Dit zijn de 4 essentiële bouwstenen voor een goed EVP

Employer branding. Even geduld heb je er wel voor nodig, want een sterk werkgeversmerk bouwen heb je niet zo 1, 2, 3 gedaan. Daar mag je gerust 3 jaar voor uittrekken. De lange adem dus. Maar verder? Best makkelijk, toch? Je maakt een mooie werkgeversbelofte naar je huidige en toekomstige medewerkers, vertaalt deze naar een creatief communicatieconcept en dan ga je gewoon campagne voeren. Maar is het nu wel écht zo makkelijk? Misschien toch niet. Want de valkuil is dat het vaak blijft bij mooie praatjes (en plaatjes). Een gelikte campagne, een creatieve pay-off… Maar welke bouwstenen maken sterke merken nu echt sterk?

De valkuil van employer branding is dat het vaak blijft bij mooie praatjes (en plaatjes).

Het antwoord is – in theorie dan – opnieuw vrij simpel. Het gaat in een notendop om authenticiteit, consistentie en waarmaken wat je belooft. Als jouw verhaal écht aansluit bij wie je bent, trek je de juiste mensen aan en behoud je ze ook. En dat is uiteindelijk waar het om draait: bouwen aan een organisatie waar mensen willen komen werken, willen blijven werken en mee willen (en kunnen) bouwen aan succes. Waar mensen fan worden en dat gaan doorvertellen. Zodat nog meer mensen erbij willen horen.

Uitblinken en onthouden worden

Kortom: employer branding draait om hoe je communiceert en vooral ook om wie je bent en wat je anders (of beter) doet dan anderen. In een markt waar de concurrentie om talent moordend is, gaat het niet meer om een beetje leuk gevonden worden… Je moet ergens in uitblinken. Ergens om onthouden worden. Waarom zouden mensen bij jóuw organisatie willen werken en blijven werken? Wat bied je dat andere werkgevers niet hebben? Als je dat als werkgever onvoldoende helder hebt, kan je blijven hangen in een verhaal dat misschien even de aandacht trekt, maar op de langere termijn weinig impact maakt.

Waarom zouden mensen bij jóuw organisatie willen werken en blijven werken?

Daarom: tijd om het anders te doen. Doe je voordeel met onderstaande stappen en tips.

Het artikel gaat hieronder verder.

Masterclass Hoe maak ik een EVP?

Bouw aan een EVP die jouw organisatie écht weerspiegelt. Leer hoe je unieke eigenschappen kunt inzetten in een duidelijke boodschap ...

Bekijk event
Lees meer over Masterclass Hoe maak ik een EVP?

Bouwsteen 1: Begin bij de kern

Employer branding is meer dan een mooie verpakking, het is de inhoud. En om je als werkgever te onderscheiden, moet je weten waar je goed in bent, kiezen wat je beter wilt doen dan je (werkgevers)concurrentie, en waarom dat waardevol is voor je (toekomstige) medewerkers en de organisatie. Stel jezelf daarom deze vragen:

  • Hoe draag je vanuit je werkgeversrol bij aan de doelen van je organisatie?
  • Waarin wil je in uitblinken?
  • Wat maakt jou als werkgever uniek?
  • Wie wil je idealiter aantrekken om jullie organisatiedoelen te bereiken?

Met deze vragen bouw je aan een werkgeversvisie die méér is dan marketing. Het legt de basis voor een authentiek werkgeversmerk, waarin medewerkers zich herkennen, waarmee je mensen aantrekt die écht bij je passen en mensen succesvol kunt behouden. Zonder die kern blijft employer branding namelijk oppervlakkig – een mooie etalage vol beloftes die je niet of slechts deels waarmaakt. En laten we eerlijk zijn: daar prikken mensen steeds sneller doorheen.

Bouwsteen 2: Van visie naar breinpositie en belofte

Een sterk werkgeversmerk ontstaat niet vanzelf. Het vraagt om keuzes, een duidelijke koers en soms ook hard werken. En bovenal: een focus op waar je als organisatie het verschil wilt maken. Door toe te werken van visie naar positionering naar EVP (werkgeversbelofte), kijk je kritisch naar je communicatie én naar je organisatie in de rol van werkgever. Het gaat niet om wat je zegt dat je bent, maar om wat je daadwerkelijk bent.

  • Werkgeversvisie: De manier waarop je als werkgever bijdraagt aan de organisatiedoelen.
  • Werkgeverspositionering: De ‘breinpositie’, ofwel de plek die je als werkgever wilt innemen in de hoofden van je doelgroep. Welke primaire associatie wil je bij hen oproepen?
  • EVP (Employer Value Proposition): Jouw werkgeversbelofte. Geen loze woorden, maar een overtuigende, onderscheidende boodschap die je waarmaakt.

Dit proces is ook een mooie kans om intern meer verbinding te creëren. Ga in gesprek met medewerkers, bestuur & management en stakeholders. Laat hen meedenken over wat jouw organisatie onderscheidt. Dat zorgt niet alleen voor draagvlak, maar later ook voor verhalen die van binnenuit komen. En het juiste gedrag. Zo wordt je EVP niet alleen een communicatiemiddel, maar een belofte die van binnenuit wordt gedragen. En dát is de basis van een werkgeversmerk waar iedereen trots op is.

Bouwsteen 3: Onderscheidend communiceren begint met onderscheidend zijn

Laten we eerlijk zijn: in een markt waar iedereen ‘een aantrekkelijke werkgever’ wil zijn, vallen generieke verhalen niet meer op. ‘We bieden ontwikkelmogelijkheden’ of ‘We hebben een goede werk/privébalans’, het klinkt misschien leuk, maar dat zegt élke werkgever. Wat doe jij beter of echt anders dan anderen? Employer branding gaat dus verder dan een mooie campagne.

Employer branding is geen trucje, quick fix of magische toverstaf.

Het is geen trucje, quick fix of magische toverstaf. Het is een strategie. Gericht op de langere termijn. Het geeft antwoord op de vraag: hoe gaan we ons werkgeversmerk verder versterken en onze aantrekkingskracht vergroten vanuit de EVP? Het is een strategie waarin je laat zien wat jouw organisatie uniek maakt – en waarin je bewijst dat je die belofte kunt waarmaken.

Bouwsteen 4: Van fundament en strategie naar activatie

Vanuit het fundament en je strategie kun je aan de slag met je activatie. Aandachtspunten hierbij zijn nog:

  • Een duidelijke focus: Wat wil je nu eigenlijk oplossen en waar wil je het verschil maken?
  • Interne én externe alignment: Klopt wat je belooft met wat je bent?
  • Een krachtig, onderscheidend verhaal (en beeld): Hoe voorkomen we window dressing en zorgen we voor een verhaal dat aanspreekt, blijft hangen en inspireert?

Met een sterke EVP en een goed doordacht arbeidsmarktcommunicatieconcept leg je een stevig fundament voor de toekomst. Het geeft richting aan alles wat je doet – van recruitment tot HR- activiteiten, leiderschap en communicatie – en zorgt ervoor dat je je positief opvalt. Geen losse flodders, maar een samenhangend verhaal dat zowel medewerkers als kandidaten raakt. Zorg dat alles bij elkaar gaat optellen.

Meer weten?

Dit verhaal is geschreven door Anne-Britt Petri-Arends, een van de docenten van de gloednieuwe Masterclass ‘Hoe maak ik een EVP’ van de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie, waarin je kunt leren hoe je een authentiek, onderscheidend werkgeversmerk bouwt. Ze is ook docent van het Expert Programma Arbeidsmarktcommunicatie & Employer Branding, waarin je kunt komen sparren over praktijkcases met ervaren vakgenoten.

Wim op woensdag: Wat is voor jou hét recruitmentwoord van 2024?

We gaan stemmen! Niet alleen op de Meest Invloedrijke Recruiter van het jaar, maar ook op het recruitmentwoord van 2024. De inzending voor woorden/termen is gesloten. Er is een selectie gemaakt uit de termen van de vakjury en de inzendingen en hier zijn 10 woorden/termen gekomen die in aanmerking komen voor hét recruitmentwoord van 2024. Welke is jouw favoriet?

De 10 woorden zijn, in alfabetische volgorde en met korte toelichting (bronnen: Google en ChatGPT)

  • [ ] AI-gestuurde werving: het gebruik maken van A.I. bij het automatiseren van wervingsprocessen
  • [ ] Cookieless recruitment: Kandidaatdata verzamelen zonder gebruik te maken van cookies
  • [ ] Data-gedreven recruitment: Het recruitmentproces inrichten aan de hand van data
  • [ ] Diversity hiring: Actief werven voor een inclusieve en diverse werkomgeving
  • [ ] Ghosting: Plotseling stoppen (met communiceren) tijdens het sollicitatieproces
  • [ ] Skill-based hiring: Focus op vaardigheden in plaats van diploma’s of ervaring
  • [ ] Skill stacking: Combineren/stapelen van unieke vaardigheden
  • [ ] Talent density: De concentratie van hoogwaardig talent binnen een team
  • [ ] Virtuele wervingsprocessen: Volledig digitaal sollicitatie- en selectietraject
  • [ ] Wet DBA: Nederlandse wet over zzp-contracten en schijnzelfstandigheid.

Wat is voor jou het woord dat het jaar het meest kenmerkt? Stemmen kan hier. Dit kan tot 23 december, waarna in de speciale kerstversie van Wim op Woensdag de uitslag bekend zal worden gemaakt.

Recruitmentwoord van het Jaar

Over de auteur

wim van den nobelen recruiterdilemma's beterWim van den Nobelen is adviseur en investeerder in recruitmentbedrijven, ambassadeur voor Guruz en blogger. Hij schrijft voor Werf& de Wim op woensdag. Elke woensdag vind je hier een blog, onderzoek, artikel of interview van hem.

