Hoe inclusief ben jij? Ja, jij

‘Ik wist van jongs af aan al dat ik anders was’, zegt Joanne Lockwood. ‘Mijn leraren wisten dat ik anders was. Mijn ouders hadden door dat ik niet hetzelfde was als mijn broers. Ik werd geboren in een wereld die niet voor mensen zoals mij gemaakt was. In sommige landen in de wereld, worden mensen als ik gediscrimineerd, soms zelfs gedemoniseerd. We hebben het hier over mensen die linkshandig zijn…’

‘Als je niet oppast, ben je elke dag aan het oordelen op een microniveau.’

Gewapend met een flinke dosis humor en zelfbewustzijn, stond Joanne Lockwood vorige week op het podium van Talent Acquisition Live, waarschijnlijk het laatste grote evenement in de internationale recruitmentwereld dat nog doorgang kon vinden, voordat corona ons allen in kluizenaars veranderde. Haar verhaal was daarbij overigens zeker niet alleen toepasselijk voor recruiters. ‘Wij, als een maatschappij, hebben ons oordeel altijd zo snel klaar. Als je niet voorzichtig bent, ben je elke dag aan het oordelen op een microniveau. Iedere dag voeden we onze vooroordelen, gebaseerd op de informatie die we in ons hoofd hebben.’

‘Wat maakt jou dat uit?’

En zou het niet naïef zijn om te denken dat al die micro-oordelen niet in onze grote bedrijfsbeslissingen sluipen? Maar, zoals Lockwood het botweg brengt: ‘Wat maakt jou dat uit? Aan de ene kant vóélt het misschien als het juiste. Dat je een beetje Yin voor je Yang nodig hebt. Maar uiteindelijk moet er toch echt een zakelijke noodzaak zijn, anders veranderen mensen echt niet.’

‘Je moet niet inclusief willen werven als je jouw waarden niet op een rijtje hebt.’

En de resultaten zijn er. McKinsey & Co., waar diversiteit en inclusiviteit een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering vormen, laat zien dat diversiteit in het kantoor voor groei zorgt. Al constateert Lockwood ook nog steeds een bepaalde terughoudendheid van sommige bedrijven.

Inclusief handelen is ‘holistisch, actief en bewust’, legt ze uit. Zeggen dat ‘mijn deur altijd open is’ klinkt misschien leuk naar je werknemers toe, maar het blijft passief, zegt ze. Het draait allemaal om de bedrijfscultuur en waarden. Je moet niet inclusief willen werven als je jouw waarden niet op een rijtje hebt. We hebben het allemaal over gelijkheid gehad, die discussie ging toen over op diversiteit, vervolgens op inclusiviteit, dan een gevoel van verbondenheid en dat zou allemaal resulteren in een culturele merkbeleving. Nu is het tijd om dat om te draaien, volgens Lockwood: begin met je waarden en cultuur, en ga dan pas sourcen.

‘Het is tijd om principes om te draaien: begin met je waarden en cultuur, en ga dan pas sourcen.’

‘Iedereen is niemand’

We hebben nu een punt bereikt waar als we de arbeidsmarkt beschrijven als ‘schaars’, het een beetje is als zeggen dat water nat is. Tegelijkertijd hebben recruiters nu een zeldzame kans om hun bereidheid om inclusief te zijn écht te laten zien; nog veel meer dan in heel veel andere beroepen. ‘Recruiters hebben nu veel macht. Als je een kandidaat vertelt: ‘We willen jou, we willen jouw diversiteit in onze organisatie. Jij gaat het hier heel goed doen; je krijgt van ons alle ruimte en aandacht’, dan zullen ze zich vereerd voelen. Jij hebt die macht.’

‘Als recruiters blijven zeggen ‘We staan open voor iedereen’, dan zeggen ze eigenlijk dat ze voor niemand openstaan.’

Maar als recruiters dat niet doen, en blijven zeggen ‘We staan open voor iedereen’, dan zeg je eigenlijk dat je voor niemand openstaat, aldus Lockwood. ‘Iedereen is niemand. Wees dus actief en wees bewust, niet incidenteel.’

Bovendien ziet Lockwood vier fasen die samen een soort ‘inclusiviteitscontinuüm’ vormen. 

  1. Uitsluiten: Waar zij die anders zijn behandeld worden als buitenstaanders van weinig waarde.
  2. Tolereren: Waar zij die anders zijn wel getolereerd worden, maar niet verwelkomd. Zoals Lockwood stelt: ‘Je verdraagt ze.’
  3. Accepteren: Waar we erkennen dat mensen die anders zijn, waardevolle, deskundige vaardigheden en inzichten in kunnen brengen. 
  4. Omarmen: Waar we diversiteit aangaan en vieren ten behoeve van innovatie en daarmee een hoge productiviteit bereiken. 

Het is een beetje zoals dat bekende gezegde: in de eerste fase mag je niet eens op het feestje komen. In de tweede fase word je wel uitgenodigd, maar mag je aan de kant blijven zitten. In de derde fase word je ook ten dans gevraagd. En in de vierde fase mag je zelfs (mede) bepalen welke muziek gedraaid wordt.

Een vrouw met een missie

Toen Lockwood door het Engelse Channel 4 werd gevraagd om haar once-in-a-lifetime-transitie te delen in een documentaire, twijfelde ze geen moment. ‘Ik ging al mijn privacy weggeven om mijn verhaal te vertellen. In ieder facet van mijn leven ging het eigenlijk prima – en dat gaf ik allemaal op, op mijn 52ste.’

‘We hebben inclusief leiderschap nodig, en dat start bij onszelf. In onze peer-groepen en waar we werken.’

Nu is Lockwood een vrouw met een missie. ‘We hebben inclusief leiderschap nodig, en dat start bij onszelf. In onze peergroups en waar we werken. We moeten actief en weloverwogen nadenken over elk aspect van de cultuur die we creëren. Een deel daarvan is dat we bewust en open zijn over onze eigen meningen, onze eigen vooroordelen. Dat is niet alleen het juiste vanuit een menselijk perspectief, maar ook vanuit zakelijk oogpunt.’

Meer weten?

Ook met diversiteit aan de slag? Maar weet je eerlijk gezegd niet precies hoe? Tijdens het Seminar Diversiteit en Inclusiviteit, dat Werf& op 8 september 2020 organiseert , gaan diverse sprekers in op de vraag hoe je als werkgever of intermediair divers en inclusief kunt werven.

Vijf belangrijke HR-vragen rondom het coronavirus

Besmet of niet, het coronavirus laat momenteel niemand onberoerd. Terwijl het aantal besmettingen verder oploopt, net als het aantal doden, gaan ook steeds meer organisaties over tot ingrijpende maatregelen. Zo heeft het hoofdkantoor van Nike in Hilversum zijn deuren al gesloten vanwege het virus. Ook advocatenkantoren aan de Zuidas nemen ingrijpende maatregelen, en kantoren als NautaDutilh hebben al alle recruitmentactiviteiten voor onbepaalde tijd opgeschort. Geen recruitmentevents meer, geen masterclasses.

Ook carrièrebeurzen ondervinden de gevolgen. Zo gaat de ZORG. IK? Carrièrebeurs in Velserbroek volgende week niet door, net als de grote ‘Nationale Carrièrebeurs‘ op 20 en 21 maart in de RAI.

Kantoren als NautaDutilh alle recruitmentactiviteiten opgeschort. Even geen recruitmentevents meer, geen masterclasses.

Ook steeds meer andere bedrijven nemen voorzorgmaatregelen. Dat roept verschillende vragen op voor zowel de werkgever als de werknemer. Wat zijn bijvoorbeeld de juridische mogelijkheden en verplichtingen? Hieronder vijf van de meest gestelde HR-praktijkvragen rondom het coronavirus beantwoord.

#1. Moeten werkgevers voorzorgsmaatregelen nemen?

Het korte antwoord op deze vraag is: ‘ja’. Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever om te zorgen voor een veilige werkomgeving. Welke regelingen er precies nodig zijn? Hoe ver je ze doorvoert? Dat hangt natuurlijk af van de omstandigheden. Is het risico op bestemming op de werkplek groter dan thuis, en heeft thuiswerken geen of nauwelijks nadelige gevolgen voor de bedrijfsvoering, dan moet een werkgever thuiswerken toestaan. Is thuiswerken eigenlijk geen optie? Dan wordt van de werkgever verwacht dat hij de ‘maximale voorzorgsmaatregelen’ treft om besmetting op de werkvloer te voorkomen.

#2. Heeft een werknemer in quarantaine recht op loon?

Als er sprake is van een besmetting met het coronavirus, dan gelden dezelfde regels als bij elke andere ziekte. De werknemer heeft in dat geval gewoon recht op loon vanwege zijn (tijdelijke) arbeidsongeschiktheid. Moet een werknemer uit voorzorg in quarantaine, omdat hij of zij in een risicogebied is geweest? Dan heeft de werknemer alleen recht op loon als de reis werkgerelateerd was. De werknemer is dan immers tijdens zijn werk aan besmettingsgevaar blootgesteld.

Als een werknemer vanwege een geschrapte vlucht niet op tijd terug is van vakantie, heeft hij in principe ook geen recht op loon.

De vraag of je als werkgever ook het loon moet doorbetalen als een werknemer vanwege zijn vakantiereis in quarantaine moet, is lastiger te beantwoorden. Dit hangt namelijk af van de omstandigheden. Als een werknemer vanwege autopech of vanwege een geschrapte vlucht niet op tijd terug is van vakantie en daardoor niet kan werken, heeft hij in principe ook geen recht op loon.

#3. Welke regels gelden voor werktijdverkorting?

Heeft een werkgever door het coronavirus minder werk voorhanden? Dan is op grond daarvan werktijdverkorting mogelijk. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft die mogelijkheid om zoveel mogelijk werknemers aan het werk te houden. De werknemer blijft met deze regeling gewoon in dienst en krijgt over de niet-gewerkte uren een WW-uitkering betaald. Werkgevers die aanspraak willen maken op werktijdverkorting moeten digitaal een vergunning aanvragen bij het UWV. Ze kunnen geen werktijdverkorting aanvragen voor oproepkrachten met een nulurencontract, uitzendkrachten of zzp’ers.

#4. Wanneer is sprake van ‘verminderde bedrijvigheid’?

De werkgever moet kunnen aantonen dat in een periode van zeker 2 tot 24 weken, er minstens 20 procent minder werk is ten gevolge van een bijzondere omstandigheid. De oorzaak mag niet tot het normale bedrijfsrisico behoren en ook niet structureel zijn. Het coronavirus is dus een goed voorbeeld van een geldige reden van verminderde bedrijvigheid. Als de verwachting is dat het langer duurt dan 24 weken, dan krijgt de werkgever geen vergunning voor werktijdverkorting.

#5. En mag je vanwege het coronavirus ook mensen ontslaan?

Als er sprake is van structurele werkverminderingen, dan is dat aanleiding voor ontslag ‘op grond van bedrijfseconomische redenen’. Deze regel geldt dus ook in het geval van het coronavirus. De werkgever kan natuurlijk proberen om met medewerkers afspraken te maken over het beëindigen van het dienstverband in onderling overleg. Lukt dat niet, dan moet de werkgever toestemming voor ontslag vragen aan het UWV. De werkgever moet zich daarbij wel gewoon houden aan de geldende regels voor een bedrijfseconomisch ontslag, zoals het afspiegelingsbeginsel. Ook moet worden aangetoond dat sprake is van werkvermindering en dat op korte termijn geen herstel van de situatie wordt verwacht. Vanzelfsprekend zal de werkgever dan ook een transitievergoeding moeten betalen.

