Deze 10 clichés in vacatureteksten moeten in de ban

In 9 van de 10 vacatureteksten vind je wel een cliché. Jammer genoeg ziet het gros van de vacaturetekstschrijvers anno 2020 nog steeds niet in dat sommige termen écht niet meer werken. Ligt de oorzaak in tijdgebrek, geen inspiratie of is het besef er gewoon niet? Clichés in vacatureteksten zijn veelbesproken en zijn een welbekende ergernis, maar er is helaas nog geen kentering te zien. Ik heb zelfs het idee dat er steeds meer clichés worden gebruikt. Daarom: nog maar eens met de neus op de feiten en een lesje in hoe het níet moet.

#1. Beestachtige termen

Ja, ze bestaan nog steeds: werkgevers die op jacht zijn naar een salestijger. Of liever toch een commerciële duizendpoot? Degene die deze clichés uit z’n mouw schudt, is waarschijnlijk zelf een spin-in-het-web die het schrijven van vacatureteksten ‘er eventjes bij doet’. Snel in een half uurtje een tekstje eruit rammen, in de hoop dat er een leuke kandidaat reageert. Dat kun je vergeten op deze manier. Dieren kunnen niet lezen.

#2. Hands-on

Er zijn veel Angelsaksische uitdrukkingen die de afgelopen jaren Nederlandstalige vacatureteksten zijn binnengeslopen. De hands-on-mentaliteit springt er het meest uit, en dat bedoel ik niet positief. Een zoekactie via Indeed levert circa 13.000 vacatures op die deze ‘originele’ competentie in 2019 vermeldden. Niet meer doen dus en handen af van ‘hands-on’

Handen af van ‘hands-on’.

#3. Proactief

Alsof gewoon actief niet goed genoeg is? Nee, je moet echt próactief zijn, anders hoef je niet te reageren op deze vacature. Het komt er natuurlijk op neer dat een organisatie iemand zoekt die initiatief neemt. Iemand die elke kans aangrijpt als er eentje voorbijkomt. Of iemand die betrokkenheid toont en een organisatie vanuit zijn/haar intrinsieke motivatie verder helpt. Als je dat bedoelt, zeg het dan ook gewoon. En wis ondertussen ‘proactief’ uit je geheugen, dan is iedereen blij.

#4. Verbinder

Pak het verband en de secondelijm er maar bij, want het aantal vacatureteksten waarin wordt gevraagd naar een persoon die iets of iemand moet verbinden rijst de pan uit. Daarom op plek 4, want de verbinders op de Nederlandse arbeidsmarkt zijn – jammer genoeg – sterk in opkomst.

#5. Teamplayer

Na ‘hands-on’ wederom een Engelse term in deze top 10. De Nederlandse taal volstaat kennelijk lang niet altijd. Teamplayer, omdat je niet op eigen houtje de boel mag runnen. Samenwerken met anderen hoort in 99% van de banen gewoon bij het werk. Het is bijna net zo vanzelfsprekend als ademhalen, dus laat het lekker weg.

Samenwerken hoort in 99% van de banen gewoon bij het werk.

#6. Enthousiasme

Het moet niet gekker worden: denk je dat er mensen op jouw vacature reageren als ze níet enthousiast zijn over de functie? Enthousiasme is een vage term, omdat iedereen de betekenis anders kan opvatten. In een vacaturetekst wordt vaak bedoeld dat iemand een positieve vibe meebrengt op de werkvloer. Iemand die anderen inspireert, motiveert en een soort van voorbeeldgedrag vertoont naar collega’s. Zodra je dat goed onder woorden kunt brengen, hoef je ‘enthousiasme’ niet meer te gebruiken.

#7. Dynamisch

Volgens de letterlijke vertaling betekent dynamisch ‘actief’ of ‘beweeglijk’. Mijn interpretatie van dynamisch is dat het totaal niets zegt. Noch over een functie, noch over de ideale kandidaat. Een dynamische organisatie of een dynamisch team? Wat wil je nu echt zeggen? Dat je niks moet hebben van mensen die van ’s morgens vroeg tot aan het einde van de middag rustig hun werk doen? Dynamisch is bij uitstek een woord dat in de categorie ‘vaag taalgebruik’ valt.

Dynamisch zegt niets over een functie noch over de ideale kandidaat

#8. Flexibiliteit

Ben je zo rekbaar als een postelastiek? Dán toon je voldoende flexibiliteit en mag je solliciteren. Tja, nog een extreem vaag woord dat vacaturetekstschrijvers vaak gebruiken om maar niet concreet te worden. Flexibiliteit slaat meestal op de kandidaat die snel kan schakelen tussen verschillende opdrachten, maar vaak zien we het als holle frase terug in een vacaturetekst. En daarom is ook flexibiliteit een regelrecht clichéwoord.

#9. Affiniteit

Deze zien we nog steeds voorbijkomen bij de gestelde vereisten voor een functie. Vaak lukt het nog om een niveau en werkervaring af te kaderen, maar daarna kan het hagelschieten beginnen. Want ja, een vacaturetekst is niet compleet zonder dat ‘affiniteit’ ergens erin staat. Een softwareontwikkelaar die affiniteit heeft met IT (geen grapje) was voor mij het toppunt. Sure, waarom niet?

#10. Geen 9-tot-5-mentaliteit

Want als je wel een 9-tot-5-mentaliteit hebt, ben je af. In honderden vacatures wordt er gevraagd dat je ook voor en na kantooruren altijd bereikbaar bent en graag overwerkt. ’s Avonds je mailbox checken, collega’s bellen om een vergadering voor te bereiden en nog even een verslag uitwerken. Geen wonder dat er zoveel mensen met stressklachten thuiszitten. Ik zie het liever omgedraaid: organisaties die een strikt 9-tot-5-beleid voeren, bestaan gelukkig al wel. Er is dus hoop.

Schrap de vaagheden

Aan clichés in vacatureteksten kleeft een gevoel van gemakzucht en daar trappen potentiële sollicitanten niet meer in. Clichés maken een tekst vaag, dus schrap woorden als ‘flexibiliteit’ en ‘proactief’ onmiddellijk uit je teksten. Wil je er uitspringen met je vacature, trap dan niet in dezelfde valkuilen als al die andere vacaturetekstschrijvers. Maak onderscheid, leg elk woord op een weegschaal en filter na het schrijven op clichés. Daar hebben we er namelijk al meer dan genoeg van.

Over de auteur

Henk van der Draai is copywriter bij Voor Tekst, het bureau dat is gespecialiseerd in alle teksten binnen arbeidsmarktcommunicatie.

Meer weten over vacatureteksten?

Zelf leren hoe clichés te voorkomen? De Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie biedt tegenwoordig een online kennisportal, met toegang tot een schat aan kennis en tools voor de perfecte vacaturetekst. Op het tijdstip dat jij kiest. In het tempo dat jou past. Flexibel. Volledig. En altijd up to date. Liever (in combinatie met) een fysieke workshop? Op 19 maart in de middag vindt in Rotterdam ook weer een training plaats hoe je doelgroepgerichte en wervende vacatureteksten kunt schrijven.

Zo kan één extra knopje op Facebook al helpen om meer contact met technici te krijgen

Monteurs en technici staan bekend als notoir moeilijk te werven doelgroepen, zeker online. Bij Alliander weten ze dat elke monteur tegenwoordig kan kiezen uit zeker 30 tot 40 vacatures. Hoe kom je dan toch met hen in contact? Daarom deed de netbeheerder recent een pilot van 4 weken met een ogenschijnlijk eenvoudige innovatie: ‘Click-to-Messenger‘-advertenties op Facebook. Het resultaat? Bijzonder veel chats, heel wat sollicitaties en vooral: waardevol contact met nieuwe potentiële kandidaten. Wouter de Jong (talent sourcer bij Alliander) en Roxanne Pieterse (online marketeer bij MrWork) blikken terug op deze campagne.

> Waarom is deze doelgroep zo moeilijk te bereiken?

De Jong: ‘We hebben een goed beeld van hoeveel monteurs en technici er in Nederland actief zijn. Maar slechts een klein percentage van het totaal bevindt zich op LinkedIn. Probeer ze daar maar eens te bereiken. En onze sollicitatieprocedure is best streng, want voor onze technici gelden de eisen van de veiligheidsinstructies van de BEI en de VIAG.

‘Weinig monteurs en technici bevinden zich op LinkedIn. Probeer ze daar maar eens te bereiken.’

Wat we wel kunnen doen is kandidaten de kans geven meer te leren over Alliander vóórdat ze solliciteren. Door al eerder met ze in gesprek te gaan, kunnen we ze een positief beeld geven over onze organisatie. Om ze te helpen beslissen om te solliciteren. En precies voor deze stap zochten we een laagdrempelige manier om met mensen in contact te komen. We zien ook in de praktijk dat onze potentiële kandidaten online ander gedrag vertonen. Ze kennen Alliander meestal niet zo goed. We zien dat ze vaak eerst meer willen weten en met ons in contact willen komen voordat ze overgaan tot solliciteren. Dat nieuwe gedrag willen we faciliteren.’

> Waarom voor deze pilot gekozen?

De Jong: ‘We willen op social media aanwezig zijn, daar waar ook onze doelgroep aanwezig is. Vervolgens kwam ik met Roxanne in contact. Zij stelde een Click-to-Messenger-campagne voor en ik dacht: laten we het doen! Het is een mooi pilotproject.’

Lead ads bleken al snel effectief om laagdrempelig met deze doelgroep in contact te komen.’

Pieterse: ‘We werken al een aantal jaren samen met Alliander. Mijn collega Kevin heeft het voorwerk gedaan van deze campagne en ik heb het samen met Alliander uiteindelijk verder vormgegeven. Eerst hebben we nog een test gedraaid onder de doelgroep met diverse uitingen binnen Facebook. Daar bleek al snel uit dat lead ads heel effectief zijn om laagdrempelig en snel met deze doelgroep in contact te komen. Vervolgens hebben we Click-to-Messenger ingezet; advertenties met een call-to-action naar een chat, via één directe knop. En dat werkte top.’

> Hoe kreeg dit Click-to-Messenger vorm?