Lees ook:

6 plekken waar de personeelstekorten de ambities van het kabinet stevig in de weg zitten

Het was bij de verschijning van het Hoofdlijnenakkoord van het huidige kabinet al meteen een vrij pijnlijke constatering: ‘waar zijn de personeelstekorten toch gebleven?’ Want veel willen doen en veel ambitie tentoonspreiden, maar tegelijk daarbij geen oog hebben voor de mensen die dat allemaal moeten uitvoeren, of hoe die mensen te werven, sterker nog: door veel van de mogelijke oplossingen ook te blokkeren, dat is vragen om problemen. En dat blijkt inmiddels op steeds meer terreinen. Een klein overzicht van een aantal recente ontwikkelingen, die bij Even Tot Hier al werden aangeduid als: ‘niet links, niet rechts, maar averechts’.

#1. Bij de Belastingdienst

Volgens de Belastingdienst zelf is er weinig aan de hand. De komende jaren (tot 2028) wordt een uitstroom van zo’n 11.500 fte verwacht (45% van het totale personeelsbestand), maar het wervingsdoel (3.250 fte) wordt dit jaar ruim gehaald, en ook de komende jaren moet dat lukken, schrijft staatssecretaris Van Oostenbruggen in een recente Kamerbrief. Naast werving wordt er ook succesvol werk gemaakt van behoud van medewerkers en meer werkplezier, bijvoorbeeld door ervaren collega’s jong talent te laten opleiden. De Belastingdienst is zo zelfs een van de meest aantrekkelijke werkgevers van Nederland geworden.

Het huidige kabinet wil veel, maar heeft lang niet altijd oog óf oplossingen voor de nog altijd hardnekkige personeelstekorten. Dat leidt op heel wat plekken al tot moeilijk uit te leggen situaties. Waar is dat zoal?

Maar er is ook een andere kant, schrijft onder meer Trouw. En dat is dat door de aanhoudende personeelstekorten het niet lukt openstaande coronaschulden te innen of regelingen als de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers uit te voeren. Ook het gedoe rond Box 3 leidt tot veel benodigde inzet, net als aanhoudende ICT-problemen. In oktober meldde toenmalig staatssecretaris Folkert Idsinga dan ook dat dit ervoor zorgt dat pas in 2029 ‘ruimte voor nieuwe beleidswensen’ komt in de keten voor inkomensheffing. Voor alle duidelijkheid: dan zijn de volgende verkiezingen dus al zéker achter de rug.

#2. Aan de grens

Asiel & Migratieminister Marjolein Faber was maar wat trots toen ze weer nieuwe grenscontroles aankondigde. ‘Geen symboolpolitiek’, noemde ze het ook nog. En ook haar dolenthousiaste partijleider Geert Wilders twitterde in hoofdletters: ‘PVV LEVERT’, met spierballen erbij. Wat ze beiden echter nauwelijks erbij vermeldden was dat het slechts gaat om minder dan het minimale scenario, en er hooguit 50 mensen van de Koninklijke Marechaussee konden worden vrijgemaakt om ongeveer 5 van de de ruim 800 grensovergangen van Nederland te bewaken en controleren. Een maatregel met ‘minimale impact‘ dus, zo is de verwachting.

‘De Koninklijke Marechaussee voert de grenscontroles uit binnen de bestaande capaciteit. […] Afhankelijk van de beschikbare capaciteit bouwt de Koninklijke Marechaussee de controles geleidelijk uit’, schreef de minister nog wel. De marechaussee hoeft niet te rekenen op ondersteuning van andere diensten zoals het leger, aldus woordvoerder majoor Steven Comba. ‘Voor de controles geldt dat we alleen personeel inzetten dat we beschikbaar hebben.’ De suggestie om op andere taken tijdelijk in te leveren, zoals persoonsbeveiliging, wees hij direct van de hand. ‘Wij blijven al onze taken uitvoeren zoals we doen.’

#3. In de gevangenissen

Nog zo’n plek waar personeelstekorten het huidige (én het vorige) kabinet al langer parten spelen: de gevangenissen. Lang niet iedereen die tot een celstraf is veroordeeld, zit op dit moment in de cel. De oorzaak: een schrijnend en vrij chronisch tekort aan gevangenismedewerkers. Op een gegeven moment werd zelfs gezocht naar ‘onorthodoxe oplossingen‘, zoals het mogelijk overplaatsen van gevangenen naar Tartu in Estland. Maar ook daar bleken er uiteindelijk personeelstekorten te zijn, en stonden 25 vacatures voor gevangenisbewaker open. Dus ook van dat plan werd voorlopig nog maar afgezien.

Het huidige kabinet wil veel, maar heeft lang niet altijd oog óf oplossingen voor de nog altijd hardnekkige personeelstekorten. Dat leidt op heel wat plekken al tot moeilijk uit te leggen situaties. Waar is dat zoal?

PVV-staatssecretaris Ingrid Coenradie (Justitie en Veiligheid), van de partij van streng straffen dus, moest begin deze maand dan ook aan de Tweede Kamer een brief schrijven waarin ze meldt gedetineerden 3 dagen eerder op vrije voeten te laten. Door de personeelstekorten waren bij de verantwoordelijke Dienst Justitiële Inrichtingen in november 2023 al 330 plekken niet inzetbaar. Begin dit jaar waren dat er nog 170, maar sindsdien kon DJI dat aantal niet verder omlaag krijgen. ‘Bovendien lijkt de krapte alleen maar verder toe te nemen’, aldus Coenradie, die – net als Faber dus – zelfs nog bij Defensie aanklopte voor extra gevangenispersoneel. Maar Defensie zit zelf ook nog met zo’n 4.000 vacatures, dus dat bleek al snel tevergeefs.

#4. In de zorg

Nog zo’n fraai punt: in een SBS6-campagnedebat, kort voor de verkiezingen, beloofde PVV-leider Geert Wilders dat het Limburgse Zuyderland Medisch Centrum als volwaardig ziekenhuis zou voortbestaan. Maar ook hier was buiten de daadwerkelijk bestaande personeelstekorten gerekend. Toen PVV’er Fleur Agema eenmaal minister van Volksgezondheid werd, was het snel gedaan met de beloftes. Er bleek nu eenmaal écht te weinig personeel om de spoedeisende hulp, het geboortecentrum en de complexe zorg 24/7 in Heerlen overeind te houden.

Het is uiteindelijk maar een van de voorbeelden waar de personeelstekorten in de zorg de ambities van het kabinet in de weg zitten. Toegegeven; in het Regeerakkoord is hier ook wel aandacht voor. Maar toen kwam daar afgelopen dagen toch weer een onverwachte bezuiniging in de zorg overheen. En dat nadat in oktober al extra bezuinigingen voor 2026 en 2027 waren bekendgemaakt, die volgens het prognosemodel van Regioplus ertoe zouden leiden dat het personeelstekort binnen 4 jaar met nog eens met 100.000 mensen zal toenemen en op de nog langere termijn zelfs tot 180.000. Dat schiet dus niet op.

#5. In de kinderopvang

‘Kabinet zet goedkopere kinderopvang in 2027 door, ondanks personeelstekort’, kopte de NOS in november. Het kabinet zet dan ook hard in om in de sector de personeelstekorten op te vangen. In het voorjaar moeten meer concrete maatregelen bekend worden, maar gedacht wordt in elk geval aan een subsidieregeling en medewerkers te vragen meer te werken. Dat is nodig ook, want de sector kent nu al een tekort van 6.000 werknemers, en dat is in 2033 naar verwachting gegroeid naar 42.000. Nog zonder dat de opvang gratis wordt voor alle werkende ouders – iets wat natuurlijk elders de tekorten wel iets kan laten afnemen.

#6. Op de weg

En dan hebben we ook nog bijvoorbeeld de fysieke infrastructuur. Niet alleen zijn enkele tienduizenden mensen nodig om de vele woningen te bouwen die zijn afgesproken tijdens de Woontop vorige week, maar ook in weg- en waterbouw is nog altijd sprake van flinke krapte. De hoeveelheid werk in de infra neemt toe terwijl de beschikbaarheid van technici afneemt. Het verschil wordt dusdanig groot dat de infrasector tegen 2030 zelfs tussen de 100.000 en 150.000 medewerkers tekort komt, voorspelt een samenwerkingsverband van onder andere Rijkswaterstaat en ProRail, in een recent rapport van onder meer NGinfra en McKinsey.

En dat terwijl we volgens het kabinet de komende jaren staan voor ‘de grootste onderhoudsopgave ooit aan onze wegen, vaarwegen en spoorwegen’. En ook de gemeenten voor een grote uitdaging staan op dit gebied. Wat nog eens bemoeilijkt wordt door de plannen van het kabinet om het aantal arbeidsmigranten terug te dringen. Want juist ‘langs de weg als het gaat om onderhoud van wegen en infrastructuur, maar ook in de bouw werken voornamelijk mensen met een kleurtje of migratieachtergrond’, zoals recent nog viel te lezen. Wie moet onze wegen en bruggen onderhouden als zij dat niet meer (mogen) doen?

Conclusie

Krapte, krapte, krapte. Je kunt wel ambities hebben, maar als je niemand hebt om de ambities waar te maken, zul je daar toch eerst je aandacht naartoe moeten leggen. Met het oog op de aanhoudende personeelstekorten adviseerde de Raad van State in reactie op de Miljoenennota het kabinet in september al om scherpe keuzes te maken. Stoer migranten willen tegenhouden, maar niet nadenken over hoe je de krapte te lijf kunt? Dat maakt het wel heel lastig. De personeelstekorten zijn reëel, en verdienen dan ook een veel hogere plek op de agenda van het kabinet. Zonder daar goed over na te denken, wordt de rest immers vrijwel onmogelijk.

