel eenvoudige technieken om diversiteit te creëren nog nauwelijks benut.

‘Blinde’ sollicitatiebrieven en werven zonder cv: het gebeurt nog nauwelijks.

Van de ondervraagde HR-beslissers denkt een iets groter deel (28%) dat zijn organisatie aan eerlijke werving doet. Maar ook van hen zegt slechts 17% gender- of leeftijdsgebonden taal te verwijderen uit vacatureteksten, en hanteert maar 19% gestructureerde interviews met identieke vragen voor alle kandidaten. Andere effectieve maatregelen om bias tegen te gaan, zoals blinde sollicitatiebrieven (6%) en werven zonder cv (4%), worden door deze groep nog veel minder toegepast, zo blijkt uit het onderzoek. En meer dan de helft (51%) meldt dat hun organisatie helemaal géén maatregelen neemt tegen vooroordelen in het wervingsproces.

‘Nog flinke stappen nodig’

‘Eerlijke werving vormt een cruciaal onderdeel van inclusiviteit op de werkvloer, maar de praktijk laat zien dat veel bedrijven hierin nog flinke stappen kunnen zetten’, aldus Stan Snijders, Managing Director Benelux bij Indeed. ‘Met eenvoudige aanpassingen in het wervingsproces kunnen organisaties al een groot verschil maken.’ Dat blijkt ook vanuit aantrekkingskracht als werkgever hoognodig, stelt hij. Zo blijkt uit het onderzoek dat maar liefst 66% van alle respondenten het belangrijk vindt dat hun potentiële werkgever diversiteit en inclusie uitdraagt. Gen Z’ers hechten hier met 77% de meeste waarde aan.

Maar de praktijk is dus een andere, ziet Snijders. Sollicitatiebrieven zonder persoonlijke details als nationaliteit, geslacht en leeftijd of zelfs wervingsprocedures zonder cv? Het blijft volgens hem een zeldzaamheid. ‘Het is duidelijk dat verbeterde wervingsstrategieën bij veel organisaties nog in de kinderschoenen staan.’ Terwijl uit het Indeed-onderzoek blijkt dat amper 35% van de organisaties een concreet diversiteitsbeleid heeft, verwacht tegelijkertijd ‘talent steeds meer van werkgevers op dit vlak’, aldus Snijders.

En het is niet alleen een zaak van employer branding, benadrukt hij. ‘Er zijn voorlopers die hier al de vruchten van plukken. Uit ons onderzoek blijkt dat werkgevers met een doordacht diversiteitsbeleid en meer eerlijke werving een bredere talentpool aanboren en ook betere bedrijfsresultaten behalen.’

Meer weten?

Lees het hele onderzoek

Indeed Diversiteit

Lees ook

Salaris steeds vaker vermeld in vacatures, eigenlijk over alle opleidingsniveaus

Een vacature waarin het salaris vermeld wordt, kan een flink hogere conversie opleveren. Dat blijkt inmiddels ook door de arbeidsmarkt steeds begrepen te worden. Uit een nieuw whitepaper van Jobdigger met de gegevens over 2024, blijkt namelijk dat het aantal vacatureteksten met een salarisvermelding nog altijd flink in de lift zit. Waar in begin 2022 nog maar net rond de 35% van de vacatures iets over het salaris vermeldde, en eind dat jaar voor het eerst de kaap van 40% werd gerond, was dat eind vorig jaar gestegen tot bijna de helft – mogelijk ook als gevolg van de aanhoudende arbeidsmarktkrapte.

Daarmee steekt Nederland overigens ook gunstig af ten opzichte van de buurlanden. De 44,2% van de vacatures die hier in 2024 iets over het salaris vermeldde, is veel hoger dan in bijvoorbeeld Frankrijk (28,2%), Duitsland (12,2%) en België (9,1%).

De 44,2% van de vacatures die hier iets over het salaris vermeldde, is veel hoger dan in Frankrijk, Duitsland en België.

Nederland is daarmee overigens ook duidelijk op de goede weg, want op 7 juni 2026 wordt officieel de EU Pay Transparency Directive van kracht, die werkgevers verplicht veel opener te worden over hun salarisgebouw, teneinde ook onverklaarbare loonverschillen tegen te gaan. Officieel staat daar niets in over vacatureteksten, maar wel dat werkgevers ‘vóór een sollicitatiegesprek proactief de aanvangsschaal of het aanvangsniveau van de beloning moeten vermelden die bij de functie hoort’, en dat dit kan ‘bijvoorbeeld in de vacature of in de uitnodiging voor het sollicitatiegesprek.’

Over alle opleidingsniveaus

‘Heb je moeite met het aantrekken van kandidaten en vermeld je nog geen salaris in je vacatureteksten? Dan is het wellicht tijd om dat wél te gaan doen’, stellen de Jobdigger-onderzoekers. Het aantal vacatures waarin iets over het salaris vermeld wordt, is eigenlijk bij alle opleidingsgroepen aan het groeien. Alleen bij vacatures die minimaal een vmbo-diploma vragen, blijft deze vermelding achter. Opvallend genoeg wordt het salaris of een indicatie daarvan wel weer het meest vermeld bij beroepen waarvoor minimaal een mbo-diploma nodig is.

Enkele andere opvallende bevindingen uit het onderzoek:

  • Woensdag 15 mei 2024 was de dag dat de meeste vacatures online kwamen.
  • Woensdag is sowieso de populairste dag om vacatures te plaatsen; vrijdag de minst populaire.
  • In 2024 verschenen er zo’n 4,2 miljoen (unieke) vacatures online; 60.000 minder dan in 2023, en 140.000 minder dan een jaar eerder.
  • Gemiddeld stond een vacature 3,3 weken (23 dagen) online. Op jobboards was dat gemiddeld 2,1 weken, op werkenbij-sites 5,4 weken, en op sites van bemiddelaars gemiddeld 4,1 week.
  • Bij vmbo-functies waren de vrachtwagenchauffeur, magazijnmedewerker en orderpicker de favoriete vacatures, bij wo-functies waren het de vacatures voor een GZ-psycholoog, ANIOS, en psychiater, voor de tandarts en de jurist.
  • In bijna driekwart van de vacatures (74,7%) is sprake van het aanbod van een vast contract. In de techniek is dit percentage het hoogst (86%), in het onderwijs gaat het om zo’n 53% van de vacatures.
  • Het aantal vacatures daalde vorig jaar het hardst in Limburg (-8,1%). In Friesland en Zeeland bleef de krapte vrijwel gelijk. Opvallend: het aantal vacatures met standplaats Den Helder steeg vorig jaar met maar liefst 21,5%.
  • Eminent Groep, YoungCapital en Randstad waren de bemiddelaars met de meeste vacatures, Kruidvat, Politie en PostNL voeren de lijst aan bij de directe werkgevers.