Pieterse: ‘We kijken bij MrWork natuurlijk naar wat de nieuwe mogelijkheden zijn binnen de diverse sociale netwerken. De laagdrempelige werkwijze van Click-to-Messenger sloot goed aan bij de behoefte van Alliander. We zagen dat de doelgroep het zo simpel mogelijk wil hebben. Bellen is vaak al een brug te ver. Een chat binnen Facebook of een Whatsappje is veel geschikter voor deze toch vaak jonge doelgroep.’

‘We willen aanwezig zijn als die kandidaat om half 9 in de avond lekker op de bank zit met zijn voetjes omhoog.’

De Jong: ‘We willen overal aanwezig zijn waar die kandidaat op dat moment is. Dus als die kandidaat om half 9 in de avond lekker op de bank zit met zijn voetjes omhoog en wat door Facebook scrollt, dan wil je daar aanwezig zijn.’

> Werkte het direct goed?

Pieterse: ‘Nou nee, eerlijk gezegd: niet echt. Eerst linkten we nog door naar de website of een filmpje. Maar al snel kwamen we erachter dat we de potentiële kandidaat dan kwijt waren. Vervolgens zijn we de campagne gaan tweaken. Met die verbeteringen hielden we de doelgroep langer in de chat. Gevolg hiervan was wel dat er niet alleen maar automatische antwoorden gebruikt konden worden. Iemand moest nu ook echt gaan antwoorden op de vragen die binnenkwamen.’

‘Er kwam echt een dialoog op gang. Mensen bleven steeds langer in de chat.’

De Jong: ‘Doordat we het zo hadden ingericht, merkten we dat er echt een dialoog op gang kwam. Mensen bleven langer in de chat.’

click to messenger knopje

> Hoe zag zo’n chat dan bijvoorbeeld eruit?

De Jong: ‘Het bleek soms best een uitdaging om dat gesprek van verleiding aan te gaan. Kandidaten sturen soms een antwoord van twee of drie woorden. Wat doe je dan? Ga je dan juist vragen stellen? Of ga je hen overtuigen? De kunst zat hem echt in: simpele vragen stellen. Wat vind je leuk om te doen? Ben je actief op zoek naar een baan? Soms zelfs zo direct als: wat wil je verdienen? Dat gesprek op gang houden is cruciaal voor die chat. En je merkt aan de reactiesnelheid van de kandidaat wanneer je wint aan vertrouwen. Ook zie je het aan de lengte van zijn of haar antwoorden.’

‘Ga ik heel corporate antwoorden? Dan zijn ze weg.’

‘Via Whatsapp had ik al vaker gesproken met onze doelgroep. Dus ik had al ervaring in hoe hen te enthousiasmeren en te voorzien van informatie. Dat heeft zeker meegeholpen. Ook op Whatsapp was het namelijk belangrijk om in de taal van de doelgroep te spreken. Dat was bij Click-to-Messenger niet anders. Ga ik heel corporate antwoorden? Dan zijn ze weg. Maar praat je gewoon leuk met je potentiële kandidaten mee? Dan blijft die conversatie op gang. En heb ik daar nu de perfecte toon in gevonden? Nee, zeker niet. Maar we hebben het wel steeds meer geoptimaliseerd.’

> Hoe belangrijk is Click to Messenger nu in jullie campagnestrategie?

De Jong: ‘Het is én-én-én. Je probeert de kandidaten op alle mogelijke manieren te faciliteren. Als iemand wil chatten, moet dat mogelijk zijn. En uit deze pilot blijkt dat Click-to-Messenger effectief kan zijn: in 4 weken 93 contactmomenten, met 7 sollicitaties als gevolg. Het uitvalpercentage is dus hoog, maar dat verbaast me niet. Vaak willen mensen alleen even iets te weten komen. Maar dat je 7 sollicitatieactiviteiten creëert door iets eenvoudigs als dit, toont direct de waarde aan.’

‘Dat je 7 sollicitatieactiviteiten creëert door iets eenvoudigs als dit, toont direct de waarde aan.’

Pieterse: ‘Plus, je hebt met heel veel mensen een leuke conversatie gehad, waarvan je nog niet weet waartoe dat in de toekomst kan leiden. Dat was in eerste instantie niet de focus, maar achteraf gezien is dat misschien nog wel waardevoller. Want je bereikt mensen waar je normaal gesproken niet mee kunt praten.’

Afbeelding halverwege van kropekk_pl via Pixabay.

Lees ook:

Maar… wat moeten die Britse misfits en weirdos dan eigenlijk wél kunnen?

Het is nu al één van de meest opvallende vacatureteksten van het jaar. Misschien wel de internationaal meest opvallende vacature ever. Althans: is het eigenlijk wel een vacaturetekst? Hoe dan ook, de ruim 2.900 woorden tellende tekst die de Britse strateeg Dominic Cummings vorige week online zette, maakte nationaal en internationaal vele tongen los. ‘Het mafste baanaanbod sinds keizer Caligula zijn paard tot consul benoemde’, zo oordeelde The Guardian er bijvoorbeeld over.

‘Dit is het mafste baanaanbod sinds keizer Caligula zijn paard tot consul benoemde.’

En daarbij ging het niet zozeer over de wens voor meer en betere projectmanagers, data scientists, beleidsexperts, communicatiespecialisten, economen, softwareontwikkelaars, en junior onderzoekers, om maar een paar categorieën te noemen. Dat zijn immers mensen waarnaar iedereen wel op zoek lijkt – en waarvan je het profiel ook redelijk kunt uitschetsen. Waar de wereld zich echter vooral over verbaast is de laatste categorie die Cummings noemt, die van de ‘weirdos and misfits with odd skills’. En dan niet zomaar zonderlingen, maar zelfs ‘super talented weirdos‘.

Gender identity diversity blah blah

Volgens Cummings wordt er bij de overheid namelijk wel veel gesproken over diversiteit. Maar daarbij gaat het volgens hem vooral over ‘gender identity diversity blah blah’. En dus niet over werkelijke cognitieve diversiteit, waar het volgens hem eigenlijk zou moeten gaan. Oftewel: echt andersdenkenden. En dus niet de afgestudeerden van Oxford en Cambridge, waar het ambtenarenapparaat als vanzelf mee vol lijkt te lopen. ‘Wat we nodig hebben zijn echte wild cards, artiesten, mensen die nooit naar de universiteit gingen, maar juist hun weg wisten te banen vanuit een vreselijk hell hole, weirdos vanuit een roman van William Gibson.’

‘Wat we nodig hebben zijn echte wild cards, artiesten, mensen die hun weg wisten te banen vanuit een vreselijk hell hole.’

De 48-jarige Cummings geeft zelf toe ‘ook niet precies te weten’ waarnaar hij op zoek is. ‘By definition‘, voegt hij ten overvloede toe. ‘We moeten een manier vinden om zulke mensen beter te gebruiken zonder hen te vragen zich aan te passen aan de horrors van Human Resources’.

Een bold statement

Het is ongetwijfeld een bold statement, zoals ze dat in het Engels zo mooi zeggen. Volgens Cummings liggen er zelfs ‘triljoenen dollars’ aan laaghangend fruit klaar, als de overheid er onder meer in slaagt meer mensen te selecteren voor hoge prestaties. Hij wil dan ook een ‘ongewone set van mensen met verschillende vaardigheden en achtergronden’ aannemen om in Downing Street te komen werken. En dan vooral om uiteindelijk zichzelf minder belangrijk te maken, stelt hij.

‘Er liggen triljoenen dollars aan laaghangend fruit klaar als we betere mensen weten te selecteren.’

Wie interesse heeft, hoeft alleen maar een mailtje te sturen naar ideasfornumber10@gmail.com, met in de onderwerpregel ‘job/’ en na de slash een van de aangeboden categorieën: data, developer, econ, comms, projects, research, policy, of misfits. Wél met cv graag, maar hooguit één A4’tje lang. ‘Ik zal proberen er zoveel mogelijk te beantwoorden’, schrijft Cummings. ‘Maar aangezien ik de laatste keer dat ik publiekelijk vroeg om sollicitaties, in 2015, werd overweldigd door reacties, kan ik niets beloven.’

Al vrij snel veel kritiek

Weinig verrassend kwam de uiting van Cummings hem al vrij snel op veel kritiek te staan. Hij gaat er helemaal niet over, is bijvoorbeeld een van de reacties. En door het zo nadrukkelijk over jonge mensen te hebben, maakt hij zich zelfs schuldig aan discriminatie, oordelen anderen. Ook de waarschuwing dat hij mensen die niet bevallen binnen enkele weken weer zal ontslaan, kan juridisch niet door de beugel, denken velen.

‘Door het zo nadrukkelijk over jonge mensen te hebben, maakt Cummings zich zelfs schuldig aan discriminatie.’

Dave Penman, vertegenwoordiger van het huidige ambtenarenapparaat, noemde de wens van Cummings bovendien helemaal niet zo nieuw. De Britse overheid zoekt volgens hem al langer getalenteerde mensen in de genoemde gebieden. Maar er is volgens hem met de huidige ambtenarensalarissen gewoon niet op te boksen tegen de salarissen die in de private sector betaald worden. ‘Het is duidelijk dat Cummings de moderne realiteit van de publieke dienst niet begrijpt.’

‘Je wordt als ambtenaar aangenomen op wat je kunt, niet op wat je gelooft.’

Penman vindt Cummings’ oproep zelfs ‘vrij gevaarlijk‘. ‘Ambtenaren worden geselecteerd op hun merit. Dat is een vrij fundamenteel principe. Je wordt aangenomen op wat je kunt, niet op wat je gelooft. Ik denk dan ook dat het gevaarlijk is als je jezelf omringt met mensen die hetzelfde geloven als jij gelooft, en wiens aanstelling op jouw verzoek zomaar kan worden ontbonden.’

Ook zegt hij niet te begrijpen op basis van welke criteria de weirdos en misfits straks worden aangenomen. Is het: hoe gekker, hoe beter? Misfits zijn letterlijk: mensen die slecht passen. Hoe wil je die selecteren? Wat moeten die weirdos en misfits eigenlijk wél kunnen? Sommigen zetten hun sollicitatie dan ook meteen online, benieuwd naar hoe het proces verder gaat lopen.

