Waarom lukt het maar niet de productiviteit omhoog te krijgen?

Het heeft natuurlijk iets tegenstrijdigs. Enerzijds hebben we steeds meer apps en tools tot onze beschikking om ons in ons werk te ondersteunen, zeggen we dat alles tegenwoordig veel sneller gaat, vergaderen we tegenwoordig steevast online, en krijgen we bijna elke week wel nieuwe automatisering om onze oren. Maar anderzijds blijkt dat dus nauwelijks te leiden tot een hogere productiviteit.

In de drie jaren voor 2021 werden we zelfs steeds iets mínder productief.

Sterker nog, de groei van de arbeidsproductiviteit ligt eigenlijk al jaren extreem laag. Waar in de jaren 70 de groei nog gemiddeld op zo’n 4% lag, is dat daarna in een vrij rechte lijn omlaag gegaan, en is het gemiddelde groeicijfer het afgelopen decennium gekrompen tot een schamele 0,3%, liet bijvoorbeeld Mathijs Bouman al eerder zien. En nu mag volgens het CBS 2021 een voorzichtige schwung omhoog hebben laten zien, dat laat onverlet dat de drie jaren ervoor de groei zelfs negatief (!) was, en we in die jaren per gewerkt uur steeds gemiddeld mínder productief werden. Ondanks dus alle investeringen in automatisering en robotisering.

Domme groei

Vervelend, want was de productiviteit wél omhoog gegaan, dan hadden we nu waarschijnlijk minder mensen aan het werk gehad dan het huidige recordaantal van 11,4 miljoen, maar ook een stuk minder last van structurele krapte. Dan hadden organisaties per medewerker een hogere omzet kunnen boeken, in plaats van steeds maar weer hun recruiters moeten inzetten om nieuwe mensen te vinden om evenveel werk gedaan te krijgen. ‘Domme groei’, zoals Bouman het al noemde.

Meestal worden 4 oorzaken en oplossingen hiervoor benoemd.

Over de oorzaken van die haperende productiviteit is al veel geschreven, net als over de mogelijke oplossingen. Daarbij worden meestal vier richtingen genoemd: meer en beter onderwijs, zowel voor als tijdens de carrière, net als meer diepte-investeringen in technologie, meer uitgaven aan R&D en betere matches op de arbeidsmarkt. Maar als beter onderwijs de oplossing zou zijn, hoe kan het dan dat er steeds meer hoogopgeleiden zijn, maar toch de productiviteit maar niet stijgt?

Bestelzuilen en bezorgdrones

Innovatie en investeringen in technologie gebeuren natuurlijk wel. In de horeca wordt bijvoorbeeld volop geëxperimenteerd met bezorgrobots en geautomatiseerde bestelprocessen, al dan niet via QR-codes. En in de retail zijn winkeliers aan de slag met zelfscankassa’s, bezorgdrones, bestelzuilen, en robots die klanten in de winkel verwelkomen en wegwijs maken. Maar tot vervangen van menselijke functies leiden ook dat soort investeringen nog niet veel, noch tot een écht structureel hogere productiviteit.

‘Met het oog op morgen moeten we het juist hebben van uitgaven aan R&D.’

De derde mogelijke oplossing dan, meer uitgeven aan R&D? Dat kan inderdaad wel eens een belangrijke factor zijn, zei bijvoorbeeld econoom Edin Mujagic recent nog op BNR. ‘Als streefpercentage is ooit afgesproken dat 3% van het bbp geïnvesteerd moet worden in onderzoek en ontwikkeling, en doorgaans blijven heel veel landen – waaronder Nederland – daarin achter. En dat is ongewenst, zeker met het oog op morgen, als we het juist daarvan moeten hebben.’

Maar ook: beter matchen

Over dan naar de vierde mogelijke oplossing: what about betere matches op de arbeidsmarkt? Het is natuurlijk dáár dat het recruitmentvak ook het meeste invloed heeft. Als we met z’n allen erin zouden slagen mensen beter op hun plek te zetten, zouden ze meer tot hun recht komen, en productiever kunnen worden, zo is de gedachte. We zouden mensen meer kunnen laten groeien, en daarmee ook hun output per uur. Geen quiet quitting meer, maar juist slimmer werken, in productieve sectoren. Sociale innovatie, zoals hoogleraar Henk Volberda dat ooit muntte.

Het is natuurlijk hier dat recruiters het meeste invloed hebben.