Dit blog is mede geschreven door Wieneke Brandt, Product Director bij XpertHR, dat ook een whitepaper met praktijkvragen rondom het coronavirus heeft geschreven.

Méér vervulde vacatures, maar niet méér dynamiek op de arbeidsmarkt – hoe kan dat nou?

Meer dynamiek dan ooit op de arbeidsmarkt? Helemaal niet! Sterker nog: mensen wisselen tegenwoordig misschien zelfs wel mínder snel van baan dan 20 jaar geleden. En ook al hoor je vaak dat banen steeds sneller komen en steeds sneller verdwijnen: de mate van baancreatie en baanvernietiging bij bedrijven is in de afgelopen 20 jaar ook helemaal niet toegenomen.

‘Werkenden wisselen niet vaker van positie op de arbeidsmarkt of van werkgever dan 20 jaar geleden.’

Het was op zijn minst een opvallend onderzoek te noemen dat begin dit jaar bij het CPB verscheen. Onderzoekers Wiljan van den Berge, Patrick Koot en Jochem Zweerink lieten erin zien dat we wel de mond vol mogen hebben van de o zo dynamische arbeidsmarkt van tegenwoordig, maar dat de realiteit toch echt een andere is. ‘Werkenden wisselen niet vaker van positie op de arbeidsmarkt of van werkgever dan 20 jaar geleden’, zo concluderen ze.

Best paradoxaal

Het is zelfs zo dat (waarschijnlijk) de vergrijzing zorgt voor een (lichte) afname in dynamiek. Ouderen bewegen gemiddeld immers minder vaak op de arbeidsmarkt dan jongeren. Dat mag best een beetje paradoxaal klinken, geven de onderzoekers zelf ook toe, met alle geluiden rondom een stijging in flexibele contractvormen als tijdelijke contracten en zzp’ers. Maar ook dat kunnen ze goeddeels verklaren, stellen ze. ‘Tijdelijke contracten zijn vooral geconcentreerd bij jongeren, en zij wisselden ook voorheen al vaak van positie. En voor de meeste zelfstandigen geldt dat, als zij eenmaal zelfstandige zijn, ze dat vaak ook blijven.’

dynamiek

Een overstap naar een andere werkgever? Het komt dus in de praktijk helemaal niet zoveel vaker voor dan in het verleden. In 1999 had ongeveer 21% in het daaropvolgende jaar een andere werkgever, in 2017 gold dit voor ongeveer 18%. Hoezo: iedereen is wel latent op zoek? Hoezo: meer dynamiek? Hooguit speelt de conjunctuur een rol, aldus de onderzoekers. ‘In recessies zien we dat het aantal baan-baanwisselingen afneemt. Dit kan komen doordat er minder vacatures zijn, maar ook doordat werkenden dan minder geneigd zijn om het risico te nemen om te wisselen van baan.’

Maar hoezo dan een recordaantal vervulde vacatures?

Maar wacht eens even… Hoe zit het dan met het recordaantal vacatures, en recordaantal vervulde vacatures dat het CBS meldt? Dat zijn toch ook allemaal baanwisselingen? En ja, voor een deel zullen interne mensen die vacatures invullen, en die komen niet naar voren in de eerdergenoemde CPB-statistiek. Maar zóveel vacatures, en zóveel vacatures die vervuld worden, dat kan toch alleen bij een heel dynamische arbeidsmarkt?

Hoe kan het dat bijvoorbeeld Randstad vorig jaar nog meldde dat er ‘volop beweging’ in de arbeidsmarkt zit?

En hoe kan het dat bijvoorbeeld Randstad vorig jaar nog meldde dat er ‘volop beweging‘ in de arbeidsmarkt zit? Dat de laatste 10 jaar er niet eerder zoveel mensen waren die overwogen om van baan te wisselen? En dat ook in de werkelijkheid niet eerder zoveel mensen overstapten? ‘Nederlanders massaal op zoek naar nieuwe baan’, maakte BNR er meteen van.

‘Ik denk niet dat uit onze resultaten blijkt dat mensen minder makkelijk in beweging te krijgen zijn.’

Maar ook dit moet je vooral zien als een gevolg van de goed draaiende economie van de laatste jaren. Navraag bij de CPB-onderzoekers leert: ‘die vacatures zijn een conjunctureel fenomeen’, aldus Wiljan van den Berge. ‘Dat wordt nog eens verder aangezwengeld door beleid (met name in de zorg). Dat staat denk ik los van de structurele vraag of de arbeidsmarkt dynamischer is geworden of niet. Ik denk niet dat uit onze resultaten blijkt dat mensen minder makkelijk in beweging te krijgen zijn.’

Is behoud echt wel zo’n probleem?

En hoe zit het dan bijvoorbeeld met iemand als de Amerikaanse hoogleraar Peter Cappelli, die opmerkt dat vroeger zo’n 90 procent van de vacatures door interne promoties en verschuivingen werd gevuld, maar dat dat tegenwoordig nog maar ongeveer een derde is? Volgens hem is 95 procent van de werving en selectie er nu op gericht is om bestáánde functies in te vullen, functies dus die een vacature worden doordat iemand overstapt naar een andere werkgever, waar het gras groener lijkt.

‘Waar vroeger zo’n 90 procent van de vacatures door interne promoties en verschuivingen werd gevuld, is dat tegenwoordig nog maar een derde.’

Volgens Cappelli is juist het gebrekkige behoud van personeel tegenwoordig het probleem. Bedrijven nemen mensen van hun concurrenten over, en vice versa. Dat zou leiden tot dynamiek die er vroeger niet was, toen mensen nog hun hele leven bij één werkgever in dienst bleven. ‘De grondoorzaak van werving en selectie is drastisch slechte retentie’, stelt hij daarom.

‘De grondoorzaak van werving en selectie is drastisch slechte retentie.’

Maar volgens de CPB-onderzoekers wordt ook in Amerika de soep niet zo heet gegeten als Cappelli hem hier opdient. ‘Waar de dynamiek in Nederland vrijwel constant is gebleven, zeker als je corrigeert voor demografische ontwikkelingen, is die in de VS bijvoorbeeld zelfs afgenomen sinds de jaren 80’, aldus Van den Berge. ‘Ik weet niet precies welke evidentie Cappelli aanvoert voor zijn stelling, maar in de VS neemt de gemiddelde baanduur dus toe en daalt het aantal transities dat mensen maken. Vergrijzing is vast een deel van de verklaring daarvoor.’

Er zijn ook veel meer banen

Ook Intelligence Group meet de laatste jaren continu de arbeidsmarktactiviteit. Onderzoeker Arjan Ruis heeft nog wel een verklaring voor de recordaantallen (vervulde) vacatures die te zien zijn. ‘Het absolute aantal vacatures neemt toe, maar je moet dit eigenlijk afzetten tegen het aantal banen. We zijn met meer mensen en (dus) meer banen en (dus) meer vacatures die ontstaan en vervuld worden. In de afgelopen 20 jaar zijn er zo’n 1,5 miljoen werknemersbanen bijgekomen in Nederland. Kijk je dan naar het aantal ontstane vacatures ten opzichte van het aantal banen over de tijd, zie je dat we in 2019 weliswaar het hoogste punt bereikten sinds de eerste metingen, vanaf 1997, maar dat punt was niet zo gek veel hoger dan de pieken in 2000 en 2007. Verder zie je perfect de conjunctuur terugkomen in dit plaatje.’

Hij plaatst nog een paar kanttekeningen bij de ‘enorme dynamiek’ die sommigen menen te zien op de huidige arbeidsmarkt. Zo kunnen nieuwe technieken volgens hem leiden tot ‘meer zicht op het aantal vacatures, waardoor het er ook meer lijken.’ En iets wat de CPB-onderzoekers ook onderschrijven: hun onderzoek kijkt alleen naar mensen die van werkgever naar een nieuwe werkgever overstappen. Mensen die bij dezelfde werkgever van tijdelijk contract naar tijdelijk contract gaan, en zzp’ers en uitzendkrachten die van opdrachtgever wisselen zijn niet meegenomen.

De dynamiek is slecht verdeeld

‘Beide zijn mogelijk belangrijke verklaringen voor het beeld van de toegenomen dynamiek’, aldus de onderzoekers. ‘Hoewel werknemers die bij dezelfde werkgever blijven met een ander contract, niet bijdragen aan de dynamiek, kan dit wel een gevoel van onzekerheid opleveren. En via zzp’ers en uitzendkrachten die vaker van opdrachtgever wisselen, kan de dynamiek ook zijn toegenomen.’

‘We zijn met meer mensen en (dus) meer banen en (dus) meer vacatures die ontstaan en vervuld worden.’

Ruis bevestigt dat. ‘Als je in één jaar 10 baantjes doet voor hetzelfde uitzendbureau – je feitelijke werkgever -, wissel je in de statistieken niet van werkgever, maar er zijn mogelijk wel 10 vacatures voor al die baantjes geweest…’ De dynamiek is slecht verdeeld, met andere woorden. Sommigen héél dynamisch, maar velen ook die maar nauwelijks bewegen, ondanks de vele vacatures die momenteel om hen heen cirkelen.

Lees ook

Snelheid wint aan belang – hoezo kost een vacature vullen dan nog steeds 9 weken?

‘Nachtje slapen over sollicitant is al te lang’, kopte De Telegraaf dit weekend. Ze hadden daarvoor onder meer de directeur Nederland gesproken van internationale recruiter Robert Half, Frédérique Bruggeman. Over het belang van snelheid zei zij daarbij: ‘Als recruiter moeten we echt sneller en efficiënter werken, want een goede kandidaat haakt af als het allemaal te lang duurt. Dat is ook een uitdaging voor bedrijven. Zij moeten er ook voor zorgen dat alle relevante partijen snel met kandidaten kunnen spreken en dat ze meteen een beslissing nemen. Er nog eens een paar nachtjes over slapen? Dat kan eigenlijk niet meer.’

‘Als je ze één of twee dagen laat wachten, ben je ze kwijt.’

Ook Florentine de Beer, regiomanager Nederland van de internationale recruiter Hays, beaamde dat alle processen sneller moeten. ‘Bij grote organisaties met bijvoorbeeld de directie in Amerika hameren we er echt op dat ze toch snel moeten beslissen. Plan bijvoorbeeld één dag in waarop de kandidaat alle beslissers kan zien. Want als je ze één of twee dagen laat wachten, ben je ze kwijt.’

Snelheid belangrijk

Snelheid is tegenwoordig dus belangrijk. Zo blijkt uit onderzoek van Robert Half bijvoorbeeld dat al 49 procent van de Nederlandse HR-managers ooit een gekwalificeerde kandidaat verloren aan een concurrent heeft omdat de time to hire te lang was. Ook iemand als recruitmentgoeroe John Sullivan hamert al lang op de ‘speed of hireals ‘magic bullet’ in het recruitmentproces.

55% van de kandidaten wil hooguit één week wachten tussen een sollicitatiegesprek en het aanbod.

