Sherida Tdlohreg over digitalisering in recruitment: ‘Zonder tech ben je verloren’

Gaat technologie ooit de recruiter volledig vervangen? De vraag is al vaak gesteld, en Sherida Tdlohreg moet er dan ook een beetje om lachen. Zelf zegt ze er in elk geval niet in te geloven. ‘Ken je dat tv-programma First Dates? Dat is echt mijn guilty pleasure. Mensen die aan elkaar gekoppeld worden, waarvan je al snel ziet: dat gaat hem nooit worden. Digitalisering kan de kans op een match sterk vergroten, maar de echte match vindt plaats als je elkaar in de ogen kunt kijken, verbinding kunt maken en dat kan een computer nu eenmaal niet.’

‘Ik zie A.I. niet als artificial intelligence, maar eerder als: additional intelligence.’

Technologie zorgt op allerlei vlakken voor een versnelling in het recruitmentproces, maar zal de menselijke toegevoegde waarde van de recruiter niet zo gauw vervangen, aldus de spreekster van Bureaurecruitment Live, het jaarlijkse evenement van Werf& dat alle ontwikkelingen in de bureauwereld behandelt. Ze heeft het dan ook bijvoorbeeld niet over A.I. als artificial intelligence, maar eerder als: additional intelligence. ‘Oftewel: hoe kun je technologie gebruiken om toe te voegen aan de mens in plaats van de mens te vervangen?’

Parallel universum

Want hoewel het voorbeeld van First Dates de beperkingen van technologie in recruitment aangeeft, is de inzet ervan toch onmisbaar, zo benadrukt de Thought Leader in Business- & Digital Transformation Management, die zelf niet alleen werving- en selectie-ervaring heeft bij bijvoorbeeld Capgemini, maar als voormalig Informatica-student en momenteel directeur van TransActory ook al jarenlang volop in de digitale wereld actief is.

‘Bij het Nederlandse mkb+ zie je veel bedrijven nog echt in de reparatiefase zitten.’

Een wereld die Tdlohreg ook wel ‘een parallel universum’ noemt, vanwege het grote verschil in snelheid van innovatieve technologieën versus de snelheid van invoeren van verandering in de ‘gewone’ wereld. ‘Ik ga zelf bijvoorbeeld één keer per jaar naar de Web Summit. Dan kom je daar, en zie je al die nieuwe gave technologische ideeën. Een bruisende wereld op zichzelf. Vol inspiratie kom je dan terug om te ervaren dat de meeste Nederlandse mkb+ bedrijven toch echt nog in de reparatie- of onderzoeksfase van hun digitale reis zitten.’

Koffiezetapparaat

Haar missie en boodschap? Organisaties ervan bewust maken hoe snel de veranderingen gaan die eraan komen. En die er al zijn! Wat heb je nodig en wat kun je als bedrijf aan? Dat geldt overigens niet alleen voor recruitmentbureaus, maar voor álle organisaties, zegt ze. En dat heeft volgens haar weer gevolgen voor hoe digitaal aantrekkelijk je als organisatie bent op de arbeidsmarkt. Voor zowel je medewerkers, je klanten als ook je kandidaten?

‘Wat ik tijdens mijn bijdrage vooral wil meegeven is Digitaal denken, zodat je relevant blijft voor de toekomst.’

Alleen al een zin als “Het gebeurt bij het koffiezetapparaat”, zegt ze. ‘Die hoor je nog in sommige organisaties. Maar daarmee verraad je meteen tot welke generatie je hoort. De nieuwe generatie loopt niet meer rond bij het koffiezetapparaat, die haalt op allerlei andere plekken zijn informatie op. Wat ik tijdens mijn bijdrage dan ook vooral wil meegeven is Digitaal denken, zodat je relevant blijft voor de toekomst. Het gaat erom: dingen veranderen. De vraag is alleen: ga jij ermee aan de slag of laat je de nieuwe generatie het van je overnemen?’

Beter targetten

Technologie kan volgens haar recruiters veel brengen om efficiënter te werken, en bijvoorbeeld beter te targetten. Je kunt je er als bureau ook nog zeker mee onderscheiden, zegt ze. ‘Als bureau kom je nu niet meer weg met alleen een geautomatiseerd cv-proces. De inzet van technologie en data is onmisbaar, bijvoorbeeld om snel kandidaten te vinden, of snel je zoekgebied te vergroten. Daarmee kun je ook echt nog het verschil maken richting je opdrachtgevers.’

‘Als bureau kom je nu niet meer weg met een geautomatiseerd cv-proces.’

En om nog even terug te komen op de matchingstechnologie voor First Dates: ziet ze die de komende jaren nog zo verbeteren dat er wél huwelijken en relaties voor het leven mee te voorspellen zijn? Tdlohreg (lachend): ‘Ik denk het niet hoor. “Voor het leven” is in de huidige tijd van vrijheid, autonomie en ontwikkeling sowieso een rekbaar begrip geworden. En ook in loopbanen zal een levenslange verbinding niet meer de norm worden. Digitalisering moet ook niet alles perfect en voorspelbaar maken. Niets zo fijn als voor de mens om gelukkig geen computer te zijn.’

Meer weten?

Op dinsdag 28 maart 2023 vindt alweer voor de 5e keer Werf& Bureaurecruitment Live plaats. Het thema dit jaar is ‘Digitaliseren, professionaliseren en automatiseren’. Naast de uitreiking van de Bureaurecruitment Awards vinden hier interessante keynotes, tafelgesprekken en breakoutsessies plaats. Sherida Tdlohreg schuift samen met Wout Withagen (FreshHeads) aan tafel aan bij Fleur Aalbrecht, voor een gesprek over onder meer de rol van A.I. in recruitment. Dus mis het niet!

Inschrijven

Waarom Recruitment Backoffice niet de grootste, maar wel de beste wil zijn

Zoals zoveel bedrijven is ook Recruitment Backoffice min of meer ontstaan uit frustratie. In 2013 richtte Richard Philips met zijn compagnon, die hij op de camping in Zuid-Frankrijk had ontmoet, twee uitzendlabels op in Kampen. Eentje voor vakkrachten, en eentje voor hoger opgeleiden in de bouw en techniek. Maar al snel ontstond de behoefte aan een persoonlijke en flexibele backofficepartner die écht toegevoegde waarde kon bieden. Zo’n bedrijf bestond eigenlijk nog niet, ontdekten ze toen. Ja, payrollers, dat wel. Maar dat wilden ze niet. Ze wilden méér. En dus besloten ze het zelf te gaan doen. Waarna van het een het ander kwam.

Het bedrijf dat ze zochten bestond eigenlijk nog niet. En dus richtten ze het zelf maar op.

Hoe dat zo kwam? Geen intermediair belt toch naar een collega-bureau van: ‘hé, dat hebben jullie goed gedaan met die backoffice van jullie. Kunnen jullie dat ook voor ons doen?’ Nou, wel dus, blikt Philips terug. ‘Dat is precies hoe het is gegaan. Een bevriende intermediair liep tegen hetzelfde aan als wij anderhalf jaar eerder. Toen is het balletje gaan rollen.’ Met als gevolg dat Recruitment Backoffice zich nu een middelgrote dienstverlener mag noemen, die voor meer dan 50 uitzendondernemers de hele backoffice faciliteert. En meer dan dat, aldus Philips. ‘Wij zijn ook de strategische (kennis)partner voor die ondernemers.’

Het kantoorpand van Recruitment Backoffice in Kampen.

AVG-proof en compliant

Hoe zich dat vertaalt? ‘Wij vertalen onder meer ontwikkelingen in de flexbranche naar commerciële kansen en creëren inzicht in de organisatie van de ondernemer aan de hand van strategische, financiële analyses. Wij zijn ABU, NEN 4400-1 (SNA) en VCU gecertificeerd, dat betekent dat wij de inlenersbeloning toepassen, zorgen dat alle dossiers compleet zijn, dat intermediairs AVG-proof en volledig compliant werken. Zodat onze intermediairs zich volledig kunnen focussen op hun corebusiness; het binden en verbinden van mensen.’

‘We zijn zeker niet de grootste. Dat is ook niet onze ambitie. We willen de beste zijn.’

Inmiddels werkt Recruitment Backoffice (als onderdeel van BJG Staffing) voor intermediairs door het hele land. ‘Letterlijk van Groningen tot Maastricht’, zegt Philips, zelf een Noorderling, die echter in Kampen neerstreek vanwege de centrale ligging, ‘een logische locatie als je heel Nederland wil kunnen bedienen.’ Qua omvang en omzet mag het bedrijf niet de grootste in de branche zijn. ‘Maar dat is ook niet onze ambitie. Wat we wel willen is onze intermediairs zo optimaal mogelijk faciliteren en ontzorgen door de best mogelijke backoffice dienstverlening te bieden.’

Gemiddeld een 8,5

Hoe ze dat hebben gedefinieerd, dat ‘de beste zijn’? Onder andere doordat ze een gemiddelde beoordeling willen hebben van een 8,5, zowel van hun medewerkers als hun klanten. En dat ze een hoog behoudpercentage voor hun intermediairs als doel hebben gelegd. ‘We gaan voor waardevolle, duurzame partnerschappen’, zegt Philips. ‘In alles. Daar geloof ik heel erg in. We hebben ook al jaren dezelfde ICT-partner, en doen nog steeds zaken met de dealer waar we onze eerste auto geleaset hebben. Acquisitie hebben we eigenlijk ook nog nooit gedaan. We groeien vooral door onze reputatie, daar ben ik erg trots op.’

‘We doen nog steeds zaken met de dealer waar we onze eerste auto geleaset hebben.’

Het onderscheidende vermogen daarbij? ‘Dat is onder meer dat wij geen eerste, tweede en derde lijn hebben. Iedere intermediair heeft bij ons één aanspreekpunt, die hem of haar van A tot Z kan helpen. We investeren in onze mensen, zorgen dat ze allemaal goed opgeleid zijn. Als je de beste backoffice-partij wilt zijn, betekent dat dat je telkens moet innoveren, en persoonlijk contact en maatwerk moet kunnen bieden.’

Plezier in het werk

Daarbij is een hoofdrol weggelegd voor het plezier in het werk, benadrukt Philips. ‘Investeren in de mens’, noemt hij dat. ‘Intern de collega’s met zoveel mogelijk plezier laten werken.’ Want vraag hem naar zijn grootste uitdaging, en ook hij noemt wat veel collega’s nu ook zien: de krappe arbeidsmarkt. De schaarste. Juist daarom dat hij werkplezier zo hoog in het vaandel heeft. ‘Dat zit in de manier van samenwerken, een gezamenlijke lunch, vrijdagmiddagborrel, tot aan leuke weekendjes weg, feesten, uitjes. We proberen het mensen ook zo comfortabel mogelijk te maken, met bedrijfsmassages en bedrijfsfruit.’

‘Het is wel leuk om te zien dat veel van onze collega’s via-via komen, net als onze klanten.’

Alles om een moderne werkgever te zijn, zegt hij. ‘Wij besteden gewoon heel veel tijd en aandacht aan wat we belangrijk vinden. We hebben ook continu een medewerkertevredenheidsonderzoek lopen. En dan zie je dat het toch wel lukt om die mensen te vinden, binden en boeien. Daarbij is het leuk om te zien dat veel van onze collega’s via-via komen, net als onze klanten.’

