In één keer een heel ingespeeld team werven: hoe slim is dat?

In de Verenigde Staten schijnt het vaker voor te komen, in Nederland haalt het nog het nieuws als het gebeurt. Zo viel dit weekend in het FD te lezen dat Bank Ten Cate & Cie niet zomaar één medewerker overneemt van concurrent InsingerGilissen, maar in één keer een heel team wist te werven. ‘Een gevoelige tik voor laatstgenoemde, een mooie slag voor de eerste’, zo schreef de krant over de transfer van het volledige private-bankingteam.

‘We hebben maanden gesproken met dit team.’

Het heeft iets weg van het principe van acqui-hiring, oftewel: het overnemen van een heel bedrijf alleen vanwege de kwaliteit van de medewerkers die er werken. Alleen gaat het bij de overname van één team natuurlijk op een heel andere manier, en vindt geen formele overdracht plaats. ‘We hebben na een eerste kop koffie een charmeoffensief ingezet om hen te verleiden bij ons te komen’, vertelde Bank Ten Cate-directievoorzitter Reinier Westeneng aan het FD. ‘Dit team, waar we maanden mee hebben gesproken, is voor ons een heel waardevolle aanvulling.’

Trends in team werven

Westereng was trouwens al wel ervaren met deze ‘werven van een heel team-praktijk’: zelf kwam de voormalig aandelenanalist in 2013 namelijk met SNS Bank Private Banking over naar Bank Ten Cate. Chris de Groot, managing partner en oprichter van headhuntersfirma Financial Assets, schetst in de krant hierin zelfs een trend te zien. ‘In de Angelsaksische markten speelt dat al langer, maar in Nederland nu zeker ook.’ Eind 2020 bijvoorbeeld ging een heel team van Kempen naar Loomis Sayles & Company in Utrecht. En Neuberger Berman haalde al meerdere teams weg bij NN Investment Partners, in totaal zo’n 25 mensen.

Een individuele baanwisseling kan leiden tot wel 5 jaar mindere resultaten.

Het is een wervingsmethode die overigens ook in de wetenschap op belangstelling mag rekenen. Zo is er bekend dat bij veel mensen na een overstap hun prestaties dalen. Harvard-hoogleraar Boris Groysberg liet zien dat bij financiële sterren op Wall Street een baanwisseling wel tot 5 jaar lang leidde tot mindere resultaten. Er bleek hierbij echter één uitzondering. Als de topper zijn hele team met zich meenam, bleek er geen enkele sprake van een terugval in resultaten.

Context telt

Gedragsonderzoekers weten dat de context waarin we ons bevinden een enorme impact heeft op ons gedrag, schrijft bijvoorbeeld ook Ben Tiggelaar in zijn boek Echt, je onderschat jezelf. ‘De organisatie waarin je werkt, de ruimte waarin je je bevindt, en vooral de mensen om je heen – ze vormen je dagelijks handelen, versterken het en houden het in stand. Een andere context leidt in veel gevallen tot ander gedrag. Als we overstappen naar een andere werkomgeving is het dus helemaal niet zo gek dat onze prestaties terugvallen. Toch wordt hier vrijwel nooit rekening mee gehouden bij het zoeken van mensen.’

Het werven van een volledig op elkaar ingespeeld team zou vele voordelen kennen.

Ook anderen geven vaak hoog op over de mogelijkheden van het werven van een volledig op elkaar ingespeeld team. Zo is de inwerktijd natuurlijk korter – en de drempel om ergens te beginnen lager: mensen kennen elkaar namelijk al. Het team heeft al een efficiënte en effectieve manier gevonden om problemen op te lossen, en weet van elkaars zwaktes en sterktes. Bovendien kan het heel veel recruitment-inspanning schelen: je werft namelijk in één keer een heel team, en hoeft dus minder individuele procedures te doorlopen. Met alle risico’s van dien.

Bring Your Own Team

In de Verenigde Staten schijnen al recruitmentbureaus te bestaan die zich specialiseren in group hiring. Betaalverkeer-start-up Stripe maakt al een paar jaar naam met zijn ‘Bring Your Own Team’-initiatief: een soort referralwerving waarbij elk team van 2 tot 5 mensen zich kan aanmelden. Vervolgens maken groepsopdrachten en sollicitatiegesprekken met het hele team deel uit van de selectieprocedure, waarbij uiteindelijk dus de hele groep wordt aangenomen – of afgewezen.

Bij Stripe doe je ook het sollicitatieproces met het hele team.

Silicon Valley zou ook Silicon Valley niet zijn als er niet ook een start-up zich op deze nieuwe trend zou starten. Alleen was het niet Silicon Valley, maar Seattle, waar Elevator vandaan kwam, een bedrijf dat een aantal jaren een platform in de lucht hield waar werkgevers op zoek konden naar hele teams van andere bedrijven.

Solliciteren in duo’s

Het mag momenteel wat rustiger zijn in de Amerikaanse techwereld, een aantal jaar geleden leek de trend van een heel team werven in de VS aan de vooravond te staan van een echte doorbraak. De Wall Street Journal belichtte al eens de voordelen, en ook blogs als HRDailyAdvisor somden gretig de vele positieve effecten ervan op. Van snelle integratie en onboarding, tot samenwerking als gegeven in plaats van een worsteling. En van het aannemen van een grotere skills set in één keer tot het sneller komen tot innovatie.

In Nederland is het aantal (bekende) voorbeelden vooralsnog beperkt.

In Nederland is het aantal (bekende) voorbeelden vooralsnog beperkt. Wel is er al langer belangstelling voor een aanverwante trend: het solliciteren samen met je beste vriend. Zo is de Rabobank al een paar jaar aan de gang met de site , een platform waar jongeren tussen de 14 en 18 jaar sámen op zoek kunnen naar een vakantiebaan. Als de sollicitatie goed gaat, word je ook samen aangenomen. ‘We merken toch vaak dat iemand heel zenuwachtig is als hij komt solliciteren’, zei Mechteld Hennekens van dierenspeciaalzaak Dieris destijds hierover. ‘Dan krijg je eigenlijk een ander beeld van iemand dan als hij zich prettig voelt.’

En José Mes van A.S. Watson vertelde deze zomer op nu.nl ‘solliciteren in duo’s’ in de strijd te hebben geworpen om de duizenden vacatures te vullen bij Kruidvat, Trekpleister en parfumerie ICI Paris. ‘Je kunt dan samen met je beste vriend of vriendin solliciteren om samen te werken. Het eerste duo is net aangenomen.’

Meer trends?

Geïnteresseerd in meer van zulke ontwikkelingen? Op 30 november vindt het Seminar arbeidsmarkttrends 2023 – 2027 plaats, al meer dan 10 jaar hét arbeidsmarktevent van het jaar, waarin de beste sprekers en specialisten een update en een doorkijkje geven naar de arbeidsmarkt van de komende jaren. Met dit jaar onder meer keynotes van Mathijs Bouman en Gusta Timmermans. Dus: schrijf je snel in!

Trends event

trends event nog krapper

Lees ook

Technici steeds ‘ongrijpbaarder’ op de arbeidsmarkt: waar blijven ze toch?

Stel, je bent monteur koel-, lucht- en verwarmingstechniek. Als je dan op een vacaturebank zoekt naar een andere baan, vind je volop vacatures. Sterker nog, voor elke mogelijke kandidaat in dit vakgebied staan er momenteel maar liefst 23 (!) vacatures open, zo blijkt uit recent onderzoek. En dat geldt eigenlijk voor steeds meer technici, zo blijkt. De totale vraag naar technici is de afgelopen 2 jaar zelfs verdubbeld, waarbij de vraag naar hoogopgeleide technici zelfs nog sneller is gegroeid (+126%) dan die naar middelbaar opgeleide technici (+87%).

De totale vraag naar technici is de afgelopen 2 jaar zelfs verdubbeld.

Technici worden dan ook steeds meer benaderd voor een andere baan. Van de hoogopgeleide technici is 70% afgelopen kwartaal gepolst voor een andere baan. En onder mbo-technici is dit ook nog eens 45%, zo blijkt. En dat terwijl slechts 10% actief op zoek is naar ander werk. ‘De vraag naar technici is dus geëxplodeerd’, concludeert Geert-Jan Waasdorp, directeur van Intelligence Group. ‘Ze worden heel vaak benaderd voor ander werk, maar de meesten blijven zitten waar ze zitten.’

Alleen salaris telt

Als technici dan al willen wisselen van baan, dan is het vooral een hoger salaris dat hen overtuigt, blijkt verder uit het onderzoek. Voor de mbo’ers blijkt daarnaast een vast contract een goede reden om over te stappen, hbo’ers en academici laten zich eerder paaien door een goede werksfeer. Aansluiting bij de ‘persoonlijke waarden’ blijkt voor slechts weinig technici van belang in de keuze voor een werkgever.

Als technici al willen wisselen van baan, dan is het vooral een hoger salaris dat hen overtuigt.

Dat technici weinig actief zijn op de arbeidsmarkt is overigens geen nieuw gegeven. Het is een groep die traditiegetrouw al gemiddeld lang bij een werkgever werkt en niet zo snel bereid is om zelf op zoek te gaan naar iets anders, noch om daadwerkelijk over te stappen. Opvallend, ‘zeker gezien de vraag, de schaarste en de enorme sourcingsdruk op deze groep’, aldus Waasdorp. Mogelijk heeft het ermee te maken dat het aanbod van werkgevers niet past bij de vraag van technici, zegt hij. ‘Technici willen vooral meer salaris. Maar misschien kunnen werkgevers dit niet goed onder de aandacht te brengen of niet genoeg aan de wensen voldoen.’