Niet zo vreemd, want in het 2019 Candidate Experience Report van Talent Board zegt maar liefst 55 procent van de kandidaten niet meer dan één week te willen wachten tussen bijvoorbeeld een sollicitatiegesprek en het krijgen van een aanbod. Duurt het langer? Dan kijken ze alweer verder, zeggen ze. Een sneller proces leidt tot een hogere quality-of-hire, aldus Sullivan, omdat je zo voorkomt dat topkandidaten snel uitvallen. Bovendien is het beter voor je employer brand, en zorgt het natuurlijk ook ervoor dat vacatures minder lang onvervuld blijven.

De praktijk is anders

Toch is de praktijk nog vaak een heel andere. Sterker nog: uit recente cijfers van HackerRank blijkt dat als het gaat om technische functies de time-to-hire nog steeds op zo’n 45 dagen ligt. Althans: voor grotere bedrijven, en voor recruiters die gemiddeld meer dan 20 vacatures in portefeuille hadden. Uit eerder onderzoek (van CEB) zou blijken dat de time-to-hire bovendien sterk toeneemt de afgelopen jaren, en een gemiddelde vacature zo’n 500 euro kost per dag dat hij openstaat.

Een gemiddelde vacature kost zo’n 500 euro per dag dat hij openstaat.

Ook in het Nederlandse Recruitment Kengetallen Onderzoek zijn er een paar heel opvallende cijfers over het belang van snelheid te vinden. Zo meldt het onderzoek van 2019 dat de werving bij bureaus een stuk sneller gaat dan bij de gemiddelde corporate: 42 tegenover 62 dagen. Bureaus blijken het belang dus meer in te zien, maar corporates blijken dus gemiddeld bijna 9 weken (!) nodig te hebben om één procedure te kunnen afronden. Waar ligt dat toch aan? Ook valt op dat slechts 64 procent van alle ondervraagde corporates überhaupt de time-to-hire meet (ook al is het daarmee nog wel steeds de meest gemeten KPI onder corporates).

Meer data? Dan ook meer snelheid

Ook de omvang van de portefeuille blijkt een belangrijke rol te spelen. Bij recruiters die minder dan 10 vacatures in portefeuille hebben, blijkt de doorlooptijd 13 dagen korter dan bij recruiters die 20 tot 30 vacatures in portefeuille hebben. En wat ook belangrijk is: gebruik van arbeidsmarktdata. Althans: bij de organisaties die wél zulke data in het recruitmentproces zeggen te gebruiken, is de time-to-hire 12 dagen korter dan bij bedrijven die dat niet of nauwelijks zeggen te doen.

Bij recruiters die minder dan 10 vacatures in portefeuille hebben, is de doorlooptijd zo’n 2 weken korter.

Zou het besef van het belang van snelheid dit jaar al verder zijn doorgedrongen? Of heeft de huidige hoge werklast van recruiters de snelheid in het proces alleen maar verder vertraagd? Het Nederlandse Recruitment Kengetallen Onderzoek vindt momenteel opnieuw plaats (meedoen? graag!). Na afronding van het onderzoek krijgen deelnemers drie credits op de VacatureVerbeteraar, waarmee vacatureteksten zijn te perfectioneren en een match te maken is met de drijfveren en wensen van je doelgroep. Daarnaast krijg je ook nog eens als eerste het Recruitment Kengetallen Rapport 2020. Snelheid gegarandeerd…

meedoen aan het onderzoek

Lees ook

Na Vrouwendag: 7 recente cijfers die elke recruiter moet kennen

Het was gisteren weer Vrouwendag, een dag dat altijd met iets meer belangstelling dan normaal gekeken wordt naar de positie van de vrouw. En met name die op de arbeidsmarkt. Gaat het goed? Of waar kan het beter? Dit zijn 7 bevindingen die dit jaar opvielen, en waar iedere recruiter meteen iets mee kan.

#1. Salaris best belangrijk

Er wordt vaak gezegd dat voor mannen een sprong in salaris belangrijker is in een nieuwe baan dan voor vrouwen. Maar uit recent onderzoek van recruitmentbureau Robert Walters blijkt dat toch iets anders te liggen. Zo zegt 36% van de door hen ondervraagde vrouwen een aantrekkelijk salaris essentieel te vinden bij een switch naar een andere werkgever, tegenover 27% van de mannelijke werknemers.

#2. Vrouwen steeds veeleisender

Vrouwen leggen in dit onderzoek overigens niet alleen de lat hoger als het om salaris gaat, ook op het gebied van werk/privébalans, primaire arbeidsvoorwaarden en sociale factoren zijn ze meer veeleisend. Zo zijn flexibele werkuren voor 39% van de vrouwen een harde eis bij de acceptatie van een nieuwe baan, tegenover 30% van de mannen. Een lange reistijd ziet 73% van de vrouwelijke professionals echt niet zitten, bij de mannen is dat 60%.

Een match met de bedrijfscultuur is voor 41% van de vrouwen essentieel, tegenover 32% van de mannen.

En op inhoudelijk vlak vindt een derde van de vrouwen het ‘zeer belangrijk’ om zelf inspraak te hebben op hun taakindeling en planning, tegenover een kwart van de mannelijke werknemers. Daarnaast speelt voor vrouwen het belang van een match met de bedrijfscultuur een sterkere rol: zo’n match is voor 41% van de vrouwen essentieel, tegenover 32% van de mannen. Ook scoort een bedrijf met een duidelijke purpose bij vrouwen meer punten dan bij mannen.

#3. Bij Unilever is het al 50/50

Bij Unilever is wereldwijd inmiddels de helft van alle 14.000 managers vrouw, maakte het trots bekend in een persbericht. Dat is onder meer te danken aan een speciaal ‘Diversity & Inclusion Team’, aldus het bedrijf, maar ook aan heel wat recruitmentinspanningen. Zo zijn er scherpe instroomdoelen gesteld, en moeten ook even veel mannen als vrouwen worden uitgenodigd voor sollicitatiegesprekken.

Belangrijkste verandering bij Unilever is de preselectie van trainees, die nu vrijwel volledig via A.I. verloopt.

Maar de belangrijkste verandering is waarschijnlijk de preselectie van trainees, die nu vrijwel volledig via A.I.-systemen verloopt. Wereldwijd heeft Unilever hierdoor vooral vooruitgang geboekt op afdelingen waar vrouwen vaak ondervertegenwoordigd zijn. Zo heeft ‘Finance’ wereldwijd 50% vrouwen op managementniveau bereikt, en zit Enterprise & Technology Solutions nu op 47%. Het voormalige ‘mannenbolwerk’ Supply Chain kent nu een vertegenwoordiging van 40% vrouwen in het management.

#4. Vrouwen werken op steeds hoger niveau

Vrouwen zijn de afgelopen decennia niet alleen veel vaker gaan werken, en ook veel meer uren, ze doen dat bovendien op een steeds hoger niveau, zo blijkt uit recente cijfers van het CBS. En dat is terug te zien in hun ‘economische zelfstandigheid’, die in één generatie toenam van zo’n 40 tot ongeveer 70%. Alhoewel vrouwen nog wel steeds minder economisch zelfstandig zijn dan mannen, aldus de onderzoekers.

#5. Anoniem solliciteren helpt tóch (enorm)

Nieuw bewijsmateriaal in de lang slepende discussie over het nut van anoniem solliciteren: het werkt tóch, zeker als je meer vrouwen wilt aannemen. Uit onderzoek van Stefanie Johnson, ook gepubliceerd in Harvard Business Review, blijkt dat bij de selectie van (technische) wetenschappers (in dit geval: bij de Hubble Space Telescope) anonimisering leidt tot de selectie van meer vrouwen in het begin van het proces.

Ze bekeken daarvoor 15.545 sollicitaties, die in 16 jaar waren binnengekomen. Een ideale dataset, omdat het telescoopbedrijf halverwege het selectieproces heeft veranderd door allereerst de voornaam van de sollicitanten te verwijderen, en in 2018 zelfs álle persoonlijke informatie weg te laten. Dus de effecten van die aanpassingen waren goed te meten. En wat bleek dan? De laatste aanpak, waarbij selecteurs ook niet mochten praten over de persoonlijkheden van de wetenschappers, bleek het meest effectief: waar vrouwen eerst in 18% van de gevallen door de selectie kwamen, was dat 23% nadat de voornamen waren verwijderd, en zelfs 30% nadat de cv’s volledig anoniem waren gemaakt.

#6. Bijna iedereen heeft bias over vrouwen…

Onbewuste vooroordelen tegenover vrouwen: we denken ze misschien niet te hebben, maar toch zijn ze wereldwijd schering en inslag, blijkt uit een rapport dat de Verenigde Naties vorige week naar buiten brachten. Zo denken veel mensen wereldwijd nog steeds dat mannen meer ‘recht’ hebben op werk als dat werk schaars is, en heeft 91% van de mannen en 86% van de vrouwen nog steeds minstens één duidelijke bias, zoals het idee dat mannen betere politieke of zakelijke leiders zijn.

En het slechte nieuws: deze getallen zijn wereldwijd ook nog eens aan het stijgen. Zelfs onder vrouwen zelf neemt het aantal vooroordelen tegenover vrouwen weer toe. En je zou het misschien niet verwachten: dit is vooral het geval in Zweden (!) en Duitsland, terwijl Australië, de VS en Chili relatief gunstige uitzonderingen zijn, zowel onder mannen als vrouwen.

#7. Maar… Nederlandse vrouwen lopen wereldwijd voorop

En dan het beste nieuws uit het Verenigde Naties-onderzoek: juist in Nederland is de bias tegen vrouwen sterk afgenomen. En dan met name onder vrouwen zélf. Nederlandse vrouwen zijn dus meer dan een jaar of 10 geleden bijvoorbeeld ervan overtuigd dat vrouwen net zo goede zakelijke leiders kunnen zijn dan mannen. En ook vinden ze meer dan 10 jaar geleden dat ook vrouwen recht hebben op werk als werk schaars is. En juist zulke veranderingen in overtuiging zijn een belangrijk begin op weg naar meer gelijkheid in de praktijk, aldus de VN.

Meer weten? Of zelf aan de slag?

Op 14 april 2020 organiseert Werf& het Seminar Diversiteit en Inclusiviteit, waar je in één middag tips, tricks en inspiratie krijgt over hoe je als werkgever of bureau aan de slag kunt gaan met de thema’s diversiteit & inclusiviteit. Niet als doel an sich, maar als middel om betere mensen aan te trekken voor betere teams voor de eigen organisatie of klanten. Schrijf je hier in.

Hoe worden je werknemers je voornaamste ambassadeurs? (5 lessen van een Great Place To Work)

Je kunt een employer brand op veel manieren opbouwen. In het simpelste geval schiet je wat gunstige plaatjes en zorg je met een beetje window dressing voor een leuke, frisse uitstraling naar buiten. Het andere uiterste is dat je een merk van binnenuit opbouwt. Dat je aan de slag gaat vanuit de cultuur zodat je in staat bent om echt duurzame matches te realiseren en talent aan te trekken dat echt bij je past.

Bij het Amsterdamse Jobsrepublic hebben ze een paar jaar geleden gekozen voor de grondige aanpak.

Bij het Amsterdamse Jobsrepublic hebben ze er een paar jaar geleden voor gekozen om te gaan voor de tweede mogelijkheid, de grondige aanpak. Heel gericht en stap voor stap werd het beoogde werkgeversmerk vanaf de basis van de organisatie opgebouwd. Een proces waarbij vanaf het allereerste moment de medewerkers nauw werden betrokken; van het moment van de aangescherpte kernwaarden opstellen tot het nieuwe werkgeversmerk uitdragen naar buiten.

