7 aanhoudende personeelstekorten – met gevolgen voor de hele samenleving

Oppervlakkig gezien zou je kunnen denken dat de personeelstekorten wat uit het nieuws zijn – en dus misschien ook minder een probleem. Maar het is mogelijk eerder een soort gewenning. Want of we nu te maken hebben met een banenoverschot, of juist toch een tekort aan mensen: deze 7 sectoren hebben er allemaal in elk geval nog flink last van – met ook ingrijpende gevolgen voor onze hele samenleving. Want ja, het zijn inderdaad vooral overheidsdiensten die hier zijn opgesomd.

#1. Het gevangeniswezen

Gevolg: Gevangenen eerder naar huis, en uitstel van straffen.

Het was de afgelopen weken ongetwijfeld het grootste nieuws op het gebied van de personeelstekorten: de mensen die een straf hebben openstaan, maar die voorlopig niet hoeven uit te zitten. Gedetineerden die soms al op vrijdag naar huis worden gestuurd als ze in het weekend op vrije voeten zouden komen. En onderzoek naar vaker inzetten van elektronisch toezicht via de enkelband. ‘Acute en tijdelijke’ maatregelen, aldus verantwoordelijk demissionair minister Franc Weerwind.

Voor zo’n 2.000 veroordeelden is momenteel geen plaats in de gevangenis, en zij lopen daarom vrij rond.

Volgens de minister zijn momenteel 330 gevangeniscellen niet te gebruiken, omdat er niet genoeg personeel is om die te bemannen. En arrestanten kunnen door het tekort niet goed worden ‘doorgeplaatst’, waardoor ook politiecellen vol zijn. Gevolg van een en ander is dat voor zo’n 2.000 veroordeelden geen plek in de gevangenis is, en ze daarom vrij rondlopen. De minister zegt momenteel niet alleen flink bezig te zijn om nieuw personeel te werven, maar hoopt op termijn ook de inzet van medewerkers te verminderen door ‘robotisering’ en door gedetineerden hun straf vaker buiten een cel te laten uitzitten., schrijft hij aan de Kamer.

#2. Het openbaar vervoer

Gevolg: Minder, maar ook viezere treinen, trams en bussen.

Door het hele land, van Venlo tot Den Haag, hebben veel openbaarvervoerbedrijven nog altijd te kampen met grote tekorten aan personeel. Ondanks nieuwe CAO’s, waarbij medewerkers er tot 2026 soms maar liefst 23% op vooruitgaan. Met als gevolg dat onder meer taxibedrijven worden gevraagd om bij te springen, zoals in Flevoland momenteel gebeurt. Of dat dienstregelingen worden afgeschaald, terwijl juist de vraag groot is, of de chauffeur soms geen Nederlands meer spreekt.

Minder bekend gevolg van het personeelstekort is dat bijvoorbeeld treinen ook steeds viezer worden. Zwarte strepen aan de buitenkant zijn eerder regel dan uitzondering. En ook aan de binnenkant lukt het niet om de treinschoonmaak op peil te houden. Er zijn niet alleen te weinig machinisten om de treinen naar de wasstraat te rijden voor hun tweewekelijkse onderhoud en de extra stevige reinigingsbeurt die ze om de 60 dagen horen te krijgen, ook de via een aanbesteding geselecteerde schoonmaakdienst kampt met tekorten. Er lopen nu bijna 1.000 schoonmakers rond in de treinen, zo’n 10% minder dan zou moeten.

#3. De zorg

Gevolg: Te veel kwetsbare ouderen op de spoedeisende hulp (onder veel meer).

Dat in de zorg de problemen met personeelstekorten groot zijn, is natuurlijk voor niemand nieuws. En ook dat we wat dat betreft nog maar aan het begin staan. De gevolgen zijn steeds vaker merkbaar. Zo lukt het ziekenhuizen bijvoorbeeld niet goed om mínder kwetsbare 70-plussers op te nemen op de spoedeisende hulp van het ziekenhuis, zoals juist 2 jaar geleden in het zogenoemde Integraal Zorg Akkoord (IZA) was afgesproken. Met als gevolg ‘verstopping van het hele stelsel’, zoals de Haagse huisarts Verena Dirkse het vorige week aan de NOS uitlegde.

De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving stuurde begin maart een brief aan de Tweede Kamer over het ernstige personeelstekort in de zorg. Opvallend daarin: het pleidooi voor het structureel inbedden van ‘informele’ (ongediplomeerde mantel)zorg en de inzet van zij-instromers. Hoewel er in de brief geen expliciete focus ligt op technologie, onderkent het advies wél impliciet de potentie van digitalisering om de problematiek aan te pakken, iets waar Nederland tot nu toe relatief gezien in achterblijft. Denk bijvoorbeeld aan automatisering van (spraakgestuurde) medische rapportage of digitale ondersteuning van mantelzorgers.

#4. Het onderwijs

Gevolg: Vierdaagse lesweken, dalende PISA-scores, tijdelijk grotere klassen en onbevoegden voor de klas.

Nog zo’n sector waar de problemen allang bekend zijn. En waar de problemen zelfs nog steeds toenemen, zoals ook weer bleek uit de Kamerbrief lerarenstrategie van eind vorig jaar. Het lerarentekort is in het primair onderwijs gestegen tot 9.800 voltijdsbanen, 100 meer dan in 2022, en zo’n 9,7% van de totale werkgelegenheid in de sector, zo blijkt. In de grote steden is het nog erger: daar nam het tekort met 2,8% toegenomen tot 18%. Het aantal scholen met een tekort groter dan 30% is ook gestegen. In het voortgezet onderwijs gaat het om een tekort van zo’n 3.800 mensen.

