Remco Kraal (Pro Contact): ‘Het bruist op kantoor; succes werkt aanstekelijk’

Het leukste bedrijf van Nederland? Na slechts een paar maanden er gewerkt te hebben? Het klinkt misschien wat overdreven. Maar Remco Kraal durft het wel aan. En waarom zou hij zo’n uitspraak ook niet doen – hij kent de organisatie tenslotte ook al goed. ‘Al ver voordat ik hier kwam binnenlopen, was ik een tevreden klant van Pro Contact’, vertelt hij. ‘Ik zat in de directie van een Frans uitzendbureau, en was op de Nederlandse markt op zoek naar kandidaten met een lastig profiel. Via Pro Contact lukte dat, en de samenwerking beviel zó goed, dat ik uiteindelijk in Amsterdam gebleven ben.’

> Wat was voor jou in 2023 een hoogtepunt?

‘Dat zijn er veel. We zijn een snelgroeiend bedrijf, en bij groei en succes komen leuke dingen kijken – we vieren momenteel de ene mijlpaal na de ander. Alleen al in de afgelopen maanden werd Pro Contact genomineerd voor een award van MarketingTribune, wonnen we een Gazelle van het Financieele Dagblad en vierden we onze tiende verjaardag.’

 

‘Ik vind het lastig om één hoogtepunt daaruit te kiezen, maar als ik kijk naar de organisatie die er nu staat, dan is alles gewoon hartstikke fijn. Het bruist op de werkvloer, de sfeer is aanstekelijk. Het is fantastisch om te zien dat wat we doen – een combinatie van sales en recruitment – zo goed door de markt ontvangen wordt.’

> Hoe kan het dat die 2 dingen tegelijk jullie zo goed afgaat?

‘ProContact is ooit als sales lead-generator begonnen – we zijn daardoor super resultaatgericht. Pas nádat we onze aanpak in dat veld hadden geperfectioneerd, zijn we ons op recruitment gaan storten – daar zit dus nu de fun en energie. En omdat organisaties door de krapte hard op zoek zijn naar nieuwe mensen, maar door inflatie niet de hoofdprijs willen betalen, zitten wij in een gat in de markt. Wij zijn tenslotte geen duur werving- en selectiebureau, maar een flexibele probleemoplosser – dat is een unieke propositie.’

> Er zijn toch wel meer Recruitment Process Outsourcers?

‘Tuurlijk: andere RPO’s bestaan in Nederland, maar onze combinatie van recruitment en job marketing is wat mij betreft uniek. Kijk maar eens op onze site, dan zie je welke bedrijven we hebben geholpen, en wat onze cost per hire was – heel transparant. Klanten kijken tegenwoordig terecht naar kosten, en dankzij onze werkwijze weten ze bij ons waar ze aan toe zijn.’

> Wat was afgelopen jaar het belangrijkst voor jullie, de krapte of toch A.I.?

‘Ik zou zeggen: ze waren allebei belangrijk. Maar ik moet zeker kiezen?’ 

> Dat is wel zo leuk.

‘De krapte is op dit moment een van de drivers van ons succes. Maar zelfs in een hypothetische situatie waarin de krapte morgen is opgelost, hoeven wij ons geen zorgen te maken. Onze online tools zitten diep in de funnels van onze klanten – we blijven kortom nodig. En los daarvan: Pro Contact is van origine een sales-bedrijf: we zouden ons sales-kanon altijd op een ander veld kunnen richten, mocht dat nodig zijn. Ik zie die krapte daarom onderaan de streep niet als een cruciale ontwikkeling voor onze organisatie.’

> Het antwoord op de vraag is dus: A.I.?

‘A.I. vormt een ontwikkeling die niet zomaar zal verdwijnen, op onze marketingafdeling werken jonge creatives die bovengemiddeld geïnteresseerd zijn in de toepassingen ervan. Tegelijkertijd doen we op dit moment technisch gezien nog niet veel meer met de techniek dan anderen; ik wil het voor nu dus niet belangrijker maken dan het is.’

> Gebeurde er afgelopen jaar een ontwikkeling die je wél cruciaal vindt?

‘De enige ontwikkeling die ik cruciaal vind, is de ontwikkeling van ons bedrijf. We zijn de rol van start-up inmiddels officieel ontgroeid, en zijn ook eigenlijk geen mkb meer. Sterker nog: we groeien nu zo hard dat het aan alle kanten piept en kraakt – het is zaak om door te pakken. De groeiambitie is enorm, en een van de redenen dat ik me bij Pro Contact heb aangesloten is om die volgende stap in goede banen te leiden.’

> Volop vertrouwen dus.

‘Absoluut. Enerzijds omdat de operationele kant van de organisatie staat als een huis – daar is de afgelopen 10 jaar wel voor gezorgd. Anderzijds omdat de groei nu in de recruitmentmarkt zit, en het bestuur daar jaar flink in heeft geïnvesteerd. De organisatie trok in 2023 een aantal zwaargewichten aan uit het recruitmentvak, onder wie ikzelf. Daardoor hebben we nu alles in eigen handen – 2024 zal in het teken staan van nóg meer groei!’

Lees ook

Meer lezen?

Dit verhaal is afkomstig uit het 180 pagina’s dikke Werf& Jaarboek, dat deze maand is verschenen. Een gratis (digitaal) exemplaar ontvangen? Vraag het hier aan!

Jaarboek

rondetafelsessie

Maarten Kuipers (SteamTalmark): ‘Als iedereen op A.I. leunt, moet je je juist onderscheiden met creativiteit’

Als Maarten Kuipers tegenwoordig door LinkedIn scrollt, op zoek naar nieuwe voorbeelden van arbeidsmarktcommunicatie, ziet de Creative Director van SteamTalmark vooral veel van hetzelfde. ‘Iedereen kampt met de gevolgen van arbeidsmarktkrapte’, zegt hij. ‘De steeds kleinere doelgroep die nog beschikbaar is voor werk, wordt daardoor continu door werkgevers bestookt. Kijk eens hoe leuk het is bij ons, zeggen ze allemaal. Met als gevolg dat de meeste campagnes nauwelijks meer van elkaar te onderscheiden zijn.’

Integraal op de groei

En dus pakt SteamTalmark zaken graag anders aan, stelt Kuipers. ‘Wij zijn denk ik goed in het zo integraal mogelijk aanvliegen van elke opdracht. We willen niet zomaar een leuke reclame voor een werkgever optuigen, en dan maar hopen dat sollicitaties volgen. We onderzoeken eerst wat mensen aantrekt, maar ook tegenhoudt om ergens te gaan werken. Hebben we dat ontdekt, dan kijken we of we die barrières kunnen wegnemen. Vinden we een verhaal dat de aantrekkingskracht van de werkgever écht uitstraalt? En zorgen we dat elk contactmoment in de candidate journey die boodschap uitstraalt: of je nu met een hiring manager, een toekomstige collega of met de werkenbij-site te maken hebt?’

‘We onderzoeken eerst wat mensen aantrekt, maar ook tegenhoudt om ergens te gaan werken.’

Dat gaat vaak over de ambitie van de opdrachtgevers, vervolgt Kuipers. ‘Sterker nog: we zoeken kandidaten die zo’n ambitie zelfs een zetje kunnen geven; hem kunnen oprekken. Wij proberen de ambities van de werkgever (duurzamer worden, innovatiever worden, een ander bedrijf worden, dus waar wil de organisatie naartoe?) te matchen met de individuele wensen/ambities van het talent (wat wil je bereiken met de wereld, met je leven?). Als je een shirt koopt voor een kind, kies je toch ook een maatje te groot – op de groei?’

Kanteling voor cipiers

Uiteindelijk gaat het erom, zegt hij, ‘dat mensen die al fan van je merk zijn fan blijven. En dat mensen die nog geen fan zijn fan worden. Dat vergt een verhaal dat die tweede groep aanspreekt, terwijl het de eerste niet wegjaagt. Wij zoeken daarom altijd naar een vorm die inspireert én waar de interne collega’s ook goed op gaan. Eigenlijk zouden alle werkgeversmarketeers een tegeltje boven hun bureau moeten hangen met: Laat niet de werkelijkheid de waarheid in de weg staan.’

‘Eigenlijk moeten alle werkgeversmarketeers een tegeltje boven hun bureau hangen: Laat niet de werkelijkheid de waarheid in de weg staan.’

Als voorbeeld wijst Kuipers naar een campagne die hij afgelopen jaar hielp te ontwikkelen bij de DJI, de Dienst Justitiële Inrichtingen. ‘De associatie daarbij was al snel een cipier met rammelende sleutelbos; een autoritair persoon met weinig empathie.’ Die associatie strookte echter niet met wat SteamTalmark op de werkvloer aantrof: daar zagen ze werknemers met een sociaal hart, mensen die hun medemens voorbereiden op reïntegratie in de samenleving. ‘Dat verhaal zijn we dus gaan vertellen: een radicale kanteling van het narratief. Mensen die eerst verre van DJI-vacatures bleven omdat ze hun waarden en normen niet met de dienst konden rijmen, sturen nu opeens wél hun cv in.’

A.I. maakt creatief

Een terugblik op 2023 kan lastig heen om het onderwerp Artificial Intelligence. Wat vindt Kuipers hiervan voor zijn vakgebied? Aan de ene kant ziet hij de voordelen in de snelheid van content produceren. Maar aan de andere kant merkt hij dat daardoor de behoefte aan creativiteit alleen maar toeneemt. ‘Ik geloof in het onderscheidend vermogen van creativiteit, juist in een door A.I. gedomineerde recruitmentwereld’, benadrukt hij. En voor een Creative Director is dat natuurlijk ideaal: hij was toch al bezig met het ontwerpen van unieke campagnes. Al was het maar om onze LinkedIn-tijdlijn van een beetje variatie te voorzien.

Meer lezen?

Dit verhaal is afkomstig uit het 180 pagina’s dikke Werf& Jaarboek, dat deze maand is verschenen. Een gratis (digitaal) exemplaar ontvangen? Vraag het hier aan!

Jaarboek

rondetafelsessie

Staff Capital: ‘We vertalen Haagse ontwikkelingen naar goede businessmodellen’

Als Ronald Wichems terugkijkt op 2023, ziet hij een jaar waarin zijn sector zich opnieuw moest aanpassen aan veranderende regelgeving. Wéér, want dat was de jaren ervoor eigenlijk anders. Niet dat al die ingrepen de Sales Director van de Deventer HR-expert Staff Capital een doorn in het oog waren – integendeel zelfs.

De regels van het nieuw te vormen kabinet ziet hij met plezier tegemoet – hoe die er dan ook uitzien.

‘Ik merk dat wij voorop lopen in het interpreteren van wetswijzigingen, we kunnen bedrijven kortom helpen om er optimaal op in te spelen’, vertelt hij. ‘In andere woorden: we vertalen ontwikkelingen uit Den Haag naar goede businessmodellen.’ Dat het nieuw te vormen kabinet straks ook met nieuwe regels komt, ziet Wichems dan ook logischerwijs met plezier tegemoet – hoe die regels er dan ook uit komen te zien.

Van verloner naar fullservice

Als veranderingen worden aangekondigd, volgt Wichems vooral het nieuws over payrolling en flexibele arbeid aandachtig – dat zijn tenslotte de frontiers waarop Staff Capital actief is. Met het oog op de toekomst zette zijn organisatie het afgelopen jaar al belangrijke stappen op beide velden, vertelt hij. ‘We hebben bijvoorbeeld onze payrolling-processen volledig gedigitaliseerd, waardoor we nu nóg beter in staat zijn om grote volumes aan uren te verlonen.’ Maar goed ook, zo bleek later in het jaar: Staff Capital zag de vraag naar zijn verloningsdiensten flink toenemen.

Dat het de organisatie juist in payrolling voor de wind gaat, is natuurlijk niet vreemd – op dat vlak heeft het ook de meeste ervaring. Met ruim 250 klanten, vooral in het mkb, en meer dan 11.500 ingeschreven payrollmedewerkers is Staff Capital uitgegroeid tot een van de grotere HR-specialisten van Nederland. Het bedrijf begon in 2002 onder de naam ‘Payroll Select’, en streek na een aantal overnames neer aan het water in Deventer, waar Staff Capital zich steeds meer omvormde tot ontwikkelaar van eigen HR-tech-oplossingen. Het heeft nu een team in huis dat bijvoorbeeld zelf platformen, websites en producten ontwikkelt en beheert, allemaal gericht op de werving, selectie en inzet van (vooral flexibel) personeel.

Het is een transformatie die volgens Wichems nooit af is. Toch gaat het de onderneming óók in haar geadopteerde veld inmiddels van een leien dakje: haar nieuwe online platform, Flexplein, inmiddels hét grootste netwerk van zelfstandig werkende uitzendondernemers in Nederland, bracht afgelopen jaar klanten als Coca-Cola en Jumbo binnen. ‘Die samenwerkingen kunnen aangaan maakte me in 2023 het meest trots’, aldus Wichems.

Potentieel alom

Met de lancering van Flexplein heeft Staff Capital een platform in handen dat werkgevers direct met uitzenders in contact brengt. Zo is eerstgenoemde groep nooit meer afhankelijk van uitsluitend de preferred uitzenders met wie het werkt. Tegelijkertijd kan laatstgenoemde groep zaken doen met meer werkgevers dan alleen partijen met wie al een bestaande band is. ‘Flexplein vormt, in combinatie met de progressie die we dit jaar in de payrolling boekte, een enorm groeipotentieel voor ons’, laat Wichems optekenen. ‘We gaan vast lessen leren van klanten als Coca-Cola en Jumbo – het is zaak om op basis van die lessen nóg verder te komen.’

Een derde ontwikkeling die Wichems in de gaten houdt, is die van kunstmatige intelligentie – daarin is hij natuurlijk niet de enige. ‘In 2023 hebben we met name van A.I. geprofiteerd in onze recruitment- en marketing-hub’, vertelt hij. ‘Vanuit ons merk RPO Staffing, één van de drie labels die zich onder de paraplu van Staff Capital bevindt, werven we enorme hoeveelheden call center-agents. In dat proces heeft het gebruikmaken van kunstmatige intelligentie voor een grote versnelling gezorgd – de toepassingen ervan lijken vooralsnog eindeloos. Daar hopen we in 2024 nog veel verder van te profiteren.’

Meer lezen?

Dit verhaal is afkomstig uit het 180 pagina’s dikke Werf& Jaarboek, dat deze maand is verschenen. Een gratis (digitaal) exemplaar ontvangen? Vraag het hier aan!