Geen onbekende naam in de recruitmentwereld

Met zo’n 40 medewerkers is Jobsrepublic zelf geen onbekende naam in de recruitmentwereld. Het bedrijf helpt organisaties met technologie voor recruitmentmarketing en candidate journey-optimalisatie. In 2018 wonnen ze nog een Werf& Award, voor de hypertargetting-case waarmee I-SEC voldoende beveiligers wist te werven (Dit jaar ook meedoen? Klik hier). Ze doen dit werk vanuit de missie om zoveel mogelijk mensen aan een baan te helpen waarin ze gelukkig worden.

‘Klanten zijn belangrijk, maar onze eigen mensen komen eerst.’

Maar, zo redeneerde het management op een gegeven moment: als je werkgeluk geloofwaardig wilt verspreiden, dan kan het niet anders dan dat je bij jezelf begint. Oftewel: iedere Jobsrepublic-medewerker moet – eigenlijk altijd – gelukkig zijn in zijn of haar werk. ‘Klanten zijn belangrijk, maar onze eigen mensen komen eerst’, aldus directeur Eric van Bourgonje. ‘We geloven er namelijk in dat als je de juiste mensen op basis van dezelfde waarden aan dezelfde concrete doelen laat werken, dat het dan met de belangen van onze klanten als vanzelf helemaal goedkomt.’

People-first-strategie

Een paar jaar geleden zette Jobsrepublic daarom een zogenoemde people-first-strategie in. Niet alleen om de beste werkplek voor de eigen medewerkers te worden, maar ook nadrukkelijk om het bedrijf nog aantrekkelijker te maken voor potentiële nieuwe medewerkers. Een proces dat bij elkaar bijna drie jaar in beslag heeft genomen, maar dat inmiddels ‘duidelijk zijn vruchten begint af te werpen’, aldus Van Bourgonje (foto).

Jobsrepublic besloot hiervoor om niet het wiel opnieuw uit te vinden, maar juist aansluiting te zoeken bij het bekende programma van Great Place To Work. Twee jaar lang werd er nadien heel doelgericht gebouwd om te komen tot een cultuur waarin mensen trots zijn op hun werk, plezier beleven met elkaar én een sterk vertrouwen hebben in het management.

Samen met Tony’s Chocolonely, Dopper en Salesforce behoort Jobsrepublic tot een exclusieve club van 63 organisaties.

En met succes, zo blijkt nu. Het bedrijf mag zich na uitvoerig onderzoek inmiddels officieel namelijk ‘Great Place To Work’ noemen. Daarmee behoort de organisatie samen met bedrijven als Tony’s Chocolonely, Dopper en Salesforce tot een exclusieve club van 63 organisaties die in Nederland dit label mogen dragen.

‘Het moet kloppen aan de binnenkant’

Met de ‘people first’-aanpak heeft Jobsrepublic een duidelijk doel voor ogen, vult Annelieke Blom aan. Om de hoge internationale ambities van het bedrijf waar te kunnen maken moet het immers aantrekkelijk zijn voor het beste talent, zegt de People Operations Manager. ‘Een employer brand werkt alleen als het aan de binnenkant helemaal klopt. Daarom zijn we aan de basis begonnen en hebben we ontzettend veel geleerd van de best practices van andere topwerkgevers.’

Mensen werven én mensen binden, dat is nu de kracht van Jobsrepublic als Great Place to Work, aldus Blom en Van Bourgonje. Maar wat is verder hun geheim? 5 inside tips.

#1. Bouw een cultuur op basis van kernwaarden

Oftewel: bewaak en versterk je cultuur voortdurend. Formuleer heldere kernwaarden en breng deze tot leven. Volsta niet met het ophangen van de waarden aan de muur, maar formuleer heldere normen en het gedrag dat daarbij hoort. Bespreek in individuele gesprekken wat de waarden betekenen voor je medewerkers en hoe zij vanuit hun rol en persoon kunnen bijdragen aan de cultuur. En deel vooral de verhalen van teamleden die een voorbeeld zijn voor de organisatie.

#2. Werk samen aan een droom

Geef je medewerkers het gevoel dat ze onderdeel zijn van een groter geheel. Ook bij je werknemers moet die missie in het bloed gaan stromen. Stel zowel individuele als gezamenlijke doelen en zorg dat deze naadloos met elkaar verbonden zijn. Durf grote doelen te stellen en zet die stip op de horizon. Vier successen. En herhaal dagelijks waar jullie het allemaal voor doen.

#3. Geef je werknemers een podium

Jouw werknemers zullen zich alleen ontplooien tot ware ambassadeurs als je hen daar de ruimte voor geeft. Door hen aandacht en verantwoordelijkheid te bieden, zullen ze niet alleen erkenning voelen, maar geef je hen ook de kans om werk te leveren waar ze trots op zijn.

great place jobsrepublic

#4. Wees streng en selecteer

Een scherp geformuleerde cultuur betekent ook dat er mensen zijn die er niet bij passen. Wees daar streng in. Niet iedereen wil op dezelfde manier werken of heeft dezelfde opvattingen over effectief en plezierig samenwerken. Neem je kernwaarden mee in je selectieproces en toets kandidaten hierop. Mensen die niet bij je cultuur passen zullen namelijk nooit gelukkig worden in hun werk binnen jouw organisatie. Door strenge selectie op de juiste mensen bewaak je de gekoesterde vibe in je organisatie en worden nieuwe mensen sneller opgenomen in het team.

#5. Laat je organisatie zien en shinen!

Als je cultuur staat, als de teamleden vertrouwen hebben in elkaar en in het management, als ze trots zijn op het werk én met elkaar plezier beleven, dan gaat het bruisen. Dat is het moment dat je kunt gaan oogsten. Dan heb je een employer brand gecreëerd met alleen maar ambassadeurs. Een authentiek werkgeversmerk dat er vanaf spat. Laat je team zien met hoogwaardige fotografie en video en stel testimonials op van je teamgenoten, waarin zij de cultuur van binnenuit uitdragen. Dan heb je een merk dat zichzelf verkoopt en trek je talent aan waar je eerst alleen maar van kon dromen, en dat nu als je beste ambassadeur kan optreden.

gptw jobsrepublic great place

Over de auteurs

Dit verhaal is geschreven door medewerkers van Jobsrepublic. Zij willen hiermee anderen inspireren om ook van binnenuit een solide employer brand te bouwen en een Great Place to Work te worden.

Ruim 44 miljoen sollicitaties per jaar in Nederland; klopt dat wel?

Het was een van de meer opvallende cijfers in het persbericht van software-intermediair Capterra. Recruiters hebben het maar heel druk met selecteren van goede sollicitatiebrieven en cv’s, wilden ze aangeven. En daarom hadden ze CBS-cijfers over het totaal aantal vervulde vacatures verrekend met een benchmarkcijfer dat uit een buitenlands onderzoek was opgedoken, waaruit bleek dat elke vacature gemiddeld rond de 36 sollicitanten trekt. Vermenigvuldig je dat met de 312.000 vervulde vacatures die eind vorig jaar gemeld werden, dan levert dat dus een totaal aantal ontvangen cv’s van 11 miljoen op. In één kwartaal.

Primeur: 1,2 miljoen vacatures vervuld

Gaan we nog even verder op deze spreekwoordelijke ‘achterkant van een bierviltje’, dan zien we dat vorig jaar voor het eerst in de geschiedenis meer dan 1,2 miljoen vacatures zijn vervuld in Nederland. Elk kwartaal kwam zelfs boven de 300.000 vervulde vacatures uit, en dat was daarvoor nog niet eerder voorgekomen. Nog steeds uitgaande van die 36 sollicitaties per vacature, zou dat neerkomen op in totaal zo’n 44,3 miljoen verstuurde brieven en cv’s in één jaar.

Elk kwartaal kwam boven de 300.000 vervulde vacatures uit; dat was nog niet eerder voorgekomen.

En dat is dan nog een lage schatting. Als je kijkt naar de cijfers van LinkedIn, zou je namelijk op zo’n 40 sollicitaties per vacature uitkomen, zo berekende LifeBrander ruim 4 jaar geleden. En eerdere jaren van het eerder genoemde Jobvite-onderzoek kwamen uit op gemiddeld 59 en 52 sollicitaties per vacature. Dat zou het aantal verstuurde sollicitaties opstuwen tot ruim 73 respectievelijk 64 miljoen. En baseren we ons op recente cijfers van Glassdoor, dan zouden (corporate) vacatures gemiddeld zelfs 250 sollicitanten trekken. Dat zou betekenen dat vorig jaar in totaal het duizelingwekkende aantal van 310 miljoen (!) sollicitaties zou zijn verstuurd.

Voor ieder lid van de beroepsbevolking zou dit ruim 33 sollicitaties zijn, bijna 2,8 per maand. En dat wetende dat miljoenen eigenlijk nooit solliciteren. Maar ook uitgaande van het lagere aantal van 44,3 miljoen verstuurde sollicitaties, komen we nog tot de conclusie dat iedere werkende afgelopen jaar gemiddeld 4,9 sollicitaties de deur uit zou hebben gedaan. En gaan we voor het gemak er even vanuit dat alleen werklozen solliciteren, en verder niemand, dan zou het betekenen dat elke werkloze gemiddeld 144 keer een cv heeft opgestuurd, liefst 12 keer per maand dus, ongeveer drie keer zoveel als voor het UWV meestal verplicht is.

Klopt dit wel?

Allemaal leuke rekenkundige exercities misschien. Maar de hamvraag is natuurlijk: klopt dit wel? En dan blijken echt harde gegevens moeilijk te vinden. Uit Brunel-onderzoek van een paar jaar geleden bleek dat ongeveer 1 op de 3 sollicitanten meer dan 5 keer per week een sollicitatie de deur uit doet, meer dan 250 keer per jaar dus. Maar ook dit was zelfrapportage, en dus nauwelijks betrouwbaar.

Verder zegt het onderbuikgevoel dat die ruim 44 miljoen sollicitaties nog steeds héél veel is. Zelfs als we meerekenen de dat de 300.000 werklozen in Nederland zo’n 50 keer per jaar móéten solliciteren. Iets wat dus alleen al 15 miljoen sollicitaties zou opleveren. Maar laten we even ervan uitgaan dat het klopt dat er in Nederland ongeveer 15.000 recruiters zijn. Dat zou dan betekenen dat elke recruiter zich mag verheugen in zo’n 3.000 sollicitaties per jaar. Oftewel: elke maand zo’n 250 nieuwe sollicitanten. Afgaande op de vele geluiden over krapte in de markt, zullen er veel recruiters zijn die zéér blij zijn als ze zulke aantallen halen.

Conclusie:

We beoordelen de claim dat in Nederland 44 miljoen sollicitaties worden verstuurd als: onbewezen, maar onwaarschijnlijk.

Meer (laten) weten?

Werf&, Intelligence-Group, de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie en Compagnon zijn weer gestart met het onderzoek naar Recruitment Kengetallen. In dit onderzoek bevragen we corporates en bureaus over hun belangrijkste recruitment kengetallen, zoals de workload, fullfillmentratio, time-to-hire, en het budget. Meedoen? Doe dat hier.

Het onderzoek kan worden ingevuld tot 23 maart. Ongeveer in april komen hiervan de resultaten naar buiten.