Lees ook

Beeld boven: ©Tweede Kamer der Staten-Generaal

Meccano als assessment-tool: dit hightech bedrijf is er groot mee geworden

Een simpel pakketje Meccano. Dat is eigenlijk de enige assessment-tool die Roland Oudsen, de 63-jarige directeur van SDD in het Gelderse Emst, steevast gebruikt als hij mensen wil selecteren. Wie met een doosje van dit ouderwetse technisch speelgoed een auto in elkaar kan zetten, is ‘geschikt’, zegt hij, en krijgt van hem een baan bij het bedrijf dat hightech machines ontwikkelt en in elkaar zet. Veel meer behelst de sollicitatieprocedure bij hem niet. Het gaat hem erom dat je technisch inzicht hebt. ‘Wij kijken naar wat je wél kunt’, zo vat Oudsen het samen.

Het is een waar ‘feelgood’-verhaal. Want het bedrijf mag dan gespecialiseerd zijn in best complexe technologie, en het hele proces van het uitvinden, de engineering, de productie tot en met het vermarkten en de distributie van de hoge kwaliteit bindmachines, lamineermachines, snijmachines en ril- en vouwmachines in eigen beheer uitvoeren, dat wil niet zeggen dat alleen de knapste koppen er welkom zijn. Integendeel: van de 70 mensen die bij Smart Dedicated Design werken hebben er 26 ‘een afstand tot de arbeidsmarkt’ of ‘een extra begeleidingsbehoefte’.

Award in de Apenheul

En juist die open houding viel op bij de jury van de award voor de meest sociaal ondernemende werkgevers van 2024 in de arbeidsmarktregio Veluwe Stedendriehoek. Reden waarom een ‘apetrotse’ Oudsen vorige maand in de Apenheul in Apeldoorn 25 jaar na oprichting van zijn bedrijf een prijs voor de meest sociale werkgever mocht ophalen. Want wat hij doet blijkt nog altijd héél bijzonder, aldus de jury. Alhoewel Oudsen daar zelf heel anders over denkt. ‘Waar ik heel trots op ben, is dat wij met dit team en deze mensen hier in Emst hightech machines maken die multinationals als Canon bij ons kopen’, vertelde hij tegen het AD.

Van de 70 mensen die bij SDD werken hebben er 26 ‘een afstand tot de arbeidsmarkt’.

En zijn selectiebeleid? Dat vindt hij zelf dus helemaal niet zo speciaal. Neem het verhaal van Ronald van Huffelen. Hij was vrachtwagenchauffeur, tot hij een paar jaar geleden bij een ongeluk onder een container terechtkwam en zijn knieën en rug brak. Nu houdt hij bij SDD 30 printers in de lucht. Tussendoor bedacht hij dat het ‘misschien leuker zou zijn’ op een vorkheftruck in het magazijn rond te rijden. Dat mocht hij ook proberen. Maar het mislukte. Hij kreeg meteen lichamelijke klachten. Oudsen: ‘Dat hij dat zelf ontdekte, dat was zó belangrijk. Nu is hij dubbel gemotiveerd als operator.’

‘Puzzelstukjes op de goede plek’

De kracht van het bedrijf is, zegt de directeur, ‘dat we puzzelstukjes op de goede plek leggen. Soms moet je eventjes zoeken tot dat past. Medewerkers moeten op een leuke manier hun boterham kunnen verdienen.’ Dat is het allerbelangrijkst, zegt hij. ‘Niet of je geniaal of universitair geschoold bent. Ik geloof dat van alle medewerkers er hooguit 6 hbo hebben. Passie telt. Hands on-mentaliteit.’

‘Ik geloof dat van alle medewerkers er hooguit 6 hbo hebben.’

Een gewoon sollicitatiegesprek? Dat is soms echt niet handig, zegt hij. ‘Omdat niet iedereen even taalvaardig is’. Zoals Roy IJsendoorn (27), die bijna iedere dag vanuit zijn begeleidwonenwoning in Apeldoorn 15 kilometer naar Emst fietst. Hij heeft moeite om zijn eigen achternaam te spellen. Maar op zijn werkplek meet en monteert hij de ingewikkeldste kabels en stekkers. IJsendoorn gaat juichend naar zijn werkm want hij is ‘graag technisch bezig’ en ‘ik heb heel leuke collega’s’.

Van Iran tot Oekraïne

Bij SDD werken veel buitenlanders, onder andere uit Iran, Armenië en Oekraïne. Het aantal nationaliteiten houdt Oudsen allang niet meer bij. Hij had een tijdje zelfs een eigen taaldocent in dienst om ze Nederlands te leren. Zoals het juryrapport over SDD schrijft: ‘Het is mooi om te zien hoe medewerkers met allerlei verschillende achtergronden hier vertegenwoordigd zijn en elkaar helpen op werkvlak en gebied van taal.’ Heel gewoon, vindt Oudsen dat overigens zelf. Net zo gewoon als een autootje van Meccano in elkaar zetten.

Lees ook

Helpt het Personality Snapshot echt de kans op een bad hire verkleinen?

Solliciteren gebeurt meestal nog steeds met een cv en hooguit een motivatiebrief. Terwijl een mens zoveel meer is dan dat. Workinglife, deel van 123test.com, komt daarom nu met een zogeheten Personality Snapshot, een geavanceerde tool die werkzoekenden in staat moet stellen hun persoonlijkheidsprofiel overzichtelijk te presenteren aan werkgevers. Het unieke van deze snapshot is dat het gebruik maakt van geavanceerde data-analyse en A.I. om een wetenschappelijk onderbouwd beeld te schetsen van iemands sterktes, werkstijl en sociale vaardigheden.

Workinglife beschrijft haar Personality Snapshot als volgt: ‘Including a Personality Snapshot shows you’re genuinely interested in the job and willing to put in human effort. This snapshot offers a quick glimpse of who you are, backed by objective assessment tests, which hiring managers notice. Some employers even request a Personality Snapshot to get an initial sense of who you are beyond your resume.’

Het unieke van deze snapshot is dat het gebruik maakt van geavanceerde data-analyse en A.I.

Oftewel: ‘Als u een Personality Snapshot toevoegt, laat u zien dat u oprecht geïnteresseerd bent in de baan en bereid bent om menselijke inspanningen te leveren. Deze momentopname biedt een snelle indruk van wie u bent, ondersteund door objectieve beoordelingstests, die wervingsmanagers opmerken. Sommige werkgevers vragen zelfs om een ​​Persoonlijkheidsmomentopname om een ​​eerste indruk te krijgen van wie je bent buiten je cv.

Een streepje voor tijdens het sollicitatiegesprek

Waarom is dit belangrijk? Nou, de wereld van recruitment is veranderd. De dagen waarop we alleen afgingen op harde skills en diploma’s zijn voorbij. ‘Soft skills’ zijn tegenwoordig minstens zo belangrijk, aldus de initiatiefnemers. Kun je goed samenwerken? Hoe reageer je op stress? Neem je graag initiatief? Allemaal vragen die je met een personality snapshot al beantwoord hebt vóórdat je iemand uitnodigt voor een gesprek.

Stel je voor, je zoekt een nieuwe accountmanager. De vacature vraagt iemand die sociaal vaardig is, maar ook gestructureerd en doelgericht. De personality snapshot van kandidaat A kan dan laten zien dat hij een natuurlijke verbinder is, maar chaotisch werkt onder druk. Kandidaat B blijkt juist een strategische planner te zijn, maar wat terughoudend in sociale interactie. Dankzij deze inzichten voer je gesprekken gerichter en maak je betere keuzes.

‘De dagen waarop we alleen afgingen op harde skills en diploma’s zijn voorbij.‘

Nog een voordeel, zo is de claim: het zou de kans op een bad hire verkleinen. Voor veel recruiters waarschijnlijk een herkenbaar gevoel: die kandidaat leek zó goed, maar na een paar weken poppen er allerlei verrassingen op. Een personality snapshot legt echter de kern van iemands karakter bloot, waardoor je al vroeg in het proces ziet of iemand echt past bij de functie én het team. Niet onbelangrijk, het maakt je werk waarschijnlijk ook leuker. Het zorgt voor meer voldoening in je werk als je niet alleen talent vindt, maar ook echt begrijpt wat iemand uniek maakt.

Privacy waarborgen en andere risico’s

Een paar kritische kanttekeningen bij de tool. Ten eerste, hoe zorg je ervoor dat je gegevens van kandidaten veilig gebruikt? Het succes van de personality snapshot staat of valt bij transparantie. Kandidaten moeten weten hoe hun data wordt verzameld, wat ermee gebeurt en écht toestemming geven voor het gebruik ervan. Dit is niet alleen een wettelijke vereiste, maar ook een manier om vertrouwen te winnen en een positieve kandidaat-ervaring te bieden.

‘Tijd dat werkgevers ook meer over zichzelf gaan delen dan alleen de vacaturetekst, vind je niet?’

Aaltje Vincent vraagt zich in een reactie op LinkedIn dan ook af of het niet ook tijd is voor werkgevers eens wat meer te laten zien: ‘De personality snapshot laat zien dat je moeite steekt in je sollicitatie’ hoor ik de voiceover zeggen. Dat klopt natuurlijk. Het is dan wel veel persoonlijke informatie meteen. Als je het openlijk wilt delen, ja, als, kun je het ook delen bij je LinkedIn-profiel. Tijd dat werkgevers ook meer over zichzelf gaan delen dan alleen de vacaturetekst, vind je niet?’

Een recent artikel in Forbes wijst er daarbij op dat assessments, hoe geavanceerd ook, risico’s kunnen hebben. Ze kunnen het proces onnodig verlengen en kandidaten ontmoedigen. Bovendien bestaat het gevaar dat tests onbedoeld vooroordelen bevestigen in plaats van doorbreken, afhankelijk van hoe ze zijn ontworpen en toegepast. Laat daarom persoonlijke interactie en een open blik altijd op nummer 1 staan, zo is de conclusie.

‘Werving op basis van persoonlijkheidseigenschappen vereist wel een zekere mate van volwassenheid in de cultuur van een organisatie.’

Forbes stipt ook aan dat werving op basis van persoonlijkheidseigenschappen een zekere mate van volwassenheid in de cultuur van een organisatie vereist. Als de cultuur van een organisatie meer een ideaal beeld is dan dat het daadwerkelijk wordt nageleefd, resulteert dit vaak in een hypocriete, onechte wervingservaring.