Jaarboek

rondetafelsessie

Jobdigger: ‘Via skills kun je beroepen ontdekken waar iemand nog nooit aan gedacht heeft’

In 2021 haalden ze nog Nieuwsuur met een analyse van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Zulke landelijke exposure zat er in 2023 niet in voor Jobdigger. Maar vraag mede-eigenaar Adelbert Smal naar wat voor hem hét hoogtepunt van het jaar was, en hij weet nog steeds meer dan genoeg highlights op te sommen voor het arbeidsmarktdatabedrijf. Van de forse groei – ook over de grens, tot in Oostenrijk aan toe – tot de introductie van het product Skills’, waarmee klanten bijvoorbeeld zelf kunnen ontdekken welke vaardigheden bij welk beroep horen.

De toekomst van de arbeidsmarkt is skills based, hoor je vaak. Maar hoe geef je dat handen en voeten? Bij Jobdigger zijn ze daarin steeds verder op weg.
Adelbert Smal (rechts): ‘Met onze datakwaliteit onderscheiden we ons van de concullega’s.’

En van de in- en externe evenementen waaraan het bedrijf heeft deelgenomen tot intensivering van de samenwerking met ketenpartners als theMatchbox, Minggo en HRlinkIT. En laten we ook de samenwerking niet vergeten met CompetentNL, het project van onder meer TNO en het UWV, dat dankzij Jobdigger van dynamische skillsdata wordt voorzien. Of de ISO 9001 én 27001-certificering, die zelfs werd geleverd zonder enige tekortkoming. ‘We zijn eigenlijk glansrijk geslaagd’, aldus Smal. ‘Wat betekent dat we alle processen onder controle hebben. Ook op het gebied van datakwaliteit. Een belangrijke voorwaarden om verder te kunnen groeien, maar ook om de kwaliteit van je dienstverlening te kunnen waarborgen. Daarmee onderscheiden we ons echt van de concullega’s.’

Skills

Even nog een paar van die highlights iets nader bekijken. Zoals het product Skills, waarbij 14.000 woordclusters in 5 categorieën laten zien welke vaardigheden bij welke beroepen en bedrijven worden gevraagd. ‘We kunnen nu bijvoorbeeld zien welke vaardigheden vorig jaar werden gevraagd voor een automonteur, en welke nu. En wat daarbij de musthave en nice-to-have skills zijn. Dat is belangrijke informatie als je zelf vacatures wilt schrijven. Maar ook als je wil kijken naar de skills gap van mensen die hier niet het diploma voor hebben, maar wel deze richting op willen. Of als je bijvoorbeeld als uitzendbureau naar alternatieve doelgroepen wil kijken om te benaderen.’

De toekomst van de arbeidsmarkt is skills based, hoor je vaak. Maar hoe geef je dat handen en voeten? Bij Jobdigger zijn ze daarin steeds verder op weg. Zoals hier in Keulen.
Een deel van het Jobdigger-team op de Duitse beurs Zukunft Personal, in september.

Al te veel kan Smal er nu nog niet over kwijt – ‘De lancering volgt pas aan het eind van het eerste kwartaal van 2024’. Maar voor volgend jaar wordt op dit gebied ook veel verwacht van de Virtual Sales Recruiter 3.0, zoals Smal het noemt. Oftewel: een volledig geïntegreerde ‘totaaloplossing’, samen met bijvoorbeeld de profielverrijkingstool van Minggo, waarmee uitzenders alle processen van inkoop, marketing, en arbeidsmarktdata tot search & match tot hun beschikking krijgen. Daarnaast komt er ook een ‘next level’-versie van Jobdigger Insights op de markt, zo is de bedoeling, waarmee nog meer doelgroepdata makkelijk beschikbaar moeten komen.

Zo transparant mogelijk

Alles voor het grotere doel: de arbeidsmarkt zo transparant mogelijk maken, en met inzichten het volledige arbeidspotentieel op de markt beter benutten. Ongeacht of die markt nu krap is of niet. ‘We willen gewoon ook maatschappelijk van toegevoegde waarde zijn’, zegt Smal. ‘En ik zie ook steeds meer dat dat lukt. In Duitsland staat nu bijvoorbeeld de industrie onder druk. Dan kijken wij: waar zien we beweging in de markt? Hoe kun je als uitzender je daarop aanpassen? Daar kunnen we echt wat in betekenen.’

‘De oplossing van het frictieprobleem, daar steken we veel energie in.’

‘Dat deden we in 2023 in Nederland bijvoorbeeld ook toen VDL bekend maakte bijna de helft van zijn banen te gaan schrappen. Toen maakten wij snel een analyse wat voor andere banen er in de omgeving voor die mensen zijn. De oplossing van dat frictieprobleem, daar steken we veel energie in. En als je dat benadert via skills, kun je veel beroepen ontdekken waar de kandidaat misschien nog nooit aan gedacht heeft, en daar misschien ook meteen opleiding en training bij aanbieden om de skills gap te dichten. Van het delen van dat soort kennis worden we heel erg blij.’

Game night

En blije medewerkers, daar is Smal veel aan gelegen, benadrukt hij. ‘We vinden dat een goede sfeer en lol in het werk altijd op 1 moeten staan.’ Een game night of workshop bij een kookstudio ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan onderstrepen dat nog maar eens. Net als de aandacht voor inhoudelijke ontwikkeling. ‘Of het nu gaat om neuromarketing, consultancy, recruitment marketing automation, talenkennis, front-end, analytics of visualisatiemogelijkheden’, vertelt Smal. ‘Op al die gebieden ontwikkelen we onszelf, of zoeken we goede partners. Waardoor we ook komend jaar weer volop kunnen doorgroeien.’

Meer lezen?

Dit verhaal is afkomstig uit het 180 pagina’s dikke Werf& Jaarboek, dat deze maand is verschenen. Een gratis (digitaal) exemplaar ontvangen? Vraag het hier aan!

Jaarboek

rondetafelsessie

‘Een onweerstaanbaar werkgeversmerk begint bij je eigen ambities’

Hoe lang duurt het nu eigenlijk voordat potentiële werknemers hun mening klaar hebben over joúw bedrijf? Is dat 7 seconden, zoals Forbes-onderzoek in 2018 stelde? Of we het nu leuk vinden of niet: snelle oordelen op basis van uiterlijk spelen een krachtige rol in hoe we anderen behandelen én hoe we zelf behandeld worden. Daarom hebben óók werkgevers een competent én aantrekkelijk gezicht nodig.

‘Het gevecht om de aandacht van kandidaten is steeds heftiger; de druk op de werving steeds groter.’

In een arbeidsmarkt die elk jaar weer een stukje lastiger wordt, is dit zelfs onmisbaar, ziet Michelle Schroen (links). ‘Traditionele middelen hebben niet meer het gewenste effect’, aldus de oprichter van iD Employer Marketing & Media. ‘Het gevecht om de aandacht van de kandidaten is steeds heftiger; de druk op de werving wordt steeds groter. Het is tijd de focus te verleggen. Kandidaten gedragen zich steeds meer als consumenten. Het is daarom belangrijk om lessen uit marketing toe te passen in recruitment. In andere woorden: het is tijd voor Employer Marketing.’

8 tot 10 touchpoints

‘Organisaties hebben te maken met veel concurrentie én flexibilisering van arbeid’, voegt mede-oprichter Remke Vloeimans toe (rechts op de foto). ‘Daardoor halen organisaties steeds moeilijker hun wervingsdoelstellingen. Dat heeft wat ons betreft óók ermee te maken dat ze niet voldoende zichtbaar zijn, niet onderscheidend genoeg en onvoldoende gebruik maken van de middelen die al voorhanden zijn, zoals hun eigen medewerkers.’

‘Een juiste mediamix én de kracht van de herhaling gaan je helpen je doelgroep te activeren.’

Daarbij is het belangrijk te beseffen dat een gemiddelde kandidaat 8 tot 10 touchpoints nodig heeft voordat hij of zij overgaat tot actie, zegt ze. ‘Dus een juiste mediamix én de kracht van de herhaling, in combinatie met een lange adem gaan je helpen je doelgroep te activeren.’

Employer Engagement

Schroen en Vloeimans specialiseren zich in het effectief profileren van werkgeversmerken. Ze richten zich zowel op externe aspecten als campagnes, als op interne aspecten zoals Employer Engagement, om medewerkers te behouden en te activeren. Hun bedrijf biedt inmiddels een volledig scala aan diensten: onderzoek, advies, strategie, implementatie en uitvoering.

‘Wat ons bijzonder trots maakt, is dat we vrijwel alle pitches hebben gewonnen waaraan we deelnamen.’

‘We hebben in 2023 talloze werkgeversmerken ondersteund met hun Employer Marketing. Van mediaplannen tot aanbestedingen en de inzet van doeltreffende referral- en ambassadeursstrategieën. Wat ons bijzonder trots maakt, is dat we ondanks onze wellicht nog mindere bekendheid, vrijwel alle pitches hebben gewonnen waaraan we deelnamen, zelfs in concurrentie met gerenommeerde bureaus. Dat bevestigt voor ons dat we de juiste dingen doen en werkgevers behoefte hebben aan een nieuwe stap in Employer Marketing.’

Remke Vloeimans en Michelle Schroen

‘We missen emotie in campagnes’

Naast de onmiskenbare opkomst van A.I. zagen Schroen en Vloeimans in de arbeidsmarktcommunicatie van 2023 overigens nog een opvallender trend. Schroen: ‘In onze meer dan 20 jaar ervaring hebben we al veel campagnes gezien. Het valt ons op dat veel ervan op elkaar lijken, zowel qua inhoud als uitvoering. Het lijkt alsof werkgevers aarzelen om zich echt uit te spreken en een unieke positie te claimen. Vaak is de focus sterk op ratio; we missen emotie in veel campagnes.’

‘Om als werkgeversmerk onweerstaanbaar te worden, moet je ook je plannen en ambities uitspreken.’

Vloeimans: ‘Natuurlijk is het belangrijk de waarheid te vertellen, maar dat is niet altijd prikkelend genoeg voor kandidaten. Om als werkgeversmerk onweerstaanbaar te worden, is het essentieel ook je plannen en ambities uit te spreken. Dat creëert een verlangen voor potentiële medewerkers.‘

Niet leunen op A.I.-tooltjes

Om dat verlangen te verwoorden hoef je niet te leunen op A.I.-tooltjes, benadrukt Schroen. ‘Het zijn je eigen medewerkers die je werkgeversmerk mede bepalen. Dus waarom hen niet vaker betrekken bij je wervingsinitiatieven? Dat zorgt voor trots en creëert betrokkenheid. En vaak ook tot meer succes van je campagne. Wat vervolgens weer bijdraagt aan een positief gevoel op de werkvloer.’

‘We zien nog volop kansen voor interne employer marketing.’

Het biedt je tevens de gelegenheid om je medewerkers wat meer in het middelpunt te zetten, ziet Schroen. ‘We zien nog volop kansen voor interne employer marketing. Door aandacht te geven aan doorgroeimogelijkheden bijvoorbeeld, of goede referralstrategieën te formuleren en interne ambassadeurs te benoemen.’

Campagnes doe je niet ‘erbij’

Voor 2024 willen Schroen en Vloeimans nog meer aandacht vestigen op marketingpsychologie, ‘waarbij we blijven kijken naar innovatieve en verrassende strategieën die buiten de gebaande paden gaan. Bovendien willen we meer benadrukken hoe organisaties hun medewerkers kunnen betrekken om het authentieke verhaal van het bedrijf te vertellen.’

‘Wil je als werkgever écht het verschil maken, dan is het cruciaal om samen te werken met een bureau dat een maatwerkoplossing levert.’

Vloeimans: ‘Daarnaast gaan we ook werken aan onze eigen zichtbaarheid. Waar we in geloven willen we verder verspreiden. We hebben namelijk gemerkt dat veel partijen gaan voor de standaardaanpak en het hele aspect van campagnevoering eventjes erbij doen. Maar wil je als werkgever écht het verschil maken, dan is het cruciaal om samen te werken met een bureau dat een maatwerkoplossing levert, zónder dat er direct een mega-investering mee gemoeid is.’

Meer lezen?

Dit verhaal is afkomstig uit het 180 pagina’s dikke Werf& Jaarboek, dat deze maand is verschenen. Een gratis (digitaal) exemplaar ontvangen? Vraag het hier aan!

Jaarboek

rondetafelsessie

Rondetafelsessie: ‘Voor recruitment is geen totaaloplossing meer’

Veel (dikke) voldoendes. Een enkele 9 zelfs. En ook een 10. Vraag aan een aantal experts hoe in Nederland nieuwe technologie voor recruitment wordt geadopteerd, en de superlatieven vliegen je om de oren. Vergelijk het eens met Duitsland, zegt bijvoorbeeld Marcel Leeman (Textmetrics). ‘Daar moet je soms echt nog uitleggen wat ChatGPT is.’ Al is bijvoorbeeld Rik Verbrugge (RecruitNow) wel een stukje minder enthousiast over de implementatie in de praktijk. ‘ChatGPT is fantastisch, maar in de praktijk valt de implementatie toch nog vaak tegen’, zegt hij. ‘Ik kom ook echt wel eens in landen waar ze vergeleken met Nederland nog in de middeleeuwen zitten, maar er is tegelijk nog zóveel potentie.’

‘Ik kom ook echt wel eens in landen waar ze vergeleken met Nederland nog in de middeleeuwen zitten.’

‘Als je kijkt naar het core recruitmentproces, dan lopen we echt wel een paar jaar voor’, beaamt Ralph Brasker (Byner). ‘Maar de kern van de productiviteit is nog onveranderd, de impact van technologie in staffing is nog relatief beperkt.’ En Tijs van Tilburg (Textkernel): ‘Bij het tot waarde laten komen van de technologie zit ik  ook nog zeker niet op de 10.’ ‘Het aantal plaatsingen per intercedent is met al die technologie niet omhoog gegaan’, vult Bert Koning (OTYS) aan. ‘Al denk ik ook wel dat de markt veel complexer is geworden.’ Genoeg om over door te praten dus, aan de hand van een paar steekwoorden.

Change management

Chris Neddermeijer (Nétive): ‘Wij als techneuten zijn lekker technologie aan het pushen. Maar waar het om gaat is change management. Als je daar geen aandacht aan besteedt, dan blijft het post & pray.’

‘Als je geen aandacht besteedt aan change management, dan blijft het post & pray.’

Hans de Groot (Carerix): ‘Wij lopen in recruitment voor op andere landen, maar ik denk ook op andere industrieën. Ik heb op boorplatformen gekeken, in de engineering. Daar is de adoptie van software soms echt nog heel laag. We moeten onszelf als recruitment dus ook niet in de put praten.’

Hans de Groot: ‘We moeten onszelf als recruitment niet in de put praten.’

Steye Kaersenhout (Cruit): ‘Bedrijven zijn wel geïnteresseerd, maar vinden het toch nog vaak eng en spannend allemaal. In de eerste stap zijn ze heel innovatief, maar echt doorpakken? Dat blijkt toch vaak lastig.’