Deze 4 ‘vergeten’ manieren kunnen nog veel zorgpersoneel opleveren

Nee, niemand zegt dat het makkelijk zal zijn. De zorgsector staat echt voor een énorme opgave. Vorig jaar kwamen er dan weliswaar zo’n 152.000 nieuwe mensen bij, er stopten er ook maar liefst 111.000. Vooral jong en gemotiveerd zorgpersoneel vertrekt vaak, de helft zelfs binnen 2 jaar. Het dreigende tekort van meer dan 100.000 mensen in 2022 blijft zo nog wel bestaan.

‘Sommige werkgevers denken dat een beter fietsenplan het antwoord is. Die hebben het niet begrepen.’

‘Sommige werkgevers denken nog steeds dat een beter fietsenplan het antwoord is’, zei Doekle Terpstra eerder dit jaar tegen Trouw. ‘Die hebben het nog altijd niet begrepen’, aldus de voorzitter van de onafhankelijke adviescommissie Werken in de Zorg. Maar als de nood zo hoog is, waarom worden de volgende 4 oplossingen dan nog zo vaak over het hoofd gezien?

#1. Meer internationaal werven

Het kabinet kwam in 2018 met een lijvig actieprogramma om de personeelstekorten in de zorg aan te pakken. Daarin belooft de regering ‘alles op alles’ te zetten om het aantal vacatures terug te dringen. Maar in de 68 pagina’s van het Actieplan ‘Werken in de Zorg’ komt het hele woord ‘internationaal’ niet één keer voor. En dat terwijl de noodzaak groeit ‘om ook over de landsgrenzen heen te kijken’, zoals Erick Severijns, managing director van Korint MR, stelt op Skipr.

Nederlandse verpleegkundigen zijn inmiddels ‘een geliefd exportproduct’.

Nederlandse verpleegkundigen zijn inmiddels ‘een geliefd exportproduct‘. Ze komen terecht van Zwitserland tot Nieuw-Zeeland. Gelokt door betere arbeidsvoorwaarden en betere roosters. Terwijl de markt hier alleen maar krapper wordt. ‘Toch aarzelen veel zorginstellingen nog altijd om de stap naar het buitenland te zetten’, constateert Severijns. Onterecht, zegt hij. Want ‘bij een juiste benadering van een internationale kandidaat kunnen zij juist een cruciale en duurzame oplossing van het personeelstekort in de zorg zijn.’

Bij een juiste benadering kan een internationale kandidaat een cruciale oplossing van het personeelstekort zijn.’

In veel andere sectoren is het werven over de grens al volop gebruikelijk. Maar de zorg blijft hierin behoorlijk achter. Een paar jaar geleden werd de oplossing ook al genoemd, bijvoorbeeld toen het ging om het ‘Personeelspact Ouderenzorg‘. Maar sindsdien lijkt er op dit gebied nog weinig veranderd. Sterker nog: toen D66 deze maand vroeg of migratie een mogelijke oplossing zou kunnen zijn voor het tekort aan zorgpersoneel, antwoordde minister Hugo de Jonge (VWS) snel daar niets in te zien, ‘omdat mensen in de operatiekamer elkaar dan mogelijk minder goed kunnen verstaan’. Zou dat echt het probleem zijn?

#2. Betere roosters = meer uren

‘Het is belangrijk dat medewerkers in de zorg een passend contract krijgen dat aansluit op hun individuele behoeften en mogelijkheden’, stelt het eerder genoemde Actieplan. Met als speerpunten: ‘kleine’ deeltijders meer uren laten werken, en betere roosters, die passen bij de behoefte van de werknemers. ‘Dit vraagt om creatieve oplossingen en flexibiliteit van de werkgever en de werknemer.’ Toch lijkt dat nog lang niet overal te gebeuren.

Bijna drie kwart van de medewerkers in de zorg wil ‘onder voorwaarden’ best meer uren werken.

Zo blijkt uit recent onderzoek van stichting Het Potentieel Pakken dat een kwart van het zorgpersoneel best meer uren per week wil werken, en nog eens 46 procent wil dat best ‘onder voorwaarden’. Deeltijdmedewerkers, met name vrouwen, met een contract van minder dan 25 uur per week, willen gemiddeld 6 uur per week meer werken en het liefst per direct, zo blijkt uit het onderzoek. Van de ondervraagden die contractuitbreiding ziet zitten, werkt 70 procent bij een organisatie die nu al tekorten kent. Van degenen die alleen ‘onder voorwaarden’ meer wil werken, noemen de meesten als wens: invloed op hun rooster en de flexibiliteit om de uren later weer aan te kunnen passen.

Uitbreiding van uren staat zelden op de agenda van bestuurders, managers en HR-afdelingen.

Daarbij zijn beloning en een prettige organisatiecultuur de belangrijkste voorwaarden voor meer werken. Werkgevers kunnen die voorwaarden volgens de stichting grotendeels zelf creëren. Desondanks staat urenuitbreiding zelden op de agenda van bestuurders, managers en HR-afdelingen, zegt de stichting, terwijl dat wel zou moeten. Bijna de helft van het ondervraagde zorgpersoneel bespreekt dit nooit met hun werkgever. Goh. Zou daar niet een oplossing voor het tekort kunnen zitten?

#3. Meer samenwerking

Als het in het Actieplan al gaat over ‘samenwerking’, dan gaat het meestal over samenwerking tussen instellingen en bijvoorbeeld het onderwijs. Of over samenwerking tussen sociale partners en en lokale overheden. Of over zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Maar waarom zo weinig over samenwerking als het gaat om werkgeverschap?

Slechts één voorbeeld wordt genoemd: de ‘Werkgeverij‘, een arbeidsmarktconcept waarbij deelnemende werkgevers onderling werk en professionals delen. En het gaat een paar keer over ‘combibanen’, waarbij zorgpersoneel twee functies bij verschillende werkgevers combineert. In de praktijk zijn hiermee goede ervaringen opgedaan, bijvoorbeeld met het project VerzorgdThuis in Zoetermeer, en met het project Ondersteuning Thuis, – voor passende thuiszorg in Bronckhorst. Bij beide projecten worden zorgmedewerkers getraind voor combinatiefuncties die zorg en welzijn verenigen.

Waarom worden combibanen vaak als oplossing genoemd, maar krijgt het zo weinig handen en voeten?

Maar waarom zien we dit concept verder zo weinig terug, en zeker niet in het beleid van instellingen? Waarom wordt dit als oplossing wel vaak genoemd, maar krijgt het zo weinig handen en voeten?

Of, ander voorbeeld van gebrekkige samenwerking: waarom moet elke zorginstellingen nog steeds zijn eigen campagne op poten zetten (zie voorbeeld 1, 2, 3, 4 en 5), terwijl het jaren duurde voordat er één gezamenlijke campagne ontstond? Wie ben je met al die individuele campagnes aan het beconcurreren? Zou het niet interessanter zijn om meer de handen ineen te slaan, sámen te werven en vervolgens het personeel over meer organisaties uit te wisselen? Voor verpleegkundigen zou dat bijvoorbeeld een heel interessant aanbod kunnen zijn, zo blijkt in de praktijk.

#4. Aanboren ‘onbenut potentieel’

De zorgsector heeft geen personeelstekort, maar ‘een arbeidsmarktcommunicatieprobleem’, zo kopte de Intelligence Group zo’n anderhalf jaar geleden in een persbericht. Uit onderzoek van het bureau zou blijken dat ruim 230.000 Nederlanders graag in de zorg werken en daarvoor ook gekwalificeerd zijn. ‘Ze worden echter nooit benaderd, bereikt of gevonden door werkgevers in de branche.’ De tekorten in de branche worden sterk overdreven, concludeerde onderzoeker Geert-Jan Waasdorp destijds dan ook al. ‘We zien zelfs dat er nog steeds zorgwerkgevers zijn die hun werving moeten staken omdat ze te veel aanbod hebben.’

‘Er zijn zelfs nog steeds zorgwerkgevers die hun werving moeten staken omdat ze te veel aanbod hebben.’

In het onderzoek zegt 68 procent van het huidige zorgpersoneel dat ze afgelopen jaar ‘nooit’ benaderd zijn voor een andere baan. En dat terwijl 32 procent van de hele doelgroep zegt daar wel voor open te staan, terwijl ze nu niet benaderd worden. Dit komt overeen met zo’n 167.000 personen, die dus gekwalificeerd én benaderbaar zijn. Daarnaast zeggen 204.000 mensen die nu niet in de zorg werken dat ze best een overstap naar de sector willen maken. Van hen heeft zelfs al 22 procent een zorggerelateerde opleiding voltooid.

‘Sommige geschikte kandidaten worden nooit benaderd. Anderen wordt het bijna onmogelijk gemaakt om te solliciteren.’

‘Een meer professionele aanpak van recruitment kan in de zorgsector nog veel verschil maken’, aldus Waasdorp. ‘Sommige geschikte kandidaten worden nooit benaderd door werkgevers. Andere kandidaten wordt het bijna onmogelijk gemaakt om te solliciteren. Goede arbeidsmarktcommunicatie en een goede behandeling van geïnteresseerde kandidaten kunnen werkgevers zeker helpen hun tekorten te lijf te gaan.’ Dat was dus bijna anderhalf jaar geleden. Maar er zijn nog steeds weinig signalen te zien die erop wijzen dat dit inmiddels sterk ten goede is veranderd.

Lees ook

Meer weten?

Op 26 maart organiseert de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie weer het seminar ‘Beter werven in de zorg’, vol met concrete handreikingen om op korte, middellange en lange termijn jouw werving als zorgorganisatie te optimaliseren en meer zorgpersoneel te vinden en te binden. Met veel praktijkvoorbeelden, twee sprekers en twee inspirerende gastsprekers. Schrijf je dus nu in!

Google for Jobs is nu dus live – maar hoe groot zijn de kansen eigenlijk?

Hij noemde het zelf ‘een beetje als jarenlang schatzoeken en dan eindelijk de hoofdprijs te vinden’; het moment dat Jos van der Kooij, senior Google-specialist bij VONQ, ontdekte dat Google for Jobs nu ook in Nederland resultaten liet zien. Officieel is het nog niet, maar het voelt toch ook wel als een doorbraak, nadat er bijna 3 jaar op is gewacht, sinds in mei 2017 de dienst live ging in de Verenigde Staten.

Het ene superlatief rolt over het andere heen. Maar is de revolutie wel zo groot?

Op diverse plekken was er een soort juichstemming te horen: hier hebben we zolang op gewacht, en nu is het er dan eindelijk! En zoals dat gaat, met nieuwe introducties, dan worden de verwachtingen meteen hooggespannen. Het ene superlatief rolt over het andere heen. ‘De recruitmentmarkt zal schudden op z’n grondvesten.’ Maar is de revolutie wel zo groot? In het buitenland zie je juist de eerste signalen al bovenkomen dat het resultaat aardig kan tegenvallen…

‘Mogelijk piek al bereikt’

‘Het zou wel eens kunnen zijn dat Google for Jobs zijn piek al heeft bereikt’, schrijft bijvoorbeeld jobboard-consultant Chris Russell. Met daarachter zelfs de vraag: ‘Zal het nu voorgoed verdwijnen?’ Het is de auteur opgevallen dat er opmerkelijk weinig nieuws rondom de zoekmogelijkheid vanuit Google zelf komt. De laatste update was de lancering in Frankrijk, maar ook dat is alweer ruim acht maanden geleden. En een paar maanden daarvoor was er een update over een filter voor remote jobs. Maar als dat alles is, hoe belangrijk zou het product dan zijn voor Google zelf, vraagt Russell zich af.