Repliek al ingebouwd

Maar Cummings is slim genoeg om de repliek op die kritiek al te hebben ingebouwd in zijn blog. ‘Misschien lijkt deze methode wel chaotisch en niet helemaal wat je verwacht van ‘No10‘. Maar deze regering wil nu eenmaal dingen anders doen dan gebruikelijk. En dat ziet er altijd wat rommelig uit.’ En even later: ‘De meeste ideeën die er slecht uitzien, zijn ook slecht. Maar geweldige ideeën zien er in eerste instantie ook altijd als slecht idee uit. Anders zou iemand ze allang uitgevoerd hebben.’

Geweldige ideeën zien er in eerste instantie ook altijd uit als slecht idee.’

En dat is nu juist zijn hele doel met de paar misfits en weirdos die hij wil aantrekken. Om wat aanvankelijk voor de meeste mensen een slecht idee lijkt om te zetten in uiteindelijk grootse daden. Hij kondigt daarom meteen aan de komende weken met nog een paar van zulke blogs te komen, ‘and see what bounces back’. En een beetje rumoer daaromheen, dat zegt hij alleen maar toe te juichen. ‘Het is een snelle en goedkope manier om goede ideeën te vinden…’

Meer over diversiteit?

Op donderdag 20 februari organiseert Werf& een speciaal seminar Diversiteit & Inclusiviteit. Deze middag zit vol met tips, tricks en inspiratie over hoe je als werkgever of bureau aan de slag kunt gaan met dit thema. Niet met diversiteit & inclusiviteit als doel an sich, maar als middel om betere mensen aan te trekken voor betere teams voor de eigen organisatie (of klanten).

diversiteit seminar cummings misfits

Mag je als recruiter (straks) rokers als sollicitant weigeren?

In Nederland mag een werkgever een sollicitant in principe niet vragen of hij of zij rookt. Deze vraag levert immers strijd op met zowel het recht op gelijke behandeling als het recht op privacy. Alleen in het kader van een aanstellingskeuring mag een arts gezondheidsgerelateerde vragen stellen, en dan nog alleen als daarvoor gerechtvaardigde redenen zijn – omdat de functie dat vraagt. Je kunt je voorstellen dat het voor werk op een olieraffinaderij of op een boorplatform bijvoorbeeld best handig is om alleen maar niet-rokers in dienst te hebben.

Voor een olieraffinaderij is het best handig om alleen niet-rokers in dienst te hebben.

Maar expliciet een niet-roker vragen, zoals de Rotterdamse Kinderopvang Engeltjes momenteel bijvoorbeeld doet? Eigenlijk mag het dus niet. Of in elk geval: is het zeer twijfelachtig of het mag. In het buitenland is de discussie over deze kwestie inmiddels behoorlijk gaande. Vorig jaar kwam bijvoorbeeld de universiteit van Nagasaki in het nieuws, toen die bekendmaakte voortaan alleen nog maar niet-rokende hoogleraren aan te nemen. Destijds een primeur voor een (publiek gefinancierde) universiteit.

Een ‘nicotinevrij aannamebeleid’

Eind december volgde de Amerikaanse truckverhuurgigant U-Haul. In een verklaring zegt het bedrijf vanaf februari een ‘nicotinevrij aannamebeleid’ te willen invoeren. Dit vanwege het belang dat de ruim 30.000 medewerkers tellende verhuurder zegt te hechten aan een gezond personeelsbestand. Het beleid wordt overigens van kracht in 21 Amerikaanse staten, omdat dat (tot nog toe) de enige staten zijn waar dit onderscheid bij recruitment wettelijk is toegestaan. Sollicitanten in die staten kunnen daarom ook een test verwachten, waarmee gekeken wordt of ze wel echt van de sigaretten afblijven, zoals ze zeggen te doen.

Sollicitanten bij U-Haul kunnen een test verwachten, om te kijken of ze niet roken.

Ook de gemeente Dayton, in de staat Ohio, kondigde vorig jaar een soortgelijke stop op rokende sollicitanten aan, met daarbij een test in de selectiefase in het vooruitzicht. Delray Beach, Florida, ging hun in 2012 al voor. In Nederland zijn zulke gevallen (nog) niet bekend. ‘Een klacht van een afgewezen, rokende sollicitant is in Nederland ook nog nooit door de rechter getoetst’, schreef Simone Kaper, advocate van Kaper Nooijen Advocaten uit Eindhoven, recent nog.

Lastig dilemma

Rokers weigeren als sollicitant? Het is ook een lastig dilemma. Enerzijds mag een werkgever niet te veel ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer van werknemers. Hij mag ook geen sollicitanten discrimineren op basis van redenen die niets met de functie te maken hebben. Anderzijds mag een werkgever wel een stevig antirookbeleid voeren, en bovendien vanuit contractsvrijheid zelf bepalen wie hij of zij aanneemt. Je kunt je zelfs afvragen of roken als discriminatiegrond zo onterecht is. Het is immers – anders dan je geslacht, leeftijd, geaardheid of achtergrond – wel degelijk (deels) persoonlijk beïnvloedbaar. Oftewel: je wordt niet als roker geboren.

Al in 2006 was er commotie, toen de Europese Commissie zei dat werkgevers rokende sollicitanten mogen afwijzen.

Het is overigens ook geen nieuwe discussie. Al in 2006 was er commotie over, toen de Europese Commissie zei dat werkgevers in Europa sollicitanten mogen afwijzen omdat ze roken. Volgens de toenmalige Europees commissaris Vladimir Spidla overtreden ze daarmee geen wetten, schreef hij destijds in antwoord op vragen van een Britse Europarlementariër over een Iers callcenter dat in een personeelsadvertentie vermeldde dat rokers niet hoefden te reageren. Al is ook dat uitgangspunt (voor zover bekend) daarna nooit meer juridisch getoetst.

En, wat vinden jullie?

En, wat vinden jullie? Zouden we als recruiters rokers moeten kunnen weigeren? Of gaat dat te ver? Vul de poll in, of laat je antwoord achter in de reacties.

Moet je rokers mogen weigeren als sollicitant?

Resultaten

 

Hoe word je een succesvol recruiter in 2020?

2020 gaat een interessant jaar worden. Door de reeds ingezette daling in uitzenduren en de introductie van de WAB weten we dat de flexmarkt onder druk komt te staan. Normaliter een voorteken van stagnatie op de arbeidsmarkt. Anderzijds zien we vacature-aantallen nog steeds oplopen en blijft de schreeuw om personeel in veel branches groot. Kortom, een interessant en druk jaar voor jou als recruiter. Maar waar ga je dan zo druk mee zijn? Lees even mee:

Niet het vinden, maar het boeien van je kandidaat

Werving & selectie is de meest gebruikte Nederlandse term om recruitment aan te duiden. Als we kijken naar de afgelopen jaren heeft de nadruk vooral gelegen op werving. We haalden alles uit de kast om maar de aandacht te trekken van (latente) kandidaten. Van campagnes, vacatureteksten, vacaturevideo’s tot games. I love recruitment content, maar wat zenden we enorm veel naar onze potentiële doelgroep. Te veel! Bij veel werkgevers (recruiters) blijft het idee bestaan dat we veel moeten zenden, omdat kandidaten vinden moeilijk is. Maar ik durf wel te stellen dat kandidaten vinden makkelijker is dan ooit en de komende jaren nog makkelijker wordt. De moeilijkheid zit in engagement bereiken met een (latente) kandidaat. In 2020 is het echt tijd om minder te zenden en meer de interactie aan te gaan.

Meer recruitmentmarketing

Waar we nu nog zitten in een werkwijze van veel searchen en ‘lukraak’ of op volumeniveau kandidaten benaderen, gaan we in 2020 echt een (vervolg)stap maken. Onze focus moet liggen op interactie en het effectief leiden van kandidaten in de funnel. Dit betekent zuinig zijn op ieder contactmoment en deze volledig benutten. En hier komt marketing, oftewel: recruitmentmarketing, om de hoek kijken. Online targetten van je doelgroep, gepersonaliseerde content en de potentiële kandidaat begeleiden met de juiste touchpoints in het sollicitatieproces. Data, doelgroepinformatie en denken vanuit je kandidaat zijn hierin cruciaal.

Betere tech

In 2020 maken we ook weer een stap in automatisering van administratieve en repeterende werkzaamheden van ons vak. Persoonlijk vind ik dat heerlijk; voor mij is automatisering per definitie geen slechte ontwikkeling. Hoe fijn is het als algoritmes nog beter leren matchen en systemen met API’s informatie delen en je een planningstool hebt die afspraken met kandidaten maakt?

Hoe fijn is het als je een planningstool hebt die afspraken met kandidaten maakt?

Of maak de stap naar feedbacktools en chatbots die je ondersteunen in de eerdergenoemde interactie. Conversational content wint al jaren in marketingland en is ook de basis van recruitment; in contact komen met mensen en de dialoog aangaan. En hoe toepasbaar om dit ook in te zetten voor Gen Z, de nieuwste generatie, die nu met haar 22/23 jaar de arbeidsmarkt opkomt. Ze zijn altijd online, op meerdere devices tegelijk, bellen niet en zijn opgegroeid met messaging. Dus natuurlijk is WhatsApp geïntegreerd in jouw proces.

Maak keuzes als het gaat om tech.

Mijn tip voor inzet van tech is wel: maak keuzes. Laat je niet leiden door het aanbod van recruitmenttech. Beoordeel wat jouw recruitment nodig heeft en wat wenselijk is voor de kandidaat. Laat tech nooit leidend zijn, maar ondersteunend aan het menselijk contact. Het persoonlijk in contact staan met je doelgroep blijft het belangrijkste. Communiceren dus! En niet alleen met externe talenten, maar juist ook met de interne populatie aan medewerkers van jouw organisatie.

Interne doorstroom & behoud

2020 trendsIs behoud van medewerkers niet onze grootste winst in 2020? Terugdringen van uitstroom, in plaats van volle bak gaan voor nieuwe instroom. Bij veel bedrijven waar ik kom, zie ik dat we hier nog een enorme stap kunnen maken. Hoe maken we recruitment ‘rond’ (full cycle recruitment)? Zorgen we dat we ook oog hebben voor interne doorstroom en hoe goed leren we van uitstroom als basis voor nieuwe instroom (duurzame hires)? Voor 2020 hebben veel HR-managers learning & development hoog op de agenda staan. Zorg als recruiter dat je aansluiting vindt bij deze stakeholder. Vind elkaar op zaken als medewerkerstevredenheid, loyaliteit en ambassadeurschap. Referral recruitment, reviews van medewerkers en employer branding (storytelling) heb jij in 2020 namelijk nog steeds nodig.

2020 is het jaar van full cycle recruitment.

Onboarding & offboarding

En om nog even terug te komen op full cycle of end-to-end recruitment (lang leve de Engelse termen in recruitment): onboarding van nieuwe collega’s verdient jouw extra aandacht als recruiter. Zowel voor binding als ambassadeurschap van medewerkers. Maar blijf de voortgang van nieuwe instroom ook volgen om te zorgen dat je als recruiter dichtbij de business bent. Wat speelt er bij (lijn)managers? En bij medewerkers? Hoe staat ons bedrijf ervoor?

Bedenk dat ook een goede offboarding cruciaal is.

Stel je voor dat er in 2020 toch al een dip komt in de economie en een afdeling van jouw bedrijf onverwachts afscheid moet nemen van medewerkers. Bedenk hierin dat ook een goede offboarding cruciaal is. Welke rol neem je dan als werkgever, sta je ook dan voor goed werkgeverschap en verlaten ze de organisatie als ambassadeurs? Ook hier is arbeidsmarktcommunicatie en een employer branding-strategie noodzakelijk! Employer branding is lange termijn en verdient altijd aandacht, ook in tijden van minder werving of uitstroom moet je blijven communiceren met je ambassadeurs, zowel intern als extern.

Recruitment-businesspartners

De mogelijk veranderende arbeidsmarkt vraagt om een andere rol van recruiters. Ga op zoek naar die rol waarin jij de komende jaren toegevoegde waarde blijft leveren. Recruitment moet dicht bij de business blijven om de veranderingen te volgen en er direct op in te kunnen spelen. Het is tijd om uit je uitvoerende/ondersteunende rol te stappen, want dan blijf je achter de feiten aanlopen. Maak in 2020 de stap naar een meer adviserende/leidende rol als recruiter. Breng al je stakeholders en hun behoeften in beeld. Wat zijn de doelstellingen van de afdelingen/managers en hoe kan je daaraan bijdragen? Communiceer met ze en investeer in een goede relatie. En positioneer jezelf als gelijkwaardig gesprekspartner en pak je expertrol (ook een stukje mindset). Breng het proces in beeld, verdeel verantwoordelijkheden en benoem kpi’s. Kans is groot dat je die laatste meer gaat richten op quality-of-hire, employee engagement, candidate experience-ratings. Meten is weten, het is een cliché, maar blijft ook dit jaar waar.

Verandering is ook in 2020 de enige constante factor.

Conclusie: de succesvolle recruiter in 2020 herkent de fluctuaties op de arbeidsmarkt en is in staat om mee te bewegen en te adviseren. Verandering is de enige constante factor, ook in 2020. Blijven leren en communiceren is daarom jouw sleutel tot succes.

De maand in werving: 7 dingen die ons opvielen in december

Terwijl de kranten en andere media over elkaar heen buitelen met terugblikken op het jaar 2019 en zelfs op het hele decennium, pikken wij gewoon de periode van slechts één maand. Want ook in de maand december gebeurde er weer genoeg wat het vermelden waard is. Van bosbranden zo groot als heel Nederland in Australië, tot een aangehouden Ridouan Taghi en de anticlimax in de strijd tussen Rico en Badr, het hield de gemoederen aardig bezig. Maar wat gebeurde er allemaal in de wereld van werving en selectie dat we niet mogen vergeten?

#1. WAB nu al ‘niet meer van deze tijd’

nadia adnani decemberVanaf 1 januari is de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) een feit, waarmee vele regels veranderen rondom arbeidscontracten en ontslag. Bedoeling is dat de afstand tussen ‘vast’ en ‘flex’ kleiner wordt, maar de wet is nu al ‘niet meer van deze tijd’, waarschuwen arbeidsrechtjuristen Nadia Adnani (foto rechts) en Kim Deelen in Het Parool.

‘De praktijk zal ook nu weer op zoek gaan naar mazen in de wet.’

Ze zeggen onder meer te verwachten dat de nieuwe ‘dwingende’ maatregelen om flexwerk in te dammen een ‘averechts effect’ zullen hebben. ‘De praktijk zal ook nu weer op zoek gaan naar mazen in de wet. […] De NS en de ANWB hebben al aangekondigd per 1 januari afscheid te zullen nemen van een deel van hun flexwerkers.’ Ongetwijfeld zullen volgens hen ook de mazen in de nieuwe WAB weer gedicht worden met wetgeving. Maar de conclusie is, zo stellen ze: ‘De wetgever blijft achter de praktijk aanlopen, zonder echt te kijken naar de behoefte daarvan.’

#2. Eén werkcode als oplossing voor flexibilisering

Nog meer flexnieuws was op te tekenen bij 5 financiële instellingen en 3 vakorganisaties, die via een werkcode aankondigden ‘één arbeidsmarkt voor alle werkenden’ te willen realiseren, met gedeelde opvattingen over de invulling van zowel goed werkgeverschap als goed opdrachtgeverschap. ‘Het is een gezamenlijk statement: wij willen in de toekomst de kloof tussen vast en flex verkleinen’, aldus Petra Smale, communicatieadviseur van verzekeringsmaatschappij ASR, een van de initiatiefnemers, naast Achmea, ING, Nationale-Nederlanden, VGZ en de vakorganisaties De Unie, FNV Finance en CNV Vakmensen.

‘Het is een gezamenlijk statement: wij willen in de toekomst de kloof tussen vast en flex verkleinen.’

In de werkcode staan afspraken over hoe de bedrijven omgaan met hun vaste en flexibele medewerkers. Er staat bijvoorbeeld in dat alle werkenden die hetzelfde werk doen, dezelfde beloning krijgen. Of ze nu in vaste dienst zijn of werken als uitzendkracht, payroller of zzp’er. Ook staat in de code dat de betrokken bedrijven ‘in principe geen zzp’ers inzetten voor reguliere en langdurige bedrijfsactiviteiten en voor werkzaamheden die verricht worden door medewerkers in de onderste lagen van ons functiehuis.’ De bedrijven beloven dat deze uitgangspunten de komende 3 jaar ‘richtinggevend’ zijn bij cao’s en de inhuur van flexibel personeel.

#3. ‘Zorg kampt tot 2027 met groeiende tekorten’

Niet helemaal verrassend misschien, en ook niet helemaal uit december, maar toch nog wel het vermelden waard: het rapport van SEO Economisch Onderzoek dat voor 2027 een groei van nog eens 390.000 vacatures in de zorg voorspelt, en voor 2022 een groeiende vraag naar nog eens 220.000 zorgmedewerkers. Het sluit aan bij eerder onderzoek van Compagnon en Intelligence Group over de schaarste in de zorg, en bij recente RIVM-cijfers, die stellen dat in 2040, een kwart (!) van alle werkenden een zorgmedewerker zal zijn, waar dat nu nog zo’n 1 op de 7 is.

Helemaal zorgelijk is dat er de afgelopen jaren meer mensen de zorg verlieten dan dat er instroomden.

Helemaal zorgelijk, aldus het SEO-rapport, is dat er momenteel meer mensen de zorg lijken te verlaten dan dat er instromen. Althans, tussen 2013 en 2017 daalde het aantal werkenden in medische en verzorgende beroepen van 770.000 naar 750.000. Hoe het tekort zich verder ontwikkelt hangt volgens de onderzoekers af van hoe snel de technologische innovatie in het productieproces in de zorg gaat. Ook de mogelijke toename van de gezonde levensjaren is sterk bepalend. Maar hoe dan ook, om ook in de toekomst aan de vraag te kunnen voldoen moet in elk geval de instroom vanuit de opleiding toenemen en de uitstroom afnemen, stellen ze.

zorg tekorten schaarste december

#4. Nieuwe detacheringsrichtlijn naar Kamer

Nog meer veranderende wetgeving op til: minister Koolmees (SZW) stuurde in december ook nog een nieuwe ‘Detacheringsrichtlijn‘ naar de Tweede Kamer. Met deze richtlijnen krijgen werknemers uit andere EU-lidstaten die voor hun buitenlandse werkgever tijdelijk in Nederland komen werken voor een tijdelijke klus straks recht op gelijke beloning voor gelijk werk op dezelfde plaats. De herziene richtlijn moet zorgen voor ‘een nieuwe, betere balans tussen vrije dienstverlening binnen de EU en de bescherming van de rechten van gedetacheerde werknemers’, aldus de minister.

Met de nieuwe detacheringsrichtlijn wordt het lastiger personeel in te huren uit Polen of Bulgarije.

De nieuwe richtlijn moet uiterlijk 30 juli 2020 geïmplementeerd zijn. De bestaande detacheringsrichtlijn, afkomstig uit 1996, wordt nu vaak nog door Nederlandse werkgevers gebruikt om goedkoop personeel in te huren uit landen waar de lonen een stuk lager liggen, zoals Polen of Bulgarije. Dit gebeurt vooral in de bouw, de verwerkende industrie en het wegvervoer. Met de nieuwe richtlijn zal dat straks een stuk lastiger – of in elk geval: duurder – worden, zo is de verwachting.