‘In de eerste stap zijn veel bedrijven heel innovatief, maar echt doorpakken? Dat blijkt toch vaak lastig.’

Koning: ‘Nou, de markt groeit wel door, hoor. Een paar jaar geleden had je als corporate echt nog 750 tot 1.000 medewerkers nodig voordat je begon na te denken  over een ATS. Nu zie je dat ook bedrijven met 50 tot 100 medewerkers er al naar kijken, omdat ze anders gewoonweg de mensen niet meer kunnen krijgen.’

Leeman: ‘Ik zie echt een groot verschil tussen corporates en bureaus. De corporate recruiter laat zich minder snel helpen, bij bureaus is het deel van de productiemachine, en die zijn dus eerder geïnteresseerd.’

Eric Castien: ‘In gesprekken met klanten gaat het steeds vaker over: wat betekent de implementatie nou eigenlijk?’

Eric Castien (BrainsFirst): ‘Als het gaat om adoptie van technologie, denk ik dat wij als ontwikkelaars ook moeten begrijpen dat wij het zijn die klanten moeten adopteren, niet  andersom. In onze gesprekken met klanten staat daarom nu steeds vaker vooraan: wat betekent de implementatie van de technologie nou eigenlijk?’

‘Het gaat niet alleen meer om technische veranderingen bijhouden, maar ook om bedrijfsveranderingen.’

Koning: ‘De lifetime van een recruiter bij een organisatie is vaak niet zo lang. Kom je 6 maanden later binnen, zitten er weer allemaal nieuwe mensen. Als jij je  software werkend wil krijgen, moet je daar rekening mee houden. Je moet mensen steeds opnieuw trainen in je technologie. Dat brengt een verantwoordelijkheid met zich mee, want het gaat dan niet alleen meer om technische veranderingen bijhouden, maar ook om bedrijfsveranderingen.’

Ralph Brasker: ‘Je moet ook de klant uitdagen: 100 bedrijven willen het zó, waarom wil jij het anders?’

Brasker: ‘Er ligt bij ons ook een verantwoordelijkheid om vanuit de marktstandaard de klant mee te nemen. Het gaat twee kanten op. Je moet ook de klant uitdagen: 100 bedrijven willen het zó, waarom wil jij het anders? Wil je echt een dure koppeling maken voor 36 facturen in de maand?’

Belofte

Van Tilburg: ‘Er wordt vaak te veel verwacht technologie, en te weinig geleerd van eerdere ervaringen. De verwachte impact en het succes worden dan gelegd bij de technologie, terwijl het ook belangrijk is om de organisatie hier goed bij te betrekken. De hoeveelheid klanten die erkent dat implementatie van technologie een  gezamenlijk proces is, is heel laag. Het wordt nog steeds gezien als purchasing, in plaats van change management. We kopen iets in, verwachten er de wereld van, de belofte moet snel werkelijkheid worden. Maar als het niet levert, ruilen we het zo weer in en gaan we weer hetzelfde doen.’

‘De belofte moet snel werkelijkheid worden. Maar als het niet levert, ruilen we het zo weer in en gaan we weer hetzelfde doen.’

Koning: ‘Het verbaast me elke keer dat de projectkosten zo weinig worden afgewogen tegen de softwarekosten. Deze markt is wat dat betreft onvolwassen. De  churn rate is in HR-tech dubbel zo hoog als in andere softwareindustrieën. Ik denk dat er te weinig strategische keuzes gemaakt worden.’

Marcel Leeman: ‘‘In het buitenland ligt de besluitvorming hierover vaak hoger in de organisatie.’

Leeman: ‘In het buitenland zie je dat de besluitvorming hierover vaak hoger in de organisatie ligt. Daardoor duurt de voorfase langer, maar bereik je uiteindelijk vaak meer. Je moet als leverancier ook scherp zijn. Als een klant de software niet implementeert, ligt dat niet aan de klant. Ik heb er op lange termijn niets aan dat ik  klanten een factuur kan sturen. Ik heb er iets aan als ik van een klant goede referenties krijg.’

Roderick Bronzwaer (In2Dialog): ‘Ik was vroeger actief bij een leverancier van assessments. In Duitsland krijgen ze daarover nog vaak de vraag: kan dat op papier? In Frankrijk zijn ze nog steeds bezig met bijvoorbeeld grafologie. We zijn in Nederland bereid om andere en nieuwe dingen te proberen. Dus je moet ook gewoon constateren dat de markt in Nederland relatief best volwassen is.’

‘Je moet gewoon constateren dat de markt in Nederland relatief best volwassen is.’

Alen Sirovica (The HERD): ‘Waar de handtekening van de klant staat, staat die van jou ernaast. Het hoort voor jou als leverancier dus ook een kans te zijn, anders moet je er niet aan  beginnen.’

Alen Sirovica: ‘Waar de handtekening van de klant staat, staat die van jou ernaast.’

De Groot: ‘Het ligt 9 van de 10 keer niet aan de software. Die doet wel wat hij doen moet. Het gaat erom: er worden verwachtingen gecreëerd. Maar durf je ook  tegen die klant te zeggen welke stappen hij moet zetten om die verwachtingen waar te kunnen maken?’

‘De CEO zegt vaak: ja, dat kan allemaal. Maar als de CTO ernaast zit, hoor je ineens een heel ander geluid.’

Rick Willems (JEX): ‘Het is onze verantwoordelijkheid om dat door te prikken. Ik zie het zelf vaak verkeerd gaan, dat je aan een leverancier vraagt of iets mogelijk is, en dat hij dan op alles ja zegt. Terwijl het in de praktijk dan heel anders zit. Het ligt er ook aan met wie je aan tafel zit. De CEO zegt bijvoorbeeld vaak: ja, dat kan allemaal. Maar als de CTO ernaast zit, hoor je ineens een heel ander geluid.’

Rick Willems (JEX)

Goede gesprekken

Van Tilburg: ‘Gelukkig hebben we in Nederland niet zoveel last van heel gehaaide sales, vind ik. We hebben vaak goede gesprekken, je komt hier ook niet zo snel weg met bullshit verkopen. De problematiek zit volgens mij dus niet zozeer in de overpromise, maar meer in het change management-stuk. Dat heeft echt veel meer nodig dan alleen technologische implementatie.’

‘Je komt in Nederland niet zo snel weg met bullshit verkopen.’

Koning: ‘De consultancy-kant van ons vak is wat dat betreft ook aan het veranderen. Maar dat is voor ons ook een uitdaging. Niet al mijn consultants kunnen die stap maken naar een business consultant of verandermanager.’

Bert Koning: ‘Niet al mijn consultants kunnen die stap maken naar een business consultant of verandermanager.’

Verbrugge: ‘Dan krijg je ook te maken met de complexiteit van zulke organisaties. Hebben ze bijvoorbeeld al een werkgroep van 10 man samengesteld. En dan kom jij hen vertellen hoe het moet? Dat levert vaak wrijving op.’

De Groot: ‘Dus moet je dan heel goed weten wat die klant wil bereiken, daar gaat het om.’

‘Je ziet wel druk op de implementatie, veel klanten willen daar niet voor betalen.’

Van Tilburg: ‘Je ziet wel druk op die implementatie, veel klanten willen er niet voor betalen. Terwijl deze begeleiding juist zo belangrijk is voor het uiteindelijke succes. Want dat gaat zelden alleen om jouw eigen functionaliteiten, maar om het hele ecosysteem. Het is een vrij hardnekkige praktijk van klanten om het succes van de adoptie bij de leverancier te willen neerleggen. Laat ik zeggen: ook bij ons als leveranciers is er nog veel te leren hoe je goed met elkaar kunt samenwerken,  zodat je echt partners in elkaars succes wordt.’

Koppelingen

Maikel Neelen (Tigris): ‘Ik kan het woord koppeling eigenlijk niet meer horen. Ik heb het liever over integraties.’

‘Kant-en-klare koppelingen? Dat bestaat gewoon niet.’

Kaersenhout: ‘Kant-en-klare koppelingen? Dat bestaat gewoon niet. Dat kun je wel roepen, maar bij elke klant moet je toch weer dingen aanpassen, de inrichting is  overal anders, elke klant wil het toch op zijn eigen manier gebruiken.’

Maikel Neelen (Tigris): ‘Ik kan het woord koppeling eigenlijk niet meer horen.’

Neddermeijer: ‘Er is wel behoefte aan een soort esperanto van HR-data. Iedereen heeft het anders ingericht, waardoor koppelen meteen moeilijk wordt. Bij een klein verschil tussen de systemen krijg je dan al een heel ander beeld en is het probleem meteen dat je het overal moet doorvoeren. Er zijn vele koppelingen en die combinaties die een klant wil zijn steeds anders. Dus er zijn meerdere partijen nodig om dit te organiseren.’

Bronzwaer: ‘Soms heb je 5 standaarden. En dan komen er allemaal knappe koppen en die zeggen: dat kan toch eigenlijk niet? Dat zou 1 standaard moeten zijn! En zo heb je dan 6 maanden later 6 standaarden…’

‘Soms heb je 5 standaarden. En dan zeggen mensen: dat zou 1 standaard moeten zijn! En dan heb je 6 maanden later 6 standaarden…’

Verbrugge: ‘Ik merk dat leveranciers te snel zeggen: je kunt ook met ons koppelen. De verwachting is hier lang niet altijd de realiteit. Je mist dan bijvoorbeeld bijna altijd data.’

Totaaloplossingen

Koning: ‘Een alles-in-1-oplossing? Bestaat niet. Ik denk ook niet dat er veel klanten zijn die zoveel veren willen laten vallen. Vroeger waren wij zo’n partij die alles-in-1 aanbood. Toen hadden we bijvoorbeeld ook nog een eigen mailserver. Maar dat kan nu echt niet meer. Als ik al die deeloplossingen zelf zou moeten ontwikkelen, had ik zeker 4 keer zoveel ontwikkelcapaciteit nodig. Bovendien: je kunt het nooit zo goed doen als de specialist. Je hoeft ook niet altijd het beste van het beste te nemen. Je moet naar het geheel kijken, en dat afstemmen op je behoefte.’

‘Je hoeft niet altijd het beste van het beste te nemen. Je moet naar het geheel kijken, en dat afstemmen op je behoefte.’

De Groot: ‘Zelfs bij de allergrootste softwarepartijen van de wereld werkt het niet. Het gaat om: wat past het best bij jou als organisatie? Wat is specifiek voor jou? Daar zit altijd de crux.’

Koning: ‘Als ik op vakantie ga, en een auto huur, merk ik eigenlijk altijd wel één ding dat ik daar iets beter vind dan in mijn eigen auto. Maar niemand verwacht dat  je dat eenmaal thuis dan zomaar in je eigen auto kunt inbouwen. Men verwacht dat vaak wel in software. Dat is toch gek?’

Tijs van Tilburg: ‘Sommigen kijken verlekkerd naar een Ferrari, terwijl ze een bus nodig hebben.’

Van Tilburg: ‘Wat is het probleem dat je wilt oplossen? Sommigen kijken verlekkerd naar een Ferrari, terwijl ze gewoon een bus nodig hebben. Daarom denk ik ook  dat de modulaire aanpak altijd het beste werkt. Je kunt de beste A.I.-matchingstechnologie aanschaffen, maar als je probleem is dat je morgen magazijnmedewerkers nodig hebt, die vooral hun bed moeten uitkomen, dan heb je daar weinig aan.’

Leeman: ‘Ik zie het als een terugkerend probleem dat veel organisaties toch weer zelf iets willen bouwen.’

‘Ik zie het als een terugkerend probleem dat veel organisaties toch weer zelf iets willen bouwen.’

Van Tilburg: ‘Dat zie ik nu ook heel sterk gebeuren. Waarom bouw je dat zelf? Omdat we het kunnen. Maar heb je een probleem? Nee, dat eigenlijk niet. Maar hoe  ga je dat dan straks in 37 landen onderhouden? Waarom begin je daar dan aan? De praktijk is nu vaak Build OR Buy, maar om echt impact te maken werkt een Build AND Buy-strategie vaak veel beter. Ga partneren met technologiebedrijven, gebruik hun expertise en wat ze al aan belangrijke componenten leveren en voeg dat in  je eigen architectuur samen met eigen ontwikkeling. Wij kunnen als leveranciers inderdaad daarin ook een stap omhoog doen om beter daarop in te spelen.’

A.I.

Willems: ‘We zitten nu bovenin de hype cycle. Veel partijen gebruiken het te snel, zonder goed erover na te denken welk probleem ze ermee willen oplossen.’

‘Veel partijen gebruiken het te snel, zonder goed erover na te denken welk probleem ze ermee willen oplossen.’

Verbrugge: ‘Het hele conversational-deel is de afgelopen anderhalf jaar enorm gedemocratiseerd. Toen was het nog: wie wil er nu met een computer praten? Dat is nu echt wel anders. Nu praat iedereen over z’n hele leven met ChatGPT.’

Kaersenhout: ‘We moeten wel goed in de gaten blijven houden waarover we het hebben. Een if-else-model is géén A.I. En 90% is nog steeds if-else.’

Steye Kaersenhout (rechts): ‘Een if-else-model is géén A.I. En 90% is nog steeds if-else.’

Van Tilburg: ‘De gedachte van A.I. or die is een beetje kort door de bocht. Het zit ook al in heel veel dingen. Op een gegeven moment ga je zien dat niemand meer praat over A.I., omdat het dan volledig geïntegreerd is in de software. De hype, zo van: kijk mij eens de goochelaar zijn, dat gaat er wel uit. Net zoals de klanten die  vragen: wat doe jij met A.I.? Het wordt straks gewoon onderdeel van de technologie.’

Leeman: ‘De promise is fantastisch natuurlijk. En ChatGPT is ook heel gaaf. Maar als je dan in-depth gaat kijken, zijn er maar een paar use cases waarin het ook echt goed werkt. We zitten echt nog wel een stukje af van de positieve output waarop we allemaal hopen.’

Nu kunnen ook de nog niet zo ervaren recruiters een best goede tekst schrijven. Dat is goed nieuws.’

Koning: ‘Ik merk wel dat A.I. het basisniveau omhoogtrekt. Nu kunnen ook de nog niet zo ervaren recruiters een best goede tekst schrijven. De mensen aan de onderkant komen halverwege. Dat is dus goed nieuws. Je hebt nu eenmaal veel jonge, startende en daardoor gemiddelde recruiters. De bovenkant hoeft zich  daardoor nog geen zorgen te maken. Maar dat is maar een klein deel van de markt.’

Roderick Bronzwaer: ‘Sommige mensen worden nu al kapot gespamd op LinkedIn. Als dat allemaal automatisch wordt, wordt dat alleen nog maar erger.’

