Maakt de ‘AirBNB voor werving en selectie’ straks recruiters echt tot een luxe? (1/2)

De arbeidsmarkt ligt in puin. Terwijl thuiswerken normaal geworden is, de flexibiliteit ongekend en de automatisering van zowel fysiek als administratief werk almaar doorzet, lijkt elk bedrijf te kampen met een personeelstekort. Voor de ene onderneming ongemakkelijk, voor de andere levensbedreigend.

Tot nu toe heeft zelfs LinkedIn de boel niet écht kunnen opschudden.

De chaos is koren op de molen van iedereen die claimt de banenmarkt te ‘Uberiseren’, de ‘Airbnb voor recruitment’ te zijn, of een ander wondermiddel te hebben voor de #futureofwork. Het lijkt alsof de eeuwenoude manier waarop vraag en aanbod op de arbeidsmarkt samenkomen klaar is voor een confrontatie met de technologie van de 21ste eeuw. Maar tot nu toe heeft zelfs LinkedIn de boel niet écht kunnen opschudden. Het is weinig meer geworden dan een grote databank voor recruiters, detacheerders en andere bemiddelaars.

De arbeidsmarkt snakt naar een doorbraak

We hebben dus nog steeds een leger van tussenpersonen nodig om het wervingsproces, dat fundamenteel is voor het functioneren van de economie, draaiende te houden. Elke voorspelde revolutie in de wereld van werving en selectie is tot nu toe mislukt. Niemand heeft het klaargespeeld om af te rekenen met tussenpersonen. Sterker nog: het lijken er alleen maar meer te worden. Nieuwe bedrijven kunnen hoogstens delen in de winst die recruiters al jaren maken en mogen daarbij achter in de rij aansluiten.

Waarom is het niemand gelukt de arbeidsmarkt op de schop te nemen?

Waarom is dat zo? Waarom is het niemand gelukt de arbeidsmarkt op de schop te nemen terwijl iedereen daar reikhalzend naar uitkijkt? Volgens mij komt dat doordat bestaande oplossingen op twee kritieke punten tekort schieten:

  1. Het simpelweg verbinden van vraag en aanbod is niet voldoende.
  2. Vertrouwen opbouwen is essentieel, maar erg moeilijk op grote schaal.

Om echt een aardverschuiving teweeg te brengen in de arbeidsmarkt, moeten beide punten aangepakt worden.

Internetprikborden: geen wondermiddel

Er zijn legio platforms die talent en werk zeggen te verbinden. Kandidaten vinden in minuten hun droombaan en leidinggevenden winnen kostbare tijd terug om te besteden aan de dingen die er echt toe doen. ‘Personeelstekort? Werkloosheid? Niet als wij iets eraan kunnen doen!’ Tenminste, dat is de belofte. In tijden als deze verdienen zulke platforms aardig. Waarom zouden ze ook niet? Dit soort databases is erg handig voor zowel werkgevers als werkzoekenden en tussenpersonen. Ze lossen klaarblijkelijk een bestaand probleem op.

Iemand op zoek naar een baan heeft geen idee van alle opties.

Iemand op zoek naar een baan heeft geen idee van alle opties. Over het beperkte aantal vacatures waarmee hij of zij wel geconfronteerd wordt, is weinig informatie beschikbaar. Om uit te zoeken of een baan geschikt is, moet hij uitgaan van oppervlakkige bronnen, zoals bedrijfswebsites, vacatureteksten, een paar beoordelingen en als hij geluk heeft een vage salarisindicatie. Tegelijkertijd hebben bedrijven een beperkt beeld van het aanbod aan talent. Als het lukt contact te leggen met een potentiële werknemer, is er doorgaans alleen een cv en een motivatiebrief – met daarbij misschien een LinkedIn-profiel met precies dezelfde informatie.

Jobboard, oude stijl. Credit

Vacaturebanken brengen voor beide partijen de arbeidsmarkt redelijk in kaart, maar dat is ook het enige dat ze doen. Al zat iedereen ter wereld op een werkplatform (ahem, LinkedIn), dan nog zou de markt afhankelijk zijn van ongemakkelijke interacties tussen mensen die het moeten doen met gebrekkige informatie. Dat is de reden dat recruitment en detachering nog altijd als een speer gaan. Emotioneel intelligente en commercieel ingestelde professionals smeren deze transacties. Ze dragen zorg voor een fundamentele factor in elke deal, een kernkarakteristiek van alle markten, de sine qua non van de handel: vertrouwen.

Technologie moet vertrouwen scheppen

Vertrouwen is van immens belang op de arbeidsmarkt. Werkgever en talent weten beide weinig over de kwaliteiten van de ander en moeten beslissingen maken op basis van incomplete informatie. Als mensen de potentie van een transactie niet rationeel kunnen inschatten, beoordelen ze deze emotioneel, waardoor vertrouwen het overwicht krijgt. 

Mensen zijn geweldig in het scheppen van vertrouwen, techniek lukt het voor geen meter.

Mensen zijn geweldig in het scheppen van vertrouwen, techniek lukt het voor geen meter. We vertrouwen machines met nauwelijks iets en houden ze aan hogere standaarden dan onszelf. Kijk maar naar de discussie rondom autonoom rijden. We identificeren onszelf niet met ondoorzichtige algoritmes en mysterieuze mechanismen. Zachte maar taaie, op ons lijkende waterzakken hebben de voorkeur.

Anna een geweldige gastvrouw

Laten we eens spieken bij Silicon Valley’s sterren van vorig decennium. Het briljante van AirBNB was niet eens zozeer het eenvoudig koppelen van vraag en aanbod. Hun platform werkt omdat het op talloze manieren vertrouwen schept en overtuigt. Je leest dat 300 mensen Anna een geweldige gastvrouw vinden, dat Barend het fijn vindt dat het appartement van Claire middenin het stadscentrum ligt en dat Dennis een topvakantie heeft gehad in een grotwoning met prehistorische wandtekeningen.

Werkgevers hoeven geen genoegen te nemen met tussenpersonen die klauwen met geld kosten.

Werkgevers hoeven geen genoegen te nemen met tussenpersonen die klauwen met geld kosten. Niemand hoeft te accepteren dat er een leger aan slimme, gedreven en empathische mensen nodig is om het fundamentele werving- en selectieproces op gang te houden. Denk aan de mogelijkheden die ontstaan als deze groep bemiddelaars niet langer vast zou zitten aan het simpelweg faciliteren van werk.

De complete transactie

Door het probleem van vertrouwen op schaal op te lossen kunnen we onbenut talent aanboren en koppelen aan de vraag – zoals Airbnb doet voor vakantieadresjes. Door de noodzaak van recruiters weg te nemen kunnen we hetzelfde voor elkaar krijgen als Uber: het integreren en optimaliseren van de complete transactie tussen twee partijen, van begin tot eind. Maar hoe doen we dat? Hoe kunnen we de aanpak van Airbnb en Uber toepassen op de markt voor talent? Hoe kan een applicatie of platform meer vertrouwen scheppen dan mensen dat kunnen? Is het überhaupt mogelijk een Airbnb voor recruitment te bouwen?

Zouden er op het gebied van informatievoorziening kansen liggen?

Hoewel tussenpersonen als geen ander weten hoe ze vertrouwen moeten wekken door middel van hun persoonlijk merk en hun relaties, weten ze eigenlijk nog altijd vrij weinig over de kandidaten die ze aan bedrijven koppelen. Iedereen kan een cv lezen en een praatje aanknopen. Daarnaast geven diploma’s en zorgvuldig gekozen referenties slechts een algemeen beeld. Alle andere informatie komt rechtstreeks van de kandidaat zelf, die uiteraard niet onpartijdig is. Zelfs als bedrijven met vlotte recruiters werken, blijft de informatie over potentiële werknemers beperkt. Dat is waarom zij in veel vakgebieden vaak nog langdradige tests en willekeurige opdrachten voor de kiezen krijgen. Zouden er op het gebied van informatievoorziening kansen liggen?

Over de auteur

Tjomme Dooper was recruiter en is nu bij FruitPunch AI, een onderneming op de High Tech Campus in Eindhoven die met ‘A.I. for good’ probeert de wereld te veranderen. Dit is het eerste deel van een tweedelige serie. Morgen het vervolg. Dit verhaal verscheen eerder via Medium.

Beeld boven: recruitment oude stijl, gemaakt tussen 1800 en 1805.

De recruitercode gekraakt (2/7): hoe ga je als recruiter om met de privacy van kandidaten?

Ruim een jaar geleden werd in de Recruitercode een aantal gedragsregels vastgelegd waar elke goede recruiter houvast aan kan hebben, en die verwachtingen wekt voor kandidaten én werkgevers. Maar wat staat er eigenlijk precies in die code? En wat betekent dat nou in de praktijk? Waar zitten de dilemma’s, de pijnpunten en de addertjes onder het gras? In een serie interviews gaan we daar de komende tijd nader op in, per onderdeel van de code. Met als tweede aflevering: de privacy van kandidaten.

De Recruitercode biedt houvast voor recruiter, kandidaat én werkgever.