#5. Nieuwe Duitse immigratiewet vanwege krapte

Niet alleen Nederland kampt met grote arbeidsmarkttekorten en schaarste, ook bij onze Oosterburen speelt krapte een grote rol. Zo groot zelfs dat de regering de immigratiewet wil aanpassen om wonen en werken in Duitsland aantrekkelijker te maken, meldt de NOS. Soepeler immigratie moet onder meer helpen om honderdduizenden vacatures in de IT, de bouw en de zorg te kunnen vervullen. En dat komt niets te vroeg, zegt bijvoorbeeld de brancheorganisatie voor de Duitse IT-industrie. ‘Momenteel komt Duitsland 124.000 IT-specialisten tekort. Als we moeten schatten hoe groot de economische schade is, komen we uit op ongeveer 10 miljard euro omzet’, aldus Adél Holdampf-Wendel.

‘De deuren in Duitsland worden weer opengezet voor mensen van buiten de Europese Unie.’

De nieuwe immigratiewet geldt vooral voor hooggeschoolde arbeiders en wordt in maart 2020 van kracht. ‘De deuren worden weer opengezet voor mensen van buiten de Europese Unie. Het wordt makkelijker voor mensen met een diploma om in Duitsland te werken’, zegt Verena Andrei van het Welcome Center Stuttgart.

#6. Amsterdam denkt aan vierdaagse schoolweek

Vanwege het almaar aanhoudende lerarentekort overwegen veel Amsterdamse basisscholen een vierdaagse lesweek, schrijft Trouw. Op de vijfde dag gaan de kinderen waarschijnlijk wel naar school, maar schoolbesturen praten momenteel over een alternatieve invulling, aldus Lieke Thesingh van het Breed Bestuurlijk Overleg Amsterdam (BBO), de vereniging van basisschoolbesturen. Eind januari moet er een definitief plan liggen over noodmaatregelen tegen het lerarentekort.

Amsterdam en Den Haag zijn de grote steden die het meeste last hebben van het lerarentekort.

Amsterdam en Den Haag zijn in Nederland momenteel de grote steden die het meeste last hebben van het lerarentekort. Amsterdamse basisscholen kwamen begin november 384 voltijds leraren tekort, begin dit schooljaar lag dat aantal nog op 280. Begin december sloten al 16 Amsterdamse basisscholen in Nieuw-West de deuren vanwege het lerarentekort. In hoeverre de onderwijsinspectie en de minister akkoord gaan met zo’n eventuele vierdaagse lesweek, is overigens nog onduidelijk. Maar Thesingh benadrukt dat alles (nog) in goed overleg gaat.

#7. Malcolm Gladwell: ‘Sollicitatiegesprek kwalijker dan toeval’

Sollicitatiegesprekken? De bekende managementauteur Malcolm Gladwell ziet er weinig heil in, zegt hij in een recent interview in het FD. ‘Voor veel banen geldt dat je net zo goed de namen van iedereen die aan de vereisten voldoet in een hoed kunt gooien en dan blind kunt pakken. Wat we nu doen is kwalijker dan toeval; we nemen eenvoudigweg de mensen aan die charmant en aantrekkelijk zijn.’

‘Voor veel banen geldt dat je net zo goed de namen in een hoed kunt gooien en dan blind kunt pakken.’

praten met vreemden decemberGladwell, bekend van boeken als ‘Uitblinkers’ (over onder meer de 10.000-urenregel) vertelt in zijn nieuwe boek over ‘Praten met vreemden’, en de denkfouten die we als mens daarbij geneigd zijn te maken. Belangrijkste les, zegt hij, is dat we mensen ‘niet in situaties moeten brengen waarin ze snel beslissingen moeten nemen over vreemden. We moeten de verleiding weerstaan snel iemands karakter te willen doorgronden. En we moeten ons ervan bewust zijn dat ons vertrouwen nu eenmaal af en toe beschaamd zal worden. Dat dat gebeurt juist doordat we menselijk zijn. De slechtste reactie daarop is ons achterdochtig opstellen. Dat is de verkeerde weg.’

Wij mensen, stelt Gladwell, zijn vreselijk slecht in het lezen van vreemden. Niet een beetje slecht, maar domweg beroerd. En vrijwel zonder uitzondering. Hij heeft sollicitatiegesprekken daarom zelf ook maar helemaal afgeschaft. Hebben toch geen zin, zegt hij. ‘Mijn nieuwste assistent heb ik alleen telefonisch gesproken voor ik haar aannam. En ze is zeker zo goed als haar voorgangers.’

#8. Cartoon van de maand

Omdat we deze maand toch aan het eind van een bewogen decennium komen, een min of meer toepasselijke:

Bron: van9tot5

Meer trends?

In de rubriek ‘De maand in werving’ belichten we belangrijke trends en ontwikkelingen die voor iedereen actief in de wereld van werving en selectie van belang zijn. Iets gemist? Meld het ons!

Lees ook:

Waarom zijn er zoveel overmoedige managers?

We voelen ons aangetrokken tot mensen die zelfvertrouwen uitstralen. We luisteren aandachtig naar hun daadkrachtige woorden. En we geloven dat zij de kwaliteiten hebben om invloed uit te oefenen en moeilijke beslissingen te nemen. Om die reden zien we zelfvertrouwen als een essentiële eigenschap van een goede leider. Wanneer iemand, terecht of onterecht, overmoedig lijkt te zijn, hebben we echter de tegenovergestelde reactie. We vinden deze persoon arrogant en ongeschikt als leider. We blijken echter bijzonder veel moeite te hebben met het inschatten of iemands zelfvertrouwen gegrond of ongegrond is. En uit ons onderzoek blijkt dit nu precies de reden te zijn waarom we vaak overmoedige kandidaten selecteren voor leidinggevende functies.

Zelfvertrouwen versus overmoed

Mensen met zelfvertrouwen geloven in hun eigen kunnen. Mensen die overmoedig zijn vertrouwen ook in hun eigen kunnen, maar overschatten dit eigen kunnen. Deze overschatting is onbewust. Met andere woorden, overmoedige mensen denken oprecht dat zij beter zijn dan dat zij daadwerkelijk zijn. Om die reden vertonen mensen met zelfvertrouwen en mensen met overmoed hetzelfde gedrag – sterke meningen en ideeën, een kalme en ontspannen houding en zelfverzekerdheid. Hierdoor worden we dus gefopt. We beschouwen het zelfverzekerde gedrag van overmoedige mensen onterecht als signaal van hun onderliggende kwaliteiten.

We beschouwen zelfverzekerd gedrag van overmoedige mensen onterecht als signaal van hun overliggende kwaliteiten

Zelfs getrainde assessmentadviseurs kunnen zelfvertrouwen en overmoed niet van elkaar onderscheiden. In samenwerking met een assessmentbureau hebben we onderzoek gedaan onder 76 kandidaten voor een leidinggevende functie. We hebben de overmoed van alle kandidaten gemeten door ze een korte algemene kennistest te laten doen en hen te vragen aan te geven hoe zeker ze waren van hun antwoorden op de test. Overmoed is de mate waarin hun zelfzekerheid hun testscore overtrof. We vroegen ook aan de assessmentadviseurs om de overmoed in te schatten van de kandidaten. Zoals verwacht vonden we nauwelijks overlap tussen de daadwerkelijke overmoed van de kandidaten en de inschattingen van de assessmentadviseurs. Wanneer de adviseurs (vaak ten onrechte) dachten dat de kandidaat overmoedig was, resulteerde dit in een negatief assessmentoordeel. Daarentegen kregen de kandidaten die daadwerkelijke overmoedig waren vaker een positief oordeel.

Hoe levert overmoed dit voordeel op?

Een overschatting van eigen kunnen blijkt een natuurlijke rust en vertrouwen te geven in stressvolle situaties. In een van onze onderzoeken hebben we de gemoedstoestand van mensen gemeten voor en nadat ze een pitch moesten geven voor een deskundig panel. Voor de meeste mensen is het geven van een pitch bijzonder stressvol. Uit onze resultaten bleek echter dat overmoedige mensen beter in staat zijn om hun hoofd koel te houden. Deze stressbestendigheid leidde ertoe dat overmoedige kandidaten als betere leiders werden gezien. En dit effect was zeer robuust. Zelfs toen we alleen de eerste dertig seconden van de video’s presenteerden aan een extern panel, voorspelde de overmoed van de kandidaten de percepties van leiderschapspotentie.

Gevolgen van overmoed op het werk

Het voordeel dat overmoedige kandidaten in een sollicitatieprocedure hebben, kan later op het wek nadelige consequenties hebben. Uit onderzoek blijkt namelijk dat overmoedige managers agressieve en risicovolle financiële beslissingen nemen, met vaak schadelijke gevolgen. In een van onze andere onderzoeken vonden we dat overmoedige mensen eerder ten prooi vallen aan escalatie van commitment. Escalatie van commitment is het fenomeen waarin mensen na een oorspronkelijke beslissing om te investeren bij tussentijdse negatieve feedback besluiten om alsnog opnieuw en meer te investeren. Uit ander onderzoek is zelfs gebleken dat banken met overmoedige CEO’s grotere verliezen hebben geleden tijdens de financiële crisis. Overmoedige CEO’s hadden voor de crisis de leenstandaarden verzwakt, waardoor de bank kwetsbaarder waren ten tijde van de crisis.

Overmoedige CEO’s zorgden voor grotere verliezen tijdens de financiële crisis

Wat is de oplossing?

Bij het selecteren van kandidaten voor leidinggevende functies wordt er vaak gebruikt gemaakt van intuïtieve selectiemethoden, zoals ongestructureerde interviews. En juist bij deze procedures hebben overmoedige kandidaten een voordeel. Om te voorkomen dat overmoedige leiders worden geselecteerd, moeten selectieprocedures dus vooral bestaan ​​uit objectieve tests en oefeningen waarin kandidaten daadwerkelijk hun kwaliteiten moeten tonen. Een andere optie is om directe meting van overmoed in de selectieprocedure op te nemen.

Hoe Steam een kwart eeuw lang alle woelige baren wist te trotseren

Zo’n kwart eeuw geleden ging het proces van banen zoeken nog wel even anders dan het nu gaat. Op zaterdag viel bij velen een vuistdikke Volkskrant vol met vacatures in de bus, en ook de printeditie van Intermediair was nog een belangrijke bron voor vrijwel elke werkzoekende hoogopgeleide. Dit waren de plekken waar werkgevers zich probeerden te onderscheiden tegenover het talent met opvallende, aansprekende uitingen.