Meer lezen?

De complexe zoektocht naar de quality-of-hire: waar kijken we eigenlijk naar?

Als we op onderzoek uitgaan, lijkt de Quality-of-Hire (QoH) een soort ongrijpbare holy grail. De een roept namelijk iets over employee engagement en time-to-productivity na een X-aantal dagen, de ander stelt dat het gaat over het aantal promoties na een aantal jaar. Zelfs als we vrij complete blogs over het meten van de quality-of-hire erbij pakken, gaat het toch weer een beetje mis. 

Tevredenheid van de hiring manager in de eerste maanden? Really?

De auteur in kwestie stelt voor om het proces te vereenvoudigen door de performance nieuwe medewerkers vroegtijdig te beoordelen tijdens hun inwerkperiode. Dat kan. Maar hoe dan? ‘Een belangrijke indicator voor de kwaliteit van een nieuwe medewerker is de tevredenheid van de hiring manager in de eerste maanden.’ Tevredenheid van de hiring manager in de eerste maanden? Really? Terwijl de meeste mensen pas productief worden ná die eerste maanden…  

Productiviteit, promoties… of tóch retentie?

Het lijkt er dus een beetje op dat de kwaliteit van een nieuwe medewerker voor ieder bedrijf een eigen invulling kan krijgen. Maar uitgebreid onderzoek van Crosschq gooit nóg meer olie op het vuur. Hun bevindingen laten zien dat veel van onze aannames over wat werkt bij het aannemen van de juiste mensen, eigenlijk nergens op slaan.

Blijkbaar zijn we wat minder kritisch als iemand wordt aangedragen door een collega…

Neem nou dat andere vermeende wondermiddel in recruitment: de referral. Als je eigen medewerkers iemand aandragen, dan moét de hire haast wel goed zijn, toch? Niet per se. Het Crosschq-onderzoek toont aan dat kandidaten die als referrals binnenkomen gemiddeld juist 26% slechter presteren dan het gemiddelde. Blijkbaar zijn we dus wat minder kritisch als iemand wordt aangedragen door een collega…

De sollicitatiegesprekken-illusie

En dan die sollicitatiegesprekken. Meerdere rondes, verschillende mensen spreken met de kandidaat ‘om hen beter te leren kennen’ — en aan het eind hebben we zogenaamd een goed beeld. Een van mijn favoriete voorbeelden komt uit 1979, toen de medische faculteit van de Universiteit van Texas in Houston van het staatscongres de opdracht kreeg om op korte termijn 50 extra eerstejaars toe te laten. 

De beoordeling uit de gesprekken had geen enkele voorspellende waarde voor het studiesucces.

Deze studenten hadden het interviewstadium van de selectieprocedure doorlopen, maar waren daarna toch afgewezen. Nu kregen ze alsnog een kans. Later ontdekte een onderzoeksteam dat deze groep het minstens zo goed deed als hun medestudenten — of het nu ging om studieuitval, academische resultaten, klinische vaardigheden (zoals contact met patiënten en begeleiders) óf het behalen van eervolle vermeldingen. De conclusie was duidelijk: de beoordelingen uit de sollicitatiegesprekken hadden geen enkele voorspellende waarde voor het studiesucces.

De assessment-valkuil

Het is nu 45 jaar later — en er is nog steeds betrekkelijk weinig veranderd. Het Crosschq-onderzoek constateert een correlatie van 9% tussen hoe goed iemand uit een sollicitatiegesprek komt rollen en hoe ze het uiteindelijk doen in hun functie. Nog mooier: 76% van de interviewers doet maar één gesprek per jaar. Hoe kun je daar nou ervaring in opbouwen?

Bij één cognitieve assessment bleek dat 92% van de mensen die super hoog scoorden, uiteindelijk tot de slechtst presterende medewerkers behoorden.

Het wordt nog gekker als we kijken naar al die fancy assessments waar bedrijven duur voor betalen. Je kent ze wel: die tests die moeten voorspellen of iemand geschikt is voor de functie. Uit het onderzoek blijkt dat 6 van de 10 assessments helemaal niets zeggen over hoe goed iemand gaat presteren. Sterker nog: bij één cognitieve assessment bleek dat 92% van de mensen die daarop superhoog scoorden, uiteindelijk tot de slechtst presterende medewerkers behoorden. Dat is pas een voorspellende waarde…

Ja, en nu dan?

Ja, maar wat werkt dan wel? Assessments die écht iets te maken hebben met het werk, zo constateren de onderzoekers. Laat een engineer een technische opdracht maken. Laat een sales-kandidaat een pitch doen. Dát soort dingen. En zorg dat je interviewers hebt die regelmatig gesprekken voeren — want die zijn er wél beter in om talent te spotten.

We kijken te vaak naar wie er het laatst is binnengekomen in plaats van naar wie er écht het beste presteert.

Het meest pijnlijke statistiek komt overigens aan het eind: als bedrijven moeten reorganiseren, blijken ze regelmatig de verkeerde mensen te ontslaan. Het onderzoek laat zien dat ontslagen medewerkers gemiddeld 15% beter presteerden dan degenen die mochten blijven. Waarom? Omdat we vaak kijken naar wie er het laatst is binnengekomen (last in, first out) in plaats van naar wie er écht het beste presteert.

Quality-of-hire: gemiddeld 7,3

Het gemiddelde ‘kwaliteitscijfer’ van nieuwe medewerkers ligt volgens dit onderzoek overigens op 73 van de 100: een 7,3 dus. De beste bedrijven halen een 8,1, terwijl de slechtste blijven steken op een krappe 6: 5,8. Maar belangrijker is dat je als bedrijf bepaalt wat ‘kwaliteit’ voor jou betekent en het consistent en consequent blijft meten. Niet blindstaren op onderbuikgevoelens en traditionele methoden dus. Data liegen niet: bedrijven die écht succesvol willen zijn in hun recruitmentproces moeten hun aanpak radicaal omgooien. Geen standaard assessments meer, kritischer kijken naar referrals en véél meer investeren in het trainen van interviewers.

Vaak gaat het mis op factoren die we nauwelijks meten.

Want vaak gaat het mis op factoren die we niet of nauwelijks meten: geen helder beeld van wat het team eigenlijk zoekt in een nieuwe collega, geen EQ-match, onvermogen om met verandering om te gaan, of tekortschietende sociale vaardigheden. Door deze aspecten al in je selectieproces mee te nemen en systematisch te meten, verklein je de kans op mismatches en vroegtijdig vertrek aanzienlijk. Alleen dan kunnen we echt spreken van iets dat in de buurt komt van quality-of-hire. Want meten is weten – maar dan moet je wel de juiste dingen meten…

Over de auteur

Eli Barenholz is directeur van wervingsbureau GrassGreener Europe, samen met partner Henriëtte Oppenheim ontwikkelaar van de BarHeim-methode, een methode waarmee bedrijven een mismatch van kandidaten op sleutelposities kunnen voorkomen. 96% van door GrassGreener Europe geworven kandidaten is een jaar later nog succesvol werkzaam op de positie waarvoor zij zijn aangenomen.

Lees ook

Wim op woensdag: Over de Wet DBA en de impact op recruitment

De cijfers schetsen een helder beeld. Volgens het CBS waren er in 2022 (voorlopige cijfers) maar liefst 1,8 miljoen mensen in Nederland die inkomsten als zzp’er hadden. Voor 1,1 miljoen van hen was dit zelfs de belangrijkste inkomensbron. Dit op een beroepsbevolking van iets meer dan 10 miljoen mensen. Met andere woorden: ruim 10% van al onze werkenden is volledig of in elk geval grotendeels afhankelijk van zzp-inkomsten.

Of handhaving haalbaar is qua capaciteit en of het effectief zal zijn? Dat blijft de vraag.

Het kabinet heeft aangekondigd vanaf 2025 strenger te gaan controleren en vooral meer te gaan handhaven op de Wet DBA, om te kijken of er onder al die zzp’ers niet misschien toch veel schijnzelfstandigen zitten: mensen die eigenlijk beter in loondienst zouden kunnen zijn. Of dit haalbaar is qua capaciteit en of het effectief zal zijn? Dat blijft sterk de vraag. Maar één ding staat vast: de impact op de arbeidsmarkt zal voelbaar zijn.

Een kans voor detacheerders

Een strengere handhaving brengt risico’s met zich mee, zowel voor opdrachtgevers als voor zzp’ers zelf. Het gevolg? De vraag naar zzp’ers zou zomaar flink kunnen afnemen. Dit creëert echter een enorme kans voor detacheringsbureaus. Voor hen geldt de Wet DBA namelijk niet op dezelfde manier, waardoor zij een aantrekkelijk alternatief kunnen bieden voor opdrachtgevers die het risico willen vermijden.

Detacheringsbureaus zullen opschalen om de groep zzp’ers aan te trekken.

Met meer dan een miljoen zzp’ers die afhankelijk zijn van hun zelfstandige status, ligt hier een potentiële goudmijn voor detacheerders. Dit betekent niet alleen nieuwe kansen, maar ook een toenemende vraag naar recruiters die gespecialiseerd zijn in dit segment. Detacheringsbureaus zullen opschalen om deze groep aan te trekken.

De keerzijde: druk op vast

Maar wat gebeurt er met de vraag naar vaste functies buiten de detacheringswereld? Het is niet ondenkbaar dat de salarissen in deze sectoren gaan stijgen, zeker daar waar de vraag naar tijdelijke krachten het grootst is. Dit zou een vicieuze cirkel kunnen creëren: moeilijk in te vullen vacatures leiden tot een grotere afhankelijkheid van tijdelijke krachten, wat de druk op salarissen verder verhoogt.

Als corporate recruiter zou ik het wel weten. Elk nadeel heeft zijn voordeel, toch?