Bronzwaer: ‘Bij zelfrijdende auto’s heb je het probleem van achter het stuur in slaap vallen. Dat heb je hier ook. Mensen gaan er snel volledig op vertrouwen. Sommige mensen worden nu al kapot gespamd op LinkedIn. Als dat allemaal automatisch wordt, wordt dat alleen nog maar erger. Maar daar zal ook zeker een terugslag op komen.’

Sirovica: ‘Ik merk wel dat klanten steeds vaker vragen waarom iets nog zoveel tijd kost. Dat is soms wel een lastige discussie. Maar kwaliteit is nog steeds een  investering, dat is echt niet veranderd.’

‘Ik merk dat klanten steeds vaker vragen waarom iets nog zoveel tijd kost.’

Van Tilburg: ‘Ook kandidaten ontdekken de mogelijkheden. Je krijgt dus straks dat de A.I.-bot aan de ene kant een sollicitatiegesprek gaat voeren met een A.I.-bot  aan de andere kant. Dat vind ik echt nog wel een bocht te ver.’

Rik Verbrugge: ‘Het hele conversational-deel is de afgelopen anderhalf jaar enorm gedemocratiseerd.’

Verbrugge: ‘Waarom eigenlijk? Dan kun je daarna toch als mensen écht met elkaar in gesprek?’

Bronzwaer: ‘Uit onderzoek blijkt dat kandidaten het gevoel hebben dat A.I. een bétere beslisser is, maar dat ze tegelijkertijd toch het liefst met een mens in gesprek willen. Ik denk dat je in een krappe arbeidsmarkt de verliezer bent als je de kantjes eraf gaat lopen, en denkt dat A.I. het allemaal voor je kan oplossen.’

‘Toen de bankfilialen dichtgingen, zeiden ook veel mensen dat ze het zouden missen om met mensen te praten.’

Van Tilburg: ‘Maar daar moeten we ook niet naïef in zijn. Toen de bankfilialen massaal dichtgingen, zeiden ook veel mensen dat ze het zouden missen om met mensen te praten. Die mensen hoor ik nu echter zelden meer.’

Human touch

Brasker: ‘Die kandidaat wil een human touch, die zul je toch ergens moeten inbouwen. De kandidaat zal uiteindelijk de mate bepalen waarin je als organisatie A.I. kunt inbouwen. Als de kandidaat het niet prettig vindt, en daardoor gaat afhaken, zul je toch iets anders moeten verzinnen.’

De Groot: ‘Ik heb wel eens iemand aangenomen via een Teams-call, maar hij kwam vervolgens live binnenwandelen, en toen was hij zó anders. Ik dacht: hoe kan dat? En dat is dan alleen nog maar een Teams-call, kun je nagaan. Uiteindelijk gaat het 8 van de 10 keer goed. Maar je moet je afvragen of je die 2 keer dat het niet goed gaat niet zó erg vindt dat je het toch anders wil doen.’

‘Ik hoorde op de radio dat 80% van de Nederlanders technologie niet meer begrijpt, en dat 80% van hen dat ook niet meer wil.’

Leeman: ‘Ik hoorde op de radio hiernaartoe dat 80% van de Nederlanders technologie niet meer begrijpt, en dat 80% van hen dat ook niet meer wil.’

Koning: ‘En ik vraag me dan af hoe erg dat is. Als je als recruiter je plaatsingen haalt, is dat toch prima? Niemand weet hoe z’n auto werkt. Toch stappen veel mensen er elke dag in.’

Van Tilburg: ‘Generative A.I. is soms nuttig, maar soms ook een oplossing op zoek naar een probleem. De hype is niet zozeer overdreven, maar de verwachtingen op de korte termijn wel.’

Leeman: ‘Ik vind het wel goed dat er wetgeving komt waarin staat dat je je recruitmentbeslissingen transparant en uitlegbaar moet maken. Zo krijg je uiteindelijk  een soort certificering.’

‘In de Verenigde Staten zie je nu al auditbedrijven ontstaan om de algoritmes te analyseren en controleren.’

Bronzwaer: ‘In de Verenigde Staten zie je nu al auditbedrijven ontstaan om de algoritmes te analyseren en controleren.’

Van Tilburg: ‘Matching is in de praktijk nu vaak heel subjectief. De ene recuiter kan iemand heel geschikt vinden, de andere totaal niet. Met A.I. is het heel belangrijk een controlemechanisme te hebben dat je matchingsproces transparant en uitlegbaar maakt, maar het wordt heel moeilijk voor de wetgever om dit in de praktijk te gaan toetsen.’

Trends 2024

Castien: ‘Ik hoop dat de predictieve waarde van technologie meer aandacht gaat krijgen. Dat hoort volgens mij echt hoger op de agenda.’

‘Ik hoop dat de predictieve waarde van technologie in 2024 meer aandacht gaat krijgen.’

Neddermeijer: ‘Ik sluit me daarbij aan. Ik zet mijn kaarten op het mogelijk maken van betere prestaties, door dataconsolidatie, en meer geïntegreerd gaan denken.’

Chris Neddermeijer (midden): ‘Ik zet mijn kaarten op het mogelijk maken van betere prestaties, door dataconsolidatie, en meer geïntegreerd gaan denken.’

Willems: ‘Ik vind het vooral heel interessant om te zien waar het naartoe gaat als aan allebei de kanten A.I. doorzet.’

Koning: ‘Ik was vorig jaar ook verrast door de opkomst van ChatGPT, ik had het niet zien aankomen. Dus of er volgend jaar weer zoiets gebeurt? Dat weten we nu natuurlijk nog niet. Ik denk wel dat we allemaal steeds efficiënter moeten worden. Je zult alle schuiven omhoog moeten zetten, ook omdat de schaarste onder recruiters zal toenemen.’

‘Je zult alle schuiven omhoog moeten zetten, ook omdat de schaarste onder recruiters zal toenemen.’

De Groot: ‘In welke fase moet je welk kanaal gebruiken voor welke kandidaat? Ik denk dat we daar nog veel kunnen winnen. Kun je me het beste bellen? Of  whatsappen? Dat is voor iedereen anders. Ik denk dat we daar in 2024 stappen in gaan maken.’

Bronzwaer: ‘Er wordt qua technologie zoveel tegen de muur gegooid. Ik denk dat 2024 het jaar wordt waarin we ontdekken wat echt blijft plakken.’

Meer lezen?

Dit is het tweede deel van vier verschillende rondetafelsessies die zijn georganiseerd voor het 180 pagina’s dikke Werf& Jaarboek, dat deze maand is verschenen. Een gratis (digitaal) exemplaar ontvangen? Vraag het hier aan! De volgende weken verschijnen ook nog verslagen van de rondetafelsessie over employer branding en flex.

Jaarboek

rondetafelsessie

Lees ook

Hoe GetJobsDone omviel – en weer opstond, nu zelfs in 2 bedrijven

Studenten die alleen kunnen bijverdienen in de supermarkt of horeca? Heel gek, vonden Darryl Hopman, Joost Hopman en Jacky Fakkeldij in 2020. Daarom bedachten zij GetJobsDone als dé online marktplaats voor studentenwerk. Nu 3 jaar later is het bedrijf op veel aspecten doorontwikkeld. Maar niet alleen in positieve zin, erkent Darryl Hopman. ‘Sterker nog: in 2023 is het bedrijf behoorlijk afgedwaald en waren we het spoor bijster.’

‘We willen andere ondernemers behoeden voor de fout: verveeld raken van je eigen product, dus dan maar obsessief doorontwikkelen.

Als ondernemer wil hij graag ‘een openbare biecht’ doen, vertelt hij. ‘We hebben de afgelopen jaren veel geleerd. Vallen en opstaan. Met als dieptepunt afgelopen jaar, waarbij we ons product dusdanig hebben veranderd dat alles wegviel: ons goed lopende platform met zijn vele gebruikers. Mijn compagnons en ik willen hier open over zijn, omdat we andere ondernemers willen behoeden voor dezelfde fout: verveeld raken van je eigen product, dus dan maar obsessief doorontwikkelen. Totdat het product – dat ooit zo goed werkte – opeens niet meer werkt.’

Waarschuwen

In de beginjaren van het bedrijf werden veel nominaties voor awards in de wacht gesleept. Ze wonnen zelfs de publieksprijs van de 25 onder 25 van MT/Sprout. Maar gaandeweg verloor het haar identiteit. ‘We hebben ons product te ver doorontwikkeld waardoor we zelf eigenlijk niet eens meer wisten wat we nou eigenlijk deden’, zegt CEO (en neef) Joost Hopman.

‘Zoals het echte pioniers beaamt, hebben wij alles op alles gezet het tij te keren.’

Door hier open over te zijn, wil hij andere ondernemers ‘waarschuwen om niet dezelfde stomme fout te maken’, vult Darryl aan. Zelf zijn ze gelukkig op tijd tot inkeer gekomen. ‘Zoals het echte pioniers beaamt, hebben wij alles op alles gezet het tij te keren. We zouden onszelf niet zijn als we onze eigen naam niet zouden waarmaken. Daarom zijn we de laatste 2 maanden als een malle aan de gang gegaan met als resultaat 2 ‘nieuwe’ bedrijven: GetJobsDone als marktplaats voor (young) professionals met nu ook A.I.-ondersteuning voor het maken van opdrachtomschrijvingen, en daarnaast Odylyt: Skills Performance Software, waarbij je inzichten krijgt in welke skills je in huis hebt. Dit zowel individueel als op rapportageniveau voor management.

Odylyt

Na uitgebreid marktonderzoek is naar voren gekomen dat veel werknemers en werkgevers niet goed weten welke skills zij nou zelf of als organisatie in huis hebben, verklaart Darryl Hopman de ontstaansgeschiedenis van dat laatste bedrijf. ‘Hierdoor ontstaat er veel ruis en onduidelijkheid. Daarnaast zorgt de zogenoemde skills-gap voor onnodige uitgaven aan scholing en onenigheid vanwege te weinig informatie. Dit omdat organisaties dan niet scherp hebben wat er nodig is wanneer er een nieuwe koers gevaren moet worden.’

‘Deze software maakt uitgebreide skills-profielen per individu, zodat jij precies weet welke expertise je in huis hebt.’

Aan de andere kant voelen werknemers zich vaak niet voldaan, omdat ze niet weten waar ze nou écht goed in zijn, zegt hij. En juist dáárom is Odylyt opgericht. ‘Deze software maakt uitgebreide skills-profielen per individu, zodat jij precies weet welke expertise je in huis hebt. Organisaties kunnen uitgebreide analyses en ontwikkelplannen maken voor en met medewerkers of zelfs hele afdelingen.’

Matchen op basis van skills

Bij de doorontwikkeling van GetJobsDone valt vooral de toevoeging van – hoe kan het ook anders – een stuk Artificial intelligence op. ‘Vaak vinden opdrachtgevers het lastig om een goede omschrijving te maken voor een opdracht – of vacature’, aldus Hopman. ‘Hier zijn we op ingesprongen door A.I. in het platform te bouwen. Met het beantwoorden van 3 simpele vragen zorgt de A.I. nu ervoor dat er een perfecte opdrachtomschrijving komt.’

‘Met 3 simpele vragen zorgt de A.I. nu ervoor dat er een perfecte opdrachtomschrijving komt.’

Een andere innovatie is het matchen op basis van skills, waar nu de laatste hand aan wordt gelegd. Achterliggende gedachte is om nóg betere matches te maken tussen opdracht en professional. Door middel van A.I. worden skills van kandidaten ontsloten die kunnen matchen met skills die uit opdrachten te halen zijn. Hiermee pakken de ondernemers direct ook (op een minimale schaal) discriminatie aan. ‘Doordat een match nu niet op basis van cv en motivatie gedaan wordt, maar echt op onderliggend bewijs, kun je voor 95% ervan uitgaan dat het een perfecte match is. Dit scheelt ook enorm veel tijd voor opdrachtgevers.’

Selling point: gemak

De ondernemers zeggen met de huidige propositie zichzelf opnieuw uitgevonden te hebben. Met als voornaamste selling point: gemak. ‘Er is maar 1 verdienmodel. Lekker duidelijk en geen onnodige poespas. De toekomst van werk gaat écht veranderen. We zien dat er veel meer vanuit taken gewerkt zal gaan worden in plaats vanuit functies. Dit is ook terug te zien bij kleinere ondernemers. Zij hebben vaak geen behoefte aan een fulltimer, maar wel aan ondersteuning bij bijvoorbeeld de marketing. Op het platform van GetJobsDone wordt de prijs vooraf besproken en wordt per opdracht in plaats van per uur gewerkt. Dit maakt het – volgens onze huidige gebruikers – voor alle partijen heel duidelijk en overzichtelijk. We zeggen het nog maar een keer: waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?’

Foto boven, van links naar rechts: Darryl Hopman, Joost Hopman en Jacky Fakkeldij.

Lees ook

Rondetafelsessie: ‘We gaan in recruitment een hilarische tijd tegemoet’

Waar in 2022 de grote krapte op de arbeidsmarkt het maatschappelijk debat bepaalde, met de chaos op Schiphol als meest pregnante voorbeeld, leek het in 2023 bijna business as usual. ‘Tja, personeelstekort, hè’, hoorde je vaak als excuus als er weer eens iets niet lukte of niet door kon gaan. Alsof het daarmee meteen goedgepraat werd.

‘Hadden recruiters het écht voor het zeggen, dan zou de arbeidsmarkt er een stuk beter voor staan…’

Maar hoe staat het er nou werkelijk voor op de arbeidsmarkt? Vraag het een aantal experts en een groot aantal trends komen naar boven, van afkoelende economie, inflatie en loonstijgingen, tot Engels in winkels, aandacht voor welzijn van werknemers en veel gepraat over skills based werving, zonder dat dit in de praktijk nou echt doorzet. Genoeg om over verder te praten dus, aan de hand van een aantal thema’s. Met een duidelijke conclusie: hadden recruiters het écht voor het zeggen, dan zou de arbeidsmarkt er in z’n algemeenheid een stuk beter voor staan…

Engels in winkels

Cees Bakker (SollicitatieLab): ‘Onze arbeidsmarkt wordt internationaal. Dat was al langer zo, in landbouw- of in productie-omgevingen. Maar nu dus ook in winkels. Daardoor valt het meer op. Maar of het ook erg is? Dat durf ik eigenlijk niet te zeggen. Ik denk dat het onontkoombaar is.’

‘Of het erg is dat onze arbeidsmarkt internationaal wordt? Ik denk dat het onontkoombaar is.’

Tristan van Putten (recruitmentmanager Van Dorp): ‘Mijn persoonlijke visie is niet mijn corporate antwoord. Maar als je het mij vraagt moeten we vooral kijken naar wat iemand kan, en minder naar: welke taal spreekt hij of zij? Dat komt dan later wel, denk ik. Het lastige is: wij hebben klanten met een bepaalde wensenlijst. En vanuit het oogpunt van veiligheid willen ze dan dat kandidaten Nederlands spreken. Dat snap ik dan ook weer wel. In de retail heb je bovendien ook de klanten die er een mening over vormen, wat je niet hebt bij productie.’

Tristan van Putten: ‘Als je het mij vraagt moeten we vooral kijken naar wat iemand kan, en minder naar: welke taal spreekt hij of zij?’

Fabian de Jong (The HERD): ‘Het is ook een keuze per bedrijf. Wil ik dat? Voor de een past het wel, voor de ander niet.’

Ardiënne Verhoeven (Workwonders): ‘Het is wel iets ingewikkelder, denk ik. In de logistiek zijn veel bedrijven nog maar voor 30% Nederlandstalig, die Nederlanders haken dan steeds meer af. Dat is lastig hoor.’

‘In de logistiek zijn veel bedrijven nog maar voor 30% Nederlandstalig, die Nederlanders haken dan steeds meer af. Dat is lastig hoor.’

Edwin de Jonge (Timetohire): ‘Als het gaat om diversiteit, gaat het natuurlijk wel om meer dan alleen taal. En daar hebben we met z’n allen nog wel iets te doen met elkaar. De Polen komen al niet meer. We zijn zo xenofobisch wat dat betreft. Maar als we het willen oplossen, moeten we ook echt buiten Europa durven kijken.’

Edwin de Jonge (Timetohire): ‘Als we het willen oplossen, moeten we ook buiten Europa durven kijken.’

Van Putten: ‘Als we blijven vasthouden aan die Toren van Babel, maken we met z’n allen de arbeidsmarkt inderdaad moeilijker. Hoe vaak ik geen cv’s binnenkrijg waarvan ik denk: ‘die gaat het zeker kunnen’, maar waarbij de vacaturehouder toch vasthoudt aan zijn wensenlijstje… En dat gaat dus ook om taal.’

Caroline Pols (UP in business): ‘Ik zie momenteel wel een tendens dat werkgevers daar soepeler in worden.’

‘Hoe vaak ik geen cv’s binnenkrijg waarvan ik denk: die gaat het zeker kunnen, maar de vacaturehouder toch vasthoudt aan zijn wensenlijstje…’

Ed Gunzeln (EDG Consultancy): ‘We gaan naar een Europese arbeidsmarkt. Heel veel opleidingen gaan in het Engels, ook in het mbo. Ik denk niet dat wij in Nederland in de luxe positie zitten dat we daar iets aan gaan doen.’

Het culturele deel

Nienke Leenheer (Monsterboard): ‘Wij proberen daar zelf in mee te ontwikkelen. Maar krijgen dan toch van klanten terug: hé, ze spreken geen Nederlands. We hebben daar echt veel gesprekken over met onze klanten. Je ziet het bij ons ook in de praktijk. Vanuit onze vestiging in Amsterdam worden alle campagnes voor Europa gemanaged. Hierdoor werken er mensen met allerlei nationaliteiten. Tijdens de lunch merk je dat we vaak starten in het Engels, maar toch ook snel weer overgaan naar het Nederlands. Het blijft lastig.’

Nienke Leenheer (naast Ed Gunzeln): ‘Tijdens de lunch merk je dat we vaak starten in het Engels, maar toch ook snel weer overgaan naar het Nederlands.’

De Jonge: ‘Het is ook het culturele deel. Wij zitten tussen de middag boterhammen te eten, dat doen Italianen echt niet. Iedereen moet zich aanpassen, niet alleen de nieuwe werknemer. Je moet daar als bedrijf dan wel voor openstaan.’

Verhoeven: ‘Ik weet dat wij een van de landen zijn die het meest discrimineren. Dat zit de arbeidsmarkt echt in de weg.’

‘Ik weet dat wij een van de landen zijn die het meest discrimineren. Dat zit de arbeidsmarkt echt in de weg.’

Bas van de Haterd (Digitaal-Werven): ‘Klopt. Nederlanders discrimineren bijna het meest in de arbeidsmarkt in Europa, na Zweden. Maar Nederlanders zijn er zo van overtuigd dat ze niet discrimineren, dat ze daarom ook het gesprek daarover niet aan willen.’

De comeback van het mbo

Arjan Elbers (Guruz): ‘Ha, dit is mijn terrein. Ik ben hier blij mee. Jarenlang hebben we alleen maar gehoord kennis, kennis, kennis. En is de perceptie geworden dat je kinderen allemaal maar zo hoog mogelijk moet opleiden. Nu zie je wat je daardoor tekort komt op de arbeidsmarkt.’

Arjan Elbers: ‘Jarenlang hebben we alleen maar gehoord kennis, kennis, kennis. Nu zie je wat je daardoor tekort komt op de arbeidsmarkt.’

Marieke Wehner (Floyd & Hamilton): ‘Zolang je het hoog- en laagopgeleid blijft noemen, houd je het probleem. Niemand wil de domme van de klas zijn.’

‘We hebben het aan mbo’ers zelf gevraagd, en die zeiden: zeg maar gewoon mbo’er.’

Elbers: ‘Toch is dat een semantische discussie. We hebben het aan mbo’ers zelf gevraagd, en die zeiden: zeg maar gewoon mbo’er.’

Van de Haterd: ‘Voor de mbo’er zelf maakt het misschien niet uit, voor de omgeving ongetwijfeld wel.’

Marieke Wehner: ‘‘Zolang je het hoog- en laagopgeleid blijft noemen, houd je het probleem. Niemand wil de domme van de klas zijn.’

Elbers: ‘Praktisch onderwijs is niet een trend of een hype: de arbeidsmarkt heeft gesproken. Het is noodzakelijke rehabilitatie.’

Gusta Timmermans (Recruitment Builders): ‘In ons project op Schiphol hadden 31.000 mbo-studenten gesolliciteerd. Wat een power komt er dan vrij! Voor mij was dat wel een leerschool hoe belangrijk deze doelgroep is.’

‘Praktisch onderwijs is niet een trend of een hype: de arbeidsmarkt heeft gesproken. Het is noodzakelijke rehabilitatie.’

Verhoeven: ‘Ik zie het nu echt snel veranderen. In Eindhoven zitten mbo, hbo en universiteit echt samen op de campus. Dat helpt enorm.’

Ardiënne Verhoeven: ‘In Eindhoven zitten mbo, hbo en universiteit echt samen op de campus. Dat helpt enorm.’

Bakker: ‘De inzet van minister Dijkgraaf helpt ook. Meer voor de omgeving dan voor de mensen zelf trouwens. Die hebben toch wel lol in hun werk.’

‘Als we alleen op die hogeropgeleiden blijven focussen worden we toch snel generaals zonder paard.’

Van Putten: ‘Ik wil benadrukken dat wij als werkgevers daar ook een rol in hebben. Als we alleen op die hogeropgeleiden blijven focussen worden we toch snel generaals zonder paard. Zonder medewerkers ook geen managers.’

Jaar van de skills

Van de Haterd: ‘Ik was recent op Unleash in Parijs, en zag daar op alle tools een sticker geplakt: skills based. Voor wat het waard is.’

‘Op Unleash in Parijs zag ik op alle tools een sticker geplakt: skills based. Voor wat het waard is.’

Jan-Peter van der Wal (SkillsCV): ‘Er wordt wel overal over gesproken, maar gebeurt het ook? Ik ben nu een jaartje ondergedoken in de skills-wereld, en zie dat er zo goed als foutloos mee gematcht kan worden. Ik zie ook de vele initiatieven die op dit gebied lopen. Maar het doorvertalen naar de praktijk blijkt toch lastig. Alleen al een vacature omzetten in dezelfde taal als wat iemand kan is heel moeilijk.’

Jan-Peter van der Wal: ‘Ik zie de vele initiatieven op het gebied van skills. Maar het doorvertalen naar de praktijk blijkt toch lastig.’

De Jonge: ‘Toch zie ik het wel die kant opgaan. Je wilt als kandidaat immers niet alleen de dingen doen die je al eerder gedaan hebt.’

Timmermans: ‘Begin nou eens met het cv afschaffen, en kijk naar: wat wil iemand leren? En hoe kun je dat matchen aan de vacature?’

Als je naar skills zegt te kijken, is dat toch vaak afgeleid van ervaring. En dan doe je dus eigenlijk wat je altijd al deed.’

Van de Haterd: ‘Ik wil nog wel een nuance maken. Kijk je naar skills, of naar potentie? Als je naar skills zegt te kijken, is dat toch vaak afgeleid van ervaring. En dan doe je dus eigenlijk wat je altijd al deed. Maar als je kijkt naar potentie, gaat er echt iets veranderen.’

Pols: ‘Ik betwijfel of 2024 de skills-belofte gaat inlossen. Het aantal best practices blijft toch laag. En vergis je niet: systemen, recruiters, alles moet aangepast.’

Caroline Pols: ‘Ik betwijfel of 2024 wel de skills-belofte gaat inlossen.’

Kevin Sebel (EN HR solutions): ‘Dit probleem ligt niet zozeer bij HR of recruitment, denk ik. Het moet van boven naar beneden veranderen. Dan leiden wij de recruiters vervolgens wel op.’

Hiring managers als gatekeepers

Bakker: ‘Maar zodra de Oekraïense oogarts nog niet aan het werk kan, zijn we nog heel ver af van matching op skills.’

‘Het moet van boven naar beneden veranderen. Dan leiden wij de recruiters vervolgens wel op.’

Van Putten: ‘Als recruiter zijn we toch onderdeel van bedrijven. En daarbij zijn de hiring managers nog altijd de gatekeeper. Ik poneer wel vaker de stelling dat als recruiters meer zouden mogen beslissen, we veel sneller van veel arbeidsmarktproblemen af zouden zijn.’

Verhoeven: ‘Je kunt het ook omdraaien. De pijn is blijkbaar nog niet hoog genoeg op de arbeidsmarkt. Daar moet toch de druk vandaan komen.’

Cees Bakker: ‘Zodra de Oekraïense oogarts nog niet aan het werk kan, zijn we nog ver af van matchen op skills.’

Pols: ‘Maar dat zie je nu dus wel gebeuren. Nu de noodzaak hoger wordt, zie ik wel tempo ontstaan, en staat het traditionele recruitmentproces steeds vaker ter  discussie. Maar dat is wel een verhaal van lange adem.’

‘Door de veranderende economie vrees ik dat veel budgetten nu weer worden teruggeschroefd.’

Elbers: ‘Ik zie daarin nu ook een risico. Door de veranderende economie vrees ik dat budgetten worden teruggeschroefd. Terwijl we nu juist keihard door zouden moeten. Op grond van skills, maar ook op grond van demografie bijvoorbeeld. Ik mis vaak het strategisch niveau.’

Van de Haterd: ‘Vraag eens naar de gemiddelde omzet per medewerker. De meeste recruiters weten het niet. Maar dan zou je wel een stuk handiger gesprek in je  organisatie hebben.’

Gusta Timmermans: ‘Ik denk dat je heel veel kunt leren door recruitment dedicated onderdeel van je strategie te maken.’

Bakker: ‘Op Schiphol ging het vorig jaar mis. Maar dat ging gelukkig nog over koffers en vakanties. Nu zie je het ook steeds meer misgaan in de zorg, in de  energietransitie. Dat is wel zorgelijk, hoor.’

Timmermans: ‘Ik denk dat je heel veel kunt leren van focus en door recruitment echt dedicated onderdeel van je strategie te maken.’

‘De mensen zijn er echt wel. Het is allemaal een kwestie van mindset.’

De Jonge: ‘De mensen zijn er echt wel. Het is allemaal een kwestie van mindset.’

Dip in de economie

Timmermans: ‘Ik maak me wel zorgen. De arbeidsmarkt verandert, 75% van de interim recruiters is dadelijk niet meer nodig. Wat gaan die allemaal doen?’

De Jonge: ‘Ik denk dat de politiek ook nog wel een knuppel in het hoenderhok gaat gooien. Dat is een bedreiging voor de flexibiliteit in de markt.’

‘75% van de interim recruiters is dadelijk niet meer nodig. Wat gaan die allemaal doen?’

Verhoeven: ‘Ik denk dat volgend jaar de demografische ontwikkeling echt een rol gaat spelen. Dat zie je nu al. In de zorg bijvoorbeeld, of aan de randen van ons land.’

Sebel: ‘Ja, maar ook bijvoorbeeld bij de leraren in Amsterdam.’

Geert-Jan Waasdorp: ‘Zullen we over een jaar of 3 het hebben over een 3-daagse schoolweek?’

Geert-Jan Waasdorp (Intelligence Group, gespreksleider): ‘Er wordt nu gesproken over een 4-daagse schoolweek. Zullen we over een jaar of 3 het hebben over een 3-daagse schoolweek? Of om en om 3 en 4 dagen?’

Verhoeven: ‘De enige oplossing voor schaarste is zorgen voor minder vraag of meer aanbod, meer smaken zijn er niet. In het onderwijs kun je bijvoorbeeld denken aan werkloze acteurs voor de klas.’

De Jonge: ‘Ik weet niet of we het erg moeten vinden als de werkloosheid volgend jaar wat stijgt. Die werklozen verdwijnen ook weer als sneeuw voor de zon. De  markt kan ook wel tegen een stootje, denk ik. Als ik nu een restaurant reserveer, zitten ze nog steeds drie weken vol.’

Verhoeven: ‘De arbeidsmarkt reageert altijd vertraagd op de economie.’

De Jonge: ‘De uitdaging op lange termijn verandert echt niet door een economisch dipje.’

Elbers: ‘Het domste zou daarom zijn om nu de rem op recruitment te zetten.’

‘Het domste zou het zijn om nu de rem op recruitment te zetten.’

Bakker: ‘We moeten leren van fouten uit het verleden, en nu juist opleiden voor de arbeidsmarkt van morgen. Het is toch logisch dat we gaan scholen in skills die we nodig hebben? Maak de opleidingen voor de energietransitie dus zo aantrekkelijk dat iedereen dat wil gaan doen.’

Sebel: ‘Teer puntje: is de kwaliteit van het UWV wel zodanig dat ze daar hun rol in kunnen pakken en de juiste mensen naar voren kunnen brengen?’

Kevin Sebel: ‘Is de kwaliteit van het UWV wel goed genoeg om de rol in skills te kunnen pakken?’

De Jong: ‘Ik merk dat veel freelancers zich nu weer proactief melden: heb je werk voor me? Dat is wel een voorbode van verandering, denk ik zo.’