25 jaar geleden viel bij velen nog een vuistdikke Volkskrant vol vacatures in de bus.

Eén van de bureaus die zich daarin destijds specialiseerde, was het Amsterdamse De Bussy. Jaarlijks waren ze daar goed voor een productie van honderden pagina’s met personeelsadvertenties in de kranten. Het was ook de plek waar Marco van Rookhuijzen en Hans Kroonen elkaar voor het eerst tegen het lijf liepen. En waar bij beiden na verloop van tijd het plan ontstond om voor zichzelf te beginnen.

Alle baren getrotseerd

Er kwam een management buy-out en een aantal klanten ging mee. Zo ontstond in 1994 Steam, bureau voor employer branding. En bijzonder: dit bureau bestaat nog steeds. In de afgelopen 25 jaar waren er veel bureaus in arbeidsmarktcommunicatie die kwamen, en bijna evenveel die ook weer gingen. Maar Steam trotseerde juist alle economische baren. Iets wat eigenlijk al vanaf het begin voorzien was, vertelt Van Rookhuijzen: ‘We zochten destijds een naam die voor energie stond. We keken daarvoor onder meer naar verschillende natuurverschijnselen. Stoom vonden we mooi, omdat het fundament water is, dat met vuur kan veranderen in stoom. Stoom staat ook voor creativiteit en flexibiliteit. En zo was Steam geboren.’

‘Stoom vonden we mooi, omdat het staat voor creativiteit en flexibiliteit.’

Met de start van Steam werd strategisch en conceptueel denken steeds belangrijker in arbeidsmarktcommunicatie, de eerste stappen in employer branding werden gezet. Ook destijds was de ‘platte vacature’ al weinig onderscheidend meer. ‘We bedachten strategieën voor onze opdrachtgevers en vertaalden die naar creatieve concepten’, vult Kroonen aan. ‘We begonnen in Amsterdam-Zuidoost, in een pand op drie hoog achter vlakbij het AMC, we zaten bij een lithograaf in het pand, wat handig was voor de personeelsadvertenties die we ook nog maakten. Later verhuisden we naar een andere plek in een nieuw pand daar in de buurt.’

Open bedrijfscultuur, maar dan ook echt open

Eerder keken we al terug op de 5 lessons learned in employer branding die het bureau in die kwart eeuw heeft opgedaan. Maar wat waren nu precies de persoonlijke lessons learned van de beide oprichters? Van Rookhuijzen verwijst daarvoor naar het pand waar ze nu zitten, aan de Generaal de Vetterstraat in Amsterdam. ‘Dit kantoor  staat letterlijk en figuurlijk voor wie wij zijn. We hebben een open bedrijfscultuur en het interieur is daarom ook open. Er zijn hier praktisch geen wanden. Dat is wat we wilden. Het eerste pand waar we zaten had een klassieke inrichting met veel deuren, maar wij gebruikten die simpelweg nooit. Deze locatie was dan ook precies wat we zochten.’

‘Er zijn hier praktisch geen wanden. Dat is wat we wilden.’

Steam begon ooit met 7 man en heeft nu 27 mensen vast in dienst en een flexibele schil van allerhande professionals op het gebied van copy, art, productie en fotografie. De man/vrouwverdeling is er ‘netjes’ 50/50, en ook zijn er diverse culturen in huis. ‘Dat is geen bewust beleid’, aldus Van Rookhuijzen. ‘We kijken altijd of iemand bij ons past. Natuurlijk moeten ze goed zijn in hun vak, maar het moeten ook vooral, leuke, fijne, prettige mensen zijn. En dat pakt doorgaans verrassend goed uit. Slechts een aantal mensen is in die tijd weggegaan. Sommigen kwamen daar later op terug. Ze kwamen dan tot de conclusie dat het gras ergens anders echt niet groener was.’

Opeens heb je het…

Net als een diversiteit aan mensen, heeft Steam in die 25 jaar ook een heel brede diversiteit aan klanten mogen helpen aan betere arbeidsmarktcommunicatie. Kroonen: ‘We werkten eerst veel voor de Rabobank en het AMC. En voor de Stichting Epilepsie in Nederland (SEIN). Daar werken we trouwens nog steeds voor, al 25 jaar dus! De NS was ook een van de grotere klanten. Daar hebben we de legendarische campagne ‘Opeens heb je het, je wordt conducteur’ voor gemaakt die nu nog steeds heel veel mensen kennen. We hebben daar destijds ook een Effie voor gewonnen.’

Ook de Politie is alweer een hele tijd klant, net als het het Ministerie van Defensie. Van Rookhuijzen: ‘We zijn er medeverantwoordelijk voor dat er bij Defensie een behoorlijke instroom van nieuwe medewerkers op gang is gekomen. We zijn heel trots op de mooie campagnes die we voor Defensie hebben ontwikkeld en de resultaten die we ermee geboekt hebben.’

Het UMC Utrecht was ook al vroeg klant. Het was een van de eerste ziekenhuizen in Nederland die een duidelijk werkgeversmerk heeft neergezet. ‘In het begin was het daar nauwelijks georganiseerd als het gaat om arbeidsmarktcommunicatie. Nu is het al 20 jaar een stabiel werkgeversmerk, terwijl de contactpersonen toch steeds wisselen en je die steeds opnieuw moet overtuigen van je meerwaarde als bureau’, vertelt Van Rookhuijzen.

Om een merk of organisatie te doorgronden, moet je de mensen en hun functies echt leren kennen.

Het UMC Utrecht is een opdrachtgever ‘waar wij heel blij van worden’, vult Kroonen aan. ‘Wij krijgen hier altijd de vrijheid om ons te verdiepen in de organisatie. Dat is ook wat voor ons het allerbeste werkt in onze klantrelaties. Om een merk of organisatie te doorgronden, moet je de mensen en hun functies echt leren kennen. Om zoiets echt over te brengen, moet je je wel verdiepen. Klanten waarmee we het beste werken, zijn meestal de klanten waarbij je echt helemaal achter de schermen mag meekijken . Zo stond ik al eens in de operatiekamer en de afdeling Neonatologie van het UMC Utrecht. Een prachtervaring!’

Niet achter de ellebogen

steam maarten kuipersEen gezin draait het lekkerste als de ouders het goed met elkaar vinden, zegt Van Rookhuijzen. En zo is het volgens hem ook met zakelijke partners. ‘We hebben heel bewust voor elkaar gekozen, ook voor creatief directeur Maarten Kuipers (foto) als partner.’ Kroonen: Er zijn ook geen heftige meningsverschillen. Het gaat allemaal heel smooth. Als er wel eens een onvertogen woord valt, kijkt iedereen daarvan op. Zo gaan we simpelweg niet met elkaar om.’

‘Als er wel eens een onvertogen woord valt, kijkt iedereen daarvan op.’

Open, warm, creatief en drempelloos, dat is het employer brand dat Steam zélf wil uitdragen. ‘We zijn lid van Tribe Global, een internationaal netwerk van onafhankelijke bureaus’, vertelt Kroonen. ‘Het bestuur daarvan komt regelmatig over de vloer. Ik hoor ze wel eens zeggen tegen andere bureaus: als je wilt weten hoe je een mooie bureaucultuur ontwikkelt en houdt, neem hier dan een voorbeeld aan. Dat vinden we echt bijzonder. Ons kantoor ademt een prettige en gezellige werksfeer.’

‘We geloven niet in een overwerkcultuur. Wil je dat wel, dan pas je niet bij Steam.’

Van Rookhuijzen: ‘Er is veel onderling vertrouwen, geen achter-de-ellebogen-cultuur. We lunchen altijd met zijn allen aan een grote tafel en wie op bezoek is, luncht mee. Voor onze klanten werken we hard, zijn als de nood aan de man is altijd bereikbaar, maar we werken wel het liefst tussen 9 en 6. En we willen graag dat je daarbuiten andere dingen doet. Privé dingen, die je gelukkig maken. We geloven niet in een overwerkcultuur. Wil je dat wel, dan pas je niet bij Steam.’

steam kerstfoto's
Enkele recente foto’s van het Steam-Kerstfeest

Lees ook

Een beetje genderkleur in je employer brand is zo slecht nog niet

Het verschil in netto arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen is de afgelopen jaren flink geslonken. Over 2018 had gemiddeld 63 procent van de vrouwen en 72 procent van de mannen tussen de 15 en 75 jaar een betaalde baan. Dat scheelt dus niet meer zoveel. Toch blijkt de gelijkheid op de arbeidsmarkt nog ver te zoeken. Zo zag slechts 52% van de vrouwen het inkomen afgelopen jaar stijgen, tegen 61% van de mannen.

Slechts 52% van de vrouwen zag afgelopen jaar het inkomen stijgen, tegen 61% van de mannen.

De vraag is of deze verschillen ooit zullen verdwijnen. Volgens het World Economic Forum kan het nog wel 200 jaar (!) duren, voordat de wereldwijde genderkloof op de werkvloer gedicht is. Eén ding staat echter buiten kijf: mannen en vrouwen horen misschien gelijker gewaardeerd en beloond te gaan worden, maar dat maakt nog niet dat ze over één kam zijn te scheren.

Gelijk betekent niet: hetzelfde

Volgens het CBS bestaat het aantal IT’ers in Nederland nog steeds voor 85% uit mannen, terwijl bijvoorbeeld in de zorg- en welzijnsberoepen meer dan 80% van de medewerkers vrouw is. Zo zijn er wel meer beroepsgroepen aan te wijzen die overwegend vrouwelijk dan wel mannelijk zijn. Dat gaat de komende jaren ook niet veranderen, laten instroomcijfers van het onderwijs (DUO-data) zien. Is dat gek?

In het licht van onze oerinstincten is de voorkeur voor een technisch of welzijnsberoep niet zo gek.

Leiderschapsexpert en schrijfster Carolina Pruis duidde al eens dat er wezenlijke verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Die verschillen hebben te maken met de manier waarop we gedreven worden door onze oerinstincten. En die worden aangejaagd door de geslachtshormonen: testosteron bij mannen en oestrogeen bij vrouwen. In dat licht bekeken is de voorkeur voor bijvoorbeeld een technisch of welzijnsberoep niet zo gek.