Sectoren zoals de zorg en het onderwijs, die al worstelen met personeelstekorten en krappe budgetten, kunnen hierdoor zwaar worden getroffen. De vraag is of dit een gewenst effect is van de aangescherpte handhaving. Ik vermoed van niet. Of het een storm in een glas water wordt of niet, deze dreiging zal talloze zzp’ers wakker doen liggen. Als corporate recruiter zou ik het wel weten. Elk nadeel heeft zijn voordeel, toch?

Over de auteur

wim van den nobelen recruiterdilemma's beterWim van den Nobelen is adviseur en investeerder in recruitmentbedrijven, ambassadeur voor Guruz en blogger. Hij schrijft voor Werf& de Wim op woensdag. Elke woensdag vind je hier een blog, onderzoek, artikel of interview van hem.

Lees ook:

 

De keuze van Isabel: Over connectie als de verborgen kracht van executive search

Een nieuwe baan aannemen is niet zomaar iets. Het is geen kwestie van even je LinkedIn-profiel bijwerken en een cv opsturen. Het is een sprong – a life-changing decision – die niet alleen je carrière, maar ook je persoonlijke leven raakt. Voor bedrijven is het vinden van de juiste leider minstens zo ingrijpend. Het is een keuze die de toekomst bepaalt, groei aanjaagt en bedrijfscultuur versterkt. En weet je wat? Of je nu kandidaat bent of opdrachtgever, het draait maar om één ding: jou.

Laten we eerlijk zijn: de juiste match vinden is allesbehalve eenvoudig.

Maar laten we eerlijk zijn: de juiste match vinden is allesbehalve eenvoudig. Kandidaten worstelen vaak met vragen als: ‘Is dit wel de juiste stap? Pas ik hier? En hoe gaat mijn gezin hiermee om?’ Terwijl bedrijven zich afvragen: ‘Kunnen we deze persoon onze toekomst toevertrouwen? Hebben ze wat nodig is om ons door de stormen heen te loodsen?’ Dit zijn geen vragen die je beantwoordt met een mooi opgemaakt cv of een afvinklijstje met competenties.

Het belang van connectie

En dat is precies waarom connectie zo belangrijk is. Als de stakes hoog zijn – of je nu nadenkt over een functie die een persoonlijke investering vraagt, of een leiderschapskeuze moet maken die je bedrijf verder brengt – dan zit het verschil in de relatie. Als kandidaat verdien je iemand die verder kijkt dan je LinkedIn-profiel en écht wil begrijpen wat jou drijft. Als opdrachtgever wil je een partner die niet zomaar cv’s aanlevert, maar met je meedenkt over wie je écht nodig hebt.

Als kandidaat verdien je iemand die verder kijkt dan je LinkedIn-profiel.

Bij executive search draait het allemaal om vertrouwen. En dat begint bij openheid, van beide kanten. Daarom geloof ik in een persoonlijke aanpak – en die is soms nét een beetje anders. Zoals die keer dat ik een telefoongesprek had met een kandidaat terwijl mijn nagels werden gelakt. Het gaf de hele interactie een luchtige toon en leidde tot een open gesprek over hun twijfels bij een verhuizing. Of die keer dat mijn dochter midden in een Zoom-meeting binnenviel met een dringende, typisch tienervraag (de helft van mijn klanten weet nu alles over de beste snackopties in huis).

Een beetje mens zijn

Het klinkt misschien banaal, maar het is precies dat soort momenten die de spanning wegnemen en de deur openen voor échte gesprekken. Want laten we eerlijk zijn: als je van iemand verwacht dat ze hun carrière of leiderschap in jouw handen leggen, dan moet je zelf ook een beetje mens zijn. En juist dat maakt het verschil. Als kandidaat krijg je de ruimte om te delen wat je écht belangrijk vindt: je ambities, twijfels en grenzen. Als opdrachtgever kun je rekenen op een partner die verder kijkt dan een functiebeschrijving en met je meedenkt over de leider die écht bij je past.

De echte held in dit verhaal ben jij. Jij, de kandidaat die de sprong waagt. Of jij, de opdrachtgever.

En weet je wat? De echte held in dit verhaal ben jij. Jij, de kandidaat die de sprong waagt. Jij, de opdrachtgever die investeert in de toekomst van je bedrijf. Mijn rol? Jou helpen ontdekken wat écht belangrijk is, zodat je de juiste keuzes maakt. En soms begint dat gewoon met een onverwacht moment van menselijkheid – een lach, een openhartig gesprek of zelfs een blik in mijn hectische huishouden. Dus, wat betekent een persoonlijke aanpak voor jou? Misschien tijd om daar samen eens over te praten.

Over de auteur

Isabel Verhelst is een resultaatgerichte, no-nonsense, coach met een passie om mensen te verbinden. Ze is de eigenaar van Ingenium Executive Search, een boutique search-bureau met de focus op top C-level talent dat perfect past bij het DNA van de organisatie. Recent heeft ze ook Talent to match gelanceerd met als missie om MKB-managers een expert te maken in alle aspecten van werving via online cursussen.

Lees ook

Zijn jongeren écht niet klaar voor werk, of kijken werkgevers verkeerd?

Je kunt ze moeilijk heel enthousiast noemen, de werkgevers die jongeren in dienst hebben genomen. Uit het CIPD-rapport Changing Face of the Youth Labour Market blijkt dat slechts 28% van hen vindt dat jongeren goed voorbereid op het werk op de arbeidsmarkt zijn. Daarentegen geeft 71% aan dat jongeren vaak moeite hebben met professioneel gedrag, en meer dan de helft (56%) zegt dat ze moeilijker te managen zijn dan voorgaande generaties.

Afname leer- en werktrajecten

Volgens de studie is een belangrijke oorzaak de afname van leer-werktrajecten. Waar in 1997 nog 42% van de jongeren werk en leren combineerde, is dat in 2024 gedaald naar slechts 20%. Het aantal jongeren in een stage of leer-werktraject blijft hangen op slechts 6%, een percentage dat de afgelopen decennia nauwelijks is veranderd.

Deze cijfers zien we ook enigszins terug op onze Nederlandse markt. Algemeen gezien daalt het aantal mbo-studenten al een behoorlijke periode. Ze kiezen daarnaast steeds vaker voor voltijds onderwijs en gaan daarna direct aan het werk. Veel niet-werkende jongeren (84%) geven aan dat opleiding of studie de belangrijkste reden is waarom ze geen baan hebben.

Veel niet-werkende jongeren geven aan dat opleiding of studie de belangrijkste reden is waarom ze geen baan hebben.

Ook is het aantal uren dat werkende jongeren besteden aan bijbanen in sommige gevallen lager dan bij eerdere generaties, vaak door de combinatie met intensieve studieprogramma’s of minder financiële druk door ondersteuning van ouders of studiefinanciering. Ja, de Volkskrant schreef in augustus – na cijfers van het CBS – dat jongeren vaker een bijbaan hebben dan ooit tevoren. Toch is dat iets anders dan de werk- en leertrajecten die jongeren voorbereiden op de arbeidsmarkt. Deze bijbanen zijn immers vaak de ‘allerflexibelste’ en vooral bedoeld om te sparen voor de gestegen welvaart, niet om later een baan aan over te houden.

Volgens werkgevers zorgt deze verschuiving juist ervoor dat jonge starters te weinig praktijkervaring hebben. Bovendien is het aandeel jongeren dat nooit een betaalde baan heeft gehad (buiten vakantiebaantjes om) in 20 jaar met een derde toegenomen. Dat vergroot de kloof tussen de verwachtingen van werkgevers en de realiteit van starters.

Blijf op de hoogte en meld je aan voor onze nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Privacyverklaring*
Nieuwsbrief*
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Jongeren: ‘We zijn wél klaar’

Ondanks de kritiek voelt 62% van de jongeren zich wél goed voorbereid op de arbeidsmarkt, blijkt uit een enquête van WorldSkills UK. Dit vertrouwen wordt gevoed door hun investering in vaardigheden zoals communicatie, teamwork en creatief problemen oplossen. Vaardigheden die allemaal onmisbaar zijn in een moderne werkomgeving. Dit jaar bleek uit de Randstad Workmonitor dat het gebrek aan communicatie tussen generaties ook voor de andere kant van de tafel geldt: 42% van Gen Z voelt zich niet begrepen door hun werkgever.

42% van Gen Z voelt zich juist niet begrepen door hun werkgever.

Dat de Gen Z’ers zich niet willen binden aan een werkgever, vooral willen ondernemen en zelf aan het roer willen staan blijken ook loze aannames. Volgens het driejaarlijkse Young Professional Onderzoek van Careerwise hebben jongeren over het algemeen juist weinig interesse in ondernemerschap of ‘het statuut van zzp’er’. Wat willen ze wel? Een vast contract voor onbepaalde duur, zich met een werkgever verbinden.

Bron: Young Professional Onderzoek 2024 – Careerwise

Zijn verwachtingen te hoog?

Volgens Lizzie Crowley, senior skills advisor bij het CIPD, is het te eenzijdig om de schuld alleen bij Gen Z te leggen. ‘Jongeren brengen frisse ideeën en waardevolle skills mee, maar missen vaak kansen om te begrijpen wat er op de werkvloer verwacht wordt.’ Ze pleit voor meer gestructureerde begeleiding en een cultuur waarin leren en presteren hand-in-hand gaan.

Zijn jongeren niet werk-ready, of zijn werkgevers mogelijk nog niet jongeren-ready?

Experts als Youth Employment UK geven daarnaast aan dat werkgevers meer moeten investeren in een inclusieve bedrijfscultuur waarin starters zich veilig voelen om vragen te stellen. Misschien moeten we de vraag maar eens omdraaien: zijn jongeren niet werk-ready, of zijn werkgevers mogelijk nog niet jongeren-ready?

Meer lezen?

Factcheck: leveren medewerkers die 2 tot 6 jaar in dienst zijn echt de beste prestaties?