Meer weten?

Download het hele onderzoek:

2024 in beeld

Lees ook

Het salaris in een vacature benoemen? Dat kan tot wel 285% (!) méér conversie opleveren

Zoek je iemand in de zorg of in het onderwijs? Vergeet dan vooral niet een indicatie van het salaris in de vacature te benoemen. Volgens nieuw onderzoek van werkzoeken.nl zijn dat namelijk de beroepsgroepen waar het verschil in conversie het grootst is voor vacatures die wél en niet zo’n salaris vermelden. In het onderwijs is het verschil in conversie zelfs wel 285% (!), waar in de zorg het verschil zo’n 83% is. Het gemiddelde over alle functiecategorieën gemeten is ruim 25%.

In de beveiliging blijkt de respons juist lager zodra er een salaris in de vacature staat.

Opvallend genoeg zijn er echter ook functies en beroepsgroepen waarbij het juist beter lijkt om het salaris wat vaag te laten. Tenminste, als je sollicitanten wilt krijgen. Bijvoorbeeld in de beveiliging, maar ook in de detailhandel, de horeca en de agrarische sector blijkt de conversie juist (behoorlijk) te dalen zodra er in de vacature een (indicatie van het) salaris is opgenomen. Wat natuurlijk ook te maken kan hebben met de gemiddeld lagere salarissen in deze sectoren: zodra hier eerlijk over wordt gecommuniceerd, zullen waarschijnlijk minder mensen een reactie geven.

Functiecategorieën

verschil conversie-ratio bij wel / niet benoemen salaris

beter of niet?

Onderwijs

285,27%

beter

Zorg

83,23%

beter

Schoonmaak

37,62%

beter

Overheid

28,40%

beter

Logistiek

25,67%

beter

Klantenservice

25,62%

beter

HR

24,15%

beter

Finance

20,79%

beter

Juridisch

20,66%

beter

Marketing en Sales

20,54%

beter

Wonen

19,55%

beter

Facilitair

18,13%

beter

Bouw

16,94%

beter

Administratief

12,72%

beter

Management

9,77%

beter

Techniek

9,19%

beter

ICT

8,70%

beter

Transport

7,77%

beter

Media en Communicatie

3,91%

beter

Productie

2,80%

beter

Sport en Recreatie

1,21%

beter

Engineering

-5,34%

niet beter

Agrarisch en Milieu

-6,00%

niet beter

Horeca

-15,82%

niet beter

Detailhandel

-28,25%

niet beter

Beveiliging

-44,73%

niet beter

Grand Total

25,72%

benoemen is beter

Sterke correlatie

De cijfers zijn objectief gezien niet causaal, aldus de onderzoekers van werkzoeken.nl. ‘Maar wat we wel zien is een zeer sterke correlatie, die sterk doet vermoeden dat het benoemen van een salaris zorgt voor een gemiddeld hogere conversie-ratio.’ Ze baseren de gegevens op een selectie van zo’n 400.000 vacatures, waarbij de conversie gemeten is tussen oktober en november vorig jaar. De conversie-ratio is gebaseerd op het aantal sollicitaties gedeeld door het aantal klikken op de vacature, bij vacatures zowel met als zonder salarisvermelding.

Lees ook

Doet de ‘groene kraag’ werkzoekenden de das om (of helpt het juist)?

De bekende recruiter Jesse Geul is er geen fan van. Hij trekt de vergelijking met daten. ‘Hoe duidelijker je maakt dat je zoekt naar een relatie, hoe lastiger het kan zijn om daadwerkelijk een liefdespartner te vinden.’ Ook anderen wijzen op dit effect: ‘de groene rand werkt tegen je en daarmee bereik je eigenlijk het tegengestelde van wat je zou willen; het snel vinden van een andere baan.’ En Nolan Church, een voormalig recruiter van Google, noemde de groene kraag van LinkedIn al eens een rode vlag voor werkgevers en recruiters, omdat het ‘nogal desperate overkomt’.

Is de groene kraag eigenlijk een rode vlag voor recruiters?

Het zijn anekdotische opmerkingen, want uit de meest recente editie van het Stand van Werven-onderzoek, waaraan meer dan 300 Nederlandse wervingsprofessionals meededen, blijkt juist eerder een positieve (37%) dan een negatieve (14%) attitude ten aanzien van het actief laten weten dat je als kandidaat op zoek bent naar iets nieuws. De grootste groep, bijna de helft van de respondenten (48%), zegt echter dat het voor hen geen verschil maakt: ze zullen kandidaten er naar eigen zeggen niet beter of juist minder om beoordelen.

Jezelf (wanhopig?) etaleren

Dit sluit overigens ook aan bij (sporadisch) onderzoek uit het buitenland, dat vrijwel nergens een duidelijk effect laat zien. Toch geven de positieve recruiters aan dat werkzoekenden hiermee direct benaderbaar zijn, waardoor ze ook sneller geïnteresseerde reacties terugkrijgen en de kans op een hire groter is. Aan de andere kant ervaren sommigen de banner toch als wat wanhopig. Als je een goede kandidaat bent, hoef je jezelf niet te ‘etaleren’ aan werkgevers, zo stellen zij over het algemeen. Althans: niet door zo’n groene kraag, maar liever door je overige credentials; je opleiding, ervaring en vaardigheden. Als je dan een ‘#Opentowork’-banner hebt, wordt er eerder getwijfeld aan die kwaliteiten.

Waar de corporate recruiters eerder negatief tegenover de groene kraag staan, blijken bureaus een stuk positiever.

Er valt in de Stand van Werven op dit gebied trouwens ook een interessant verschil op tussen bureaus en corporates. Waar de corporate recruiters eerder wat negatief tegenover de duidelijk zichtbare werkzoekenden staan, blijken bureaus hier toch een stuk positiever tegenover te staan. Dit ligt in lijn met de focus op snelheid en efficiëntie die bureaus doorgaans hoog in het vaandel hebben staan, en zij zien de ‘groene kraag’ dan ook waarschijnlijk eerder als een indicatie van een kandidaat om aan hun database toe te kunnen voegen. 

Op LinkedIn kun je gebruik maken van de groene ‘open to work’-banner. Wat is je eerste indruk als je dat ziet? Totaal  Bureau
Corporate
Positief  37%  56%  30% 
Negatief  14%  8%  16% 
Het heeft geen invloed op mijn eerste indruk  48%  36%  55% 

Meer weten?