Ineffectieve convenanten

Voor een groot deel ligt de oplossing dus in verbeterde financiële arbeidsvoorwaarden die recht doen aan het verschil tussen vraag en aanbod, aldus Waasdorp. ‘Een effect dat in de markt van zzp-tarieven veel sneller doorwerkt dan in het deel van de arbeidsmarkt dat door cao’s wordt beheerst. Een marktconforme beloning zal uiteindelijk leiden tot een hogere instroom in de opleidingen en een aanwas van zij-instromers’, zo is zijn overtuiging.

‘Als technici zo belangrijk zijn, laten we ze dan ook marktconform belonen.’

‘Tot op heden zijn oplossingen vooral gezocht in convenanten, beleidsdocumenten, techniekpacten, regioplannen en imagocampagnes. Dat heeft honderden miljoenen gekost, maar ze zijn weinig effect geweest en er is veel kostbare tijd mee verloren gegaan’, stelt Waasdorp. ‘Als technici zo belangrijk zijn voor bedrijven en voor de samenleving, laten we ze dan ook marktconform belonen. Het zal zeker de mobiliteit op de markt verder aanjagen.’

Meer weten

Op 8 september van 10.00 tot 10.45 vindt een online arbeidsmarktupdate plaats over technici en de energietransitie. Zit jij in de techniekbranche of ben je druk bezig met arbeidsvraagstukken rondom energietransitie? Dan is het webinar vol data zeker iets voor jou!

Lees ook

Waar al die mensen op de arbeidsmarkt zijn gebleven? Dat is niet de goede vraag…

Momenteel werken op de arbeidsmarkt bijna een half miljoen mensen méér dan voor corona. In het tweede kwartaal van 2020 waren er 9,048 miljoen mensen aan het werk in Nederland, op dit moment zijn dat 9,541 miljoen personen. Dat zijn bijna 500.000 personen meer, oftewel 5,5%. En al klinkt 5,5% misschien niet zoveel, het gaat echt om een ongekende grote groei in een periode van ruim 2 jaar. Hierbij zijn de zzp’ers nog niet eens meegeteld, en die groep is ook gegroeid.

waar zijn de mensen gebleven

Al met al stijgt de arbeidsparticipatie nog altijd flink.

Al met al stijgt de arbeidsparticipatie dus flink (tot een voorheen ongekende 74,7% in het tweede kwartaal). En ook het totaal aantal ‘beschikbare’ uren op de arbeidsmarkt neemt flink toe. Met de krapte hoor je vaak de vraag: ‘Waar zijn alle mensen op de arbeidsmarkt gebleken?’ Los van de vraag of die vraag gepast of ongepast is, is het ook niet de juiste vraag. De juiste vraag zou namelijk zijn: waar zijn alle sollicitanten gebleven? En dat gaat echt om iets anders.

Haren op je hoofd

In de komende weken zal ik met veel feiten en verschillende invalshoeken de krapte en schaarste op de arbeidsmarkt duiden. Maar voor ik dat kan doen, zal ik eerst anders over krapte en schaarste moeten denken. En het klassieke denken dus moeten loslaten. Het klassieke denken waarin we krapte en schaarste bijvoorbeeld definiëren in termen als:

  • Er staan 25.000 vacatures open in sector X
  • Op 143 openstaande vacatures zijn er nu 100 werklozen
  • In 2025 verwachten we een personeelstekort van 1.439 fte
  • De arbeidsmarkt is heel krap en wordt nog krapper
  • Er zijn nu 467.000 openstaande vacatures in Nederland

Het gaat hier allemaal om zeer abstracte gegevens die slechts in context relevant worden. 3 haren op je hoofd is weinig, 3 haren in je soep is veel. Net zo goed is 25.000 openstaande vacatures veel als de sector 50.000 mensen telt, maar weinig als de sector 700.000 personen groot is en de omloopsnelheid hoog. Alles heeft context nodig. En krap, krapper, krapst… wat zegt dat nog? Thee van 80, 82 of 84 graden is in alle gevallen te heet om te drinken. Zo is dat ook met de arbeidsmarkt. Het is dus belangrijk om krapte en schaarste anders te duiden, als je wilt weten ‘waar de mensen op de arbeidsmarkt zijn gebleven’.

Wat is krapte?

Als ik met recruiters en werkgevers praat over krapte, hoor ik vaak dingen als:

  • ‘Ik krijg geen (open) sollicitaties.’
  • ‘Op mijn vacatures komen geen reacties meer binnen.’
  • ‘Ik kan niet meer kiezen tussen kandidaten.’
  • ‘Kandidaten komen niet opdagen op gesprek of eerste werkdag.’ (ghosting)
  • ‘Als ik kandidaten source, zie ik de conversieratio’s afnemen.’
  • ‘Ik zie vacatures steeds langer openstaan, zonder dat er kandidaten op binnenkomen.’

Het is niet zo dat mensen niet meer van baan wisselen, ze solliciteren gewoon minder.

Maar betekent dit nou daadwerkelijk dat de mensen er niet meer zijn? Nee, zeker niet. De mensen zijn er nog steeds. Sterker nog: het zijn er meer dan ooit. En ze bewegen ook weer meer. Nooit eerder werden zoveel mensen gehunt en veranderden zoveel mensen van baan als in het tweede kwartaal van dit jaar, blijkt uit onderzoek van Intelligence Group. Het is dus niet zo dat mensen niet meer van baan wisselen, ze solliciteren gewoon minder. Mijn estimated guess is dat het aantal sollicitatiebewegingen met wel 80 tot 90% is afgenomen.

Dat blijkt ook uit cijfers van HeadFirst en Intelligence Group. Kort gezegd: waar vóór corona gemiddeld zo’n 10 sollicitaties tot een aanname leiden en 12 aanbiedingen van flexpartijen bij opdrachtgevers tot een opdracht, zien we dan nu 2 sollicitaties (al dan niet gecombineerd met gehunt/gesourcet worden) voldoende zijn. Waar voorheen 10 werkgevers een cv of sollicitatiemail ontvingen, zijn dat er nu maximaal 2. Dat betekent dat 8 werkgevers dus niets ontvangen!

Weinig beweging

Die afname van minimaal 80% van het aantal sollicitaties betekent ‘weinig beweging’ in de mailbox van werkgevers en recruiters. De enige werkgevers die nog wel sollicitaties ontvangen, zijn degenen met een sterk employer brand en/of een professioneel recruitmentapparaat. De 80%-afname is dus een gemiddelde over alle werkgevers heen. Dat betekent dat sommige werkgevers wel 95% minder sollicitaties (!) mogen ontvangen, of zelfs hun stroom van sollicitanten of aanbiedingen van flexwerkers compleet zien opdrogen.

Met een sterk employer brand en/of professionele aanpak haal je nog steeds honderden mensen binnen.

De andere kant zie je bij werkgevers als de Politie, Capgemini, Deloitte. Zij hebben ook te maken met de krappe arbeidsmarkt, maar halen dankzij hun sterke employer brand en/of professionele aanpak nog steeds honderden tot duizenden mensen uit de markt. Niet makkelijk, niet tegen dezelfde kwaliteit als voorheen (wat ze natuurlijk ontkennen…) en zeker niet tegen dezelfde kosten. Maar het lukt ze wél. Maar hierdoor blijft voor andere werkgevers minder over. Zeker als je bedenkt dat deze werkgevers direct en volledig concurreren met detacheringsbureaus, uitzendbureaus en platformtechnologie. Qua professionaliteit toch een beetje David versus Goliath.

Steeds meer werkgevers vragen zich af: waar zijn toch de mensen gebleven? Maar dat is niet de goede vraag, betoogt Geert-Jan Waasdorp. De mensen zijn er immers nog wél. Zelfs meer dan ooit. Je moet ze alleen anders (leren) benaderen.

Ze zijn er wél

Maar goed, de mensen zijn er dus nog wél. Het is alleen het aantal (klassieke) sollicitaties dat drastisch is afgenomen. Mensen solliciteren minder, worden minder aangeboden, vaker benaderd, veel sneller aangenomen en zijn daardoor snel uit de markt. Sterker nog; detacheerders hebben lege banken, ‘bakken’ bij uitzendbureaus zijn leeg en cv-databanken hebben nauwelijks actuele en actieve cv’s. Schaars talent trekt ook weg van LinkedIn, omdat ze daar worden gespamd. En als ze er wel zijn, zijn ze zo snel weg dat ook dit spoor steeds vaker leidt tot: geen kandidaten.

Bij schaarste geldt nog altijd dat het vooral het probleem van de ander is.

De goede lezer heeft in het voorgaande natuurlijk al wel diverse aanknopingspunten gelezen voor een oplossing. Daarbij geldt dat je all-in moet gaan. De drastische daling van sollicitaties betekent een drastische aanpassing van het wervingsproces in budget (minimaal factor 4), snelheid (van weken naar dagen/uren), van post & pray naar sourcing, en het verder professionaliseren van recruitment. Want bij krapte en schaarste geldt ook nog altijd dat het vooral het probleem of de boterham van de ander is. Het is niet voor niets een vrije en concurrerende markt.

Meer trends?

Wordt de situatie volgend jaar nóg krapper? Of gaan we een kentering zien? En welke kant gaat het dan op? Op 30 november vindt het Seminar arbeidsmarkttrends 2023 – 2027 plaats, al meer dan 10 jaar hét arbeidsmarktevent van het jaar, waarin de beste sprekers en specialisten een update en een doorkijkje geven naar de arbeidsmarkt van de komende jaren. Met dit jaar onder meer keynotes van Mathijs Bouman en Gusta Timmermans. Dus: schrijf je snel in!

Trends event

trends event nog krapper

Over de auteur

Geert-Jan Waasdorp is directeur van Intelligence Group en uitgever van Werf-en.nl.