Wat meldt de code eigenlijk over privacy van kandidaten? Vijf dingen:

  • De Recruiter handelt in overeenstemming met de AVG.
  • De Recruiter zorgt dat de kandidaat van wie zij persoonsgegevens verzamelt, wordt geïnformeerd over hoe de organisatie omgaat met persoonsgegevens.
  • De Recruiter vraagt niet meer informatie dan noodzakelijk voor de beoordeling van geschiktheid van de kandidaat voor de vacature.
  • De Recruiter maakt duidelijk aan een kandidaat dat alle verstrekte informatie, die verband houdt met het mogelijk toekomstig functioneren, gedeeld moet worden met de organisatie. De Recruiter deelt overige gegevens alleen na expliciete toestemming door de kandidaat en alleen voor datgene waar toestemming voor gegeven is.
  • Zowel voor, tijdens als na de samenwerking met de organisatie gaat de Recruiter zorgvuldig en vertrouwelijk om met informatie, zodat de privacy van de kandidaat wordt gewaarborgd. Na einde van deze samenwerking verwijdert de Recruiter alle informatie van de kandidaat en/of organisatie conform wetgeving en richtlijnen van de organisatie.

(accentuering door redactie Werf&)

Ad 1: De AVG

Sander Smorenberg

Of het vaak misgaat met de AVG als het gaat om recruitment? Dat valt wel mee, denkt freelance recruiter Sander Smorenberg, sinds bijna anderhalf jaar verbonden aan de Recruitercode. ‘Ik kan me in elk geval geen nieuwsberichten voor de geest halen hierover, vanuit recruitmentperspectief. Wel datalekken natuurlijk, maar dat is echt iets anders, denk ik.’

‘We merken dat kandidaten het tegenwoordig een belangrijk onderwerp vinden.’

‘Wij merken tegenwoordig steeds meer dat kandidaten het een ontzettend belangrijk onderwerp vinden’, vult Nicole Jansen (JOIN Recruitment) aan. ‘Het is spannend om te solliciteren. Je wilt als kandidaat niet dat jouw informatie zomaar overal komt te liggen. Je krijgt er als recruiter steeds meer vragen over hoe je met de gegevens omgaat. Hoe bewaar je de gegevens? Wie heeft er inzage toe? Ik begrijp dat ook. Daarbij merk ik merk dat kandidaten ook steeds beter op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving van AVG. Je merkt dat het onderwerp steeds meer leeft.’

‘Het is misschien niet het meest sexy onderwerp, maar je wekt er wel vertrouwen mee.’

Smorenberg: ‘In de huidige arbeidsmarkt is het ook echt wel een voordeel als je kunt laten zien dat je goed omgaat met de AVG. Je laat zien dat je de wetgeving serieus neemt, dat je anticipeert, dat je stabiel bent. Het is misschien niet het meest sexy onderwerp, maar je wekt er wel vertrouwen mee.’

Inge Brattinga (docent onderzoeker bij de Juridische Hogeschool, en als jurist bij VRF Advocaten gespecialiseerd in privacy): ‘Voldoen aan de AVG is niet iets wat je moet doen omdat het de wet is, je moet het doen omdat het als recruiter je businesscase is. Het gaat om vertrouwen. Als iemand vrijwillig jou zijn persoonsgegevens geeft, dan moet je daar zorgvuldig mee omgaan.’

Ad 2: De kandidaat informeren

Nicole Jansen

Jansen: ‘Door het onderwerp vooraf telefonisch bespreekbaar te maken, ben ik veel vragen al voor. Het is belangrijk dat je aan het begin van de samenwerking al vertelt wat er met de gegevens van de kandidaat gebeurt. Dit is een standaard waarvan ik vind dat elke recruiter die zou moeten nastreven.’

Smorenberg: ‘Ik wil aan de voorkant zo transparant mogelijk zijn, en kandidaten bijvoorbeeld ook wijzen op hun recht om gegevens te laten verwijderen. Ik heb bij de NS gezeten, daar werd het ook wel aan kandidaten duidelijk gemaakt wat hun rechten waren. Het gaat er echter ook om dat je het intern goed inricht. Je kunt een mooi ATS hebben, en de kandidaat toestemming vragen, maar als vervolgens iemand intern gegevens van een kandidaat rondmailt, heeft het niet veel zin meer als die kandidaat daarna vraagt om zijn gegevens verwijderd te zien worden.’

‘Ik denk dat elke recruiter moet kunnen uitleggen wat er met iemands gegevens gebeurt.’

‘Bij de NS hadden we daar ook gewoon beleid op: verwijder nou eens alle cv’s die je nog in je mail hebt. In het ATS kun je privacy redelijk makkelijk automatiseren. Maar waar het om gaat is wat je erachteraan doet: je beleid en de persoonlijke motivatie om dat vol te houden.’

Inge Brattinga

Brattinga: ‘Er is een verschil tussen op papier zetten en doen. Hoeveel werkgevers verwijzen kandidaten expliciet naar de privacyverklaring? Ik maak heel vaak mee dat gezegd wordt: ik ga toch geen toestemming vragen aan de kandidaat? Maar dat moet dus wel. Er is bewustwording nodig bij recruiters dat die kandidaat net zo goed je klant is als je opdrachtgever.’

Ad 3: Niet meer informatie dan noodzakelijk

Smorenberg: ‘Waar ik aan moet denken: we hadden in het verleden een werkenbij-site waarbij de kandidaat zijn of haar geboortedatum moest invullen. Maar was dat wel strikt noodzakelijk? Je mag het eigenlijk niet eens vragen nu, maar toch zie ik dat nog wel gebeuren. Bij een heel schaarse doelgroep snappen we nu allemaal: je moet de vragenlijst zo kort mogelijk houden. Meestal is alleen naam en 06 al genoeg. Maar als het om wat minder voor de hand liggende informatie gaat, denk ik dat het sowieso goed is om erbij te zetten waarom je het vraagt.’

‘Ik vind zelf ook zoiets als een naam van een kandidaat niet zo relevant.’

Jansen: ‘Ik vind zelf zoiets als een naam van een kandidaat ook niet zo relevant wanneer ik met een collega het profiel van een potentiële kandidaat bespreek. Het gaat eerder om: hoeveel jaar ervaring heeft iemand? Waar is iemand naar op zoek? Als recruiter vind ik dat het not done is om namen te noemen. Je praat gewoon niet over sollicitanten met naam en toenaam. Zelf benoem ik iemand eerder als ‘potentiële professional’ of ‘mogelijk geschikte kandidaat’.’

privacy van kandidaten frats
Illustratie: Frats, voor VRF Advocaten

Smorenberg: ‘Je mag ook niets doen met de gegevens over het welzijn van iemand, tenzij diegene daar expliciete toestemming voor geeft. Als iemand open is over bijvoorbeeld zijn of haar beperkingen, dan kun je het vervolgens hebben over hoe je dat mag delen met anderen.’

Brattinga: ‘We hebben interviews gedaan met recruiters. Toen we vroegen wat ze eigenlijk wisten van de AVG bleef het angstvallig stil. Ik denk dat vooral dáár nog de grootste vooruitgang te boeken is, in kennis en de bewustwording.’

Ad 4: Alleen na expliciete toestemming

Jansen: ‘Ik heb recent een situatie meegemaakt waarin een kandidaat die al mocht starten alleen nog een screening moest laten doen. De klant had ervoor gekozen dit bij een derde partij te beleggen. Die kandidaat heeft toen gezegd: “dat is voor mij een reden om niet verder te gaan, ik wil niet dat mijn gegevens bij een derde partij komen die ik niet ken.” Dit is denk ik een mooi voorbeeld waarbij een kandidaat gebruik maakt van zijn recht.’

Smorenberg: ‘Privacy is ook: met wie deel je of iemand gesolliciteerd heeft? Zowel in- als extern? Soms is het voor de hand liggend, soms niet. Als iemand bij manager A heeft gesolliciteerd, en je benadert daarvoor referenten, kun je die dan zomaar met manager B delen? Ik denk dat je daarvoor ook weer expliciet toestemming van de kandidaat nodig hebt.’

‘Ik ben ervan overtuigd dat het in zeker 80% van de ATS-systemen niet klopt.’

Brattinga: ‘Ik ben ervan overtuigd dat het in zeker 80% van de ATS-systemen niet klopt. Soms zitten er 10.000 kandidaten in een database. Wat doe je daarmee? Heb je met hen de afgelopen 2 maanden contact gehad, behalve misschien het sturen van vacatures? Ik vraag me ook sterk af of je dat zou moeten willen. Op een of andere manier leeft nog altijd bij veel recruiters dat je database van kandidaten zo groot mogelijk moet zijn. Maar ik denk juist: liever zo actueel mogelijk. Daar heb je meestal veel meer aan. Bovendien verplicht de AVG je dat je gegevens altijd actueel zijn.’

Ad 5: Privacy waarborgen

Smorenberg: ‘Een sollicitatie is toch ook een soort momentopname. Als je iemand op de status “afgewezen” zet, hoe lang blijft iemand daar dan op staan? Of kun je hem of haar dan nog benaderen voor andere functies? Ook dat is een stukje privacy. Ik vind het bijvoorbeeld zelf niet normaal om jarenlang gegevens van kandidaten te bewaren als je er niets mee doet. Als je ze een nieuwsbrief stuurt, of een actieve talentpool beheert, dan is dat natuurlijk anders. Maar als je er niets mee doet en er geen enkel contact is, vind ik het zelf niet normaal als je als kandidaat na 5 jaar nog in de contacten van een organisatie staat.’

Jansen: ‘Het onderwerp leeft steeds meer, maar tegelijk zie je ook dat kandidaten er vaak soepel mee omgaan. Soms krijg ik bijvoorbeeld ongevraagd een kopie van hun paspoort of diploma’s opgestuurd. Ze zijn er niet altijd mee bezig. Ook omdat er geen voorbeelden zijn van datalekken, denk ik.’

‘Als ze gevraagd worden om een paspoort, denken veel kandidaten nog: hier, alsjeblieft, doe ermee wat je wil.’

