Wie wordt de eerste strategische leider als het om Talent Acquisition gaat?

Leeg is het. Kraakhelder. Dat was het vorig jaar al. En dat is het gebleven. Het vak voor de strategische leider, rechtsboven in het diagram. Precies daar waar het potentieel groot is. Net als de prestaties. Kortom; de plek waar eigenlijk iedereen het liefst zou zitten.

De plek waar eigenlijk iedereen het liefst zou zitten is kraakhelder en leeg.

Het is een mooi overzicht dat de Fosway Group recent uitbracht. In een grid met 9 vakken laat het bureau zien welke grote technologiepartijen actief zijn in de (Europese) wereld van talent acquisition. Zulke overzichten maakte het eerder voor bijvoorbeeld de opleidings- en ontwikkelingsbranche, maar het diagram voor de recruitmentwereld is betrekkelijk nieuw. Althans: vorig jaar oktober kwam er al wel een eerste ‘interim’ editie van uit, maar pas recent verscheen de officiële versie.

Van goedkoop tot duur

Het grid dat Fosway presenteert verdeelt de aanbieders onder meer naar prijs (goedkoop, middel en duur) en naar aanwezigheid in de markt (van klein naar groot). Ook wordt er onderscheid gemaakt naar specialistische of meer generalistische softwareleveranciers. Bekende namen die zo aan bod komen zijn bijvoorbeeld die van Workday, Cornerstone, SmartRecruiters en Phenom People, naast de meer ‘traditionele’ namen als IBM, SAP, iCIMS en Taleo (Oracle).

‘De coronacrisis heeft twee verschillende realiteiten voor recruiters gecreëerd.’

Er zijn zo’n 200 organisaties die input hebben geleverd voor het diagram. Bedoeling is om HR-teams te helpen goede beslissingen te nemen als het om technologie gaat, zegt David Wilson, CEO van de Fosway Group. ‘De eerste golf van de coronacrisis heeft twee realiteiten voor recruiters gecreëerd. De eerste is die van de vacaturestops. Maar de tweede is wel die waarin je de zichtbaarheid van je merk en de relaties met je kandidaten juist nu overeind moet houden. Misschien wel meer dan ooit.’

Welke oplossingen komen boven?

Wat aan het diagram meteen opvalt is dus het lege vak rechtsboven. Volgens Wilson is het belangrijk dat organisaties over de technologie beschikken die helpt om de grote aantallen kandidaten te kunnen verwerken, die binnenkort te verwachten zijn. ‘Het zal interessant zijn om te zien welke oplossingen hieruit naar voren komen en echt waarde leveren aan hun klanten.’

Volgens Fosway ligt er een grote kans om recruitment naar een hoger plan te tillen. Juist nu.

Volgens hem ligt er in elk geval wel een grote kans, zowel voor leveranciers als voor organisaties, om recruitment naar een hoger plan te tillen. ‘Met veel nieuwkomers in de markt en een grote toestroom van vooral Amerikaanse partijen, is er voor Europese organisaties meer keuze dan ooit. Of het nu gaat om oplossingen die deel uitmaken van een groter pakket, of gespecialiseerde oplossingen die slechts een deel van het recruitmentproces verzorgen, zoals candidate experience, CRM, employee referrals of onboarding.

SmartRecruiters als mogelijke witte raaf

Volgens Fosway hebben de traditionele spelers in de recruitmentmarkt het inmiddels afgelegd tegen de nieuwe spelers. Maar die nieuwe partijen hebben nog niet het potentieel om als ‘strategisch leider’ te boek te staan. Partijen die wel dicht tegen dit vak aanschurken zijn SmartRecruiters, Avature, Saba (recent overgenomen door Cornerstone), Talentsoft en het goedkopere Tribepad.

Vooral SmartRecruiters, inmiddels ruim 300 medewerkers groot, krijgt veel kansen toegedicht.

Vooral het Amerikaanse SmartRecruiters, gestart in 2010, en inmiddels meer dan 300 medewerkers groot, wordt hier eigenlijk de grootste kansen toegedicht. Het bedrijf heeft al kantoren in Engeland, Duitsland, Frankrijk en Polen. En meer in Europa yet to come, mede dankzij de recente samenwerking en koppeling met bekende Nederlandse partijen als Cammio, en Appical.

CRM boven het ATS?

Ook andere partijen die zich richten op een goede relatie met kandidaten, zoals Phenom People en Beamery, lijken wat dat betreft de wind redelijk in de rug te hebben. Veel organisaties verkiezen zulke meer CRM-achtige systemen als deze boven het traditionele en meer procesmatige ATS, zo constateert ook Fosway. Maar het is volgens hen ook nog geen verloren strijd voor het ATS. ‘De druk neemt toe, nu ook traditionele ATS-leveranciers zich steeds meer focussen op CRM-mogelijkheden.’

‘De druk neemt toe, nu ook traditionele ATS-leveranciers zich focussen op CRM-opties.’

Recruitment blijft volgens Fosway sowieso een interessante markt, zelfs nu de coronacrisis huishoudt. En de candidate experience blijft daarbij cruciaal, aldus de onderzoekers. ‘Verschil maken in kandidaatrelaties wordt het nieuwe normaal de komende 5 jaar. Prioriteit nu is: minder kliks, een simpeler sollicitatieproces en focus op mobile first. Waarbij vooral de interview experience nog enorme ruimte voor verbetering heeft. En dan gaat het niet alleen om video-interviews, maar ook om het voorbereiden, plannen en beter voeren van zulke gesprekken, en om hoe de feedback systematisch kan worden gegeven. ‘De meeste leveranciers negeren deze trends nog. Op eigen risico’, aldus Fosway.

Meer weten?

Op woensdag 20 mei, om 17.00, spreekt David Wilson, CEO of Fosway, met SmartRecruiters-oprichter Jerome Ternynck op een gratis webinar over hoe je een business case kunt bouwen om juist in de huidige crisis je talent acquisition te transformeren. Klik hier voor alle informatie en om je in te schrijven. Of download hier eerst het volledige rapport van Fosway, inclusief verantwoording van het diagram.

Meer over keuzes in technologie?

Op donderdag 11 juni vindt de vierde editie van de Nederlandse Demo_Day plaats, waar organisaties vanuit huis of kantoor zich kunnen oriënteren op technologie om hun recruitment te optimaliseren. Klik hier voor alle informatie.

 

5 databronnen waarmee je nu het verschil maakt in je recruitmentaanpak

Wil je jouw recruitmentdoelen bereiken? Dan is het belangrijker dan ooit om de goede data te hebben. Maar waar vind je daarvoor de beste databronnen, zodat je ook de juiste beslissingen kunt nemen? In een Live Online Class belichtte Geert-Jan Waasdorp onlangs 20 verschillende en unieke bronnen. Maar gebruik ze vooral niet allemaal, waarschuwt de oprichter van Intelligence Group. Kies er liever een paar selectief, en kijk vervolgens hoe je ze kunt gebruiken. ‘Zo kun je echt genieten en impact maken.’ Een overzicht van 5 voorbeelden:

#1. Studie & Werk

Studie & Werk is een onderzoek dat SEO Economisch Onderzoek jaarlijks uitvoert, in opdracht van Elsevier Weekblad. Het brengt de arbeidsmarktpositie van pas afgestudeerde hoger opgeleiden in kaart, aan de hand van CBS-data. Zo analyseren ze wat de beste papieren zijn om op zak te hebben voor deze pas afgestudeerden. Ook stellen ze met deze data en databronnen als het UWV, DUO en de Belastingdienst, de waarde van opleidingen in de arbeidsmarkt vast. Een nuttige bron als je informatie zoekt over jong talent en hoe zij in de arbeidsmarkt staan.

#2. Jobfeed

Een tweede handige tool is die van Jobfeed, die een kijk geeft op alle vacatures in Nederland en tegenwoordig ook inzicht in skills en competenties biedt. ‘Erg tof’, oordeelt Waasdorp, ‘omdat je heel gericht kunt filteren en vervolgens veel interessante en relevante informatie kunt achterhalen.’

Ook oude vacatureteksten kun je hier terugvinden.’

Zo is te zien hoe vacatures zich hebben ontwikkeld binnen een bepaalde doelgroep of sector in een regio. Ook oude vacatureteksten kun je hiermee terugvinden. ‘Zo kun je van een historisch perspectief mooie trendanalyses maken, gebaseerd op bijvoorbeeld sector, opleidingsniveau, functieniveau, regioniveau, of een combinatie hiervan. Interessante voor leadgeneratie.’

#3. DoelgroepenDashboard (en internationaal zusje G!ant)

Een derde tool is het DoelgroepenDashboard, dat sinds kort ook een internationaal ‘zusje’ heeft, Giant! geheten. Binnen deze dashboards kun je realtime doelgroep- en marktinformatie vinden in een groot en gevarieerd aantal datapunten. Vul een functie en wellicht meerdere filters zoals regio en werkervaring in en ontvang meer dan 40 datapunten aan informatie om je recruitmentstrategie te versterken. Denk aan: wervingshaalbaarheid, schaarste, pullfactoren, arbeidsvoorwaarden, en hoe en waar je je doelgroep het beste kunt bereiken.