Download het hele onderzoek:

Stand van Werven 2025

Of bekijk een recent webinar voor nog meer resultaten van de Stand van Werven 2025:

Lees ook

Probeer niet de beste van de beste te zoeken (maar vertrouw liever eerst op de experts)

Om de meest passende mensen te selecteren, gebruiken organisaties vaak een proces met meerdere stappen die de initiële groep kandidaten uitdunnen tot een groep ‘finalisten’, waarbij ze vervolgens ‘de beste van de beste’ uit deze groep selecteren. Maar zo’n aanpak hoeft helemaal niet de beste te zijn. Sterker nog: het kan een verspilling van tijd en middelen zijn, en de experts die proberen de winnaar uit de finalisten te kiezen, lopen dikke kans mis te tasten, stellen Monika Kackovic, onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam en haar Rotterdamse collega Dirk Deichmann in een recent artikel voor Harvard Business Review.

Met een acceptatiepercentage van minder dan 2% trekt de Rijksakademie jaarlijks meer dan 1.600 kandidaten.’

De twee baseren die stelling onder meer op hoe de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam probeert artistiek talent te identificeren en ontwikkelen, wat in het verleden onder meer leidde tot de keuze van kunstenaars (in spe) als Piet Mondriaan. Het is een héél select gezelschap dat wordt toegelaten, betogen de onderzoekers. ‘Met een acceptatiepercentage van minder dan 2% trekt de Rijksakademie momenteel jaarlijks meer dan 1.600 Nederlandse en internationale kandidaten die strijden om een ​​beperkt aantal plaatsen in het tweejarige programma.’

Hoe de opleiding daarbij de ‘beste van de beste’ selecteert? Dat gebeurt al tientallen jaren via een panel van toonaangevende kunstenaars. ‘Deze juryleden werken in 3 fasen’, leggen ze uit. ‘Eerst zeven ze afbeeldingen van het werk van alle kandidaten door en komen ze overeen tot een shortlist van ongeveer 60 kandidaten. Vervolgens nodigen ze deze finalisten uit voor 2 interviewrondes. Vervolgens maken ze de definitieve selectie van ongeveer 25 personen die uiteindelijk worden toegelaten.’

Dat kan beter

Klinkt als een logische en bekende keuze? Toch kan het beter, stellen beide onderzoekers. Dat baseren ze onder meer op studies uit 2022 en 2025 waaraan ze deelnamen. Zo keek het onderzoek uit 2022 naar meer dan een decennium aan uitgebreide gegevens van geaccepteerde en afgewezen kandidaten te analyseren. Het richtte zich op álle kandidaten voor de Rijksakademie en mat hun daaropvolgende succes door gebruik te maken van longitudinale prestatie-inzichten van Artfacts – een wereldwijde directory die de reputaties van kunstenaars rangschikt – en verkoopgegevens van veilingen.

‘De op de eerste screening volgende intensieve rondes bleken niet effectiever dan een loterij.’

‘Dit liet zien dat de eerste of oppervlakkige screeningsronde succesvol de meest veelbelovende kandidaten identificeerde, terwijl de daaropvolgende intensieve rondes niet effectiever bleken dan een loterij. Dat suggereert dat juryleden bij hun eerste ronde geweldig werk leverden door de besten van de rest te scheiden: de meesten die een afwijzing ontvingen, kregen nooit veel succes in de kunstwereld, althans volgens de kunstenaarsgids of veilingen. Daarentegen had de meerderheid van degenen die wél een uitnodiging kreeg voor een interview een succesvolle artistieke carrière, ongeacht of ze een plek in het programma kregen aangeboden.’

Goed én slecht nieuws

Voor alle selecteurs betekent dit zowel goed als slecht nieuws, stellen de onderzoekers. ‘Het goede nieuws is dat ervaren professionals talent kunnen identificeren: de juryleden vonden het niet moeilijk om de veelheid aan kandidaten te sorteren en een paar finalisten te selecteren, en ze waren in staat om deze beslissingen te nemen zonder duidelijke criteria van wat ‘de beste van de beste’ betekende.’ Maar het slechte nieuws? ‘De tijdrovende interviewrondes die volgden, bleken weinig waarde toe te voegen: de artiesten die een aanbod kregen en het programma volgden, waren gemiddeld niet succesvoller dan de finalisten die dat niet deden.’

Het is een conclusie die lijkt aan te sluiten bij andere studies, zoals bekend onderzoek uit 1979, dat liet zien dat studenten die zónder motivatiegesprek tot een medische studie werden toegelaten (minstens) net zo goed presteerden als degenen die wél zo’n gesprek met goed resultaat afrondden. ‘Een dobbelsteen had hetzelfde resultaat opgeleverd als een motivatiegesprek’, concludeerden de onderzoekers toen. Maar hoe komt dit? ‘Wij denken dat het mislukken van de interviewrondes met name de angst van de juryleden weerspiegelt om definitieve keuzes te maken’, aldus Deichmann en Kackovic.

De schijn van grondigheid

Gedetailleerde selectieprocessen, zoals interviews, lijken besluitvormers een gevoel van controle te geven in onzekere situaties’, stellen ze. ‘Als een definitieve beslissing moet worden genomen, willen mensen voorkomen dat ze de verkeerde keuzes maken. Dan nemen ze vaak hun toevlucht tot uitgebreidere procedures om de schijn van grondigheid te wekken en vertrouwen in hun beslissingen te verzekeren – zelfs als deze niet per se tot betere resultaten leiden.’

‘Toen het op de uiteindelijke beslissing aankwam, neigden velen naar veiligere, minder nieuwe opties.’

Dat bleek ook uit de nieuwe studie die in januari 2025 het licht zag. Hier selecteerden in de eerste ronde 139 professoren, PhD’s en masterstudenten in creativiteit en innovatiemanagement aanvankelijk relatief makkelijk creatieve of nieuwe output, ‘terwijl ze, toen het op de uiteindelijke beslissing aankwam, meer druk voelden om ‘slechte’ keuzes te vermijden en naar veiligere, minder nieuwe opties neigden’, concludeerden de onderzoekers

Eerste of finale selectie?

Eén experiment omvatte bijvoorbeeld 6 artikelen die in hetzelfde jaar werden gepubliceerd, elk een ander niveau van nieuwigheid vertegenwoordigend, dat de onderzoekers maten door te analyseren hoe vaak nieuwe woorden en concepten in de samenvattingen van het artikel voorkwamen in vergelijking met ander gepubliceerd werk. De 139 experts die werden uitgezocht om deze artikelen te evalueren, werden vervolgens willekeurig toegewezen aan een eerste- of een laatste-selectiegroep.