Smorenberg: ‘Er is zeker heel veel ten goede veranderd. Maar tegelijkertijd is er ook nog wel een kans dat er nog dingen misgaan. Dat je gegevens in handen vallen van fraudeurs bijvoorbeeld. Dan heb je een probleem. Kandidaten zijn zich er ook niet altijd bewust van. Als ze gevraagd worden om een paspoort, denken er heel veel: hier, alsjeblieft, doe ermee wat je wil. Pas als iemand er schade door heeft geleden, zie je het bewustzijn groeien.’

Digital wallets

Jansen: ‘Iedereen weet inmiddels wel wat de AVG is. En we zien als branche ook echt wel de voordelen ervan. Maar ik zie nog wel ruimte voor verbetering. Ik zou sollicitanten dan ook willen oproepen kritisch te zijn, en vragen te stellen. Ik zou adviseren om niet je cv te delen als je niet weet bij welke klant die wordt gedeeld.’

‘Ik zou sollicitanten willen oproepen kritisch te zijn, en vragen te stellen.’

Brattinga: ‘Er zijn veel ontwikkelingen op het gebied van digital wallets, waarmee kandidaten weer echt beheerder worden van hun eigen gegevens. Tot die tijd zou ik investeren in de privacy life cycle, dus continu kijken naar hoe het gaat en waar je het kunt verbeteren ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens. Regelmatig een audit doen. Daar zit ook de basis van wat de AVG uiteindelijk bedoelt.’

Lees ook

Wim op woensdag: Is ChatGPT de next step in A.I. (voor recruitment)?

Dit is wat ze zelf zeggen over hun tool ChatGPT: Optimizing Language Models for Dialogue:

We’ve trained a model called ChatGPT which interacts in a conversational way. The dialogue format makes it possible for ChatGPT to answer followup questions, admit its mistakes, challenge incorrect premises, and reject inappropriate requests. ChatGPT is a sibling model to InstructGPT, which is trained to follow an instruction in a prompt and provide a detailed response.

Vertaald:

Wij hebben een model genaamd ChatGPT getraind dat op een gemoedelijke manier communiceert. Het gespreksformat maakt het mogelijk voor ChatGPT om vervolgvragen te beantwoorden, fouten te erkennen, onjuiste uitspraken te betwisten en ongepaste verzoeken te weigeren. ChatGPT is een zustermodel van InstructGPT, dat getraint is om instructies op te volgen via een suggestie en een gedetailleerde reactie te bieden.

The proof of the pudding is in the eating

En zoals ze zeggen, the proof of the pudding is in the eating, dus heb ook ik een testje ermee gedaan. Mijn vraag was: When will AI replace recruiters? Binnen enkele seconde kwam onderstaand antwoord:

It is unlikely that AI will completely replace recruiters in the near future. While AI technology can help with certain aspects of the recruiting process, such as resume screening and scheduling interviews, there are many other tasks that require a human touch. For example, conducting in-person interviews, evaluating a candidate’s fit with a company’s culture, and negotiating job offers are all tasks that are difficult for AI to perform. Additionally, there is a growing recognition that relying solely on AI for hiring decisions can lead to bias and other problems, so most companies are likely to continue to use a combination of human and AI-powered tools for recruiting.

Vertaald:

Het is onwaarschijnlijk dat A.I. de recruiter volledig zal vervangen in de nabije toekomst. Hoewel A.I.-technologieën kunnen helpen met bepaalde aspecten van het recruitment proces, zoals het screenen van Cv’s en het inplannen van sollicitatiegesprekken, zijn er veel taken waar de mens echt nog bij nodig is. Dit geldt bijvoorbeeld voor het houden van live sollicitatiegesprekken, het evalueren van de match van een kandidaat met de cultuur van een bedrijf en het onderhandelen van contract aanbiedingen; zaken die voor A.I. moeilijk uit te voeren zijn. Hierbij komt nog dat er een groeiende erkenning is dat het kan leiden tot vooroordelen en andere problemen wanneer we volledig afhankelijk zijn van A.I. voor beslissingen, dus de meeste bedrijven gaan waarschijnlijk een combinatie gebruiken tussen menselijke en A.I.-hulpmiddelen voor recruitment.  

Trek zelf je conclusie…

Over de auteur

wim van den nobelen recruiterdilemma'sWim van den Nobelen is recruiter salarisadministratie bij Strictly People. Hij schrijft voor Werf& de ‘Wim op woensdag’. Elke woensdag vind je hier een blog, onderzoek of artikel van hem.

Lees ook:

Vertaling ChatGPT: Eva Boschman

Deze 3 toolboxen willen discriminatie op de arbeidsmarkt met wortel en tak uitroeien

Als je diversiteit wil bevorderen, kun je dan beter speeddaten met sollicitanten, of juist toch beter kiezen voor een langere kennismaking? En wat mag je eigenlijk allemaal als je een voorkeursbeleid wil formuleren? Heeft het überhaupt wel zin om trainingen te organiseren rondom vooroordelen en stereotyperingen? Het zijn zomaar een paar vragen die beantwoord worden in 3 nieuwe toolboxen, die recent gelanceerd zijn, en die bedoeld zijn om alle discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan (voor de antwoorden: klik hier, hier en hier).

We kunnen het niet maken om studenten deze normen niet mee te geven.’

De toolboxen zijn in eerste instantie gericht op het (hoger) onderwijs, met name in HRM-richtingen. ‘Studenten zijn het Nederland van morgen. We kunnen het niet maken om hen die norm niet mee te geven’, zei de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme Rabin Baldewsingh bij de presentatie ervan. Maar uiteraard zijn de toolboxen ook te gebruiken door HRM-professionals die aan het werk zijn, benadrukt Hanneke Felten, die namens Movisie en het Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) bij de totstandkoming ervan betrokken was.

Gemiste kans

Uit eerder onderzoek van haar instituut bleek al dat het onderwerp nauwelijks aandacht krijgt in HRM-onderwijs. Een gemiste kans, aldus Felten.’Het bleek dat de meeste HRM-opleidingen op het hbo wel enige kennis doceren over discriminatie, maar dat het nog niet overal goed gaat. Er waren bijvoorbeeld ook opleidingen die er alleen aandacht voor hebben als de studenten dat zelf initiëren.En dat is lang niet altijd het geval. En veel opleidingen doceerden nog geen evidence based kennis over wat je kunt doen tegen discriminatie. Docenten bleken ook behoeften hebben aan concreet lesmateriaal hiervoor.’

‘Discriminatie zorgt er natuurlijk ook voor dat bedrijven niet altijd de meest geschikte persoon vinden.’

De toolboxen moeten daar dus een bijdrage aan leveren. Belangrijk, zegt Felten. ‘Want zo zorgen we ervoor dat de nieuwe generatie HRM-medewerkers niet alleen weet dat arbeidsmarktdiscriminatie speelt, maar ook wat je er als HRM-medewerker aan kunt doen. Discriminatie is immers niet alleen oneerlijk voor mensen die worden behandeld op basis van een persoonskenmerk dat er niet toe doet. Het zorgt er natuurlijk ook voor dat bedrijven niet altijd de persoon vinden die het beste geschikt is voor een functie of een promotie.’

Samen met de docenten

De toolboxen zijn door KIS ontwikkeld, dankzij een subsidie van het ministerie van SZW, samen met een netwerk van HBO-HRM-docenten. ‘De toolbox is dus afgestemd op hun behoeften. Ook staan er goede voorbeelden in die de docenten zelf hebben aangeleverd’, aldus Felten. ‘We verwachten dat de toolbox ook bruikbaar is voor andere opleidingen. Zo staan er wellicht ook handige tools in om nieuwe recruiters op te leiden of om jezelf bij te scholen als recruiter.’

‘Er staan wellicht ook handige tools in om nieuwe recruiters op te leiden of om jezelf bij te scholen als recruiter.’

Er zijn dus in totaal 3 toolboxen. De eerste is vooral bedoeld om te informeren over arbeidsmarktdiscriminatie, en bevat ook tips om mensen te motiveren om hiermee aan de gang te gaan en diversiteit en inclusie te bevorderen. De tweede toolbox richt zich meer op het herkennen en verminderen van vooroordelen en stereotypen. Waarna de derde toolbox het meest de diepte ingaat en tools biedt om mensen te leren om arbeidsmarktdiscriminatie effectief aan te pakken.

‘Gigantisch probleem’

De toolboxen komen op een goed moment, aldus Felten. ‘Arbeidsmarktdiscriminatie is een gigantisch probleem is Nederland. Zo blijkt uit onderzoek dat je in Nederland meer wordt gediscrimineerd als je een Turkse of Marokkaanse naam hebt dan in bijvoorbeeld Duitsland en Spanje. En qua discriminatie op grond van huidskleur, doen we het even slecht als de VS. Zelfs al hebben personen zonder migratieachtergrond een strafblad wegens een geweldsdelict, dan nóg hebben zij een grotere kans op een positieve reactie na een sollicitatie dan personen met een migratieachtergrond zónder strafblad.’

‘Uit onderzoek weten we dat mensen eerder klikken met mensen die op hen lijken. Dus die aanpak leidt tot uitsluiting.’

Bovendien speelt in Nederland de ‘klik’ nog vaak een grote rol in werving en selectie, ziet Felten, net als of de vraag ‘iemand in het team past’. En dat werkt discriminatie vaak in de hand. ‘Uit onderzoek weten we dat mensen eerder klikken met mensen die op hen lijken. Dus die aanpak leidt tot uitsluiting. Als je een team hebt van Jeroen, Maarten en Mark dan is er een grote kans dat je gevoel zegt dat Stefan beter past in het team dan Indrah. En zo worden mensen dus massaal voorgetrokken op de Nederlandse arbeidsmarkt die lijken op de mensen die er al zitten.’

‘Elke recruiter verantwoordelijk’

Rabin Baldewsingh wees in zijn verhaal bij de lancering van deze toolbox er op dat elke HRM-medewerker een belangrijke verantwoordelijkheid heeft in het tegengaan van arbeidsmarktdiscriminatie. ‘Datzelfde geldt natuurlijk voor recruiters’, aldus Felten. ‘Ik hoop dat alle recruiters hun verantwoordelijkheid pakken en nagaan wat zij kunnen doen om arbeidsmarktdiscriminatie te voorkomen. Wellicht kan deze toolbox hen daarbij helpen.’

‘Ik hoop dat alle recruiters nagaan wat zij kunnen doen om arbeidsmarktdiscriminatie te voorkomen.’

En de veelgehoorde klacht van recruiters dat zíj wel willen, maar dat het de hiring manager is die vooruitgang op dit punt in de weg zit? Ook daar heeft Felten antwoord op. ‘Er zit in een van de toolboxen ook een mooi artikel over hoe je binnen organisaties draagvlak kunt creëren voor antidiscriminatiebeleid.’

Lees ook

‘Recruiters voegen meer economische waarde toe dan accountants en advocaten’

Hoe belangrijk is de recruitment-industrie voor de totale economie? Dat zal per land verschillen. Maar in Groot-Brittannië zijn de gezamenlijke recruiters economisch belangrijker dan bijvoorbeeld alle accountants of advocaten samen, aldus het meest recente Recruitment Industry Status Report, een rapport van de Recruitment & Employment Confederation, die al een paar jaar probeert het belang van recruiters ook in financiële cijfers te benadrukken.

Nederland telt waarschijnlijk meer recruiters dan advocaten of accountants.

Volgens het rapport was de Britse uitzend- en recruitmentindustrie in 2021 goed voor een toegevoegde waarde van 42,9 miljard pond (zo’n 50 miljoen euro). Ervan uitgaande dat de Britse economie ongeveer 3 keer zo groot is als de Nederlandse (3,1 biljoen tegenover 1,0 biljoen dollar), zou dat voor alle Nederlandse recruiters en uitzenders omgerekend neerkomen op een bijdrage van ruim 16 miljard euro. En ja, hoewel precieze financiële cijfers ook hier ontbreken, lijkt het erop dat er ook in Nederland meer recruiters werken dan advocaten (zo’n 18.000) en accountants (tot 25.000, afhankelijk van wie je meetelt). En dat hun economische bijdrage daarmee ook groter is.

Veel eenpitters

Enkele andere interessante cijfers uit het Britse rapport:

  • Bureaus zouden sinds het begin van het economisch herstel na de pandemie maar liefst 23 miljoen mensen naar een andere baan hebben geholpen.
  • De bijdrage van bijna 43 miljard pond is een groei van 21,7% ten opzichte van 2020, en ook méér dan voor de pandemie.
  • De Britse recruitmentindustrie geeft werk aan meer dan 200.000 mensen (6,5% meer dan vorig jaar), in ruim 30.000 ondernemingen (+1,9%)
  • Het grootste deel van de omzet bedroeg het plaatsen voor tijdelijke functies (36,4 miljard pond, versus 6,5 miljard voor vaste functies)
  • Die 6,5 miljard voor vaste functies betrof in totaal zo’n 550.000 functies (dus ruim 10.000 pond per vacature).

  • Bijna 80% van het aantal bedrijven in de branche heeft minder dan 10 medewerkers.
  • Slechts 470 bedrijven hebben meer dan 250 medewerkers.
  • Verwacht wordt dat in 2025 de bijdrage van recruitment aan de Britse economie zo’n 51,3 miljard pond zal zijn, een jaarlijkse groei van 6%.
  • De groei van de recruitmentindustrie gaat harder dan de Britse economische groei in totaal.

Vergelijkbare cijfers zijn in Nederland weinig voorhanden. Maar er is weinig reden om aan te nemen dat de branche hier minder belangrijk zou zijn. REC-directeur Neil Carberry ziet in de cijfers in elk geval wel een bevestiging van het belang van het vak. ‘Met de huidige onvoorspelbare economie, en de aanhoudende tekorten op de arbeidsmarkt, is het nog nooit eerder zo belangrijk geweest om te werken met recruiters die organisaties het advies kunnen geven om kandidaten een succesvol aanbod te doen.’

Ook REC-voorzitter Sarah Thewlis toont zich in het rapport positief over de vooruitzichten voor de recruitmentbranche. ‘Tegen de verwachtingen in hebben we als industrie ook van 2021 een succes weten te maken. En ik denk dat we dan in 2023 ook zullen doen. Klanten zullen meer dan ooit naar onze professionele dienstverlening kijken op het gebied van recruitment en retentie. En kandidaten zullen ook naar ons kijken, voor advies en als gids voor hun volgende opdracht of carrièremove. Ik ben dan ook trots om deel uit te maken van deze innovatieve, weerbare industrie, en besef dat goede recruiters meer nodig zijn dan ooit.’

Meer weten?

Lees het hele rapport

Lees ook

Gentleman’s agreements in de zorg: illegaal en ongewenst

Het CNV kwam recent met een buitengewoon smakeloze campagne die nauwelijks recht doet aan de werkelijkheid en zorgt voor polarisatie op de werkvloer, de werkdruk verder verhoogt en ziekteverzuim verergert in plaats van dat het een oplossing dichterbij brengt. Een gemiste kans om het slimmer en subtieler te doen. En de bal ligt voor open doel: de gentleman’s agreements die werkgevers met elkaar in de zorg zijn overeengekomen.

illustratie: Lodewijk Koster

Ziekenhuizen en zorgbedrijven praten nog steeds volop over die gentleman’s agreements. En dan bedoel ik niet de film uit 1947 met in de hoofdrollen Gregory Peck, Dorothy McGuire en John Garfield. Ik bedoel dan de ongeschreven regel dat men niet bij elkaar werft. Soms staat het zelfs zwart op wit dat men niet actief bij elkaar werft, dit terwijl de kranten vol staan van een ‘war for talent’ en enorme kraptes op de arbeidsmarkt. Overigens in de zorg primair veroorzaakt door uitstroom en teleurstelling in management, bestuur en leiderschap in plaats van door een tekort aan instroom. Daarvan is dit herenakkoord een zoveelste bewijs.

Meerdere kwaden

Met dit soort gentleman’s agreements gebeuren er meerdere kwaden. Hieronder licht ik er enkele uit:

#1. Allereerst is een gentleman’s agreement betuttelend voor de eigen werknemers. Je bepaalt als het ware wat goed is voor je eigen en andere werknemers om met hen niet het gesprek aan te gaan over carrière, ambitie, arbeidsvoorwaarden en doorgroeimogelijkheden. Gentleman’s agreements ontnemen mensen kansen op de arbeidsmarkt, op verbetering in arbeidsvoorwaarden en persoonlijke groei. Het zou toch gek zijn als jouw werkgever voor jou bepaalt dat andere werkgevers je niet mogen polsen voor een verbetering van jouw arbeidsomstandigheden?

#2. Het legt het hele speelveld open voor alternatieven zoals uitzend- en detacheringsbureaus. Gentleman’s agreements zijn als het ware als het openleggen van het ‘slagveld’ in de war for talent voor derden. Derden die wél het gesprek aangaan met zorgmedewerkers, terwijl je jezelf en je concullega’s dit recht ontneemt.

#3. Gentleman’s agreements vormen een drogreden en vals argument om niet daadkrachtig te investeren in het professionaliseren van het recruitment- en onboardingproces. Terwijl steeds meer zorgmedewerkers verwachten dat ze benaderd worden voor een nieuwe baan – net zoals de rest van de arbeidsmarkt – doen zorginstellingen dit niet en bureaus het alleen maar meer.

#4. Gentleman’s agreements zijn tegen de wet. Het zijn verboden concurrentie-afspraken waar de ACM tegen zou moeten optreden. In dit geval zouden nagenoeg alle bestuurders van zorginstellingen, GGZ’s, en (academische) ziekenhuizen een boete moeten krijgen.

Zzp’ers omarmen

Het CNV moet niet afgeven op zzp’ers, maar ze juist eerder omarmen. Zzp’ers en gedetacheerden vormen een broodnodige flexschil in de zorg. CNV zou daarom moeten pleiten voor een eerlijk concurrentieveld op de arbeidsmarkt voor haar leden. Daardoor zal de arbeidsmarktpositie verbeteren en ook de onderhandelingspositie. Het zal me niet verbazen dat veel zorgmedewerkers in de flexschil terecht zijn gekomen doordat detacheerders betere werkgevers zijn, betere arbeidsvoorwaarden bieden, betere doorgroeimogelijkheden én – misschien wel het belangrijkste – hen de aandacht en waardering geven die ze verdienen.

Ik roep iedereen op de ACM op de hoogte te brengen van de illegale herenakkoorden.

Deze positie wordt ze door de illegale herenakkoorden in de schoot geworpen. Ik roep dan ook iedereen op, en vooral het CNV, die op de hoogte is van een gentleman’s agreement om hiervan de ACM op de hoogte te brengen.

Honderden miljoenen boete

In 2015 betaalde Apple, Google, Intel en Adobe 415 miljoen dollar compensatie aan 64.000 benadeelde technici. De eerste eis was 3 miljard dollar. Door een herenakkoord werden salarissen gedrukt en werknemers carrièrekansen ontnomen. Exact hetzelfde gebeurt nu in de zorg in Nederland. Het zou dus echt een ‘war for talent’ moeten zijn met als doel om het zorgtalent te behouden voor de sector en minder snel te pushen naar bureaus of het zzp-schap.

Tegelijkertijd is het zeer aan te bevelen om wél te gaan samenwerken. Bijvoorbeeld door samen een bemiddelingsbureau op te richten. Zoals DeRotterdamseZorg doet met de WorkFlow doet. Of door platformtechnologie te implementeren in de matching op de zorgmarkt. Of door een alternatief zoals Doximity op te richten. In dat geval ga je van het defensief van (illegale) gentleman’s agreements naar het offensief wat empowerment voor zorgmedewerkers betekent. Een ander, progressief en modern geluid dat de arbeidsmarkt heel hard nodig heeft. Iets waar het CNV overigens bij mij om bekendstaat en een jas die ze beter past!

Lees ook

Beeld boven

Akkoord van Wassenaar 2.0 bepleit, maar wie pakt de handschoen op?

Hét schoolvoorbeeld van het succes van de overlegeconomie. The Dutch Miracle. De geboorte van het poldermodel. Een van Nederlands meest succesvolle exportproducten. Als het gaat om het op 24 november 1982 gesloten Akkoord van Wassenaar vliegen je al snel de superlatieven om de oren. De loonmatiging in combinatie met arbeidsduurverkorting die daar destijds werd afgesproken, legde de kiem voor latere Nederlandse economische successen, waar veel andere landen (zoals onze zuiderburen) nog steeds met enige jaloezie naar kijken.

Als het toen lukte, waarom zou zoiets nu dan niet weer kunnen lukken?

Werknemers- én werkgeversorganisaties stapten voor dat toenmalige akkoord allebei over hun eigen schaduw heen, waarna een donkere economische periode werd afgesloten, en nieuwe voorspoed zich aftekende. Niet zo gek dus dat het anderhalf A4 tellende Akkoord van Wassenaar de afgelopen dagen op tal van plekken werd herdacht en besproken. Want als het toen lukte, waarom zou zoiets nu dan niet weer kunnen lukken?

Nieuw polderwonder

Zo toog AWVN-beleidsadviseur Niek Hinsenveld naar de Wassenaarse villa van werkgeversvoorman Chris van Veen, waar 40 jaar geleden het akkoord werd getekend, om op te roepen voor ‘een nieuw polderwonder’. En bespraken politiek journalisten Leonard Ornstein en Sandrine Thelosen in De Nieuws BV het belang van ‘Wassenaar’. Ook Hans Borstlap roerde zich, met een opiniestuk in de Volkskrant, waarin de architect van het alweer bijna 3 jaar oude rapport In wat voor land willen wij werken nog maar eens zijn bekende 4 aanbevelingen uit de doeken deed.

‘Een nieuw Akkoord van Wassenaar moet wel precies ‘omgekeerd’ zijn als dat van 40 jaar terug.’

De huidige (structurele) krapte op de arbeidsmarkt vraagt ook nu om het loslaten van ingesleten patronen, aldus Borstlap, en om een nieuw akkoord. Maar dan wel precies ‘omgekeerd’ als 40 jaar terug. Zo wil hij af van gematigde loonvorming, want dat leidt alleen maar tot een stagnerende productiviteit, pervers werkende inkomenstoeslagen, en stagnerende participatie van velen die met een uitkering langs de kant staan. En mede daardoor ‘een voortdurende druk om dan maar meer goedkope arbeidsmigranten toe te laten, met onbeheersbare ontwikkelingen in tal van wijken.’

Lonen omhoog

De lonen zouden structureel omhoog moeten, bepleit hij, en de belasting op arbeid substantieel omlaag. En belangrijk, zegt hij: ‘Werkgevers moeten begrijpen dat personeelsbeleid – werven en behouden – geen marginale bedrijfsactiviteit meer kan zijn. De toekomst van ondernemingen ziet er niet goed uit als dit nog steeds wordt verwaarloosd.’

‘Werkgevers moeten begrijpen dat werven geen marginale bedrijfsactiviteit meer kan zijn.’

Ook het bijhouden en vernieuwen van noodzakelijke vaardigheden moet volgens Borstlap een plek krijgen in zo’n nieuw Akkoord van Wassenaar. ‘Werkenden krijgen een individuele leerrekening, vanaf de geboorte tot einde loopbaan, op een flexibele arbeidsmarkt. En ondersteunend overheidsbeleid richt zich op het dichten van nog een gat in de toerusting van alle werkenden: een volksverzekering tegen arbeidsongeschiktheid, in plaats van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alleen zelfstandigen.’

Rapporten genoeg

Het advies van de Commissie-Borstlap is natuurlijk niet het enige rapport dat er ligt over de mogelijke toekomst van de arbeidsmarkt. Denk ook bijvoorbeeld aan twee recente SER-adviezen. Zoals die van vorig jaar, waarin voorstellen staan die flexibele arbeidsrelaties terugdringen en vaste contracten voor werkgevers weer aantrekkelijker moeten maken. Of aan het advies, waarin de SER schetst dat er nog ‘veel mogelijkheden zijn om arbeidsmarktkrapte in maatschappelijke sectoren te verminderen’. Al is daarvoor wel een ‘actief, langjarig arbeidsmarktbeleid van overheid en sociale partners’ nodig, aldus de adviesraad.

Lades vol rapporten. Maar waar blijft nu de doorbraak die 40 jaar geleden zo succesvol was?

En dan hebben we ook nog rapporten als dat van de Commissie-Bakker (uit 2008 alweer). Met andere woorden: lades vol met rapporten. Maar waar blijft nu de doorbraak die 40 jaar geleden zo succesvol was?

Wassenaar 2.0

Het is de allerhoogste tijd voor zo’n ‘Wassenaar 2.0’, stelden ook 13 ‘polderprominenten’ deze week in het FD. Al is de situatie nu wel anders dan 40 jaar geleden, zo was de algemene teneur. Werkgevers en werknemers kunnen er nu namelijk onmogelijk samen meer uitkomen. Meer dan ooit is nu dus ook een actieve houding van het kabinet nodig. Om onder meer mee te denken over een nieuw belastingstelsel, dat vermogens niet ontziet, en ook paal en perk stelt aan de vele toeslagen, zodat werken weer lonend wordt. En we mogelijk ook de arbeidsproductiviteit weer kunnen verbeteren.

Meer dan ooit is nu ook een actieve houding van het kabinet nodig.

Het enige probleem is: dit kabinet lijkt (net als het vorige overigens) niet erg actief bezig om de partijen aan tafel te krijgen. Om nog maar te zwijgen over de rol die de mensen uit de praktijk van de arbeidsmarkt bij het sluiten zo’n nieuw akkoord zouden moeten krijgen, zoals Intelligence Group-directeur Geert-Jan Waasdorp het al eens bepleitte. Het lijkt in die zin een behoorlijke impasse waarin we terecht zijn gekomen. Maar aan de andere kant: dat leek het iets meer dan 40 jaar geleden ook. Totdat enkelen besloten dat het zo toch niet langer kon. En er binnen enkele weken een nu legendarisch akkoord lag waar de arbeidsmarkt járen mee vooruit kon. Dus: wie pakt nu de handschoen op en brengt alle partijen op de arbeidsmarkt samen voor een mooi masterplan, dat het kabinet ziet als offer they can’t refuse?

Lees ook

Beeld boven

Elke kandidaat zijn eigen magazine (Zo maak je een arbeidsvoorstel onweerstaanbaar)

Stuur jij het voorstel voor de arbeidsvoorwaarden nog altijd als een simpel pdf’je mee in de bijlage van je e-mail? Dan laat je een enorme mogelijkheid liggen. Bij Tony’s Chocolonely maakten ze al een ‘eenvoudig’ visueel mooi contract, recent gevolgd door Pathé Bioscopen, die het contract op een filmrol zette. Bij Effectus-HR hebben ze nog een andere oplossing gevonden, en verpakken ze het arbeidsvoorwaardenvoorstel zelfs in: een gepersonaliseerd magazine.

‘Huh, een blad met mijn naam? Dat is toevallig…’

‘Stel je voor’, legt recruitment consultant Esther de Jager uit: ‘De kandidaat pakt nietsvermoedend een magazine van de deurmat. Hij draait de cover naar zich toe: geen Linda. of Voetbal International dit keer, maar ‘JOOST’ staat er, in stijlvolle letters. “Huh, een blad met mijn naam? Dat is toevallig.” Maar als hij de ondertitel leest (“Wij kijken naar je uit”), valt het kwartje. En dan herkent hij opeens ook de mensen op de coverfoto; hij sprak ze tijdens de rondleiding door het bedrijf. Snel bladert Joost verder. En voor hij het weet staat hij minutenlang, al lezend, met een big smile op de deurmat.’

Volledig ondergedompeld

Van de eerste tot de laatste bladzijde wordt de kandidaat in het gepersonaliseerde magazine volledig ondergedompeld in zijn nieuwe werkomgeving. ‘Een warm bad waarin híj centraal staat’, aldus De Jager. ‘Dat begint al bij de cover, en daarna het voorwoord waarin zijn leidinggevende hem persoonlijk welkom heet. In de bladzijden daarna stelt het hele team zich persoonlijk aan hem voor. “Héé wat leuk, er houden nog meer collega’s van mountainbiken! En samen Oranje kijken zit er ook wel in…”

‘Tot de koffiebonen aan toe worden de voorzieningen op kantoor beschreven.’

Met het magazine begint de kandidaat zich al helemaal op z’n plek te voelen bij zijn nieuwe collega’s en wil hij ze graag beter leren kennen. Maar daarbij blijft het niet, legt De Jager uit. ‘Er komt ook een mooie fotoreeks van het bedrijf voorbij, inclusief zijn werkplek. En tot de koffiebonen aan toe worden de voorzieningen op kantoor beschreven.’

QR-code

Middenin het magazine leggen de recruiter en leidinggevende van de kandidaat de arbeidsovereenkomst verder uit. Ze schrijven er met een goed gevoel terug te kijken op de gesprekken en dat ze alle wensen en voorwaarden in dit hoofdstuk op een rijtje zetten. Het stukje tekst sluit af met een QR-code; “Dit willen wij nog tegen je zeggen, Joost”. Als de kandidaat de QR-code scant met zijn telefoon krijgt hij een filmpje te zien: “Hee Joost. Nou, we hebben je werkplek al helemaal voorzien van alle gemakken, en wij en je andere collega’s – zéker de mountainbikers – kijken erg uit naar je komst. We hopen je snel te zien.”

Hé, wat leuk: het menu van het bedrijfsrestaurant mét recensies van de collega’s staat er ook in.

Hé, wat leuk: het menu van het bedrijfsrestaurant mét recensies van zijn collega’s staat er ook in – en ook nog een paar voordeelbonnen voor de lunch. Verderop staat nog een aantal mooie projecten uitgelicht, gevolgd door een agenda met de eerstvolgende team- en bedrijfsuitjes. Afsluitend leest hij waarom zijn directe collega’s destijds voor het bedrijf gekozen hebben en wordt hij nog even herinnerd aan het tekenen van het middenblad. Waarna het avontuur kan beginnen.

Overtuigingstechnieken

Volgens De Jager gaat het met zo’n magazine al snel om een ‘offer you can’t refuse’. Dat de kandidaat vol overtuiging zijn krabbel onder het voorstel zet, heeft dan ook alles te maken met de 5 overtuigingstechnieken die in ‘zijn’ gepersonaliseerde magazine verweven zijn, legt ze uit.

#1. Loss aversion: ‘Dit wil je niet mislopen’

Het gepersonaliseerde magazine, waarin de kandidaat zich al helemaal onderdeel voelt van het bedrijf, veroorzaakt een gevoel van zoals Daniel Kahneman dat noemt: ‘loss aversion’. Als mensen ervaren we meer pijn als we iets verliezen, dan plezier als we iets winnen. Verlies roept dus een krachtiger emotie op. Door de kandidaat volledig onder te dompelen in de organisatie en zijn team, voelt het afwijzen van het voorstel voor hem als verlies. Een gevoel dat hij zal willen vermijden.

#2. Sociale bewijskracht: ‘Volgens je collega’s…’

Toekomstig collega’s die beschrijven waarom ze voor het bedrijf hebben gekozen, zorgen voor wat Robert Cialdini aanduidt als ‘sociale bewijskracht’. Meningen van anderen – en zeker directe of gelijkwaardige collega’s – vormen een krachtige overtuigingstechniek. ‘Niet voor niets verwerken wij ze ook regelmatig in vacatureteksten’, aldus De Jager.

#3. Wederkerigheid: ‘Je wilt iets terugdoen’

Als je iets krijgt, ben je geneigd iets terug te geven. Het magazine – waar zichtbaar tijd en moeite in gestoken is – is daar an sich al een voorbeeld van. Maar ook de voordeelbonnen voor het bedrijfsrestaurant in het magazine zijn dat. Net als de subtitel boven het arbeidsvoorwaardenvoorstel: ‘Dit krijg je allemaal van ons’. De kandidaat zal door deze ‘cadeautjes’ de neiging hebben om iets terug te geven. Die wederkerigheid zal de intentie versterken om het voorstel te tekenen.

#4. Liking: ‘Wat een leuke collega’s…’

Natuurlijk is ook Cialdini’s liking volop van toepassing op het magazine. De Jager: ‘Deze overtuigingstechniek maakt gebruik van het feit dat je liever ‘ja’ zegt tegen mensen die je sympathiek vindt. Bijvoorbeeld omdat je die persoon als soortgelijke beschouwt of omdat deze je complimenten geeft.’

#5. Anchoring: ‘Meer dan je nu verdient’

En voeg je bij het voorgestelde salaris een zinnetje toe als ‘Dit is 15% meer dan je huidige salaris, dat hebben wij graag voor je over’, dan pas je ook nog eens anchoring toe. Bij dit principe grijpt een persoon terug op een referentiepunt (in dit geval het huidige salaris) om tot een oordeel te komen over de gegeven informatie (het voorgestelde salaris).

Lees ook

Beter interviewen doe je zo (5 recente inzichten)

Wat onderscheidt goede van slechte sollicitatiegesprekken? En de goede van de slechte interviewer? Heb je überhaupt nog wel sollicitatiegesprekken nodig om een kandidaat te kunnen beoordelen? Hoeveel mensen moeten een kandidaat eigenlijk beoordelen? Ondanks alle ontwikkelingen in de wereld van recruitment, en ondanks het enorme belang ervan, blijven sollicitatiegesprekken op een of andere manier een onderwerp waar weinig kennis over wordt verzameld, en waar bias en vooroordelen nog altijd hoogtij vieren. Hoe kan het interviewen beter? Deze 5 recente inzichten en ontwikkelingen helpen je misschien op weg.

#1. Snapt de kandidaat de rol wel?

De meeste sollicitatiegesprekken richten zich vooral op het testen van de competenties van de kandidaat. Maar begrijpt de kandidaat wel waarom de vragen die hem of haar gesteld worden relevant zijn voor de rol? Volgens Ravi Trivedi (van HindsightBias) is dat een minstens net zo belangrijke vraag. Hij werkt met een model met twee dimensies, met op de ene as signalen naar de interviewer over de kandidaat, en op de andere as signalen van de interviewer naar de kandidaat toe, over de rol, het team en het bedrijf.

beter interviewen doe je zo

Volgens Trivedi wordt die tweede as meestal overgeslagen in (eerste) sollicitatiegesprekken, en hooguit bewaard voor latere gesprekken, wat later vaak blijkt te leiden tot mishires of uitvallers in het proces. ‘Een gemiste kans’, zegt hij. ‘Sollicitatiegesprekken die ook de kandidaat veel vertellen over hun toekomstige team, de rol en het bedrijf, zijn goud. Ze zorgen ook voor meer vertrouwen om later een eventueel aanbod te accepteren.’

‘Sollicitatiegesprekken die ook de kandidaat veel vertellen over hun toekomstige rol zijn goud.’

Hoe je dit kunt verbeteren? Simpel, zegt Trivedi. Vraag kandidaten gewoon naar feedback na hun sollicitatiegesprekken. Je kunt ook zelf in een scoreformulier bijhouden of je in de gesprekken voldoende signalen uitzendt over alle belangrijke thema’s.

#2. Let op de debrief

Steeds meer softwareleveranciers hebben ontdekt dat er in sollicitatiegesprekken een nog vrij onontgonnen gebied ligt, en dat met technologie misschien wel betere resultaten te halen zijn. Zoals Metaview, dat speciale aandacht besteedt aan hoe je in het proces uiteindelijk een beslissing neemt (en naar iedere betrokkene communiceert). ‘Eigenlijk is die beslissing slechts de start van het denken’, aldus CEO Siadhal Magos. ‘Zulke debriefs zijn cruciaal om een steeds verbeterende recruitmentmachine te bouwen, en de samenhang in het team te vergroten.’

De evaluatie van hires en van het hele recruitmentproces is een onderwerp dat vaak wordt onderschat, zegt ook iemand als recruitmentcoach Ross Clennett.Bij Metaview haalden ze twee mensen binnen om erover mee te denken: Jan Chong en Jill Macri. Zij lieten het team zien dat eindevaluaties helpen om samen met het team te bepalen wat voor hen ‘goed’ betekent, en hoe je dit kunt gebruiken om de kwaliteit van je interviewproces te beoordelen. Waarbij Metaview onder meer afdwingt dat elke interviewer na elk sollicitatiegesprek een kwartier tot een half uur de tijd neemt om dat eigen gesprek te evalueren.

#3. Het gaat ook om overtuigen

Goede interviewers zijn niet alleen degenen die talent in een kandidaat kunnen herkennen, ze zijn ook degenen die het talent moeten overtuigen om met jou te willen werken. Zoals Alex Allain, voormalig director of engineering bij Dropbox, het omschrijft: ‘De meeste mensen háten sollicitatiegesprekken, zeker engineers. Ze zijn een afleiding van hun werk. Het zijn meestal nogal awkward interacties met een compleet vreemde. Ze zijn eigenlijk alles waarvan de meeste engineers willen ontsnappen door engineer te worden.’

‘Veel interviewers zien sollicitatiegesprekken niet als een kans om iets te leren. Ten onrechte.’

Hoe daaraan te ontsnappen? Volgens Allain zien veel interviewers sollicitatiegesprekken niet als een kans om iets te leren. Terwijl er volgens hem juist heel veel verschil zit in de kwaliteit van interviewers. Sommigen weten niet alleen feilloos de rotte appels in de kandidaten-mand te spotten, maar werken zelf ook als een magneet voor dat talent, en hebben de schaarse maar zeer waardevolle overtuigingskracht om mensen te motiveren voor je aan het werk te gaan. ‘Sollicitatiegesprekken zijn tweerichtingsverkeer, en elke interviewer heeft de kans een kandidaatervaring te versterken – of te ruïneren.’

Volgens Allain was er bij Dropbox zelfs ooit een interviewer die ervoor zorgde dat kandidaten vroegen of ze niet bij haar afdeling konden komen werken, in plaats van op de afdeling waarvoor ze oorspronkelijk gesolliciteerd hadden. ‘Denk alleen maar aan de superkracht die het jouw organisatie geeft als je iemand hebt die op die manier mensen kan aantrekken!’ Maar het heeft weinig te maken met natuurtalent, zegt hij ook. ‘De meeste experts hebben hard gewerkt om zover te komen, en veel moeite gestoken in het goed in contact komen met kandidaten.’

#4. Doe het eens helemaal anders

Adam Bryant interviewde voor zijn rubriek The Corner Office’ in de New York Times meer dan 500 topmanagers, onder meer over hoe zij mensen aannemen. Hij schrijft dat de meeste sollicitatiegesprekken een ‘nogal voorspelbare choreografie’ hebben: een vergaderzaaltje, een onschuldig cv en standaardvragen als: waar zie je jezelf in 5 jaar, of wat zijn je sterke en zwakke punten? Doe er nog wat smalltalk bij, op zoek naar een persoonlijke klik, en dat was het dan wel zo’n beetje. Fingers crossed dat je de keuze hebt gemaakt.

‘De meeste sollicitatiegesprekken hebben nog steeds een nogal voorspelbare choreografie.’

Een recept voor mislukking, zegt hij ook. Tijd dus om creatief te worden. Meer uitdagend. En het meer een teamproces te maken. Bijvoorbeeld door de gesprekken eens buiten wandelend te houden. Of door te kijken hoe iemand reageert als je hem of haar zich laat voorstellen aan verschillende mensen. Wat ook helpt, zegt hij, is de hulp van zoveel mogelijk anderen inroepen. ‘Iedereen spot weer dingen die niemand anders ziet. En het voorkomt de neiging om mini-me’s aan te nemen.’

#5. Hoe saaier, hoe beter

De belangrijkste tip om beter te interviewen blijkt toch elke keer weer: doe het gestructureerd. Uit meta-onderzoek dat eerder dit jaar verscheen blijkt andermaal dat het heel moeilijk is om in een sollicitatieprocedure toekomstig succes te voorspellen, maar dat gestructureerde interviews hiertoe toch nog altijd het meest geschikte middel zijn. Oftewel: ‘een reeks zorgvuldig voorbereide vragen, gesteld door meerdere interviewers die mechanisch gescoord worden zonder veel ruimte voor poespas’, aldus Frederik Anseel, hoogleraar in Sydney, in het Belgische De Tijd.

‘Wat natuurlijk aanvoelt, is niet noodzakelijk effectief.’

Dus liefst ook geen smalltalk of kennismakingsgesprek vooraf, om de kandidaat op zijn gemak te stellen, zegt hij. ‘De eerste indruk die je dan opdoet maakt veel interviewers overmoedig. Je hebt een klik met een kandidaat, er volgt een grapje, een blik van verstandhouding. Je denkt dat je genoeg mensenkennis hebt om die persoon in te schatten op buikgevoel.’ Maar dat is niet zo, zegt hij. ‘Vooral mensen met te veel zelfvertrouwen zijn vatbaar voor een verkeerde intuïtie.’ Beter interviewen? ‘Dan onderdruk je je instinct en hou je je strikt aan het schema. Wat natuurlijk aanvoelt, is niet noodzakelijk effectief’, is dan ook zijn conclusie.

Hoe je Generatie Z bereikt én overtuigt (3 tips van de professional)

De exacte betekenis van de term verschilt nog wel eens, maar wij houden het hierbij: Generatie Z, Generation Z of Gen Z bestaat uit iedereen die geboren is tussen 1997 en 2012. Van echte jonkies tot jongvolwassenen, dus. De oudere Gen Z’ers zijn voor ons recruiters het meest van belang: jonge starters die vaak net hun papiertje op zak hebben of met hun eerste ‘echte’ baan zijn begonnen. Maar hoe kun je die lastig grijpbare Generatie Z toch bereiken en overtuigen?

Tip 1: Weet waar ze te vinden

Allereerst het antwoord op de vraag waar je Generatie Z kunt bereiken. Weinig verrassend: je vindt ze voornamelijk online. Het aantal schermuren ligt bij deze jongeren vaak zelfs tussen de 6 en 7 uur per dag. De jongsten vind je op Snapchat, TikTok en Instagram. Jongeren die (bijna) hun diploma hebben en zich al oriënteren op hun toekomstige loopbaan vind je ook vaak al op LinkedIn.

Jongeren die zich oriënteren op hun toekomstige loopbaan vind je vaak al op LinkedIn.

Facebook kun je als advertentieplatform trouwens wel achterwege laten als je deze jongeren zoekt; daar wordt Generatie Z niet warm of koud van. Het blijkt ook dat hoewel kanalen als Snapchat, TikTok en Instagram nog heel vaak gebruikt worden onder jongeren, deze generatie steeds vaker overstapt naar bijvoorbeeld Twitch en Discord.

Tip 2: Richt je op waarden en idealen

Generatie ZGoed, je hebt nu dus je kanaal of kanalen uitgekozen. Maar dat deze doelgroep je advertenties ziet, betekent nog niet altijd dat ze iets ermee gaan doen. Hoewel je ze niet allemaal over één kam mag scheren, mogen we er vanuit gaan dat de volgende onderwerpen over het algemeen (groepen binnen) Gen Z aanspreken.

#1. Zelfacceptatie en imperfectie

Generatie Z is all about zelfacceptatie, zelfs als het om imperfecties gaat. Waar slanke modellen voorheen in de spotlights stonden, vormt zich nu dan ook een tegenbeweging. Anders zijn is niet alleen oké; het is normaal en het is mooi.

Anders zijn is niet alleen oké; het is normaal en het is mooi.

Dit kunnen we ook toepassen op taalgebruik binnen advertenties. Schrijven gaat in spreektaal; we hoeven het niet mooier te maken dan het is en houden het liever simpel. De nadruk op imperfecties geldt ook voor het inhoudelijke aspect van de ads: wees eerlijk over de minder positieve kanten van je bedrijf en laat weten waar je aan werkt.

Wees eerlijk over de minder positieve kanten van je bedrijf en laat weten waar je aan werkt.

#2. Iets goeds doen voor de wereld

Jonge starters willen ergens onderdeel van zijn en bijdragen aan een betere wereld. Dat kan een groenere wereld zijn, maar ook een wereld waar mensen elkaar helpen. Waar negatieve aandacht op dit gebied deze generatie in actie brengt (denk aan stoppen met kopen van producten die op dieren getest zijn), kan positieve aandacht ze juist naar een bedrijf of product aantrekken. Doen jullie als bedrijf dus iets goeds voor de samenleving? Laat dan van je horen!

Jonge starters willen ergens onderdeel van zijn en bijdragen aan een betere wereld.

#3. Richt je op waarden en idealen

Onthoud dat hoewel Generatie Z gezien kan worden als een losse groep, deze ook weer verdeeld kan worden in verschillende groepen. Al richt je je volledig op Gen Z; je zult het ene deel misschien beter bereiken dan het andere deel. Jongeren met dezelfde passie of kijk op de wereld trekken vaak naar elkaar toe, en leeftijd, woonplaats of cultuur zijn hierin veel minder belangrijk. Zorg dus dat je je meer richt op waarden en idealen, en minder op socio-demografische kenmerken.

Tip 3: Blijf eerlijk en blijf jezelf

Over het algemeen spreken bovenstaande onderwerpen Generatie Z aan. Maar let op: dit betekent niet altijd dat je hiermee moet gaan adverteren. Dat mag alleen als je deze voordelen ook echt kunt bieden aan (nieuwe) jonge collega’s. Een oneerlijke werkgever is er zelden een waar werknemers lang blijven of positief over praten.

Whitepaper

Onze partner Pro Contact nam de werkende generatie Z onder de loep. Hierbij kwamen ze tot een aantal verassende inzichten. Laat je gegevens achter in het onderstaande formulier en download de whitepaper:

Download de Whitepaper: Dealen met Gen Z op de werkvloer

"*" geeft vereiste velden aan

Privacy
Nieuwsbrief
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Lees ook

Wim op woensdag: Wel of geen motivatiebrief?

We hebben er allemaal wel een mening over. Wordt Trump wederom president en als dat zo is, gaat dat goed komen? Worden ‘we’ wereldkampioen, en ook belangrijk: wie wordt de meest invloedrijke recruiter van 2022?

In mijn ogen is een brief achterhaald, maar dat vind ik ook van het cv.

Zo hebben we ook allemaal een mening over de motivatiebrief. Wel of niet? Vraag niet naar mijn mening, die krijg je wel. In mijn ogen is dit namelijk volkomen achterhaald, maar dat vind ik ook van het cv en in heel veel gevallen zelfs van de sollicitatie-interviews. Stop ermee en ga werven op basis van competenties en meeloop-/snuffeldagen, zou ik zeggen.

Doorgaan of afschieten?

Maar dit terzijde. Nu aandacht voor het wel en wee van de motivatiebrief. Ik zie dagelijks vacatures voorbij komen met de vraag: interesse, stuur je cv met motivatiebrief. Wat moeten we ermee? Doorgaan? Afschieten? Tijd voor een grondig onderzoek.

Dagelijks zie ik vacatures met: interesse, stuur je cv met motivatiebrief.

Daarom vraag ik hierbij graag je input vanuit 3 invalshoeken: die van de professionals (recruiters, HR en managers), die van de sollicitant en die van iedereen die er een mening over heeft maar niet als professional of als sollicitant wil reageren. Let’s go. Binnenkort deel ik in een nieuwe blog de resultaten. Let op: deelnemen kan tot en met 25 november.

Doe mee

Over de auteur

wim van den nobelen recruiterdilemma'sWim van den Nobelen is recruiter salarisadministratie bij Strictly People. Hij schrijft voor Werf& de ‘Wim op woensdag’. Elke woensdag vind je hier een blog, onderzoek of artikel van hem.

Lees ook:

6 bewezen ‘nudges’ tegen vooroordelen in het sollicitatieproces

Diversiteit wint aan belang in veel recruitmentprocessen. Maar vooroordelen zijn helaas lastig te verdrijven. Hoe lukt dat wel? Harvard-onderzoeker Paola Cecchi-Dimeglio geeft daarvoor in Harvard Business Review zes tips en nudges. Niet gebaseerd op getallen en streefcijfers, maar op beslissingsintelligentie. Welke zijn dat?

Tip 1. Rangschik je kritiek per kandidaat

Als je begint met recruitment, zorg dan dat je de onderbuik zoveel mogelijk uitsluit, en kies voor een duidelijke, strategische aanpak. Maak daarom vooraf een lijst maakt met relevante kwalificaties die prioriteit hebben voor de functie. Na elk sollicitatiegesprek kan de interviewer dan een beoordeling geven, aan de hand van die kwalificaties. Door alle kandidaten te beoordelen op zo’n manier krijg je degene te zien die het hoogst scoort en over de meeste vaardigheden beschikt.

Kijk wat voor de functie belangrijk is, zo leer je jezelf en anderen niet verder te kijken dan dit.

Zo voorkom je dat je de algemene indruk van een kandidaat beoordeelt, en hem of haar keurt op basis van 2 of 3 positieve (of juist negatieve) elementen die naar voren zijn gekomen, die misschien niet eens belangrijk zijn voor de functie. Met een lijst met duidelijke kwalificaties zijn er aandachtspunten die je kunnen afleiden van iemands ras, geslacht en sociaal-economische achtergrond. Oftewel: door te kijken naar wat voor de functie belangrijk is leer je jezelf en anderen niet verder te kijken dan deze kwalificaties.

Tip 2. Steun de tegengestelde mening

Eerst geïnterviewd, eerst aangenomen. Uit onderzoek is gebleken dat er een neiging is om kandidaten die er vroeg bij zijn te bevoordelen. Als je dan later van andere kandidaten nieuwe gegevens krijgt, die je oordeel niet ondersteunen, kan het gebeuren dat je die simpelweg negeert en niks ermee doet.

Vraag eens aan de beslissers waarom je iemand níet zou aannemen.

Een HR-professional van een wereldwijde professionele dienstverlener, met wie de auteur samenwerkte, merkte op dat maar liefst 89% van alle nieuwe hires de eerste kandidaat was die gezien werd. Om dit te veranderen, besloot de organisatie een andere aanpak te kiezen. Voortaan werd aan de besluitvormers gevraagd om redenen te bedenken waarom deze kandidaten juist níet de goede keuze zouden kunnen zijn. En daarna werd gevraagd waarom de kandidaten die niet hoog in de rangorde stonden juist wél de goede kandidaat konden zijn. Zo worden de beslissers aangemoedigd om terug te kijken naar de gegevens waaruit zij de keuzes hebben gemaakt, en kan een meer objectieve keuze het gevolg zijn.

Tip 3. Wijzig de omgeving

Andere tip: wijzig eens de omgeving waarin je sollicitatieprocessen voert. Kleine dingen kunnen al grote invloed hebben: de manier waarop je de tafels en stoelen rangschikt, waar je gaat zitten. Dat noemen we ook wel: ‘Keuzearchitectuur‘, oftewel: hoe je alternatieven aan de besluitvormers presenteert. Een voorbeeld hiervan: timing. Vraag iemand een belangrijke beslissing te nemen terwijl hij of zij honger heeft, dus voor lunchtijd, en de oordelen zullen strenger zijn. Maar vraag het op een moment van de dag waarop mensen meer ontspannen zijn en meer denkkracht hebben (zoals de ochtend), dan zal de beoordeling eerlijker zijn.

Kies tijdblokken waarop je energieker bent.

Maak dus tijdblokken in je eigen agenda waarvan je van jezelf weet dat je dan ontspannender en meer energiek bent. Gebruik deze tijdblokken dan om de kandidaten te beoordelen. Zo maak je geen gehaaste of strenge beslissingen die slecht kunnen aflopen. Voor nog meer vertrouwen in je beslissing kun je op twee momenten in de week naar je beslissing kijken. Bijvoorbeeld: in het begin van de week en tegen het einde van de week. Na een aantal dagen kun je makkelijker kijken of je gedachten nog hetzelfde zijn over de keuze.

Tip 4. Schud de standaardregels op

Cecchi-Dimeglio haalt ook een bedrijf aan dat probeerde meer vrouwen en minderheden te bevorderen, maar daarin aanvankelijk totaal niet bleek te slagen. Wat ze daarop deden? Ze maakten van promotie een regel in plaats van een uitzondering. Behalve als er een goed tegenargument was waarom iemand géén promotie verdiende, werd iedereen bevorderd. Oftewel: iedereen kreeg extra verantwoordelijkheden. En werd iemand uitgesloten, dan kregen de beslissers een foto van de kandidaat en moesten zij diens naam gebruiken als ze bespraken waarom hij of zij niet bevorderd moest worden.

Een “cohortmodel” creëren lijkt op het samenstellen van een aandelenportefeuille.

Ook bij recruitment kun je kiezen voor nieuwe regels. Stel: je hebt 6 vacatures en 30 kandidaten. Elke kandidaat kun je dan rangschikken als ‘veilig’, ‘neutraal’ of ‘riskant’. En dan zou je vervolgens kunnen afspreken om 2 kandidaten uit elke groep door te laten gaan. Het creëren van zo’n “cohortmodel” lijkt op het creëren van een aandelenportefeuille: in verschillende tijden zullen verschillende karakteristieken van waarde blijken. Zo je keuzemodel inrichten kan diversiteit bevorderen, omdat beslissers dan gedwongen worden risico’s te nemen – en eerder mensen zullen aannemen die ze normaliter zouden afwijzen.

Tip 5. Gebruik planningsdwang

Door actieplannen te gebruiken voorkom je vergeetachtigheid of uitstelgedrag. Als je iemand vraagt eerst te beslissen over het wanneer, waar en hoe van voorgenomen acties, vormt het plan een verbintenis die psychologisch moeilijk is te verbreken. Neem een techniekbedrijf dat zag dat het nauwelijks vrouwen en mensen uit minderheidsgroepen wist aan te nemen. Totdat HR de oorzaak ontdekte: bij hun sollicitaties ontbraken gemiddeld vaker de vereiste documenten. En interviewers die kandidaten moesten benaderen om de informatie op te vragen, deden dat niet.

Met behulp van dit systeem kwam er een 100% follow-up.

Het bedrijf implementeerde daarop een digitale checklist met een lijst van medewerkers en hun follow-up-taken. Ook werden de kandidaten (mét foto) toebedeeld aan die medewerkers. En ze kregen daarbij ook digitale reminders: hadden ze al contact met de kandidaat opgenomen? Met behulp van dit systeem kwam er een 100% follow-up en groeide uiteindelijk het aantal vrouwen en minderheden dat werd aangenomen.

Tip 6. Maak informatie overtuigend

Zonder informatie kom je niet ver. Maar vaak is de juiste informatie nog niet genoeg; het gaat er ook om de informatie in een overtuigende vorm te gieten. De zogenoemde prospect- of vooruitzichttheorie kijkt naar de subtiele manieren waarop framing de besluitvorming beïnvloedt. Denk hoe boodschappen met een verlieskarakter beter kunnen werken als oproep tot actie dan ‘winst’-boodschappen, vooral als de ontvanger de specifieke informatie als zeer relevant beschouwt.

Door de boodschap in een ander kader te plaatsen, kunnen meer mensen reageren.

Oftewel: door de boodschap in een ander kader te plaatsen, kunnen meer mensen reageren. Een farmabedrijf gebruikte die kennis eens om sollicitanten zich beter te laten voorbereiden. Hoe ze dat deden? Door elke kandidaat aan een interne medewerker te koppelen, via een opt-in-systeem, om zich beter te kunnen voorbereiden. Dit leverde aanvankelijk slechts 14% aan respons op. Maar toen de kop van het programma werd veranderd in “7 Sollicitatieblunders die je wil voorkomen” steeg de opt-in plots naar maar liefst 72% – en die groei was vooral bij vrouwen en minderheden te zien.

Conclusie

Conclusie: als je meer diversiteit in je instroom wilt, kan het geen kwaad je wat meer te verdiepen in hoe je beslissingen momenteel tot stand komen. Zitten daar misschien obstakels in die mensen (al dan niet bewust) uitsluiten? Als je je daarvan bewust bent, kun je zo je beslissingsstructuur inrichten dat je uiteindelijk het talent dat je nodig hebt werft, ontwikkelt én behoudt.

Meer diversiteit en inclusie?

Het vertalen van de theorie van diversiteit en inclusie naar de praktijk is voor veel organisaties uitdagend. Terwijl actie toch echt begint op je eigen kantoor. Het wordt tijd om een stap naar voren te zetten. Daarom organiseert Werf& op 2 februari 2023 een interactief event rondom dit onderwerp om (van elkaar) te leren, elkaar te inspireren en ervaringen uit te wisselen. Ben je nieuwsgierig wat jij kunt leren tijdens dit event? Schrijf je dan in voor de updates over het event.

Diversiteit en inclusie

Lees ook