#4. Eurostat

Waasdorp is daarnaast erg enthousiast over de data van Eurostat, aangeleverd door de Europese Commissie. ‘Alhoewel de interface wat lastig te beheersen is, is de inhoud van de data echt goed’. Je verdiepen in de wat onoverzichtelijke database wordt beloond met krachtige data waarmee je echt impact kunt hebben, zegt hij. ‘Maar als je alleen gericht bent op Nederland, kun je misschien beter terecht bij de data van het CBS.’

#5. RecruitEverywhere

Het laatste voorbeeld dat we hier behandelen is RecruitEverywhere, een tool die de optie geeft om van verschillende landen de meest populaire jobboards te achterhalen op doelgroepniveau. Ook kun je filteren op bijvoorbeeld professie en aantal sollicitanten. RecruitEverywhere geeft naar aanleiding hiervan een lijst met media die je zou kunnen inzetten voor je recruitmentstrategie.

‘Vul alleen de doelgroep in en het aantal sollicitanten, en je krijgt al een ranking.’

‘Een ander leuk trucje is dat als je alleen de doelgroep invult en het aantal sollicitanten, je een ranking krijgt van de top 25 Europese landen waar je deze doelgroep het beste en makkelijkste kunt werven, en hoe groot de talentpool in deze landen is’, aldus Waasdorp. ‘Handig als je internationaal wilt werven.’

‘Presenteer met impact’

En zo komen er nog 15 unieke databronnen in de Online Live Class voorbij. Maar probeer daarbij vooral om niet te verdwalen in de data, waarschuwt Waasdorp. Er zijn weliswaar bergen aan data beschikbaar, maar dat betekent niet dat je ook maar het beste alle databronnen kunt gebruiken, als je anderen wil overtuigen. ‘Kies liever twee databronnen die voor jouw situatie momenteel interessant zijn, en word daar een expert in.’

‘Dus zet eens eens mínder data op een slide. Of liever nog: kies één cijfer dat echt impact maakt.

Daarnaast moet je durven spelen met uitingsvormen van data, adviseert hij. ‘Dus zet eens eens mínder data op een slide. Gebruik indrukwekkende figuren. Maak de data mooi op, zodat ze vertellen wat je wil vertellen. En vergroot en benadruk vooral ook bepaalde cijfers. Of liever nog: kies één cijfer dat echt impact maakt. Dat maakt je boodschap ook sterker. Als je je focust op een paar sterke datapunten en deze impactvol presenteert, dan kun je echt genieten.’

Meer informatie

De gehele Live Online Class arbeidsmarkt- en recruitmentdata van de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie is hier terug te kijken. Of kijk hier voor informatie over de webinars die er binnenkort aankomen.

Over de auteur

Devina Ko is Content marketeer bij Intelligence Group.

data inzicht in de arbeidsmarktMeer weten?

In 2007, 2013, 2019 en 2020 is er onderzoek gedaan naar de Recruitment Kengetallen in Nederland. Op 18 juni worden deze gepresenteerd in een speciaal online Werf&-seminar over Recruitment Kengetallen. Met inzicht, tips en tricks en een verhaal uit de praktijk. Hier vind je alle informatie.

Lees ook

Trainen op 1,5 meter: hoe ziet dat eruit?

Na een paar maanden lockdown vindt nu op veel plaatsen weer wat versoepeling plaats. Naast de kappers en de scholen wil ook de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie weer offline gaan trainen. Speciaal daarvoor zijn de zogeheten ‘1,5 Meter Sessies‘ in het leven geroepen, vrij naar de titel van een bekend programma van Jan-Douwe Kroeske. Maar hoe krijgt dat vorm? En hoe garandeer je in zo’n situatie de veiligheid? Wat komt er allemaal bij kijken? We vroegen het coördinator Anja van Kemenade.

#1. Waarom deze 1,5-Meter Sessies?

‘Wij willen als Academie graag onze deelnemers offline training blijven geven, zodat ze zich ook in deze tijden kunnen blijven ontwikkelen. Dit willen we natuurlijk op een veilige manier voor de deelnemers en medewerkers doen, conform de richtlijnen van het RIVM.

‘Met looprichtingen en markeringen willen we ook bij entree en vertrek de 1,5 meter waarborgen.’

Begin 2020 hebben wij een nieuw kantoor betrokken, aan de Goudsesingel in Rotterdam. Daar zijn wij nu druk bezig om een nieuwe eigen trainingsruimte in te richten, die voorziet aan deze voorwaarden bij trainingen met maximaal 16 deelnemers. Zo hebben we looprichtingen en markeringen gemaakt om ook bij binnenkomst en vertrek de 1,5 meter te kunnen waarborgen.’

#2. Wat kunnen deelnemers verwachten?

‘De ruimte is geschikt voor in totaal maximaal 20 mensen. Naast de 16 deelnemers dus 2 docenten en 2 medewerkers. Zo kunnen we de 1,5 meter goed waarborgen. Bovendien heeft de ruimte een eigen ingang vanaf de galerij van Het IndustrieGebouw. Zie de tekening om een idee te krijgen van de opstelling.’

#3. Welke hygiënemaatregelen zijn allemaal in acht genomen?

‘Daar hebben we hard aan gewerkt. De ruimtes zijn zo ingericht dat we de 1,5 meter maximaal kunnen waarborgen. De ochtend van de training zal een schoonmaakploeg de ruimte helemaal hygiënisch reinigen. Deelnemers ontvangen daarnaast desinfecterende gel, en er is voldoende zeep, doekjes, schone handdoeken, papieren zakdoekjes, en handgel aanwezig.

‘Zelfs materialen zoals flip-overstiften worden niet gedeeld, iedere deelnemers krijgt eigen stiften.’

Eten en drinken bieden we aan in afgesloten eenheden zoals ieder een eigen ‘boterhammenzak’, bestek in afgesloten zakje, flesjes drinken. Koffie en thee schenken we op gezette tijden en bieden we aan via speciale afgiftepunten. Zelfs materialen zoals flip-overstiften worden niet gedeeld, maar deelnemers hebben eigen stiften om tijdens de sessies te gebruiken.’

#4. Wat is het voordeel hiervan boven online sessies?

‘We hebben de afgelopen maand veel trainingen online georganiseerd en we zien hier zeker ook de voordelen van. Je kunt bijvoorbeeld snel even aanhaken bij een training, zonder reistijd. Hierdoor zijn trainingen van 1 à 1,5 uur heel lucratief. Maar zodra mensen een training van een dag of langer willen volgen is offline bij elkaar komen toch ideaal, al dan niet gecombineerd met online.

‘Je merkt dat de interactie online wat lastiger is, zeker als de groep wat groter is.’

Te lang naar een scherm kijken, en elkaar niet live zien vraagt veel meer energie. En mensen hebben dan ook niet de gelegenheid om te netwerken. Ook merk je dat de interactie online wat lastiger is, zeker als de groep wat groter is. En het is ook gewoon gezelliger om weer bij elkaar te mogen komen, met elkaar te leren, hard te werken, te lunchen, te lachen en na zo’n dag weer voldaan richting huis te gaan.’

#5. Wat vind je zelf het meest spannend?

‘Het vraagt veel georganiseer en je hoopt natuurlijk aan alles te hebben gedacht. Maar het blijft spannend hoe het op zo’n dag gaat verlopen. Er zijn zoveel factoren waaraan gedacht moet worden. De locatie moet helemaal goed ingericht zijn, hygiënisch schoongemaakt, er moeten duidelijke markeringen zijn voor de 1,5 meter, alles moet aanwezig zijn om ook op de dag deze hygiëne te waarborgen, deelnemers en docenten moet je vooraf goed informeren.

‘We hebben het volgens mij goed op de rit staan en hebben aan alles gedacht.’

Maar dit is gezonde spanning die er bij hoort. We hebben het volgens mij goed op de rit staan en hebben aan alles gedacht, dus ik ben ervan overtuigd dat het deze dagen allemaal goed gaat verlopen. En als er verbeterpunten blijken te zijn, kunnen we die natuurlijk mooi meenemen als learning voor de volgende sessies. Maar als we met ons allen (deelnemers, docenten en medewerkers) samenwerken om de richtlijnen van het RIVM te waarborgen, komt het zeker goed.’

#6. En belangrijk: wanneer kunnen we het meemaken?

‘De eerste offline training is de Tweedaagse Sourcing & Search die op 3 juni van start gaat, met op de eerste dag Laura Hoogendoorn als docent en op de tweede dag Sandor Lokenberg. In deze twee dagen leer je gericht kandidaten zoeken, benaderen en (virtueel) bij je aan tafel te krijgen. Laura en Sandor helpen je om je sourcing skills te ontwikkelen en delen ervaringen, en tips & tricks uit de dagelijkse praktijk. Zij hopen jou daarom te mogen begroeten in Het IndustrieGebouw in Rotterdam. Maar natuurlijk wel: op gepast afstand…

 

Wim op woensdag: Zijn mensen, en dus ook recruiters, te empathisch?

Er zit een groot verschil tussen empathie tonen en empathisch zijn. Empathie is te omschrijven als het vermogen om je in te leven in de gedachten- en belevingswereld van anderen. Empathie tonen is medeleven tonen. Let wel: geen medelijden, maar medeleven. Iemand die empathisch is, is goed in staat om zich in te leven in anderen. Niets mis mee, zou je zeggen.

Empathie tonen is medeleven tonen. Let wel: medeleven, geen medelijden.