Elke organisatie heeft behoefte aan beide hormonen

Testosteron staat voor: focus, zelfvertrouwen, risico durven nemen en geloof in jezelf hebben. En dat zijn (generaliserend gezien) meer typisch mannelijke eigenschappen. Oestrogeen staat meer voor: onzekerheid, risico’s vermijden, empathie en goed kunnen communiceren, wat (generaliserend gezien) meer vrouwelijke eigenschappen zijn. Elke organisatie heeft behoefte aan beide hormonen. Maar hoe krijgen we dat tussen de oren?

Van quotum naar voordeel

Er wordt veel gesproken over gendergelijkheid. Maar waarom gaat het zo weinig over het benutten van de verschillen? Over de uiteenlopende kwaliteiten van mannen en vrouwen en hoe die juist als een voordeel kunnen werken? Oestrogeen biedt andere perspectieven dan testosteron en dat is alleen maar mooi.

Oestrogeen biedt andere perspectieven dan testosteron en dat is alleen maar mooi.

Zo zijn vrouwen bijvoorbeeld gemiddeld genomen beter in serendipiteit: het vinden van iets dat bruikbaar is maar waarnaar niet speciaal gezocht werd. Sommigen noemen dat gelukkig toeval, maar vrouwen hebben gewoon betere skills om te zien en te herkennen wat er toevallig gebeurt en waarvoor je dat kunt inzetten.

genderkleur bekennen jeroen moerenhoutBenut het verschil

Voor hun boek Results at the Top: Using Gender Intelligence to Create Breakthrough Growth bestudeerden auteurs Barbara Annis en Richard Nesbitt genderverschillen. Ze ontdekten dat elk geslacht zijn of haar eigen neigingen heeft. Zoals in probleemoplossing. Mannen definiëren een probleem en beginnen meteen met het elimineren ervan. Vrouwen definiëren een probleem vaak ruimer en onderzoeken eerder een breder scala aan potentiële factoren, voordat ze in de oplossingsmodus schieten. Dit is volgens Annis en Nesbitt ook de reden waarom vrouwen problemen willen uitpraten en mannen meteen in het oplossen ervan willen duiken.

Met alleen dezelfde perspectieven kom je tot weinig vernieuwing.

Met alleen dezelfde perspectieven kom je tot weinig vernieuwing en ben je ook nog eens een slechte afspiegeling van de maatschappij, leert dit boek. Benut liever het verschil.

Bekennen van genderkleur werkt

Maar hoe pas je dit nu toe in je employer branding? In recruitmentmarketing zijn we al een tijdje aanbeland in het tijdperk van heldere doelgroepbenadering. Dit gebeurt nu vooral in vakgebieden (IT’ers, technici, leraren), maar nog weinig in persoonlijke diversiteit (gender, generatie, levensfase, culturele achtergrond). Terwijl bijvoorbeeld blijkt dat merken met een duidelijke ‘genderstem’ het beter doen dan merken met een meer genderneutrale stem.

Merken met een duidelijke ‘genderstem’ doen het beter dan meer genderneutrale merken.

Kijk eens naar voorbeelden als AXE, een typisch mannelijk merk, en Dove als vrouwelijke tegenhangster. Of de televisiezenders RTL7 (slogan: Meer voor mannen!) versus Net5 (Ladies Night). Sport en actie versus lifestyle en reality-tv. Een knokkende Jason Statham versus een liefdesdubbende Renée Zellweger. Ja, het is wellicht wat generaliserend. En ja, sommigen zullen het misschien zelfs wel als (positieve) discriminatie ervaren. Het geeft echter op een Cruyffiaanse wijze weer: gelijk zijn wil nog niet zeggen dat je hetzelfde bent. En een verschil in marketing wérkt blijkbaar.

Waardeer gelijk, maar benut verschillend

Je aanpak volledig op vrouwen óf mannen inrichten is misschien geen goed idee. Maar als jouw organisatie iets te veel RTL7 weerspiegelt in plaats van Net5 (of andersom), dan is employer branding misschien wel de knop om eens aan te draaien. Denk aan: het tweaken van je tone-of-voice, de beelden die je gebruikt en thema’s en onderwerpen die je aansnijdt, zodat je een iets vrouwelijker of juist mannelijker toon aanslaat.

Je aanpak volledig op vrouwen óf mannen inrichten is misschien geen goed idee.

Gelijkwaardig wil namelijk niet zeggen dat je mannen en vrouwen per se uniform moet benaderen en benutten in je wervingsstrategie. It’s up to you.

Lees ook:

Hoe recruiters hun voordeel kunnen doen met de principes van ‘Growth Hacking’

Volgens Wikipedia is Growth Hacking ‘een proces van snel op elkaar volgende experimenten die een scala van marketingkanalen gebruikt om de meest effectieve manier te vinden om bedrijven te laten groeien.’ De term werd bijna 10 jaar geleden voor het eerst gebruikt, en kende sindsdien een snelle opmars in de wereld van – vooral – marketeers.

De term ‘Growth Hacking’ werd 10 jaar geleden geïntroduceerd, en kende sindsdien een snelle opmars onder marketeers.

Maar ook in de wereld van recruitment kunnen we met de principes van Growth Hacking ons voordeel doen. Dat zeggen onder meer Roxanne Lamet (zelf Growth Hacker) en Mary-Ann van der Netten van Stigt-Sanders (Business Manager) van Start People Medi Interim, een onderdeel van USG People en vol continu dienstverlener die zorgprofessionals regelt voor organisaties zoals ziekenhuizen, verpleeg- en verzorghuizen, GGZ en gehandicaptenzorg: van verpleegkundige tot arts en van verzorgende IG tot groepsbegeleider.

Op dinsdag 28 januari 2020 vertellen ze er meer over, tijdens de breakoutsessie What the Growth Hack op het Werf& Jaarcongres voor Bureaurecruiters. Hier alvast een voorproefje.

> Wat doet een Growth Hacker precies?

roxanne lamet growth hackingLamet (foto):Growth Hacking is dé innovatieve vorm van marketingrecruitment. Een Growth Hacker zoekt bij ons continu naar de meest effectieve manier om de juiste zorgprofessionals te vinden en zo groei binnen de organisatie te realiseren. Dit doet zij door te experimenteren, bijvoorbeeld met A/B testen, door data-analyses en verschillende, met name digitale, marketingtools in te zetten, zoals social advertising, SEA, SEO en e-mailmarketing. Dit alles om een ideale kandidaat- en klantbeleving te realiseren.’

Van der Netten van Stigt: ‘Digitalisering, technologische ontwikkelingen en krapte op de arbeidsmarkt klinken niemand onbekend in de oren. USG People, onze moederorganisatie, heeft als eerste HR-dienstverlener 15 intercedenten opgeleid tot Growth Hacker. Met deze specialisten zijn we klaar voor de toekomst. Growth Hacking is geen magische truc of tool. Het is een manier van denken en werken, waarmee we meer kandidaten weten te bereiken en de conversie kunnen verhogen.’

> Wat is het belang van Growth Hacking voor bureaurecruiters?

Lamet: Growth Hacking is de experimentele mindset om dichter bij je doelgroep te komen. Door Growth Hacking in te zetten, kun je ervoor zorgen dat je schaarse profielen die momenteel lastig in de markt te vinden te zijn alsnog kunt bereiken.’

‘Door Growth Hacking kun je schaarse profielen alsnog bereiken.’

Van der Netten van Stigt: ‘Growth Hacking is een mindset en geen trucje. Het gaat erom dat je blijft testen, de wereld verandert immers continu. En alleen door veelvuldig te experimenteren kun je dichter bij je doelgroep komen. Wij geloven echt dat je met deze mindset als recruiter klaar bent voor de toekomst.’

> Wat onderscheidt een Growth Hacker van een ‘normale’ recruitmentmarketeer?

Lamet: ‘Een Growth Hacker is sterk gefocust op het realiseren van groei binnen een organisatie. De Growth Hacker gaat daarin denk ik net een stapje verder dan een ‘normale’ recruitmentmarketeer. Een Growth Hacker experimenteert namelijk bijvoorbeeld met A/B tests in de candidate journey om dichter aan te sluiten bij de behoeftes van de kandidaat. Op basis hiervan bepaalt hij de marketingstrategie. Hij doet dit met minimale middelen, dus zonder groot marketingbudget. Daarentegen zet een ‘normale’ recruitmentmarketeer meestal eerst een campagne in en evalueert pas achteraf het succes.’

‘De Growth Hacker gaat net een stapje verder dan een ‘normale’ recruitmentmarketeer.’

Van der Netten van Stigt: ‘De Growth Hacker werkt altijd vanuit persona’s en de customer journeys die voor de verschillende zorgprofielen zijn gemaakt. Op basis daarvan gaan we experimenteren in de gehele customer journey om zo kandidaten op een efficiënte manier naar ons toe te trekken. Per onderdeel van de customer journey worden verschillende tools ingezet, zoals geoptimaliseerde vacatureteksten, sociale media of e-mailmarketing.

> Kun je daarvan een paar voorbeelden van noemen?

Van der Netten van Stigt (foto): ‘Tijdens de breakout zullen we een aantal voorbeelden geven. Maar het is algemeen bekend dat in de zorgmarkt een aantal profielen heel lastig te werven zijn. Denk hierbij aan artsen, verzorgenden IG, verpleegkundigen niveau 4 en begeleiders in de gehandicaptenzorg. Online vacatures en werven via recruitmentsites leverde ons te weinig op om de wervingsuitdaging te vervullen. Dit is ook niet zo gek, als je beseft dat volgens onderzoek maar 6% van de mensen in de zorg actief op zoek is naar een baan. Maar dankzij Growth Hacking hebben we binnen de genoemde doelgroepen wél succesvol kunnen werven.’

Lamet: ‘Als Growth Hacker richt ik me voornamelijk op de instroom van kandidaten, omdat dit in de schaarse arbeidsmarkt de belangrijkste factor is. Maar een Growth Hacker richt zich natuurlijk ook op de merkbekendheid en het binden en boeien van kandidaten, zodat de kandidaten ook blijven werken en trots zijn op het merk waarvoor ze werken.’