Daarnaast zijn er steeds meer signalen dat de grote boost in traffic dankzij Google for Jobs ook achterblijft bij de verwachtingen. Waar zijn bijvoorbeeld de succesverhalen over de zoekresultaten? Bij de lancering in 2017 bracht CEO Sundar Pichai nog enthousiaste resultaten naar buiten van bijvoorbeeld Johnson & Johnson, dat dankzij Google for Jobs ineens een 18 procent ‘hogere kans op een sollicitatie’ tegemoet mocht zien. Maar sindsdien is het eigenlijk met een vergrootglas zoeken naar andere bedrijven die soortgelijke successen durven te delen. Sterker nog: eigenlijk zijn ze er niet. Wie heeft er nog ergens op de wereld iemand op een podium gezien die trots de opzienbarende resultaten sinds de introductie van Google for Jobs heeft gedeeld?

‘Het verkeer dat Google for Jobs oplevert is op z’n best armzalig te noemen.’

Russell zegt zelfs een bemiddelaar gesproken te hebben die het verkeer dat Google for Jobs oplevert ‘op z’n best armzalig’ noemt. De kwaliteit van clicks die van de zoekmachine afkomt schijnt prima te zijn: de bounce rate is laag, de conversie hoog. Maar het probleem is meer: het zijn al met al wel heel weinig clicks, aldus de betrokken bemiddelaars. Het zijn vooral de grote jobboards die het grootste deel van de taart pakken bij Google for Jobs. Voor de kleintjes blijven hooguit wat kruimels over. Oftewel: ‘Vooral het aantal banen dat je te bieden hebt, is essentieel. Hoe meer banen, hoe meer verkeer je zult krijgen.’ En vice versa.

Het verkeer via Google for Jobs is al dalende…

Een werkgever, bemiddelaar of jobboard met hooguit een paar dozijn banen, zal weinig voordeel halen uit Google for Jobs, zo zegt hij. En dat verkeer daalt zelfs de afgelopen maanden. Een recente discussie op deze (besloten) Facebook-groep laat dat ook zien, net als Matt Lozar van Haley Marketing Group, een bedrijf dat recruitmentsites voor uitzenders en andere bemiddelaars bouwt.

Russell voegt zelfs een analytics-overzichtje toe van een van zijn eigen sites, met meer dan 6.000 vacatures. Zijn conclusie: hooguit 40 tot 50 bezoeken per dag komen dankzij Google for Jobs. Wel goede bezoeken in kwaliteit, maar toch. De piek in de laatste maanden is daarbij vooral te danken aan het feit dat toen meer vacatures zijn toegevoegd. ‘Zeker fijn verkeer, hoor, als je het kunt krijgen… Maar voor de grote meerderheid aan sites en werkgevers die vacatures naar Google sturen, zullen de bezoekersaantallen vanuit Google for Jobs nogal teleurstellend zijn.’

En dat is niet alles

Het gebrek aan succesverhalen en tegenvallende bezoekersaantallen is niet de enige donkere wolk boven Google for Jobs, aldus Russell. Ook het feit dat er al ruim een half jaar geen productaanpassingen zijn aangekondigd, baart hem zorgen. ‘Het kán een teken zijn dat de dienst nu al verlaten wordt, in voorbereiding op een definitieve sluiting.’

‘Het kán een teken zijn dat de dienst nu al verlaten wordt, in voorbereiding op een definitieve sluiting.’

Daar komt bij dat in augustus vorig jaar Eurocommissaris Vestager aankondigde (voor)onderzoek naar de site in te stellen, rondom de vraag of de Amerikaanse techgigant met Google for Jobs zijn dominante marktpositie misbruikt. En ook in de Verenigde Staten schijnen alle 50 staten bezig te zijn zich voor te bereiden op een grootschalig antitrust-onderzoek, waarbij Google for Jobs ook nadrukkelijk onderzoeksobject is. ‘Things that make you go hmmm’, zoals Russell het samenvat.

Adverteren niet makkelijk

En dan is er ook nog eens geen makkelijke manier voor werkgevers en jobsites om via Google for Jobs te adverteren. ‘Je moet een xml-feed in het juiste formaat hebben om het te kunnen leveren aan de Google Search Console, een interface die nauwelijks bekend is buiten SEO-kringen. De gemiddelde HR-medewerker heeft geen idee wat dat is of wat het doet. En ATS-leveranciers zijn over het algemeen te traag geweest om dit volledig te integreren voor hun cliënten.’

Het roept de vraag op: hoe denkt Google hier ooit geld aan te verdienen?

Dat betekent, zegt Russell, dat om het naadloos te laten lopen, Google eigenlijk een nieuw soort advertentieplatform zou moeten lanceren specifiek voor zijn Jobs-zoekfunctie. ‘Maar dat zie ik voorlopig echt niet gebeuren.’ En ook Adwords acht hij hiervoor niet geschikt. ‘Maar dat roept wel de vraag op: hoe denkt Google hier ooit geld aan te verdienen? Ze verdienen geld aan keywords. Niet aan vacatureoverzichten. Daar zie ik ze dan ook nog niet snel veel tijd en moeite in investeren.’

Google Hire ook al gestopt

En dan is Google vorig jaar augustus ook nog eens gestopt met zijn andere activiteit op recruitmentgebied, het eigen mkb-ATS ‘Hire’. ‘Het doet je afvragen hoe groot de honger van het bedrijf eigenlijk is om een aparte banenzoekfunctie te houden binnen de normale zoekresultaten.’

En dan was er afgelopen maand (bij Chad & Cheese) ook nog het nieuws dat Facebook het trucje min of meer aan het kopiëren is, en een vacature-scrape-functie aan het integreren is. Facebook gaat banen van carrièrepagina’s scrapen en ze automatisch toevoegen aan de Facebook-pagina van de organisatie. Als die organisaties dat niet willen, moeten ze dat actief aangeven. Aan de andere kant kan Facebook, dankzij de enorme hoeveelheid data die het van z’n gebruikers heeft, eenvoudig inschatten of iemand een baan zoekt. In dat geval kunnen de vacatures getoond worden aan de relevante gebruikers. Dit kan uiteindelijk ook het verdienmodel van Facebook Jobs worden, als partijen in de vorm van advertenties betalen voor het laten tonen van deze vacatures.

Conclusie: tijd voor hosanna?

De conclusie? Het is natuurlijk te vroeg om Google for Jobs al af te schrijven voordat het goed en wel in Nederland begonnen is. Het is tenslotte wel Google waarover we praten, een van de grootste en meest innovatieve bedrijven op aarde. Maar aan de andere kant: het zou ook niet voor het eerst zijn dat het bedrijf een grootse aankondiging doet en vervolgens een paar jaar later toch de stekker eruit trekt (remember Google+, de Google Glass, Jaiku, Lively, Wave, Orkut, de slimme contactlens, anyone?).

Joepie, we zijn als Nederland dus niet vergeten.

Het laat ook zien dat enige nuance op z’n minst op z’n plek is. Ja, het is best groot nieuws dat Google for Jobs ein-de-lijk de overstap naar de Nederlandse arbeidsmarkt heeft gemaakt. We zijn als Nederland dus niet vergeten. Maar de verwachting dat we straks kunnen zeggen dat in 2020 de revolutie is begonnen? Die conclusie lijkt op zijn minst toch wel met een korreltje zout te mogen worden genomen…

Meer weten?

Kittie Spierings geeft vandaag, maandag 10 februari, het webinar ‘Google for Jobs, be prepared! 10 tips’. Hier hoor je alles over hoe je je kunt voorbereiden op de komst van Google for Jobs. Schrijf je dus nu in voor de Webinar Week die nog plaatsvindt van 10 t/m 14 februari 2020. 

Tijdens deze week kun je verder ook nog gratis webinars volgen over Future Proof Recruitment, Candidate Experience, Professioneel inhuren in de praktijk, Out of the Box en Total Talent Acquisition.

De maand in werving: wat gebeurde er allemaal in januari?

Met het coronavirus in China, de plotse sneeuw in Groningen, een geweigerd Kamerlid in Rusland en héél veel gedoe rondom vuurwerk bood de maand januari ook in 2020 weer genoeg nieuws om je al dan niet behoorlijk over op te winden. Maar wat gebeurde er allemaal dat voor recruiters relevant was?

#1. Geen cellen-, maar cipiertekort

Als het gaat over de Nederlandse gevangenissen, dan ging het jarenlang over het cellentekort. Maar de aandacht heeft zich verdrongen naar een ander tekort: dat aan gevangenisbewaarders en gekwalificeerde zorgmedewerkers. Eigenlijk geldt voor alle functiegroepen binnen de justitiële instellingen dat de personeelstekorten moeilijk op te vullen zijn in de huidige arbeidsmarkt. En dat nu ook net gedetineerden met een verstandelijke beperking, psychische problematiek, verslaving, ouderdomsproblematiek of een combinatie van deze problematieken toeneemt.

‘Bij de gevangenissen is ook veel uitstroom. Alle werving is daarom een druppel op een gloeiende plaat.’

Bij de Scheveningse gevangenis (foto hieronder) werd daarom deze maand een (succesvolle) wervingsdag georganiseerd, in navolging van bijvoorbeeld de collega’s in Zwolle. Ruim 120 geïnteresseerden meldden zich aan, voor de ongeveer 30 vacatures die er zijn (op circa 500 medewerkers). Of het genoeg is? Vakbond FNV twijfelt en luidt alvast de noodklok. ‘Er is ook veel uitstroom. Het is daarom een druppel op een gloeiende plaat’, aldus FNV-bestuurder Yntse Koenen, die daarom voor een grotere en meer structurele investering in het personeel pleit.

#2. WRR pleit voor meer kwaliteit van werk

In alle aandacht rond het rapport van de Commissie-Borstlap zou je het misschien bijna vergeten, maar ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid bracht deze maand een langverwacht rapport uit, en wel over ‘de kwaliteit van werk’ in Nederland. In Het betere werk formuleert de WRR drie condities voor goed werk, die passen bij de wensen vanuit de Nederlandse samenleving en de aard van de economie:

  • grip op geld, oftewel: een gepast loon met zekerheden;
  • grip op het werk, dat wil zeggen: autonomie en verbondenheid op het werk; en
  • grip op het leven, met een goede balans tussen werk en privé.

De Raad constateert dat er in Nederland weliswaar veel banen bijgekomen zijn (tot zelfs meer dan 9 miljoen!), maar dat de kwaliteit van werk daar wel onder lijdt. ‘Als het gaat om goed werk, is Nederland in Europees perspectief geen voorloper, zo blijkt uit studies van de OESO en Eurofound. Een toenemend aantal mensen heeft onzeker werk (36 procent in 2018). En bijna de helft van de werkenden ervaart een gebrek aan autonomie op het werk – ook dat aantal is toegenomen.’

Ruim 1 op de 3 mensen heeft onzeker werk. En bijna 1 op de 2 werkenden ervaart een gebrek aan autonomie.

Tijd om daar iets aan te doen, aldus de WRR, die daarbij onder meer pleit voor een actiever arbeidsmarktbeleid, met meer aandacht voor persoonlijke begeleiding. Ook basisbanen zouden volgens de Raad kunnen helpen de kwaliteit op de arbeidsmarkt te vergroten.