De praktijk kent echter een flinke nuance. Uit onderzoek, waarover Paul Bloom schrijft in Against Empathy, blijkt dat de mens in het algemeen meer empathie voelt voor mensen uit de eigen (sociale) groep. Ook Elke Wiss schrijft hierover in haar boek Socrates op sneakers. Ze pleit hierin voor een empathische nulstand. Oftewel: het uitschakelen van alle empathische vermogens. Je zou kunnen stellen dat ons empathisch vermogen leidt tot een confirmation bias (=voorkeur voor bevestiging).

Confirmation bias

Volgens Afra de Berk is confirmation bias de neiging van mensen om meer aandacht en waarde te hechten aan informatie die de eigen ideeën bevestigt. Als je het zo bekijkt, dan is de vraag legitiem of empathische recruiters bovenmatig gevoelig zijn voor mensen uit de eigen sociale groep (zoals Paul Bloom stelt).

Als sollicitant ben je beter af met recruiters met minder empathische vermogens.

Als dit waar is, dan ben je als sollicitant dus beter af met recruiters die minder empathische vermogens hebben maar die wel in staat zijn om empathie te tonen. Een lastige combinatie. De droomrecruiter is dus in staat om zich in te leven in een ander, zonder de eigen sociale omgeving mee te laten wegen.

Willem II, mijn club

Reflecteer ik dit naar mijn eigen gedrag, dan moet ik helaas toegeven dat ik eens een heel goed selectiegesprek heb gehad met een fan van Willem II. Niet geheel toevallig ‘mijn club’ (en de club met het mooiste shirt aller tijden). We hebben uren zitten kletsen en ik heb absoluut mijn best gedaan om hem aan die baan te helpen. Dit is inmiddels heel wat jaren geleden en hij werkt er nog steeds!

Eens voerde ik een heel goed selectiegesprek met een Willem II-fan. Niet geheel toevallig ‘mijn club’.

Recruiters zijn, net als de meeste mensen, over het algemeen empathisch. En ja, de meeste zullen zich echt wel laten beïnvloeden door hun eigen sociale omgeving. Niet-empathische recruiters die wel empathie kunnen tonen, zijn in mijn ogen zeldzaam. Maar misschien heb ik het verkeerd. Wat ik wel weet? Zoals Socrates 2.500 jaar geleden al zei: hoe meer je weet, hoe meer je beseft dat je heel weinig weet.

Over de auteur

wim van den nobelen is er maar druk mee eenrichtingsverkeerWim van den Nobelen is Recruiter Finance bij Strictly People. Hij schrijft voor Werf& de ‘Wim op woensdag’. Regelmatig vind je hier op woensdag een blog, onderzoek of artikel van hem.

Lees ook:

Lees alles van Wim

Verslag van een virtuele jurydag: ‘Mensen behouden en trots maken belangrijker dan ooit’

Géén social talk bij de start, géén taartjes omdat een van de juryleden jarig was, en ook géén telaatkomers vanwege files. De jurydag van de Werf& Awards was dit jaar in alle opzichten anders dan alle eerdere jurydagen hiervoor. Met slechts één overeenkomst, aldus juryvoorzitter Marion de Vries. ‘Ik weet niet hoe de organisatie het altijd voor elkaar krijgt, maar het was ook dit jaar weer een prachtige, warme dag. En dat voor het vijfde jaar op rij. Heel bijzonder.’

De 13-koppige jury kwam dit jaar helemaal ‘corona-style’ bij elkaar. Via Zoom.

De 13-koppige jury kwam dit jaar helemaal ‘corona-style’ bij elkaar. Via Zoom logde iedereen in – keurig op tijd. Daarna kregen zij van elke genomineerde steeds eerst collectief een vooraf opgenomen filmpje met een presentatie te zien, van maximaal 5 minuten. Vervolgens logde iemand van de inzendende organisatie in, zodat de juryleden ook nog 7,5 minuut lang vragen konden stellen aan de inzenders. ‘Echt mooi om te zien hoe zowel inzenders als vakjury zich heel serieus hadden voorbereid’, blikt De Vries terug. ‘Misschien nog wel gedegener dan bij een live jurydag.’

Geen lunch op het terras

Helaas geen lunch op het terras deze keer, maar voor alle juryleden was er wel een Zoom-lunch met wat lekkers via Thuisbezorgd.nl. ‘Ook dat had de organisatie goed geregeld’, aldus De Vries. En uiteindelijk werd er dus ook gestemd. Per mail. Met twee vrij eenduidige winnaars, verklapt de juryvoorzitter alvast. ‘Al weten de overige juryleden dat zelf ook nog niet, want ze hebben allemaal individueel gestemd. Pas op 28 mei wordt de uitslag bekend. Ook voor hen.’

‘Werven is één ding; je eigen mensen behouden en trots laten zijn is minstens zo belangrijk.’

Wat viel haar zelf eigenlijk op bij de 47 inzendingen dit jaar, en bij de 10 uiteindelijk genomineerden? ‘In elk geval dat in steeds meer cases de interne doelgroep – de eigen medewerkers – wordt meegenomen. En dat engagement een steeds belangrijker KPI is. Werven is één ding; je eigen mensen behouden en trots laten zijn is minstens zo belangrijk. En dat zie je gelukkig ook steeds meer terug.’

jurydag werf& awards
Geen fysieke bijeenkomst, toch maar een banner opgezet. Dan maar in de achtertuin…

Steeds meer beeldgeoriënteerd

Wat haar daarnaast opviel is ‘dat we met z’n allen steeds meer beeldgeoriënteerd worden. Een case lezen in woorden ondersteund met beeld is toch anders dan een presentatie krijgen. Die overtuigt of juist niet. Die maakt iets geloofwaardig of juist niet.’

‘Een case lezen is toch anders dan een presentatie krijgen.’

Bij de cases in de categorie recruitment stond dit jaar met name optimalisatie van de candidate journey centraal. ‘Kijk bijvoorbeeld hoe Alliander inspeelt op kenmerken van de doelgroep, zoals het niet op orde hebben van een goed cv. Door al vóór de sollicitatie met potentiële sollicitanten in gesprek te gaan, mis je minder mensen van een schaarse technische doelgroep. Een mooi samenspel tussen recruiter en sourcer.’

‘Door al vóór de sollicitatie met ze in gesprek te gaan, mis je minder potentiële kandidaten van een schaarse doelgroep.’

Of kijk eens naar YoungCapital dat het principe van ‘Candidate First’ tot in alle haarvaten van de organisatie probeert door te trekken. Of naar hoe Velox probeert te voorspellen via recruitment automation wanneer kandidaten in de markt komen.

jurydag deel 2

Mooie en opvallende campagnes

In de categorie arbeidsmarktcommunicatie waren het vooral de zorgorganisaties die zich wisten te onderscheiden, in een tot voor kort zéér krappe arbeidsmarkt. ‘Je ziet dat de zorg vorig jaar echt zijn best moest doen’, aldus De Vries. ‘De campagnes vielen dan ook flink op. De jury heeft nog wel flink bediscussieerd of de concepten van Arkin en het Franciscus Gasthuis hen ook op langere termijn een prominente positie op de arbeidsmarkt blijven geven. Maar (bijna) iedereen was het ermee eens dat het voor nu mooie en opvallende cases zijn.’

‘Je ziet dat de zorg vorig jaar echt zijn best moest doen. De campagnes vielen dan ook flink op.’

Maar ook voor Defensie was er dit jaar veel lof op de jurydag, vertelt de voorzitter. ‘Want het is natuurlijk niet alleen knap om een nieuwe, opvallende campagne te maken. Het is minstens net zo knap om op een duidelijke positionering elke keer weer heel goed werk te maken. En precies dat lukt Defensie keer op keer, zoals dit jaar weer met de werving van vliegers, die was genomineerd.’

De invloed van corona

Natuurlijk had de coronacrisis ook invloed op deze jurydag. En dan niet alleen omdat het jureren nu allemaal virtueel en op afstand ging, zoals De Vries vertelt. Ook bij enkele inzenders schemerde de impact van de crisis al door. ‘Zo heeft YoungCapital het nu zwaar’, ziet De Vries. ‘Er is op dit moment nauwelijks werk voor studenten. De mooie campagnes gaan voorlopig dan ook in afgeslankte vorm verder. Het platenlabel dat geïntroduceerd was om een branche te ontsluiten die voor veel jongeren onbereikbaar lijkt, blijft voorlopig de enige branche die zo ontsloten wordt.’

De werving van mensen die wel een jaartje op een callcenter in Valencia willen werken, is dit jaar helaas opgeschort.

Ook Cendris is geraakt door corona. Hun case over de werving van mensen die wel een jaartje op een callcenter in Valencia willen werken, is dit jaar opgeschort. Werken in het buitenland is momenteel immers nauwelijks mogelijk. ‘Jammer, temeer daar de wervingsresultaten heel goed waren’, aldus De Vries. Nu alleen dus nog wachten tot 28 mei. En dan zullen we weten wie zich dit bijzondere coronajaar tot winnaar van de felbegeerde Awards mag kronen…


Lees ook

Hoe produceer je in deze tijd nog mooie campagnes? (Een kijkje in de keuken)

Als er één organisatie is die bekend staat om zijn wervingscampagnes, dan is het wel Defensie. Ook dit jaar is weer een campagne van ze genomineerd voor de Werf& Awards, die 28 mei worden uitgereikt (stemmen kan nog!). Maar hoe is het om nu te werken aan zulke campagnes? Filmen op locatie is lastig, net als afspraken maken. En dat terwijl het werk ‘gewoon’ doorgaat. Olger Ypma, creatief bij employer branding-bureau Steam, en met name bezig met de Defensie-campagnes, geeft een inkijkje in de keuken van vandaag.