Dat je niet vanaf je eerste dag meteen zo productief bent als iemand die ergens al járen werkt, dat snapt iedereen. Maar hoe zit het verder? Is er een verband tussen hoe lang iemand ergens werkt en diens prestaties? Vanaf wanneer is iemand op volle snelheid aan de slag? En zit daar misschien ook een maximum aan? Oftewel: is er een tijd dat mensen beter om zich heen kunnen gaan kijken, omdat hun productiviteit begint af te nemen? En waar heeft dat dan mee te maken? Met ervaring, met de lengte van het dienstverband, of toch met leeftijd? Het zijn vragen die voor elke werkende van belang zijn, maar natuurlijk ook voor recruiters.

‘De meeste high performers zijn tussen de 2 en 6 jaar in dienst.’

Recent kwam Culture Amp met een heel serieus klinkend antwoord. Na onderzoek onder 462.000 werknemers in meer dan 1.500 bedrijven wereldwijd stelden ze dat werknemers de beste prestaties behalen als ze meer dan 2 maar minder dan 6 jaar in een functie actief zijn. ‘Deze “performance-piek” staat in groot contrast met de prestaties van werknemers met kortere dienstverbanden (0-1 jaar) en langere dienstverbanden (10+ jaar). In deze groepen worden veel minder high-performers aangetroffen’, zo concludeerde het bedrijf, waarbij ze de prestatiebeoordelingen in de eigen database analyseerden en matchten aan engagement-data.

‘Sweet spot’

‘Zo’n 2 tot 6 jaar in een baan blijkt de sweet spot voor de beste prestatiecijfers’, aldus Arne Sjöström, Regional Director, People Science EMEA bij Culture Amp. ‘Onze data tonen aan dat werknemers tijd nodig hebben om high performers te worden. Naarmate bedrijven betere processen en duidelijkere performance-verwachtingen ontwikkelen, wordt het makkelijker mogelijke high performers in kaart te brengen. Bedrijven kunnen er vervolgens veel aan doen om deze werknemers te stimuleren topprestaties te leveren door hulp van hun manager, het geven van erkenning en het creëren van nieuwe kansen.’

‘Onze data tonen aan dat werknemers tijd nodig hebben om high performers te worden.’

Sjöström noemt het ‘een gemiste kans’ als werknemers binnen de 2 jaar vertrekken, wat vooral in de tech- en ICT-sector geregeld lijkt te gebeuren. ‘Dat betekent dat ze vertrekken voordat ze maximaal hebben gepresteerd’, zegt hij. ‘Werkgevers die hebben geïnvesteerd in deze talenten, kunnen hen alweer zien vertrekken net op het moment dat ze hun potentieel beginnen waar te maken.’ Zo’n snel vertrek zou je dus koste wat kost moeten voorkomen, aldus Sjöström.

Nemen de prestaties echt af?

Tot zover weinig geks en verrassends. Maar het persbericht over het onderzoek hield dus niet op bij de stelling dat mensen tijd nodig hebben om tot prestaties te komen. Er was ook een andere kant van de medaille, en dat was de conclusie dat na een periode van 6 jaar de menselijke prestaties zouden beginnen af te nemen. Maar dan is de vraag: klopt dat wel? Zit ervaring op een gegeven moment in de weg? Begint dan verveling toe te slaan? Bestaat de beroemde seven year itch ook in de werkomgeving (al zou er dan misschien sprake zijn van een six year itch)? Iets wat overigens opvallend overeen lijkt te komen met het gemiddelde verloop.

Bestaat de beroemde seven year itch ook in de werkomgeving?

Anekdotisch zijn er vele verhalen van bekend. En uit serieus wetenschappelijk onderzoek blijkt ook wel enig bewijs te vinden voor een ‘omgekeerde U’ in zowel de relatie ervaring en prestaties, als in de relatie leeftijd en prestaties en de relatie ambtstermijn en prestaties: bij alle 3 is er een soort verband waarbij na aanvankelijk vaak relatief snelle stijging een piekniveau wordt bereikt, waarna een afvlakking of soms zelfs een daling in productiviteit waar te nemen is. Maar is het zo sterk als Culture Amp beweert, dat na 6 jaar de prestaties echt over hun ‘piek’ heen zijn? Daarvoor blijkt toch een stuk minder eenduidige wetenschappelijke evidentie te zijn.

Twee scholen

Grof gezegd zijn er hierin twee scholen te herkennen. De ene (de human capital theory) suggereert dat meer ervaring in een functie gewoon leidt tot meer skills en kennis, en dus automatisch ook tot betere prestaties, en dat die groei min of meer lineair blijft gedurende een loopbaan. De tweede stroming gelooft echter dat er na verloop van tijd altijd een afname van motivatie is waar te nemen die de prestatiegroei afzwakt, of zelfs ten negatieve keert. In de loop der jaren verschijnen er steeds wel onderzoeken die dan wel de eerste stroming, dan wel de tweede stroming meer gelijk geven.

Hoe langer iemand ergens werkt, hoe meer firm-specific human capital.

Recent onderzoek dat verscheen in Harvard Business Review pleitte duidelijk voor de eerste variant. Leeftijd heeft geen impact op prestaties, stelden de onderzoekers hier, maar hoe lang iemand bij een organisatie is wél. Hoe langer iemand ergens werkt, hoe meer firm-specific human capital, en dus hoe hoger de prestaties, zowel financieel als in operational excellence. En nee, daarbij vonden ze ook geen prestatiepiek na 6 jaar. ‘Ons onderzoek suggereert ook dat tijdelijke medewerkers geen vaste medewerkers zouden moeten vervangen. Als ze dat zouden doen, dan zouden organisaties veel toegevoegde waarde mislopen.’

Jaren op de teller

Volgens de onderzoekers is er een trend ‘in sommige HR-kringen’ om zoveel mogelijk vast personeel te willen vervangen door tijdelijke medewerkers. Maar organisaties zouden daar voorzichtig mee moeten omspringen, zeggen ze. Personeel met ervaring in de organisatie weten volgens hen sneller waar waarde toe te voegen. Meer jaren op de teller leidt doorgaans tot hogere kosten (lees: salarissen), maar die worden terugverdiend, zeggen ze. ‘Organisaties bestaan ​​om goede redenen, en traditionele vormen van werkgelegenheid creëren economische waarde en concurrentievoordeel.’

Organisaties bestaan ​​om goede redenen, en traditionele vormen van werkgelegenheid creëren waarde.’

Wie er even wat meer induikt, ziet al gauw heel wat andere onderzoeken op dit gebied (1, 2, 3, 4), vaak overigens meer inzoomend op de relatie tussen leeftijd en prestaties dan op de lengte van iemands dienstverband bij een organisatie. Ook is het wetenschappelijk onderzoek zelden zo specifiek dat de bovenkant van de omgekeerde U precies op 6 jaar zou liggen, of dat daar ook maar een piek zou zijn. Sterker nog: het meeste onderzoek – zeker als het rekening houdt met de teamsamenstelling – duidt er juist op dat meer bedrijfsspecifieke ervaring de prestaties van werkunits verhoogt.

Of toch?

Al lijkt er aan de andere kant hierin ook wel degelijk een soort balans te bestaan. Al is die dan niet altijd zozeer op individueel niveau, maar vaak meer op het niveau van de organisatie. Als het verloop té laag is, kan dit duiden op een ‘rigide’ arbeidsmarkt met een laag aanpassingsvermogen aan structurele veranderingen en een mogelijk schadelijk effect op de productiviteit, zo blijkt bijvoorbeeld uit onderzoek.

Als het verloop té laag is, kan dit duiden op een ‘rigide’ arbeidsmarkt met een mogelijk schadelijk effect op de productiviteit.

En uit een meta-analyse van twee professoren van de Universiteit van Hong Kong en de Universiteit van Georgia bleek bovendien dan weer dat de lengte van het dienstverband grotendeels géén verband houdt met kernprestaties, innovatief gedrag en contraproductief werkgedrag, en slechts lichtjes met wat ze noemden ‘citizenship’. Dus ook geen positief verband. Hun onderzoek ondersteunde daarnaast de hypothese dat langere dienstverbanden ertoe leidden dat mensen zich eerder gingen vervelen of minder gemotiveerd raakten. Al hing dit ook weer sterk samen met de complexiteit en uitdagendheid van het werk.

Afnemende meeropbrengst

En dan was er ook nog min of meer recent Belgisch onderzoek. De wetenschappers hier vonden inderdaad – zoals verwacht – een ‘curvilineaire’ relatie tussen de lengte van het dienstverband en productiviteit. Oftewel: hoe langer iemand in dienst is, hoe productiever. Maar de meeropbrengst neemt wel af met de tijd, lieten ze duidelijk zien. En ook hier: het hangt wel sterk af van de complexiteit van het werk en andere ‘bedrijfsspecifieke kenmerken’. De onderzoekers grepen hun resultaten overigens wel aan om onder meer vraagtekens te zetten bij beloningssystemen die anciënniteit automatisch extra belonen.

Als er al zoiets zou bestaan als peak performance, dan is het veel te stellig om die op maximaal 6 jaar te leggen.

Maar laten we nu even teruggaan naar de vraag waar we dit artikel mee begonnen: gaan na 6 jaar dienstverband de prestaties al achteruit? Is dan de performance-piek achter de rug, zoals Culture Amp beweert? Het mag uit hun data misschien blijken, de algemeen aanvaarde wetenschap is er toch een stuk minder van overtuigd. Als er al zoiets zou bestaan als peak performance in een bepaalde lengte van het dienstverband, dan is het veel te stellig om die op maximaal 6 jaar te leggen. We beoordelen de claim dan ook als: niet overtuigend bewezen.

Lees ook

Schiet recruitment zichzelf in de voet met die almaar groeiende eisen en langere procedures?