Lees ook

Hoe je meer sollicitanten behaalt door evidence based te gaan werken

In deze krappe arbeidsmarkt vechten ontzettend veel bedrijven voor de aandacht van potentiële sollicitanten. Hoe val je op tussen al die online campagnes? Door maximale effectiviteit met je online campagnes te behalen, door minder beslissingen te maken op basis van je onderbuikgevoel, door evidence based te werken, en door continu op zoek te gaan naar nieuwe mogelijkheden. Door steeds te durven experimenten in je campagnes tast je op termijn minder in het duister – en leer je wat werkt wel én wat werkt niet. Als je dit niet zou doen, blijft eigenlijk altijd de vraag: had mijn campagne nóg effectiever gekund?

Een experimenteercultuur in online campagnes is onderdeel van een ’evidence based mindset’.

Een experimenteercultuur in online campagnes is onderdeel van een ’evidence based mindset’ die veel marketeers al geholpen heeft om successen te behalen. Met zulke evidence based-marketing neem je beslissingen op basis van verkregen customer data en/of inzichten uit research. Niet op basis van gevoel, maar van bewijs. Dit bewijs haal je uit een Candidate Data Platform of uit je online experimenten met als uiteindelijk doel om de effectiviteit van je campagnes te vergroten en je ROI te verbeteren.

Wat is een Candidate Data Platform?

Een Candidate Data Platform (CDP ) gebruik je als aanvulling op je ATS-systeem. Het helpt je om potentiële sollicitanten naar je werkenbij-site te krijgen en om bezoekers op je website te converteren naar sollicitanten. Hieronder een korte opsomming van de verschillen:

ATS (Applicant Tracking System):
  • Focus op recruitmentproces
  • Verzamelen, verwerken en rapporteren van kandidaatgegevens
  • Voor het plaatsen van vacatures
  • Statistieken van sollicitanten en hires
CDP (Candidate Data Platform):
  • Profielen op basis van online interactie
  • Profielen en touchpoints op meerdere online kanalen worden gekoppeld (360-graden beeld)
  • Demografische kenmerken en websitegedrag worden gebruikt om doelgroepen te maken
  • Je hebt zicht op touchpoints: welke kanalen worden gebruikt in het sollicitatieproces? Welke activiteiten zijn er? En welke kenmerken heeft een sollicitant?
  • Slimme algoritmes herkennen kansen en dragen concrete acties aan voor campagnes en gepersonaliseerde inhoud

Een CDP (ook wel bekend als Candidate Relationship Management-platform) zorgt ervoor dat je zicht hebt op de hele recruitment journey en in welke fase een potentiële sollicitant zich bevindt. Hieronder een schematisch overzicht hoe het proces van een CDP in samenwerking met een ATS eruitziet:

Evidence Based Experiment Framework

Maar hoe ga je nu als online recruitmentmarketeer aan de slag met evidence based marketing en experimenten? Daar hebben wij een framework met stappenplan voor ontwikkeld. Dit model helpt je om op een structurele manier aan de slag te gaan met experimenten en daarmee je campagnes naar een hoger niveau te tillen.

De verschillende stappen uitgelegd:

Stap 1. Pre-analyse

Als eerste stap start je met een analyse om te bepalen welke onderdelen interessant zijn om te testen. Analyseer bijvoorbeeld je werkenbij-site in Google Analytics om inzicht te krijgen in waar potentiële sollicitanten op klikken, via welke kanalen ze op je website terecht komen en hoelang ze op een pagina blijven en op welke pagina’s ze afhaken. Ook kun je hier kijken naar de je social pages en website van concurrenten om te kijken of zij dingen anders doen.

Stap 2. KPI’s en hypothese

Na de analyse heb je waarschijnlijk een aantal veronderstellingen of verwachtingen waarvan je denkt dat een campagne of landingspagina op je website het kan verbeteren. In een test priority sheet (online kun je hier gemakkelijk een template voor vinden) kun je al je hypotheses en verwachtingen noteren. Het is belangrijk om bij je hypothese te focussen op één knelpunt of kans en dit zo concreet mogelijk door te vertalen naar een KPI. Bijvoorbeeld:

  • Het salaris benoemen in een vacature zorgt voor een hogere CTR door het geven van duidelijkheid = GOED
  • Het salaris benoemen in een vacature heeft effect op de CTR = NIET GOED (want: niet specifiek en het schetst geen situatie)

Stap 3. ICE-methode voor prioriteren

Als het goed is, heb je nu een lijst met interessante onderdelen om te testen. Dit kan zijn in je advertenties, landingspagina’s of nieuwsbrieven. Vervolgens ga je de geformuleerde hypotheses prioriteren. In deze fase maak je inzichtelijk welk experiment je als eerst wil gaan uitvoeren. Dit kun je doen aan de hand van verschillende modellen, zoals het ICE-scoringsmodel, dat bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Impact: hoeveel impact denk je dat het experiment gaat hebben?
  • Confidence: hoeveel vetrouwen heb je in het slagen van dit experiment?
  • Ease: is het experiment makkelijk uit te voeren? Is er veel tijdsinvestering nodig?

Elk onderdeel geef je vervolgens een score (tussen 1 en 5) in je test priority sheet en vervolgens tel je deze scores bij elkaar op. De experimenten met de hoogste scores worden dan als eerste uitgevoerd.

Stap 4. Selecteer variabelen en creëer versies

Als je weet welk experiment je gaat uitvoeren, kun je variabelen selecteren en versies creëren. Een voorbeeld is: salaris toevoegen aan je vacatures. Je creëert dan een advertentie met én zonder salaris om te bekijken welk effect het heeft op een bepaalde KPI (zoals CTR of CPA).

Stap 5. Start experiment

Je experiment kun je opzetten in het advertentiebeheer van het betreffende kanaal of Google Optimize voor landingspagina’s. Om te bepalen hoe lang je test moet lopen, kijk je naar een aantal dingen:

 

Criteria

Tijdeffect
Minimum detecteerbaar effect

(minimale effect bijvoorbeeld stijging 10%)

Hogere MDE = meer tijd nodig
Aantal users Meer users = minder tijd nodig
Aantal conversies Meer conversies = minder tijd nodig
Confidence level

(statistische significantie)

Hoger CL = meer tijd nodig

Stap 6. Analyseer data en bepaal resultaat

Als je experiment is afgelopen kun je de resultaten gaan analyseren. Bekijk de data die je hebt opgehaald en toets dit met je hypothese om een conclusie te formuleren. Vergeet niet om ook de significantie van je test te bepalen. Een makkelijke tool om dit te doen, kun je hier vinden. Het resultaat van je experiment vul je vervolgens in in je test priority sheet.

Stap 7: Herhaal

Helaas kun je nooit in één keer maximaal resultaat behalen. Een experimenteercultuur kenmerkt zich namelijk ook door veel te experimenteren, met vaak kleine winsten, die uiteindelijk resulteren in een grote verandering. Mocht je niet direct een duidelijk resultaat vinden, dan is het toch belangrijk om te blijven doorgaan. Alleen daarmee zul je uiteindelijk succes behalen!

Bron

Over de auteur

Iris van Wijngaarden (rechts) is Head of Advertising bij WeConnect, een bureau dat actief is in online recruitment marketing en werkt voor werkgeversmerken als Jumbo, Vermaat, Zwanenberg Food Group, en Landal.

Lees ook

Dit zijn de grootste problemen met STARR-interviews (en zo los je ze op)

Kun je een situatie beschrijven? Wat was daarin je taak en rol? Wat heb je toen precies gezegd en/of gedaan? Wat was daarvan het resultaat? En wat heb je daarvan geleerd? Zie daar het korte recept van vrijwel elk STARR-sollicitatiegesprek. Maar hoe simpel het principe ook lijkt, toch kan er veel mee misgaan, stelt bijvoorbeeld Mark Murphy (van LeadershipIQ). De voornaamste fout? ‘Zelfs de meest ervaren interviewers stellen de vraag nog zo dat ze in elk geval deels verklappen wat ze als antwoord willen horen.’ Waardoor de vraag meteen zijn effect mist. Wat is daaraan te doen?

Het probleem zit hem volgens Murphy er eigenlijk al in als je bijvoorbeeld zegt: ‘Beschrijf een situatie waarin je succesvol bent omgegaan met iemand die je tegenspreekt’. Door het woord ‘succesvol’ duw je de kandidaat volgens hem dan al in een bepaalde richting. Geen kandidaat zal dan immers zeggen: ‘Ik kan heel slecht omgaan met mensen die me tegenspreken.’ ‘En hoe kun je als interviewer ooit de goede kandidaten van de slechte onderscheiden’, vraagt Murphy zich af, ‘als je aan elke kandidaat vraagt om een succesverhaal te delen?’

Tip 1: Niets verraden

Volgens hem kun je dat het best oplossen door gewoon geen zinnen meer toe te voegen als ‘En hoe ging je daar mee om?’ of ‘Hoe heb je dat succesvol opgelost?’ Dan ‘verraad’ je het goede antwoord immers niet. Hij illustreert dat met een voorbeeld. ‘Als je vraagt om een situatie waarin iemand verveeld was en wat hij of zij toen deed om het interessanter te maken, geef je al aan welke richting je op wilt. Vraag je alleen om een situatie waarin iemand verveeld was, dan laat je het antwoord veel meer open en kun je een waaier aan mogelijke antwoorden verwachten.’ Antwoorden die je enorm helpen bij je selectie, voegt hij daaraan toe.

Pas op met zinnen als: ‘Hoe ging je daar succesvol mee om?’

Murphy stelt dat je niet alleen bijzinnen moet weglaten als ‘vertel me hoe je dat deed’, maar ook allerlei woorden met een bepaalde lading, zoals: overtuigen, gebalanceerd, of succesvol, omdat die de kandidaat ook allemaal een bepaalde richting op sturen. Dus in plaats van te vragen: ‘Vertel me over een keer dat je succesvol verschillende prioriteiten wist af te wegen’ kun je volgens hem beter vragen: ‘Vertel me over een keer dat je met verschillende prioriteiten te maken kreeg.’ ‘Zulke vragen zijn (bewust) moeilijker te beantwoorden voor kandidaten, en leggen dan ook meer van diens ware karakter bloot.’