Hoe ziet jouw werkdag er momenteel uit?

‘Mijn werkdagen zijn gelukkig nog steeds goed gevuld. We beginnen de dag om 9.00 uur met een videocall met alle Steam-collega’s. Zo weten we waar iedereen mee bezig is. Ten tijde van de uitbraak van het coronavirus in Nederland was ik in Innsbruck aan het draaien voor een commercial. Die shoot hebben we helaas niet kunnen afmaken. Andere campagnes hadden we gelukkig al eerder gedraaid. Die kunnen we nu dus heel goed afmaken en monteren. Zo heeft Steam het dus gelukkig nog best druk – en dat geldt ook voor mij.’

‘Niets blijkt bij voorbaat onmogelijk.’

Kun je nu ook nog nieuwe dingen maken?

‘Niets blijkt bij voorbaat onmogelijk. Als je creatief bent met (her)gebruik van content kun je nog veel maken, bijvoorbeeld door social content te gebruiken, of audio in te zetten, zoals podcasts, of video-events. Ik zie ook nog best wel wat nieuwe campagnes voorbijkomen. Zij werken dan bijvoorbeeld met een minimale crew. En de afstemming van het concept en de uitwerking gebeurt dan via video.’

campagnes maken in coronatijd

Moet nu elke campagne online worden?

‘Leent een campagne zich voor online, dan is dat zeker slim om te doen. Campagnes vinden nu veel meer online plaats. Logisch. Maar een campagne bedenken vanuit middelen in plaats van het idee? Dat heeft niet mijn voorkeur. Een mooi voorbeeld daarvan vind ik de outdoorcampagne van Netflix, waarbij ze op billboards spoilers van populaire series plaatsten. Om zo mensen die toch buitenshuis waren een duidelijke boodschap te sturen: #StayTheFuckHome. Die campagne is mij het meest bijgebleven van de afgelopen tijd. Terwijl deze dus juist níet online was.’

‘Je merkt sowieso dat iedereen de videoschaamte wel voorbij is.’

Aan wat voor campagnes werk jij nu?

“Er zijn organisaties die nu toch graag als werkgever van zich willen laten horen. Ik ben daarom ook nog aan het concepten voor bestaande klanten. Bijvoorbeeld voor de Pensioenfederatie. Ik presenteer dan het concept in mijn eentje in de vergaderzaal van Steam. Iedereen zet zijn geluid op mute en aan het einde volgen de reacties pas. Dan vraag je je tijdens de presentatie soms wel af wat ze ervan vinden. Maar ook dat begint te wennen inmiddels. Je merkt sowieso dat iedereen de videoschaamte wel voorbij is, kinderen rennen door het beeld, een out-of-bed-look, het kan allemaal op dit moment.”

campagnes in coronatijd

Je kunt het dan alleen niet produceren?

‘Deels wel natuurlijk. Maar inderdaad: je kunt niet álles wat je bedenkt maken en filmen. Als je voor de uitwerking bijvoorbeeld een drukke winkelstraat wil fotograferen of filmen, dan wordt dat hem niet. Daar moet je creatief mee omgaan. Of soms vast een deel maken en dat later aanvullen als dit soort dingen wel weer mogelijk zijn.’

Is het slim om nu vast concepten te bedenken, en later af te maken?

‘Volgens mij zeker. Als de maatregelen versoepeld worden, zal de markt weer aantrekken en verwachten wij dat veel bedrijven weer volop aan hun (employer) branding willen werken. Dus alles wat je nu al kunt voorbereiden is slim. Dan kost het straks minder tijd om weer zichtbaar te zijn!’

Olger Ypma werkt tijdens de lockdown in zijn eigen huis op de Wallen in Amsterdam en incidenteel met zijn collega Patrick Wijnhoven aan de grote keukentafel bij Steam waaraan je makkelijk 1,5 meter afstand kunt houden. Dit verhaal verscheen ook – in aangepaste vorm – via Medium.

  • Nog stemmen voor de Werf& Awards? Dat kan hier.

‘Jaren werkervaring’ in je vacatures? Nergens voor nodig

Ik ken een slimme truc. Is goud dit, let op. Als je een vacature hebt, vraag je eerst aan jouw hiring manager wie naar zijn of haar mening de best presterende vakgenoot is van de collega voor wie jij als recruiter mag gaan werven. Vervolgens duikel je het cv of het LinkedIn-profiel van deze medewerker op en anonimiseer je dit. En dan leg je dit daarna profiel voor aan de hiring manager. Moet je eens opletten wat dan de reactie is. Dit is in elk geval wat ík toen te horen kreeg:

“Néé, néééé, Jurriaan, dit is niet wat ik zoek. Jongen toch, waarom kom je met dít cv aan? Ik zie heel veel wisselingen in werkgevers. Ook zie ik dat deze persoon bij bedrijf x heeft gewerkt – die ken ik toevallig, van die organisatie kan ik níémand gebruiken. En uit 1967? Moet ik ook nog een traplift laten installeren zeker?’

Heerlijk toch, dit? Dan heb je hem beet! Want man, man, wat een aannames en vooroordelen. Voluit riep ik: ‘Kijk nog eens goed, bevooroordeelde flapdrôle! Het is het cv van Fatima! De beste communicatieadviseur die de gemeente Frunnikerdam ooit heeft gehad! Dat zijn je eigen woorden!’

‘Dat zijn je eigen woorden!’

Oké – terug met beide benen op de grond. Deze stunt stelt natuurlijk niet iedere hiring manager op prijs. Ik heb naar aanleiding van dit geintje zelf wekenlang in pak moeten rondlopen. Zwaarder kun je me bijna niet straffen. Voor het uithalen van dit soort recruitmentstreken moet je dus een beetje een bad ass zijn. Maar mijn boodschap is: wie de vacature-intake wél aangrijpt om zicht te krijgen op de wervingsvraag van zijn of haar opdrachtgever en de moed verzamelt om door te vragen en terug te duwen, stuit al heel snel op de achterliggende – daadwerkelijke – wensen, verwachtingen en eisen.

Ik heb naar aanleiding van dit geintje zelf wekenlang in pak moeten rondlopen. Zwaarder kun je me haast niet straffen.

En dat betekent dus: niet genoegen nemen met een eis als: 5 jaar werkervaring in functie zus of in branche zo. Er is namelijk iets grappigs aan de hand met het uitdrukken van relevante werkervaring in jaren. Namelijk: het is kul. Heeft iemand met 3 jaar fulltime werkervaring per se minder kilometers op de teller dan een parttimer met 5 jaar ervaring? Nee natuurlijk. Dit rekensommetje werpt de vraag op wat wij als recruiters, HR-adviseurs of P&O-medewerkers eigenlijk denken te ondervangen met functie-eisen, uitgedrukt in aantallen jaren werkervaring. Wat zegt 5 jaar ervaring in functie x of in branche y ons nu écht?

Waarom doen we dit toch?

De vraag is: waarom doen we dit toch? Dit is waarom ik denk dat we functie-eisen graag verwoorden in termen van jaren werkervaring:

  1. Vanwege vermeende objectiviteit: het geeft ons een ogenschijnlijk hard selectiecriterium.
  2. Vanwege vermeende werving op basis van leeftijd: we denken dat we hiermee kunnen aansturen op sollicitaties van mensen in een bepaalde leeftijdscategorie.
  3. Vanwege vermeende werving op basis van salarisindicatie: we denken dat we hiermee kunnen aansturen op sollicitaties van mensen in een bepaalde salariscategorie. Deze reden hangt vaak nauw samen met reden 2.
  4. Vanwege vermeende werving op basis van vakinhoud: we denken dat we hiermee kunnen aansturen op sollicitaties van junior-, medior- of senior-kandidaten in hun vakgebied. Het zou iets zeggen over opgedane kennis en ervaring. Deze reden hangt vaak nauw samen met reden 2 en 3.

Mogelijk vergeet ik andere, goed denkbare redenen waarom we graag selecteren op basis van jaren (werk)ervaring. Hoe dan ook, alle bovengenoemde redenen zijn volgens mij voorbeelden van zelfbedrog. Hoeveel mensen wijzen we hiermee (al dan niet automatisch) af die mogelijk meer ervaring hebben dan sollicitanten die wél worden uitgenodigd? En bij vragen 2, 3 en 4: waarom is dit überhaupt een factor voor het succesvol kunnen uitoefenen van de functie? En hoe vaag wil je het hebben, om het zo op te stellen? Meer ervaring leidt bovendien niet altijd noodzakelijk tot meer professionaliteit. Of andersom.

Vacature-intake is bijna altijd lastig gesprek

Nog steeds is het voor mij behoorlijk diffuus wat men nu probeert te ondervangen met een functie-eis in termen van jaren werkervaring. Om hier wél zicht op te krijgen, is een grondige vacature-intake voorwaarde numero uno. En daarbij gaat het erom zicht te krijgen op de daadwerkelijke wervingsvraag of -behoefte. Van de recruiter vereist dat het lef en de capaciteit om dóór te vragen, te challengen, terug te duwen.

Van de recruiter vereist een goede vacature-intake het lef en de capaciteit om dóór te vragen, te challengen, terug te duwen.

Daarom is een goede vacature-intake ook bijna altijd een lastig gesprek. De vacaturehouder, vaak niet gehinderd door enige kennis over de arbeidsmarkt, heeft torenhoge ambities en wil voor een schijntje het beste talent in huis halen. Aan jou als recruiter om dan uit te leggen dat de kandidaat die hij of zij zoekt echt niet per se 5 jaar ervaring in eenzelfde rol opgedaan hoeft te hebben om de vacante functie succesvol te kunnen uitoefenen.

De vacaturehouder heeft vaak torenhoge ambities en wil voor een schijntje het beste talent in huis halen.

En dan blijkt bijvoorbeeld dat de opdrachtgever met ‘5 jaar werkervaring als communicatie-adviseur’ bedoelt dat de gewenste kandidaat ervaring moet hebben met het opstellen van een tactisch of strategisch communicatieplan. ‘Aha! Maar waarom zeg je dat dan niet? En licht het eens toe: hoe ziet die ervaring dan eruit, meer specifiek? Wat zijn hier de inhoudelijke zwaartepunten bij het opstellen van dat soort plannen? En: hoe zwaar weegt deze eis ten opzichte van de andere eisen?’

Zo pel je het af

En zo pel je het vervolgens af. Dan blijkt bijvoorbeeld dat de opdrachtgever met ‘5 jaar werkervaring als communicatie-adviseur’ bedoelt dat de gewenste kandidaat ervaring moet hebben met persberichten schrijven. ‘Aha! Maar waarom zeg je dat dan niet? En licht het eens toe: hoe ziet die ervaring dan eruit, meer specifiek? Wat zijn hier aandachtspunten ten aanzien van het schrijven en uitbrengen van persberichten? En: hoe zwaar weegt deze eis ten opzichte van de andere eisen?’

Aha! Maar waarom zeg je dat dan niet? En licht eens toe: hoe ziet die ervaring dan eruit, meer specifiek?’

Dan blijkt dat de opdrachtgever met ‘5 jaar werkervaring in branche x’ – in dit geval bijvoorbeeld bij een gemeente – bedoelt dat de gewenste kandidaat eerder in een bestuurlijke omgeving gewerkt moet hebben. ‘Aha! Maar waarom zeg je dat dan niet? En licht eens toe: hoe ziet die ervaring dan eruit, meer specifiek? Over wat voor ‘bestuurlijke omgevingen’ hebben we het hier? Waarom is dat nu echt relevant? En opnieuw: hoe zwaar weegt deze eis ten opzichte van de andere?’

Vaak worden deze specifieke eisen óók in de vacaturetekst benoemd, maar dat is evengoed funest.

Vaak worden deze meer specifieke eisen óók in het functieprofiel of de vacaturetekst benoemd, in aanvulling op die eerdergenoemde eis van 5 jaar werkervaring in functie x of branche y. Maar dat is evengoed funest: iemand die wél aan alle functieinhoudelijke eisen voldoet, wordt dan op basis van die algemene, nietszeggende werkervaringseis, alsnóg (automatisch) afgewezen.

Ik heb een idee! Doe je mee?

Ik heb een idee. Ook jij bent ooit sollicitant geweest. Of je wordt het in de (nabije) toekomst weer. Dan weet je dat solliciteren a hell of a job kan zijn. Als recruiters kunnen we al met kleine verbeterslagen in ons eigen werk een enorm verschil maken en de jobhunt voor onze kandidaten minder onaangenaam maken.

Laten we vooral sámen de sollicitant inzicht geven in wat opdrachtgevers écht zoeken.

Daarom stel ik voor: zullen we afspreken dat je dit artikel deelt onder elke vacature of opdracht die je tegenkomt waarin een functie-eis is opgenomen in termen van jaren werkervaring? Of je nu als recruiter freelance, corporate, bureau, RPO of in-house werkt, dat maakt niet uit. Of als HR-adviseur, P&O-medewerker, arbeidsmarkt(communicatie)-specialist, broker, of supplier, whatever. Laten we vooral sámen de verantwoordelijkheid pakken om de sollicitant (onze belangrijkste klant, niet waar?) inzicht te verschaffen in wat onze opdrachtgevers écht zoeken. Zodat we de kandidaat beter in staat te stellen om écht te onderzoeken of hij of zij in aanmerking komt voor een functie of opdracht.

Zullen we afspreken dat we elkaar op een vriendelijke manier hierin scherp houden?

Zullen we afspreken dat we elkaar op een vriendelijke manier hierin scherp houden? Dus elkaar niet uitmaken voor flapdrôle. Maar dat we, stukje bij beetje, een einde maken aan onduidelijke of onterecht uitselecterende functie-eisen, het schuiven met cv’s, het op ondeugdelijke grond afwijzen van kandidaten? Zo maken we ons eigen werk meteen ook leuker en betekenisvoller. En waken we ervoor dat het vak van recruiter geen bullshitjob wordt, maar dat we een wezenlijke bijdrage leveren aan een transparante en kandidaatgerichte arbeidsmarkt.

jurriaan pennartz recruitment vacature intakeOver de auteur

Dit artikel is een ingekorte versie van een blog van Jurriaan Pennartz, interim recruiter, met klanten van de IT en techniek tot aan de zakelijke dienstverlening, maar ook in de gezondheidszorg of het onderwijs, en daarnaast actief blogger.

Ook bloggen?

Werf& is nog altijd op zoek naar recruiters die een boekje open willen doen over wat ze in de praktijk zoal beleven. Dat mag zelfs anoniem. Dus heb je verhalen over de kandidaten over wie je je verbaast, de hiring manager die van een andere planeet lijkt te komen, of de moeilijke keuzes die nog in je hoofd rondspoken als je naar huis rijdt? Inspireer er ook anderen mee! 

Luister hier ook een podcast met Jurriaan:

Wim op woensdag: Waarom de manager uit het recruitmentproces moet

Eerlijk gezegd ben ik niet zo’n fan van beroemde quotes aanhalen. Van Confucius over werk en plezier tot Marco Borsato over een droom die hij ooit had. Ik geloof het allemaal wel. Ten eerste worden zulke quotes vaak lukraak gebruikt, in de hoop dat deze wijsheden iets afstralen op de persoon die ze deponeert. En nog belangrijker: ze worden te vaak gekoppeld aan de verkeerde persoon.

Aangezien niets menselijks mij vreemd is wil ik deze blog toch starten met een quote.

Aangezien niets menselijks mij vreemd is wil ik deze blog toch starten met een quote. Bij uitzondering. Het schijnt dat deze door Albert Einstein ooit is uitgesproken. Of hij de rechtmatige eigenaar is, doet er voor mij minder toe. Wat mij betreft mag hij de credits houden. Het gaat om de strekking ervan: “We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt.”

Manager is vaak oorzaak vacature

In veel gevallen is de reden voor het ontstaan van een vacature de manager. Dit wijst onderzoek uit (onder meer Positive Teams Are More Productive door Emma Seppäla of 9 Things That Make Good Employees Quit door Dr Travis Bradberry). Maar… als de manager de reden is van het ontstaan van de vacature, waarom speelt hij of zij dan vervolgens weer zo’n belangrijke rol in de werving van een nieuwe medewerker?

Als de manager de reden is dat de vacature is ontstaan, waarom hem of haar dan inzetten bij de invulling ervan?

Normaal gesproken heeft een manager veel inhoudelijke kennis, kent hij of zij de samenstelling van het team en weet hij of zij welke prestaties het team moet neerzetten. Maar als het gros van de mensen, en dan met name de beste mensen, vertrekken vanwege de manager, zouden we hem of haar dan niet enorm helpen door hem of haar te ontslaan van alle recruitmenttaken?

De zieke dokter

Hoe het in de praktijk dan moet? Er zijn voorbeelden waarbij andere managers van vergelijkbare teams de mensen aannemen voor andere teams. Zij zijn beter in staat om in te schatten wat het best past. Nu is dit niet voor elke organisatie haalbaar, maar waarom zou je het als recruiter niet bespreekbaar maken? Doe eens een rondvraag bij het team of de manager echt de persoon moet zijn die de nieuwe medewerker moet aanstellen. Of geef bijvoorbeeld de manager niet het finale oordeel, maar een ‘normale’ stem. Een andere optie is om de manager alleen te laten kiezen uit kandidaten die eerder door anderen goed zijn bevonden.

Geef bijvoorbeeld de manager niet het finale oordeel, maar een ‘normale’ stem.

Een manager laten recruiten is als een dokter een diagnose laten stellen over een aandoening die hij zelf heeft. Oftewel: Einstein heeft (weer eens) gelijk. We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt.

Over de auteur

wim van den nobelen is er maar druk mee eenrichtingsverkeerWim van den Nobelen is Recruiter Finance bij Strictly People. Hij schrijft voor Werf& de ‘Wim op woensdag’. Regelmatig vind je hier op woensdag een blog, onderzoek of artikel van hem.

Lees ook:

Lees alles van Wim

Employer branding in (en na) de coronacrisis: dit zijn de 4 grote kansen

Employer branding gaat om het elke dag weer veroveren van de hoofden en harten van je (potentiële) talent. Het is het oproepen of bevestigen van trots, bevlogenheid en enthousiasme voor het verhaal van de organisatie. Employer branding staat voor de verbinding met talent en dient daarmee meerdere doelen tegelijkertijd: rendement, retentie, reputatie, recommandatie en recruitment.

Hoe gaan we in deze gekke tijd om met angsten en gevoelens van onrust?