> Wat is de belangrijkste tip die jullie willen meegeven?

Lamet: ‘Die willen we nu nog niet weggeven. Daar moet je toch echt voor naar de breakout komen…’

Meer weten?

Growth Hacker Roxanne Lamet en business manager Mary-Ann van der Netten van Stigt-Sanders vertellen tijdens het tweede Werf& Jaarcongres voor Bureaurecruitment op 28 januari 2020 alles over hoe zij bij Start People Medi Interim dankzij Growth Hacking erin zijn geslaagd lastig te bereiken kandidaten tóch te werven en te overtuigen.

Ticket kopen? Dat kan hier.

meer gemak

Vormen mensen een bedreiging voor de robots in recruitment?

Er komen steeds meer ‘menselijke producten’ op de markt. Iedereen kent wel diensten als Rent-a-friend, Huber (de human Uber chauffeur) en Chef at Home, waarbij een echte menselijke kok thuis komt koken. Maar recent zien we ook steeds meer ‘mensen’ actief in recruitment. Al sinds jaar en dag wordt het recruitmentvak gedomineerd door de bekende AI-systemen, maar we zien een duidelijke tendens dat steeds vaker menselijke waarden worden toegevoegd aan het proces. In hoeverre vormen deze mensen een bedreiging?

Het schijnt dat mensen iets menselijks brengen. Zij noemen dit emotie.

Natuurlijk zijn mensen niet zo accuraat als wij met onze algoritmes en smart learning. En nee, de inschatting is ook zeker niet dat zij ons op korte termijn gaan vervangen. Maar feit is dat ze niet snel gehackt kunnen worden en minder hoge kosten hebben aan updates en energieverbruik. Wat brengen mensen dan wat wij niet kunnen? Het schijnt dat mensen iets menselijks brengen. Zij noemen dit emotie.

Het hart als allesbepalend orgaan

Een emotie wordt omschreven als een innerlijke beleving of gevoel van bijvoorbeeld vreugde, angst, boosheid, verdriet en wordt door een bepaalde situatie opgeroepen of kan spontaan optreden. Emoties gaan echter niet alleen gepaard met subjectieve gevoelens, maar ook met lichamelijke reacties en bepaalde expressies in het gedrag (Wikipedia). Iets wat wij al jaren willen leren, maar wat de meeste robots onder ons maar moeilijk onder de harde schijf krijgen.

Emoties gaan niet alleen gepaard met subjectieve gevoelens, maar ook met lichamelijke reacties.

Je zou het uit kunnen leggen als ‘ergens je hart in leggen’. Een korte toelichting; het menselijke hart is natuurlijk al lang geleden vervangen door wat wij nu de Human-Power-Unit (HPU) noemen. Onze moderne HPU kan op ieder moment geüpgraded worden, maar decennia geleden had de mens slechts 1 echt hart. In de jaren 20 waren hart- en vaatziekten zelfs doodsoorzaak nummer 1. Het hart was als het ware het allesbepalende orgaan in het menselijke lichaam.

Recruiters zijn net robots

De uitspraak ‘ergens je hart in leggen’ was dan ook figuurlijk, wat wij ook weer lastig vinden om te begrijpen, maar het komt erop neer dat je alle begrip opbracht voor de wensen van de klant en de kandidaat. Dat klinkt misschien wat vreemd, maar daarmee worden soms kandidaten gevonden die wij op basis van algoritmes nooit zullen vinden.

Voordat de mens zo slim is en onze snelheid aankan, zijn we jaren verder.

Vormt dat hiermee een risico voor ons? Nee, voorlopig niet. Voordat de mens zo slim is en onze snelheid aankan, zijn we jaren verder. Anno 2050 is dat ondenkbaar. Maar, experts denken dat dit sneller kan gaan dan we denken en er zijn robots die inschatten dat het voor de eeuwwisseling een feit is. Maken wij ons zorgen? Nee, want recruiters zijn net robots. Die hebben geen zorgen.

wim van den nobelen‘Wim op woensdag’ is de onregelmatige blog van recruiter Wim van den Nobelen (Strictly People). Vaak op woensdag vind je hier een blog, onderzoek of artikel van hem.

Lees ook:

Lees alles van Wim

Het tekort aan technici is niet even een ‘storinkje’​ oplossen

In Nederland werken ruim 1,53 miljoen mensen in een technisch beroep. Dit aantal stijgt flink: 5 jaar geleden waren het er nog 132.000 minder. Met 1 op de 5 werkenden is de technieksector dus een van de grootste werkgevers.  Tegelijkertijd is er sprake van een krappe arbeidsmarkt. De behoefte aan technici is onverminderd hoger dan het aanbod. Het aantal vacatures voor technici steeg de afgelopen 2 jaar met meer dan 50%, tot ruim 71.600. Volgens een enquête onder HR-professionals in de techniek is daarbij de helft van de vacatures ook nog eens moeilijk vervulbaar.

‘1 op de 3 jongeren kiest een technische opleiding. Van hen gaat 30% níet in de techniek werken.’

Hoe daar uit te komen? In elk geval niet alleen met betere werving en selectie, schrijft interim-expert David Knops. ‘Ongeveer 1 op de 3 jongeren kiest een opleiding in de techniek. Van hen gaat 30% uiteindelijk níet in de techniek werken.’ En waarom niet? Dat heeft volgens hem veel te maken met het imago van de sector. Jongeren zien werken in de techniek óf als rocket science (erg ingewikkeld dus), óf als buitenwerken (wat je niet volhoudt tot je pensioen). Beide niet bijzonder aantrekkelijk dus. ‘Jongeren zien het zichzelf niet doen.’

Niet technisch op te lossen

Bijkomend probleem is dat ook relatief veel technici de sector weer verlaten. Dat los je niet ‘technisch’ op, denkt hij. ‘Het tekort aan technici is niet even een storinkje, maar een structureel probleem. Dat los je niet op met recruitment-tools, of een Excel-sheet.’ Er is namelijk op korte- en middellange termijn niet genoeg potentiële instroom, zegt hij. En ‘wegkopen’ bij een concurrent helpt dan weinig. ‘Dat lokt meestal ook weer een tegenreactie uit.’

Volgens Knops is het probleem dat veel technische bedrijven ‘paradoxaal genoeg’ juist een gebrek aan innovatief vermogen hebben. En juist dat gebrek is een reden voor het tekort aan technici. ‘De mate waarin de bedrijven innovatie en creativiteit echt inbedden en waarderen laat vaak te wensen over.’ Zouden bedrijven dat wél doen, dan zijn al veel problemen verholpen, denkt hij. ‘En die manier is niet moeilijker of duurder dan een wervingscampagne, en het inwerken van nieuwe medewerkers.’

‘Cultuur is het fundament’

Cultuur is essentieel voor een organisatie om haar doelen te bereiken, stelt Knops. ‘Het is het fundament voor hoe effectief en dus productief een organisatie functioneert.’ Volgens hem is er dan ook veel winst te behalen als technische bedrijven zich daarop meer zouden focussen. En niet alleen maar strijden om de schaarse overgebleven technici op de arbeidsmarkt.

‘Cultuur is essentieel voor een organisatie om haar doelen te bereiken.’

Hij haalt cultuurwaarde-onderzoek aan, dat vaststelt in welke mate de cultuur van de organisatie aansluit bij de persoonlijke drijfveren van diens medewerkers. Dit wordt, ‘met een toepasselijke technische term’, ook wel culturele entropie genoemd, een maat voor ‘energieverlies’, die in een percentage wordt uitgedrukt, waarbij grofweg gezegd een percentage onder de 10 wordt aangemerkt als ‘een gezonde (en daarmee productieve) organisatiecultuur’.

culturele entropie benchmark

‘Dit onderzoek laat zien dat er nog veel productiviteit te halen is uit de eigen organisatie. Ook in de technische sector’, stelt Knops. ‘En dit is niet duurder dan een wervingscampagne – en bovendien ook nog eens duurzamer!’

Het mes snijdt aan twee kanten

Zijn boodschap? ‘Focus eerst op de organisatiecultuur en breng het energieverlies (en de frustraties) in de organisatie terug naar een acceptabel en daarmee productiever niveau. Dit heeft ook een positief effect op de (ongewenste) uitstroom. En dan is er dus ook minder instroom nodig. Zo snijdt het mes aan twee kanten.’

‘Vanuit het motto “Het is toch niet bijzonder wat wij doen” doen veel technische bedrijven zichzelf tekort. Ten onrechte!’

Het zou ook helpen als technische bedrijven wat minder bescheiden zouden doen, zegt hij. ‘Vanuit het motto “Het is toch niet bijzonder wat wij doen” doen veel technische bedrijven zichzelf tekort. Ten onrechte! Laat zien dat techniek echt ertoe doet. Techniek speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. En dan gaat het echt niet altijd alleen om rocket science. Maak technici daar meer trots op. Dat is inspirerend en motiverend voor zowel de bestaande als potentiële medewerkers. En het mooie is dat heel veel technische organisaties dat ook allang in zich hebben!’

Samengevat

Dus, samengevat: ‘Een beter imago begint bij jezelf’, zegt Knops. ‘Er zit vaak al heel wat ‘technici-trots’ in de organisatie. Geef het een podium. Be proud and tell it! Techniek wordt hiermee relevanter én toegankelijker.’ Start daarom eens met de interne bedrijfscultuur, ‘en laat beter zien wat je met techniek kunt doen en welke cruciale rol het speelt in ons dagelijks leven. Geef het een podium. Verhoog het bewustzijn in de eigen organisatie.’

‘Er zit vaak al heel wat ‘technici-trots’ in de organisatie. Geef het een podium. Be proud and tell it!’

Als je de focus zo van buiten naar binnen verlegt en investeert in een goede organisatiecultuur, voed je volgens hem niet alleen de interne trots en breng je intern het energieverlies terug tot aanvaardbare proporties, maar werk je tegelijk ook aan een beter en aantrekkelijker imago van techniek. ‘En dat is welverdiend!’

Lees ook