Brits onderzoek liet vorig jaar al zien dat betere matches de economie en de productiviteit zouden kunnen boosten. Maar helaas helpt de structuur van de huidige arbeidsmarkt ons niet echt bij deze strategie, schreef econoom Alfred Kleinknecht onder meer in ESB, het Cambridge Journal of Economics en op economensite Me Judice. Arbeid is in Nederland namelijk nog steeds relatief goedkoop, zegt hij, als gevolg van langdurige loonmatiging en de opmars van flexbanen.

Enorme flexibele schil

De enorme flexibele schil in Nederland zorgt er inderdaad niet bepaald voor dat de productiviteit wordt aangejaagd, tekende ook het CBS al op. Van houthandel tot de IT, en van de voedingsindustrie tot de waterbedrijven: meer zelfstandigen betekent volgens de rekenmeesters steeds een lagere groei in productiviteit. Zelfstandigen blijken over het algemeen namelijk minder bereid te investeren in scholing, training, of in (betere) machines, en lopen bovendien schaalvoordelen mis.

‘Deze tijd helpt om lekker op te ruimen aan de onderkant.’

Gelukkig helpt de krappe arbeidsmarkt nu een paar van die problemen aan te pakken, aldus Kleinknecht. ‘Laat ons de krappe arbeidsmarkt koesteren’, zegt hij zelfs. Dat de horeca of Schiphol nauwelijks aan mensen kunnen komen? Helemaal niet erg. Met het oog op de vergrijzing moeten we het toch niet van dat soort sectoren hebben, denkt hij. ‘Zo corrigeert de krappe arbeidsmarkt automatisch een onvoordelige sectorstructuur.’ De krapte helpt ons ‘lekker op te ruimen aan de onderkant’, in Kleinknechts woorden. ‘Daar houden we op den duur een meer veerkrachtige economie aan over.’

Vinger op de zere plek

Een vinger op de zere plek, schreef Peter de Waard al in de Volkskrant. De afgelopen jaren mogen we met een steeds minder rigide arbeidsmarkt veel mensen aan (vooral laagbetaald) werk geholpen, het heeft ook de productiviteitsgroei ondermijnd. Daardoor groeit de koek die we jaarlijks extra kunnen verdelen intussen nauwelijks meer. ‘Het ouderwetse model met een starre arbeidsmarkt, meer regels en minder marktwerking is beter voor de innovatie’, aldus De Waard. ‘Tijd om daar serieus over na te denken.’

‘Het model met een starre arbeidsmarkt is beter voor innovatie.’

En ook: tijd om als recruiters nóg beter in te zetten op passende, langdurige verbintenissen met onze kandidaten. Want dat is toch een factor die in alle analyses tot nu toe een beetje onderbelicht blijft. De mismatch tussen vraag en aanbod wordt vaak wel genoemd als oorzaak van achterblijvende productiviteit, maar hij krijgt als oplossingsrichting een stuk minder aandacht. Terwijl juist hier de echte specialisten zich kunnen onderscheiden, en zo hun organisaties echt vooruit kunnen helpen. Niet door ‘even snel’ vacatures te vullen, maar door een visie te ontwikkelen die op langere termijn de productiviteit als geheel aanjaagt. Wie durft die handschoen op te pakken?

Meer trends?

Wordt de situatie volgend jaar nóg krapper? Of gaan we een kentering zien? En welke kant gaat het dan op? Op 30 november vindt het Seminar arbeidsmarkttrends 2023 – 2027 plaats, al meer dan 10 jaar hét arbeidsmarktevent van het jaar, waarin de beste sprekers en specialisten een update en een doorkijkje geven naar de arbeidsmarkt van de komende jaren. Mathijs Bouman zal hier de openingskeynote geven. Dus: schrijf je snel in!

Trends event

trends event nog krapper

Lees ook

15 pijnlijke cijfers waarvan elke recruiter zou moeten schrikken

Het is oktober, en dat is altijd het seizoen waarin we elkaar graag schrik aanjagen. Dit jaar doet Dr. John Sullivan ook een duit in het zakje, en komt de Amerikaanse recruitmentgoeroe met een verhaal waaruit blijkt dat er weinig is waarvan CEO’s tegenwoordig zo wakker liggen als hun werving en selectie. Het is volgens hen zelfs de belangrijkste belemmering voor groei van hun organisatie, en werd net zo vaak genoemd als de volgende 4 categorieën samen: verkoop, marketing, uitvoering en financiën.