Het is een beetje een dystopisch beeld dat tech comment editor Elaine Moore deze week schetste in de Britse Financial Times. Aan de ene kant een behoorlijk stabiele, of zelfs groeiende arbeidsmarkt in de meeste westerse landen, maar aan de andere kant kost het werkzoekenden steeds meer moeite om ergens een voet tussen de deur te krijgen. Niet alleen meldt maar liefst 40% van alle actief werkzoekenden dit jaar nog niet één uitnodiging voor een gesprek gehad te hebben, zelfs wie het lukt wél een uitnodiging te krijgen, wacht een steeds zwaardere hindernisbaan.

Een vriendin overleefde meerdere rondes, maar kreeg als laatste uitdaging de directie te “vermaken”. Ze kreeg de baan niet.’

‘Helaas voor werkzoekenden wordt de rompslomp steeds groter. De eisen van sollicitatiecommissies in de technologiesector stapelen zich op’, constateert Moore. ‘Dat betekent: meer sollicitatiegesprekken, maar ook meer technische tests. Naast codeerbeoordelingen komen er verzoeken voor essays, lange opdrachten om mee naar huis te nemen en zelfs dagenlang werken met bestaande teams. Een vriendin in de Bay Area overleefde meerdere sollicitatierondes, maar kreeg uiteindelijk een laatste uitdaging om de leiding van het bedrijf te “vermaken”. Er waren geen andere instructies. Ze kreeg de baan niet.’

Ligt schuld bij werkzoekenden zelf?

Recruiters vertellen Moore dat bedrijven dit niet doen omdat ze het nou zo leuk vinden om het werkzoekenden moeilijk te maken, maar omdat het steeds moeilijker wordt om de juiste kandidaten te vinden.De schuld ligt, zeggen ze, bij de werkzoekenden zelf. Online vacatures maken het makkelijk om speculatieve sollicitaties te versturen. In het Verenigd Koninkrijk meldde het Institute of Student Employers dit jaar een recordaantal van 1,2 miljoen sollicitaties te hebben ontvangen voor 17.000 vacatures voor afgestudeerden. Softwaremaker Workday meldt dat het aantal wereldwijde sollicitaties 4 keer sneller groeit dan het aantal vacatures.’

Het aantal sollicitaties zou wereldwijd 4 keer sneller groeien dan het aantal vacatures.’

De boosdoener? A.I. De groeiende toename zou te wijten zijn aan kandidaten die inloggen op ChatGPT om hun sollicitatie aan te laten passen aan vaardigheden die ze mogelijk niet bezitten.Sommigen proberen zelfs wervingssoftware te misleiden door in witte tekst te schrijven – door vereisten op te sommen die ze missen op manieren die onzichtbaar zijn voor het menselijk oog, maar wel worden opgepikt door screeningsoftware.’

Nieuwe hoepels

En dan is het logisch dat werkgevers nieuwe hoepels toevoegen waar kandidaten doorheen moeten springen, aldus Moore. ‘A.I.-ondersteunde sollicitaties kunnen tegenwoordig slechte kandidaten maskeren van wie de tekortkomingen pas in meerdere interviews aan het licht komen. En de aardige gladde prater die door persoonlijke ontmoetingen zeilt, kan alleen worden ontmaskerd door tests op locatie of werkproeven.’

Bij veel bedrijven is het ook niet meer genoeg om gewoon goed te zijn in je werk, constateert de columnist.Je moet toewijding tonen aan het bedrijfsethos. Amazon staat erom bekend kandidaten te beoordelen op zijn 16 leiderschapsprincipes. Als je niet kunt bewijzen dat je geobsedeerd bent door klanten of groots kunt denken, kun je weer gaan. Het probleem is dat het toevoegen van meer interviews en tests kandidaten en interviewers uitput en iedereen afleidt van het echte werk.’

4 gesprekken is genoeg

De extra hoepels en barrières in het gemiddelde recruitmentproces zijn bovendien waarschijnlijk niet eens productief, schetst ze.In 2016 verklaarde Google dat 4 interviews voldoende waren om te voorspellen of iemand aangenomen zou worden. Volgens het bedrijf had alles wat langer duurde een afnemend rendement.’

‘Ouders geloven nog steeds dat je maar een ​​net hoeft pak aan te doen en gewoon een cv aan de receptie afgeeft als je werk zoekt.’

Maar het probleem zijn volgens haar niet alleen de vele sollicitatierondes, het zijn ook alle barrières die vóór deze interviews worden opgeworpen. ‘Soms klagen jonge werkzoekenden dat hun ouders nog steeds geloven dat het mogelijk is om een ​​net pak aan te trekken en een cv aan de receptie te geven als ze werk zoeken. In werkelijkheid omvat het standaardproces al een online sollicitatie, cv-screening en online beoordeling voordat je überhaupt iemand op locatie mag ontmoeten. Sollicitatietrackingsoftware wordt gebruikt om kandidaten eruit te filteren voordat ze de kans krijgen om met iemand bij een bedrijf te communiceren.’

Het duurt en het duurt

Het proces lijkt gemiddeld ook steeds langer te duren. Onderzoek van de Amerikaanse HR-adviseur Josh Bersin stelde de gemiddelde time-to-hire al op 45 dagen, terwijl het in sectoren als tech nog veel langer kan zijn. Software-engineer Rohit Verma blogt over zijn ervaringen met het bemachtigen van functies bij grote Amerikaanse technologiebedrijven. Hij schrijft dat het ongeveer 4 maanden duurde van eerste referral tot aan baanaanbod.

Dit zou eventueel nog wel te verteren zijn als de technologiesector aan de andere kant niet zo dol was op massaontslagen, stelt Moore. Dus als de langere termijn ook zou leiden tot meer resultaat. ‘Maar volgens Layoffs.fyi heeft de techsector vorig jaar zijn personeelsbestand met 264.000 mensen ingekrompen. Bedrijven als TikTok en Snap hebben dit jaar al meer dan 149.000 banen geschrapt. Dat betekent dat sommige werknemers die aan deze intensieve sollicitatieprocedures deelnamen, binnen een paar jaar hun baan weer kwijt zijn.’

Somber vooruitzicht

Een somber vooruitzicht, aldus Moore. ‘Want waar technologie doorgaans het voortouw neemt, volgen andere sectoren meestal. Verwacht dus dat het wervingsproces ook in uw eigen vakgebied binnenkort nog pijnlijker wordt.’ Zonder dat het dus noodzakelijkerwijs leidt tot betere uitkomsten, voegt ze impliciet toe. Want het zou ook kunnen dat recruiters zich met al die eisen in de eigen voet schieten, en juist steeds meer talent mislopen dat geen zin heeft in de ellenlange procedures, maar andere manieren zoeken om aan het werk te komen.

Het aantal actieve sollicitanten zou dit jaar een niveau bereiken dat de afgelopen 10 jaar niet meer is gehaald.

Ook andere onderzoeken bevestigen overigens de trend van het ‘kapotte proces’. Zo meldde een Amerikaanse survey van meer dan 2.000 respondenten dat kandidaten het gevoel hebben dat een sollicitatie versturen voelt als ‘iets in een black box stoppen’. Bovendien neemt de concurrentie op de arbeidsmarkt ook daadwerkelijk toe – althans: in de VS. En niet eens zozeer door de groeiende werkloosheid, maar juist door de angst daarvoor. Die heeft ervoor gezorgd dat het aantal actieve sollicitanten dit jaar op een hoogte zou staan die de afgelopen 10 jaar niet meer is bereikt. En dan is het A.I.-effect nog niet eens meegerekend.

Lees ook

Ruim helft neemt nog geen maatregelen tegen bias (en 4 experts over hoe je dat wél kunt doen)

Hoewel 28% van de HR-beslissers aangeeft dat hun organisatie processen hanteert om eerlijke werving te waarborgen, benut een groot deel eenvoudige technieken nog nauwelijks. Zo verwijdert slechts 17% gender- of leeftijdsgebonden taal uit vacatureteksten, en hanteert maar 19% gestructureerde interviews met identieke vragen voor alle kandidaten. Andere effectieve maatregelen om bias tegen te gaan, zoals blinde sollicitatiebrieven (6%) en werven zonder cv (4%), worden nog veel minder toegepast, blijkt uit recent onderzoek van Indeed.

‘De praktijk laat zien dat veel bedrijven hierin nog flinke stappen kunnen zetten.’

‘Eerlijke werving vormt een cruciaal onderdeel van inclusiviteit op de werkvloer, maar de praktijk laat zien dat veel bedrijven hier nog flinke stappen in kunnen zetten’, reageert Stan Snijders, Managing Director Benelux bij Indeed. ‘Met eenvoudige aanpassingen in het wervingsproces kunnen organisaties al een groot verschil maken.’ Welke stappen dat zijn, daarover schreef de vacaturesite een uitgebreid onderzoeksrapport, inclusief gedetailleerde inzichten en praktische aanbevelingen van verschillende experts. Welke tips delen zij zoal? Een korte eerste impressie.

#1. ‘Focus je alleen op het strikt noodzakelijke’

Wie? Dr. Marcia Goddard is een neurowetenschapper met een missie. Na het behalen van haar PhD in neurowetenschap werkte zij als assistent-professor. Zij verliet de academische wereld om haar kennis en kunde te richten op het overbruggen van de kloof tussen wetenschap en werkvloer.

Visie? Alles begint met bewustwording en dus adviseer ik allereerst een goede training voor iedereen, managers en medewerkers. Dat lijkt misschien een open deur, maar het is enorm belangrijk dat we serieus begrijpen wat bias is en welke gevolgen het heeft. Als je het snapt, dan kun je met elkaar erover praten en een strategie bepalen hoe je de impact van vooroordelen kunt verminderen. Verder moet je er vanaf het begin voor zorgen dat er diversiteit is in de groep die verantwoordelijk is voor werving en selectie. Bepaal met elkaar een kleine set kenmerken die écht belangrijk zijn om de rol met succes vorm te geven. Houd het zo zuiver mogelijk. Focus je alleen op het strikt noodzakelijke, de must-haves. Selecteer niet op onderbuikgevoelens, maar op vaardigheden en kennis.’