‘Hoewel beide groepen dezelfde artikelen overwogen, kregen degenen in de eerste-selectiegroep te horen dat zij niet de uiteindelijke beslissers waren en dat anderen de artikelen ook nog zouden evalueren. Degenen in de groep met de uiteindelijke selectie kregen echter te horen dat zij de uitkomst zouden bepalen, dat zij de enigen waren die de beslissingen namen en dat dit een grote eer en verantwoordelijkheid was. Dit resulteerde in een opvallend verschil in hun keuzes. De eerste groep selecteerde de meest nieuwe artikelen, terwijl de groep met de uiteindelijke selectie koos voor de meer conventionele artikelen’, aldus Deichmann.

Een risicomijdende mindset

In het tweede deel van studie werkten onderzoekers samen met een wereldwijd productiebedrijf, en veranderde de taak in het beoordelen van ideeën op een bedrijfsplatform.Hier deed zich dezelfde dynamiek voor: experts die de vraag kregen om definitieve beslissingen te nemen, hadden het moeilijker om nieuwigheden te selecteren. Onze verklaring hiervoor is dat experts in de rol van uiteindelijke beslisser een zwaardere verantwoordelijkheid voelen en daardoor een meer risicomijdende mindset ontwikkelen. Dit leidt ertoe dat ze de voorkeur geven aan veiligere, vaak minder nieuwe keuzes en ideeën.’

‘In de eerste fase moet je vakjes aanvinken, maar juist op experts vertrouwen.’

Volgens beide onderzoekers kun je daarom beter niet denken in termen van ‘vakjes om aan te vinken’, maar in de eerste fase juist eerder vertrouwen op het oordeel van ‘mensen met expertise in een domein, die zijn uitgerust om dergelijk talent te spotten.’ En probeer daarbij vooral niet de beste van de beste te kiezen, stellen ze. ‘De experts waren verrassend goed in talent spotten, en als u weet voor welke functie u iemand zoekt, bent u dat waarschijnlijk ook. Voor de uiteindelijke keuze kan het echter nuttiger zijn om na te denken over bijvoorbeeld diversiteit of cultural fit dan te geloven dat je de groep kunt uitdunnen tot de besten van de besten.’

Geef ze een creatieve taak

Je kunt in een tweede fase bijvoorbeeld ook beter finalisten een creatieve taak geven, eventueel samen met andere finalisten, dan ze onderwerpen aan een reeks sollicitatiegesprekken, stellen ze. En ook een les: betrek de eventuele experts juist vroeg in het proces, in plaats van achteraan, om te kiezen uit de laatst overgebleven finalisten. ‘Ons onderzoek suggereert dat je hen beter kunt gebruiken om een eerste screening te doen en een ander team de uiteindelijke beslissing te laten nemen. In feite hoeven de leden van die commissie helemaal geen experts te zijn en kan ze hun beslissingen zelfs baseren op criteria zoals diversiteit.’

De selectie van de Rijksakademie is zo competitief dat finalist zijn al een eer is die je graag op je cv vermeldt.’

En wat ze ook adviseren: probeer van het selectieproces al een feestje te maken, en hierbij een community te creëren. ‘Het selectieproces van de Rijksakademie is bijvoorbeeld al zo competitief dat finalist zijn een eer is die kunstenaars graag op hun cv vermelden – ook als ze uiteindelijk niet zijn uitgekozen. Dit suggereert dat het proces zelf waarde creëert voor kunstenaars.’ Daar kunnen ook andere organisaties hun voordeel mee doen, zeggen ze. ‘Het creëren van netwerkevenementen, forums of professionele ontwikkelingsmogelijkheden kan zo je reputatie als facilitator van talent, samenwerking en groei versterken.’

Lees ook

‘Overheid moet nu echt praktische beroepen meer gaan stimuleren’

Jongeren die kiezen voor praktische beroepen? Ze worden steeds schaarser. En ondanks enkele goede intenties van het vorige kabinet, lijkt het probleem bij het huidige kabinet nauwelijks op de radar te staan – druk als ze zijn met zichzelf, asielzoekers en demonstranten. Of je moet de enorme bezuinigingen op de universiteiten zien als een zet om praktische beroepen meer onder de aandacht te brengen. Maar ondertussen daalt het aantal mbo-studenten gewoon door. ‘Alarmerende cijfers’, noemde MBO-raad-voorzitter Adnan Tekin het recent nog.

‘We moeten nu in actie komen om te voorkomen dat de boel vastloopt.’

‘De daling in studentenaantallen gaat sneller dan verwacht, ondanks de positieve aandacht voor het mbo in de samenleving’, zei hij. ‘Mbo’ers spelen een cruciale rol in onze vitale sectoren. We moeten nu in actie komen om te voorkomen dat de boel vastloopt.’ Uit de cijfers blijkt dat vooral het bol-onderwijs (beroepsopleidende leerweg) geraakt wordt. Het aantal bol-studenten bedraagt nu 329.500, wat stabiel is gebleven ten opzichte van 2023. De verwachtingen gingen echter uit van 340.000 studenten. Daarmee telt het mbo ruim 10.000 studenten minder dan geraamd.

Onder de prognoses

Ook het aantal studenten in de zogenoemde bbl-opleidingen (beroepsbegeleidende leerweg) daalde. In vergelijking met 2023 nam dit aantal af met 1,5%, van 139.900 naar 137.850 studenten. ‘Beide trends zijn enorm zorgwekkend’, aldus Tekin. ‘Met deze getallen zitten we onder de prognoses, wat grote gevolgen zal hebben voor onze economie. Die leunt op goed opgeleide vakmensen. Zonder hen komt de basis van onze samenleving onder druk te staan.’

Volgens 36% ontmoedigt de overheid jongeren nu om een praktisch beroep te kiezen.

De noodkreet vanuit het mbo wordt inmiddels ook in de samenleving goed herkend. Tweederde van de Nederlanders vindt dat de overheid meer actie moet ondernemen om het tekort aan vakmensen aan te pakken en jongeren te stimuleren om te kiezen voor een praktisch beroep, bleek recent uit onderzoek van Werkspot.nl. Volgens hun gegevens is 36% van mening dat jongeren door de overheid nu actief worden ontmoedigd om een praktisch beroep te overwegen. Ook scholen ontmoedigen volgens velen een praktische loopbaan: 41% geeft aan dat onderwijsinstellingen deze keuze niet stimuleren.

Ouders wél positief

Volgens het onderzoek blijkt bij ouders inmiddels wel een veranderende houding merkbaar. Waar ze eerst hun kinderen vooral aanmoedigden een theoretische opleiding te volgen, liefst zo hoog mogelijk, blijkt uit de Werkspot-gegevens dat bijna de helft (45%) van de ouders hun dochter zou ondersteunen bij de keuze voor een carrière als vakvrouw. Een iets groter deel (48%) zou zelfs hetzelfde doen bij hun zoon. Niet zo vreemd: meer dan 1 op de 3 respondenten (38%) gaf aan zelf al wel eens moeite te hebben gehad om een vakman te vinden als ze er een nodig hadden.

Het tekort aan vakmensen groeit maar door. Een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking vindt inmiddels dat de overheid veel meer moet doen om het gebrek bij de praktische beroepen op te lossen. Maar waar te beginnen?

Het tekort heeft niet alleen invloed op huiseigenaren die hun woning willen repareren, renoveren of uitbreiden, maar ook op de bouwsector als geheel. Volgens recente cijfers kampt Nederland momenteel met een tekort van meer dan 60.000 werknemers om aan de vraag naar nieuwe woningen te voldoen. ‘Ondanks de vele voordelen van een carrière in de ambachtelijke sector – zoals de mogelijkheid om tijdens het werk te leren, een constante stroom aan opdrachten en een goed salaris – blijft het een ondergewaardeerde keuze’, aldus Coen Böhre (Werkspot).

‘Zonder ingrijpen zal het tekort aan vakmensen een uitdaging blijven en vooruitgang vertragen.’

Het gebrek aan vakmensen veroorzaakt momenteel al grote problemen in Nederland, ziet hij. En dat volgens hem zal alleen maar verergeren als de overheid niet ingrijpt. ‘Het is cruciaal dat de overheid samenwerkt met scholen en onderwijsinstellingen om een praktisch beroep voor te stellen als carrièremogelijkheid voor de duizenden jongeren die bijna klaar zijn met hun studie. Zonder ingrijpen zal het tekort aan vakmensen een uitdaging blijven en vooruitgang vertragen.’

Volgens MBO Raad-voorzitter Tekin is een gezamenlijke aanpak noodzakelijk. ‘De overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven moeten samenwerken om het mbo aantrekkelijker te maken. Dat betekent investeren in goede begeleiding, flexibele leerroutes en de waardering van vakmanschap. Ook zijn structurele investeringen in ons onderwijs essentieel. De huidige bezuinigingen op het Stagefonds Zorg, de doorstroomregeling en het schrappen van de RIF-gelden zijn daarom onbegrijpelijk.’

Lees ook

Fake in recruitment in opkomst, maar waarom houdt dit recruiters nauwelijks bezig?

‘Het is heel frustrerend’, kopte De Telegraaf recent nog. Reageren op een vacature zou volgens recruiters momenteel vaak veel té makkelijk zijn, zo tekende de ‘krant van wakker Nederland’ op. Ze hebben hun handen vol aan spooksollicitanten – mensen die reageren zonder echte interesse – en niet-gemotiveerde kandidaten. Recruiters United-voorzitter Arjan Elbers wees in het stuk bijvoorbeeld op het probleem van ghosting, waarbij kandidaten plotseling stoppen met communiceren, mogelijk omdat ze op meerdere plekken tegelijk hebben gesolliciteerd – al dan niet geholpen door A.I.

‘Recruiters hebben hun handen vol aan spooksollicitanten en niet-gemotiveerde kandidaten.’

Ook good old Johnny Campbell organiseerde er recent een heel virtueel event omheen, onder de noemer: candidate cheating, powered by A.I. Voor kandidaten wordt het dankzij A.I. steeds makkelijker om recruitende werkgevers voor de gek te houden, schetste de Social Talent-CEO daarbij. Maar hoe moeten recruiters daarop reageren? Met paneldiscussies probeerde hij er een antwoord op te vinden. Want de groei van A.I. tegenhouden, dat wil eigenlijk niemand. Maar de stortvloed aan kandidaten die eruit voortkomt, dat blijkt toch een groeiend probleem te zijn.

Van diplomafraude tot valse cv’s

Dat blijkt ook in Nederland voor herkenning te zorgen. Uit het meest recente Stand van Werven-onderzoek, waaraan meer dan 300 respondenten meededen, blijkt dat recruiters op heel wat manieren fraude in het recruitmentproces tegenkomen. Ghosting van kandidaten wordt daarbij het meest genoemd (door 37%), gevolgd door bijvoorbeeld nepsollicitaties (29%), valse cv’s (22%), diplomafraude (13%) en valse referenties (11%).

Hoe zag jij in 2024 fraude in het wervingsproces?
Ghosting 37%
Nepsollicitaties 29%
Geen fraude ervaren 27%
Nep/valse cv’s 22%
Misbruik van de bedrijfsnaam/naam recruiters in benaderen mensen 16%
Diplomafraude 13%
Valse referenties 11%
Wervingsfraude (valse vacatures/betalingen) 9%
Fraude bij online assessments 4%
Identiteitsfraude 2%

‘Deze vormen van fraude benadrukken de noodzaak van een strengere screening en verificatie van sollicitanten. Ze kunnen wijzen op een toename van opportunistische kandidaten of zelfs georganiseerde pogingen tot misleiding’, concluderen de onderzoekers van de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie. ‘Het blijft op deze manier een uitdaging om betrouwbaarheid in het proces te waarborgen.’

Weinig prioriteit

Aan de ene kant herkennen veel recruiters dus de opkomst van fraude bij kandidaten (slechts 27% zegt er níet mee te maken te hebben). Maar opvallend in het onderzoek (waarvan volgende maand alle resultaten naar buiten komen) is dat dit niet meteen leidt tot veel actie: met slechts 3% staat het voorkomen van scamming/fraude helemaal onderaan de lijst van 15 mogelijke operationele prioriteiten van recruiters dit jaar. Het voorkomen van ‘niet komen opdagen’ staat met 10% hoger op de lijst van strategische prioriteiten, maar ook dit blijkt dus niet echt iets waar veel recruiters van wakker liggen.

Met slechts 3% staat fraude voorkomen helemaal onderaan de lijst van 15 mogelijke operationele prioriteiten van recruiters dit jaar.

‘Een opmerkelijke paradox’, noemde onderzoeker Sabine Dobbe-Veldkamp dat in een recent webinar waarin ze de eerste resultaten besprak. Opvallend is dat op dit punt er ook nauwelijks verschil is tussen bureaus aan de ene en corporates aan de andere kant. Voor beide type recruiters is het voorkomen van fraude ongeveer een even lage prioriteit. Voor het ‘niet komen opdagen’ is het verschil overigens wel groot: waar 16% van de bureaurecruiters verwacht dat dit hen dit jaar zal bezighouden, is dit voor de corporate recruiters slechts 9%. Al zullen dat er volgens De Telegraaf misschien in de praktijk nog wel eens meer kunnen zijn…

Bekijk het webinar voor nog meer resultaten van de Stand van Werven 2025:

Lees ook

Nederlandse bedrijven blijven – ondanks alles – optimistisch over de arbeidsmarkt

Alom hoor je geluiden over economische tegenwind die eraan zit te komen, en dat bedrijven daardoor stevig op de rem trappen als het om hun recruitment-inspanningen gaat. Maar daarvan is nog geen sprake als je het recente Manpower-onderzoek bekijkt onder 525 Nederlandse bedrijven. Daarin blijven werkgevers in elk geval behoorlijk optimistisch: waar slechts 13% voor dit jaar een afname van de wervingen verwacht, is 42% van plan méér mensen aan te gaan nemen. Vooral in de consumentengoederen- en dienstensector en in de transport en logistiek verwachten werkgevers dit kwartaal nieuwe medewerkers te werven.

Eigenlijk de enige sector waar meer bedrijven een daling van hun werving verwachten dan een stijging is de energiesector. Dit is mogelijk te verklaren uit de trage voortgang van de energietransitie, sinds het aantreden van het kabinet-Schoof. Wel valt in het onderzoek ook op dat de vraag naar duurzaamheids- en milieuvaardigheden aan een sterke opmars bezig is.

‘De arbeidsmarkt blijft krap, waardoor werknemers met de juiste vaardigheden vinden en behouden een uitdaging blijft.’

Ook is te zien dat de werkgelegenheidsverwachting duidelijke regionale verschillen vertoont. Zo heeft de Randstad nog altijd de hoogste werkgelegenheidsverwachting, gevolgd door de regio’s Oost en Zuid, terwijl Noord-Nederland traditiegetrouw de laagste wervingsverwachting heeft. Uit de cijfers blijkt volgens de onderzoekers dat werkgevers zich momenteel aanpassen aan de economische onzekerheid en dat er tekenen zijn van stabilisatie op de arbeidsmarkt. ‘De arbeidsmarkt blijft wel krap, waardoor het vinden en behouden van werknemers met de juiste vaardigheden ook een uitdaging blijft.’

Wereldwijd ook gunstige uitzondering

Het optimisme onder Nederlandse werkgevers is ook wereldwijd opvallend. We scoren er namelijk mee in de bovenste regionen. In India is het verschil tussen werkgevers die een stijging en die een daling verwachten het grootst (+40%), gevolgd door de VS (+34%), maar Nederland scoort bij de beste 7 landen ter wereld, ergens tussen China en Zwitserland in. Hekkensluiter is overigens het door de extreemrechtse Milei geleide Argentinië, waar als enige van de onderzochte landen de werkgevers eerder een daling dan een stijging van de werving verwachten.

De politieke en economische stemming mag dan niet al te vrolijk zijn; de Nederlandse werkgevers blijven optimistisch. Uit nieuw onderzoek blijkt bijna 85% dit jaar zeker niet minder te willen werven. Daarmee scoren we wereldwijd bij de beste 7 landen.

Wel valt op dat de werkgelegenheidsverwachtingen hier ten opzichte van vorig jaar iets harder dalen dan het wereldwijde gemiddelde. Dat kan overigens mogelijk ook worden verklaard uit de krapte; waar de vraag naar ‘overige vaardigheden’ sterk afneemt (-13%), is een groei te zien in werkgevers die moeite hebben om werknemers met de juiste vaardigheden te vinden, vooral binnen operaties/logistiek (+5%) productie/fabricage (+4%) en technische vaardigheden (+3%).

Ook in IT nog volop optimisme

Dit is ook te zien in de vraag naar IT’ers. Hoewel de vraag naar IT-talent in Nederland over de hele linie is afgenomen, geeft nog altijd 17% van de bedrijven aan moeite te hebben met het invullen van vacatures. Uit de tegelijk verschenen Experis TECH Talent Outlook 2025 blijkt bijvoorbeeld dat 57% van de IT-bedrijven verwacht in het eerste kwartaal van 2025 nieuw personeel aan te nemen, tegen slechts 14% die dat niet van plan is te gaan doen, waarmee Nederlandse IT-werkgevers meer optimistisch zijn dan hun collega’s elders in Europa.

Om de krapte te lijf te gaan, willen werkgevers bijvoorbeeld meer flexibiliteit bieden in werklocatie of lonen verhogen. Daarnaast proberen ze met omscholing en A.I. de personeelsbehoefte in te vullen. De onderzoekers voorspellen dat organisaties zich in 2025 nog sterker zullen richten op strategisch talentmanagement, datagedreven werving en scholing.

Lees ook

Het jaar in sourcing: zó was 2024 voor wie actief naar kandidaten op zoek was

Hoe was het jaar 2024 voor mensen die in de wereld van sourcing actief zijn? Best uitdagend, blijkt uit de jaarlijkse benchmark die de gespecialiseerde sourcers van Cooble recent naar buiten brachten. Aan de ene kant was er de opkomst van A.I., bijvoorbeeld binnen de LinkedIn Recruiter Seats, die het benaderen van kandidaten steeds makkelijker maakt. Maar aan de andere kant krijgen mogelijke kandidaten daardoor ook steeds meer verzoeken binnen. Dat leidde bijvoorbeeld tot een daling van de respons, en kritischer worden kandidaten, constateert het bureau.

‘De veranderende mindset van kandidaten was een opvallende trend in 2024.’

‘De veranderende mindset van kandidaten was een opvallende trend in 2024′, legt marketingmanager Robin Lucassen uit. ‘Waar kort na de coronacrisis financiële drijfveren domineerden, zien we nu dat mensen bewuster kiezen. Kandidaten hechten meer waarde aan werkinhoud, werksfeer en een goede werk/privébalans. Dit vertaalt zich in langere beslissingsprocessen en meer kandidaten die een aanbieding afwijzen. Het komt vaker voor dat kandidaten nadat zij een aanbod hebben  ontvangen kiezen ervoor om bij hun huidige werkgever te blijven, vaak vanuit een afweging dat de timing voor een overstap niet ideaal is.’

Opbouw talentpools

Cooble zegt zelf op die ontwikkeling te reageren door vaker talentpools voor haar klanten op te bouwen. ‘Dat biedt volgens ons een effectieve oplossing voor deze
uitdagingen. Door langdurig relaties met potentiële kandidaten te onderhouden, kun je vacatures sneller invullen als de juiste mogelijkheid zich aandient.’ Het tekent volgens haar ook de ‘volwassenwording’ van het sourcingsvak. ‘We zien nu steeds vaker aandacht voor strategie en dat we kunnen voortbouwen op bestaande processen of als tijdelijke versterking worden ingezet.’ Ontwikkelingen waarvan in 2025 verdere groei wordt verwacht.

‘We zien nu steeds vaker aandacht voor strategie en dat we kunnen voortbouwen op bestaande processen.’

Toch was de veranderende arbeidsmarkt duidelijk zichtbaar in de sourcing-resultaten van 2024, blijkt uit de benchmark. Zo reageerden een aantal kwartalen achter elkaar steeds minder kandidaten op een benaderbericht, al maakte de respons juist in de laatste kwartalen weer een opvallende opwaartse beweging. Ook kostte het de sourcers van Cooble steeds meer moeite om kandidaten die ze hadden benaderd ook daadwerkelijk aan de lijn te krijgen, met name in de zomermaanden. En hádden ze eenmaal iemand aan de lijn, dan leidde het ook nog eens relatief iets minder vaak tot een voorstel aan de opdrachtgever.

Kandidaat haakt vaker af

‘We zien dat kandidaten steeds vaker oriënterend kennismaken en niet per se direct verder in proces willen’, aldus de benchmark. ‘Daarnaast merken we dat de arbeidsmarkt nog krapper is geworden en dat betekent dat we breder sourcen. Een online profiel vertelt niet alles over een persoon en hierdoor komt het voor dat een kandidaat in een telefoongesprek toch niet met de vacature blijkt te matchen.’

Opvallend: steeds meer kandidaten trekken zich na een eerste gesprek zelf terug uit het proces.

Van de kandidaten die uiteindelijk werden voorgesteld, kreeg 49,9% een uitnodiging voor een eerste gesprek, iets minder dan in 2023 (52,6%). ‘We merken dat de redenen waarom kandidaten niet uitgenodigd worden uiteenlopend zijn. Voorbeelden van redenen zijn dat de kandidaat onvoldoende aansluit bij het beeld van de vacaturehouder, andere kandidaten in beeld zijn of dat de vacature on hold is gezet door organisatorische redenen.’ Ook opvallend: steeds meer kandidaten trekken zich na een eerste gesprek zelf terug uit het proces. ‘Het is goed om dat te blijven monitoren’, aldus Cooble.

Aanbod vaker geweigerd

Minder kandidaten dus die een uitnodiging krijgen, meer kandidaten die zelf afhaken. En terwijl uiteindelijk wel meer kandidaten een aanbod blijken te krijgen, wordt dat ook nog eens duidelijk minder geaccepteerd. Waar in 2023 nog 86% van alle aanbiedingen leidde tot een akkoord, is dat in 2024 gemiddeld gedaald tot 75,6%, en in het laatste kwartaal van het jaar zelfs tot net iets meer dan 60%. ‘Waar we eerder zagen dat kandidaten als ze een aanbod weigerden een ander aanbod van een concurrent hadden geaccepteerd, zien we nu vaker dat kandidaten twijfelen of dit het juiste moment is om over te stappen van werkgever.’

‘We zien nu vaker dat kandidaten twijfelen of dit het juiste moment is om over te stappen van werkgever.’

Genoeg uitdagingen dus, voor wie in 2024 professioneel met sourcing bezig was. Maar de sourcers van Cooble zien ook een lichtpuntje: door met talentpools te werken kost het ze gemiddeld wel minder tijd om gekwalificeerde kandidaten voor bepaalde lastige vacatures te vinden. De langdurige talentpooling-strategie die het bureau bijvoorbeeld voor het OM opzette, werpt nu zichtbaar zijn vruchten af. ‘Daar vulden we vacatures het snelst in.’ Het leidt tot de conclusie dat sourcing volgens Cooble – ondanks de hogere druk – ‘nog steeds een effectieve manier is om vacatures op korte termijn in te vullen.’

Meer weten?

Download de hele Sourcing Benchmark 2024. Of sluit op woensdag 19 maart aan in Breukelen voor een 2,5 uur durende inspiratiesessie van Cooble, in samenwerking met Nicol Tadema, om het geheim te ontdekken van ‘het vinden van kandidaten die anderen niet zien’.

Cooble Benchmark

Lees ook

Advies over de arbeidsmarkt aan de Nederlandse politiek: wat moet er veranderen?

De arbeidsmarkt in Nederland is als een warme zomeravond: aantrekkelijk, maar met een vraagteken over de dag van morgen. In zijn recente presentatie voor de Eerste Kamerfractie van de BBB deelde (niet-lid) Geert-Jan Waasdorp inzichten over de huidige stand van zaken en de uitdagingen die ons te wachten staan op de arbeidsmarkt. Het lijkt goed te gaan, maar onder de oppervlakte zijn er spanningen die aandacht verdienen, was daarbij zijn voornaamste boodschap.

Een werknemersmarkt met records

De Nederlandse arbeidsmarkt is nog steeds in topvorm, aldus Intelligence Group-oprichter Waasdorp:

  • Krapte: Werkgevers hebben moeite om talent te vinden. Voor werkzoekenden is het relatief eenvoudig om binnen 3 maanden een baan te vinden.
  • Records: Nog nooit waren er zoveel mensen aan het werk (9,8 miljoen) en was de arbeidsparticipatie zo hoog (85%).
  • Salarisgroei: Voor het eerst in jaren groeit het inkomen harder dan de inflatie.

Toch zijn er signalen van verandering. Het producentenvertrouwen blijft laag, en de sourcingsdruk – het benaderen van kandidaten door recruiters – is voor het eerst in 10 jaar gedaald. Is dit een voorbode van een omslag?

De échte arbeidsmarkt: meer dan cijfers

Geert-Jan Waasdorp benadrukte in zijn presentatie dat de cijfers van instanties zoals het CBS en UWV een belangrijk deel van het verhaal vertellen, maar niet het hele verhaal. Er is ook een ‘echte’ arbeidsmarkt, zegt hij, met uitdagingen die vaak onderbelicht blijven:

> Intransparantie

  • Nederland heeft de meest versnipperde arbeidsmarkt ter wereld, met 2.500 jobboards en 23.000 uitzendbureaus. Dit leidt tot inefficiëntie en hoge kosten.
  • Werkgevers en recruiters omzeilen platforms zoals werk.nl vanwege de lage effectiviteit.

> Arbeidsmigranten

  • Jaarlijks werken er 1,5 miljoen niet-geregistreerde arbeidsmigranten in Nederland. Deze groep is cruciaal voor sectoren als de bouw en landbouw, maar vaak onzichtbaar in beleid en statistieken.

> Discriminatie en rigiditeit

  • Opleidingsdiscriminatie en vastgeroeste cao-schalen zorgen ervoor dat vakmensen niet betaald worden naar schaarste, wat bijdraagt aan krapte in sectoren als de zorg en techniek.

Demografie en vrouwen: gamechangers

De groei van de beroepsbevolking is grotendeels te danken aan migratie en de toename van vrouwen op de arbeidsmarkt. Maar vrouwen blijven ondervertegenwoordigd in beleid en hebben vaak andere behoeften dan mannen.

  • Mantelzorg en flexibiliteit: Vrouwen combineren werk steeds vaker met zorg, wat vraagt om meer maatwerk in werkuren en contracten.
  • Quota: In landen met genderquota is al bewezen dat dit diversiteit en verandering stimuleert.

Wat moet er anders?

Waasdorp pleitte in zijn presentatie dan ook voor een andere aanpak om de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken. Onderdelen daarbij:

> Een “Funda” voor de arbeidsmarkt:

  • Een centraal platform waar vraag en aanbod elkaar kunnen vinden, ook toegankelijk voor arbeidsmigranten.

> Flexibiliteit in cao’s:

  • Schaarste moet beloond worden, zeker in sectoren als de techniek.

> Meer onderzoek:

  • Met name naar groepen die vaak onzichtbaar blijven, zoals migranten en anderstaligen.

Bekijk de volledige presentatie

Wil je meer weten over deze onderwerpen en Waasdorps visie op de arbeidsmarkt? Bekijk dan de volledige video waarin hij de uitdagingen en kansen uiteenzet.

Lees ook

Een cv met impact: zó schudt visuele innovatie de arbeidsmarkt op

Wil je als kandidaat opvallen in een competitieve arbeidsmarkt? Denk niet dat je er dan nog komt met een simpel zwart-wit cv, met bulletpoints, stelt Canva in het tweede jaarlijkse Nieuw Jaar, Nieuwe Baan-rapport. Als designtool zijn ze natuurlijk zelf niet onbevooroordeeld, maar ze maken ermee wel duidelijk dat degenen die opkomende tools en visuele media gebruiken voor hun cv, en een sterke professionele branding creëren, een veel betere kans hebben om op te vallen in een competitieve arbeidsmarkt. Een creatieve aanpak maakt net het verschil tussen opvallen en over het hoofd gezien worden, aldus de onderzoekers.

390 miljoen cv’s

Professionals zetten wereldwijd creativiteit in om hun succes te vergroten. Denk aan klikbare links naar afgeronde projecten, korte video’s waarin kandidaten zichzelf voorstellen, of een compleet online portfolio. Vorig jaar werden meer dan 390 miljoen cv’s via Canva gemaakt. De enquête die de tool hield onder 4.200 recruiters en 6.000 werkzoekenden onthult hoe nieuwe tools en trends de huidige arbeidsmarkt beïnvloeden. ‘Hoewel online sollicitaties soms aanvoelen als een zwart gat, bieden visuele media en tools zoals A.I. een nieuwe kans’, aldus Lorraine Dooley, Talent Acquisition Lead bij Canva.

‘Deze tools worden steeds vaker geheime wapens die je helpen je sollicitatie onderscheidend te maken.’

Volgens Dooley stellen visuele media en A.I.-tools mensen in staat om hun vaardigheden op niet-traditionele manieren te laten zien. ‘Deze tools worden steeds vaker geheime wapens die je helpen meer uitnodigingen te ontvangen en je sollicitatie onderscheidend te maken.’

Modern en spannend

Recruiters willen kleurrijke, interactieve sollicitaties, stellen de onderzoekers. Enkele cijfers op een rijtje:

  • 65% van de recruiters geeft de voorkeur aan cv’s met interactieve elementen, een stijging van 10 procentpunt sinds 2023.
  • Recruiters die ‘zeer tevreden’ zijn met cv’s beschrijven deze als:
    • Modern (55%)
    • Spannend (47%)
  • 62% verkiest kleur boven zwart-wit.
  • 72% van de recruiters geeft de voorkeur aan kandidaten die een portfolio presenteren via een website of presentatie.
  • Slechts 35% van de werkzoekenden gebruikt een portfolio.

In opkomst: videomotivaties

Een andere opvallende trend die in het onderzoek naar voren komt is de opkomst van de videomotivatiebrief. Van de recruiters geeft 50% aan dat ze video’s waarderen als onderdeel van een sollicitatie. Het maakt de sollicitatie persoonlijker en geeft direct een indruk van de communicatievaardigheden van een kandidaat. Toch blijkt het gebruik ervan onder werkzoekenden beperkt te blijven, waarschijnlijk omdat de drempel om een video op te nemen hoger ligt dan het schrijven van een brief, of omdat werkzoekenden nog verwachten dat de recruiter liever een brief ontvangt.

visuele cv in opkomst

Tools zoals Canva veranderen de visuele kant van sollicitaties. Kunstmatige intelligentie de manier waarop mensen solliciteren. Gebruikt een sollicitant A.I., dan valt deze helemaal beter in de smaak. Van de kandidaten die A.I. gebruikten bij hun sollicitaties werd 96% uitgenodigd voor een gesprek, aldus het rapport. Voor werkzoekenden biedt A.I. vooral snelheid en inspiratie, zo blijkt:

  • 57% gebruikt A.I. om hun cv te maken, een stijging van 12 procentpunt sinds vorig jaar.
  • 38% gebruikt A.I. om vacatures te zoeken.
  • 37% gebruikt A.I. om visuele elementen voor hun cv’s te vinden.
  • 37% bereidt zich met A.I. voor op sollicitatiegesprekken en doet onderzoek naar bedrijven.

Ook recruiters zien de waarde van A.I. Zo maakt 90% van hen naar eigen zegge gebruik van A.I.-tools in delen van het wervingsproces, zoals bij cv’s samenvatten en vacatureteksten opstellen. En opvallend: 73% van de recruiters vindt dat kandidaten best mogen vermelden dat ze A.I. hebben gebruikt, omdat het laat zien dat ze moderne technologie beheersen.

Sociale media voor personal branding

Officieel is het verboden (als je het tenminste van tevoren niet duidelijk aangeeft). Toch geeft 68% van de recruiters toe de sociale media van kandidaten minstens de helft van de tijd te bekijken. Bijna alle recruiters zeggen ook kandidaten te waarderen die online aanwezigheid, gerelateerd aan hun carrière, hebben opgebouwd.

visuele cv in opkomst

Gelukkig gelooft aan de andere kant ook een groot deel van de werkzoekenden (88%) dat de opbouw van een sterk professioneel merk belangrijk is. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar. Daarbij is LinkedIn niet langer meer het enige platform waarop je zichtbaar moet zijn, zeggen ze. Zo zoekt 80% van de werkzoekenden ook naar vacatures op platforms zoals Facebook en Instagram. Gen Z steekt daar nog eens met kop en schouders bovenuit (88%).

Canva Rapport

Meer lezen?