‘Velen beslissen nog steeds op basis van intuïtie, valse veronderstellingen en verouderde praktijken in plaats van data.’

Schokkend, aldus Sullivan, want het onderstreept volgens hem aan hoe slecht op dit moment veel organisaties ervoor staan als het gaat om recruitment. Terwijl het zoveel beter kan. ‘Wervingsbeslissingen worden nog steeds gedreven door intuïtie, valse veronderstellingen en verouderde praktijken in plaats van door data.’ Hij noemt maar liefst 15 ‘pijnlijke cijfers’ die volgens hem elke recruiter schrik zouden moeten aanjagen.

#1. Falende aannames: 46%

Zo kent recruitment bijvoorbeeld een ‘beschamend’ hoog percentage mislukkingen. aldus Sullivan. ‘De meeste recruitment leaders zijn geschokt als ze horen dat baanbrekend Leaderschap IQ-onderzoek heeft uitgewezen dat 46% van alle nieuw geworven werknemers binnen 18 maanden als ‘mislukt’ wordt beschouwd. Uit ditzelfde onderzoek bleek ook dat slechts een schamele 19% van de nieuwe medewerkers als ‘ondubbelzinnig succes’ wordt gezien.’

#2. Doelen niet gehaald: 50%

De helft van alle recruitmentafdelingen bereikt bovendien zijn doelen niet, laat hij zien. ‘En op het steeds belangrijker wordende diversiteitsgebied zei minder dan 2% van de werkgevers dat ze er zeker van waren dat ze hun DEI-doelen bereikten. Dit falen van het diversiteitsdoel heeft gevolgen voor álle sollicitaties, omdat 76% van de werkzoekenden aangeeft dat een divers personeelsbestand een belangrijke factor is bij het evalueren van bedrijven en hun vacatures.’

#3. Afhakende sollicitanten: 74%

Een langzame of pijnlijke sollicitatieprocedure jaagt de meeste sollicitanten weg, dat is geen nieuws. Maar schokkend is het wel dat maar liefst 74% van de kandidaten die aan de sollicitatieprocedure van een bedrijf beginnen, afvalt voordat ze deze hebben afgerond, aldus Sullivan. ‘Helaas betekent dit dat je misschien wel je kandidatenpool met driekwart vermindert, terwijl je nooit weet dat deze mensen nooit hun aanvraag hebben ingediend.’

#4. Zwak werkgeversmerk: 75%

Een zwak employer brand zal sollicitaties ontmoedigen. Als kandidaten merken dat een werkgever zijn werkgeversmerk actief beheert, zegt 75% van de actieve werkzoekenden eerder naar een baan bij dat bedrijf te solliciteren. En organisaties die een merk opbouwen dat invloed heeft op de beste kandidaten om te solliciteren, terwijl ze anderen juist ontmoedigen, kunnen de kwaliteit van hun sollicitanten met 54% verbeteren en de uiteindelijke quality-of-hire met 9%.

#5. Negatieve reviews: 55%

Een zwak imago op social media heeft een negatieve invloed op het aantal sollicitaties dat je zult kunnen verwachten. Zo zegt 55% van degenen die een negatieve bedrijfsreview hebben gelezen, te hebben besloten niet te solliciteren naar een functie bij dat bedrijf. En 98% van de sollicitanten zegt proactief sociale media te bezoeken ‘om te zien wat anderen zeggen over hun wervingservaring en werken bij jouw organisatie.’

#6. Zwakke vacatures: 75%

Let ook op je vacatureteksten. Volgens 75% van de kandidaten is het ‘uiterlijk van je vacature’ immers rechtstreeks van invloed op hun beslissing om al dan niet te solliciteren. En natuurlijk, als je je vacatures plaatst op sites die je beoogde kandidaten niet bezoeken, zal je totaalaantal mogelijke sollicitaties natuurlijk ook drastisch achterblijven bij wat het had kunnen zijn, als je wel eerst onderzoek had gedaan.