‘Ik zou sowieso adviseren te stoppen met het vragen naar een cv.’

‘Wat ik een hele handige vind, is een tool die je helpt om vacatureteksten inclusiever te schrijven. Ik zou sowieso adviseren te stoppen met het vragen naar een cv. Je krijgt een veel beter beeld van geschiktheid als je vraagt naar work samples, bewijzen van bekwaamheid. Daarmee kan een kandidaat aantonen te beschikken over de kennis en de ervaring waarnaar jij op zoek bent. Verder is mijn tip te werken met vaste, gestructureerde interviews die bij elke kandidaat dezelfde set aan vragen bevat. Persoonlijke vragen zijn een broeinest voor bias, dus die kun je het best vermijden. Wel zo eerlijk, en je doet daarmee ook neurodivergente kandidaten een plezier. Zij weten vaak niet goed wat zij aan moeten met dat soort ‘vage’ vragen.’

Nog een tip? ‘Ook de selectie kan je het best doen met een team waarin voldoende diversiteit is. Wat goed werkt, zijn scorecards die teamleden los van elkaar, gerandomiseerd invullen. Scorecards zijn in de meeste ATS systemen ingebouwd en kunnen dus ook gemakkelijk verwerkt worden in je recruitmentproces. Na het invullen maakt het systeem automatisch een ranking van de meest geschikte kandidaten. Stel de antwoorden stuk voor stuk ter discussie. Geef een persoon in het team de rol van advocaat van de duivel die elk oordeel uitdaagt. En vergeet niet diegene expliciet toestemming te geven om dat te doen, want de meeste mensen zijn gericht op harmonie en vinden het lastig om zaken op scherp te stellen.’

#2. ‘Peil eerst wat er leeft’

Wie? Als gecertificeerde DEI-trainer/consultant zet Vivian Acquah CDE® zich in om de onderwerpen welzijn op het werk en DEIB+ (Diversiteit, Gelijkwaardigheid, Inclusie en Saamhorigheid) toegankelijker te maken voor iedereen bij klanten als Heineken, Google, Indeed, Deloitte, TIBCO, Cargill, Swift, Acrolinx, KLM en Zalando.

Visie?Het kweken van kennis en bewustzijn in de hele organisatie is een belangrijke factor. Vaak reageren we intuïtief en onbewuste vooroordelen zijn hardnekkig. Veel mensen hebben geen idee hoe hun opmerkingen overkomen op de ander. Uitspraken als: ‘Wat spreek jij goed Nederlands’, ‘Wat ben je lekker assertief voor een vrouw’, of ‘Wat weet je veel van A.I. voor iemand van jouw generatie’, zijn misschien als compliment bedoeld, maar de onderliggende boodschap is dat je afwijkt van de norm. En dan versterkt het juist het gevoel van anders zijn of zelfs uitsluiting.’

‘Goedbedoelde complimenten kunnen juist het gevoel van anders zijn of zelfs uitsluiting versterken.’

Daarom is het cruciaal om werknemers en leidinggevenden op alle niveaus continu te trainen en te blijven ontwikkelen. Een krachtige interventie hierbij is gebruik te maken van virtual reality. Met een VR-bril kunnen mensen aan den lijve ervaren hoe het is om geconfronteerd te worden met de impact van exclusie op de werkvloer. Een ervaring die letterlijk je blikveld verruimt. Je kruipt als het ware in de huid van de ander en voelt zelf wat een schijnbaar onschuldige opmerking met jou persoonlijk doet. Dankzij dit soort trainingen worden werknemers zich meer bewust van de impact van exclusie zoals vooroordelen, microagressie en ongewenst gedrag. En ze leren hoe het beter kan.’

Nog een tip? ‘Een cultuur van inclusie en saamhorigheid neerzetten doe je echt samen. Daarom adviseer ik altijd voordat je begint goed te peilen wat er leeft bij je medewerkers. Waar lopen ze tegenaan en waar liggen de behoeften? Doe een nulmeting en kijk wat er goed gaat en wat verbeterd moet worden. Op basis daarvan stel je duidelijke doelen, bepaal je meetpunten en blijf deze evalueren. Dan weet je precies wat werkt en wat niet en welke vooruitgang je boekt. Dat geeft duidelijkheid en het motiveert enorm.’

#3. ‘Het is niet in een jaar op te lossen’

Wie? Met bijna 20 jaar internationale leiderschapservaring in de bankensector zet Sergio Panday zich in voor het vergroten van etnoculturele diversiteit in de bedrijfstop. Als mede-oprichter van Roots Inspire helpt hij bedrijven bij het aantrekken, behouden en laten doorstromen van etnocultureel talent.

Meer dan de helft van de HR-beslissers (51%) neemt geen maatregelen tegen bias in het wervingsproces, blijkt uit recent onderzoek van Indeed. Hoe je dat wél kunt doen? Vier experts spreken zich uit.

Visie? ‘Net als bij elke belangrijke beslissing in een organisatie, is het noodzakelijk een business case te maken van je diversiteitsstrategie. Wat is je huidige situatie, hoe ziet je talentpool eruit, waar zit het onbenutte potentieel en wat gaat dat je opleveren? Dan komt de uitvoering en daarin is het allerbelangrijkst dat er duidelijke sponsors zijn vanuit de top van de organisatie. Mensen met invloed die zich hard maken voor het beleid en dit in alles wat ze doen uitdragen. Het is niet in een jaar op te lossen, dus het zal verankerd moeten zijn in de strategie.’

‘Het mooie is, het is altijd tweerichtingsverkeer. Op hun beurt krijgen deze sponsoren ook nieuwe inzichten.’

‘Wat goed werkt, is rolmodellen in leidinggevende posities een podium geven en zo zichtbaar maken wat er mogelijk is. Als je deze rolmodellen intern niet hebt, dan kun je ze extern vinden. Op onze programma’s zetten we deze rolmodellen in als mentors, zodat etnisch divers talent kan sparren met leiders die zelf een etnische achtergrond hebben om zo te leren van hun kennis, inzichten en ervaringen. Het talent krijgt hierdoor vaak meer zelfvertrouwen in hun capaciteiten. Ze leren hoe zij barrières kunnen overwinnen en zichzelf beter kunnen profileren in hun organisatie. En het mooie is, het is altijd tweerichtingsverkeer. Op hun beurt krijgen deze sponsoren ook nieuwe inzichten.’

Nog een tip? ‘Als de focus bij benoemingen verschuift van “het beste individu” (vaak net iets te veel een kopie) naar “de beste toevoeging aan het team”, kan dat al een flinke stap in de richting van een echte meritocratie zijn. Ik zeg hier bewust “toevoeging” en niet degene die het beste in het team “past”, want dan zijn we vaak toch weer terug bij af.’

#4. ‘Reken af met menselijke arrogantie’

Wie? Van nature is Charlotte Melkert kritisch op onlogische of oneerlijke praktijken. Als mede-oprichter van Equalture, een snelgroeiende Nederlandse HR-tech scale-up, opgericht met haar zus Fleur, zet ze neurowetenschappen en gamification in voor onbevooroordeelde werving. Haar visie op competentiegericht werven vertaalde zich in haar boek Beyond Resumes: A Blueprint For Competency-Based Hiring (2024).

Meer dan de helft van de HR-beslissers (51%) neemt geen maatregelen tegen bias in het wervingsproces, blijkt uit recent onderzoek van Indeed. Hoe je dat wél kunt doen? Vier experts spreken zich uit.

Visie? ‘We laten eerst huidige medewerkers onze competentiegames maken. We tonen hiring managers dat wat zij belangrijk vinden, zoals intelligentie, overeenkomt met onze metingen – zonder naar opleiding te kijken. Initieel laten we cv’s en competentiegames naast elkaar lopen. Dit laat zien dat perfecte cv-kandidaten soms slecht scoren in de testen, en andersom. Zo doorbreken we vastgeroeste denkpatronen. Achteraf analyseren we welke mensen zijn aangenomen. Managers zien dan vaak dat kandidaten met het juiste opleidingsniveau maar minder goede testresultaten inderdaad onderpresteren.’

‘We overschatten ons vermogen om mensen te beoordelen.’

‘Om hiring managers mee te krijgen, zijn data én verhalen cruciaal. We merken dat mensen het lastig vinden als een algoritme betere beslissingen neemt dan zijzelf. Dit raakt onze menselijke arrogantie. Dit fenomeen heet ‘overconfidence bias‘. We overschatten ons vermogen om mensen te beoordelen. Dit confronteert mensen met een ongemakkelijke waarheid: de vertrouwde werkwijze die ze jarenlang hebben gevolgd, schiet tekort. Voor wie gewend is zelf de touwtjes in handen te hebben, voelt dit als een aanval op zijn beoordelingsvermogen. Het is niet makkelijk om toe te geven dat je misschien niet altijd de beste beoordelaar bent. Maar het is wel nodig om te groeien en betere beslissingen te nemen. Uiteindelijk gaat het erom dat we de juiste mensen op de juiste plek krijgen.’

Nog een tip? ‘Zoek een afdeling waar de pijn het grootst is, bijvoorbeeld waar veel verloop is of waar het door de krapte op de arbeidsmarkt erg moeilijk is om nieuwe collega’s te vinden. Daar staan managers vaak open voor verandering. Begin dan klein met competentiegericht werven. Bedenk: welke 3 skills ga je echt missen bij een vertrekkende medewerker? Welke vaardigheden van de vertrekkende medewerker zijn onvervangbaar? En welke eigenschappen ga je niet missen?Bouw vervolgens één succesje op. Andere managers worden dan vanzelf nieuwsgierig. Confronteer met data. Toon aan dat niet altijd de slimste personen of hoogst opgeleiden het best presteren. Over data kun je niet discussiëren. Zo kun je geleidelijk overstappen naar een eerlijker en effectiever wervingsproces.’

Meer weten?

Lees het hele onderzoek

Indeed Diversiteit

Lees ook