#3. En dit is dus het allerbeste cv van het jaar

Met een strakke indeling, een QR-code, en een heldere persoonlijke introductie heeft de Delftse marketingprofessional Jerney Steur in januari de verkiezing van ‘cv van het jaar’ gewonnen. Haar cv kreeg van de vakjury net iets meer punten dan het infographic-cv van Vincent Mirck uit Utrecht en het cv van Denise Bettink uit Ede.

januari best cv

De jury roemt het cv van Steur vanwege de stevige inhoud, alle relevante successen en beoogde doelen die erin staan. ‘Een cv is vaak een opsomming van alle ervaring. Maar wat kandidaten nou echt bereikt hebben, ontbreekt nog wel eens’, aldus Cees Bakker, een van de initiatiefnemers van de verkiezing bij SollicitatieLAB. Steurs cv ziet er volgens de juryleden verder fris en strak uit, zonder al te veel informatie. Dat laatste punt is ontzettend belangrijk, zegt Bakker. ‘Bedenk goed hoe je jezelf wil verkopen en wat iemand van je moet weten. Een cursus van 6 jaar geleden die niet aansluit bij de functie waarop je reageert, laat je liever achterwege.’

‘Een cursus van 6 jaar geleden die niet aansluit bij de functie waarop je reageert, laat je liever achterwege.’

Het sleutelen aan haar cv heeft overigens zijn vruchten afgeworpen: Steur heeft inmiddels een baan gevonden.

#4. Lonen stijgen harder dan ooit

De aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt begint zich nu eindelijk ook door te vertalen in hogere lonen. Sterker nog: met een gemiddelde van 2,5% was de loonstijging vorig jaar al de hoogste in 10 jaar tijd, aldus werkgeversvereniging AWVN. En voor 2020 zit er nog meer in het vat, met name omdat zoveel werkgevers moeite hebben om vacatures te vervullen.

Jarenlang leidde de krapte nauwelijks tot druk op de lonen, maar daarin lijkt nu een kantelpunt bereikt.

Jarenlang leidde de krapte nauwelijks tot druk op de lonen, maar daarin lijkt dus nu een kantelpunt bereikt. Met 3,1% was de loonstijging in cao-afspraken in december zelfs ‘hoger dan ooit’, aldus de AWVN. En vakbond FNV houdt voor dit jaar vast aan een looneis van 5%. Ergens ook wel logisch. Want de lonen mogen dan in de lift zitten, dat zitten de prijzen ook: de consumentenprijzen waren sinds 2002 niet meer zó hard gestegen als vorig jaar, meldde het CBS begin januari.

#5. 88% recruiters: ‘kandidaten overdrijven hun vaardigheden’

Recruiters maken zich steeds meer zorgen over de eerlijkheid van sollicitanten, aldus onderzoek van Monsterboard onder 200 recruiters in Nederland (en 1.700 wereldwijd). Ruim 7 op de 8 van hen denken dat kandidaten qua vaardigheden en soft skills een loopje met de waarheid nemen. Ook geven zij aan grote moeite te hebben met het werven van Generatie Z. Daarnaast zijn dubieuze socialemediaprofielen (77%), onverklaarbare gaten in een cv (75%) en moeilijk bereikbare referenties (74%) vaak genoemde ergernissen van de ondervraagde recruiters.

januari hottest jobs
Credit foto

#6. Zonnepaneelmonteurs en fietskoeriers erg in trek

De arbeidsmarkt is over de hele linie nog krap, maar applicatiebeheerders, gespecialiseerd verpleegkundigen en werkvoorbereiders hoeven zich dit jaar in elk geval helemáál geen zorgen te maken als ze een baan zoeken, zo blijkt uit de lijst van meest kansrijke beroepen in 2020 die Randstad in januari presenteerde. Ook monteurs van zonnepanelen, fietskoeriers, docenten Frans en Duits en tandartsassistenten staan op die lijst hoog genoteerd.

De meest aangeboden vacature in het afgelopen jaar is die van ‘logistiek medewerker’, met 38.000 vacatures in heel 2019.

De meest aangeboden vacature in het afgelopen jaar is die van ‘logistiek medewerker’, met 38.000 vacatures in heel 2019. De vraag naar monteurs metaal is het sterkst toegenomen ten opzichte van 2018 (146%). In het algemeen is de arbeidsmarkt onverminderd krap in de techniek, ICT en bouw, de zorg en het onderwijs.

#7. Codeerschool (ook voor niet-geeks) van start in Amsterdam

Leuk nieuws uit Amsterdam: daar is afgelopen maand een ‘Wild Code School‘ van start gegaan. In een oud schoolgebouw aan de Pieter de Hoochstraat worden hier studenten van verschillende achtergronden in 5 maanden (fulltime) opgeleid tot webdeveloper. De in januari gestarte lichting studenten bestaat uit 7 nationaliteiten, en grotendeels uit vrouwen, met dank aan de Wild Code School’s scholarships voor Women in Tech.

januari wild code school

De opleiding in Amsterdam is de eerste Nederlandse stap van de Franse scale-up, die momenteel al 24 campussen in 11 landen telt, en zo is uitgegroeid tot Europese marktleider in techonderwijs met opleidingen voor webdevelopment en data-analisten. Na de start van de eerste fulltime opleiding voor webdeveloper begint in Amsterdam in april ook een parttime variant op deze opleiding. Opvallend is dat de school niet specifiek studenten zoekt die al codeerervaring hebben, maar juist een eigen test heeft ontwikkeld om potentiële cursisten te selecteren.

#8. Cartoon van de maand

januari hottest jobs

Bron: van9tot5

Meer trends?

In de rubriek ‘De maand in werving’ belichten we belangrijke trends en ontwikkelingen die voor iedereen actief in de wereld van werving en selectie van belang zijn. Iets gemist? Meld het ons!

Lees ook:

8 dingen die recruiters moeten weten over de Commissie Borstlap

Het was een behoorlijke steen in de vijver. Zeg maar gerust een rotsblok. Het vuistdikke rapport dat de commissie-Borstlap vorige week naar buiten bracht, leidde alom tot heftige reacties. Vooral onder zzp’ers, die zowel hun vrijheid als hun fiscale voordelen aangevallen zagen, was de kritiek fel. De ideeën zouden dan ook wel eens ‘het einde van het huidige ZP-model’ kunnen inluiden, zoals ZipConomy het duidelijk samenvatte. Wat is er precies aan de hand? 8 vragen die hopelijk wat duidelijkheid scheppen.

#1. Borstlap, wie is dat?

Voor wie het niet helemaal heeft kunnen volgen, eerst maar even een samenvatting van wat eraan voorafging. Hans Borstlap is een voormalig topambtenaar, die op verzoek van minister Koolmees de afgelopen jaren een commissie heeft geleid, onder de naam ‘Commissie Regulering van Werk‘. Die commissie kreeg de taak mee de arbeidsmarkt van morgen te onderzoeken, en bracht 23 januari (ruim 2 maanden na deadline) haar rapport uit: In wat voor land willen wij werken?

#2. En, wat staat er in dat rapport?

Een heleboel. Er zijn ruim 100 pagina’s, en 4 verschillende delen. De adviezen daarin variëren van invoering van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden tot loopbaanwinkels en persoonlijke ontwikkelbudgetten. Met het rapport doet Borstlap naar eigen zeggen de oproep naar de toekomst te kijken. Die arbeidsmarkt zou volgens hem vier kenmerken moeten bevatten. ‘Iedereen en alles moet wendbaarder, weerbaar worden, wederkerig zijn en de arbeidsmarkt moet duidelijk zijn.’

#3. Waar komt de grootste kritiek vandaan?

Met name zzp’ers zijn furieus over het rapport. ‘Een klap in het gezicht‘, zo oordeelde zzp-expert Pierre Spaninks onder meer op de ideeën om de zelfstandigenaftrek én mkb-winstvrijstelling in te perken en op het advies om de spelregels zo te veranderen dat iemand die werk wil doen bij een ander, dat in principe moet doen binnen een dienstverband of via een uitzendbureau. Werken op overeenkomst van opdracht zou zo weer een uitzondering worden. ZipConomy hield het erop dat voor 2 op de 3 zzp’ers uitvoering van de maatregelen zelfs het einde van het zelfstandig ondernemerschap zou kunnen betekenen.

‘Kennelijk hebben we het over zzp’ers verkeerd opgeschreven. We willen juist ondernemerschap stimuleren.’

Volgens Borstlap zelf wordt de soep echter niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend. Op Radio 1 zei hij: ‘Kennelijk hebben we het over zzp’ers verkeerd opgeschreven. We willen juist ondernemerschap stimuleren.’ Wat hij vooral wil aanpakken zijn de zzp’ers die met oneigenlijke argumenten voor ondernemerschap kiezen, zoals verpleegkundigen of leerkrachten. ‘Die heeft op vrijdagmiddag een vaste baan, gaat naar de baas en zegt ‘ik neem ontslag’ en zegt ‘je kunt me maandag weer inhuren als zelfstandige voor hetzelfde werk, maar voor aanmerkelijk betere nettobetaling vanwege fiscale voordelen’.’

#4. Komen er hierdoor dus weer meer werknemers beschikbaar?

De commissie Borstlap adviseert inderdaad dat het werknemerschap weer de norm moet worden voor alles wat betreft ‘reguliere arbeid’. Het werknemersbegrip moet daarvoor fors worden aangescherpt, wat er min of meer op neerkomt dat organisaties geen zelfstandige professionals meer kunnen inhuren voor werkzaamheden bínnen de eigen organisaties.

Het advies is min of meer dat organisaties geen zzp’ers meer kunnen inhuren voor werkzaamheden bínnen de eigen organisatie.

Wat ook weer meer mensen richting werknemerschap moet jagen is het idee om werkgevers een hogere premie te laten betalen voor flexibele krachten voor het geval ze werkloos raken. Dat geldt dan dus eigenlijk voor iedereen, behalve voor mensen met een vast contract.

#5. Hoe vult Borstlap dat dan in?

Een van de adviezen is dat iedereen automatisch als werknemer wordt gezien. Dus ook zzp’ers, tenzij is aangetoond dat de arbeidsverhouding anders ligt. De bewijslast wordt dus omgedraaid, als het aan Borstlap ligt. Voor de beoordeling hiervan moeten duidelijke criteria komen.

Onduidelijke constructies, waarbij werknemers aan verschillende bedrijven worden uitgeleend, moeten worden verboden.

Naast een apart contract voor zelfstandigen, moeten uitzendkrachten in een bedrijf ook dezelfde arbeidsvoorwaarden krijgen als de mensen die daar in dienst zijn. Ook moet er een maximumtermijn voor uitzendwerk komen, adviseert Borstlap. Verder mogen tijdelijke contracten volgens de commissie in totaal nog maar 2 jaar duren. En onduidelijke constructies, waarbij werknemers aan verschillende bedrijven worden uitgeleend, moeten worden verboden.

#6. Wat staat er verder nog in de adviezen?

Het minimumloon zou bijvoorbeeld ook omhoog kunnen, stelt Borstlap. En werknemers zouden bij hun werkgever eerder mogen vragen om andere werktijden of werklocaties. Daar staat tegenover dat werkgevers mensen die langdurig ziek zijn nog maar een jaar zouden hoeven door te betalen. Nu is dat nog 2 jaar. Ze kunnen iemand ook makkelijker ontslaan als hij of zij niet functioneert of de arbeidsrelatie is verstoord. Bovendien krijgen ze meer rechten om personeel ander werk of een andere werklocatie aan te bieden. En de wirwar aan wettelijke regels en verplichtingen moet verdwijnen, zodat werkgevers beter weten waar ze aan toe zijn.