#7. Langzaam proces: 82%

Een langzaam recruitmentproces betekent dat je topkandidaten misschien al verdwenen zijn tegen de tijd dat je een beslissing neemt. SHRM heeft vastgesteld dat de gemiddelde tijd om een ​​vacature te vervullen 41 dagen is. Maar veel sollicitanten zijn dan allang niet meer beschikbaar. Zo verwacht 82% van hen dat het wervingsproces niet langer dan 2 weken duurt. Zo’n 66% wacht dus ook niet langer dan 2 weken om iets van een werkgever te horen voordat hij doorgaat naar een andere mogelijkheid. Voor de allerbeste kandidaten in zeer competitieve banen geldt dat ze al weg zijn voordat er zelfs maar 10 dagen zijn verstreken.

#8. Onduidelijk proces: 76%

Details over je wervingsproces niet onthullen? Het frustreert kandidaten. Bereid ze dus voor door de details bekend te maken van het proces waarmee ze te maken krijgen. Het is immers ook een probleem dat 76% van de kandidaten zegt dat de hiring manager nooit de volgende stappen in het proces heeft uitgelegd.

#9. Geen vriendelijk proces: 30%

Heb je een voor de kandidaat pijnlijk sollicitatieproces? Dat zal de uitval vergroten: 30% van de geïnterviewden zegt een potentiële werkgever al tijdens de sollicitatiefase te verlaten als ze het proces niet kandidaatvriendelijk vinden.

#10. Onnodige assessments: 47%

Nog zo’n frustratie voor veel kandidaten: onnodige assessments. Maar liefst 47% van de kandidaten zegt niet te houden van pre-hire assessments. Ze duren hen te lang ofwel het is onduidelijk waarom ze ze moeten maken. Ook dat zal leiden tot hogere afhaakpercentages bij kandidaten.

#11. Negatieve interviews: 45%

Slechte sollicitatiegesprekken kunnen ook zorgen voor veel uitval: 75% van de sollicitanten zegt dat ze een baanaanbod waarschijnlijk niet accepteren als ze tijdens het hele wervingsproces slecht worden behandeld. En 45% van de finalisten zegt een jobaanbod daadwerkelijk te hebben afgewezen na een negatieve interviewervaring.

#12. Lange background screenings: 31%

Langzame screenings zorgen ook voor meer uitval van finalisten – helaas verliest 31% van de werkgevers wel eens kandidaten tijdens achtergrondchecks omdat deze voor hen te lang duren.

#13. Zwakke onboarding: 30%

En dan zijn we er nog niet, want héb je eenmaal iemand aangenomen, dan stuit je weer op het probleem van onboarding. Zo verlaat 30% van de nieuwe medewerkers alweer hun baan binnen 90 dagen. En maar liefst 88% van de werknemers zegt dat hun bedrijf de onboarding niet goed doet. Een verrassende 29% van de nieuwe medewerkers zegt bovendien zich niet volledig voorbereid en ondersteund te voelen. En dit heeft impact op zowel hun eerste optreden als hun bereidheid om te blijven.

#14. Misleid gevoel: 72%

Nog meer pijnlijke cijfers: maar liefst 72% van de nieuwe medewerkers zegt het gevoel te hebben dat ze zijn misleid tijdens het wervingsproces. Omdat ze na hun start ontdekten dat de functie of het bedrijf ‘heel anders’ was dan ze tijdens de werving werden verondersteld te geloven. En voel je je misleid, dan doet dit dramatisch afbreuk aan wat je nieuwe medewerkers hun collega’s over je bedrijf vertellen.

#15. Minder klanten: 56%

Dat kan dus zelfs impact hebben op je klandizie. Een slechte kandidaatervaring kan namelijk ook de productverkoop schaden. Zo’n 56% van de kandidaten die huidige klanten zijn, geeft aan dat het onwaarschijnlijk is dat ze dat zullen blijven na een slechte ervaring. En voor degenen die momenteel geen klant zijn, is het ook hoogst onwaarschijnlijk dat ze een nieuwe klant worden na een slechte ervaring.

Au!

Veel pijnlijke cijfers dus, al met al, aldus Sullivan. En dat voor een functie die zoveel CEO’s als cruciaal voor hun organisatie beschouwen. Ergens gaat er dan ook nog steeds iets niet helemaal goed met de wereld van recruitment, schrijft hij. Terwijl er aan de andere kant ook genoeg organisaties zijn die dit soort problemen veel minder kennen. Zoals Google en IBM, die beide vorig jaar maar liefst 3 miljoen sollicitanten mochten verwelkomen. Of Amazon, dat in het moeilijke recruitmentjaar 2020 nog steeds maar liefst 30 miljoen sollicitaties ontving.

‘De meeste van de hier genoemde pijnlijke cijfers komen waarschijnlijk ook in jouw organisatie voor.’

‘Dus als je een eind wil maken aan je voortdurende recruitmentprobleem, is het naar mijn idee tijd om de realiteit onder ogen te zien. Analyseer waarom je jouw wervingsdoelen niet haalt. Kijk naar de data, en stap over naar een datagedreven model dat alle andere bedrijfsfuncties allang hebben omarmd. De meeste van de hier genoemde pijnlijke cijfers komen waarschijnlijk ook in jouw organisatie voor. Tijd om te leren hoe ze te voorkomen.’

Lees ook

Een voltijdsbonus gaat niet werken. Wat nodig is, is een ‘tijdelijk-meer-werken’-bonus

schaarste bestaat niet scpEen van de belangrijkste oplossingen om krapte tegen te gaan is: mensen meer uren laten maken (er zijn er nog veel meer). In de huidige arbeidsmarkt is dat geen slecht idee, aangezien het gevoel van ‘Waar zijn al die mensen gebleven’ niet alleen gevoed wordt door het gebrek aan sollicitanten, maar nog meer door het gebrek aan beschikbare uren op de arbeidsmarkt.

Meer uren werken lijkt een goede remedie tegen schaarste.

Door het gigantische ziekteverzuim, gecombineerd met de wens van kandidaten en werknemers om vooral mínder te werken staat het aantal beschikbare uren sterk onder druk. Daarbij is de hoop natuurlijk dat het verzuim een tijdelijke piek is (al lijkt de trend daar niet op). Vandaar dat je beter niet kunt inzetten op een voltijdsbonus, maar liever op een tijdelijke oplossing voor mensen die extra willen werken.

Mensen willen vooral: mínder werken

De voltijdsbonus die nu op tafel ligt in de Tweede Kamer gaat immers voorbij aan de status van de arbeidsmarkt. Die laat zien dat het nu een kandidatenmarkt is, waarin werknemers de richting bepalen. En die richting is vooral: minder werken. Nederland is al deeltijdkampioen, en deze trend gaat door. Steeds meer fulltimers (en dus ook: steeds meer mannen) willen deeltijd werken, en de instroom op de arbeidsmarkt gaat ook steeds meer naar deeltijd. Combineer dit met trends als Quiet Quitting, FIRE, en minimalisme van werk (minimaal werken, maximaal leven en verdienen), dan is duidelijk: mensen willen minder werken, in uren en jaren.

De arbeidsmarkt laat zich sinds de opkomst van internet niet meer zo makkelijk reguleren.

Anderzijds gaat het voorstel van de voltijdsbonus uit van een maakbaarheid van de arbeidsmarkt. Alsof we nog in de jaren 80 leven, waarbij overheid en werkgevers aan knoppen kunnen draaien en dat problemen zich dan vanzelf oplossen. Maar de arbeidsmarkt laat zich sinds de opkomst van internet niet meer op die manier reguleren. Toch klopt het dat er honderdduizenden mensen zijn die méér willen werken (vaak gehinderd door systemen, cao’s, werkgevers, of richtlijnen) én miljoenen mensen bereid zijn om tijdelijk meer te werken om hun werkgever uit de brand te helpen. Er is dus meer dan voldoende restcapaciteit om bij te schalen.

Beeld via: Banksy

Olifant in de kamer

Hoe dit probleem dan op te lossen? Elke expert is het eigenlijk wel erover eens: arbeid moet lonen. En als het gaat om een bonus, dan zou arbeid zelfs boven-proportioneel moeten lonen. In Nederland hebben we zo’n 1,5 miljoen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (onbenut potentieel of talent noemen we dat!). Veel van deze mensen gaan niet werken, omdat werken simpelweg voor hen niet voldoende loont en te veel risico met zich meebrengt in de reductie van opgebouwde rechten, zoals subsidies en toeslagen.

Als iedereen het erover eens is dat extra arbeid extra moet lonen…? Let’s do it!

Hier wordt echter niets aan gedaan – en met de huidige energieprijzen/inflatie wordt het nog lastiger om deze groep naar de arbeidsmarkt te brengen. Daardoor wordt nu de oplossing bij de werkende populatie gezocht. Maar daar speelt exact hetzelfde probleem dat extra arbeid óók extra moet lonen. Maar wacht even, als iedereen het erover eens is dat extra arbeid extra moet lonen…? Let’s do it!

Tijdelijke maatregelen

Hoe zou dat kunnen? Mijn voorstel zou zijn om een aantal tijdelijke maatregelen te nemen (bijvoorbeeld tot eind 2023) en dan alleen op basis van vrijwilligheid. Om meer werken extra aantrekkelijk te maken voor iedereen in de Nederlandse beroepsbevolking zouden we bijvoorbeeld:

  • Voor mensen die tijdelijk 4 of 8 uur extra boven op hun huidige contracturen willen werken (met een maximum van 48 uur per week), hun brutoloon nettoloon kunnen maken voor deze overuren. Dat maakt het voor iedereen financieel aantrekkelijk om extra te werken.
  • Iedereen in een uitkeringssituatie of anderszins behorend tot het onbenutte arbeidspotentieel 4 of 8 uur kunnen laten werken, zonder dat het consequenties heeft voor hun rechten en plichten. Deze maatregel kan ook de afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen.
  • Het uitkeren van vakantie-uren niet extra belasten, maar juist mínder, zodat tijd-voor-tijd minder aantrekkelijk wordt.
  • Werkgevers die het mogelijk maken dat mensen extra werken, daarvoor maar beperkt belasten (vanwege extra administratieve kosten).
  • Het fiscaal/administratief makkelijker kunnen maken om tijdelijk voor meerdere werkgevers te werken in loondienst. Nu is het administratief vaak makkelijker om dit via (uitzend)bureaus te regelen.

Nu het leven een stuk duurder is geworden, denk ik dat veel mensen het interessant vinden om tijdelijk extra uren te maken als ze daarvoor bovengemiddeld beloond worden en de extra uren dus ook daadwerkelijk lonen. Werknemers blij, werkgevers blij, samenleving blij. Daarbij zal het de arbeidsmarkt ook flexibeler maken en nieuwe ruimtes geven in cao’s en gesprekken tussen werkgevers, werknemers en overheid om tot een oplossing te komen in het vastlopen van de arbeidsmarkt. Misschien dat we uit de huidige crisis dan toch nog iets positiefs kunnen halen voor de arbeidsmarkt.

Over de auteur

Geert-Jan Waasdorp is directeur van Intelligence Group en uitgever van Werf-en.nl.

Lees ook

Meer trends?

Wordt de situatie volgend jaar nóg krapper? Of gaan we een kentering zien? En welke kant gaat het dan op? Op 30 november vindt het Seminar arbeidsmarkttrends 2023 – 2027 plaats, al meer dan 10 jaar hét arbeidsmarktevent van het jaar, waarin de beste sprekers en specialisten een update en een doorkijkje geven naar de arbeidsmarkt van de komende jaren. Met dit jaar onder meer keynotes van Mathijs Bouman en Gusta Timmermans. Dus: schrijf je snel in!

Trends event

trends event nog krapper

Is 1 op 10 Nederlanders in 2030 IT’er?

Steeds meer IT-vraagstukken, steeds meer roep om IT’ers. Zo kun je de situatie op de Nederlandse arbeidsmarkt wel omschrijven. En dus is het niet zo gek dat de schaarste groot is. Op dit moment mag al zo’n 6 procent, ofwel 1 op de 17 personen op de arbeidsmarkt, zich een IT’er noemen. Dit is ongeveer een verdubbeling in 10 jaar tijd.

De sourcingsdruk is bij IT’ers met bijna 65 procent ongekend hoog.

Het groeitempo van de roep om IT’ers is de afgelopen jaren steeds zo’n 7 procent per jaar. Mocht dit groeitempo doorzetten, dan zou dit betekenen dat in 2030 maar liefst 1 op de 10 Nederlanders zichzelf als IT’er zou kunnen kwalificeren. De vraag is echter ook nog steeds heel groot. De strijd om IT’ers in loondienst en tijdelijke IT’ers, zelfstandig en in dienst van detacheerders, is in volle gang. De sourcingsdruk – het percentage dat minimaal eens per kwartaal wordt benaderd – is met bijna 65 procent ongekend hoog, zeker vergeleken met het gemiddelde van 38 procent voor de hele beroepsbevolking.