De Jonge: ‘Ik ben er wel bang voor dat de recessie de vernieuwing in recruitment tempert, en dat we gewoon blijven doen wat we altijd al deden. En dat we bijvoorbeeld retentie weer uit het oog verliezen.’

Bakker: ‘Klopt. Je ziet altijd dat er incidenten nodig zijn om echt te veranderen. Zoals Schiphol vorig jaar.’

A.I.

Timmermans: ‘Overschat vooral niet wat mensen nu al van A.I. weten. Bij Recruiters United in september moest Nicol Tadema echt nog uitleggen wat ChatGPT was. Veel bezoekers hadden er nog nooit van gehoord.’

De Jonge: ‘De tech savviness van onze beroepsgroep is af en toe echt tranentrekkend.’

‘De tech savviness van onze beroepsgroep is af en toe echt tranentrekkend.’

Pols: ‘Ik zie dat iedereen er wel meer van wil weten, maar dat het aantal toepassingen nog steeds heel laag blijft. Die normalisatie, daar zijn we nog lang niet.’

Sebel: ‘Het vak zit nog echt in de exploratiefase, maar innoveert nog nauwelijks, omdat we het veel werk vinden en de voordelen nog niet echt zien. Daarom denk ik dat het ook in 2024 nog niet echt doorbreekt.’

Van de Haterd: ‘Ik verwacht komend jaar de omslag van de hype naar de fase van de teleurstellingen. Zoals altijd denken heel veel mensen ook nu dat je met een tool een gebroken proces kunt lijmen. Dat werkte al nooit, en dat zal ook nu niet werken.’

‘Zoals altijd denken heel veel mensen ook nu dat je met een tool een gebroken proces kunt lijmen. Dat werkte al nooit, en dat zal ook nu niet werken.’

De Jong: ‘Misschien gaat A.I. wel de arbeidsmarkt als geheel veranderen. Dat heeft dan toch grote invloed op de wereld van recruitment, maar meer indirect.’

Fabian de Jong: ‘Misschien gaat A.I. wel de arbeidsmarkt als geheel veranderen.’

Pols: ‘Steeds meer mensen begrijpen dat recruitment marketing is. En in marketing komt A.I. in alles terug. Daar worden grote stappen in gezet. Daarin verwacht ik ook in recruitment dus wel een versnelling.’

300 nieuwe tooltjes

De Jonge: ‘Probleem in recruitment is: er is voor A.I. eigenlijk geen goede dataset. Voor de zelfrijdende auto zijn jarenlang data verzameld, op alle mogelijke manieren. Voor de arbeidsmarkt ontbreekt dat nog. Dus is ook de waarde van de toepassingen nog beperkt.’

Van Putten: ‘Ik zie wekelijks wel 300 nieuwe tooltjes opkomen. Dat betekent volgens mij dat heel veel van de huidige skills overbodig zullen worden. Maar als je  bereid bent A.I. te omarmen, zul je altijd werk hebben. De arbeidsmarkt zal andere dingen gaan vragen.’

‘Probleem in recruitment is: er is voor A.I. eigenlijk geen goede dataset.’

Van der Wal: ‘Als er ergens een markt in de fik staat, en je komt dan met vernieuwing, dan zie je vaak dat iedereen er opduikt. Maar je moet nu echt op zoek naar plekjes in de markt waar je het kunt toepassen. Je moet het niet meteen op het totaalplaatje willen toepassen. Uiteindelijk zullen alle kleine stappen wel optellen tot iets moois, denk ik.’

Leenheer: ‘Ik kom uit de bureauwereld, daar waren we al heel lang gewend om te werken met A.I. Dus zo nieuw is dat allemaal niet. Maar we
zien wel dat het moeilijk is om aan goede data te komen. Vanuit Amerika is hier veel focus op.’

De Jonge: ‘Goldschmeding was zijn tijd ver vooruit, toen hij als Randstad-CEO met data-analyse een griepgolf kon voorspellen. Dat was A.I. avant la lettre.’

Van de Haterd: ‘Dat is precies het punt. A.I. zal doorbreken, als het maar werkt. Als het embedded is in de producten die we toch al gebruiken, zullen we er zeker ons voordeel mee gaan doen. Maar als we onze processen ervoor moeten aanpassen, zal het langzamer gaan.’

Pols: ‘Mensen zijn nu eenmaal altijd sneller geneigd zich sneller aan te passen als het past bij de functie die ze uitvoeren.’

Gamechanger

Van der Wal: ‘Een gamechanger? Die komt altijd uit onverwachte hoek, per definitie.’

Wehner: ‘Wat er nu allemaal gebeurt in de wereld, geopolitiek bedoel ik, zal dat niet de gamechanger zijn?’

Bas van de Haterd: ‘Ik zie ook candidate tech wel als een gamechanger.’

Van de Haterd: ‘De Wet Toezicht Gelijke kansen bij werving en selectie zal denk ik ook veel impact hebben. Als we tenminste snel een kabinet hebben.’

De Jonge (lachend): ‘Laten we dat dan door A.I. laten samenstellen. Beetje skills based erbij. Dát zou pas een gamechanger zijn!’

Van de Haterd: ‘Ik zie ook candidate tech wel als een gamechanger. In Australië heeft iemand een tool gemaakt die 200 sollicitaties per uur verstuurt. Wat als elke kandidaat ook ChatGPT gebruikt? Als iemand dit gaat automatiseren en breed beschikbaar maakt, gaan we in recruitment nog een hilarische tijd tegemoet!’

Meer lezen?

Dit is het eerste deel van vier verschillende rondetafelsessies die zijn georganiseerd voor het 180 pagina’s dikke Werf& Jaarboek, dat deze maand verschijnt. Een gratis (digitaal) exemplaar ontvangen? Vraag het hier aan! De volgende weken verschijnen ook nog sessies over employer branding, flex en recruitmenttechnologie.

Jaarboek

Robbert Dijkgraaf: ‘Die M van MBO mag er van mij wel af’

‘Impactmaker van het Jaar’. Zo betitelde Werf& eind vorig jaar demissionair minister Robbert Dijkgraaf. Zijn niet aflatende inzet om mbo’ers niet alleen zoveel mogelijk gelijk te trekken aan andere studenten, maar ook om hen volwaardig te laten meedraaien op de arbeidsmarkt, leverde hem een speciale Werf& Award op. En dat was niet alleen de eerste keer dat wij die prijs uitreikten, het was ook de eerste keer dat hij als minister een onderscheiding in ontvangst mocht nemen, vertelt hij niet zonder trots op zijn werkkamer op het ministerie van OC&W in hartje Den Haag.

‘Waar zit de grootste behoefte? Bij de vakmensen. Die je op het mbo vindt.’

Hij is vereerd, geeft hem ook een mooie plek op zijn dressoir. Naast een fraaie waaier met zijn portret erop. ‘Die hebben mbo-studenten in Tilburg voor me gemaakt, omdat ik graag praat over de waaier aan onderwijsvormen.’ Waar het mbo dus volgens hem niet alleen een heel grote rol in speelt, maar ook een rol die veel meer aandacht verdient. ‘Vakmensen zijn namelijk de eerste stap van de raket naar de maan’, zegt hij. ‘Je krijgt geen lift-off als je de mensen niet kunt vinden. En waar zit dan de grootste behoefte? Bij de vakmensen. Die je op het mbo vindt.’

Grote doelen

Het huidige demissionaire kabinet had ‘grote doelstellingen’, aldus Dijkgraaf. De energietransitie, de huizenmarkt, de zorg, de ambities waren groot. ‘Maar ik voelde al snel: dat komt altijd ook weer op het bordje van het onderwijs terecht. Want de mensen zijn er gewoon niet. We zagen de tekorten oplopen. Dus er was een duidelijke maatschappelijke vraag om dit onderwerp meer op de agenda te zetten.’

De M van mbo? Hij is in het buitenland nauwelijks uit te leggen, doet geen recht aan de praktijk, en is bovendien een tikkeltje denigrerend. Dat zegt demissionair minister Robbert Dijkgraaf in een exclusief interview. ‘Ik denk dat de term z'n langste tijd gehad heeft.’

‘We zagen de arbeidstekorten oplopen. Dus er was een duidelijke vraag om dit onderwerp op de agenda te zetten.’

Maar er was ook een meer fundamentele reden, benadrukt hij. ‘Als minister van onderwijs zie je in vogelvlucht alle onderwijsvormen, van universiteiten tot mbo. Toen viel me al snel op: je praat over grotendeels dezelfde onderwerpen, maar de wet- en regelgeving en hoe we studenten ondersteunen is heel verschillend. Dat is historisch zo gegroeid. Lange tijd werd beroepsonderwijs niet gezien als iets waar de staat zich mee zou moeten bemoeien. Dat deed het bedrijfsleven zelf wel. Maar op een gegeven moment kijk je dan toch van een afstandje daarnaar en zie je verschillen die eigenlijk niet meer uit te leggen zijn.’

Iedere student evenveel waard

Zijn aandacht voor het beroepsonderwijs, en dan vooral het mbo daarbinnen, komt daar dus uit voort. ‘Fundamenteel zeggen we: iedere student is evenveel waard, iedere vorm van opleiding hebben we nodig. Dus ja, daar ligt ook een taak van de overheid. En ja, studenten in het beroepsonderwijs moeten op dezelfde manier gesteund worden en dezelfde mogelijkheden krijgen als die in het meer theoretische onderwijs. Dat rechtvaardigheidsidee en gelijkwaardigheidsidee maken mij zo gemotiveerd om dit te doen. De studenten verdienen het, maar het land heeft het ook nodig. Dat is de gecombineerde reden erachter.’

‘Je ziet de salarissen voor sommige mbo-beroepen hard aantrekken. De arbeidsmarkt doet dus deels zijn werk.’

De krappe arbeidsmarkt helpt gelukkig ook, constateert hij. ‘Je ziet de salarissen voor sommige mbo-beroepen momenteel hard aantrekken. De arbeidsmarkt doet dus voor een deel ook zijn werk. Maar het is een combinatie van duwen en trekken. Het is niet zo dat deze beweging stopt als ik als minister stop. De vraag zal blijven. De herwaardering voor beroepsonderwijs speelt momenteel in alle landen om ons heen. Al kijken veel van deze landen wel met enige jaloezie naar ons, hoe wij het hebben georganiseerd met 500.000 studenten in het mbo en meer dan 250.000 leerbedrijven. En naar onze structuur van BOL en BBL: dan ga je 4 dagen naar school en 1 dag aan het werk, of juist andersom: 1 of 2 dagen op school, 3 of 4 dagen aan het werk.’

De waaier van vervolgonderwijs

En dan komt dus ook al snel de ‘waaier van vervolgonderwijs’ langs, waar hij het in het begin ook al over had. ‘Dus geen trap, met laag en hoog, maar alle onderwijsvormen naast elkaar’, zoals hij het uitlegt. En ook een waaier met meerdere dimensies. Dus niet alleen: óf praktisch óf theoretisch, ‘maar het kan ook ondernemend zijn. Of creatief. Of sportief. Er zijn heel veel richtingen die in die waaier allemaal een gelijkwaardige plek verdienen.’

De M van mbo? Hij is in het buitenland nauwelijks uit te leggen, doet geen recht aan de praktijk, en is bovendien een tikkeltje denigrerend. Dat zegt demissionair minister Robbert Dijkgraaf in een exclusief interview.

‘Ik heb wel eens gezegd: waarom is er in Nederland eigenlijk geen PhD op mbo-niveau?’

En wat daarbij komt, zegt hij: ‘Je moet in die waaier zover kunnen doorlopen als jouw kwaliteiten zijn. Wat ik in Duitsland bijvoorbeeld heel mooi vind, is dat je binnen het beroepsonderwijs heel ver kunt komen. Ben je bijvoorbeeld instrumentenmaker, dan kun je je tot op meesterschap ontwikkelen. Ik heb in Nederland wel eens gezegd: waarom is er eigenlijk geen PhD op mbo-niveau? Dat kunnen we denk ik leren van het idee van vakmanschap zoals ze dat in de Duitse cultuur kennen. Zo naar de uiteindelijk allerhoogste graad toewerken geeft nog meer trots.’

De olympiërs van het beroepsonderwijs

‘Kijken we naar sporters, dan hebben we de meeste waardering voor olympiërs. Maar in het beroepsonderwijs kennen we dat eigenlijk niet. Het is nu zo: als je mbo hebt gedaan, en je wilt verder studeren, dan ga je naar het hbo. Maar dan neem je toch een theoretische afslag. Ik vind het best spannend om na te denken over: hoe kun je de praktische verdieping vormgeven? Hoe kun je die praktische opleiding verder doortrekken? Dat kan bijvoorbeeld ook via leven lang ontwikkelen, en dat je daar dan weer certificaten voor uitreikt. Maar dat is nog wel een terrein waar ik zie dat we ons nog verder kunnen ontwikkelen.’

‘Ik vind het best spannend om na te denken over: hoe kun je de praktische verdieping vormgeven?’

Het zou ook helpen het imago van het beroepsonderwijs te verbeteren. Want dat kan nog altijd beter, beseft ook Dijkgraaf. Ouders zien hun kinderen nog steeds het liefst naar het hbo of de universiteit gaan. En ook al verschijnen er steeds meer verhalen over kinderen die bewust voor het mbo kiezen, ‘we moeten ook eerlijk zijn’, zegt Dijkgraaf: ‘Daar is best nog een weg te gaan.’

Het beeld kantelen

Zijn allergrootste opdracht is dan ook, zo zegt hij zelf, ‘het beeld kantelen’. Daarin is weliswaar veel gebeurd de afgelopen jaren. ‘Mbo’ers worden tegenwoordig overal als student gezien, zijn welkom bij studentenverenigingen, bij de openingen van het studiejaar. Ze krijgen vrijwel gelijke rechten op studiefinanciering, kunnen ook op internationale uitwisseling.’ Dat proces is inmiddels vergevorderd, maar zeker nog niet voltooid. ‘Als we echt willen meegeven dat iedere vorm van onderwijs op dezelfde manier gewaardeerd wordt, zijn er nog best een paar stappen te zetten.’

De M van mbo? Hij is in het buitenland nauwelijks uit te leggen, en is bovendien een tikkeltje denigrerend. Dat zegt demissionair minister Robbert Dijkgraaf in een exclusief interview. ‘Ik denk dat de term z'n langste tijd gehad heeft.’

‘Onze eenheid zou denk ik minder die opleiding moeten zijn, maar meer een combinatie van theorie en skills.’