Op welke manier houden we in deze gekke tijd de betrokkenheid en energie hoog bij de eigen club? Hoe gaan we om met angsten en onrustgevoelens rondom essentiële zaken als gezondheid, inkomenszekerheid, het gemis van contact met collega’s, de zorg voor kinderen en de vermenging van werk met het privéleven? En hoe maken we als organisatie toch nog onze employer value proposition waar van aantrekkelijk en inspirerend werkgeverschap, zonder het dagelijkse plezier van collega’s, ver van de werkplek, soms zelfs zonder klanten, in deze tijd vol onzekerheid en onduidelijkheid?

Behoefte aan verbinding

Kortom: wat moeten we doen om ook in deze quarantainetijd in te spelen op de behoefte aan verbinding, de behoefte ertoe te doen en van betekenis te zijn, de behoefte om te groeien en te ontwikkelen en de behoefte aan vrijheid en verantwoordelijkheid? Het zijn deze vier drijvers voor talent die organisaties kunnen helpen om hun werkgeversbelofte ‘corona-proof’ te maken, het zogenoemde C-EVP. Maar, als ze goed worden ingevuld, kunnen ze zelfs ervoor zorgen dat hun employer brand sterker uit de crisis komt dan het erin ging. Laten we ze daarom één voor één bekijken.

verbinding#1. Nieuwe verbindingen: meer aandacht, persoonlijker

Wat een gemis om elkaar niet, of alleen via beeldschermen, te zien. We zijn allemaal hard op zoek naar nieuwe manieren van verbinding. Experimenteren met allerlei virtuele meetings. We wandelen waar mogelijk. Bellen. Sturen cadeautjes of zelfs weer good old brieven. Vraag het de docenten op scholen of de managers van salesteams, na een dag achter hun laptops: het is serieus hard werken om goed in verbinding te blijven met elkaar, om elkaar zonder het dagelijkse contact te blijven kennen en vertrouwen.

Er lijkt een veel persoonlijker, opener en meer kwetsbare manier van communiceren te ontstaan.

Er lijkt een veel persoonlijker, opener en meer kwetsbare manier van communiceren te ontstaan. Oprechte aandacht. CEO’s die hun mensen bellen en hun waardering uitspreken. Een wekelijkse of dagelijkse update per mail. Leuke borrelpakketten of paascadeaus. ‘Hoe gaat het met je?’ is de kernvraag. De nieuwe openheid, oprechtheid en kwetsbaarheid is vitaal om op afstand de relaties te borgen. Rekening houden met de onzekerheden waarmee mensen leven is een voorwaarde om het noodzakelijke basisvertrouwen in de samenwerking te behouden.

#2. Nieuwe betekenis: missie herijken, prestaties opnieuw waarderen

Door alle sectoren heen zijn er enorme verschillen in hoe mensen vandaag de dag betekenis vinden in hun werk. Tegenover de vitale rollen van zorgprofessionals of mensen in de voedselvoorziening staan de werknemers in de horeca, of de kappers, die – gedwongen – uit hun rol zijn gezet en (tijdelijk) veel minder kunnen betekenen voor hun klanten en gasten.

Velen vinden het nu een uitdaging om op persoonlijk niveau van betekenis te zijn.

Ook veel anderen vinden het nu een uitdaging om op persoonlijk niveau van betekenis te zijn. Denk aan het gevoel óf minder te doen hebben, óf ontevreden te zijn over de eigen prestaties, omdat je tussen het lesgeven aan de kinderen door ook nog moet werken. Anderzijds bestaat ook het risico op frustraties en stress als het management ambities in rook ziet opgaan, of zelfs voor het voortbestaan vreest en die druk (deels) bij medewerkers legt. Of door managers die simpelweg wantrouwend zijn naar het werk vanuit huis, of die slecht omgaan met de zorg van medewerkers voor hun kinderen en het effect daarvan op hun productiviteit.

Moeten we onzekerheid toestaan om frustraties te voorkomen?

Op twee niveaus moeten we betekenis daarom (tijdelijk) herijken: zowel op het niveau van de missie en ambities van de organisatie als op het niveau van ieders individuele bijdrage. Qua organisatie: zijn de doelen realistisch genoeg? Of moeten we snel bijstellen? Moeten we onzekerheid toestaan om frustraties te voorkomen? En, als bepaalde doelen niet realiseerbaar zijn, moeten we dan nieuwe ambities formuleren op terreinen als duurzaamheid, innovatie, leren/ontwikkelen of andere doelstellingen die wel energie kunnen oproepen? En qua individu: we willen allemaal ertoe doen. Energie en trots ontstaan als we voelen dat we iets van waarde leveren, voor klanten en maatschappij, en als de dingen die we doen gewaardeerd en gezien worden. Maar hoe geven we daar nu vorm aan?

verbinding 3

#3. Nieuwe ontwikkeling: leren anders te inspireren

Een sterke werkgever is normaal gesproken een bron van inspiratie voor groei en ontwikkeling. Maar nu vallen op bepaalde vlakken veel ‘aanstekers’ voor ontwikkeling weg en zijn mensen meer op zichzelf aangewezen. De uitdaging voor organisaties is om ook thuis de medewerkers te blijven inspireren. De kans om eventueel vrijgekomen tijd goed te benutten voor leren en vernieuwen ligt voor het oprapen. Het vraagt alleen wel om nieuwe manieren om leren ‘aan te zetten’. Bijvoorbeeld door mensen te vragen mee te denken over uitdagingen, of door ze te prikkelen met boeken, filmpjes of anderszins uit te dagen. Of simpelweg door het curriculum van de eigen ‘academy’ uit te breiden, zowel vakinhoudelijk als qua persoonlijke ontwikkeling.

Juist in tijden van onrust voelen mensen urgentie om te veranderen.

Ook op een meer fundamenteel vlak is deze crisisperiode een kans voor reflectie en leren. Hoe richten we de fase hierna in? Juist in tijden van onrust voelen mensen urgentie om te veranderen en maken ze sprongen in hun ontwikkeling. Deze tijd biedt kansen om niet alleen in directiekamers, maar juist met elkaar na te denken over wat we beslist weer terugwillen, maar ook over wat beslist niet. Dit is de tijd om versneld nieuwe manieren van werken te implementeren.

verbinding

#4. Nieuwe vrijheid en verantwoordelijkheid: verbinding over de bedoeling

Je zou kunnen denken dat de behoefte aan vrijheid in deze tijd van thuiswerken optimaal wordt bediend. Geen baas meer die over een schouder meekijkt, alle tijd en ruimte om het werk op je eigen manier te fixen. Maar vrijheid zonder duidelijkheid is vrijblijvendheid, een bron van stress. Deze tijd is voor veel organisaties ook een soort pressure cooker voor ‘nieuw’ werken, met nog meer eigenaarschap, verantwoordelijkheid en zelfsturing van medewerkers.

Deze tijd is voor veel organisaties ook een soort pressure cooker voor ‘nieuw’ werken.

De aansturing hiervan vraagt van management meer dan ooit heldere verantwoordelijkheden en duidelijkheid rond verwachtingen en de bedoeling van het werk. Het dwingt leiders nog beter te benoemen wat er moet gebeuren. En om in verbondenheid, tijdens dagelijks of wekelijks werkoverleg, voortgang en nieuwe doelen helder af te stemmen met teams of individuen. Het vraagt van medewerkers de proactiviteit om eerlijker aan te geven als iets niet duidelijk is of als men vastloopt.

Conclusie: winst in het verschiet

Het klinkt raar, maar als we erin slagen deze vier drijvers voor talent te borgen, dan is dat enorme winst voor werkgevers. Oók als we weer op onze werkplekken kunnen komen en de business weer ‘as usual’ is. Dan kunnen we de groei die we nu, gedwongen door afstand, doormaken op de terreinen van verbinding, waardering, groei en ontwikkeling en vrijheid/verantwoordelijkheid omzetten in blijvende winst voor aantrekkelijk en toekomstgericht werkgeverschap.

Over de auteur

Ton Rodenburg is een van de oprichters van het Rotterdamse bureau ClubgeistBVH. Op dinsdag 19 mei verzorgt hij een webinar over employer branding, het allereerste webinar ooit voor het Platform Communicatie Rotterdam. Het duurt van 10.30 tot (uiterlijk) 12.00. Inschrijven kan hier.

Lees ook

Geen waarden, maar daden – hoe werkgevers in coronatijd hun ware gezicht tonen

Ze zeggen dat je in slechte tijden je echte vrienden leert kennen. Misschien geldt dat ook wel voor de relatie tussen werknemer en werkgever. Terwijl de ziekenhuizen nog steeds voller worden, staan de kantoren al een tijdje leeg. Voor vrijwel alle organisaties is thuiswerken niet langer het nieuwe werken, maar gewoon: werken. Toch gaat vrijwel elke werkgever anders met corona en deze nieuwe werkelijkheid om. Wat blijft er in zo’n situatie nog over van de principes van ‘goed werkgeverschap’?

Spiegelen is ineens heldenwerk

In de taal is de verandering al zichtbaar. Vakkenvullers en caissières in de supermarkt stonden tot dusver bekend als puisterige pubers die hun tussenuren opvullen met het spiegelen van potjes jam. Nu zijn ze ineens verworden tot ‘helden van de voedselvoorziening’. Ondertussen wordt ook steeds vaker gesproken over ‘herwaardering van de publieke zaak’. Zorgmedewerkers, onderwijspersoneel, politie en brandweer, militairen… Krijgen zij nu eindelijk de waardering die ze verdienen? Leidt 1,5 meter straks tot 1,5 keer meer salaris? Of blijft het bij een beschaafd applaus op het balkon en een duim op sociale media?

In zulke onzekere tijden zoeken werknemers naar houvast, maar waar vinden ze die?

De coronacrisis vraagt om een groot aanpassingsvermogen. Van mensen, maar ook van werkgevers. Tot voor kort ging het in de boardroom over de ambities voor de komende jaren – nóg innovatiever, duurzamer, leaner, winstgevender. Nu moeten CEO’s en managers zich ineens verdiepen in de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW). In economisch goede tijden en een krappe arbeidsmarkt worden medewerkers gepaaid met een ruim salaris en uitgebreide mogelijkheden voor professionele én persoonlijke ontwikkeling. Nu moeten werkgevers beslissen of ze mensen aan het werk kunnen houden. En zo ja, onder welke omstandigheden en tegen welke voorwaarden. In zulke onzekere tijden zoeken werknemers naar houvast, maar waar vinden ze die?

De EVP als leidraad voor goed werkgeverschap

De term Employer Value Proposition (soms ook: Employee Value Proposition) werd door Joseph DiVanna in 2003 gedefinieerd als ‘het talent dat een organisatie nodig heeft om de corporate propositie te ondersteunen’. Employer brand strategist Brett Minchington scherpte deze definitie in 2005 aan tot ‘een set van associaties en aanbiedingen die een organisatie aanbiedt in ruil voor de vaardigheden, capaciteiten en ervaringen die een medewerker de organisatie biedt.’

Een EVP moet uniek, relevant en overtuigend zijn om talent te kunnen werven, verbinden en behouden.

Daarbij geeft hij aan dat een EVP uniek, relevant en overtuigend moet zijn. Anders kan het niet fungeren als een belangrijke motor voor het werven, verbinden en behouden van talent. In een vergrijzende arbeidsmarkt als Nederland waar talent steeds schaarser wordt, zal het geen verrassing zijn dat elke werkgever die zich mengt in de war for talent een EVP op papier heeft staan.

Zeker in een vergrijzende arbeidsmarkt heeft waarschijnlijk elke werkgever een EVP op papier staan.

Bij de een is dit een herhaling van de corporate merkwaarden overgoten met een arbeidsmarktsausje. Andere organisaties besteden maanden aan onderzoek om hun unieke werkgeverspositionering boven water te krijgen. En waar bij het ene bedrijf deze employer promise onderin de bureaula van de HR-directeur verdwijnt, zijn er ook voorbeelden van organisaties waarbij de EVP een nieuwe gedragscode voor op de werkvloer wordt. Communicatiewetenschap is nu eenmaal geen exacte wetenschap – zie alleen al het feit dat er twee interpretaties bestaan van het acroniem EVP, waarbij de focus ofwel op de werkgever of op de werknemer ligt.

Crowdshaming

Wat de coronacrisis echter duidelijk maakt, is dat een EVP allesbehalve vrijblijvend is. Zoals een consument zwaaiend met zijn garantiebewijs een bedrijf kan aanspreken op diens verantwoordelijkheid, zo spreken medewerkers nu werkgevers aan op hun fraai verwoorde EVP. Als een garantiebewijs van goed werkgeverschap.

In een Google-document kan iedereen aangeven of zijn werkgever goed of slecht reageert op de coronacrisis.

Zo is er in Engeland een initiatief gestart om via crowdsourcing in kaart te brengen hoe werkgevers omgaan met de coronacrisis. In een openbaar Google-document kan iedereen een organisatie toevoegen. Vervolgens kun je met een rode of groene kleur aangeven of de reactie op de coronacrisis in jouw ogen slecht is (dat wil zeggen: ontslagen, onbetaald doorwerken, verplicht naar kantoor moeten) of goed (lees: baanzekerheid, betaald doorwerken, minder uren toestaan, ondersteuning bij thuiswerken).

reactie geen waarden maar daden

Al ruim 500 werkgevers beoordeeld

Inmiddels zijn ruim 500 werkgevers beoordeeld, variërend van Google en Starbucks tot een lokaal tuincentrum, met soms zeer gedetailleerde info over de (niet) genomen maatregelen. Naast veel negatieve ervaringen van medewerkers zijn er ook genoeg positieve reviews. Zo wordt Microsoft onder meer geroemd voor het volledig doorbetalen van medewerkers met een tijdelijk contract.

Sommigen roemen Microsoft voor het volledig doorbetalen van medewerkers met een tijdelijk contract.

Onlangs wist de techreus zelfs het nieuws te halen door medewerkers met kinderen 12 weken extra ouderschapsverlof te geven, zodat ze hun werk beter kunnen combineren met het zorgen voor en lesgeven aan hun kinderen. Zo levert goed werkgeverschap ook goede PR op.

Neerlands trots

Hoe doen Nederlands werkgevers het in dit verband? Hier is vooralsnog geen sprake van openbare ‘naming & shaming’, noch zijn de winnaars van de coronacrisis al aan te wijzen. Ondernemersplatform Sprout publiceerde wel al een (veel gelezen) lijst van ‘meest onsympathieke bedrijven tijdens de coronacrisis’. Maar daarbij gaat het vooral over zaken als het eenzijdig opzeggen van huurcontracten of verlengen van betalingstermijnen. Van de zogeheten corporate villains wordt alleen Talpa genoemd. En dit vanwege een interne e-mail van John de Mol waarin hij laat weten dat ontslagen onvermijdelijk zijn.

Lidl en RoyalHaskoningDHV stuurden hun medewerkers een paaspakket.

Sympathieke initiatieven zijn er aan de andere kant ook al genoeg te zien. Zo stuurden bedrijven als Lidl en Royal HaskoningDHV hun medewerkers voor het paasweekend een variant op een kerstpakket. En Deloitte-medewerkers ontvingen een bosje tulpen thuis.

Soms schril contrast

Heel wat moeilijker hebben onze koninklijke paradepaardjes het. Zo beëindigde KLM eerst alle flexcontracten en vroeg het staatssteun aan, maar leek het vooral druk met de bonussen voor hun topmannen. Of neem PostNL, dat op 6 april bij monde van CEO Herna Verhagen in het AD liet weten ‘supertrots te zijn op mijn mensen.’ En wie de website van het bedrijf bezoekt, leest een dankwoord aan ‘de helden die bij en voor ons werken’.

De boodschap is duidelijk: werkgeversbelofte maakt schuld.

Mooie woorden, die echter in schril contrast staan met een nieuwsbericht van exact een week later. Daarin staat te lezen dat de Belangenvereniging voor Pakket Distributie datzelfde PostNL voor de rechter sleept vanwege toegenomen werkdruk, een al jaren te laag tarief en het niet vergoeden van alle gemaakte uren en extra werkzaamheden. Of hier een monopolist het deksel op zijn neus krijgt? Of dat een vakbond een crisis aangrijpt om zijn eisen kracht bij te zetten? Het is voer voor discussie. Maar de boodschap is duidelijk: werkgeversbelofte maakt schuld.

Wederkerige relatie

Wie het zoekgedrag naar vacatures in februari en maart 2020 met elkaar vergelijkt, ziet opvallende verschillen. In februari zochten mensen nog op termen als ‘salaris’ en ‘ontwikkeling’. In maart overheersen termen als ‘werk vanuit huis’ en ‘vast contract’. Analoog aan Maslow is dit niet vreemd. In economisch onzekere tijden maken mensen zich drukker om een inkomen dan een hoog inkomen. Juist nu moeten werkgevers dan ook opstaan. Juist nu moeten ze duidelijk maken dat ze er zijn voor hun mensen.

‘Een eerlijke beloning staat voorop, maar het gaat ook om autonomie en vertrouwen.’

Zo suggereert gedragseconoom en Eerste Kamerlid Esther-Mirjam Sent in de Volkskrant van 11 april dat de overheid alleen bedrijven moet steunen als deze fatsoenlijk met hun werkgevers omgaan. Waarbij het niet alleen om salaris draait: ‘Een eerlijke beloning staat voorop, maar mensen vinden het minstens zo belangrijk dat ze ook werkelijk worden gewaardeerd en eigen verantwoordelijkheden hebben. (…) Het gaat ook om autonomie en vertrouwen.’

Serieuze gevolgen

Tot voor kort kregen HR-medewerkers vooral vragen over het persoonlijk ontwikkelbudget of een dertiende maand. Nu moeten ze ineens beoordelen of ze reeds opgenomen vakantiedagen kunnen teruggeven aangezien de geplande zomervakantie naar Italië niet doorgaat. Of dat het verstandig is om net aangenomen kandidaten nu te laten starten met hun nieuwe baan (en dus hun proeftijd), aangezien ze niet hun ‘normale’ prestaties en productiviteit kunnen halen. Logische vragen, waar werkgevers op dit moment te vaak nog geen goed antwoord op hebben.

Net als in een huwelijk moeten werkgever en werknemer er voor elkaar zijn; in goede en slechte tijden.

Maar terwijl we de grappen over de gevolgen van thuiswerken voor onze relatie gretig doorappen, zijn de gevolgen van corona voor onze arbeidsrelatie waarschijnlijk een stuk serieuzer. Als het goed is, ben je niet getrouwd met je werk, maar net als in een huwelijk moeten werkgever en werknemer er voor elkaar zijn; in goede en slechte tijden. In tijden van gezondheid, en ziekte.

De coronacrisis zal duidelijk maken hoeveel werkgevers het predicaat ‘Top Employer’ daadwerkelijk verdienen.

Met een nieuwe generatie op de arbeidsmarkt die al vóór de coronacrisis op zoek was naar organisaties met maatschappelijke meerwaarde en een duidelijke purpose, is nu het moment gekomen om voorbij het marketingjargon te gaan. Geen waarden, maar daden. In goede tijden is het zo niet moeilijk om een ‘Top employer’ te zijn, de coronacrisis zal duidelijk maken hoeveel van hen dat predicaat daadwerkelijk verdienen.

Over de auteur

 René van der Kroon werkt als Creative Director bij arbeidsmarktcommunicatiebureau Maximum.

‘Logisch dat sourcing nu meer aandacht krijgt dan ooit’

Kandidaten die ineens wél de telefoon opnemen als een recruiter belt. Een veel hogere response rate op je mailtjes. Maar ook onrust bij potentiële kandidaten: ‘Is dit wel een goede tijd om op een aanbieding in te gaan?’ Sourcer Milou Verhoeks merkte de afgelopen tijd al dat haar sourcing-werk behoorlijk veranderde tijdens de eerste weken van de coronacrisis.

‘Het is natuurlijk niet zo dat we als sourcers alleen maar kandidaten bellen tijdens het avondeten.’

En ze is niet de enige. Ook bijvoorbeeld Sandor Lokenberg, sourcer bij Cariero en trainer bij de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie, zegt het te merken. En dat is ook logisch, zegt hij. ‘Sourcen en searchen krijgt volgens mij nu meer aandacht dan ooit. Want het is natuurlijk niet zo dat we als sourcers alleen maar aan het headhunten zijn. Of de hele tijd kandidaten bellen tijdens het avondeten. Sourcing gaat ook echt wel om meer dan dat. Het gaat ook om gericht, en continu onderzoek blijven doen naar jouw specifieke doelgroep. En daar is het juist nu een goede gelegenheid voor.’

‘Het blijft mensenwerk’

Goed sourcen is inderdaad veel meer dan berichtjes versturen aan mensen die je als recruiter op LinkedIn hebt gevonden, bevestigt ook talent sourcer Jurriaan Pennartz op zijn blog. En het is ook wel iets meer dan alleen de principes van boolean search beheersen, schrijft hij. ‘Effectief sourcen is een specialisme, een vak waar (durven) doorvragen, internet research skills en interpersoonlijke competenties belangrijk zijn.’

‘Profielen vinden is één ding. Maar de mensen achter deze profielen effectief benaderen is en blijft mensenwerk.’

Talent sourcing volledig automatiseren? Het is erg lastig, denkt hij. ‘Je kunt weliswaar sourcing-tools inzetten om relevante profielen te vinden op basis van een zoekopdracht of eerdere zoekresultaten. Maar de mensen achter deze profielen effectief benaderen is en blijft mensenwerk.’

Een vak apart

Talent sourcing richt zich op de grote groep latente of passieve kandidaten, die uit zichzelf niet zo snel zouden reageren op een vacature. En door de crisis mag de groep actieve kandidaten dan gegroeid zijn, dat wil natuurlijk niet zeggen dat je daarmee alle vacatures kunt vervullen. En zeker als je wat verder vooruit kijkt, blijft het goed om een talentpijplijn op te bouwen: een warm netwerk aan kandidaten, aan wie je later nog eens iets zou kunnen hebben. Eigenlijk kun je ook op dit moment geen werving zonder sourcing meer voorstellen.

‘Er is in deze periode een hoop te leren op het gebied van sourcing.’

En dat is echt een vak apart, zoals ook bijvoorbeeld Annelies Graafland al eerder schreef. En een vak ook dat soms heel creatieve staaltjes werk oplevert, zoals de marktplaats-advertentie waarin net die ene, ideale kandidaat werd gezocht. Lokenberg heeft zich de afgelopen weken er stevig in verdiept. ‘Er is in deze periode een hoop te leren op het gebied van sourcing‘, zegt hij. ‘Er zijn ontzettend veel leuke, inspirerende en uitdagende events er op dit moment, zoals webinars van Dux-Soup, Talentsoft, Amazing Hiring en meer. Of de 24-uursmarathon van Recruiting Brainfood.’

Veel gratis bronnen beschikbaar

Voor de ene recruiter kan het helpen om de basisprincipes beter te beheersen, voor de ander om meer begrip en mindset ten aanzien van de voordelen van sourcing te krijgen. Want dat blijkt soms nog steeds nodig, zegt hij. Vandaar ook dat Lokenberg zichzelf ook als trainer nog steeds graag inzet om zijn opgedane kennis verder te delen. ‘Zodat je als professional een nog betere adviseur kunt zijn van je hiring manager.’

‘Door een goede sourcingsaanpak kun je mogelijk tijd en geld besparen.’

Want er ligt hier geld op tafel, denkt hij. Mooie campagnes, snel geschoten vlogs, inbound recruitment, en leuk geschreven vacatureteksten? Het heeft natuurlijk allemaal zijn waarde om de juiste kandidaten te benaderen, benadrukt hij. ‘Maar door een goede sourcingsaanpak kun je daarin mogelijk tijd en geld besparen door mensen, of nichegroepen te vinden die anders jouw organisatie niet gevonden zouden hebben. En er zijn daarvoor veel bronnen te vinden waaruit we gratis (of betaald) kunnen putten.’ En juist dat is een boodschap die in deze crisistijden waarschijnlijk velen aanspreekt.

Meer weten?

Meer weten over wat er bij sourcing allemaal komt kijken en hoe je dat kunt toepassen? Op 7 mei organiseert de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie een live online class hierover. De start van de live online class is om 10.00 uur en eindigt om 11.30 uur. Kijk hier voor meer info, of schrijf je meteen in.

En op 3 en 10 juni is er zelfs een tweedaagse training Sourcing & Search, waarin je kunt leren hoe je direct meer juiste kandidaten kunt vinden en verleiden met een toegankelijke en kandidaatgerichte sourcingsaanpak. En dat gaat véél verder dan alleen een Inmail versturen via LinkedIn of een ‘boolean search’ in Google.

Lees ook

Wim op woensdag: Recruitment gaat om meer dan cowboys & angels 

Deze week mocht ik deelnemen aan de online discussiesessie voor het maken van de recruitercode. Het doel is om een code op te stellen door en voor vakgenoten, die een kader biedt voor iedereen die zich bezighoudt met recruitment, waarbij de bedoeling is dat degene die volgens de code werkt bekwaam en integer is. Nu weet ik dat recruitment een markt is van cowboys & angels. Als je het bruut stelt wordt er in deze branche grof geld verdiend door met mensen te handelen.

Als je het bruut stelt wordt in deze branche grof geld verdiend door met mensen te handelen.

Breng je het genuanceerder, dan zorgt recruitment voor een optimale inzet van talent. Er zijn duizenden mensen actief in deze relatief jonge sector waarin vrijwel geen officiële opleidingen bestaan en ook geen registratie plaatsvindt. Laat staan dat er iets is als permanente educatie, dan wel kwaliteitscontrole. Het kan wel eens aanvoelen als een wildwestverhaal.

De code voorkomt cowboys niet

Het beeld dat mensen van recruiters hebben ligt meestal ook ergens tussen cowboys aan de ene kant en engelen aan de andere kant. Gaat een recruitercode dit beeld veranderen? En misschien belangrijker: gaan de cowboys zich straks meer als engelen gedragen? Waarbij we dan voor het gemak even de aanname doen dat de cowboys de slechte recruiters zijn; onbekwaam en niet integer.

Gaan de cowboys zich straks meer als engelen gedragen?

In mijn carrière heb ik heel wat cowboys en angels voorbij zien komen. Denk aan: het zonder toestemming van de kandidaat doorzetten van een LinkedIn-profiel naar een onbekende relatie, met als bijlage de algemene voorwaarden, direct gevolgd door een factuur. Dat kun je agressief noemen. Dat dit gebeurt, geeft aan dat er dus bedrijven zijn die hieraan behoefte hebben of die hiermee akkoord gaan. Een code gaat dit niet voorkomen, ben ik bang.

Waarom is de code toch zinvol?

Waarom geloof ik dan toch dat een code zinvol is? Omdat ieder initiatief om het vakgebied van recruiter te professionaliseren mijn zegen heeft. De code zou wat mij betreft van iedere recruiter input moeten krijgen. Een code beschrijft gedrag. Gedrag leidt tot voorbeelden en dat leidt tot navolging en verbeteringen. Recruitment is een sector waarin veel geld omgaat. Maar laten we eerlijk zijn: het is ook een sector die (nog) niet door iedereen als professioneel wordt gezien.

Laten we eerlijk zijn: recruitment is een sector die (nog) niet iedereen als professioneel ziet.

In 1990 kwam George Michael met een nieuw album om zijn imago te verbeteren. Op dat album staat het liedje Cowboys and Angels. De naam van het album? Listen without prejudice.

Over de auteur

wim van den nobelen is er maar druk mee eenrichtingsverkeerWim van den Nobelen is Recruiter Finance bij Strictly People. Hij schrijft voor Werf& de ‘Wim op woensdag’. Regelmatig vind je hier op woensdag een blog, onderzoek of artikel van hem.

Lees ook:

Lees alles van Wim