De wirwar aan wettelijke regels en verplichtingen moet verdwijnen, zodat werkgevers beter weten waar ze aan toe zijn.

Ook belangrijk is dat Borstlap meer ‘interne flexibiliteit’ voorstelt. Vaste arbeidscontracten moeten veel flexibeler worden, bijvoorbeeld door werkgevers meer mogelijkheden te geven om bij tegenwind personeel minder te laten werken en ook minder loon aan te bieden. En een concurrentiebeding zou bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd alleen nog toegestaan zijn bij een zwaarwegend bedrijfs‐ of dienstbelang, om maar een voorbeeld te noemen.

  • Lees hier meer over de verschillende voorstellen

#7. Wat betekent dat voor mij als recruiter?

Dat wisselt natuurlijk sterk, afhankelijk van je positie. Als corporate recruiter zou het kunnen dat je in de nabije toekomst weer iets meer kandidaten voor vaste vacatures tegemoet kunt zien, en ook als uitzendbureau kan het advies een (al dan niet tijdelijk) steuntje in de rug zijn, omdat meer mensen zich als uitzendkracht zouden kunnen laten uitlenen. Ook het soepeler ontslagrecht kan natuurlijk flinke gevolgen hebben op het aantal te vervullen vacatures.

Het soepeler ontslagrecht kan natuurlijk flinke gevolgen hebben op het aantal te vervullen vacatures.

Maar hoe dan ook; de adviezen vergen een nieuwe blik op Total Talent Acquisition, de gedachte dat je je vaste én je flex sourcingstrategie integraal moet bekijken, een gedachte die in veel organisaties nog niet bepaald gemeengoed is.

#8. Hoe nu verder?

Hoe verder? Dat is de grote vraag. Borstlap heeft geen vastomlijnd plan willen maken, maar wel de agenda voor de toekomst willen schetsen. In de campagne voor de verkiezingen van maart 2021 zal de herziening van de arbeidsmarkt zeker een belangrijk onderwerp worden. Maar voor die tijd worden eigenlijk geen grote ingrepen verwacht die op invoering van Borstlaps ideeën duiden. Sterker nog: de commissie-Borstlap is zelfs uitermate kritisch over twee wetsvoorstellen rondom zzp’ers die minister Koolmees momenteel in voorbereiding heeft.

Borstlap heeft geen vastomlijnd plan willen maken, maar wel de agenda voor de toekomst willen schetsen.

Hoe het verder gaat is dus nog even afwachten. Op 12 februari overlegt minister Koolmees met de Tweede Kamer over de verdere toekomst van de arbeidsmarkt. Mogelijk trekt dan de mist iets meer op. Maar of het werk van de commissie-Borstlap ongeschonden de eindstreep haalt, is zeer twijfelachtig. ‘Het gebrek aan nuance in de voorstellen over de zelfstandigen legt bij voorbaat al een hypotheek op de zo broodnodige discussie’, concludeert Hugo-Jan Ruts, hoofdredacteur van ZipConomy, die op vrijdag 14 februari in een webinar ‘heet van de naald‘ de laatste ontwikkelingen zal schetsen.

Meer weten?

Volg het webinar ‘Heet van de naald: de laatste politieke ontwikkelingen rond wetgeving zzp en inhuur externen’. 

Aan bod komen: de reactie van het Kabinet op het rapport van de Commissie-Borstlap, het wel of niet doorgaan van wetgeving die de Wet DBA moet vervangen, de eventuele webmodule, het overleg tussen de Tweede Kamer en minister Koolmees van 12 februari. Hugo-Jan Ruts praat je in dit webinar in een half uur weer helemaal bij over de laatste stand van zaken.

Schrijf je hier in voor dit webinar (zie programma op de vrijdag)

Waarom het niet vanzelf goed komt met leeftijdsdiscriminatie

Ouderen niet innovatief, flexibel of ondernemend? Helemaal niet! Prekash Ramsingh is het zat dat er nog steeds zo over 50-plussers gedacht wordt. Hij merkt zelf juist het tegendeel. Wat nou afgeschreven op de arbeidsmarkt als je pas boven de 40 bent? In ouderen zit nog veel talent, en het zou zonde zijn om dat niet te benutten, zegt hij.

Wat nou afgeschreven als je boven de 40 bent?

Speciaal daarvoor richtte hij vorig jaar al het online recruitmentplatform Connect By Talent op, dat cv’s achterwege laat, maar vooral matcht op competenties, en zo leeftijdsdiscriminatie wil tegengaan. En vandaag komt daar een nieuw initiatief bij: de Experience Award, een jaarlijkse prijs voor werknemers en ondernemers van 50 jaar of ouder die uitblinken in inzet, ervaring, deskundigheid en innovatie. ‘De eerste en enige jaarlijkse prijs voor oudere werknemers’, aldus Ramsingh.

Verfrissend tegengeluid

Het is een verfrissend tegengeluid. Elk jaar zijn er talloze verkiezingen, gericht op jongere generaties, zoals de jonge ondernemer van het jaar of de 25 onder de 25. Allemaal bedoeld om jong talent te ontdekken en te stimuleren. Maar een prijs waarmee buitengewone inzet van werknemers uit de oudere generatie wordt beloond? Die was er nog niet, aldus Ramsingh. En dat terwijl juist die ouderen best een positief pluimpje verdienen.

Nog steeds negatieve beeldvorming

Want ondanks de krappe arbeidsmarkt is het voor veel werkloze ouderen nog steeds héél moeilijk om werk te vinden. De beeldvorming speelt hen parten: ze worden vaak bij voorbaat afgeschreven als te duur, zonder dat er überhaupt een loononderhandeling heeft plaatsgevonden. Ook overheerst het beeld dat ouderen ‘minder productief, flexibel en innovatief’ zijn, aldus Ramsingh, en mede daardoor niet zo makkelijk breed zijn in te zetten.

leeftijdsdiscriminatie bevolkingspiramide

Daar staat tegenover dat velen ‘jong’ zien als synoniem voor: goedkoop, flexibel en innovatief. En dat niet alleen, ook de demografische ontwikkeling helpt een stevig handje mee in de discriminatie van ouderen. Van 50-plussers zijn er nu eenmaal heel veel, en van 30-minners een stuk minder. Dat betekent dat veel organisaties ook sterk vergrijzen. Vind je het gek dat als er dan ergens een vacature ontstaat, dat organisaties zo’n kans aangrijpen om te streven naar verjonging?

Langer werkloos

Dat heeft dus wel tot gevolg dat ouderen langer werkloos blijven dan andere leeftijdsgroepen. ‘De werkloosheid is in een decennium niet zo laag geweest, maar de werkzoekende 50-plussers merken hier maar weinig van’, aldus Ramsingh. En dat is niet goed voor de economie, noch voor de samenleving, benadrukt hij. ‘Ten eerste wordt hierdoor de professionele ervaring en deskundigheid, en ook persoonlijke levenservaring van de oudere generatie compleet genegeerd. Door te makkelijke generalisaties worden individuele talenten van oudere sollicitanten niet gezien en dus ook niet ingezet. Dat laat ontzettend veel menselijk kapitaal onbenut, waardoor bedrijven miljarden aan omzet laten liggen. Tot wel 90 miljard per jaar, blijkt uit PwC-onderzoek.’

‘Door leeftijdsdiscriminatie laten bedrijven tot wel 90 miljard aan omzet liggen.’

Ramsingh vindt het daarom ‘de hoogste tijd om eens een realistisch en positief beeld neer te zetten van de oudere werknemer’. Bovendien wil hij met zijn award meer voorbeelden laten zien van ‘de bijdrage die dit substantiële deel van de beroepsbevolking elke dag levert’. Het is een roep die in elk geval weerklank vindt. In december kreeg hij pas patent op de prijs en de naam ‘Experience Award‘, maar nu kan hij al een flinke groep partners aankondigen, variërend van Kantoor van Nu, tot MotivationLeaders en de NVP (de Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement). ‘Samen willen we beweging krijgen in het denken van werkgevers, HR-managers en iedereen die met selectie te maken heeft. Met The Experience Award willen wij inclusief personeelsbeleid stimuleren en focussen op de gelijkwaardigheid van de oudere werknemers’, zegt hij.

Leeftijdsdiscriminatie meest hardnekkig

De lancering van de nieuwe award komt bijna tegelijk met nieuw (Amerikaans) onderzoek dat aantoont dat leeftijdsdiscriminatie misschien wel de meest hardnekkige vorm van bias is op de werkvloer. Waar er veel aandacht is voor bijvoorbeeld gender-bias en de achterstand van migranten, lijkt leeftijdsdiscriminatie veel meer ‘geaccepteerd’. Liefst 4 op de 10 recruiters geven in ander onderzoek toe wel eens niet te hebben uitgenodigd vanwege diens leeftijd. En zou de rest het nooit gedaan hebben, of het misschien gewoon niet durven toegeven? Ook onderzoek van de Amerikaanse organisatie AARP, eind vorig jaar verschenen, laat zien dat ageism, zoals het in het Engels heet, nog steeds schering en inslag is. ‘Er zijn talloze signalen van’, zo vatten de onderzoekers de bevindingen samen.

leeftijdsdiscriminatie onderzoek

Ben Tiggelaar schreef vorig jaar in het NRC ook nog over ‘het schandaal van leeftijdsdiscriminatie’. ‘Het is niet de leeftijd die veranderen moeilijker maakt. Het is het gebrek aan rouleren. Ook is het niet de oudere die een probleem heeft met managers. Het zijn juist vaak jongere managers die zich onzeker voelen bij het aansturen van ouderen.’

‘Het is niet de leeftijd die veranderen moeilijker maakt. Het is het gebrek aan rouleren.’

Hoog tijd om ook die oudere sollicitant wat meer serieus te nemen. Dat begint vaak al bij de manier waarop organisaties zich presenteren op hun recruitmentsites, schrijft bijvoorbeeld Fast Company. ‘Daarmee laat je je cultuur zien aan potentiële kandidaten en zullen mensen inschatten of ze zich er thuis voelen.’ Ook programmatic advertising, alleen gericht op jonge mensen, komt steeds vaker voor, ziet expert Kelly Charles-Collins. En dat helpt niemand, zegt ze. ‘Juist in een krappe arbeidsmarkt is het beter om een brede kandidatenpool op te bouwen. Dus ook inclusief ouderen.’ Daar zijn er nu eenmaal heel veel van, zegt ze. En het zou zonde zijn om die allemaal zomaar buiten te sluiten, alleen vanwege rare vooroordelen of de stijgende leeftijd van je huidige personeelsbestand…

ouderen leeftijdsdiscriminatie

Meer over diversiteit?

Op donderdag 20 februari organiseert Werf& een speciaal seminar Diversiteit & Inclusiviteit. Deze middag zit vol met tips, tricks en inspiratie over hoe je als werkgever of bureau aan de slag kunt gaan met dit thema. Niet met diversiteit & inclusiviteit als doel an sich, maar als middel om betere mensen aan te trekken voor betere teams voor de eigen organisatie (of klanten).

diversiteit seminar cummings misfits

Lees ook: