Flex wordt steeds duurzamer en vast steeds mobieler: wat nu?

De verschillen tussen vast en flex worden kleiner naarmate de arbeidsmarkt krapper en schaarser wordt. Waar de lengte van de gemiddelde flexopdracht tegenwoordig 205 dagen is, blijft een bijbaner of jongere in vaste dienst gemiddeld minder dan 3 jaar bij een werkgever. En die duur neemt steeds verder af, zodat het verschil tussen vast en flex steeds kleiner wordt, zo blijkt uit onderzoek van HeadFirst Group en Intelligence Group, gebundeld in hun recent gepubliceerde rapport Talentmonitor – Vast wordt steeds mobieler en flex steeds duurzamer.

Vast is flex en flex is vast…

De tijd dat werknemers in het begin van hun carrière nu in dienst blijven bij een werkgever is met grote regelmaat korter dan de gemiddelde duur dat een opdrachtnemer (gedetacheerde of zelfstandige professional) bij een opdrachtgever blijft. In welke mate is vast dan nog vast en flex nog flex te noemen?

De mobiliteit van werknemers in loondienst neemt in de gehele breedte toe.

De mobiliteit van werknemers in loondienst neemt over de hele breedte toe. In de getallen kan de mobiliteit naar zzp-schap nog niet worden meegenomen, omdat de data daarvoor nog ontoereikend zijn. Gezien de sterke stijging van het aantal zzp’ers zou de mobiliteit op de Nederlandse arbeidsmarkt zelfs nog groter kunnen zijn. Flexibiliteit en flex groeien dus ook onder mensen met een vaste baan.

Bron: ITAM

De arbeidsmarktactiviteit (het aantal mensen dat zelf actief op zoek is naar een baan/opdracht) is onder de hele Nederlandse beroepsbevolking momenteel historisch laag, zowel voor vast als flex, ingegeven door de krapte op de arbeidsmarkt. Onder de beroepsbevolking in loondienst ligt de arbeidsmarktactiviteit nu op 11,4% , terwijl dit onder zelfstandigen in het eerste kwartaal van 2023 gedaald is naar 20,9%. Dit was in 2021 nog 28,4%. Daardoor komt meer nadruk te liggen op sourcing en actieve bemiddeling door intermediairs en detacheerders.

Snellere doorloopsnelheid

Als we inzoomen op mensen in loondienst, is te zien dat de gemiddelde mobiliteit eind 2022 boven de 20% komt. Dat betekent dat een persoon gemiddeld minder dan 5 jaar bij een werkgever werkt. Ten opzichte van 2015 is dit een afname van ruim 3 (!) jaar. Toen bleven mensen gemiddeld nog 8 jaar bij een werkgever werken.

Mensen werken minder dan 5 jaar bij een werkgever, een afname van ruim 3 jaar ten opzichte van 2015.

De doorloopsnelheid is zeer snel toegenomen bij mensen in loondienst. Dit is van alle leeftijden, al is de doorlooptijd bij jongeren nog veel hoger dan bij mensen met meer werkervaring. Bij jongeren (tot 25 jaar) ligt de gemiddelde doorlooptijd op 2,7 jaar (36,5% vond afgelopen jaar een nieuwe werkgever). Bij bijbaners ligt dit zelfs op 2,3 jaar. Dit gemiddelde stijgt naarmate de leeftijd stijgt, waarbij de mobiliteit over alle leeftijdscategorieën sinds 2017 een (licht) stijgende trend laat zien, ingegeven door de goede werknemersmarkt. Het grootste gedeelte van de huidige mobiliteit wordt verklaard door de groep tot 35 jaar.

Arbeidsmarktmobiliteit van de Nederlandse beroepsbevolking (niet zelfstandigen)

Opdrachten flex’ers steeds langer

Waar werknemers steeds korter in loondienst zijn, neemt de initiële opdrachtduur van opdrachtnemers – zelfstandig professionals en gedetacheerden – dus gestaag toe. Gemiddeld duurt een opdracht nu 205 dagen. Daarbij neemt ook het percentage opdrachten dat na de eerste opdrachtovereenkomst verlengd wordt weer toe, naar 61% in 2022. Vooral in het segment van opdrachten die 6 tot 12 maanden duren, is een duidelijke stijging te zien. Van alle opdrachten heeft nu 41% een initiële duur in dit segment. Dat was in 2020 nog 30%.

Van de opdrachten werd in 2022 zo’n 61% verlengd. In 2020 werden 63% van de opdrachten nog verlengd. Dat zakte in 2021 weg naar 56% om in 2022 dus weer ‘te herstellen’. Een gemiddelde verlenging ligt daarbij rond de 150 dagen (6 maanden). Ook bij de verlengingen, zeker als er vaker verlengd wordt, is te zien dat de duur van de verlengingen toeneemt ten opzichte van eerdere jaren. Conclusie: de duur van de gemiddelde opdracht van ruim een jaar komt steeds dichter bij het dalende gemiddelde te liggen van de duur dat een bijbaner of een jongere in loondienst is bij een werkgever. Oftewel: flex groeit naar vast toe.

‘Ik vraag de beleidsmakers en politici in Den Haag deze ontwikkelingen niet met wetgeving te stuiten.’

Wat betekent deze kleinere kloof tussen vast en flex voor de arbeidsmarkt? Marion van Happen, ceo HeadFirst Group: ‘De flexibiliteit groeit onder mensen met een vaste baan. Tel daarbij op dat uit recente cijfers van Intelligence Group blijkt dat slechts 10% van de zzp’ers overweegt terug in loondienst te gaan, waar dat in 2015 nog 18% was. Dit zijn onomkeerbare trends. Ik vraag de beleidsmakers en politici in Den Haag dan ook om deze ontwikkelingen niet met wetgeving te stuiten, maar het juist te omarmen en de zaken daaromheen vooral goed te regelen.’

Wie zit het langst?

Voor de Talentmonitor keken HeadFirst en Intelligence Group overigens ook nog naar wie veel langer dan de gemiddelde 205 dagen op een opdracht zitten.

Bron: HeadFirst Group

Ook keken de onderzoekers naar de beroepen van flex’ers wier opdrachten het minst een verlenging krijgen (vaak overheidsgerelateerd met lange eerste opdracht en/of praktisch opgeleid)

Bron: HeadFirst Group

Meer focus op werving dan op behoud

In tegenstelling tot andere landen, zoals België, ligt in Nederland veel meer de focus op externe werving dan op retentie (behoud) van personeel door middel van interne mobiliteit en doorgroeimogelijkheden. Opvallend, zeker in het licht van de hierboven genoemde sterk oplopende externe mobiliteit, gecombineerd met het sterk groeiende aantal zzp’ers. De externe mobiliteit blijkt inmiddels bijna 2 keer zo groot als de interne mobiliteit. Dit is een belangrijke aanjager van kosten en het verlies aan productiviteit en werkgeluk.

Zetten we externe mobiliteit (nieuwe werkgever) tegenover de interne mobiliteit (andere functie bij bestaande werkgever), dan zien we dat in 2012 dit verhoudingsgetal op 2:1 lag, destijds ingegeven door grootschalige reorganisaties, waarbij mensen ‘gedwongen’ werden op zoek te gaan naar een andere werkgever. In de periode van grotere en oplopende werkloosheid lag er relatief veel meer focus op interne mobiliteit. Dit had ook te maken met veel minder aanbod van (externe) vacatures.

Het principe van ‘behoud is het nieuwe werven’ is nog nauwelijks doorgedrongen bij werkgevers.

In de laatste jaren, met de zeer lage werkloosheid en het gigantische aanbod van banen, ligt de verhouding weer bijna op 2:1, waarbij om een heel andere reden externe mobiliteit het ‘wint’ van interne mobiliteit. Inmiddels lijkt daarin de piek bijna behaald, gezien de afvlakking van de stijging. Door het sterk toenemende verloop bij organisaties komt er weer meer aandacht voor behoud van personeel, doorgroeimogelijkheden en interne mobiliteit binnen de HR-kolom.

Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group: ‘Het principe van “behoud is het nieuwe werven” is nog nauwelijks doorgedrongen bij werkgevers. Zij blijven pushen op externe werving, terwijl interne doorstroom juist nog onvoldoende op de agenda staat. Ondanks dat de voordelen van interne mobiliteit groot zijn. 2023 moet het jaar van de omslag worden op dit vlak.’

Meer Data Donderdag?

Regio snakt naar skills Nedcar-personeel

Natuurlijk, voor de werkgelegenheid in Limburg zou het ontslag van ruim 1.800 mensen bij autofabriek VDL Nedcar een enorme dreun betekenen, zo denken in elk geval de vakbonden en landelijke politici. Het bedrijf heeft nu 3.950 man personeel, en zegt straks nog maar 2.100 medewerkers nodig te hebben – omdat de ploegendiensten worden gehalveerd. Extra ontslagen in 2024 zijn bovendien niet uit te sluiten, omdat dan het lopende contract met BMW afloopt.

Uit onderzoek blijkt dat bedrijven in de regio snakken naar de specialisten die Nedcar nu nog in dienst heeft.

De bonden eisen inmiddels een beter sociaal plan en de SP wil premier op het matje roepen. Maar heel zwartgallig hoeven de medewerkers niet te zijn. Uit onderzoek van Intelligence Group blijkt dat bedrijven in de regio, zoals DSM en Picnic, snakken naar de technische specialisten die VDL Nedcar nu nog in dienst heeft. En over de Duitse grens zoeken firma’s als Amazon, Dachser en Deutsche Bahn zich wezenloos naar de skills van het Nedcar-personeel, zoals CNC-programmeurs en SAP-deskundigen.

Een jaar geleden was het nog feest bij VDL Nedcar, toen de miljoenste auto voor BMW van de band rolde

Extreem moeilijk te werven

Kijkend naar de topfuncties die in de afgelopen jaren open stonden bij Nedcar staan productiemedewerker, CNC-programmeur,  projectleider, manufacturing engineer en mechanical engineer in de top 5 Deze functies zijn overal gezien zeer schaars en in de regio Limburg in sommige gevallen zelfs extreem moeilijk te werven. Tegelijkertijd worden mensen met deze functies ook vaker benaderd dan het landelijk gemiddelde: 57% van de projectleiders en 78% van de manufacturing engineers worden minimaal elk kwartaal benaderd door een bureau of een andere werkgever. Dit is ruim boven het landelijk gemiddelde van 39%.

De concurrentie van organisaties om deze functies te vervullen is groot.

De concurrentie van organisaties om deze functies te vervullen is dus groot. De extra toestroom van werkzoekenden zal de schaarste iets doen afnemen en eerder voor een gewenste verlichting zorgen bij werkgevers, dan dat (ex-)werknemers van VDL Nedcar een probleem zullen hebben om een nieuwe baan of opdrachtgever te vinden.

Bron: Intelligence Group, Giant 2023.

Bij het wegvallen van banen, zullen er ook skills vrijkomen die zijn in te zetten op de arbeidsmarkt. De meest gevraagde professionele skills van VDL Nedcar in de regio zijn vooral technisch van aard. Hier vallen met name techniek, machinebouw, machinewerkzaamheden, automobielindustrie en montage onder. Daarnaast zijn ook IT-skills veelgevraagd, zoals ervaring met CAD, IBM Cast Iron en SAP-applicaties, en sociale vaardigheden zoals werken in groepsverband, zelfmotivatie en communicatie.

Bron: Jobfeed.nl

Er zijn verschillende organisaties die geschikt kunnen zijn als nieuwe werkgever voor de personen die hun baan verliezen. Zo hebben in de regio onder andere Amazon, Koninklijke DSM, Picnic, Neways en UPS vergelijkbare functies openstaan als er veel bij VDL Nedcar zijn.

Ook veel kansen in Duitsland

Daarnaast is er ook werkgelegenheid net over de grens met Duitsland. Organisaties zoals Amazon, Dachser en Deutsche Bahn hebben hier openstaande functies voor de profielen zoals die bij VDL Nedcar verloren lijken te gaan.

Werkgevers, bureaus en recruiters zullen verlekkerd kijken naar het extra aanbod vanuit VDL Nedcar.

‘Een paar jaar geleden zou de impact van zo’n grote groep ontslagen een gigantisch effect hebben gehad. Vandaag kan het de broodnodige verlichting bieden voor werkgevers in de regio, zowel in Nederland als België en Duitsland’, zegt Geert-Jan Waasdorp, directeur Intelligence Group. ‘Werkgevers, bureaus en recruiters zullen verlekkerd kijken naar het extra aanbod dat zij makkelijk aan een andere baan kunnen helpen. Ook werknemers die niet ontslagen worden, zullen makkelijker los te weken zijn. Feitelijk staat het gehele voortbestaan van VDL Nedcar op het spel nu het hunting ground is geworden op de arbeidsmarkt van schaars technisch talent.’

Met medewerking van en mede geschreven door Nadina Bricic. Credit foto boven.

Het terrein van VDL Nedcar in het Limburgse Born.

Lees ook

Zo kan anoniem solliciteren dus wél werken voor je diversiteit

Heeft anoniem solliciteren zin, als je meer diversiteit in je organisatie wilt? Er zijn in de afgelopen jaren talloze experimenten mee geweest, onder meer geïnspireerd op het beroemde voorbeeld van de ‘blinde audities’ bij klassieke orkesten, maar de resultaten daarvan zijn op z’n best wisselend te noemen. Informatie uit (het begin van) een selectieprocedure actief weglaten, zoals namen, leeftijden, hobby’s, afstudeerjaren of geslacht? Soms had het een beetje effect, soms geen, en soms zelfs op den duur een tegengesteld effect aan wat organisatie ermee beoogden.

Er zijn talloze experimenten geweest met anoniem solliciteren, maar de resultaten zijn op z’n best wisselend.

‘Gewoon’ anoniem solliciteren invoeren is dan ook meestal niet de beste oplossing, schrijft Sean Fath (van de Cornell University in New York) in Harvard Business Review. Volgens de assistant professor suggereren alle onderzoeken – alles bij elkaar genomen – dat een ‘blind’ of anoniem wervingsproces de doelstellingen van organisaties op het gebied van diversiteit vaak helpt, maar soms ook in de weg kan staan. Wil je het toch overwegen, dan zul je jezelf volgens hem eerst de volgende 3 vragen moeten stellen.

Vraag 1: Selecteren we ze nu te weinig?

Fath meldt dat in de VS tegenwoordig ongeveer 1 op de 5 organisaties met een vorm van anoniem of blind solliciteren werkt. Ongeveer 60% van de HR-professionals is bekend met de fenomeen. Buiten de VS wint de methode ook terrein. Onder andere de BBC is ermee bezig, en ook in Nederland wordt het volop onderzocht.  Maar de eerste vraag die organisaties zichzelf zouden moeten stellen is: selecteren wij nu (systematisch) te weinig sollicitanten uit traditioneel achtergestelde groepen voor sollicitatiegesprekken?

In de VS zou al ongeveer 1 op de 5 organisaties met een vorm van anoniem of blind solliciteren werken.

‘Onderzoek suggereert dat blind hiring het aantal sollicitatiegesprekken voor leden van traditioneel achtergestelde groepen alleen verhoogt als het wordt gebruikt door bedrijven die sollicitanten uit deze groepen gewoonlijk onderselecteren voor sollicitatiegesprekken’, aldus Fath. Intuïtief logisch, zegt hij. Maar toch is de praktijk vaak anders, omdat het daar juist organisaties zijn die tóch al bezig zijn met diversiteit die deze methode als extra inspanning overwegen. Zulke organisaties kunnen zich volgens Fath echter beter richten op ‘oplossingen die vooroordelen tijdens sollicitatiegesprekken en selectiebeslissingen daarna aanpakken.’

Vraag 2: Werkt het voor de functie in kwestie?

Een tweede punt, aldus de onderzoeker, is dat bij anoniem solliciteren in de praktijk niet altijd gekeken wordt naar de betreffende functie. Wat voor muzikanten bijvoorbeeld redelijk tot goed werkt, doet dat niet voor elke functie. Vraagt de baan in kwestie bijvoorbeeld een bepaalde hogere opleiding, dan kan daar al een bias in zitten: niet iedereen heeft natuurlijk dezelfde mate van toegang tot die opleidingen. ‘En dan kunnen leden van bevoorrechte groepen nog steeds een voorsprong hebben bij een anonieme sollicitatieprocedure, ook al lijkt discriminatie te worden geblokkeerd’, schrijft Fath.

Bij hoge kwalificatie-eisen kan een anoniem aannamebeleid zelfs averechts werken voor je diversiteit.

Een blind aannamebeleid kan dan zelfs averechts werken voor je diversiteit. Dan heeft het volgens de onderzoeker de voorkeur om juist het aantal ‘geprefereerde’ kwalificaties voor een functie uit te breiden (ten koste van de vereiste) of om de sociale identiteit van sollicitanten juist wél te laten meewegen in beslissingen over sollicitatiegesprekken, zodat je kwalificaties kunt evalueren door de bril van de hindernissen – of privileges – die sollicitanten hebben ervaren op hun weg daar naartoe.

Vraag 3: Wat doen we nog meer tegen discriminatie?

We schreven het al eerder: anoniem solliciteren is in z’n eentje zelden zaligmakend. Je haalt immers informatie wég uit het selectieproces, en op basis van mínder informatie is het altijd moeilijker goed te selecteren. Je zou juist méér relevante informatie willen. En dan ervoor willen zorgen dat de niet-relevante informatie minder dominant wordt, aldus Fath. ‘Je kunt anoniem solliciteren alleen volledig benutten in de eerste screeningsfase als je het combineert met andere strategieën die je voor en na de eerste screening toepast om discriminatie tegen te gaan.’

‘Anoniem solliciteren werkt natuurlijk niet als er überhaupt maar weinig leden uit achterstandsgroepen solliciteren.’

Denk bijvoorbeeld aan: een gerichte wervingsaanpak voor bepaalde minderheidsgroepen, of gestructureerde interviews, waarbij de interviewers zich alleen richten op werkgerelateerde vragen en je de invloed van de ‘biertest‘ op de beoordeling van de kandidaat vermindert. ‘Het terugdringen van discriminatie bij beslissingen over de selectie vergroot de diversiteit van de groep sollicitanten natuurlijk niet als er überhaupt maar weinig leden uit achterstandsgroepen solliciteren’, aldus Fath.

Conclusie

Anoniem solliciteren, of blind hiring, kán dus zeker werken. Maar als dit het enige is dat je doet in je organisatie zullen de resultaten waarschijnlijk tegenvallen. Wil je er een succes van maken voor je diversiteit, dan is er dus meer nodig. In de hele keten van je werving- en selectieprocedure, en eigenlijk in elke stap die je daarin zet, aldus Fath. ‘De belangrijkste conclusie is dat anoniem solliciteren geen pasklare oplossing is. Maar de stand van de wetenschap suggereert dat deze strategie, voor de juiste banen, in de juiste organisaties, de deur tóch kan openen voor het halen van doelen op het gebied van diversiteit.’

Lees ook

Kosten verloop rijzen steeds verder de pan uit – wat te doen?

8 miljard. Dollar. In 1 jaar. Dat zijn de geschatte kosten van het gewenste én ongewenste verloop bij het (qua werknemers) grootste bedrijf ter wereld, Amazon. Een enorm bedrag. Zeker gezien de winst van het bedrijf, die (in 2021) maar net iets meer dan 4 keer hoger lag. Volgens gelekte documenten zou in 2021 zelfs maar 1 op de 3 nieuw geworven medewerkers het langer dan 90 dagen bij het bedrijf hebben uitgehouden. Waarbij het vertrek vooral vrijwillig bleek, ‘over alle afdelingen en functies heen’.

In 2021 zou maar 1 op de 3 nieuwe medewerkers het langer dan 90 dagen bij Amazon hebben uitgehouden.

Alhoewel het probleem waarschijnlijk bij niet veel organisaties zó groot zal zijn, heeft de krapte de afgelopen jaren bij wel meer bedrijven de mobiliteit flink opgejaagd. Oók in Nederland. Het verloop lag in Nederland in 2022 gemiddeld op 12%. Maar liefst 1,8 miljoen mensen wisselden hier vorig jaar van werkgever – een absoluut record. Dat zijn er bijvoorbeeld ruim 335.000 meer dan in 2021. En dit is dan nog los van de interne mobiliteit bij werkgevers, zo blijkt uit het rapport Verloopcijfers 2022 van Intelligence Group en de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie.

Enorme kosten

En dat gaat gepaard met enorme kosten. Niet alleen de directe kosten van iemand opnieuw moeten werven, zoals vacatures plaatsen en werving- en selectiefees, maar ook: verlies aan productiviteit, stress en burnouts bij de achterblijvers, vooral bij vrouwen en jongeren, kennisverlies en kosten van training en onboarding van nieuwe medewerkers. En het risico van een nieuwe mishire natuurlijk. Waarna de hele cyclus dus weer overnieuw moet beginnen. Het levert recruiters tonnen aan werk op, maar de vraag is natuurlijk gerechtvaardigd: zijn we hiermee als hele arbeidsmarkt wel goed bezig?

LSR-algemeen

Naar schatting geven organisaties in 2023 25% extra uit aan de werving van talent, in vergelijking met voorgaande jaren. Dat gaat bovendien gepaard met een groei van 49% in candidate ghosting en een afname van maar liefst 57% in actieve sollicitanten voor vacatures. Het onderstreept de noodzaak voor organisaties om de arbeidsmarkt anders te gaan aanpakken en een meer strategische benadering te gaan kiezen. Waarbij recruiters ook laten zien dat ze begrijpen wat het betekent als ze zeggen: ‘Behoud is het nieuwe werven’.

Hamsteren!

Voor een deel heeft de problematiek op de huidige arbeidsmarkt nog meteen te maken met de coronapandemie. Uit onderzoek van CNN blijkt bijvoorbeeld dat Amazon van 2019 tot 2022 een stijging kende van 106% in het personeelsbestand, Meta (van Facebook) 103%, Salesforce 67% en Twitter 63%. Nu zien we massale ontslagen in deze organisaties. Omdat ze hun verwachte groei niet bereikten, moesten ze dit recent geworven personeel nu alweer ontslaan. Zowel werknemers als managers ondervinden nu de gevolgen van deze beslissingen, omdat velen werkloos worden en ondertussen veel wervingsmiddelen zijn verspild.

verloop

Sommige organisaties zijn in de coronatijd overgegaan op een strategie van ‘talent hamsteren‘: toptalenten binnen het bedrijf te krijgen en te houden voor de ‘regenachtige dagen’. Organisaties houden daarmee ook hoogopgeleide personen weg bij concurrenten, totdat ze uiteindelijk alsnog worden ontslagen. Deze wervingsstrategie heeft de afgelopen jaren de loondruk voor veel organisaties aanzienlijk verhoogd, aangezien ze vaak hun toevlucht namen tot hogere salarissen en aantrekkelijker beloningspakketten om bekwame professionals te verleiden om zich bij hun organisaties aan te sluiten.

Schieten-met-hagel-aanpak

Maar terwijl de focus zo enorm op de markt buiten lag, zijn veel bedrijven de wereld bínnen bijna vergeten. Intern potentieel talent identificeren en koesteren? Het gesprek aangaan met je eigen mensen? Interne bronnen beoordelen en individuen met veelbelovend potentieel kansen bieden? Het is de laatste jaren vaak in de verdrukking gekomen door een wat lukrake schieten-met-hagel-aanpak van werving, gericht op de externe arbeidsmarkt. En als je daar dan mensen mee binnenhaalt, blijken die dus ook vaak weer snel vertrokken.

De verspilling van middelen in het wervingsproces wordt vaak over het hoofd gezien in organisaties.

Deze verspilling van middelen in het wervingsproces is een vaak over het hoofd gezien aspect in organisaties. Of het wordt gezien als onvermijdelijk. Helaas weegt ook de invloed van de CFO vaak zwaarder dan die van de CHRO, waarbij financiële aspecten voorrang krijgen boven de waarde van menselijk kapitaal. In de haast om personeel te werven, worden compromissen gesloten op cruciale elementen als diversiteit, kwaliteit en betrokkenheid van nieuwe medewerkers. Dit resulteert onvermijdelijk weer in een hoog verloop. Dit gebrek aan strategie en het slechte gebruik van data eindigen zo in veel verspilde middelen.

Strategie formuleren

Aan recruiters en recruitmentmanagers om die waan van de dag te ontstijgen en een meer duurzame wervingsstrategie te formuleren, gericht op de lange termijn. Door gebruik te maken van data-analyse, kunnen zij aantonen dat er wel degelijk een verbinding bestaat tussen de kwaliteit van hun werving en de latere bedrijfsresultaten. Door dan ook nog eens intern talent te (blijven) stimuleren, kunnen bedrijven alsnog een gezonde, productieve en duurzame werkomgeving creëren, terwijl ze tevens de kosten van hun werving beheersen. Beter dan dat Amazon dat doet, in elk geval.

Meer weten?

Wil jij als ervaren recruiter een sterke gesprekspartner worden voor het management, zodat je hen kunt adviseren over een duurzame wervingsstrategie? Schrijf je dan in voor de Leergang Strategisch Recruitment met startdatum 19 juni. Na het afronden van deze opleiding weet je onder andere hoe je de candidate journey positief beïnvloedt, hoe je een wervingsplan kunt maken én presenteren, hoe je meer resultaat haalt uit recruitment en hoe je op basis van data een recruitmentstrategie maakt.

Leergang

Dit artikel is geschreven door Victoria van Intelligence Group. Geïnspireerd door: Chad & Cheese Podcast

Werkgevers ergeren zich aan wensen generatie Z en staan nu meer open voor 60-plussers

Het werk moet alleen maar leuk zijn, hun verwachtingen voor het startsalaris zijn ‘belachelijk hoog’, en dan hopen ze ook nog allemaal binnen een jaar promotie te maken. En dat het liefst parttime natuurlijk. Nee, Generatie Z staat er zacht gezegd niet al te best op bij veel werkgevers, zo blijkt uit recent onderzoek van Pro Contact, uitgevoerd door Markteffect, onder ruim 300 Nederlandse ondernemers en managers. Dan liever een 60-plusser, zo lijken veel van de ondervraagden inmiddels te denken.

Bijna de helft vindt dat jongeren richting collega’s en klanten te veel afkortingen en buzzwoorden gebruiken.

Ongeveer de helft van de werkgevers zegt in het onderzoek het bijvoorbeeld storend te vinden dat generatie Z snel wordt afgeleid. Ook vindt bijna de helft (48%) dat jongeren richting collega’s en klanten te veel afkortingen en buzzwoorden gebruiken. Tegelijk zegt ongeveer 1 op de 3 werkgevers wel min of meer bezig te zijn met zich aanpassen aan de nieuwe generatie. Zij passen bijvoorbeeld gedragsregels en kledingvoorschriften aan om diverser en inclusiever personeel aan te trekken. Daarnaast zeggen werkgevers die zich open-minded opstellen (54%) te merken dat ze een betere aansluiting vinden bij de generatie.

‘Gaat niet meer weg’

‘Het is een feit dat generatie Z de arbeidsmarkt betreden heeft en ook niet meer weggaat’, aldus Willem Bos, creatief directeur bij onderzoeker Pro Contact. ‘Net als bij elke nieuwe generatie brengt dat nieuwe uitdagingen met zich mee. Hier moeten werkgevers aan wennen. Normen en waarden die 20 jaar geleden golden, gelden nu niet meer. Zo is het voor generatie Z heel normaal om parttime te werken. Ze willen op een andere manier van het leven genieten.’

‘Normen en waarden die 20 jaar geleden golden, gelden nu niet meer.’

Waar generatie Z werkgevers dus flink hoofdpijn bezorgt, staan 60-plussers er ineens een stuk beter voor dan vorig jaar, constateert Bos ook. Maar liefst 60% van de ondervraagden geeft bijvoorbeeld aan dat de kans groot is dat ze nu een ouder persoon een baan aanbieden. Vorig jaar was dit nog slechts 55%. Daarentegen maken mensen met een ‘rugzakje’, zoals iemand die net hersteld is van een burn-out of iemand die een gevangenisstraf heeft uitgezeten, nog steeds amper kans op een baan, blijkt uit de cijfers.

Verbolgen

‘We zien dat er werkgevers verbolgen reageren als salariseisen buiten proportioneel hoog zijn. En het klopt, absoluut gezien zijn de startsalarissen in verhouding tot de tijd dat millennials de arbeidsmarkt betraden ook aanzienlijk hoger. Maar we moeten ook beseffen dat het leven veel duurder is. Prijzen zijn enorm gestegen en 10 tot 15 jaar geleden hadden we ook nog niet te maken met de huren die deze generatie nu betalen’, aldus Bos. ‘Mijn advies is dan ook: ga goed met de medewerkers in gesprek en stel bijvoorbeeld tijdens sollicitatiegesprekken een duidelijk groeipad voor. Geef ze, net als de 60-plussers, een kans.’

Whitepaper

Onze partner Pro Contact nam de werkende generatie Z onder de loep. Hierbij kwamen ze tot een aantal verrassende inzichten. Laat je gegevens achter in het onderstaande formulier en download de whitepaper:

Download de Whitepaper: Dealen met Gen Z op de werkvloer

"*" geeft vereiste velden aan

Privacy
Nieuwsbrief
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Lees ook

Opvallend: concurrentiebeding wereldwijd onder vuur

Zo’n 3,1 miljoen. Naar schatting. Dat is het aantal werknemers in Nederland dat is gebonden aan een concurrentiebeding. Het is in veel arbeidscontracten bijna een standaard zinnetje geworden dat je, na het einde van je contract, niet hetzelfde soort werk zou mogen doen bij een concurrerend bedrijf, voor een bepaalde periode. Maar als het aan het kabinet ligt, is die standaard binnenkort verleden tijd.

‘Hierdoor kunnen werknemers minder makkelijk van baan wisselen en werkgevers minder makkelijk mensen vinden.’

‘Deze beperkende regel is er om bedrijfsbelangen van werkgevers te beschermen. Maar die beperking is vaak niet terecht’, aldus het kabinet. ‘Hierdoor kunnen werknemers minder makkelijk van baan wisselen en werkgevers minder makkelijk mensen vinden. Daarom hebben we besloten het concurrentiebeding te moderniseren.’ Of, zoals minister Karien van Gennip (SZW) het zegt: ‘Een concurrentiebeding kan nodig zijn om bijvoorbeeld bedrijfsgeheimen of zakelijke relaties te beschermen. Maar we zien nu dat er in contracten steeds vaker standaard een concurrentiebeding staat, terwijl daar geen goede reden voor is.’

Afschrik-effect

Onnodig beperkend voor werknemers en het hindert de doorstroom op de arbeidsmarkt, aldus het kabinet. Voor de aanleiding wordt ook verwezen naar onderzoek van bureau Panteia, uit 2021. Daaruit zou blijken dat ongeveer 1 op de 3 werkgevers als een standaardclausule in het contract een concurrentiebeding heeft opgenomen. Dit mag eigenlijk alleen als er een goede reden voor is, zoals toegang tot relaties of gevoelige informatie. Maar die reden is er dus vaak niet, aldus de onderzoekers. Terwijl het beding dan wel een afschrik-effect kan hebben, waardoor werknemers niet durven overstappen naar een andere werkgever.

Houdt een werkgever een vertrekkende werknemer aan het beding, dan moet hij daarvoor straks een vergoeding betalen.

Het kabinet wil nu dat het op voorhand duidelijker wordt wanneer een werkgever een concurrentiebeding kan opnemen en inroepen. Dit voorkomt ook een gang naar de rechter. De minister wil onder meer het concurrentiebeding wettelijk begrenzen in duur, en geografische afbakening, specifiek en gemotiveerd in het contract. Ook moet de werkgever straks in vaste contracten het zwaarwichtig bedrijfsbelang van een eventueel beding motiveren (min of meer zoals dit nu al geldt voor tijdelijke contracten). En houdt een werkgever een vertrekkende werknemer aan het concurrentiebeding, dan moet hij daarvoor straks ook een vergoeding betalen aan de werknemer, een wettelijk bepaald percentage van het laatstverdiende salaris.

Internationaal onder vuur

Het wetsvoorstel om het concurrentiebeding aan te passen gaat naar verwachting eind 2023 in internetconsultatie. Daarmee sluit het kabinet aan bij een internationaal groeiende trend. Toeval of niet, ook in de Verenigde Staten liggen zogeheten non-compete agreements namelijk de laatste tijd flink onder vuur. Meestal zijn ze nu al illegaal, aldus de National Labor Relations Board (NLRB) in een recent memo. ‘De concurrentiebedingen schenden de wet, zolang het beding niet is beperkt tot speciale omstandigheden, die de beperkingen van de rechten van werknemers rechtvaardigen’, aldus de door president Biden aangestelde NLRB-voorzitter Jennifer Abruzzo.

Volgens de NLRB zorgen concurrentiebedingen voor onrechtmatige druk op de lonen.

Volgens de NLRB zorgen concurrentiebedingen voor onrechtmatige druk op de lonen, omdat werknemers hierdoor moeilijker van de ene naar de andere werkgever kunnen overstappen, om zo meer te kunnen gaan verdienen. De U.S. Federal Trade Commission, die toeziet op kartelvorming, stelde in januari al een nieuwe regel voor om de bedingen aan banden te leggen. Dat voorstel ligt nu nog voor bij de Amerikaanse wetgever. In 2021 bleek uit onderzoek dat zo’n 18% van alle Amerikanen nu te maken heeft met een concurrentiebeding. Staten als Californië, Oklahoma en North-Dakota hebben al eigen regels ertegen uitgevaardigd.

Maar ook in Europa

Maar ook in Europa is Nederland bepaald geen uitzondering met de wens om de bedingen te willen beperken. Zo maakte de regering in het VK in mei zijn intentie bekend om in elk geval de lengte van concurrentiebedingen te beperken tot slechts 3 maanden, in plaats van de 12 maanden die nu nog mogelijk zijn. Het idee van de Britse regering is dat deze verandering niet alleen medewerkers meer flexibiliteit biedt, maar ook dat het de totale economie een boost zal geven, omdat werkgevers hierdoor ook een bredere talentpool tot hun beschikking zullen krijgen.

De Britse regering maakte in mei bekend de lengte van concurrentiebedingen te willen beperken tot slechts 3 maanden.

Ook de Europese Commissie volgt de ontwikkelingen op dit gebied met grote belangstelling. EU-commissaris Margrethe Vestager heeft in 2021 al gezegd dat concurrentiebedingen een risico vormen voor innovatie en neerwaartse druk op lonen, en bovendien kartelvorming in de hand kunnen werken. Wel is de aandacht nog vooral gericht op meer algemene afspraken niet op elkaars personeel te jagen, in plaats van op individuele contractvorming – omdat dat niet echt het terrein van de Unie wordt geacht.

Voetbalclubs

Ondertussen zijn veel lidstaten wel bezig op dit gebied. Vooral bedrijven die met elkaar afspreken niet elkaars personeel te benaderen zijn daarbij vaak het doelwit. Dat duidt immers op kartelvorming. Zo werd in januari dit jaar bekend dat drie Franse bedrijven een boete hadden gekregen (van bijna 150.000 euro) omdat ze onderling zulke no-poach-afspraken hadden gemaakt, en werd aangekondigd dat er meer van zulke onderzoeken liepen. In Portugal kreeg een zaak veel aandacht waarbij 31 professionele voetbalclubs ermee hadden ingestemd geen spelers aan te werven die hun contracten eenzijdig hadden opgezegd.

Ook een anti-ronselbeding zul je in de toekomst waarschijnlijk minder snel opgelegd krijgen.

De vorige week gepresenteerde Kamerbrief van minister Van Gennip heeft het overigens niet over een bijzonder soort concurrentiebeding: het anti-ronselbeding. Dit is ook niet in de wet gedefinieerd, maar met name veel recruiters hebben er wel mee te maken. Zo’n beding regelt dat je bij een nieuwe werkgever geen personeel mag werven bij de oude werkgever. Uit de jurisprudentie tot nu toe (met name over anti-ronselbedingen in tijdelijke contracten) valt op te maken dat ook dit soort bedingen het in de toekomst moeilijker zullen krijgen.

Lees ook

 

Hoe geautomatiseerde campagnes voor 8.500 vacatures een European Search Award opleverden

Voor alles lijken tegenwoordig wel prijzen te winnen, en dus ook voor ‘datagedreven marketing automation’. Het was tijdens de European Search Awards, uitgereikt in Lissabon, een Nederlands bedrijf dat met die prijs aan de haal te gingen, en dan zelfs een bedrijf dat in de recruitmentmarkt actief is: Nederland Vacature. De vakjury was unaniem in haar oordeel dat Nederland Vacature met kop en schouders uitstak boven de concurrentie door de datagedreven manier waarop de marketingcampagnes van het jobboard volledig geautomatiseerd worden aangestuurd.

‘Waar traditionele jobboards een brij aan tekst publiceren en puur als doorgeefluik fungeren, om traffic te genereren willen we bij Nederland Vacature het anders doen en werkzoekenden alle informatie geven om goed geïnformeerd te starten met de sollicitatie’, vertelt Marjolein van Casteren, die bij het platform als marketeer aan de slag is. ‘Zo heeft iedere werkzoekende écht wat te kiezen in deze schaarse arbeidsmarkt.’

Nederland Vacature sleepte recent een zogeheten European Search Award in de wacht voor de 'beste datagedreven recruitment marketing automation'. Waaraan dankt het bedrijf die uitverkiezing?

Employer branding als basis

De prijs is volgens Van Casteren dan ook vooral te danken aan ‘onze keuze om employer branding toe te voegen aan alle vacatures. Dat heeft ertoe geleid dat bezoekers 68% langer op de website blijven en 57% vaker een sollicitatie starten. Deze basis is dan weer het succes van onze marketing automation, omdat Google direct kan zien dat de het engagement en de time on site van onze bezoekers hoog is. Daarmee kunnen we voor alle 8.500 vacatures op nederlandvacature.nl met alle assets van een vacature een geautomatiseerde campagne klaarzetten, die we vervolgens op basis van performance aansturen.’

Werkzoekenden uit de campagnes laten gemiddeld een engagement rate zien van 88%, waanzinnig goed voor paid media.’

Aan wat voor assets we dan moeten denken? ‘Functietitel en synoniemen bijvoorbeeld, maar ook het niveau van de vacature, de locatie, het aantal uur, de salarisrange en de waarden van het bedrijf. Dit zorgt ervoor dat je in de longtail en exact in het interessegebied van werkzoekenden terecht komt. Werkzoekenden die uit de campagnes op de website komen laten gemiddeld een engagement rate zien van 88%, wat waanzinnig goed is voor paid media.’

Retargetting

Nederland Vacature brengt vervolgens via retargetting bij betrokken werkzoekenden vergelijkbare vacatures onder de aandacht. ‘Daardoor genereren we het maximale resultaat tijdens de oriëntatie naar een nieuw baan’, aldus Van Casteren. Maar belangrijker nog, zegt ze: ‘Wanneer ze eenmaal het gedrag laten zien wat wij het liefste zien: actief solliciteren.’

Met meer dan 8.500 directe vacatures van partners, in totaal in ruim 1.000 Nederlandse steden, in vrijwel alle branches, en voor alle onderwijs- en ervaringsniveaus, biedt Nederland Vacature een opvallend onderscheidende aanpak in de jobboard-markt. Sollicitanten blijven als ze via campagnes van deze vacaturesite komen namelijk tot 3x langer op de website van de werkgever en genereren 112% meer paginabezoeken per sessie, legt Van Casteren uit.

Het bedrijf claimt geen advertenties en gesponsorde content aan te bieden, en bovendien geen dubbele of verlopen vacatures aan kandidaten te tonen. Het is de marketingstrategie die het verschil maakt, aldus Van Casteren. ‘Onze dynamische en geautomatiseerde online marketingstrategie opereert volledig prestatiegericht. Dit is zo uniek en revolutionair, wij zijn de enige die dit toepassen in ons vakgebied. En we zijn er enorm trots dat dit bekroond is met dé prijs op het gebied van Online Marketing en dat op Europees niveau!’

De inzending voor de European Search Awards van Nederland Vacature kwam tot stand dankzij een samenwerking met Ryan Peerkhan van online marketingbureau Ascend Online, dat pas 2 jaar geleden werd opgericht.

Lees ook

 

De recruitercode gekraakt, deel 3: Rijd je bewust door het oranje licht?

Je aan de wet houden, het lijkt misschien vanzelfsprekend. Ieder wordt immers geacht de wet te kennen, zoals je vaak hoort. Maar in werkelijkheid is dat natuurlijk niet zo. En daarom staat in de Recruitercode dus ook letterlijk de tekst opgenomen dat je als recruiter ‘op de hoogte’ bent van ‘de relevante wet- en regelgeving (Burgerlijk Wetboek)’, en dat je ‘kennis hebt van en handelt naar dat deel dat relevant is voor recruiters (Arbeidsrecht, waaronder: proeftijd, bepaalde/onbepaalde tijd contracten, relatie- en concurrentiebeding en ook AVG, UAVG, WAB, DBA, en Contractenrecht, verbod op discriminatie, et cetera).’

In de Recruitercode zeggen recruiters toe dat ze zich laten bijstaan als ze zelf niet over voldoende specifieke kennis hierover beschikken.

Daarnaast schrijft hetzelfde hoofdstuk in de Recruitercode voor dat recruiters die de code hebben ondertekend handelen ‘in overeenstemming met de NVP sollicitatiecode’. En als ze zelf niet over voldoende specifieke kennis hierover beschikken? Dan spreken ze in de Recruitercode af dat ze zich laten bijstaan door een deskundige. Net zo goed als de recruiter die de code ondertekent toezegt dat als hij of zij constateert dat als niet voldaan wordt aan de wetgeving je dit tijdig en actief naar betrokkenen zal signaleren.

Geen recruiter is advocaat

Dat líjkt dus allemaal vanzelfsprekend. Maar er is wel degelijk een goede reden om deze bepaling toch in de Recruitercode op te nemen, zegt bijvoorbeeld voorzitter Koen Roozen. ‘Voor de meeste recruiters is dit in de praktijk een heel moeilijk onderwerp. Ze vinden het over het algemeen ook niet leuk om hiermee bezig te zijn. Geen enkele recruiter is jurist of advocaat. Maar het is wel heel belangrijk om je van de regels bewust te zijn. Net zoals je pas als automobilist het verkeer in mag als je een rijbewijs hebt. Dan moet je ook de regels kennen, en weten wat er kan gebeuren als je door oranje rijdt.’

‘Wij zeggen als Recruitercode: weet je iets niet? Dan check je het of laat je je adviseren.’

Wetgeving is moeilijk, zegt hij. Alle regels kennen ís ook lastig. Maar twijfel je? ‘Dan moet je je dus laten bijstaan. Zo voorkom je dat je (onbewust) wetten overtreedt waarvan je zelf hebt aangegeven dat je dat niet wil doen. Zo staat ook in de wet dat je bij oranje, of eigenlijk ‘geel’, moet stoppen. Alleen als je het licht zó dicht genaderd bent dat je redelijkerwijs niet meer kunt stoppen, mag je doorrijden. Velen interpreteren dat als “ik mag doorrijden als het kan”. Als je nu expliciet met jezelf afspreekt: ik houd me aan de wet, zou dat betekenen dat je dus stopt. Wij zeggen als Recruitercode: weet je iets niet? Dan check je het of laat je je adviseren.’

Ingrijpende gebeurtenis

Han Hendriks, Advocaat arbeidsrecht bij VRF Advocaten, en actief in de klachtencommissie van de Recruitercode, valt hem bij. ‘With great power comes great responsibility‘, citeert hij met genoegen Spider-Man. En recruiters hebben volgens hem die great power. ‘Net zoals ontslag een ingrijpende gebeurtenis in het leven is, is een beslissing om iemand al dan niet aan te nemen dat ook. Dat onderschatten recruiters nog wel eens.’

With great power comes great responsibility. En recruiters hebben die great power.’

Han Hendriks (VRF Advocaten)

Het is goed dat ze het besef hebben dat wat ze doen, écht ertoe doet voor mensen, zegt hij. ‘En het is goed dat zij daarbij de hoofdlijnen van de wetgeving beheersen en/of zich in elk geval daarvan bewust zijn. Dan werf je bijvoorbeeld alleen op functierelevante criteria, met als positief neveneffect dat ze ook nog eens tot een betere match kunnen komen.’

‘Maatschappelijke opvoeding’

Het gaat om ‘maatschappelijke opvoeding’ van het recruitersvak, vult Debby Kolk aan. De arbeidsrechtadvocate bij KBS Advocaten N.V is als commissielid betrokken bij de NVP-sollicitatiecode, waar ze waakt over een ‘eigentijds, eerlijk en transparant wervings- en selectieproces’ bij de deelnemende organisaties. Vanuit die code zit ze ook in de raad van advies van de Recruitercode Ze ziet duidelijke parallellen, maar ook toegevoegde waarde voor beide codes. ‘Het gaat bij beide om integer handelen. Maar de Recruitercode gaat voor mij wel iets verder. Aan de NVP-sollicitatiecode verbind je je als organisatie, de Recruitercode bindt ook de individuele recruiter, en voegt een stukje eigen verantwoordelijkheid toe. Jíj kiest ervoor je aan bepaalde spelregels te houden.’

‘Je kunt verplichten dat een organisatie beleid op papier heeft staan. Maar of ze zich dan ook eraan houden?’

Waar het arbeidsrecht op zich een uitgebreid juridisch terrein is, is de wetgeving op het gebied van werving en selectie eigenlijk beperkt, geeft ze toe. Al komt er met de Wet Toezicht gelijke kansen bij werving en selectie binnenkort wel weer een groot nieuw stuk wetgeving bij. Maar daarbij gaat het volgens haar wel voor een groot deel om ‘soft law’: juridische instrumenten die niet of moeilijk wettelijk zijn af te dwingen. ‘Je kunt wel als wetgever eisen dat een organisatie beleid op papier heeft staan. Maar of ze zich ook eraan houden, dat is echt een ander verhaal En een boete opleggen heeft een negatieve lading, terwijl ook nog de vraag is of handhaving qua capaciteit wel mogelijk is.’

‘Bewust niet uitputtend’

De lijst met genoemde wetten in de Recruitercode is ‘bewust niet uitputtend’, aldus Roozen, die ook hoofddocent is bij de binnenkort weer startende leergang Strategisch Recruitment bij de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie. ‘Een uitputtende lijst zou ook heel lastig worden natuurlijk. Je moet het meer zien als een uitnodiging om je in de regels te verdiepen. Je hoeft het niet allemaal tot op de letter te weten, maar je moet wel bewust zijn van dat de wetten bestaan, en je moet ze kunnen vinden en als recruiter kunnen toepassen.’

‘Je hoeft het niet allemaal tot op de letter te weten, maar je moet wel bewust zijn van dat de wetten bestaan.’

Jurisprudentie op het gebied van werving en selectie is er niet veel, er komen niet veel casussen voor de rechter. Gevallen van discriminatie die bij het College voor de Rechten van de Mens komen, of een AVG-overtreding die de Autoriteit Persoonsgegevens bereikt, dat komt nog wel voor. Maar veel meer ook niet. Discriminatie is dikwijls lastig aan te tonen, en een afgewezen sollicitant heeft er meestal weinig aan om een zaak te beginnen, dus laat het vaak rusten. Maar dat wil nog niet zeggen dat je lichtzinnig met de regelgeving moet omgaan, benadrukken de betrokken arbeidsrechtadvocaten. Hendriks: ‘De Recruitercode voorkomt niet dat iemand ooit nog door oranje rijdt. Maar het zorgt als het goed is wel voor meer bewustwording.’

Kunnen meepraten

Koen Roozen

Dat de Recruitercode inmiddels tot op het hoogste niveau serieus wordt genomen, mag blijken uit het feit dat de opstellers ook hebben mogen meepraten over de eerder genoemde Wet Toezicht Gelijke Kansen bij werving en selectie. ‘Van de maatvoering van die wet vind ik wel iets’, zegt Roozen. ‘Maar het gaat natuurlijk eigenlijk om heel normale gedragsregels. Dat is ook wat we met de Recruitercode willen bereiken. Als je de code ondertekent, zul je waarschijnlijk ook niet zoveel moeite hebben met die nieuwe regelgeving. Want dan doe je eigenlijk al wat die wet beoogt.’

‘Als je de code ondertekent, heb je waarschijnlijk ook niet veel moeite met nieuwe regelgeving.’

De moeilijkheid zit hem vaak in ‘kleine dingen’, zegt hij. Een praktijkvoorbeeld? Roozen: ‘Ik had laatst een sourcer die online foto’s van potentiële kandidaten zocht, die via Dall-E bewerkte, en vervolgens opstuurde, met de tekst: “Ben jij de unicorn die wij zoeken?” Toen dacht ik: kan dat eigenlijk AVG-techisch wel?’ Een lastige afweging, geeft Hendriks meteen toe. ‘Je kunt dan inderdaad op problemen stuiten. Maar helemaal zwart/wit is het zelden. Als juristen zien wij vaak alles dat misgaat. Maar in de meeste gevallen is het geen probleem, of is er een simpele of kleine oplossing. Het gaat er vooral om: ben je je bewust van wat je doet?’

Wonderoplossingen bestaan niet

Wonderoplossingen bestaan niet, benadrukt Kolk. Al kan een (regelmatig terugkerende) SEU-opleiding volgens haar voor veel recruiters wel erg goed van pas komen. Net zoals het goed is je af en toe in de verkeersregels te verdiepen, vult Roozen aan. ‘Als die regels net zo snel zouden veranderen als het arbeidsrecht, dan zou het denk ik een behoorlijke chaos op straat zijn. Maar het gaat ook om je eigen integriteit. Als je bijvoorbeeld ergens discriminatie merkt, dan vind ik het de professionele rol van de recruiter om met die hiring manager daarover in gesprek te gaan. Niet om hem of haar te veroordelen, maar om de oorzaak aan te passen.’

‘Je kunt je als recruiter niet meer verschuilen achter: “de klant wil het nu eenmaal zo”.’

Debby Kolk, KBS Advocaten

Het gaat erom bewustwording te creëren, onderstreept Kolk nog eens. ‘Met de sollicitatiecode en de Recruitercode wordt de bemiddelingswereld ook aangesproken op zijn eigen rol. Je kunt je als recruiter niet meer verschuilen achter: “de klant wil het nu eenmaal zo”. En als je de code hebt ondertekend, kun je dat in gesprek met de klant ook duidelijk maken.’

‘Uitnodiging tot dialoog’

Zou artikel 5 ook een drempel kunnen zijn voor recruiters om de code te ondertekenen? Alle drie zeggen ze te geloven van niet. ‘Aan de wet houden moet je je sowieso’, stelt Kolk. ‘Het is eerder een uitnodiging tot dialoog en verbinding’, vult Hendriks aan. En Roozen zegt: ‘Wij bespreken de Recruitercode met alle mensen die bij ons in dienst komen. En als ze dan vragen: waarom zou ik die code ondertekenen? Dan is mijn wedervraag meteen: waarom zou je hem níet ondertekenen? Zit er iets voor je in de weg? Dan kun je dáár de dialoog over aangaan. Juist dat is voor mij de waarde van de code.’

‘Als iemand vraagt: waarom zou ik die code ondertekenen? Dan is mijn wedervraag meteen: waarom zou je het níet doen?’

Kolk verwijst naar de eed of belofte die ze als advocaat heeft afgelegd. Dat brengt ook een verantwoordelijkheid mee om integer te handelen. En ook in het recht is de praktijk niet in alle gevallen zwart/wit. Maar zo’n eed of belofte is daarmee nog zeker niet betekenisloos, vindt ze. Echt chicaneus en onethisch is vaak wel duidelijk. ‘Het recht is echter vaak grijs, en vraagt soms een nadere inkleuring aan de hand van de specifieke feiten en omstandigheden. Maar met de eed of belofte geef je aan dat er wel grenzen zijn en dat het goed is na te denken over wat voor jezelf integer is en de dialoog aan te gaan over het grijze gebied.’

Want nogmaals, benadrukt Hendriks: ‘Recruiters hebben een essentiële positie in de arbeidsmarkt. Ze brengen vraag en aanbod bij elkaar, wijzen kandidaten af, gaan om met zeer intieme gegevens van mensen, die bijna net zo persoonlijk kunnen zijn als medische gegevens. Daar past een sterk verantwoordelijkheidsgevoel bij.’ Oftewel: een keertje door oranje rijden maakt je nog niet meteen een roekeloos chauffeur. Maar het is wel goed om je continu bewust te zijn van de mogelijke gevolgen ervan.

Lees ook

In één klap je sollicitatiegesprekken verbeteren? Geef meer duidelijkheid vooraf

Vaak kun je net zo goed een muntje opgooien. Sollicitatiegesprekken zijn alom tegenwoordig, maar vaak ‘modderpoelen van desinformatie‘: de bias tiert er welig, en de onderbuik regeert. En misschien wel het allerergste: kandidaten maken zich er vooraf doorgaans enorm zenuwachtig over, waardoor ze in het gesprek zelf vaak niet voldoende uit de verf komen, en de voorspellende waarde van het interview nog verder afneemt.

De voorspellende waarde van gesprekken is te verhogen door zenuwen weg te nemen.

Maar het goede nieuws, zo schrijft de Amerikaanse recruitmentgoeroe Dr. John Sullivan : daar is iets aan te doen. Wil je de waarde van je sollicitatiegesprekken verhogen? Dan is de makkelijkste manier: reduceer de zenuwen bij de kandidaten. En hoe je dat dan doet? Door vooraf in detail door te nemen wat hij of zij kan verwachten. Wie, wat, waar, wanneer en waarom? ‘Een behandeling met witte handschoenen‘, noemt Sullivan het zelf. Zoals bijvoorbeeld GitLab doet, door in zijn vacatures ‘radicaal transparant‘ te zijn.

Openheid heeft vele voordelen

Meer openheid over je sollicitatiegesprekken heeft volgens de Amerikaan vele voordelen. Zo zegt 70% van de kandidaten een meer transparante organisatie te verkiezen boven een minder open bedrijf. En een duidelijke ‘interview preview’ is een mooie manier om die transparantie te tonen. Daarnaast kan duidelijkheid vooraf de no-show van kandidaten enorm verlagen, gedurende het hele proces. En ook heel belangrijk: nervositeit van kandidaten kan zorgen voor een inaccurate beoordeling van hun geschiktheid. Net zoals onvoldoende informatie ook kan leiden tot onvoldoende voorbereiding bij kandidaten.

‘Open zijn over je sollicitatiegesprekken kan een enorme aantrekkingskracht op kandidaten hebben.’

‘Topkandidaten zullen zelfs eerder afhaken als ze het gevoel hebben dat je hen informatie onthoudt’, stelt Sullivan. Gebrek aan transparantie is volgens hem bovendien slecht voor je diversiteit: juist minderheidsgroepen zullen immers meer zenuwen hebben. Hij denkt zelfs dat open zijn over je sollicitatiegesprekken een enorme aantrekkingskracht op kandidaten kan hebben. ‘Sterker nog, als je kandidaten bewust in het ongewisse laat, staat dit zo op sites als GlassDoor, en zou dat je aantal sollicitanten in de toekomst best negatief kunnen beïnvloeden.’

Hoe pak je het aan?

Maar hoe pak je dat dan aan, die volledige openheid over sollicitatiegesprekken? Volgens Sullivan gaat het er bijvoorbeeld om dat je duidelijk maakt:

  • Wie er bij de gesprekken aanwezig zal zijn. Naam, functie, directe link naar het LinkedIn-profiel. ‘En vraag gerust ook of er iemand is met wie de kandidaat kennis wil maken alvorens een beslissing te nemen’, adviseert hij. En als het even kan: geef ook een contactpersoon. Met wie kan de kandidaat vooraf eventueel contact opnemen?
  • Wat er zal gebeuren. Hoe ziet je proces eruit? En wat wil je ermee bereiken? Welke stappen kent je proces? Wat is de dresscode? Wat moet de kandidaat wel en niet meenemen? Waar zal het gesprek (vooral) over gaan? Welke vragen wil je (ongeveer) stellen, en waarom? En waar wil je het zeker niet over hebben? Zie hier voor een duidelijk voorbeeld.
  • Waar het sollicitatiegesprek zal plaatsvinden. Een groot deel van de zenuwen zit altijd in de reis. Dus wees hier zo duidelijk mogelijk over. Leg alle vormen van vervoer uit. Waar is de bushalte? Waar kan de kandidaat zijn fiets kwijt? En waar zijn de eventuele parkeerplaatsen voor de auto? Waar moet hij of zij zich melden? Hoe ziet de interviewkamer eruit? En als het gaat om een online interview: zorg dat de kandidaat kan bellen in geval van verhindering.
  • Wanneer het interview plaatsvindt. Dat gaat verder dan alleen de begintijd. Laat zien dat je de tijd van de kandidaat respecteert, en geef vooraf aan hoe lang je denkt nodig te hebben voor alle verschillende fases.
  • Waarom – volgens jou – elke stap nodig is. Wees zo duidelijk mogelijk over het doel van elke stap, en waarom je het op deze manier inricht. Lastig te beantwoorden misschien, maar dat dwingt je ook meteen om er dus goed over na te denken.

Een nóg betere ervaring

Naast deze min of meer ‘standaard’ informatie kun je er nog meer aan doen om de ervaring van de kandidaat te verbeteren, aldus Sullivan. Vertel ze bijvoorbeeld dat de belangrijkste focus in het gesprek de ‘verantwoordelijkheden’ zijn die bij de rol horen. Dat is volgens LinkedIn-onderzoek namelijk het voornaamste waar kandidaten over willen spreken in hun sollicitatie. Of geef ze alvast de profielen van het team, of deel alvast een video. Laat ook alvast zien wat jullie doen en waar jullie trots op zijn, en wat je hoopt dat hij of zij zal presenteren tijdens het gesprek.

Laat alvast zien wat jullie doen en waar jullie trots op zijn, en wat je hoopt dat hij of zij zal presenteren tijdens het gesprek.

Het is ook goed om de kandidaat vooraf te laten weten dat je in het sollicitatiegesprek géén brainteasers zal gebruiken, aldus Sullivan. Of bijvoorbeeld vragen over je familie, of over je vorige salaris. En verregaande openheid betekent ook dat je bereid bent te vertellen waarom anderen deze baan hebben aangenomen, en wat er van hen geworden is. ‘Laat dus gerust zien hoe lang mensen gemiddeld in deze functie blijven, en naar welke functie ze daarna gemiddeld doorstromen’, adviseert hij.

Waarom doen we dit niet?

Waarom deze volledige openheid over sollicitatiegesprekken nog de uitzondering is, en niet de normaalste zaak van de wereld? Volgens Sullivan komt het omdat vacaturehouders denken dat ze een kandidaat pas goed kunnen beoordelen als ze hem of haar kunnen verrassen, en dan kijken hoe ze daarmee omgaan. Maar dat is een grote misvatting, aldus de recruitmentgoeroe. ‘De meeste banen vereisen helemaal geen snelle actie, in de meeste functies worden de beste prestaties juist geleverd door samenwerking en goede planning vooraf. Geef daar dan dus ook gelegenheid voor. En hou de verrassingen in petto alleen voor als dat relevant is.’

‘Vacaturehouders denken ten onrechte dat ze een kandidaat pas goed kunnen beoordelen als ze hem of haar verrassen.’

Omdat sollicitatiegesprekken zo’n enorme impact hebben op de uiteindelijke beslissing, verbaast het Sullivan elke keer dat recruiters ‘niet worden afgeschrikt door het feit dat dit meest gebruikte instrument zo weinig voorspellende waarde heeft.’ Onbegrijpelijk, noemt hij dat. ‘Maar gelukkig heb ik ontdekt dat je die voorspellende waarde makkelijk en snel kunt ombuigen door de angst en zenuwen van de ondervraagden direct te verminderen. Want dat is een van de belangrijkste oorzaken ervan dat sollicitatiegesprekken momenteel nauwelijks een nauwkeurige voorspeller zijn van succes.’

Lees ook

De maand in werving: 7 dingen die ons opvielen in mei 2023

Mei 2023 was ons het maandje wel. We hadden natuurlijk de Britse kroning, Werf& Live en de eerste optredens van Bruce Springsteen in lange tijd in Nederland. Feyenoord werd officieel kampioen, en Dennis ‘The Menace Wiersma mocht – ondanks zijn wangedrag – van de VVD gewoon aanblijven. Tina Turner overleed, Albert Heijn kende stakingen en werd beschuldigd van ‘graaiflatie’, de ‘historische’ Pensioenwet werd aangenomen, en Zweden won het songfestival maar weer eens.

Weer genoeg om je druk over te maken, ook in mei 2023.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over de enorme droogte en de daaropvolgende overvloedige regenval in Spanje en Italië, over de burgeroorlog in Soedan, over Zelensky in Den Haag (en het gedoe daaromheen), de verkiezingen in Turkije, de eindexamens of het almaar uitblijvende landbouwakkoord. Kortom, genoeg om je druk over te maken, ook in mei 2023. Maar wat gebeurde er eigenlijk allemaal dat recruiters écht moeten weten? Een beknopt overzicht:

#1. Omzetten jobboards groeien met 16%

De vacaturesites dood en begraven? Helemaal niet, verre van zelfs. De waarde van de wereldwijde online vacaturemarkt groeide vorig jaar ‘gewoon’ met 16%, naar een totaal van ruim 36 miljard (!) dollar, aldus de Online Job Advertising Market Update die Staffing Industry Analysts in mei 2023 uitbracht. Sinds de SIA in 2015 begon te meten, is de markt elk jaar met gemiddeld 15% toegenomen, aldus het rapport.

Het is wel zo dat de koek onder een steeds kleiner aantal spelers wordt verdeeld: de 50 grootste bedrijven zijn goed voor zo’n 80% van de totale markt, de grootste 2 (LinkedIn en Indeed) alleen al zelfs voor 45%. Zij worden gevolgd door Stepstone, Totaljobs en Jobsite – allemaal van het Axel Springer-concern (4% marktaandeel), SEEK (3%) en ZipRecruiter (ook zo’n 3%). Het rapport constateert overigens ook een sterke opkomst van A.I. bij de jobboards, zoals chatbots, kandidaat-fraudedetectie, en zowel automatisch geschreven vacatureteksten als motivatiebrieven.

#2. Subsidies arbeidsmarkt werken zelden

Slecht nieuws deze maand voor wie nog steeds dacht dat de arbeidsmarkt wel met subsidies beter functionerend te krijgen zou zijn: de Algemene Rekenkamer kwam in mei 2023 met een aantal redelijk vernietigende rapporten waaruit blijkt dat in elk geval de Subsidie voor ICT-omscholing, het Stagefonds voor de Zorg, en de STAP-subsidie voor cursussen niet of niet goed werken waarvoor ze bedoeld zijn (of waren).

Zo leidde de eerstgenoemde omscholingsregeling van het Ministerie van EZK nauwelijks werknemers op die uit sectoren die door de coronacrisis waren getroffen doorstroomden naar de sectoren ICT en techniek, zoals de bedoeling was. En de subsidie Stagefonds Zorg leverde volgens de Algemene Rekenkamer niet op dat het tekort aan stageplekken in de zorgsector werd opgelost, ondanks de bijna 180 miljoen die hiervoor beschikbaar was. Om het over de STAP-regeling maar helemaal niet te hebben. Maar goed, die wordt eind van dit jaar dan ook helemaal afgeschaft, zo werd begin deze maand bekend.

#3. Nauwelijks onbenut arbeidspotentieel meer

‘Werkgevers moeten nú doorpakken met het inzetten van onbenut arbeidspotentieel’, zei Peter Brouwer in mei 2023 stoer. De Programmamanager Inclusieve Arbeidsmarkt bij de Goldschmeding Foundation greep de recente CBS-cijfers aan om werkgevers te manen nu eindelijk eens in actie te komen om ‘te kijken naar groepen mensen die je normaal gesproken misschien niet zou aannemen. En kijk ook eens of je het werk niet net wat anders kunt inrichten, zodat dit voor meer mensen toegankelijk wordt. Zo kunnen we nog meer arbeidspotentieel benutten.’

Mooie woorden, maar tegelijk bleek uit onderzoek dat in mei 2023 in ESB verscheen dat je het effect ervan ook weer niet moet overschatten. Het onbenutte arbeidspotentieel van deeltijdwerkers is bijvoorbeeld omgerekend minder dan 70.000 voltijdskrachten, zo lieten twee SEO-onderzoekers daar zien. Van studenten en scholieren wil je bijvoorbeeld niet dat ze te veel gaan werken, omdat het hun verdere ontwikkeling in de weg kan zitten, zo merken de onderzoekers op. En dan blijft er volgens hen dus helemaal niet zoveel onbenut arbeidspotentieel over. Niet genoeg in elk geval om de vele vacatures in Nederland (snel) te vullen.

#4. Weer een hele hoop winnaars

Mei lijkt wel Awards-maand. Ook in mei 2023 was het weer flink raak. Natuurlijk met onze eigen Werf& Awards, die in handen vielen van EIFFEL, Schiphol Group, Partou en Defensie, maar vergeet vooral ook de SAN Accenten niet voor het Andersom Solliciteren en de Career Mode van Randstad, de Generatie D-campagne van Defensie, Mijn Naam is Peter van Vrouw Inc., de Vacatattoo van Special Ops, de Tech Tracks van de NS en kinderopvang Woest Zuid, dat een prijs won voor zijn opvallende personeelscampagne, gemaakt door Johnny Wonder.

En dan hadden we ook nog het Zwolse energiebedrijf Zonneplan dat gekroond werd tot Stagebedrijf van het jaar 2023, en daarmee concurrenten Social Deal, EIFFEL, Pluzorg en PCN achter zich liet, Martin Kant van Koninklijke Hoppenbrouwers Techniek die tot ‘Beste Praktijkopleider’ van Nederland werd verkozen en Groupe Seb, DAS, LeasePlan en Stichting CJG Rijnmond, die door YoungCapital in het zonnetje werden gezet als ‘Beste werkgevers voor jong talent‘. Daarnaast maakten ook Randstad, Universum en Great Place to Work in mei hun jaarlijkse beste werkgevers bekend. Kortom: wie won er eigenlijk niets deze maand?

#5. BBQ-lessen voor militairen

We hadden de afgelopen maanden al ophef over slechte besteding van het STAP-budget, daar kwam in mei 2023 nieuwe ophef bij, toen De Telegraaf onthulde dat tientallen militairen hun persoonlijke opleidingsbudget van 4.500 euro besteed hadden aan barbecue-lessen, waarbij ze onder meer een luxe barbecue cadeau kregen. Ook golfcurssusen, yogalessen of een duikcursus met een ticket naar Curaçao kwamen voor. Tegen een aantal van de militairen is inmiddels aangifte gedaan.

In het NOS Radio 1 Journaal zei Jean Debie, voorzitter van de Vakbond voor Burger en Militair defensiepersoneel (VBM), hierover dat het persoonlijk opleidingsbudget is bedoeld om cursussen te volgen die de kansen op de arbeidsmarkt vergroten. ‘Een groot deel van de militairen blijft namelijk niet bij Defensie werken. Daarom is er opleidingsbudget beschikbaar, bedoeld om ze voor te bereiden op de overgang naar de burgermaatschappij.’ Inmiddels is de keuzevrijheid voor cursussen in 2022 beperkt. Sindsdien komen alleen erkende opleiders uit het STAP-register voor een cursus in aanmerking.

#6. Leeftijdsdiscriminatie aan de kaak gesteld

Een recruiter die met een LinkedIn-oproep de krant haalt, dat zie je niet zo vaak. Toch overkwam het IT-recruiter Marije Kromkamp, die zich op het platform maar weer eens uitsprak tegen de hardnekkige leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt, en daarmee niet alleen letterlijk duizenden reacties opriep, maar ook het Nederlands Dagblad haalde.

Een recruiter die met een LinkedIn-oproep de papieren krant haalt, dat zie je niet zo vaak.

Het sloot aan bij een meer internationale discussie over wat recruiters zien als ‘rode vlaggen’ bij kandidaten, van je referenties, tot je e-mailadres of je gedrag op social media. En hoe je via LinkedIn je profiel zo kunt opleuken dat je als kandidaat opvalt bij recruiters.

@bonniedilber Here are some of the things that could surface flags for recruiters – and what you should do about it! I want to reiterate that i don’t think recruiters SHOULD hold these things against candidates but it happens and I’d rather you know! #jobsearch #landthejob #recruitertok #careertok #breakintotech ♬ original sound – Bonnie Dilber

#7. Volop ongemakkelijke sollicitatie-ervaringen

Twitteraars doen dus ook nog weleens iets anders dan geinige berichtjes versturen. Zoals: solliciteren. En dat gaat niet altijd zoals ze voor ogen hadden… Nauwgezet Twitter-volger Diwmotz zette in mei 2023 nog maar eens wat van die ongemakkelijke sollicitatie-ervaringen onder elkaar. Ter leering ende vermaeck, zullen we maar zeggen.

#8. Cartoon van de maand

Bron: van9tot5

Iets over het hoofd gezien?

In de rubriek ‘De maand in werving’ belichten we trends en ontwikkelingen voor iedereen in de wereld van recruitment. In mei 2023 iets belangrijks over het hoofd gezien? Meld het ons!

Beluister de podcast

Liever luisteren? Martijn Hemminga en Peter Boerman maken ook elke maand een podcast over dit nieuwsoverzicht. Beluister hier de meest recente opname:

Lees ook

Foto boven: Katie Chan

Aandeel zorgprofessionals met migratieachtergrond neemt aanzienlijk af

Elke twee jaar meten HR-specialist Compagnon en Intelligence Group de arbeidsmarktbeleving van zorgprofessionals in Nederland. Deze week is de vierde editie van dit onderzoek verschenen, in het rapport Arbeidsmarkt Zorg in Cijfers 2023. Wat is er in die tijd veranderd voor de mbo’ers en hbo’ers in de zorg? We nemen een paar hoofdconclusies eruit.

Wat direct opvalt, is een afname van het aandeel zorgprofessionals met een migratieachtergrond in de afgelopen twee jaar, van 12 naar 8%. Terwijl door onder andere de vergrijzing de beroepsgroep misschien nu al begint te krimpen, kan het meest kansrijke arbeidspotentieel blijkbaar onvoldoende worden ontsloten. Daar liggen dus nog kansen. Immers: bij de gehele Nederlandse bevolking is het aandeel mensen met migratieachtergrond nu maar liefst 2 keer zo hoog, namelijk 16%.

Vergrijzing

Het is niet uit te sluiten dat zorgprofessionals met een migratieachtergrond of gekwalificeerde arbeidsmigranten het veel lastiger hebben om als zorgprofessional te blijven werken, ondanks de schaarste. Er is sprake van dat tijdelijke contracten niet worden verlengd, en er ligt een oneigenlijke drempel door de BIG-registratie. Compagnon-CEO Frank Roders: ‘De inzet op skills met een verplichte BIG-registratie lijkt daarmee zijn doel voorbij te schieten. De zorg zou maximaal moeten inzetten op inclusiviteit omdat daar de sleutel ligt voor de arbeidstekorten in de nabije toekomst.’

‘De inzet op skills met een verplichte BIG-registratie lijkt zijn doel voorbij te schieten.’

Het aantal zorgprofessionals is de afgelopen jaren overigens zelfs licht gedaald, tussen 2021 en 2023 zelfs met 20.000. Dit komt vooral voor rekening van de senioren, wat erop zou kunnen wijzen dat de vergrijzing merkbaar wordt. In het algemeen: het profiel van een zorgprofessional is voornamelijk vrouw (85%), overwegend boven de 30 jaar oud (80%), en met meer dan 10 jaar werkervaring (74%).

Lage arbeidsmarktactiviteit

Andere conclusie in het onderzoek is dat de ‘vacaturedruk’ in de zorg nog steeds hoog is, met ongeveer 5 keer zoveel vacatures als actieve werkzoekenden. Zorgorganisaties moeten dan ook veel uit de kast halen om aantrekkelijk te zijn voor potentieel talent.

Daarnaast ligt ook de arbeidsmarktactiviteit onder zorgprofessionals gemiddeld wat lager dan onder de algehele Nederlandse beroepsbevolking, net als het aantal baanwisselingen. Niets nieuws onder de zon, want deze lage(re) activiteit en mobiliteit is de afgelopen jaren een constante gebleken.

Pullfactoren

Van de mensen die aangeeft te zijn gewisseld van baan, geeft 43% aan dat de reden daarvoor ontevredenheid met de vorige baan was en 28% geeft aan toe te zijn geweest aan een nieuwe uitdaging. Maar wat zijn de positieve redenen, de pullfactoren, om naar een andere bedrijf over te stappen? De werksfeer blijft dan het hoogst scoren, en een goed salaris is ook niet verkeerd, zo melden de ondervraagden.

Zorgprofessionals blijken het daarnaast steeds belangrijker te vinden om zich te kunnen ontwikkelen. Als opleidings- en doorgroeimogelijkheden belangrijker worden, biedt dat een kans aan werkgevers om invulling te geven aan interne mobiliteit. Er is immers een actieve vraag van zorgprofessionals die doorgroeien en ontwikkelen belangrijker zijn gaan vinden.

Netwerken

Kijken we naar hoe zorgprofessionals actief zijn op de arbeidsmarkt, dan valt op dat het belang van een netwerk of bekenden voor het vinden van een baan toeneemt. In 2021 gaf 12% van de zorgprofessionals aan een baan te hebben gevonden via bekenden of het eigen netwerk. Dit percentage is gegroeid tot 23% in 2023. Dit betekent dat referral recruitment ook in de zorg tegenwoordig een goede manier is om nieuwe medewerkers aan te trekken. Daarnaast worden de meeste outperformers op deze manier aangetrokken, zo melden de respondenten.

Bron: CBS

Er blijkt overigens wel een grote discrepantie te bestaan tussen het aantal inschrijvingen en gediplomeerden. Vanuit het mbo-onderwijs stromen er in 2021 ongeveer 12.000 verzorgenden IG en verpleegkundigen in de markt.  Wat betreft de inschrijvingen is er een stijging bij de verpleegkundigen. In 2022 zijn er voor de opleiding verpleegkundige 29.940 inschrijvingen, ruim 5% méér inschrijvingen ten opzichte van 2021, en bijna 30% meer ten opzichte van 2017. Het aantal verzorgenden IG laat juist een dalende/stagnerende trend zien, 5% minder in één jaar.

Vooral in Zuid-Holland

Als het om de landelijke spreiding van instromende (mbo-)zorgmedewerkers op de arbeidsmarkt gaat, steekt Zuid-Holland met kop en schouders boven de andere provincies uit. Het grootste deel mbo’ers haalde zijn diploma in Zuid-Holland: 2.450 gediplomeerden. Vervolgens is de grootste groep te vinden in Gelderland (1.780 gediplomeerden) en Noord-Brabant (1.520 gediplomeerden).

(bron CBS & DUO)

Het aantal inschrijvingen voor de hboopleiding Verpleegkundige neemt toe sinds 2015, en ook in 2022 lijkt die lijn zich voort te zetten. Ook het aantal gediplomeerden stijgt bij de verpleegkundigen. Bij de therapeuten lijkt hier bij de gediplomeerden een dip te zitten in 2020. Mogelijk heeft dat te maken met de invloeden van Covid-19. In 2021 herstelt de lijn zich weer. Het grootste deel nieuwe zorgverleners op hbo-niveau heeft zijn diploma behaald in Zuid-Holland, 1.240 in totaal. Grote groepen zijn verder te vinden in Gelderland (1.100 gediplomeerden) en Noord-Brabant (1.090 gediplomeerden).

Meer weten?

In het rapport Arbeidsmarkt Zorg in Cijfers 2023 staat nog veel meer informatie over de zorgsector. In deze arbeidsmarktanalyse van de zorgmarkt wordt gerapporteerd over zorgfuncties in loondienst op mbo 3/4- en hbo-niveau (zoals verpleegkundigen, laboranten, apothekers, diëtisten en medisch assistenten).

Meer Data Donderdag?

 

Is 2023 dan eíndelijk het jaar van Recruitment Process Automation?

Ja natuurlijk, er is al jaren veel aandacht voor recruitmenttooling. In alle soorten en maten. Maar de werkelijke adoptie ervan? Die bleef toch lang achter. Misschien zijn recruiters toch wat conservatiever of minder tech savvy dan ze zelf soms denken, misschien schoot de technologie tot nu toe ook nog wel tekort om echt het verschil te maken, wie zal het zeggen? Maar als de voortekenen niet bedriegen, komt de revolutie van Recruitment Process Automation die Kevin Wheeler al jaren voorspelt, dit jaar toch echt dichterbij.

In 2021 vond 38% tooling belangrijk, dit jaar is dat al 45%.

Tenminste: recruitmentprofessionals zien steeds meer heil in alle technologische toepassingen die voor hen beschikbaar zijn. Die tools beloven tot nog toe vooral één ding: meer efficiëntie in het werkproces voor recruitmentprofessionals, zodat die zich meer en beter kunnen focussen op wat écht belangrijk is: het persoonlijke contact met kandidaten. En de waarde daarvan wordt onderkend. Terwijl recruitmenttooling in 2021 nog door 38% van de respondenten bij de Stand van Werven als belangrijk onderwerp werd gezien, is dat percentage in 2023 gestegen naar 45%.

Meer tooling, graag

Ook andere uitkomsten van dit onderzoek wijzen op een toenemende aandacht voor automatisering. Zo stond robotisering in 2021 voor 21% van wervingsprofessionals op de agenda, nu geldt dat inmiddels voor maar liefst 41%. En de grote meerderheid (61%) van de ondervraagde recruiters geeft aan dat ze in 2023 meer tooling verwachten te gaan gebruiken ten opzichte van 2021. Dat is consistent met de bevindingen van 2021, toen 53% ook al aangaf méér recruitmenttools te hebben gebruikt ten opzichte van het jaar ervoor.

Een stapsgewijze strategie lijkt wel de voorkeur te hebben.

Er bestaan echter nog wel de nodige verschillen als we dieper inzoomen op de mate waarin er geautomatiseerd wordt. De twee uitersten: 25% geeft aan niets verder te willen automatiseren, terwijl één respondent voor een volledige automatisering gaat van het recruitmentproces. Toch blijkt uit het onderzoek op alle manieren dat de meeste recruitmentprofessionals in Nederland over het algemeen welwillend tegenover de automatiseringskansen staan. Een stapsgewijze strategie lijkt wel de voorkeur te hebben. Het overgrote deel (59%) van professionals geeft aan dat dát de way forward zal zijn.

Meer weten?

De verschillen tussen corporates en bureaus zijn afgelopen jaar wéér een stukje groter geworden, zo blijkt uit de Stand van Werven 2023. Verdere trends dit jaar: automatisering, (interne) mobiliteit en eenieders nieuwe favoriet: ChatGPT.De Stand van Werven 2023 is een rapport dat de basis kan vormen van elk arbeidsmarktcommunicatie- en recruitmentplan. Wat doen andere bureaus of corporates? Tegen welke problemen lopen ze aan? Welke kanalen zijn nu effectief om snel mensen te werven? Hoe ver zijn anderen met digitalisering en automatisering? Download het hele onderzoek via deze link:

Stand van Werven 2023

Meer over tooling?

Dinsdag 6 juni 2023 vindt de zevende editie plaats van Recruitmenttech Demo_Day. Bezoek samen met meer dan 250 mede-recruiters de expovloer, ga in gesprek met ruim 40 verschillende leveranciers, bekijk 1-op-1 demo’s en volg pitches en uitgebreide demo talks. Meld je hier aan:

Demo_Day