Maar ook op de arbeidsmarkt is ‘nog zeker een slag te slaan’, zegt hij. Al ziet hij hier vooral ook kansen. ‘Het is steeds minder helder wat iemand de komende 30 jaar nodig heeft om succesvol te zijn op de arbeidsmarkt. Juist in de beroepsopleidingen heb je dan ook regelmatige updates nodig, de ontwikkelingen gaan razendsnel. Onze eenheid zou daarom denk ik minder die opleiding moeten zijn, maar meer een combinatie van theorie en skills. Dat is waar we wat mij betreft ook naartoe gaan in de hele waaier van opleidingen. Waarbij het net zo normaal moet worden dat een mbo’er voor 1 of 2 onderwerpen les kan volgen op het hbo, als hbo’ers zullen gaan zeggen: ik wil het nu zelf ook wel kunnen máken, en daarvoor ook een tijdje op het mbo les volgen.’

De M van mbo

De M van mbo zit daarbij inmiddels wel steeds meer in de weg, ziet Dijkgraaf. Op de vraag of die van hem eraf mag, antwoordt hij resoluut: ja. ‘Ten eerste: als je een woord hebt dat je niet langer kunt vertalen als je de grens over gaat, dan doe je iets niet goed. “Vocational” dekt de lading niet. Ik denk dat woorden ertoe doen, en ik zou niet eens weten hoe je de m zou moeten vertalen.’ Maar daarnaast doet de naam ook geen recht aan de praktijk, vindt hij. ‘Ik denk dus dat die naam veranderd moet worden.’

‘Ik denk dat woorden ertoe doen, en ik zou niet eens weten hoe je de m zou moeten vertalen.’

Welke naam het dan moet worden? ‘Ik heb daar zelf geen droomantwoord op. Het is ook best een ingrijpende beslissing. Die laat ik graag over aan een volgend kabinet. Maar ik kan me dus wel zomaar voorstellen dat die term “mbo” zijn langste tijd gehad heeft.’

Blinde vlek

Dat zal ook flinke implicaties hebben op de arbeidsmarkt. Want opleiding is nog steeds een flinke discriminatiegrond. In veel vacatures wordt ‘minstens een hbo-denkniveau’ gevraagd. Waarvan het maar de vraag is of dat überhaupt nodig is. ‘Dat is inderdaad een blinde vlek’, zegt Dijkgraaf. ‘Dat zie ik trouwens ook zelfs hier op ons eigen ministerie, en eigenlijk binnen de hele overheid. Daar zit ook best een gekke kronkel. Als we zeggen dat we iemand nodig hebben hier op het departement, en je zegt dan dus eigenlijk dat iemand op mbo-niveau dat per definitie níet kan doen, wat geef je dan voor boodschap mee als je tegen diezelfde vwo’er zegt: als je je aangetrokken voelt door je passie, ga dan vooral naar het mbo?’

Dijkgraaf noemt het ‘een soort reflexmatige vorm van discriminatie die eigenlijk ongepast is’. ‘Daar moeten we denk ik voorzichtiger in zijn. Ik denk ook dat er wel iets aan te doen is. Als ik praat over de waaier van het vervolgonderwijs, is mijn principe toch: pas toe of leg uit. In principe behandelen we iedereen gelijk, tenzij er een heel goede reden is om dat niet te doen. Laten we dat ook hier eens vaker als leidend principe toepassen. Ga ervan uit dat iedereen het werk kan doen. En leg dan uit waarom het eventueel niet zou kunnen. Dan denk ik dat je anders naar je vacatures zult gaan kijken.’

Onderzoek

De afgelopen jaren legde Dijkgraaf veel werkbezoeken af, ook aan het mbo. ‘En elke keer sta ik dan weer versteld van hoeveel mooie dingen er daar gebeuren. Dat er games worden ontwikkeld. Of als je kijkt naar musea, dat het meestal mbo’ers zijn die zich daar bezighouden met de inrichting. Ik zie allerlei verrassende, creatieve kanten in het beroepsonderwijs.’

‘Ik zie allerlei verrassende, creatieve kanten in het beroepsonderwijs.’

Een kant waar hij nog wel kans op meer ontwikkeling ziet, is innovatie- en onderzoek in het praktijkonderwijs. ‘In de waaier van het onderzoek zou het mbo ook een belangrijke rol moeten hebben, juist vanwege de koppeling aan het bedrijfsleven. Er zit veel innovatiekracht in mkb. Kijk bijvoorbeeld naar de energietransitie. Als we naar een waterstofeconomie gaan, dan hebben we echt heel andere buizen en leidingen nodig dan voor aardgas. Daar moet veel voor bedacht en gemaakt worden. Hoe mooi zou het zijn als mbo’s met die bedrijven aan innovaties werken, en we dat veel meer zichtbaar maken?’

Zaak van lange adem

In het hbo is de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in praktijkgericht onderzoek. ‘Dat is eigenlijk doorgetrokken vanuit de universiteiten naar het hbo. De volgende stap is natuurlijk om dit ook door te trekken naar het mbo.’ Grote stappen, geeft Dijkgraaf meteen toe. Maar het past in zijn beeld het beroepsonderwijs (weer) neer te zetten als interessant, waardevol, en belangrijk, en niet alleen als een B-keus voor wie het hoger onderwijs te hoog gegrepen is. Het is een zaak van lange adem, beseft hij. Maar hij ziet inmiddels wel hoopvolle veranderingen.

‘Ik heb in mijn eigen loopbaan ook wat zigzagpaden afgelegd.’

‘Vwo-leerlingen die nu zeggen: ik ga een mbo-opleiding doen, krijgen vaak nog de opmerking: wat ga je nou doen, zonde van je talenten. Maar op een gegeven moment moeten we ook eerlijk zijn. Er is een grote groep die niet happy wordt van die opwaartse druk, die niet hun bestemming vindt op de universiteit. Dan moet je als maatschappij ook zeggen: joh, wij willen dat jij op je plek komt, en dat willen we ook mogelijk maken. Ik heb in mijn eigen loopbaan ook wat zigzagpaden afgelegd (onder meer via een schildersopleiding aan de Gerrit Rietveld Academie, red.). En ik vind dat iedereen daar eigenlijk de ruimte voor zou moeten krijgen. Ongeacht je opleidingsniveau.’

Geen vast menu; een buffet

Dat past ook bij de arbeidsmarkt van vandaag, daar is hij van overtuigd. ‘Ook voor het mbo geldt dat je er wordt opgeleid voor toekomstige beroepen die er nu nog niet zijn. Dus je hebt die flexibiliteit nodig; we moeten eerlijk zijn dat je na je diploma nog niet klaar bent. Dat geldt voor iedereen in de arbeidsmarkt, maar juist in beroepsopleidingen. Dat betekent dat je in het initieel onderwijs ruimte moet maken voor leren leren, om je een leven lang te kunnen ontwikkelen. En dat je dat later doortrekt, door het onderwijs blijvend te verweven in de wereld van het werk. Met certificaten, misschien één dag in de maand naar school, dat soort dingen.’

‘Ook voor het mbo geldt dat je er wordt opgeleid voor beroepen die er nu nog niet zijn.’

Opleidingen worden steeds ‘minder één vast menu, en steeds meer een buffet’, verwacht Dijkgraaf. ‘We hebben steeds minder helder wat iemand precies moet kunnen waar hij 30 jaar mee vooruit kan. Die vraag verandert voortdurend. Maar we weten wel: die arbeidsmarkt verandert naar skills, werkgevers vragen niet meer om diploma’s, maar om combinaties van vaardigheden. En het onderwijs zal die combinaties moeten aanleveren. Dat is nooit helemaal af. Maar onze eenheid zal hoe dan ook steeds meer die vaardigheid of skill zijn, en steeds minder dat statische diploma.’

Alles uitgelijnd

Het zijn mooie toekomstbeelden. Maar tegelijk is de praktijk vaak weerbarstig, dat beseft de demissionair minister ook maar al te goed. ‘Alles staat goed uitgelijnd’, zegt hij. ‘De aandacht hiervoor moet nu natuurlijk wel blijven. Al voel ik tegelijk ook wel: hou het maar eens tegen. Ik zie een aantal mooie voorbeelden waar een hoop vaart inzit. Dat gaat ook echt niet zomaar meer weg.’

Meer lezen?

Een deel van dit verhaal is ook te lezen in het 180 pagina’s dikke Werf& Jaarboek, dat deze maand verschijnt. Een gratis (digitaal) exemplaar ontvangen? Vraag het hier aan!

Jaarboek

Lees ook

Fotografie: Emma den Ouden

Over 10 jaar innovatie bij JobOn: 5 inzichten van Pieter Vermeer voor HR en Recruitment

‘Vanaf het begin was het idee simpel maar krachtig’, vertelt Pieter Vermeer. ‘We wilden een platform creëren waar werkzoekenden niet alleen steun vinden, maar ook groeien en leren.’ En zo geschiedde. Wat begon onder de naam DeBroekriem, als een lokaal initiatief van werkzoekende twintigers uit Utrecht, uit frustratie over de moeilijke arbeidsmarkt, groeide in de 10 jaar daarna uit tot JobOn, een dynamisch activiteitenplatform, bekend van evenementen zoals de Nationale Werkbezoekdag en FutureLab, met in totaal 4.793 georganiseerde evenementen.

‘Ik heb het voorrecht gehad om te leren van de slimste recruiters, de beste loopbaancoaches en de handigste HR-managers.’

Wat leverden die 10 jaar allemaal op? Vermeer nam vorig jaar afscheid als algemeen directeur, en blikt nu terug op de samenwerkingen die hij in die tijd heeft gehad. ‘Ik heb het voorrecht gehad om te leren van de slimste recruiters, de beste loopbaancoaches en de handigste HR-managers. Dit heeft mij enorm veel inzichten gegeven.’

Open voor samenwerking

Samen met Josee Blanken werkt hij nog als medebestuurder van JobOn,...

Dit artikel gratis lezen?

Dit artikel is alleen beschikbaar voor Werf& Pro leden.

Waarom een Werf& Pro account super handig is:

  • Je krijgt toegang tot exclusieve content.
  • De homepage wordt aan de hand van jouw voorkeuren weergegeven.
  • Je ontvangt 2 keer per week onze nieuwsbrief;
  • Je krijgt 10% korting op al onze events*
  • Je ontvangt speciale aanbiedingen van onze partners.
  • Je download gratis het Jaarboek 2022/2023

*Exclusief RLN events

Maak binnen 1 minuut een gratis Werf& Pro account.

Registreren Al een account? Log dan hier in

Deze site onthoudt via een cookie die geplaatst wordt bij inloggen dat gebruikers na 48 uur weer worden uitgelogd. Als je het ‘remember me‘ vinkje aanzet onthoudt de site het voor 14 dagen. Dit geldt niet als je hebt ingesteld in je browser dat wanneer je deze site sluit je  ook meteen je cookies wist.

Lees ook

Hoe YoungOnes zich steeds meer onderscheidt met A.I. én design

Ze wonnen nét niet. Jammer. Maar dat ze überhaupt (weer) meededen, zegt ook al iets. Want zoveel arbeidsmarkt-platforms vind je natuurlijk niet bij de inzendingen van de Dutch Design Awards, uitgereikt tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven. Maar voor Wout Withagen is het vanzelfsprekend. ‘Design is ontzettend belangrijk. Design gaat – in ons geval – om het ontwerpen van een digitale oplossing die zo goed mogelijk aansluit bij de wensen van gebruikers. Een goed digitaal platform valt of staat bij de manier waarop het is ontworpen. Het gaat ons er niet om dat iets er zo gelikt en sexy mogelijk uitziet, maar dat het logisch voelt, intuïtief werkt, en de gebruiker helpt in zijn of haar leven.’

‘Het gaat ons er niet om dat iets er zo gelikt en sexy mogelijk uitziet, maar dat het logisch voelt, dat het intuïtief werkt.’

Withagen is als een van de oprichters van platformbedrijf Freshheads al vanaf het begin af aan (in 2018) betrokken bij YoungOnes.  Die tech-start-up stelt dagelijks duizenden jongeren in staat ‘om te kiezen voor vrijheid op gebied van werk’, zoals ze het zelf noemen. Het idee ontstond ooit vanuit uitzendorganisatie YoungCapital, waar ze een app wilden ontwikkelen om vraag en aanbod van werk in samen te kunnen brengen. Digitaal bureau Freshheads zag daar wel een mooie uitdaging in, en toog aan het werk. Met het huidige platform – en een opgeschudde arbeidsmarkt – als resultaat.

Sprinten, valideren en weer doorgaan

‘Vandaag ben je boodschappenbezorger, morgen gastvrouw in een restaurant, en daarna geef je jezelf een dag vrij. Steeds meer mensen vinden het fijn om op deze manier hun werkweek in te delen. En dat kan, heel eenvoudig, door als freelancer aan de slag te gaan en dagklussen te regelen via een online arbeidsmarkt-platform’, legt Roel Tuerlings uit. Maar dan moet het design wel goed zijn, aldus de digitaal strateeg bij Freshheads. ‘We namen YoungOnes altijd mee in de stappen van het designproces. Daardoor is sprinten, valideren en prioriteren op basis van data en waarde nu volledig ingebakken in hun organisatie.’

YoungOnes mocht recent zijn 2 miljoenste match bekend maken.

YoungOnes mocht recent zijn 2 miljoenste match bekend maken. ‘Even voor de duidelijkheid: dat betekent dat een werk-zoekende en een organisatie op zoek naar iemand om werk uit te voeren elkaar via YoungOnes al 2.000.000 keer succesvol hebben gevonden. Met een uitgevoerde en betaalde klus als resultaat’, aldus Tuerlings. Inmiddels staat de teller alweer ver voorbij de 2,5 miljoen. En zo zijn er meer successen te noemen. Zoals de FD Gazellen Award die YoungOnes in 2022 won, als snelstgroeiende bedrijf van de regio Zuid, en die het onlangs weer binnensleepte, maar nu landelijk. Of de ruim 500.000 freelancers die het bedrijf momenteel geregistreerd heeft. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de recente uitbreidingen naar Londen, Manchester of het Franse Lille.

De samenwerking tussen Freshheads en YoungOnes is vanaf het begin af aan intensief geweest, aldus Tuerlings. ‘Samen vormen we één team, met hun business-kennis en onze expertise op development en design. Altijd deden we wat op dat moment nodig was voor de groei van het platform. Denk aan het supersnel in elkaar draaien van een prototype om het concept bij een eerste groep te testen, de bouw van een compleet nieuw platform, het continu toevoegen van nieuwe features om de klantreis en -ervaring te verbeteren, de bouw van de app voor Groot-Brittannië, het uitwerken van een retentiestrategie op basis van A.I., en het samen strijden voor een sterkere positie van freelancers in het samenwerkingsverband KlusCV.’

A.I.-matchingsalgoritme

Ha, daar viel het woord al: A.I. Ook hier kan hét buzzword van 2023 natuurlijk niet onbenoemd blijven. Maar bij YoungOnes zijn er dan ook daadwerkelijk wat mijlpalen te melden, aldus Withagen. Zo kent het platform sinds vorig jaar een A.I.-gestuurd matchings-algoritme, gebouwd samen met Building Blocks. ‘Voorheen was het zo dat een freelancer zich aanmeldde op het platform van YoungOnes en dat op basis van zijn woonplaats en bijvoorbeeld opleiding of kennis een lijst van klussen op zijn overzichtspagina zag waarop hij kon reageren. Die klussen waren niet altijd het best passend. Het nieuwe matchingsalgoritme, dat je als freelancer zelf kunt activeren, schotelt de resultaten voor op basis van relevantie en je aangegeven interesses, waarbij de klussen op basis van minimale gegevens van de gebruiker veel beter worden afgestemd op zijn wensen.’

‘De A.I.-functionaliteit heeft alleen al in 2022 voor 70.000 extra gevulde klussen gezorgd.’

Dit heeft als resultaat gehad dat veel meer mensen direct na de onboarding op het platform tot een passende klus zijn gekomen. ‘De A.I.-functionaliteit heeft alleen al in 2022 voor 70.000 extra gevulde klussen gezorgd, dus 70.000 keer dat een freelancer bij een opdrachtgever met een klus aan de slag is gegaan.’ En dan is er ook de A.I.-gestuurde retentiestrategie. ‘Hiermee maken we het freelancers makkelijker klussen te blijven uitvoeren via het platform. Dankzij A.I. krijgen freelancers die al een tijdje op het platform zitten via push-meldingen klussen aangeboden die bij hen passen, zodat ze makkelijker weer aan de slag te gaan met een klus waar ze blij van worden.’

Beter voorbereid

Platformen als YoungOnes spelen een belangrijke rol in de arbeidsmarkt van de toekomst, daarvan is Withagen overtuigd. Want YoungOnes zorgt ervoor dat – veelal jonge – werkenden eenvoudig kunnen kennismaken met het werkveld. Zij kunnen veel verschillende opdrachten uitvoeren, bijvoorbeeld in de logistiek, in een winkel, in de hospitality. Zo gaan ze uiteindelijk beter voorbereid en met meer kennis over wat ze leuk vinden het werkveld in, zegt hij.

‘Platformen als YoungOnes spelen een belangrijke rol in de arbeidsmarkt van de toekomst.’

Platformen als YoungOnes maken de arbeidsmarkt volgens hem ook toegankelijker en inclusiever, doordat iedereen die is geverifieerd erop terecht kan en werkervaring kan opdoen. ‘Wij hebben YoungOnes wel input gegeven over hoe je de rol kunt pakken om de drempel tot de arbeidsmarkt te verlagen. We hebben regelmatig gesprekken gehad over hoe je de mensen op het platform beschermt, hoe je verantwoord omgaat met data, wat te doen met verzekeringen, noem maar op.’

Freshheads probeert invloed te hebben, maar YoungOnes is zelf ook behoorlijk intrinsiek gemotiveerd om ‘het juiste te doen’, benadrukt hij. ‘We hebben ze nooit hoeven te overtuigen. Bovendien heeft Freshheads met KlusCV ook een bijdrage geleverd om de drempel tot de arbeidsmarkt voor platformwerkers te verlagen. En is YoungOnes aangesloten bij dit initiatief.’

93 platformen

Inmiddels telt Nederland – volgens de laatste serieuze schatting – 93 platformen die vraag en aanbod van werk samenbrengen. Maar in 2017 was het pionieren, aldus Tuerlings. ‘YoungOnes kon niet afkijken en zette zelf een standaard. Zo was YoungOnes de eerste die een minimumtarief en salarisonderhandeling voor freelancers invoerde om hun positie te beschermen.’ Data zijn daarbij eigenlijk altijd leidend geweest. ‘Je weet alleen of opdrachtgevers en werkenden elkaar blijven vinden op het platform als je meet. Waar loopt het vast? Wat kunnen we verbeteren? Zo bepaalden we steeds de best next step.’

‘Platformen kunnen een kans bieden voor mensen die door opleiding of achtergrond moeilijk aan de bak kunnen komen.

Roel Tuerlings

Hoewel YoungOnes inmiddels uitblinkt in ‘het gewoon regelen’ en supersnel opschalen, reikt de professionaliteit van de organisatie verder dan commercieel het juiste doen, stelt Tuerlings. Het bedrijf neemt namelijk ook maatschappelijke verantwoordelijkheid. ‘Platformen kunnen een kans bieden voor mensen die door opleiding of achtergrond moeilijk aan de bak kunnen komen. YoungOnes wil daar een rol in vervullen.’

Kritische houding

YoungOnes had aan het begin geen ervaring met het optuigen van een digital only business. ‘Bij de start van onze samenwerking ging YoungOnes nog alle kanten op en kwamen ze met een wensenlijstje van features. Dan ging ik dwars liggen’, blikt Tuerlings terug. ‘Is hier wel behoefte aan? Is dit nú belangrijk? Na een tijd namen zij die kritische houding zelf aan.’ Met als gevolg dat Freshheads nu steeds minder nodig is. ‘Het grootste compliment’, noemt Tuerlings dat zelf. ‘Bij YoungOnes is de digitale dienst de core van hun bedrijf. En voor die core zou je nooit oneindig afhankelijk moeten zijn van een externe partij. Daarom werd de samenwerking vanaf het begin duurzaam ingestoken: hoe zorgen we ervoor dat YoungOnes het uiteindelijk zelf kan?’

Alsof je kind uit huis gaat: ga maar, nu kun je het zelf.’

Dit kwam overal terug, zegt hij. Zo lag de focus op de lange termijn: de implementatie van het proces was bijna belangrijker dan de implementatie van de digitale oplossing. Ook een mooi voorbeeld: toen het team van YoungOnes groeide, werkte Freshheads de nieuwe developers in. Daarnaast bracht het bureau interactiestandaarden in, zodat iedereen kan terugvinden hoe iets werkt en waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt. Het beste bewijs van die duurzame samenwerking: Freshheads’ inzet is nog nooit zo laag geweest als nu. YoungOnes doet het nu zelf. Tuerlings: ‘Alsof je kind uit huis gaat: ga maar, nu kun je het zelf.’

Lees ook

Trends op de arbeidsmarkt: ‘2024 wordt níet het jaar van A.I.’

Als we 2023 in één trend moeten vatten, dan komt ontegenzeglijk de term A.I. snel naar boven. Met het in november vorig jaar geïntroduceerde ChatGPT kon niemand in recruitment er meer omheen: artificial intelligence deed het vak op z’n grondvesten schudden. Maar hebben we het over 2024, dan verwachten Aad van der Werf en Geert-Jan Waasdorp níet dat we het daar weer dagelijks over zullen hebben. ‘Ik zie nog veel angst voor nieuwe technologie. Er zijn veel overheidsorganisaties die bijvoorbeeld de toegang tot dit soort ontwikkelingen blokkeren’, aldus Van der Werf.

‘Vergelijk A.I. met sociale media. Dat was aanvankelijk ook een hype, maar nu vanzelfsprekend.’

Waasdorp heeft het wat dat betreft over ‘het jaar van de normalisatie’. ‘Ik hoop altijd op grote veranderingen. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen: veel van de voorspellingen die ik op dat gebied de afgelopen jaren heb gedaan zijn nog niet uitgekomen. Zo snel gaat het allemaal niet. Ik verwacht dan ook pas in 2025, 2026 dat A.I. echt in alle processen zit, en dat het integraal onderdeel is geworden van recruitment. Vergelijk het met sociale media nu. Dat was aanvankelijk ook een hype, maar nu vanzelfsprekend.’

Potentieel benutten

Van der Werf en Waasdorp kijken al 10 jaar aan het eind van elk jaar vooruit naar wat er in de wereld van recruitment allemaal op stapel staat. Dit jaar doen ze dat op 29 november, samen met onder meer Lianne Bos (Lidl), Eveliese Luiting (People Masterminds), Wouter van de Loo (Alliander) en Mathijs Bouman (journalist FD), in het Van der Valk Hotel in Utrecht.

‘Nu migratie politiek taboe lijkt, zit er weinig anders op dan met dezelfde mensen méér te gaan doen.’

Wat zal daarbij vooral het terugkerend thema zijn, denken ze? ‘Potentieel benutten’, antwoordt Van der Werf meteen. Want daar ligt volgens hem nog een enorme kans om de structurele krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken. Nu de vergrijzing en ontgroening doorzetten, en politiek gezien we steeds meer moeite hebben met arbeidsmigranten, zit er weinig anders op dan met dezelfde mensen méér te gaan doen, zegt hij.

Zowel in- als extern

Dat potentieel écht leren benutten, dat geldt volgens hem zowel in- als extern in je organisatie. Extern, door te kijken naar wie er allemaal nog langs de kant van de arbeidsmarkt staan. En dan niet alleen te kijken wat deze mensen níet kunnen, maar juist naar wat ze wel kunnen. ‘Welke talenten hebben ze wél? En hoe ga je dat een plek geven in je organisatie?’ Maar volgens Van der Werf schuilt ook een belangrijke oplossing van het kraptevraagstuk intern in de organisatie. ‘Ben je je bewust van de talenten van je huidige populatie? Heb je hun skills in kaart? En hoe ga je hen ten volle benutten? Dat is de essentie van mijn verhaal.’

Met de huidige ‘schoenendoos aan capaciteit’ zullen we ook wel moeten, zegt hij. Want die schoenendoos met mensen wordt dus niet groter, terwijl het aantal banen wél blijft groeien. ‘Of we moeten als land ervoor kiezen om heel veel activiteiten niet meer te gaan uitvoeren.’ Een discussie die hij overigens voor 2024 ook wel meer verwacht. ‘Brede welvaart is een beetje een buzzwoord. Maar we weten dat het krap blijft, en dat er nog veel grote transities op ons afkomen. Dus zullen we als Nederland wel keuzes móeten maken. We kunnen niet alles meer willen faciliteren.’

Intersectoraal

Daarbij verwacht hij overigens geen landelijke oplossingen, zegt hij, eerder regionale en intersectorale, waarbij organisaties dus bijvoorbeeld over hun eigen grenzen gaan heen kijken om personeel te delen. Maar daarvoor is wel nodig dat hun talenten veel beter in kaart zijn. ‘Organisaties moeten veel meer inzetten op talentmanagement en onboarden’, zegt hij dan ook. ‘En dan niet onboarden als in: 2 weken inwerken. Maar: hoe maak je ze echt onderdeel van de organisatie? Traineeprogramma’s zijn nu vaak de elitegroepjes van de organisatie. Maar eigenlijk zou je iedereen zo’n traineeprogramma toewensen.’

‘Eigenlijk zou je iedereen een traineeprogramma toewensen.’

Waasdorp vult aan: ‘We hebben de afgelopen jaren congressen vol gesproken over oplossingen, maar feitelijk is daar weinig mee gedaan. Recruitmentbudgetten staan op veel plekken weer onder druk, en veel organisaties hebben weinig beweegruimte, omdat ze vastzitten in wurgcontracten met LinkedIn. Als je geen grip hebt op, data, je doelgroep of de arbeidsmarkt en zodoende geen regie kunt nemen bij je personele vraagstukken, vind ik het dus niet gek als er bijvoorbeeld in het onderwijs over vierdaagse schoolweken gesproken wordt. Ze kunnen feitelijk niet anders meer, hebben het momentum verloren om zaken op te lossen, die vaak echt opgelost hadden kunnen worden.’

Menselijke maat

Wat hij dan als alternatief ziet? Voor 2024 voorziet hij in elk geval een terugkeer van de ‘arbeidsmarktbenadering met een menselijke maat. Het 1-op-1-contact is nu de grote blinde vlek van elke recruiter geworden. Terwijl daar wel de sleutel ligt tot ommekeer.’ Meer geld gaat de problematiek in elk geval niet oplossen, verwacht hij. ‘Als ik nu als organisatie mijn medewerkers 20% meer ga betalen, kopen velen daar direct meer vrije tijd voor. We ruilen inkomen steeds vaker voor flexibiliteit. Want dat is wat werknemers vooral willen. Als het niet in loondienst is, dan wel als zzp’er.’

‘We ruilen salaris steeds vaker voor flexibiliteit.’

Volgens de Intelligence Group-directeur is het nodig dat organisaties in 2024 het investeren in hun mensen veel meer gaan benaderen als elke andere kapitaal-investering. ‘Als ik als organisatie een dure machine wil aanschaffen, doe ik een volledige aanbesteding. Maar als het gaat om mensen, dan maken we de beslissing op een achternamiddag. Mensen zijn niet alleen de belangrijkste asset, maar ook het grootste risico voor een onderneming geworden. Van kosten tot veiligheid. Dat verdient een serieuze benadering van recruitment, HR en performance management. Daarmee begint de broodnodige productiviteitswinst om het maximale uit je populatie te halen.’

Mindset veranderen

Het is – kortom – in 2024 niet alleen tijd voor meer technologie, maar juist eerder voor: een andere mindset. ‘In de zorg zijn er afgelopen jaar volgens het CBS bijvoorbeeld jaar duizenden mensen bij gekomen’, stelt Van der Werf. ‘Fantastisch nieuws! Maar tegelijk zie je dat er ook duizenden zijn uitgestroomd. Dan zie je meteen waar het probleem ligt. Dus je moet kijken: wat ga je als sector doen om de mensen vast te houden? Vraag daarvoor ook door naar waarom ze weggaan. Dan hoor je vaak: we willen meer autonomie op het planningsproces. Nou, simpel toch, dan ga je daar toch als eerste naar kijken?’

‘Als je volgend jaar niet in beweging komt, dan blijft krapte voor jou een probleem.’

‘Salaris zal in 2024 niet de doorbraak zijn’, onderstreept Waasdorp nog maar eens. ‘Maar wat wel? Je ziet nu al weer bedrijven bijvoorbeeld woningen aanbieden, of mee helpen bouwen, zoals ASML. Of bedrijven die de studieschuld overnemen van nieuwe medewerkers. Dat verwacht ik in 2024 nog wel meer. Naast bijvoorbeeld Open Hiring, nog meer skills based werven, en nog vaker Engels als voertaal. Wat maar weer aantoont: als je volgend jaar niet in beweging komt, dan blijft krapte voor jou een groot probleem, en moet je ook ophouden met hierover te klagen.’

Meer trends?

Meer weten over de situatie en de trends op de arbeidsmarkt? Kunnen we volgend jaar verdere afkoeling, of juist meer krapte verwachten? En hoe speel je daarop in? Het wordt allemaal besproken op 29 november, tijdens het altijd goedbezochte seminar Arbeidsmarkttrends. Met onder meer Mathijs Bouman en Eveliese Luiting als sprekers. Dus schrijf je snel in:

Trends