IT’er mainstream geworden

Uit analyse van HR-techdienstverlener HeadFirst Group en arbeidsmarktdataspecialist Intelligence Group blijkt dat de vraag naar IT’ers in loondienst (25.000) in september 2022 bijna acht keer zo groot is als de vraag naar tijdelijke IT-professionals (3.000). Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group, hierover: ‘IT’ers zijn hun speciale plek op de arbeidsmarkt kwijt. Niet omdat ze niet speciaal of relevant zijn. Integendeel. Het vakgebied is alleen geen niche meer, maar een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering. Om IT-kennis goed ingebed te hebben in de organisatie, zijn meer IT’ers in vaste dienst nodig. Aangevuld met tijdelijke IT-professionals, die specifieke IT-kennis meebrengen.’

Naar IT’ers in vaste dienst is 8 keer zoveel vraag als naar interimmers.

Als gevolg van deze stijgende vraag wordt de beroepsgroep in de spanningsindicator van het UWV – het aantal openstaande vacatures, gedeeld door het aantal mensen dat korter dan zes maanden WW ontvangt – geclassificeerd als de meest krappe. Ondanks dat het aantal IT’ers in Nederland jaar op jaar met 6,9 procent stijgt.

Werven blijft moeilijk

Op dit moment werken zo’n 580.000 mensen binnen een IT-beroep. Het deel dat werkzaam is in loondienst kent een uitermate lage arbeidsmarktactiviteit, namelijk 6,8 procent. In vergelijking met de gehele Nederlandse beroepsbevolking is dat ongeveer de helft (11,5 procent). Het aandeel IT’ers met een vaste baan dat in het tweede kwartaal van 2022 helemaal niet op zoek is naar nieuw werk, is 42,7 procent. Net iets meer dan de helft (50,5 procent) is latent – oftewel niet actief – op zoek en slechts 6,8 procent is dus actief op zoek. Interim IT-professionals zijn bewegelijker op de arbeidsmarkt: het aantal actieve opdrachtzoekers is 22,4 procent, 46,9 procent is latent op zoek en 30,7 procent helemaal niet.

‘De inhoud en relevantie van het werk zijn nu de kritische wervingsfactoren.’

Marion van Happen, CEO HeadFirst Group: ‘Er is steeds meer concurrentie tussen organisaties om de aandacht te krijgen van latente baan- en opdrachtzoekers. Met arbeidsmarktcommunicatie wordt de nadruk gelegd op het verkopen van de vacature of opdracht en de werk- of opdrachtgever. Salaris en andere arbeidsvoorwaarden zijn hygiënefactoren geworden, de inhoud en relevantie van het werk zijn nu de kritische wervingsfactoren.’

Meer weten?

Op dinsdag 18 oktober om 10.00 uur worden de bevindingen van het onderzoek gedeeld in een webinar. Aanmelden kan via de website van Intelligence Group. Daarna wordt de volledige Talent Monitor beschikbaar gesteld op headfirst.group.

3 opvallende dingen die we leerden tijdens de recente Webinar Week

De Webinar Week van Werf& en ZiPconomy kun je inmiddels wel een begrip noemen. Al een paar jaar organiseren beide contactplatformen gezamenlijk een week waarin je in 25 webinars weer helemaal op de hoogte bent van alles dat er speelt op het gebied van recruitment van vast én flex. Welke 3 webinars vielen ons dit keer op? Een korte terugblik:

Les 1: Solliciteren net zo simpel als ticket boeken

Voor het webinar van ‘no code recruitment platform’ Minggo was Jaron Schaillée vanuit België overkomen, om te vertellen hoe je solliciteren zo makkelijk...

Dit artikel gratis lezen?

Dit artikel is alleen beschikbaar voor Werf& Pro leden.

Waarom een Werf& Pro account super handig is:

  • Je krijgt toegang tot exclusieve content.
  • De homepage wordt aan de hand van jouw voorkeuren weergegeven.
  • Je ontvangt 2 keer per week onze nieuwsbrief;
  • Je krijgt 10% korting op al onze events*
  • Je ontvangt speciale aanbiedingen van onze partners.
  • Je download gratis het Jaarboek 2022/2023

*Exclusief RLN events

Maak binnen 1 minuut een gratis Werf& Pro account.

Registreren Al een account? Log dan hier in

Deze site onthoudt via een cookie die geplaatst wordt bij inloggen dat gebruikers na 48 uur weer worden uitgelogd. Als je het ‘remember me‘ vinkje aanzet onthoudt de site het voor 14 dagen. Dit geldt niet als je hebt ingesteld in je browser dat wanneer je deze site sluit je  ook meteen je cookies wist.