Vlekkeloos

De 36-jarige Philips, vader van twee jonge kinderen, ziet dat veel intermediairs goed zijn in commercie en dat ook het leukste onderdeel van hun vak vinden. Maar het administratieve werk vinden ze vaak minder leuk. ‘Wij kunnen ze maximaal ontzorgen, zodat wij onze intermediairs zoveel mogelijk in hun kracht zetten. En dat is waar volgens ons werkplezier begint, bij in je kracht staan. En voor ons is dat juist de hele administratieve, juridische en financiële ontzorging. Wij genieten ervan als dat allemaal vlekkeloos verloopt.’

‘Werkplezier begint volgens ons met in je kracht staan.’

Waarom zij daar goed in zijn? ‘Omdat wij door onze partnerschappen onze intermediairs ook echt kennen’, stelt Philips. ‘En doordat we ze echt kennen kunnen we ze ook maatwerk bieden. Iedereen roept altijd van: oh, wij zijn zo persoonlijk in onze dienstverlening. Maar als ze dan moeten kiezen tussen geld en persoonlijke dienstverlening, kiezen ze toch meestal voor het geld. En daarvan hebben wij gezegd: dat gaan we niet doen.’

Drie categorieën

De uitzendondernemers die bij Recruitment Backoffice terechtkomen, kun je grofweg onderverdelen in 3 categorieën. Er is een groep starters, die dus nog nooit eerder een backoffice-partner gehad heeft. Daarnaast is er een groep die het voorheen zelf deed. En er is een groep die overstapt van een concullega. ‘Alle drie groepen zijn bij ons een beetje gelijkmatig verdeeld’, aldus Philips. ‘In die zin hebben we ook wel een redelijk unieke propositie, denk ik, omdat veel van onze concullega’s voormalig payrollers zijn. Die hebben altijd de inleners als doelgroep gehad, en niet de intermediairs.’

‘We kennen de doelgroep echt, want wij zijn zelf óók de doelgroep.’

En daar komt bij: het bedrijf is ook nog steeds zijn eigen klant. ‘Wij hebben zelf twee uitzendlabels opgericht en recentelijk een derde overgenomen, een voormalige klant van Recruitment Backoffice die van zijn welverdiende pensioen is gaan genieten. We weten wat de behoefte is, we kennen de doelgroep, want wij zijn óók de doelgroep. Het is ontstaan uit een eigen behoefte en die hebben we vervolgens doorontwikkeld naar een product-marktcombinatie die er nog niet was. Daardoor kun je veel sneller de stap maken naar de strategische samenwerking. Dat is een groot onderscheidend vermogen wat we daar kunnen laten zien.’

Executive als innovatie

Een van de innovaties die het bedrijf sinds een aantal jaren in de markt zet is ‘Executive‘. Daarbij verzorgt Recruitment Backoffice de uitvoering van alle backoffice werkzaamheden, maar zijn zowel het juridisch werkgeverschap als de omzet voor de uitzendondernemer zelf. ‘Dan factureren wij dus bij de opdrachtgever namens de intermediair in plaats van namens onszelf. En verstrekken ook arbeidsovereenkomsten namens de intermediair. Dat is een vooruitstrevende vorm van backoffice dienstverlening, waarvan wij geloven dat het de toekomst gaat worden.’

De backoffice is allang niet meer alleen een urenfabriek die moet zorgen dat de loonstrookjes op tijd verwerkt worden.

Want wat hij bij alles duidelijk maakt: de backoffice is allang niet meer alleen een urenfabriek die moet zorgen dat de loonstrookjes op tijd verwerkt worden. Het is tegenwoordig veel meer dan dat. Al snel vallen termen als reserveringen, kostprijsschema’s, toepassingen van cao’s, de WAB, afdekking ziekterisico’s, debiteurenbeheer en kredietverzekeringen, premies en subsidies aanvragen en verwerken. En dan is er bijvoorbeeld ook nog het label ‘Recruitment Backoffice International‘, dat intermediairs die met Europese arbeidsmigranten werken in alles ondersteunt.

Richard Philips: ‘In de kern gaat het steeds om mensen.’

Een uitgebreide en unieke backofficedienstverlening dus. Philips licht toe dat er wel een duidelijke overkoepelende visie bij is. ‘We willen ons onderscheiden op kwaliteit en goed zijn voor zowel de flexkrachten, de intermediairs als onze eigen mensen. In de kern gaat het daarbij steeds om hetzelfde: de mensen.’ De flexkracht ziet het bureau zelf misschien nooit. ‘Maar ze merken wel dat wij er zijn. Als wij op tijd betalen bijvoorbeeld. Samen met de intermediair zíjn wij voor hen het uitzendbureau. En daarom is het ook zo belangrijk dat wij al onze processen goed op de rit zetten.’

Lees ook

Meer weten?

Op dinsdag 28 maart 2023 vindt alweer voor de 5e keer Werf& Bureaurecruitment Live plaats. Het thema voor dit jaar is ‘Digitaliseren, professionaliseren en automatiseren’. Naast de uitreiking van de Bureaurecruitment Awards vinden hier diverse interessante keynotes, tafelgesprekken en breakoutsessies plaats over hoe je de digitalisering van je werk vormgeeft. Dus heb je een bureau, en wil je in 1x helemaal bij zijn: mis het niet!

Inschrijven

Hugo-Jan Ruts (ZiPconomy): ‘Werkgevers moeten breder kijken dan vast of flex’

Waar staan organisaties voor als het gaat om de veranderende wereld van werk? Voor het tweede jaar op rij hebben ZiPconomy, Nextconomy, Werf& en ToTalent.eu de krachten gebundeld om het allemaal te bespreken tijdens de Belgisch-Nederlandse Total Talent Summit te organiseren. Tijdens dit exclusive invite-only evenement op 23 maart komen 80 HR-, recruitment- en inhuurmanagers bij elkaar in Breda om na te denken over de uitdagingen waar ze mee te maken hebben. 

‘Het is goed om alle kennisdragers in de wereld van finance, HR, inkoop en recruitment samen te brengen.’

Dat zal veel gaan over krapte, zo kun je nu al uittekenen. De krapte is namelijk níet gelimiteerd tot vaste medewerkers alleen. Ook aan de flexkant is er ‘serieuze schaarste’, constateert Hugo-Jan Ruts, uitgever en hoofdredacteur van kennisplatform ZiPconomy. ‘Je ziet de grenzen tussen contractvormen en landen steeds meer vervagen. HCM-systemen en RPO’s ontwikkeld zich steeds verder als Total Talent Partners. Daarom is het goed om alle belangrijke kennisdragers in de wereld van finance, HR, inkoop en recruitment samen te brengen. Kleinschalig en high-end, zodat de juiste topics, inhoudelijk met elkaar besproken kunnen worden.’

‘Schaarste is een gegeven’

Ruts ziet het belang van een gemeenschappelijke analyse, voornamelijk op gebied van contractvormen. ‘Schaarste is een gegeven en we weten dat het een permanent probleem is, voor zowel vast als flex. Wie hoopte om een milde economische recessie zodat de spanning op de arbeidsmarkt wat zou afnemen is van een koude kermis thuisgekomen. Waar kandidaten in een positie zitten dat zij bepalen in welke contractvorm ze willen werken, zullen werkgevers en opdrachtgevers dan ook breder moeten kijken dan alleen maar of vast of flex.’

‘Wie hoopte op minder krapte door een milde recessie, kwam van een koude kermis thuis.’ 

De eerste editie van de Total Talent Summit stond in het teken van één van de nieuwste buzzwords in recruitment en HR-sferen: Total Talent Acquisition. Oftewel: laat recruiters de niet alleen de vaste mensen werven, terwijl inkoop onderhandelt over contracten met externe leveranciers van flexwerkers — terwijl HR zich bekommert over mobiliteits- en retentievraagstukken. Oftewel: zorg dat je silo’s vermijdt – en bekijk het hele capaciteitsvraagstuk in samenhang.

Niet de heilige graal

Ondanks de doorbraak van de term in 2022, verklaart Ruts niet per se een gelover erin te zijn. ‘Total talent acquisitie is volgens mij niet de heilige graal waar we naar op zoek moeten gaan’, stelt hij. ‘Veel belangrijker is het om de werelden van ‘vast’ en van ‘flex’ uit elkaar te halen. Samen te praten en na te denken over de uitdagingen waar organisaties voor staan als het gaat om de veranderende wereld van werk. En hoe we dat werk moeten gaan organiseren.’

Het thema voor de Total Talent Summit van 2023 is daarom ietsje anders dan vorig jaar. ‘Het gaat me nu minder om alle ins en outs bespreken van total talent acquisition of total talent management. Ik wil mensen van vast en flex samenbrengen om te praten over wat in feite dezelfde soort thema’s zijn. Het creëren van  uitwisselingsmogelijkheden is het allerbelangrijkste.’

‘Verhalen, meer nog dan de keynotes, zijn de kracht van het event.’

Op het programma: een lijst gerenommeerde namen uit Nederland en België. Variërend van representanten van groeiend freelance-platform Malt tot strategisch adviseurs van de Rijksoverheid. Kan Ruts alvast een tipje van de sluier lichten? ‘Eigenlijk niet’, lacht hij. ‘Ik ben net zo benieuwd als iedereen naar de verhalen van de deelnemers aan de Summit. Verhalen, meer nog dan de keynotes, zijn de kracht van het event.’

Meer weten?

Het Total Talent Summit van 23 maart 2023 is een invite-only event. Voor vragen over deelname kun je contact opnemen met de organisatoren.

Waarom ‘werkgeluk’ alleen niet meer genoeg is voor jouw organisatie

‘Werkgeluk’ duikt op in steeds meer vacatures. Organisaties en arbeidsbemiddelaars proberen daar  op te focussen in deze krappe arbeidsmarkt, om zowel nieuwe mensen aan te kunnen trekken als bestaande mensen te kunnen behouden. Maar volgens Jacco Vingerling zouden werkgevers nog wel iets verder mogen kijken. ‘Werkgevers richten zich nog te veel op zaken óp de werkvloer, terwijl juist het leven daarbuiten van grote invloed zijn op iemands werkprestaties en -geluk’, aldus de oprichter en CEO van twee arbeidsbemiddelaars van technisch personeel Bowers & JACkLING.

Doel: het levensgeluk van zijn mensen binnen 2 jaar met 10% verhogen.

Een weinig verrassende constatering misschien, maar hoe krijg je als werkgever grip op het levensgeluk van je medewerkers? Hoe ver gaat het als je als werkgever ook in het privéleven van je mensen wilt interveniëren? Om daar wat meer inzicht in te krijgen, zette Vingerling samen met de Rotterdamse socioloog en ‘geluksprofessor’ Ruut Veenhoven de afgelopen tijd een gelukstraject op, met als doel het levensgeluk onder zijn werknemers binnen 2 jaar met 10% te verhogen. ‘Niet alleen maar een bijzondere arbeidsvoorwaarde, maar een aanbod om je leven te verbeteren en leuker te maken’, aldus de initiatiefnemer.

1 van de 15 delen van geluk

Werkgeluk is volgens hem uiteindelijk ‘maar’ 1 van de 15 onderdelen die het totaal aan levensgeluk bepalen. ‘Daarbuiten zijn er nog zoveel meer factoren die van invloed zijn op het geluk en functioneren van je werknemers. Ik ben van mening dat werkgevers daar nu nog te weinig aandacht voor hebben.’ En Vingerling wil dat dus wel hebben.

Jacco-Vingerling
Jacco Vingerling: ‘We gaan bij de werving en selectie meer inzetten op geluk.’

Ruim 60 medewerkers doen mee aan het gelukstraject.

Werknemers die meedoen aan het gelukstraject dat hij aanbiedt vullen nu iedere week in een app hun geluksscores in aan de hand van een vragenlijst. Ruim 60 medewerkers van Bowers & JACkLING doen mee. Op basis van de behaalde scores ontwikkelen beide arbeidsbemiddelaars een gepersonaliseerd programma. Blijkt bijvoorbeeld dat iemand specifieke ondersteuning kan gebruiken, dan worden externe experts ingeschakeld. Vingerling: ‘We bespreken de resultaten in persoonlijke gesprekken met de medewerkers, vertellen ze waar kansen liggen en bieden een uitgebreid plan op maat aan. Komt  bijvoorbeeld uit het onderzoek dat je bepaalde vitamines mist, dan krijg je die van ons.’

Uit eten

Ook als de antwoorden erop wijzen dat iemand veel stress heeft door zijn of haar thuissituatie, schieten de werkgevers te hulp. Zo stuurde Vingerling een medewerker met relatieproblemen, samen met zijn partner uit eten op kosten van de zaak. In dit geval was de druk van zijn relatie een grote bron van stress op werk. ‘Als werknemers met plezier en ontspanning naar hun werk gaan, zijn ze energiek en zullen ze sneller doorgroeien. Daardoor groei je ook als bedrijf’, verklaart de ondernemer dit soort ingrepen.

‘Gelukkige werknemers zijn als het ware een magneet voor nieuwe medewerkers.’

Volgens hem zijn gelukkige werknemers daarnaast belangrijk voor het werven en selecteren van nieuw personeel. ‘We werven veel sollicitanten via huidige en oude werknemers, die ons als een goede en persoonlijke werkgever hebben ervaren. Gelukkige werknemers zijn als het ware een magneet voor nieuwe medewerkers.’

Al bij de sollicitatie

In vacatureteksten, maar ook tijdens het eerste sollicitatiegesprek komt het gelukstraject aan bod, vertelt Vingerling. ‘We leggen sollicitanten uit wat het traject inhoudt en waarom we het doen. Dat we al veel jaren onze medewerkers centraal stellen en dat het gelukstraject daarvan een logisch gevolg is. Expliciet benadrukken we dat deelname aan het traject niet verplicht en volledig anoniem is. De reacties zijn tot nu toe overwegend positief.’

Het team van JACkLING en Bowers, met hoofdkantoor in Berkel en Rodenrijs.

‘Gelukkig personeel is een visitekaartje voor je bedrijf.’

In de aankomende jaren ziet hij het belang van geluk toenemen, mede door de groeiende tekorten. Zo stelt hij dat je in de strijd om talent, je als bedrijf écht onderscheidt door te focussen op het geluk van je werknemers buiten de werkvloer. ‘Niet alleen verhoogt het de loyaliteit onder je werknemers, gelukkig personeel is een visitekaartje voor je bedrijf. Heb je blije mensen in dienst, dan trekt dat nieuwe mensen aan. In de toekomst zullen we daarom bij de werving en selectie van potentiële werknemers, nog meer gaan inzetten op levensgeluk.’

Lees ook

Meer weten?

Op dinsdag 28 maart 2023 vindt alweer voor de 5e keer Werf& Bureaurecruitment Live plaats. Het thema voor dit jaar is ‘Digitaliseren, professionaliseren en automatiseren’. Naast de uitreiking van de Bureaurecruitment Awards vinden hier diverse interessante keynotes, tafelgesprekken en breakoutsessies plaats. Dus heb je een bureau, en wil je in 1x helemaal bij zijn: mis het niet!

Inschrijven

Over het ‘nieuwe’ Radancy: ‘Goede employer branding is een zaak van langere adem’

De driehoek creativiteit, technologie en arbeidsmarkt. Vraag je Maarten van Appel en René van der Kroon naar de essentie van ‘hun’ Radancy, dan komen ze steeds daarbij terug. ‘Dat is kenmerkend voor ons, en ik denk dat wij daarin wel uniek zijn,’ aldus Van der Kroon. Die synergie tussen communicatie en technologie is ‘heel belangrijk’, vult Van Appel aan. ‘Zie het als een auto. Daar kun je ook een heel mooie carrosserie op zetten. Maar zonder motor komt die niet ver. Zo werkt het ook met een employer branding-campagne zonder goede recruitmentsite.’

Internationaal netwerk

Van Appel en Van der Kroon hebben sinds kort de dagelijkse leiding over het bureau in Capelle aan den IJssel, dat in 1999 als Maximum werd geboren, maar in 2019 door het Amerikaanse TMP Worldwide werd overgenomen. Daarna heette het bedrijf eerst nog een jaartje ‘Maximum – a TMP Company‘. Maar nadat er bij TMP meer overnames volgden (waaronder die van de Oostenrijkse referraltool Firstbird) werd internationaal besloten tot een volledig nieuwe naam voor de hele groep. En door die nieuwe gezamenlijke paraplu kennen we het bureau nu als Radancy Nederland.

‘We spreken nog steeds Nederlands, hebben nog altijd de Rotterdamse mentaliteit.’

‘We stonden als Maximum goed bekend in Nederland’, aldus Van Appel. ‘Op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie waren we het grootste bureau in Nederland, met ook nog een eigen media-afdeling in huis. Maar door de overname en de nieuwe naam, en dan ook nog Covid eroverheen, merken we dat we daar wel weer aan moeten bouwen.’ Maar, voegt Van der Kroon toe: ‘We zijn nog steeds hetzelfde bureau. We spreken nog steeds Nederlands, hebben nog altijd de Rotterdamse mentaliteit. Het grote verschil is alleen dat we er nu een groot internationaal netwerk aan collega’s bij hebben gekregen.’

Dezelfde driehoek

Creatief directeur Van der Kroon werkt sinds 2005 bij het bureau, de ooit als freelancer begonnen Van Appel een jaar of 7 korter. Ze hebben de dagelijkse leiding overgenomen van Mark van Buuren en Andries Coppoolse, die sinds de herfst wat meer op afstand staan, maar nog wel als adviseur verbonden zijn. Gelukkig maar, zeggen beide nieuwe directeuren. ‘Zij hebben heel veel kennis en ervaring, waar we dankbaar gebruik van maken.’

‘Al bij de eerste gesprekken die we met hen voerden, merkten we dat we op één lijn zitten.’

En daar komt dus nu ook de internationale kennis en ervaring bij. ‘Al bij de eerste gesprekken die we met hen voerden, merkten we dat we op één lijn zitten. Zij doen voor een heel groot deel wat wij doen, maar dan op een grotere schaal. Dat kon eigenlijk heel makkelijk over elkaar heen gelegd worden,’ aldus Van Appel.

Ander logo

In het begin was de samenwerking misschien vooral ‘een ander logo op de deur’, erkent Van der Kroon. ‘Maar het is nu echt steeds meer één bedrijf. We kunnen nu ook weer makkelijker naar elkaar toe dan tijdens Covid. Voor ons is er ook bijgekomen dat we nu vaker voor internationale accounts werken, zoals UPS en Nike. Dat zijn deuren die misschien niet zo makkelijk waren opengegaan als we deze samenwerking niet hadden gehad.’

Algemeen directeur Maarten van Appel (midden) met collega’s en leden van het AMC-team van Defensie, bij de uitreiking van de #VideoAwards

De grootste overlap ligt dus op het gebied van slimme recruitmenttechnologie, aldus Van Appel. ‘Daar zijn wij al vanaf onze oprichting mee bezig natuurlijk. Toen arbeidsmarktcommunicatie nog gelijkstond aan het maken van printadvertenties, klikten wij al de eerste landingspages in elkaar. Ik denk ook dat we daarom op de radar zijn gekomen van TMP. Zij vliegen het alleen van een iets andere kant aan. Wij zitten sterk in de user experience aan de voorkant, ook met ons eigen cms. Zij hebben vooral geïnvesteerd in alles kunnen doormeten en datagedreven recruitmentmarketing, waardoor we nu vanuit onze Radancy Talent Acquisition Cloud een totaalpakket met cms, personalisatie, referral, crm en A.I.-media kunnen bieden. Zodoende denk ik dat we veel van elkaar kunnen leren.’

Programmatic advertising

Zo’n driekwart van het bedrijf doet nu wat ze daarvoor ook al deden, schat hij in. Dat is: creatieve arbeidsmarktcampagnes, employer branding, conversiecampagnes en recruitmentsites bouwen, met name voor Nederlandse klanten. Voor de mensen ‘in de spits’ zijn er daarbij wat mogelijkheden bijgekomen, zegt hij. Zoals: de nu mogelijke integratie van een referraltool als Firstbird. ‘En programmatic advertising op basis van je eigen websitedata en bezoekersgedrag. Daar heeft Radancy heel geavanceerde oplossingen voor die wij nu ook kunnen gebruiken voor onze Benelux-klanten.’

‘Waar ik ook trots op ben: we kunnen alles doormeten, van de eerste klik tot aan de sollicitatie.’

‘Waar ik trots op ben’, vult Van der Kroon aan, ‘is dat wij echt een full-service bureau zijn. We kunnen vanaf 0 een EVP ontwikkelen, een arbeidsmarktpositionering neerzetten, die vertalen naar een creatieve campagne, die wegzetten in de media en kandidaten laten landen op een dedicated recruitmentsite, en alles doormeten van de eerste klik tot en met de sollicitatie. Ik denk dat we daarin uniek zijn. Maar ook als je maar een gedeelte zoekt – een recruitmentsite of alleen een campagne – kun je bij ons terecht. En als dat betekent dat we moeten samenwerken met andere bureaus, doen we dat zonder problemen. We zijn teamplayers, dat moet ook wel in deze markt denk ik.’

Lange termijn

Goede arbeidsmarktcommunicatie is een zaak van de lange adem, denkt Van der Kroon. ‘In de huidige markt zie je veel opdrachtgevers snel de stap maken naar jobmarketing. Ze hebben bijvoorbeeld 20 monteurs nodig en willen die vacatures zo snel mogelijk invullen. Ik begrijp dat heel goed, ik denk alleen dat het op de lange termijn vaak niet de beste keuze is. De markt zal krap blijven. Dus moet je werken aan een structurele oplossing voor je probleem. Ik denk dan ook dat het verstandig is dat werkgevers kiezen voor de lange termijn en écht durven te investeren in employer branding. Door te focussen op je verhaal, niet op je vacatures.’

Maarten van Appel (l) en René van der Kroon

Vergelijk het met de Marshmallowtest, zegt hij: je weet dat er een grotere beloning wacht, maar kiest toch voor de kortetermijnbevrediging. ‘Het vraagt geduld en vertrouwen dat het goed komt, maar dat hebben helaas niet alle organisaties. Dat is niet iets van de laatste tijd, maar het past wel in een tijd waarin we gewend – verwend – zijn geraakt met instant gratificatie. Elke vraag die we hebben is binnen 5 seconden beantwoord. Als we nieuwe schoenen willen, hebben we die in een paar minuten gevonden en staan ze de volgende dag in de kast. Onze aandacht en geduld zijn kapotgemaakt.’

‘De markt zal krap blijven. Dus moet je werken aan een structurele oplossing.’

Daar komt de roep om een integrale aanpak bij. Van Appel: ‘Het liefst zetten wij iets neer waarmee een organisatie een aantal jaren vooruit kan. Arbeidsmarktcommunicatie ontwikkelen is leuk, maar als je alleen een doelgroepcampagne doet en dan weer stopt, ben je denk ik energie aan het verspillen. Het gaat erom dat je bijvoorbeeld ook een goede recruitmentsite eraan hangt. Anders ben je een mooie etalage aan het inrichten, maar worden klanten in je winkel niet of slecht geholpen. Dan komen ze niet bij het product, lees: de baan. En dan zijn ze zo weer weg.’

Als een spiegel

En dat terwijl goede employer branding volgens Van der Kroon juist een duidelijk onderscheidend verhaal vertelt, dat bovendien werkt als ‘een spiegel’ voor de organisatie. ‘Employer branding zit als het goed is overal in. Niet alleen in je campagne, maar ook in je vacatureteksten, in je verhalen, in sociale media, in je referral, in het beeld dat je gebruikt. Het is ook niet alleen van binnen naar buiten een mooi verhaal vertellen. Als jij zegt: hier staan wij voor als werkgever, dan moet dat ook resoneren bij de mensen die al voor je werken. Zeker in deze tijd, nu er zoveel focus op retentie is, is die interne doelgroep misschien wel belangrijker dan ooit.’

Mensen krijgen momenteel de hele dag door boodschappen op zich afgevuurd. Goede employer branding weet daarbij de aandacht te vangen, en mensen te verleiden tot een bezoek aan de recruitmentsite. Daar heb je vervolgens – als het goed is – de tijd en de ruimte om ze mee te nemen in je verhaal, vult Van Appel aan. ‘Dan kom je onvermijdelijk ook op technologie, de fysieke drager van een goed idee en een goed verhaal. Er zijn genoeg voorbeelden waarbij dat niet klopt. Dan klik je bijvoorbeeld op ‘solliciteer’ en kom je op een formulier uit 1999 terecht.’

Strategisch kijken

Van der Kroon zou willen dat er af en toe wat meer strategisch gekeken wordt naar wervingsbehoeftes van organisaties. ‘Dus in plaats van te moeten reageren op dingen echt kijken naar: waar zitten knelpunten voor de komende jaren? En wat kunnen we daaraan doen? Hoe kunnen we daar een verhaal voor maken dat klopt, in- en extern, in alle facetten, van je YouTube-preroll tot en met je onboarding? Dat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van HR en marketingcommunicatie, maar eigenlijk van het gehele bedrijf. Employer branding zou in mijn ogen in elke boardroom moeten besproken worden.’

Employer branding zou in mijn ogen in elke boardroom moeten besproken worden.’

Elk bedrijf heeft tegenwoordig een website, maar er zijn nog steeds heel veel bedrijven – ook best van omvang – die geen goede recruitmentsite hebben, zegt hij. ‘Dat verrast mij altijd. Je wilt (potentiële) klanten laten weten waar je van bent. Dat wil je toch ook aan mensen die voor je moeten komen werken? Zeker nu de mens het belangrijkste kapitaal is voor bedrijven. Een bakker kan nog zoveel graan inkopen, als hij geen mensen heeft die om 5.00 uur willen opstaan komt er geen brood op de plank. Als je een site neerzet waarop je goed laat zien wat voor werkgever jij bent, hoef je niet steeds achter de feiten aan te lopen.’

Het pand van Radancy in Capelle aan den IJssel

Geen lapmiddel

Investeren in goed werkgeverschap en in een goed werkgeversmerk, dat is wat hij predikt. Maar, zo benadrukt hij: ‘Goed werkgeverschap moet daarbij geen lapmiddel zijn als je mensen tekort hebt. Als je altijd je als goed werkgever opstelt, heb je ook de proof om een goed werkgeversmerk neer te zetten.’

‘Als je altijd je als goed werkgever opstelt, heb je ook de proof om een goed werkgeversmerk neer te zetten.’

En laat het dan maar aan hen over om dat goede verhaal te vertellen, lijken beiden toe te willen voegen. ‘We heten nu anders, maar zijn er nog steeds. Met een geweldig team van zo’n 55 specialisten, oudgedienden met veel kennis en ervaring in het vak maar ook nieuwkomers met veel talent en nieuwe inzichten, ’ aldus Van der Kroon.

Maarten van Appel: ‘We zijn nog steeds een Nederlands bureau, met nu 1.000 collega’s over de hele wereld erbij.’

‘Leuk om die cultuur verder uit te dragen en uit te mogen bouwen,’ vult Van Appel aan. ‘En dat met de toevoeging van veel internationale kennis waar we hier tegenwoordig toegang toe hebben, plus de schaalbaarheid die we daarbij kunnen creëren. Als je als werkgever internationaal iets wil, kan dat hiervandaan nu ook heel goed. Want we zijn nog steeds een Nederlands bureau, we hebben er alleen ruim duizend collega’s over de hele wereld bij gekregen.’

Lees ook

Bureaurecruitment Awards-jurylid Michiel van Gog: ‘Recruitment moet je doen vanuit je hart’

‘Recruitment zit in je hart’, zegt Michiel van Gog vol overtuiging in zijn Brabantse tongval. Daarom vindt de directeur van Personato (‘Het grootste recruitmentbureau van Zuidoost-Nederland’) het nooit een probleem om mensen aan te nemen die een achtergrond in een ander veld hebben – die mensen leidt hij gewoon op in het vak. ‘In beginsel gaat het erom wat je dromen en doelen zijn’, benadrukt hij. ‘En durf je die te volgen? Dan heb je automatisch aanleg voor dit beroep.’

‘Durf je je dromen en doelen te volgen? Dan heb je automatisch aanleg voor dit beroep.’

Als Van Gog dezer weken zitting neemt in de Bureaurecruitment Awards-jury, laat hij die filosofie natuurlijk niet zomaar los. ‘Begrijp me niet verkeerd, hè’, steekt hij van wal, ‘harde criteria als data, innovatie, assessments en tools zijn ontzettend behulpzaam bij het uitvoeren van onze professie. Daar zal ik bureaus en recruiters die voor de prijs in aanmerking komen ook zeker op beoordelen. Maar doorslaggevend vind ik wat mijn hart me vertelt – noem het mijn onderbuikgevoel. Ik jureer eigenlijk net als in een talentshow: als ik iets hoor dat me bevalt, krijg je mijn punten.’

Dwarsligpotentie

Van Gog realiseert zich dat hij een vrij unieke kijk op het recruitmentvak heeft. Dat is tenslotte een wereld die afgelopen tijd steeds meer doet om bias uit processen te verwijderen, en dus de populariteit van gestructureerde interviews met vooraf ingestelde scorekaarten ziet toenemen. Dus als tijdens de jurering de cijfers die het panel noteert de ene kant op wijzen, maar het gevoel van Van Gog de andere kant opgaat, zou de Personato-directeur wel eens dwars kunnen gaan liggen, realiseert hij zich zelf ook.

‘Dat heb ik vorig jaar in ieder geval wel gedaan’, vertelt hij lachend. ‘Toen zat ik namelijk ook in de jury! Het hele panel wilde iemand tot Bureaurecruiter van het Jaar benoemen, terwijl ik die kandidaat niet echt zag zitten. Daar heb ik een lange discussie over gevoerd, haha. Of ik m’n zin heb gekregen? Dat zal ik in het midden laten.’

Jurypet op

Of hij de discussie uiteindelijk won, doet er ook weinig toe, vindt Van Gog zelf. ‘Het gaat erom dat je mensen in de jury hebt die op een andere manier tegen dingen aankijken – en dat doe ik. Ik denk stiekem dat Werf&, als de organisator van de Bureaurecruitment Awards, me daarom dit jaar opnieuw heeft gevraagd om m’n jurypet op te zetten.’

‘Als ik niet zelf in de jury had gezeten, had Personato dit jaar vast de prijs gewonnen.’

En natuurlijk: Van Gog mag niet alleen meebeslissen over de Awards omdat hij zo lekker dwars kan liggen. Hij is vooral geschikt omdat hij al 14 jaar in het vak meeloopt: in 2006 was hij één van de eerste grondleggers van ‘zijn’ Personato (ook bekend als een van de langjarige sponsors van N.E.C). En dat bureau mag er zijn: als hij niet zelf in de jury had gezeten, had het dit jaar vast de prijs gewonnen, vertelt hij met zijn kenmerkende, ongeëvenaarde zelfvertrouwen.

Gedragspatronen kennen

Hoe dat komt? ‘Omdat we écht uniek zijn: we hebben een nieuwe tak aan het beroep van recruiter toegevoegd’, legt hij uit. ‘Onze recruiters zijn beïnvloedingspsychologen: als ze bij ons in dienst komen, doorlopen ze daar een 2 à 3-jarige hbo-opleiding voor. Het resultaat? Mijn mensen kennen hun eigen gedragspatronen: daardoor kunnen ze het uiteindelijke keuzegedrag van klanten en kandidaten beter begrijpen. En door de opleiding weten ze kandidaten te motiveren voor vacatures zoals niemand anders dat kan – een motivatie die ver voorbij aan financiële factoren gaat. Noem het voor mijn part neuromarketing – het maakt ons in ieder geval écht bijzonder.’

Mijn mensen kennen hun eigen gedragspatronen: daardoor snappen ze het keuzegedrag van klanten en kandidaten beter.’

Voor kandidaten die tijdens de Bureaurecruitment Awards met Van Gogs jurering te maken krijgen, blijft er dan nog één prangende vraag over: waar gaat de Brabantse recruitmentexpert hen nu precies op beoordelen? ‘Goede vraag’, reageert hij, na een korte stilte. ‘Ik hoor vaak dat mensen mijn authenticiteit waarderen’, antwoordt hij dan. ‘Dat vind ik een hele belangrijke eigenschap van mezelf – ik zoek er ook in anderen naar. Dat wordt voor mij dus een belangrijk punt.’

‘Ik zeg toch niet voor niets dat ik vanuit het hart jureer?’

Wat dat voor kandidaten, zowel in de categorie voor Bureau van het Jaar, als Bureaurecruiter van het Jaar, concreet betekent? ‘Dat je in het dagelijks leven moet doen wat je presenteert’, aldus Van Gog. ‘Dus: zet je een mooie show in elkaar, puur en alleen om de jury te overtuigen? Dan ben ik niet in je geïnteresseerd. Ben je daarentegen echt een goed bureau, of een goede bureaurecruiter? Dat merk ik dat – ik voel dat in m’n onderbuik. Wat mij betreft ga je dan met de prijs naar huis. Ik zeg toch niet voor niets dat ik vanuit het hart jureer?’

Verder lezen?

Benieuwd wie er verder in de jury van de Bureaurecruitment Awards zitten? Of wil je weten welke bureaus en recruiters tijdens de uitreiking op 28 maart kans maken op een prijs? Via deze link lees je meer!

Bij de uitreiking zijn?

Live aanwezig zijn bij de uitreiking van de Awards? Op dinsdag 28 maart 2023 vindt alweer voor de 5e keer Werf& Bureaurecruitment Live plaats. Het thema voor dit jaar is ‘Digitaliseren, professionaliseren en automatiseren’. Naast de Award-uitreiking vinden hier diverse interessante keynotes, tafelgesprekken en breakoutsessies plaats. Dus mis het niet!

Inschrijven

Lees ook

Gerald Sno: ‘Veel bureaus kunnen een dak bouwen, maar ik wil ook een sterk fundament zien’

Op 28 maart aanstaande reikt Werf& voor de tweede keer in zijn geschiedenis de Bureaurecruitment Awards uit: zowel het beste bureau als de beste bureaurecruiter gaan er die dag met een prijs vandoor. Maar voor het zover is, moet een vakkundige jury eerst de onderscheidingswaardige partij en persoon identificeren. Gerald Sno, strategisch directeur bij techniek-recruitmentbureau Connetix, is 1 van de 8 juryleden die zich tegen die beslissing aan gaat bemoeien.

‘Ik wil de ambitie zien om over 10 jaar nog steeds toegevoegde waarde te hebben.’

‘Daarbij ga ik vooral letten op de toekomstbestendigheid van bureaus en recruiters’, vertelt hij via een videoverbinding. ‘Ik vraag me dus niet alleen af of kanshebbers op dit moment onderscheidend zijn, maar ook wat ze qua innovatie doen – ik wil de ambitie zien om over 10 jaar nog steeds toegevoegde waarde te hebben.’

Geen utopieën

‘Belangrijk daarbij is dat partijen niet een utopie schetsen’, vervolgt hij. ‘Natuurlijk wil iedereen in die ideale wereld leven, maar je moet wel rekening houden met de realiteit. Ik vergelijk het met het bouwen van een huis: veel recruitmentbureaus kunnen prachtige verhalen vertellen over hoe ze straks het dak gaan maken, maar vergeten daarbij dat er eerst een fundament moet staan. Lang verhaal kort? Je toekomstplaatje moet me intrigeren, én je moet kunnen laten zien dat jouw scenario haalbaar is.’

‘Je moet kunnen laten zien dat jouw scenario haalbaar is.’

Als op 28 maart de Award voor het beste bureau wordt uitgereikt, kan Sno’s eigen Connetix vanzelfsprekend niet in de prijzen vallen – de slagers in de jury mogen tenslotte niet hun eigen vlees keuren. Of hij dat jammer vindt? ‘Ik heb er intern wel wat vragen over gekregen, haha. Maar om eerlijk te zijn: voordat ik als jurylid werd gevraagd, had ik eigenlijk nooit overwogen om ons voor een prijs aan te melden. Het kwam gewoon nooit op de radar. En dat ik nu deel uitmaak van de jury, vind ik juist heel leuk. Misschien nog wel leuker dan het winnen van een prijs.’

Niet onder stoelen of banken

De hamvraag is dan natuurlijk: had Connetix de prijs gewonnen, als Sno’s jurydeelname daarvoor geen stokje had gestoken? ‘Weet ik niet’, antwoordt de strategisch directeur bescheiden. ‘Dat ligt denk ik ook aan de concurrentie. Aan de andere kant: we steken onze ambities niet onder stoelen of banken – we willen marktleider worden in de recruitment van branches waarin we ons specialiseren, machine- en apparatenbouw, en de civiele techniek. En afgelopen jaar hebben we grote stappen gezet om dat doel te bereiken: onze marketing en branding zijn enorm gegroeid. Dus nu ik erover nadenk… Ja, we zouden die prijs best kunnen winnen!’

‘Ik heb geleerd om open te staan voor het perspectief van anderen.’

Het moge inmiddels duidelijk zijn waar Sno in zijn rol als Bureaurecruitment Awards-jurylid op gaat letten. Dat hij de expertise heeft om een winnaar mede aan te wijzen staat buiten kijf: de strategisch directeur heeft meer dan 15 jaar ervaring in het vak, en werkte in dat tijdsbestek bij 3 verschillende organisaties. Bovendien heeft hij zich afgelopen jaren op persoonlijk gebied ontwikkeld, vertelt hij met een glimlach. ‘Ik heb geleerd om, nog meer dan ik vroeger al deed, open te staan voor het perspectief van anderen.’ Waaraan hij snel toevoegt: ‘Zolang dat perspectief maar goed onderbouwd is, natuurlijk.’

‘Geen bierelftal’

Die laatste kwaliteit kan bij het jureren zomaar goed van pas komen, realiseert Sno zich. ‘Als ik kijk naar wie er verder in de jury zitten, lijkt dat wel het FC Barcelona van de Nederlandse recruitmentwereld’, vertelt de voetballiefhebber over het hoge niveau van zijn collega’s. ‘Dus als er mensen met de kennis om mijn mening uit te dagen zijn, zijn zij het wel. Het is niet alsof ik in een bierelftal terecht kom, haha!’

Meer weten?

Benieuwd wie er verder in de jury van de Bureaurecruitment Awards zitten? Of wil je weten welke bureaus en recruiters tijdens de uitreiking op 28 maart kans maken op een prijs? Via deze link lees je er alles over!

Bureaurecruitment Awards

Zin in het event?

Live aanwezig zijn bij de uitreiking van de Awards? Op dinsdag 28 maart 2023 vindt alweer voor de 5e keer Werf& Bureaurecruitment Live plaats. Het thema voor dit jaar is ‘Digitaliseren, professionaliseren en automatiseren’. Naast de Award-uitreiking vinden hier diverse interessante keynotes, tafelgesprekken en breakoutsessies plaats. Dus mis het niet!

Inschrijven

Lees ook

Hoe het Rijksmuseum in 3 maanden ruim 100 topstukken op de arbeidsmarkt vond

Nooit eerder was de belangstelling voor een tentoonstelling in het Rijksmuseum zó groot. Een maand voor de opening van de Vermeer-expositie, met 28 schilderijen van de 17de-eeuwse meester de grootste ooit, waren er al ruim 100.000 entreetickets verkocht. En slechts 3 dagen na de opening waren alle 450.000 (!) kaartjes uitverkocht. Op Marktplaats schijnt nu zelfs druk in tickets te worden gehandeld. 

Slechts 3 dagen na de opening waren de 450.000 (!) kaartjes uitverkocht.

Die belangstelling levert niet alleen veel exposure voor het Rijksmuseum op, maar natuurlijk een flinke recruitmentuitdaging. Want hoe vind je voldoende beveiligers als je zóveel mensen over de vloer hebt, bij zó’n waardevolle expositie? Meer dan 100 nieuwe collega’s moesten in een krappe 3 maanden worden geworven. Hoe pakte het museum dat aan? Een kijkje achter de schermen, met specialist arbeidsmarktcommunicatie Lieneke Verrest en recruitment business partner Puck Bastiaansen.

> Hoe hebben jullie dit aangepakt?

Bastiaansen: ‘Ik ben hier half augustus begonnen. In de zomer heeft InTandem de opstart van dit project gedaan. Zij hebben de briefing van de betrokken partijen opgepakt (de campagne en de website), zodat daar al het een en ander in gang is gezet. Onder andere ook op het gebied van vacatureteksten.’

‘Het was gewoon gáán en rennen.’

Verrest: ‘Ik ben hier zelf op 1 september begonnen. Op mijn eerste werkdag kregen we al meteen 3 campagneconcepten gepresenteerd en kon ik op de toen al snel rijdende campagnetrein springen. Het was gewoon gáán en rennen. Juist als je meteen bij de start in het diepe gegooid wordt, heb je veel aan elkaar. En dan is het fijn om al heel snel te merken dat je op dezelfde manier erin zit, snel kunt schakelen en kunt vertrouwen op de kwaliteit van de ander. Plus de juiste partijen en collega’s om je heen kunt verzamelen die de urgentie begrijpen en je daarin ondersteunen.’

> Hoe groot was de uitdaging?

Verrest: ‘Mijn voordeel is dat ik ruim 10 jaar werkervaring heb in marketing & communicatie, waaronder campagneconcepten & ontwikkeling, content, webprojecten en online marketing. Voor mij lag de uitdaging erin om zo snel mogelijk meer inzicht in de doelgroep te krijgen, zodat we echt de juiste snaar zouden raken en de juiste tactieken zouden gebruiken.’

‘De uitdaging lag erin om zo snel mogelijk meer inzicht in de doelgroep te krijgen.’

Bastiaansen: ‘Als je kijkt naar het recruitmentgedeelte, moest destijds alles nog opgestart worden. De aanpak was simpel. Misschien juist wel omdat we halsoverkop in het diepe werden gegooid en meteen in een soort van Thalys binnenstapten moesten we snel en simpel denken. We hadden twee dingen nodig. Het eerste: mensen. En twee: een werkend systeem, gebouwd om de campagne heen, om zo de toestroom aan mensen te kunnen opvangen.’

Impressie van de Vermeer-expositie

‘Je moet je voorstellen dat er geen heel team aan recruiters klaar zat en het toenmalige ATS-systeem niet was ingericht op zo’n massaproject. Toen ik in augustus begon, moesten er ook nog 2 recruiters extra bij komen (Elolo Nunekpeku, Jikke Valé, red.). Zo stond er eind september, bij de start van de campagne, een miniteam van 3 recruiters klaar om alles op te vangen wat via de campagne binnen kwam.’

> Hoe liep die campagne?

Verrest: ‘Met het concept ‘Zonder beveiligers zijn we nergens, word jij 1 van onze topstukken?‘ hebben we willen uitdragen dat voor ons de beveiligers niet ‘zomaar’ mensen zijn die in het museum staan. Zonder hen hebben we nog steeds prachtige kunst, maar niet de mogelijkheid om dit met onze bezoekers te delen. In de opzet van de campagne hebben we niet alleen jobmarketing ingezet, maar ook paid social en Google Adwords, discovery. Met daarbij de juiste targetting die we tussentijds steeds scherper konden stellen gedurende de verloop van de campagne.’

‘Deze aanpak is zeker een first voor het Rijksmuseum, en misschien wel binnen de hele museale sector. En nu we de Vermeer-bezetting rond hebben, is het heel makkelijk om dan te denken: klaar. Maar we kiezen juist ervoor om langzaam over te gaan naar een ‘always-on’-strategie, zodat we onze werving als museum ook toekomstbestendiger maken.’

> Waarin was deze campagne nog meer een first?

Bastiaansen: ‘Dat zat hem zeker in het volume, maar ook in de krapte van de arbeidsmarkt van beveiligers en de ambities die er lagen om zoveel mogelijk open te kunnen zijn voor publiek met de bijzondere Vermeer-tentoonstelling. En ook het feit dat er in de basis qua processen en systemen sommige dingen soms echt nog niet vlekkeloos liepen en we met een klein team werkten. De manier van werken was voor recruitment ook anders. Nog nooit eerder was dit eigenlijk gedaan, dus we konden niet putten uit iets wat onze voorgangers hadden achtergelaten of afkijken bij eerdere edities. Het was gaan, uitproberen en bijsturen.’

Verrest: ‘We hebben meer dan 100 nieuwe collega’s geworven, in een krappe 3 maanden. Dat levert al met al veel druk op bij verschillende afdelingen. Met een klein recruitmentteam van 3 personen zijn honderden mensen gebeld voor een eerste gesprek. Vervolgens hebben de collega’s van Veiligheidszaken ook dit soort aantallen aan sollicitatiegesprekken gevoerd.’

‘Met een klein team van 3 personen belden we honderden mensen voor een eerste gesprek.’

‘Uiteindelijk hebben de collega’s bij personeelsadministratie al deze mensen in dienst moeten melden en die hele administratieve kant moeten oppakken. En inderdaad moesten al deze nieuwe collega’s vervolgens onboarding krijgen en worden ingewerkt. Terwijl je ondertussen als museum ‘gewoon’ open bent en het dus bovenop je normale werkzaamheden komt.  En dan zijn er nog veel meer collega’s voor wie de toestroom tot extra werk heeft geleid. Dat vraagt veel van mensen, maar iedereen heeft hierin zo ongelooflijk hard gewerkt, het is echt teamwork door het hele museum heen.’

> Jullie mochten ook nog erover vertellen tijdens de medewerkersopening…

Verrest: ‘Ja, dat was fantastisch, de kers op de taart. We hebben daar ook nog eens aangestipt en benadrukt hoe bijzonder dit is. Het is niet normaal wat met de middelen en tijd hebben weten te bewerkstelligen. Je vergeet dat misschien in de dagelijkse gang van zaken, maar als je kijkt naar het recruitmentproces: voor het hele Rijksmuseum was dit nieuw. Niet alleen al die Vermeers bij elkaar, maar ook überhaupt deze manier van werken. Het vroeg veel van veel afdelingen.’

Lieneke Verrest tijdens de opening van de tentoonstelling, speciaal voor medewerkers.

‘In recordtempo, met een heel nieuw team, is de hele instroom aan kandidaten verwerkt.’

Bastiaansen: ‘Er was nog nooit eerder aan zo’n groot recruitmentproject gewerkt. We hebben zo nauw en intens samengewerkt. Een heel nieuw team is gestart. Heel veel mensen denken dat we een groot team hadden, dat al jaren met elkaar samenwerkte, dat alles tot in detail was geregeld en dat we dit maanden van tevoren strak hadden staan. Niets is minder waar. In recordtempo, met een heel nieuw team, is het hele project en de hele instroom aan kandidaten verwerkt. Echt insane.’

> Wat blijft je hiervan het meeste bij?

Verrest: ‘Ik vergeet nooit meer mijn tweede week bij het Rijksmuseum toen we na sluitingstijd de shoot van de video hadden. Dan sta je daar met een klein team op de Eregalerij en is het bijna bizar om even in je eentje in alle stilte de Nachtwacht te bekijken. Dan snap je meteen de magie van het werk bij het Rijksmuseum.’

‘Bij de shoot van de video, na sluitingstijd, voelde ik echt de magie van het museum.’

‘En je krijgt vleugels als je in een enorme uitdaging zoals deze werving vanuit alle kanten het gevoel van volledig vertrouwen krijgt. Van de HR-directeur tot het hoofd marketingcommunicatie. Uiteraard gaat alles in afstemming met elkaar, maar als je de ruimte krijgt om vanuit je expertise te werken en hierin te adviseren, kun je echt tot mooie dingen komen.’

Bastiaansen: ‘De sfeer die er hing tijdens dit project was zo fijn. De sfeer die er nu hangt is overigens nog steeds goed, hoor. Maar zo’n project ga je niet vaak draaien, dus ook achteraf gezien had het nog altijd iets bijzonders. Als ik kijk naar het team, waar ik dag in dag uit mee heb mogen knallen: ik zou het iedereen gunnen!’

‘We hebben echt een dijk van een project afgeleverd. Niet halve bak, maar meteen op topniveau!’

‘Je kunt je nauwelijks voorstellen hoeveel dit van mensen gevraagd heeft. Nog steeds denk ik wel eens: hoe dan? Dit kwam bovenop ieders dagelijkse bezigheden. In een korte tijd moest er heel veel gebeuren. En echt zonder te overdrijven iedereen deed dit elke dag met zóveel plezier en energie. Niks was te gek, je kon altijd en overal bij iedereen aankloppen. Als ik dacht “daar kom ik weer aan met vraag 345 in twee minuten tijd”, werd ik wéér met open armen ontvangen. Hierdoor kom je echt in een lekkere flow met elkaar terecht. We hebben het geflikt en echt een dijk van een project afgeleverd. Niet halve bak, maar meteen op topniveau!’

rijksmuseum beveiligers campagne

Nog tot 4 juni

Het Rijksmuseum kent normaliter een team van zo’n 200 beveiligingsmedewerkers. Zij zorgen er mede voor dat het museum 365 dagen per jaar de deuren kan openen en elk jaar 2,7 miljoen bezoekers mag verwelkomen. Tijdens de bijzondere Vermeer-tentoonstelling, die nog loopt tot 4 juni, komen er daar nog eens zo’n half miljoen bezoekers bij.

Lees ook

De dag van: Martin de Gooijer (Team Lead Graphic Design Pro Contact)

Zodra ik binnenkom bij Pro Contact word ik al vriendelijk begroet door Martin de Gooijer. We nemen plaats in een aparte ruimte ‘waar we niet worden gestoord’, zegt hij. Veel mensen zullen ons dan ook niet storen, heb ik zo het idee. Iedereen is druk aan het werk en gekluisterd aan zijn monitor, constateer ik. ‘Ja, en velen werken vandaag vanuit huis’, vult De Gooijer aan.

‘Toen Pro Contact op zoek was naar een grafisch vormgever, was dat natuurlijk de perfecte kans om mijn naam voor te stellen.’

Hij vertelt dat hij via-via op zijn huidige functie als Team Lead bij Pro Contact is beland. ‘Toen ik nog aan het grafisch lyceum in Amsterdam (MA College) studeerde, kwam ik in contact met Willem Bos, onze huidig creatief directeur, die toen nog bij KNBV werkte. We hielden het contact warm en toen Pro Contact op zoek was naar een grafisch vormgever, was dat natuurlijk de perfecte kans om mijn naam voor te stellen. Sindsdien ben ik blijven hangen als grafisch vormgever en ben ik binnen deze functie gegroeid tot Team Lead.’

Creatief proces

Eerst maar even over het bedrijf waar De Gooijer zijn teams begeleidt: Pro Contact dus. Via jobmarketingcampagnes helpt dit bedrijf vanuit Amsterdam zijn klanten om hun werkgeversmerk op een betere manier te positioneren en zo de juiste kandidaten aan te trekken op vacatures. Met klanten als Arriva, Tempo-Team en Euromaster heeft Pro Contact inmiddels een indrukwekkende klantenkring opgebouwd. Hoe ziet de werkdag van een Team Lead Graphic Design daar eruit?

Geen enkele dag is hetzelfde, vertelt hij. ‘Daarom is het moeilijk om te benoemen wat wij elke dag doen, omdat dat iedere dag verschilt. Als Team Lead begeleid ik het werkproces, zowel aan de grafische als aan de saleskant tijdens het pitchen bij grote klanten bij wie wij meedenken over het creatieve proces. Naast graphic design vertegenwoordig ik ook de afdeling advertisement. Deze twee afdelingen gaan hand in hand, omdat de vervolgstap na de voltooiing van de vormgeving advertisement is. Wij creëren grafische beelden voor campagnes die uiteindelijk online worden ingebouwd bij onze klanten.’

Eens een vormgever, altijd een vormgever

Vanwege zijn achtergrond in marketing en als ondernemer weet hij op welke manier ik dit proces het best kan ondersteunen. Mist De Gooijer zelf het vormgeven hierdoor niet een beetje? ‘Naast het begeleiden van mijn teams, ben ik zelf ook nog actief als grafisch vormgever, waarbij ik me vooral richt op het opzetten van online campagnes, zoals social media posts voor diverse platforms.’

‘ Ik ben een bindende factor tussen verschillende afdelingen.’

‘Hier plaatsen we content zoals jobposts en versterken we door employer branding de werkgeversmerken van onze klanten. Voor de pitches maken we presentaties voor onze klanten en zorgen we voor voorbeeldcontent en video’s die in lijn staan met de huisstijl van de klant. Als teamleider begeleid ik dit proces ook vanuit marketingoogpunt en help ik waar nodig mee in verschillende procesfases. Ik ben dus een bindende factor tussen verschillende afdelingen zoals recruitment en teamleiders om het grafisch proces in goede banen te leiden.’

Dynamische meetings

De meetings zullen dan ook vast net zo dynamisch zijn. ‘Ja, vrij dynamisch en ad hoc’, erkent hij. ‘We richten ons met name op social media en Google-campagnes, maar ook op de werkenbij-sites van onze klanten. Samen met de webdeveloper bespreken we het proces en de ideeën met de klant. Ook bedenken we samen met de projectmanager welke campagnestructuur het meest geschikt is.’

‘Als teamleider overleg ik wekelijks om te peilen hoe de recruitmentcampagnes online ervoor staan.’

‘Als teamleider overleg ik wekelijks om te peilen hoe de recruitmentcampagnes er online voor staan. Daarnaast hebben we ook meetings met klanten, zowel online als op locatie. Deze meetings betreffen vooral vragen over de websites en over bepaalde vraagstellingen waar een bepaalde projectmanager geen direct antwoord op heeft, en waar wij in kunnen ondersteunen.’

Niet-werken net zo cruciaal

De Gooijer, die samen met vriendin en kind al 10 jaar in Almere woont, begrijpt het belang van werkgeluk. ‘We zijn ons ervan bewust dat het hard werken is in ons vak. Als Team Lead is het mijn verantwoordelijkheid om een goede werkdrukverdeling te maken en behouden, zodat onze medewerkers precies weten waar ze aan toe zijn, maar daarnaast ook niet riskeren om in hun vrije tijd over te werken’, vertelt hij.

‘Bij creativiteit is het belangrijk om goed gefocust te zijn, maar ook om even te ontladen.’

‘Bij creativiteit is het veelal belangrijk om goed gefocust te zijn, maar ook om even te ontladen. Daarom staan hier op kantoor een pooltafel, hangt er een dartbord en kunnen we tafeltennissen. Zo kunnen we ons hoofd leeg maken tijdens de pauzes. Dat zijn momenten waarop we met elkaar binden, maar ook elkaars ideeën in een andere omgeving kunnen bespreken als dat nodig is.’

Bindende factor

Een hele verantwoordelijkheid om die bindende factor te zijn van teams. Ja, dat is het zeker. Ik probeer mij als Team Lead erg open in te stellen, zodat medewerkers zich altijd vrij voelen om dingen met mij te delen. Zowel op privé als zakelijk vlak. Niet dat het ooit is voorgekomen, maar mocht er ooit een geschil zijn tussen medewerkers en de directie, dan zou ik mij altijd hard inzetten voor de medewerker als deze goede argumenten heeft. Ik hoop zo op deze manier toch wel een soort van vertrouwenspersoon te zijn voor al onze collegas.’

‘Het feit dat collegas hun vrienden aandragen om bij ons te komen werken, zien wij dan ook als een groot compliment.’

Klikt het tussen iedereen? ‘Ik heb bedrijven meegemaakt waarbij sommige mensen het met de een beter kunnen vinden dan de ander. Gelukkig spelen dat soort verhoudingen hier geen rol. Iedereen lijkt goed met elkaar te klikken. We zijn een soort van vriendenclub. We werken samen, maar zijn ook zeker aanwezig bij allerlei bedrijfsuitjes. Daar ben ik echt blij om; dat we zo goed bij elkaar passen. We breiden soms ook uit met vrienden van collegas. Het feit dat collegas hun vrienden aandragen om bij ons te komen werken, zien wij dan ook als een groot compliment. Het zorgt voor een samenhorigheid als iedereen elkaar kent.’

Op één lijn

Waar visie ontbreekt, komt het volk om. Het tegengestelde klopt ook, aldus De Gooijer. Van welke projecten hij zelf blij wordt? ‘Wij merken dat het echt heel fijn is als een klant een goed besef heeft van wat hij wil. Dat maakt voor ons het volledige proces, vanaf het contact met de klant, het brainstormen tot en met de aanlevering van online content veel fijner. De beste ideeën komen namelijk bij samenwerkingen waarbij beide partijen op dezelfde lijn zitten.’

‘Wij merken dat het echt heel fijn is als een klant een goed besef heeft van wat hij wil.’

Projecten waar hij zelf heel trots op is? ‘Dat zijn die projecten voor onze klanten waarbij wij eerst zijn gestart met een werkenbij-site en zij dan zo enthousiast zijn over onze dienst, dat zij hun corporate website ook aan ons hebben toevertrouwd. Dat is dan toch wel het type samenwerking waar we bij iedere klant naartoe streven en ons veel positieve zin geeft om de werkdag van start te laten gaan!’

Lees ook

Over de ‘Zero talent waste’-missie waarmee BrainsFirst de arbeidsmarkt structureel wil ontstoppen

‘Talent is grotendeels onzichtbaar en moeilijk te vangen’, stelt Eric Castien, oprichter van de Amsterdamse scaleup BrainsFirst. Daardoor komen op de huidige arbeidsmarkt matches volgens hem lang niet optimaal tot stand. Oftewel: ‘werkgever proberen nog heel vaak vierkantjes in ronde gaatjes te proppen’, zoals hij het noemt. Met als gevolg dat veel vacatures als moeilijk vervulbaar te boek staan, of langer openstaan dan nodig.

‘Het gaat erom voorheen verborgen matches wel te laten zien.’

Spelen met de arbeidsvoorwaarden? Of het lanceren van een lollige wervingssite? Allemaal lapmiddelen, ‘die niet verder reiken dan de oppervlakte’, aldus Castien. En dat verder reiken, dat is juist wat hij met BrainsFirst wél ambieert. ‘Door als het ware onderwater te kijken, blijf je niet langer staren naar dat topje van de ijsberg van cv, opleiding, vakkenpakket, cijferlijst of interesses. En ga je voorheen verborgen matches ineens wel zien.’

Verrassen bij de LVNL

In 2018 besefte hersenwetenschapper Dr. Ilja Sligte dat de selectiecriteria die Luchtverkeersleiding Nederland had opgesteld niet langer leidden tot het gewenste aantal geschikte nieuwe rekruten per jaar. De medeoprichter van BrainsFirst stelde daarop voor anders naar talent voor luchtverkeersleiding te kijken. ‘We kijken nu primair naar dieper liggende skills, op breinniveau’, licht hij de samenwerking met de op de luchthaven gevestigde werkgever toe. ‘Dat levert verrassende matches op, bijvoorbeeld van mensen die voorheen op opleidingseisen zouden zijn afgevallen.’

Deep skills zijn een nieuwe talent-eenheid die tot onder de motorkap reikt.’

Deze deep skills-methode gaat erom aanleg te herkennen voor concrete, onderliggende vaardigheden die als basis dienen voor het aanleren van kennis en kunde. Want elk brein is uniek, aldus Castien. ‘Als je van nature goed bent in patronen herkennen en zowel snel als accuraat kunt werken, zul je je bepaalde vaardigheden snel eigen maken die horen bij een beroep als bijvoorbeeld financieel controller, EHBO-arts of software-tester.’ Hij noemt die deep skills een ‘nieuwe talent-eenheid die tot onder de motorkap reikt.’

Uitdrukken in cijfers

‘Elke rol of baan vraagt iets specifieks van het brein. Als je kijkt naar vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, dan passen de potjes en deksels steeds minder’, aldus neurowetenschapper Sligte. ‘Met opstoppingen in vrijwel elke sector tot gevolg. Vierkantjes in ronde gaatjes proppen werkt niet. Wij zijn in staat om naar deep skills te kijken en brengen zo de vastgelopen talent matching juist weer in stroomversnelling. Of het nou gaat om topvoetbal, engineering, finance, gezondheidszorg of IT: zoek primair naar de match tussen breinpotentieel en baanprofiel, en er dienen zich tal van nieuwe mogelijkheden aan.’

‘Als je kijkt naar vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, dan passen de potjes en deksels steeds minder.’

Zo’n ‘skills-based approach’ zien diverse arbeidsmarktexperts min of meer als haarlemmerolie voor de frictie op de arbeidsmarkt. ‘Die verfijning van beroep of functie naar een cluster vaardigheden is een goede stap’, vindt Sligte ook. Maar waar het volgens hem nog knelt is: ‘Hoe slaag je erin om subjectiviteit en bias uit al die woordjes te halen? Agility, lerend vermogen, aandacht, probleemoplossend vermogen: hoe kwantificeer je ze en laat je elk talent letterlijk en figuurlijk meetellen? Door breinfuncties te meten en uit te drukken in cijfers slagen we hierin veel beter dan de traditionele methoden.’

Boodschappen doen

Dit biedt volgens hem dan ook een robuuste, duurzame basis om vervolgens te gaan matchen. ‘Doordat we aan de hand van ESCO (het European framework for Skills, Competencies and Occupations) alle banen in de Europese Unie met breintypen hebben gekoppeld, is het voor werkgevers eindelijk mogelijk om onderwater te gaan herkennen wat ze nu boven water zoeken. Zo ga je het structureel verspillen van talent tegen. Ik verwacht dat op deze wijze honderdduizenden talenten gematcht zullen gaan worden de komende jaren. Daarmee breng je het aantal onvervulde vacatures fors terug.’

‘Het is alsof je op ‘Italiaans eten’ zoekt en niet op ‘macaroni/spaghetti/lasagne’, laat staan tomaten.’

Sterker nog, BrainsFirst heeft als missie voor zichzelf ‘Zero talent waste’ geformuleerd. Wat ze daarmee bedoelen? Castien: ‘Er gaat nu veel talent verloren omdat enerzijds niet wordt gezien dat het er is (‘onzichtbare skills‘), en anderzijds omdat er zo niet naar wordt gezocht en dus de match niet boven komt. Het is alsof je op ‘Italiaans eten’ zoekt en niet op ‘macaroni/spaghetti/lasagne’, laat staan ‘tomaten’, ‘gehakt’, ‘deeg’. Dat is niet lekker boodschappen doen in een supermarkt.’

45 minuten

De koppeling met ESCO is meer dan een jaar werk geweest, aldus Castien, en vereiste multidisciplinaire samenwerking tussen neurowetenschappers, data scientists, gedragspsychyologen en organisatiedeskundigen. ‘Wij hebben de gehanteerde skills, competenties en beroepen weten te vertalen naar meetbare brein-eigenschappen. Zo weet je door in 45 minuten iemands breinprofiel te genereren welke skills of competenties iemand van nature snel eigen kan maken dan wel welke al aanwezig zijn.’

‘Wij hebben de ESCO-skills weten te vertalen naar meetbare brein-eigenschappen.’

Het kan werkgevers niet alleen helpen kandidaten te selecteren, maar ook de werkomgeving in te richten, zegt hij. ‘Stel dat je als kwaliteitscontrole-medewerker slecht kunt afsluiten voor een drukke omgeving, maar je bezit wel onder meer het vermogen om kleine afwijkingen in patronen snel te detecteren. Dan kun je nog steeds goed zijn in je baan of rol, maar zal het helpen de omgeving van die persoon aan te passen om te floreren.’

Lees ook

 

Ellen Vermeer (Hoppenbrouwers): ‘In 2030 willen we 500 technische vrouwen aan ons binden’

Wie Udenhout binnenrijdt is van één ding verzekerd: binnen mum van tijd verschijnt er een wit busje met een blauwe H. De Hoppenbrouwers-busjes zijn in het pittoreske Brabantse dorp namelijk niet te missen. Logisch ook, gezien de enorme groei van het techniekbedrijf in de laatste jaren. ‘Toen ik hier kwam werken, werkten er zo’n 85 mensen’, vertelt HR-directeur Ellen Vermeer. ‘Nu zijn dat er 1.643. En dat is zonder stagiairs of werkstudenten meegerekend.’

‘We willen bekend staan als een lokale kampioen, een bedrijf dat dichtbij de mensen in de regio staat.’

Maar de Hoppenbrouwers-busjes zijn niet alleen in Udenhout te vinden — inmiddels heeft de allround technische dienstverlener 20 vestigingen, verspreid over heel Nederland. ‘We zijn van oorsprong een Brabants familiebedrijf, maar hebben de laatste jaren vooral gestuurd op landelijke dekking’, zegt Vermeer. ‘We willen bekend staan als een lokale kampioen, een bedrijf dat dichtbij de mensen in de regio staat’, vertelt ze in een interview aan Werf&.

Jong beginnen

Voor het geheim achter het succes van de technische dienstverlener kun je beginnen bij het lokale onderwijs. ‘We beginnen eigenlijk heel vroeg met het verspreiden van alle mogelijkheden binnen de technieksector en het enthousiasmeren van de jeugd. We sturen al jaren medewerkers naar regionale basis- en middelbare scholen, om daar te vertellen over alle kansen binnen de industrie. Dat is dus vooral heel veel voorlichting, waar we willen laten zien hoe mooi de toekomst is van de techniek.’

‘Ik ben eigenlijk het voorbeeld van wat we willen nastreven.’

Zo is het bedrijf trots op alle werknemers die Hoppenbrouwers hun eerste werkgever noemen. ‘Dan is het vervolgens aan ons om ervoor te zorgen dat we ook hun laatste werkgever worden. Ik ben eigenlijk het voorbeeld van wat we willen nastreven. In 2002 begon ik hier mijn eerste baan als personeelsfunctionaris. Maar ik ben niet uniek. Doordat we zo’n groeiambitie hebben, zijn dit soort verhalen er veel meer binnen het bedrijf.’

Schaarste? ‘Niks nieuws’

Schaarste in de techniekbranche? Volgens Vermeer is het weinig nieuws. ‘Er is altijd al schaarste geweest onder technici’, stelt ze. ‘We roepen al jaren over tekorten, maar ik voel me nu wel ondersteund dat er zoveel over wordt geschreven. Je kunt geen krant openslaan zonder dat het over schaarste gaat — en vooral schaars, technisch talent. En dat is ook een voordeel, omdat er zoveel over wordt geschreven, hoef je nu minder uit te leggen wat voor kansen er allemaal zijn in de techniek.’ 

‘We roepen al jaren over tekorten, maar ik voel me nu wel ondersteund dat er nu zoveel over wordt geschreven.’

Toch is het bedrijf ongelofelijk hard gegroeid, ondanks die schaarste dus. En daar stoppen de ambities niet. ‘We sturen eigenlijk al jaren op onze doelstellingen in 2030’, stelt Vermeer. ‘In 2030 willen we namelijk 5.000 mensen voor ons hebben werken, verspreid over meer dan 40 vestigingen. Het afgelopen jaar was bijvoorbeeld heel succesvol, met 587 aannames. Ja, ondanks de grote schaarste dus. Onder wie ook 178 ervaren technici, wat theoretisch gezien de lastigste doelgroep is om te werven.’

‘Wij solliciteren juist bij de kandidaat’ 

Die laagdrempeligheid is voor Hoppenbrouwers altijd belangrijk geweest. ’Denk aan open dagen, meeloopdagen, tot aan het idee dat mensen geen sollicitatie hoeven te sturen, maar gewoon een bakje koffie bij ons kunnen komen drinken. De strategie varieert echter per doelgroep — wel zien we bijvoorbeeld dat je het eigenlijk moet omdraaien bij bijvoorbeeld ervaren technici. Daar geldt dat wij juist bij hen solliciteren.’

‘Omdat we alle facetten binnen de elektrotechniek en werktuigbouwkunde aanwezig hebben in het bedrijf, is vaak niks te gek.’

En daarbij helpt een stukje flexibiliteit, vanuit de werkgever. ‘Bij technici gaat het er vooral om dat ze gewoon iets moois willen maken. Die willen niet bezig zijn met allerlei administratieve randzaken; daar gaat hun hart niet sneller van kloppen. Het is onze taak om vooral zorgvuldig te luisteren naar wat de technicus eigenlijk wil en hen toekomstperspectief te bieden. En omdat we alle facetten binnen de elektrotechniek en werktuigbouwkunde aanwezig hebben in het bedrijf, is vaak niks te gek. Als een technicus zegt wat hij of zij wil, dan kunnen we daarnaar zoeken.’ 

Uitstromer kwam binnen 1 dag terug

De ontwikkeling van medewerkers staat bij Hoppenbrouwers niet alleen centraal in de werving, maar in het héle HR-beleid, zegt Vermeer. ‘Dan heb ik het niet over een cursusje hier, cursusje daar. We kijken naar de lange lijn en de potentie van de werknemer. Dat te concretiseren is de sleutel tot succes op het gebied van retentie. Anders gaan mensen er zelf invulling aan geven en denken: dat zien ze niet in mij. Dat is natuurlijk helemaal niet nodig.’ 

Toch had het bedrijf afgelopen jaar last van uitstroom. ‘Afgelopen jaar zaten we op een percentage van 21,4%. Dat komt deels door de verwarde arbeidsmarkt en mensen die voor zichzelf beginnen’, zegt Vermeer. ‘Maar ik denk dat we nog meer kunnen leren van mensen die vertrokken zijn. Nu hebben we al exitgesprekken, maar wil je écht weten wat de knoppen zijn om aan te draaien, heb je meer sturingsinformatie nodig om te voorkomen dat mensen vertrekken.’

‘We willen echt kijken naar de lange lijn en de potentie van de werknemer.’

Als personeel echter besluit te vertrekken, onderhoudt Hoppenbrouwers het contact met het oog op mogelijke boomerang hires — iets dat in de praktijk dan ook regelmatig gebeurt. ‘Mensen die tevreden ergens hebben gewerkt zijn eigenlijk de beste ambassadeurs. Zo kwam er een medewerker binnen één dag terug. Die zag op zijn nieuwe werk een stapel papier liggen, terwijl wij ons typeren als organisatie die zoveel mogelijk randzaken digitaliseert. Nu moest hij ineens zelf de administratie doen.’ 

Meer technische vrouwen

ellen vermeer HoppenbrouwersHet werkgeverschap van Hoppenbrouwers is inmiddels prijswinnend. In 2023 is het bedrijf voor de tweede maal op rij uitgeroepen door het Top Employer Institute als ‘Top Employer’. ‘Daar zijn we erg trots op’, zegt Vermeer. ‘Maar je moet het eigenlijk zien als een soort audit om te staven waar we precies staan als organisatie. Dat gebeurt op een aantal pijlers, die we hebben doorvertaald naar onze HR-visie. Omdat we ons sterk profileren, inclusief zijn, een langetermijnvisie hebben, het leren centraal zetten, een open en transparante communicatie hebben en datagedreven zijn.’

‘In 2030, willen we 500 technische vrouwen aan ons binden.’

Vermeer ziet echter nog véél meer kansen voor groei, vooral om meer vrouwen aan het werk te krijgen binnen te techniek. ‘We hebben momenteel ongeveer 150 vrouwen binnen de organisatie, van wie er 58 als technicus werkzaam zijn. Het aantal vrouwen in technische functies is afgelopen jaar gegroeid met 38%, dus we doen het al best goed. Maar ik heb zin om dat te verbeteren. In 2030 willen we 500 technische vrouwen aan ons binden. Dus daar gaan we ons de komende jaren nog meer op richten.’

Open Dag

Hoppenbrouwers staat bekend om zijn eigen praktijkscholen en laagdrempelige manier van recruitment. Ook binnenkort, op 18 maart, is er bijvoorbeeld weer een Open Dag om een breed publiek kennis te laten met de techniek die het bedrijf uit Udenhout maakt en gebruikt. Dan kan niet alleen iedereen een kijkje in de keuken nemen, maar geven ze ook kennissessies voor geïnteresseerden. ‘Door de schaarste worden we gedwongen creatief en vooruitstrevend om te gaan met werving’, aldus Vermeer.

Lees ook

‘Wie expats overweegt, heeft eindelijk weer wat aan talent te kiezen’

In Ierland heeft elk zichzelf respecterend dorp een Gaelic Football-club. Dat is op zich logisch: de sport, die het midden houdt tussen voetbal en rugby, komt er tenslotte vandaan. Wat niet logisch is, is dat Eindhoven óók een Gaelic Football-club huisvest. En om het nog bonter te maken: die club werd ooit opgericht door Xelvin, een detacheerder voor technici.

‘Als we ervoor willen zorgen dat die werknemers zich hier thuis voelen, moeten we het hen naar de zin maken.’

‘Eigenlijk is het een fantastisch verhaal’, aldus Alrik Lamberink, Xelvins Program Manager op gebied van International Recruitment. ‘Op ons kantoor in Eindhoven werven we al lange tijd internationaal. En omdat er in Ierland op gegeven moment veel technici zonder baan kwamen te zitten, zijn wij die mensen toen naar Eindhoven gaan halen. We wisten natuurlijk ook: als we ervoor willen zorgen dat die werknemers zich hier thuis voelen, moeten we het hen naar de zin maken. We hoorden van bijna elke Ier die we spraken dat ze het Gaelic Football in Nederland misten. Hier een club voor die sport oprichten was dus een logische stap.’

Krapte reden om internationaal te gaan

Het project met de Ieren bleek zo’n succes dat Xelvin nu in heel Nederland internationale werknemers detacheert. Alhoewel…, geeft Lamberink toe: ‘De belangrijkste reden dat we kennismigranten aanbieden, is omdat de vraag vanuit de markt zo groot is. Werkgevers hebben lang de boot afgehouden: ze waren bang dat expats hun bedrijfscultuur zouden veranderen. Of ze vertrouwden simpelweg niet erop dat werknemers uit het buitenland goed werk konden leveren. Maar nu hebben ze zó weinig mensen, dat ze projecten niet meer afkrijgen, en dat resulteert in boetes. Tegen wil en dank nemen ze nu dus tóch internationaal talent aan.’

Werkgevers hebben lang de boot afgehouden: ze waren bang dat expats hun bedrijfscultuur zouden veranderen.’

Het verhaal van Lamberink klinkt misschien wat negatief, erkent hij. Maar zo is nu eenmaal de realiteit, verzekert de International Recruitment-manager ons. ‘Er is slechts een handvol Nederlandse bedrijven dat meteen het voordeel van expats zag’, verzucht hij. ‘Maar weet je wat het mooie is? Bedrijven die in eerste instantie kennismigranten in huis haalden omdat ze geen andere keus hadden, zijn al die voordelen na verloop van tijd wél gaan zien. Nu zijn nu stuk voor stuk om – ze zwéren bij internationaal talent!’

Waslijst aan voordelen

Dat is trouwens echt niet alleen omdat ze de krapte verlichten, vervolgt hij. ‘Werken met expats heeft namelijk een waslijst aan andere voordelen. Welke precies? Dat ligt aan de regio waar je mensen vandaan haalt. Bij Xelvin werken we de laatste tijd veel met Zuid-Afrikanen – die zijn gewend om veel harder te werken dan Nederlanders, ze hebben een can doattitude.’

Henlo Boshoff (r) kwam via Rubin Dellink (l) uit Zuid-Afrika en werkt nu in Hoogeveen.

‘Zuid-Afrikanen zijn gewend om veel harder te werken dan Nederlanders, ze hebben een can doattitude.’

‘Laatst hoorde ik een fantastisch verhaal van een klant om dat te illustreren: één van zijn technici uit Zuid-Afrika had nachtdienst, maar het lukte hem in de vroege uurtjes niet om een probleem op te lossen. Hij belde toen dus maar z’n collega en landgenoot – laatstgenoemde kwam meteen naar hem toe rijden en samen klaarden ze de klus. Dit soort verhalen horen we heel veel. Ze willen collega’s helpen en voelen zich verantwoordelijk voor het de hele klus, niet alleen hun eigen stukje.’

Pikken snel taal op

Dat Xelvin zich nu vooral op technici uit Zuid-Afrika richt, heeft dus veel met hun werkcultuur en arbeidsethos te maken, vervolgt Lamberink. Én, zo voegt hij meteen toe: ‘Zuid-Afrikanen pikken lekker snel het Nederlands op! Vanuit huis doen ze tenslotte alles in het Afrikaans – een taal die van het Nederlands afstamt en nog altijd veel op haar moedertaal lijkt.’

braai voor expats

Hebben de Zuid-Afrikanen dan helemaal geen extra aandacht nodig? En kan Xelvin ze net als Nederlandse technici ‘gewoon’ bij een werkgever onderbrengen, en daarna de boel de boel laten? ‘Zo simpel is het ook weer niet’, beseft hij. ‘Net als met de Ierse technici in Eindhoven, is het belangrijk dat ook de Zuid-Afrikanen zich hier thuis voelen – alleen zo kunnen ze impact maken bij hun bedrijf. Daarom organiseren we hier braais voor ze – dat is de Zuid-Afrikaanse versie van een barbecue. En we zorgen dat we mensen altijd met in elk geval één landgenoot onderbrengen. Zo kunnen ze steun vinden bij elkaar.’

Gewoon ervoor gaan

Het moge duidelijk zijn: wat Lamberink betreft is buitenlands talent hét antwoord op arbeidsmarktkrapte. ‘Overweeg je expats aan te nemen? Dan geef je jezelf simpelweg weer keus’, vertelt hij. ‘Je kunt erdoor kiezen tussen iemand met ervaring op het ene gebied, of toch juist op het andere. Op de Nederlandse arbeidsmarkt bestaat die mogelijkheid al lang niet meer: je mag blij zijn als er één cv voorbijkomt dat ongeveer past bij je zoekprofiel.’

‘Ook wij hadden consultants die niet overtuigd waren van de toegevoegde waarde van kennismigranten.’

Wil jij als organisatie ook weer kunnen kiezen? Dan moet je stoppen met vergaderen over de potentiële impact van expats, en het gewoon gaan doen, besluit hij. ‘Dat is precies wat wij hebben gedaan. En geloof mij: ook wij hadden consultants die niet overtuigd waren van de toegevoegde waarde van kennismigranten. Maar we hebben tóch de sprong in het diepe gewaagd, en kijk eens wat het ons heeft opgeleverd! We verzorgen nu het hele proces voor internationale detachering: van sollicitatiegesprekken in Kaapstad, tot kennismigranten op je werkvloer met een visum en een BSN. Dat is wat mij betreft iets om trots op te zijn!’

Meer weten?

Op 14 februari vindt het allereerste Congres over de Internationalisering van de Arbeidsmarkt ooit plaats in Nederland. Op die dag ook profiteren van de inzichten van Alrik Lamberink en andere experts? Klik dan hier voor meer informatie, of om je meteen in te schrijven.

Congres Internationalisering

congres expats