Tip 2. Stel een vraag

Een tweede verbeterpunt, zegt Murphy, is door van een STARR-vraag ook echt een vraag te maken, en geen commando. Dus niet: ‘Vertel me over een situatie waarin…’, maar: ‘Kun je me vertellen over wanneer je…’ Het lijkt misschien een klein verschil, maar het maakt in de praktijk een groot verschil, zegt hij. ‘Zulke vragen zullen de kandidaat doen ontspannen, het gevoel geven enige controle te hebben in het proces en verleiden om onderliggende attitudes bloot te leggen. Het zorgt ervoor dat het interview meer een conversatie lijkt, in plaats van een verhoor.’

‘Een vraag stellen zorgt ervoor dat het interview meer een conversatie lijkt, in plaats van een verhoor.’

Volgens Murphy zorgt de meer dwingende vraagstelling ervoor dat de kandidaat onzekerder wordt, en voorzichtiger in wat hij of zij wil delen. ‘Het geeft in elk geval de kandidaat de suggestie dat hij of zij ervoor kan kiezen de vraag al dan niet te beantwoorden. Dat plant het psychologische zaadje dat ze meer controle hebben in het proces, zoals ze zouden hebben in een gesprek met een vriend of vriendin. Het levert dus meer open en eerlijke antwoorden op.’

Tip 3: Gebruik de stilte

Een andere belangrijke tip van Murphy: gebruik de stilte. Hoe moeilijk dat ook is. ‘Onthoud: stilte is voor de kandidaat nog twee keer zo ongemakkelijk. Ze zullen dan vanzelf gaan praten, en de woorden die ze dan kiezen zullen helemaal die van zichzelf zijn. Het zijn geen dingen die jij ze hebt aangedragen. De stilte gebruiken om de kandidaat te dwingen om te blijven praten is een simpele techniek die eigenlijk altijd werkt.’

Tip 4: Vind de leugenaars

STARR-sollicitatiegesprekken laten veel ruimte voor de kandidaat om zelf invulling te geven aan hun antwoord. Maar volgens Murphy zijn er wel een paar algemene tips om de leugenaars eruit te halen. Bijvoorbeeld: hoe specifiek is het antwoord dat de kandidaat geeft? En gebruikt hij ‘wij’ of juist vaak ‘ik’? Gebruikt hij veel bijvoeglijke naamwoorden? En hypothetische taal? Een voorbeeld:

‘Er was bij mijn laatste baan echt een geweldig team, het waren allemaal echt slimme mensen. We ontmoetten elkaar de hele tijd en kwamen dan altijd met veel geweldige ideeën die op korte en lange termijn echt impact konden hebben.’

Oké. Wat ben je hierdoor nu echt wijzer geworden? ‘Allemaal sterke indicatoren dat dit antwoord meer fictie is dan feit’, aldus Murphy. ‘Een geconstrueerd verhaal, zonder veel complexiteit, waarin verklaringen over gebeurtenissen – die niet hebben plaatsgevonden – onrealistisch eenvoudig of vaag klinken. Met een paar kwalificaties erbij om het verhaal kracht bij te zetten en de leugens te compenseren.’

Tip 5: Vraag niet naar succes, maar naar falen

Waarom je niet naar succes moet vragen, behandelden we hierboven al. Maar waarom moet je juist wél naar een situatie vragen waarin iemand (in het werk) heeft gefaald? Volgens Murphy is er eigenlijk geen betere manier om de integriteit van iemand vast te stellen. ‘Het is een vraag die je helpt liegende kandidaten te identificeren, of kandidaten die excuses verzinnen voor elk falen. Het is een vraag die veel kandidaten ook niet hebben voorbereid. En dat verhoogt de kans drastisch dat je ook de waarheid van iemand zult horen.’

Pas op als mensen zeggen dat ze nooit falen, of elk falen alleen maar zien als een kans om iets te leren.

En pas op als mensen zeggen dat ze nooit gefaald hebben, of als ze elk falen alleen maar als een kans zeggen te zien om iets te leren. ‘Als ze niets kunnen verzinnen, hebben ze dus ook niet echt iets geleerd. Of de kandidaat probeert juist een geschiedenis van mislukkingen te verbloemen. Of hij of zij wil liever altijd op safe spelen, en zet dus geen grootse doelen, of neemt geen enkel risico. Laten we zeggen: geen van deze interpretaties is erg wenselijk.’ En daarom is het dus ook een goede vraag om te stellen, aldus Murphy.

Lees ook

Leer in de online training ‘Word een ster in STARR‘ alles over de basisprincipes voor het voeren van gestructureerde selectiegesprekken, om zo een vakbekwame selecteur te zijn. Dit kan als recruiter, leidinggevende, HR-medewerkers en voor iedereen die interesse heeft in het voeren van selectiegesprekken.

Ster in STARR

Lees ook

Nergens in Europa vinden werkgevers het zo lastig om mensen te vinden als hier

Het is wat met die Nederlandse (en Belgische) arbeidsmarkt. Dat meer dan de helft van de werkgevers hier aangeeft moeite te hebben om nieuwe medewerkers aan te trekken, zoals onderzoek van Europese HR- en payrolldienstverlener SD Worx onder ruim 4.300 Europese bedrijven in 14 landen laat zien? Het zal weinigen verrassen. Maar misschien wel dat het ons zoveel meer moeite lijkt te kosten dan bijvoorbeeld landen als Zweden (32%), Italië (32%), Noorwegen (31%) en Spanje (29%), waar werkgevers het stukken minder moeilijk zeggen te vinden om vacatures in te vullen.

Nederland en België scoren in het onderzoek bovenaan als het gaat om wie zegt het moeilijk te vinden om medewerkers aan te trekken. En beide staan stijf onderaan bij werkgevers die zeggen dit juist makkelijk te vinden. Nergens in Europa lijken de problemen dus zo groot.

Nederland en België staan stijf onderaan qua werkgevers die zeggen makkelijk mensen te kunnen vinden.

Ook qua time-to-hire scoren Nederlandse en Belgische werkgevers bovengemiddeld. Waar gemiddeld zo’n 6 op de 10 Europese werkgevers aangeeft dat het momenteel langer duurt om vacatures in te vullen, is dat in België 74% en in Nederland 68%. Ook zeggen bovengemiddeld veel Nederlandse en Belgische werkgevers in dit onderzoek dat het ‘nog nooit zo moeilijk is geweest’ om zich te positioneren als een aantrekkelijke werkgever.

Vooral ervaring gezocht

Het onderzoek legt overigens wel een belangrijk pijnpunt van Nederlandse werkgevers bloot. En dat is: interne mobiliteit. Dat zou een oplossing voor de krapte kunnen zijn, maar daarin blijven werkgevers hier flink achter, zo blijkt. Waar interne verandering van functie relatief vaak voorkomt in bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk (61%), Polen (61%) en Italië (57%), scoort Nederland hier ónder het Europese gemiddelde met 48%.

Het onderzoek legt een belangrijk pijnpunt bloot: gebrek aan interne mobiliteit.

‘Door nieuwe businessmodellen en de toegenomen digitalisering ontstaat er een stijgende vraag naar nieuwe profielen’, stellen de onderzoekers. ‘Het is een evolutie die een zekere aanpassing vraagt van bedrijven om anders in te spelen op de arbeidsmarkt. Daarom moeten ze nagaan op welke alternatieve manieren ze talent kunnen werven, bijvoorbeeld door te investeren in de omscholing van bestaande werknemers, zodat ze binnen het bedrijf een andere rol of functie kunnen vervullen.’

Weinig interne mobiliteit

En dat lijkt dus relatief weinig te gebeuren in Nederland (en België). ‘Ons onderzoek bevestigt dat werkgevers in Europa inventief moeten zijn bij de zoektocht naar de meest geschikte profielen. Aandacht voor de mogelijke leercurve en het aanpassingsvermogen van potentiële kandidaten voor een baan is daarbij een must’, aldus Cathy Geerts, Chief HR Officer bij SD Worx. ‘Zowel bestaande werknemers als nieuwe kandidaten kunnen zo toch in aanmerking komen voor een openstaande vacature.’

‘Aandacht voor de mogelijke leercurve van potentiële kandidaten is een must.’

Hoewel harde cijfers zeer schaars zijn, lijkt het ook in andere onderzoeken erop alsof juist qua interne mobiliteit Nederland en België achterblijven ten opzichte van de rest van Europa. Hier ligt dan ook nog een grote kans, stelt bijvoorbeeld ook HR-goeroe Josh Bersin. ‘Slechts 25% van de bedrijven kent een interne mobiliteitsstrategie, inclusief tijdelijke rollen, projectwerk, wisselende opdrachten en mentoring. Maar als bedrijven een cultuur van beweging en groei aanmoedigen, is de kans 3,7 keer groter dat ze innovatie zien opkomen. En hebben ze bijna 5 keer meer kans om erkend te worden als een geweldige plek om te werken.’

Meer trends?

Wordt de situatie volgend jaar nóg krapper? Of gaan we een kentering zien? En welke kant gaat het dan op? Op 30 november vindt het Seminar arbeidsmarkttrends 2023 – 2027 plaats, al meer dan 10 jaar hét arbeidsmarktevent van het jaar, waarin de beste sprekers en specialisten een update en een doorkijkje geven naar de arbeidsmarkt van de komende jaren. Met dit jaar onder meer keynotes van Mathijs Bouman en Gusta Timmermans. Dus: schrijf je snel in!

Trends event

trends event nog krapper

Lees ook

Nooit eerder begonnen werkgevers zó vroeg vakantiekrachten te werven

Misschien waren werkgevers wel zó bang voor de drukke zomer ‘dat ze veel eerder zijn begonnen met het werven van de vakantiekracht om maar zeker te zijn van personeel’, zegt Kelly Oude Veldhuis, woordvoerder van vacaturesite Indeed. Opvallend is het in elk geval wel. Niet alleen is het aantal vacatures voor vakantiebanen dit jaar veel hóger dan in de jaren ervoor, werkgevers blijken ook veel éérder te beginnen met de werving van hun vakantiekrachten.

vraag naar vakantiekrachten

‘Een overduidelijke uitwas van het probleem van werkgevers om aan genoeg personeel te komen’, aldus Oude Veldhuis. ‘We zien in onze analyses heel duidelijk dat het volume van vacatures voor seizoensgebonden arbeid al in maart twee keer zo hoog was als het voorgaande jaar.’ Ten opzichte van twee jaar geleden ligt het aantal vacatures bestemd voor vakantiewerk dit jaar maar liefst 80% hoger.

‘Vooralsnog blijft dit jaar qua aantallen ongeëvenaard.’

Ten opzichte van de piek van vorig jaar was het verschil ‘slechts’ 8%. ‘Maar het grootste verschil is dat werkgevers dit jaar veel eerder creatief zijn geworden om toekomstige gaten in het personeelsbestand te dichten’, zegt Oude Veldhuis. ‘Begin maart stonden er al 135% meer vacatures voor vakantiekrachten open. Pas vanaf de maand juni begonnen 2021 en 2022 qua aantallen een soortgelijke trend te vertonen. Maar vooralsnog blijft dit jaar ook ten opzichte van vorig jaar qua aantallen ongeëvenaard.’

‘Alle hens aan dek in de kroeg’

Overigens zijn niet alle sectoren dit jaar harder op zoek naar extra handen voor de vakantieperiode. In de administratie en de zorg is het aantal vacatures voor zomerbanen juist afgenomen. ‘Het zou goed kunnen dat de zorg dit jaar meer uit de brand is dan in het voorgaande jaar’, aldus Oude Veldhuis. ‘Toen hebben we nog lang te kampen gehad met de effecten van corona op de arbeidsmarkt. Wellicht is het ook zo dat prioriteiten momenteel even anders liggen en werving even op het tweede plan staat.’

Ruim 21% van de vakantiebanen is afkomstig uit de schoonmaakwereld.

Daarentegen noteert de horecabranche juist een enorme stijging in de vraag naar vakantiekrachten. Ten opzichte van 2021 is het aantal beschikbare functies voor vakantiekrachten in die sector bijna verdrievoudigd. Ondanks de krapte waarmee bars en restaurants te maken hebben, is het toch niet zo dat die sector hofleverancier van vakantiebanen is. Meer dan 21% van de vakantiebanen komt namelijk uit de schoonmaakwereld, waar het meeste vakantiewerk voor het oprapen ligt.

Indeed heeft ook nog bekeken in hoeverre de beschikbare vakantiebanen populair zijn onder mensen die een baan zoeken en vaak worden aangeklikt. Een zomerbaan als schoonmaker blijkt het onder hen goed te doen, net als een vakantiebaan als horecamedewerker. Ook verkopers en inpakmedewerkers blijken functies waarin veel mensen geïnteresseerd zijn.

Lees ook

Hoe het ‘Know Your Customer’ van de banken de arbeidsmarkt verder ontwricht

Rabobank kondigde afgelopen maand al aan dat het haar ‘Know Your Customer’-activiteiten verder zal gaan opschalen. Inmiddels werken er al 6.400 personen op de afdeling klantonderzoek bij de bank. En daar blijft het dus niet bij. Als je de soortgelijke afdelingen bij ABN Amro en ING hierbij optelt (en de andere kleinere banken), werken ruim 20.000 personen, overwegend startende hoogopgeleiden, in deze overwegend administratieve (callcenter)functies. Een opvallende ontwikkeling, omdat de banken sinds het begin van deze eeuw juist veel van hun administratieve functies sterk hebben afgebouwd en geautomatiseerd.

Ineffectief en improductief

Naast de GGD die met haar tienduizenden hires tijdenlang de arbeidsmarkt ontwrichtte (en nog steeds doet), gebeurt nu door de banken eigenlijk exact hetzelfde, maar dan onder zeer zware druk van miljardenboetes door AFM en DNB. Duizenden en duizenden starters gaan (al dan niet gedetacheerd) werken voor banken in administratieve, procedurele banen die eigenlijk per definitie ineffectief en improductief zijn.

Deze banen voegen nauwelijks groei toe aan de persoon zelf, laat staan aan de economie.

Omdat bedrijven en personen vaak meerdere rekeningen hebben bij meerdere banken, zijn alle banken dezelfde administraties aan het optuigen over dezelfde mensen en bedrijven. En binnen een bank werken dan weer meerdere personen aan meerdere bedrijven van dezelfde UBO. Ongelofelijk inefficiënt en onnuttig, nog los van hoe makkelijk het geautomatiseerd had kunnen worden. En dat voor een baan die primair bestaat om boetes te voorkomen (oké, en fraude) en geen productiviteit of groei toevoegt aan de persoon zelf, laat staan aan de Nederlandse economie.

Hoe ontwrichtend is dit?

De 10.000 hires die jaarlijks gemaakt worden binnen het segment van Know Your Customer en fraudebestrijding disrupten in mijn ogen de arbeidsmarkt om de volgende redenen:

1. De functies worden sterk ‘gepimpt’ (van fraudeonderzoeker tot Risk Detection Analyst), maar zijn in de praktijk doorgaans niet veel meer dan administratieve en procedurele functies, waarvoor werknemers wel een goed startsalaris krijgen en uitstekende secundaire arbeidsvoorwaarden.

2. De toegevoegde waarde van de functies is primair het voorkomen van boetes van de AFM. Natuurlijk is het hoofddoel het voorkomen van witwassen en fraude, maar als dat echt in het DNA van de banken had gezeten, was dit allemaal niet nodig geweest. Sterker nog… hoeveel fraude vindt er nu nog plaats? Veel van het werk is vooral voor de bühne en toezichthouders. En toon anders maar eens aan dat het anders is.

Het is niet voor niets dat Bunq rechtszaken voert over de zinloosheid van de procedures.

3. De werkzaamheden en te doorlopen procedures zijn ouderwets en te automatiseren. Het is niet voor niets dat Bunq rechtszaken voert tegenover DNB over de zinloosheid van de procedures. Werknemers binnen het KYC-gebied leren derhalve geen blijvende en duurzame skills.

4. De tienduizenden starters beginnen hun loopbaan in een functie die geautomatiseerd had kunnen zijn. Ze doen precies wat anderen een paar kilometer verderop doen, voor dezelfde klanten met vergelijkbare dossiers. Aan de start van hun carrière verdienen ze misschien lekker, maar verliezen kostbare jaren om goede ervaring en skills op te doen. Het beroep van fraudeonderzoeker is geen opstap naar een andere interessante functie waarvoor je bent opgeleid. Sterker nog… het maakt je straks misschien een te dure tweedestapper op de arbeidsmarkt.

5. Je traint tienduizenden mensen om te wantrouwen in plaats van te vertrouwen. Dit terwijl economische groei voortkomt uit vertrouwen in plaats van wantrouwen. Deze groep gaat in elke klant een potentiële fraudeur zien, en krijgt daardoor een valse start en een blijvende achterstand op de arbeidsmarkt.

Enorm schadelijk

Natuurlijk, (belasting)fraude voorkomen is best belangrijk. Maar voor de economie als geheel en voor de arbeidsmarkt in het bijzonder – zeker die nu zo krap is -, is het enorm schadelijk om nagenoeg zinloos, jaar in jaar uit, tienduizenden starters in te zetten. Het potentieel van deze groep komt onvoldoende tot haar recht. En daarmee ook de potentiële economische groei en de verdiencapaciteit van de toekomst.

Het potentieel van deze groep komt hiermee onvoldoende tot haar recht.

Ook boetes voorkomen kan toch niet iets zijn dat de productiviteit van een land laat groeien? En dat terwijl onderzoek laat zien dat de hele Know Your Customer-methode ook nog eens inefficiënt en ineffectief is. Het ontdekken van eventuele verdachte financiële patronen is ‘extreem moeilijk’. En eigenlijk niet langs deze weg te bestrijden, laat staan te voorkomen, zoals NRC én FTM recent nog schreven.

De enigen die hiervan profiteren zijn detacheerders en bemiddelaars die deze groep opleiden en tegen aantrekkelijke tarieven laten rouleren tussen de verschillende banken. Het zou heel goed zijn voor de betrokken medewerkers, de banken, de arbeidsmarkt en de Nederlandse economie als AFM/DNB iets verzinnen om deze werkverschaffing te stoppen en weg te automatiseren. Daarmee doe je iedereen een plezier, niet in de laatste plaats de werkgevers die nu maar wat graag dit arbeidspotentieel een zinvolle baan zouden willen aanbieden.

Over de auteur

Geert-Jan Waasdorp is directeur van Intelligence Group en uitgever van Werf-en.nl.

Lees ook

 

De arbeidsmarkt blijkt dus elke keer nóg krapper te kunnen worden

Hoge inflatie, crisis in Oekraïne, stijgende lonen, droogte en hitte, economische onzekerheid. Misschien dacht je dat het zo onderhand wel zijn weerslag zou hebben op de arbeidsmarkt, en daar van enige afkoeling sprake zou zijn. Maar niets daarvan, meldt het CBS in de meest recente cijfers. Het blijkt op de arbeidsmarkt zelfs elke keer nóg krapper te kunnen. Record na record wordt gebroken, ook in het tweede kwartaal van dit jaar. Welke 10 cijfers vielen daarbij het meest in het oog?

#1. Aantal vacatures stijgt maar door

Staat er eigenlijk nog wel een rem op het aantal vacatures? Als het zo doorgaat, tikken we binnenkort het half miljoen aan. Al 8 kwartalen op rij neemt het aantal vacatures in Nederland alleen maar toe, om vorig jaar in totaal uit te komen op maar liefst 467.000. Dat is een ruime verdubbeling in 4 jaar, dus ook zónder het corona-effect meegerekend. Sterker nog: in 2019, toen de arbeidsmarkt ook al ongekend krap was, stokte de vacaturetelling elk kwartaal nog op zo’n 280.000.

#2. Enige afkoeling: groei vlakt (iets) af

Oké, wie enige afkoeling op de arbeidsmarkt verwachtte, kan daarvoor ook terecht bij de jongste CBS-cijfers. De groei in het aantal vacatures vlakt namelijk wel een beetje af. Kwamen er in het eerste kwartaal nog zo’n 60.000 vacatures bij, in het tweede kwartaal van dit jaar waren dat er (netto) ‘slechts’ 16.000. Doordat tegelijkertijd het aantal werklozen ook terugliep (gemiddeld met 11.000) nam de spanning op de arbeidsmarkt nog wel steeds toe, en eindigde op 143 vacatures op 100 werklozen. Nog steeds flink meer dan het vorige record van 133 natuurlijk.

#3. Wéér bijna 100.000 nieuwe banen

Dat de arbeidsmarkt elke keer nóg krapper lijkt te worden, heeft er vooral mee te maken dat er elke keer ook nieuwe banen bijkomen. In het tweede kwartaal waren het er opnieuw bijna 100.000, al was de stijging nu (94.000) iets kleiner dan in het eerste kwartaal, toen het CBS 124.000 nieuwe banen telde. Niettemin kwam het totaal aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het tweede kwartaal uit op bijna 11,4 miljoen, een absolute recordhoogte, en al het vijfde kwartaal op rij dat dit aantal groeit (met steeds zo’n 100.000 per kwartaal).

#4. 1 op de 5 is nu zelfstandige

Opvallend: het aantal banen van zelfstandigen nam opnieuw íets sneller toe dan het totaal aantal banen voor werknemers. Met zo’n 2,5 miljoen zelfstandigen tegenover 8,9 miljoen werknemers is nu ruim 1 op de 5 banen een zelfstandigenbaan.

#5. Ondernemers zuchten…

Dat de arbeidsmarkt steeds nóg krapper kan blijkt niet alleen uit het almaar groeiende aantal vacatures, maar ook uit enquêtes onder ondernemers. Aan het begin van dit kwartaal gaf maar liefst 84% van de ondernemers aan een tekort aan arbeidskrachten te ervaren. Voor 38% van de bedrijven vormde dit tekort aan arbeidskrachten zelfs de belangrijkste belemmering voor de productie of activiteiten. Begin vorig jaar was dat nog slechts 10%.

#6. …Maar het lukt ze maar niet

Het tekort aan personeel zorgt in bijna alle sectoren voor een hogere werkdruk. Extra mensen aannemen zou de werkdruk kunnen verlagen, maar dit blijkt in de praktijk vaak lastig. Voor het zevende kwartaal op rij zeggen ondernemers te verwachten de komende 3 maanden méér personeel aan te nemen. Maar al enige tijd lukt hen dit maar niet. Zo verwachtte begin april per saldo 23% in het tweede kwartaal het eigen personeelsbestand uit te breiden. Maar 3 maanden later was dat per saldo slechts 9% van de ondernemers gelukt. Deze verschillen tussen verwachting en realisatie groeien al een jaar.

#7. Nooit eerder zóveel vacatures vervuld

Toch een pluim die recruiters in hun zak mogen steken: nog nooit eerder wisten ze zoveel vacatures te vervullen als in het tweede kwartaal van dit jaar. Er werden 378.000 vacatures vervuld (inclusief vervallen vacatures). Daardoor werd het record van het eerste kwartaal met 18.000 overtroffen. Maar nog steeds bleek het dus niet genoeg om de groei te remmen, omdat er dus tegelijkertijd zo’n 394.000 nieuwe vacatures bijkwamen.

#8. Vacaturegraad wéér hoger

En zoals te verwachten viel met een arbeidsmarkt die elke keer nóg krapper wordt: ook de vacaturegraad steeg in het afgelopen kwartaal gewoon door. Oftewel: het aantal openstaande vacatures per 1.000 werknemersbanen liep verder op, en wel van 51 naar 54. Het hoogst is de vacaturegraad in de horeca, waar in het tweede kwartaal op elke 1.000 werknemersbanen maar liefst 96 openstaande vacatures waren. Ook de ICT heeft met 89 vacatures per duizend banen een bovengemiddelde vacaturegraad.

#9. We werken steeds meer uren

Niet alleen het aantal banen stijgt: we blijken met z’n allen ook steeds meer uren te werken. Werknemers en zelfstandigen werkten in het tweede kwartaal van 2022 in totaal ongeveer 3,7 miljard uur. Dat is (gecorrigeerd voor seizoensinvloeden) 2,6% meer dan een kwartaal eerder. In de cultuur, recreatie en overige diensten steeg het aantal gewerkte uren het sterkst: met 6,6%.

#10. Steeds minder onbenut arbeidspotentieel

Het wordt in deze krappe arbeidsmarkt steeds moeilijker om vijvers te vinden waarin het goed vissen is naar personeel. Terwijl het aantal vacatures al 8 kwartalen achter elkaar stijgt, neemt het zogenoemde ‘onbenut arbeidspotentieel’ al 8 kwartalen achter elkaar af. Afgelopen kwartaal dus opnieuw, en dit keer wel met zo’n 10.000 mensen. De nog steeds 327.000 werklozen, een absoluut laagterecord sinds 2003, maken van het totaal een belangrijk deel uit. Opvallend: in mei en juni nam het aantal werklozen weer licht toe. Een voorbode van een kentering op de arbeidsmarkt?

Meer trends?

Wordt de situatie volgend jaar nóg krapper? Of gaan we een kentering zien? En welke kant gaat het dan op? Op 30 november vindt het Seminar arbeidsmarkttrends 2023 – 2027 plaats, al meer dan 10 jaar hét arbeidsmarktevent van het jaar, waarin de beste sprekers en specialisten een update en een doorkijkje geven naar de arbeidsmarkt van de komende jaren. Met dit jaar onder meer keynotes van Mathijs Bouman en Gusta Timmermans. Dus: schrijf je snel in!

Trends event

trends event nog krapper

Lees ook

De 5 grootste misverstanden over generatie Z

Binnen bepaalde generaties zijn de verschillen vaak groter dan tússen generaties. Maar desondanks valt er veel te zeggen over Generatie Z, de jongeren die de komende jaren de arbeidsmarkt gaan treden. De oudsten van de generatie, ook wel ‘Zoomers’ genoemd, worden dit jaar zelfs al 25. Wat moet je van hen weten als je hen succesvol aan je organisatie wilt verbinden? Dat blijkt vaak anders te zitten dan gedacht.

De oudsten van generatie Z, ook wel ‘Zoomers’ genoemd, worden dit jaar zelfs al 25.

Er bestaan nogal wat misverstanden en mythes over deze generatie. Intelligence Group deed er recent samen met CompanyMatch onderzoek naar. Ze vroegen bijna 150 mensen van onder de 30 naar hun voorkeuren bij het zoeken van een werkgever. En daaruit kwamen best verrassende resultaten naar voren. We noemen hier de 5 meest opmerkelijke:

#1. Graag garant

De nieuwe generatie weet als geen ander dat jouw toekomst van hen afhangt. En dus maken ze hun eigen regels op de arbeidsmarkt: ze stellen eisen, soms op het excentrieke af. Zo blijkt dat 70% van de Z’ers graag zou willen dat zijn werkgever garant staat voor de aankoop van een huis. Het is nog bepaald geen vanzelfsprekende arbeidsvoorwaarde. Maar de andere kant van de medaille is: je kunt ook zeggen dat de generatie wordt geforceerd om dit soort clausules af te dwingen. Anders kunnen ze op deze huizenmarkt van tegenwoordig alleen dromen van een hypotheek.

#2. Minder witte mannen

Waar eerdere generaties aan het thema diversiteit vooral lippendienst bewezen, lijkt deze generatie het onderwerp meer serieus te nemen. Althans: maar liefst 63% van de Z’ers geeft aan niet te willen werken voor een bedrijf dat alleen maar witte mannen in de directie heeft. Wat wil Generatie Z juist wél? Werken voor een bedrijf dat mannen en vrouwen gelijk betaalt: maar liefst 90% van de Z’ers vindt dat aantrekkelijk. Bovendien hecht 72% waarde aan werkgevers met een divers personeelsbestand.

#3. Klimaat niet bovenaan

Zéér verrassend: wie denkt dat vooral deze generatie begaan is met de planeet, komt bedrogen uit. ‘Generatie Groen’? Uit het onderzoek blijkt dat ‘slechts’ 60% een actieve bijdrage wil leveren aan de strijd tegen de klimaatcrisis. En zelfs op die 60% slaat groene employer branding lang niet altijd aan – Gen Z blijkt namelijk zéér op zijn hoede voor greenwashing.

#4. Thuiswerken hoeft niet

Thuiswerken als belangrijke arbeidsvoorwaarde? Bij deze generatie geldt dat niet zo sterk als voor de vorige generaties. Sterker nog: onderzoek toont aan dat juist deze generatie houdt van de sociale cohesie op kantoor, en daarom vaak liever op kantoor is dan thuis aan het werk.

#5. Maar géén kantoorhond

Sociale cohesie oké. Maar dat moet je ook weer niet overdrijven. Zo zegt maar liefst 75% van de ondervraagde generatie Z’ers een huisdier op kantoor onaantrekkelijk te vinden.

Conclusie

‘De nieuwe generatie dwingt zijn eigen regels af’, zegt Marieke Wehner, managing director van Werf& en auteur van het onderzoeksrapport. ‘Gen Z weet dat werkgevers hen hard nodig hebben, en dat ze dus veel kunnen vragen – en misschien zelfs wel eisen. De andere kant van de medaille is: dat moet het ook wel, gelet op hun omstandigheden. De kans is tenslotte groot dat mensen die nu de arbeidsmarkt betreden pas op hun 75ste met pensioen mogen. Als je zo lang nog moet werken, kun je maar beter iets doen wat je leuk vindt, en waar je bovendien op goede arbeidsvoorwaarden kunt rekenen.’

Veeleisend of niet, werkgevers kunnen toch niet om hen heen, benadrukt Wehner. ‘De tieners van nu, die straks de gaten moeten opvullen die de pensionado’s achterlaten, zijn enorm schaars. Wil jij met jouw organisatie over 10 jaar nog bestaan? Dan zul je die Z’ers nú dus moeten oppikken. De voorraad is uiteindelijk beperkt, en op is op.’

‘Wil jij met jouw organisatie over 10 jaar nog bestaan? Dan moet je die Z’ers nú oppikken.’

Maar dat is niet iets om bang voor te zijn, zegt ze ook. ‘Gen Z’ers zijn immers ook een waardevolle toevoeging aan je bedrijf. De generatie heeft drijfveren die we nog niet eerder zagen op de arbeidsmarkt; ze zorgen ervoor dat jouw bedrijf moderniseert en daardoor moeiteloos de transitie naar de toekomst maakt. Even iets concreter: de generatie is handig met digitale processen, kan razendsnel informatie verwerken en heeft een hoge emotionele intelligentie.’

Meer weten?

Vul het formulier in en download direct het rapport.

Lees ook

5 problemen die spelen rondom algoritmes in recruitmentsoftware

Werken met algoritmes en artificial intelligence. Het lijkt in veel gevallen een uitkomst voor recruitment. Want wie kan eerlijker en rechtvaardiger kandidaten beoordelen dan een computer? Die heeft immers geen bias. Maar vaak gaat het met A.I. ook nog van ‘ai’… Want welke variabelen voer je precies in om een kandidaat op te beoordelen? Hoe laat je de computer daarbij zoeken naar relevante verbanden? En hoe zorg je daarmee dat je niet onterecht tóch weer discrimineert en mensen buitensluit van wie je dat eigenlijk niet zou willen?

Welke variabelen voer je precies in om je kandidaten op te beoordelen?

In een veelgelezen serie artikelen op recruitmenttech gaat auteur Michiel Mastenbroek nader op al dit soort vragen in. Met nadere uitleg over wat dat nou precies zijn, de algoritmes die in recruitment worden gebruikt. Maar ook met tal van voorbeelden van waar het uit de bocht is gevlogen. Een overzicht van 5 van die problemen:

#1. Gevoelig voor misleiding

Ontwerpers van algoritmes voor recruitmentsoftware staan voor een lastige uitdaging. Ze moeten regels formuleren die het algoritme kan meten en beoordelen: diploma’s, werkervaring, verkoopcijfers, enzovoorts. Maar het probleem is dat dit soort variabelen natuurlijk nooit een volledig beeld van een kandidaat geven. Iemand kan bijvoorbeeld geen diploma hebben, maar wel degelijk de juiste vaardigheden hebben dankzij zelfstudie of ervaring. Daarnaast ontstaan hiermee het risico dat kwaliteiten die lastig te vangen zijn in variabelen – zoals collegialiteit – in de digitale beoordeling ondersneeuwen.

Een simpele als-dan-structuur is voor de kandidaat vaak goed te foppen.

Bij zogeheten rule based algoritmes, oftewel: algoritmes met een als-dan-structuur, bestaat bovendien het gevaar van manipulatie en misleiding. Slimme kandidaten weten het algoritme al snel te foppen. Zo kan een sollicitant met minder goede bedoelingen bijvoorbeeld een trefwoord als ‘Oxford’ met een witte tekstkleur in de kop- of voettekst verwerken van een cv. Dan is het trefwoord voor het menselijk oog niet zichtbaar, maar zal een simpel als-dan-algoritme het toch scannen, en hierdoor mogelijk de sollicitant hoger waarderen, ook al heeft hij of zij helemaal niet aan Oxford gestudeerd.

#2. Verband niet altijd causaal

Dan maar niet meer werken met als-dan-algoritmes? Nou nee, want bij zogeheten zelflerende algoritmes ontstaan weer nieuwe risico’s. Zo bleek uit een onderzoek eens een statistisch verband tussen het liken van krulfriet op Facebook en hogere intelligentie.

 

Ander voorbeeld: het Amerikaanse Gilead gebruikte ooit algoritmes om via sociale media goede programmeurs op te sporen. Volgens chief scientist Vivienne Ming bleek daarbij een interesse voor Japanse manga-strips een sterke prestatievoorspeller. ‘Duidelijk geen causale relatie’, aldus Ming. Maar Gild had op dat moment wel 6 miljoen programmeurs in zijn database, en de correlatie was duidelijk. Algoritmes kunnen dus wonderlijke relaties leggen en daarmee ook mogelijk ongewenste (discriminerende) verbanden produceren. Want zou je op basis van deze cijfers iedereen die niet van manga houdt meteen afwijzen?

#3. Bias in het algoritme zelf

Het duidelijkste voorbeeld van problemen met algoritmes in recruitment is natuurlijk als de vooroordelen al in het algoritme zelf worden ingebouwd. Bekend is bijvoorbeeld het verhaal van de Britse vrouw die niet met haar pasje in de vrouwenkleedkamer bij de sportschool kon. Ze gebruikte namelijk de titel ‘Dr.’ en het algoritme herkende dit als een exclusieve indicator voor het mannelijk geslacht. Zo duidelijk zijn vooroordelen in de algoritmes echter meestal niet. Bias van softwarebouwers kan ook op veel subtielere wijze een algoritme ‘binnensluipen’.

#4. Bias in de gebruikte data

Wil je algoritmes die daadwerkelijk voorspellend vermogen hebben? Dan is allereerst de kwaliteit van je data belangrijk. Amazon kan daarover meepraten, met zijn (voormalig) algoritme dat was getraind op biased data over de werknemers van de afgelopen 10 jaar. Het algoritme had op basis daarvan geleerd dat mannen de voorkeur hadden bij technische functies. Cv’s met een referentie naar het woord ‘vrouw’, zoals ‘voorzitter vrouwenschaakclub’, belandden daardoor onderop de stapel.

Credit

Ook speelt vaak mee dat data niet-representatief zijn. Als je jouw algoritme bijvoorbeeld baseert op sociale media, hoe ga je dan om met groepen die daar minder vertegenwoordigd zijn? Over hen zijn dan minder data aanwezig, wat weer invloed heeft op het ‘trainen’ van het algoritme. Zulke algoritme kunnen door zoek- en klikgedrag van gebruikers ook bias gaan vertonen. Werkgevers klikken op vacaturewebsites bijvoorbeeld vaker op cv’s van mannen, waardoor de algoritmes van die sites op den duur denken dat cv’s van mannen relevanter zijn dan die van vrouwen. Vervolgens schoven ze daardoor de cv’s van mannen vaker naar voren.

De vooroordelen die bepaalde groepen over zichzelf hebben kunnen ook bias veroorzaken.

De vooroordelen die bepaalde groepen over zichzelf hebben kunnen ook bias veroorzaken. Als vrouwen bijvoorbeeld minder snel klikken op managementposities, omdat ze denken als vrouw toch al minder kans maken, kan het algoritme na verloop van tijd niet alleen déze vrouwen minder van dit type vacatures tonen, maar ook andere vrouwen, die wel degelijk kans denken te maken. Maar het kan ook dat vrouwen dan simpelweg de advertenties voor hogere managementposities minder te zien krijgen, zoals al bleek uit een Google-onderzoek in 2015.

#5. ‘Computer says no’

Selectieprocedures moeten altijd inzichtelijk, controleerbaar en systematisch zijn. Dit betekent onder andere dat de selectiecriteria duidelijk zijn en dat navolgbaar is wat de basis was voor de afwijzing van een kandidaat, zo luidt het voorschrift uit de ‘Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie’. Dat maakt het meteen moeilijk voor veel algoritmes in recruitment. Want ‘Computer says no’ als reden voor afwijzing van een kandidaat? Het zal voor de rechter waarschijnlijk geen stand houden.

De nieuwe wet maakt het moeilijk voor algoritmes in recruitment.

Sommige algoritmes zijn zo complex dat het heel lastig is om nog werkelijk inzicht te geven in de werking ervan. Dit soort algoritmes worden vaak ook wel een black box genoemd. Maar werkgevers moeten dus wel op de hoogte zijn van de criteria die hun recruitmentsoftware gebruikt en ze moeten bij leveranciers en producenten navraag doen over mogelijke discriminatierisico’s. Direct onderscheid is bijna nooit toegestaan, maar indirect onderscheid mag wel, mits de werkgever daarvoor een goede reden kan aanvoeren. Maar die goede reden kun je dus niet zomaar aan de computer overlaten…

Kortom: algoritmes hebben de potentie het leven van de recruiter een stuk makkelijker te maken. En in verhouding tot de menselijke recruiter zal hiermee allicht minder bias in het spel zijn. Maar er zijn nog wel wat hobbels te overwinnen voordat de computer daadwerkelijk de ideale kandidaat kan aanwijzen…

Award winnen?

Zelf met mooie algoritmes aan de slag? Tot en met woensdag 7 september 2022 kan weer worden ingezonden voor de Benelux-prijzen van innovatieve recruitmentsoftware en effectieve cases: de Recruitment Tech Awards. Voor de 8e maal organiseert Recruitmenttech.nl de Recruitment Tech Awards die donderdag 3 november worden uitgereikt tijden Recruitment Tech Case_Day in Utrecht. De Recruitment Tech Awards worden wederom mogelijk gemaakt door Compagnon.

Stuur jouw case in

Stuur jouw tool in

Lees ook

Wat personeelstekorten te maken hebben met het welzijn van je werknemers

Je zou het een open deur kunnen noemen. Maar aan de andere kant: als het geen probleem was, zouden we het er ook niet zo vaak over hoeven te hebben. En dus is er nog veel werk aan de winkel als het gaat over het (mentale) welzijn van je medewerkers. Want daarin blijkt toch steeds vaker de sleutel te liggen van succes, óók in je recruitment.

De snelst groeiende bedrijven onderscheiden zich door bovengemiddelde prestaties op het gebied van welzijn van medewerkers.

Zo meldde het zogeheten Global HR Capability Project van HR-goeroe Josh Bersin onlangs nog dat de snelst groeiende bedrijven zich onder meer onderscheiden van de mindere groeiers door bovengemiddelde prestaties als het gaat om welzijn en mentale gezondheid van de medewerkers. En ABN Amro kwam niet veel later met onderzoek dat aantoonde dat aandacht voor welzijn ook héél belangrijk is voor het aantrekken van personeel. Minder aandacht daarvoor kan zelfs gevolgen hebben voor het voortbestaan van een bedrijf, zo concludeerden de bankiers.

‘Welzijnsparadox’

Hoe zit dat dan precies? In de eerste plaats door iets wat wel de ‘welzijnsparadox’ wordt genoemd. Of zoals ABN Amro het uitlegt: ‘In de laatste 2 jaar wordt duidelijk dat het welzijn van werknemers haaks staat op de economische ontwikkeling: zodra de economische groei afneemt, stijgt het welzijn van werknemers, en vice versa.’ En laat nou net de afgelopen jaren na corona de economische groei fors zijn geweest. Met toenemende werkdruk als gevolg, en een flink stijgend ziekteverzuim.

Ruim 15% ervaart meer dan maandelijks ‘complete uitputting’.

Bovendien zijn na het afschaffen van de coronamaatregelen weer veel ‘ongewenste bewegingen’ teruggekeerd, zoals de bankiers het noemen. Zoals: minder autonomie voor werknemers, ‘een factor die juist als belangrijk voor het welzijn wordt aangemerkt’ (net als competentie en verbondenheid). Ook hebben meer werknemers nu het gevoel dat hun werk veeleisend is, en ruim 15% ervaart meer dan maandelijks ‘complete uitputting’. ‘Mogelijk heeft het digitale vergaderen tijdens thuiswerkdagen hier ook een bijdrage aan’, aldus ABN Amro.

Vicieuze cirkel

Maar goed, terug naar de krapte en de personeelstekorten. Want hoe hebben die dan precies te maken met wat je doet voor het welzijn van je medewerkers? Dan blijkt dat het niet alleen erom gaat dat scoren op welzijn aantrekkelijk is voor potentieel nieuwe medewerkers, maar dat ook het omgekeerde geldt: scoor je minder goed op welzijn, dan ontstaat een vicieuze cirkel: door extra verzuim ontstaat dan meer druk, waardoor nog meer mensen zich ziek melden. En alleen extra vacatures openzetten nog de oplossing lijkt.

Liefst 44% van de werkgevers maakt zich nu zorgen over het hoge ziekteverzuim.

Uit de maandelijkse bedrijvenmonitor van verzekeraar Interpolis blijkt dat liefst 44% van de werkgevers zich zorgen maakt over het hoge ziekteverzuim. Niet zo gek dat dus ook 49% hier aangeeft te investeren om personeel gemotiveerd te houden en meer dan de helft van de ondernemers (52%) aangeeft een beleid voor duurzame inzetbaarheid te hebben. Maar goed: een bijna even groot deel is dus ook nog niet tot die ontdekking gekomen.

De deuren sluiten

ABN Amro noemt het waarborgen van het welzijn van werknemers in zijn rapport zelfs ‘essentieel’, en wel ‘vanwege de aanhoudende personeelstekorten, die door de vergrijzing al structureel tot kopzorgen in de directiekamers leidt.’ Sterker nog: ‘wie daar te weinig aandacht voor heeft, zal goede mensen zien vertrekken en op termijn ‘nee’ moeten verkopen aan klanten, of erger: zijn bedrijf deels of volledig moeten sluiten. In diverse sectoren doet zich dit al voor.’

Steeds vaker blijkt dat werknemers gebrekkige arbeidsomstandigheden niet meer accepteren.

Daarnaast blijkt steeds vaker dat werknemers gebrekkige arbeidsomstandigheden ook niet langer accepteren. ‘Denk aan de stakende bagageafhandelaars op Schiphol. Of aan de arbeidsvoorwaarden bij flitsbezorgers.’ Het ABN Amro-rapport verwijst ook naar technologie-evenement The Next Web (TNW) van half juni, waar het ook vaker dan ooit tevoren over het welzijn van medewerkers ging.

Aanbevelingen

In de strijd om de schaarse medewerker verdient het volgens de auteurs dan ook aanbeveling om verder te kijken dan alleen het salaris. ‘Loon alleen is niet zaligmakend. Een werknemer die zich niet veilig voelt op de werkvloer zal proberen daar zo min mogelijk te zijn.’ Een voorbeeld van hoe het ook kan: Vebego geeft schoonmakers de ruimte om overdag te werken in plaats van ’s nachts. En steeds meer bedrijven geven collega’s de ruimte andere feestdagen te kiezen dan de christelijke. Velen verzorgen ook al een gezonde lunch voor hun werknemers.

‘Loon alleen is niet zaligmakend.’

Wat daarnaast talent aantrekt, volgens ABN Amro, is purpose. ‘Werknemers willen werken aan een product of dienst waarmee zij die positieve bijdrage daadwerkelijk kunnen leveren, zo bleek uit gesprekken met durfinvesteerders die zich richten op bedrijven die ‘het goede’ doen tijdens The Next Web. De aantrekkingskracht van bedrijven groeit zodra ze een duidelijke purpose hebben en daar ook naar handelen, zowel voor de omgeving, de klanten als de werknemers.’

Welzijn voorop

Dat sluit ook aan bij wat Linsey Jepma namens Jobsrepublic onlangs schreef. Zij verwees niet alleen naar het groeiende aantal organisaties die tegenwoordig onbeperkt vakantiedagen aanbieden of werkweken van 4 dagen, tegen 5 dagen salaris (ook om medewerkers aan te kunnen trekken). Ook noemde ze bijvoorbeeld WeTransfer (foto), waar de medewerkers deze zomer een (halve) dag in de week vrij krijgen om ‘naar buiten te gaan’.

Bij WeTransfer krijgen medewerkers deze zomer een (halve) dag in de week vrij om ‘naar buiten te gaan’.

Volgens haar levert het ook volop recruitmentvoordelen op om te investeren in het welzijn van je medewerkers:

  • ‘In deze krappe arbeidsmarkt kun je makkelijker toptalent aantrekken als het lukt jezelf te positioneren als aantrekkelijke werkgever voor jouw medewerkers.’
  • ‘Jouw eigen medewerkers worden ambassadeurs. Zij zijn ‘fan’ van de organisatie en delen dit ook graag met hun netwerk. Dit vergroot ook weer het netwerk van de organisatie en kun je goed benutten bij nieuwe vacatures.’
  • ‘Als je het écht goed voor elkaar hebt, gaan de kosten voor recruitment omlaag. Aantrekkelijke werkgevers hebben vaak minder moeite met het aantrekken van personeel. Mensen weten hen te vinden, waardoor zij minder geld en energie hoeven te steken in het vinden van toptalent. Ze trekken het aan.’

Dit komt ook terug in onderzoek van mind.org. Daaruit blijkt dat 60% van de werknemers zich gemotiveerder voelt en hun organisatie eerder zal aanbevelen als hun werkgever hun mentale welzijn ondersteunt. ‘Als je in de sector bekend staat als een goede werkgever, is de kans groter dat je niet alleen nieuw talent aantrekt, maar ook talent van hogere kwaliteit dat wil werken voor een bedrijf dat hun inspanningen ondersteunt’, schreef Thomas Internationaal hier recent nog over.

Conclusie: het telt meer dan ooit

Hoe het nou precies zit, en welke kant het opgaat, de relatie tussen (mentale) welzijn enerzijds en de aantrekkingskracht op de arbeidsmarkt anderzijds, dat is nog steeds niet helemaal helder. Maar dát er een relatie is, daarover stapelen de onderzoeken zich inmiddels wel op (zie bijvoorbeeld ook 1, 2 en 3). Met in één onderzoek zelfs 88% van de kandidaten die aangeeft de welzijnsinspanningen van een werkgever als belangrijke overweging te beschouwen bij een nieuwe baan. Kort gezegd: wil je talent aantrekken? Zorg dan eerst dat je een goede werkgever bent, en welzijn van je medewerkers hoog op je prioriteitenlijst zet.

88% van de kandidaten zegt welzijn als belangrijke overweging te beschouwen voor een nieuwe baan.

Zeker sinds de coronapandemie is de aandacht voor het onderwerp welzijn bij werknemers immers sterk gestegen. En dus ook bij werkzoekenden. Als recruiter derhalve een mooie taak om hierover een goed verhaal te hebben naar je kandidaten toe. En doet je werkgever (of opdrachtgever) hier nog weinig aan? Dan wordt het misschien eens tijd om eerst hierover het gesprek te openen. Want anders kan je werk de komende tijd nog wel eens een stuk moeilijker worden dan het nu al is…

Lees ook