Wat er nodig is om die tekorten op te lossen? Freddy Weima, voorzitter van de PO-Raad, vraagt – samen met eigenlijk de hele sector – om een nieuw Deltaplan dat over vele jaren wordt uitgerold. ‘We moeten de tekorten duurzaam aanpakken, en dat kan alleen als er over een enkele kabinetsperiode heen wordt gekeken’, zegt hij. Iets wat onderwijsbond Aob onderstreept, en waar ook de Tweede Kamer toe oproept in een aangenomen motie. Omdat de personeelstekorten in de sector ook nog eens heel ongelijk verdeeld zijn, wordt onder meer gekeken naar manieren waarop scholen onderling personeel kunnen uitwisselen.

#5. De fiscus

Gevolg: Minder dwanginvorderingen bij betalingsachterstand, en miljarden aan misgelopen inkomsten.

Miljarden euro’s aan belastinginkomsten. Die staan op het spel omdat de Belastingdienst kampt met ernstige personeelstekorten, vooral op de afdeling invordering. De Algemene Rekenkamer onthulde vorige maand dat door deze tekorten de capaciteit om deurwaarders in te schakelen vrijwel nihil is, en dus velen met een betalingsachterstand vrijuit zullen gaan. In totaal zou het kunnen gaan om wel 5,7 miljard, aldus de Rekenkamer. De betrokken afdeling van de Belastingdienst heeft een tekort van zo’n 1.000 fte, waarvan 400 gerelateerd zijn aan coronaschulden.

Staatssecretaris Marnix van Rij geeft zelf lezingen bij opleidingen om mensen enthousiast te maken over de fiscus.

Het Rekenkamer-rapport beschrijft ook dat de tekorten nijpender zijn dan gedacht. De komende jaren kan dit probleem ook nog eens groeien omdat de Belastingdienst een grote uitstroom door pensionering verwacht. Over 5 jaar moeten er 12.000 extra voltijdswerknemers bij zijn gekomen om alle schulden te innen, bijna de helft van het totale personeelsbestand. Om dat te laten slagen, geeft verantwoordelijk staatssecretaris Marnix van Rij onder meer zelf lezingen bij opleidingen om mensen enthousiast te maken over werk bij de fiscus.

#6. De luchtvaart

Gevolg: Geen technici, geen vluchten.

De eerste in deze lijst die niet direct of indirect aan de overheid verbonden is (behalve via de Schiphol Group dan), en daarmee min of meer een vreemde eend in deze bijt. Maar ook in de luchtvaart zijn de tekorten nog zeker niet voorbij. Het probleem met de beveiligers lijkt min of meer onder controle; andere onderdelen kampen echter nog met grote krapte. De LVNL bijvoorbeeld, die recent met een ‘capaciteitsdeclaratie‘ kwam, waarmee het samen met de Marechaussee, de Douane en Schiphol zelf duidelijk maakte te weinig personeel te hebben om alle vluchten (veilig) te kunnen afwikkelen, waar het volgens de wet wel de ruimte voor heeft.

‘Er is te weinig personeel om (veilig) het aantal vluchten te kunnen afwikkelen, waar het volgens de wet wel de ruimte voor heeft.

Ook KLM heeft te maken met personeelstekorten, en wil bijvoorbeeld dit jaar nog 450 nieuwe monteurs en grondwerktuigkundigen aannemen. Dit onder meer naar aanleiding van het rapport Alle Hens Aan Dek, dat de Nederlandse Vereniging van Luchtvaart Technici (NVLT) vorig jaar schreef. Bij KLM werken zo’n 4.000 mensen in de technische dienst. Vooral de instroom van jonge mbo’ers is hard nodig, omdat zij sleutelen aan de vliegtuigen en ook kunnen doorstromen naar de functie grondwerktuigkundige, die de vliegtuigen uiteindelijk kunnen ‘aftekenen’. Zonder de goedkeuring van die mensen mag een vliegtuig niet vertrekken.

#7. De post

Gevolg: Misschien nog maar twee keer in de week post.

Eind vorig jaar kwam 82% van alle brieven op tijd bij de geadresseerde aan. Terwijl PostNL verplicht is om 95% op tijd te bezorgen. Voornaamste verklaring: personeelstekorten. ‘Dat speelt niet overal in het land, maar op bepaalde plekken hebben we veel te weinig bezorgers’, zei Sipke Spoelstra, directeur bij PostNL, hierover begin dit jaar tegen de NOS. Om overal in Nederland 5 dagen per week de volgende dag brieven en kaarten te bezorgen, zijn 15.000 postbezorgers nodig, maar het bedrijf komt er (structureel) zo’n 1.000 tekort. Die vacatures blijken heel lastig te vervullen. PostNL heeft in totaal 35.000 werknemers.

Om wat aan die problemen te doen, wil het postbedrijf langer de tijd krijgen om brieven te bezorgen. Het bedrijf wil dat 2 dagen toegestaan wordt in plaats van binnen 24 uur zoals nu verplicht is. Op termijn wil het bedrijf brieven binnen 3 dagen gaan bezorgen, en mogelijk dus zelfs maar 2 dagen in de week. Daarvoor moet nog wel de Postwet veranderen, iets waar de Tweede Kamer overigens waarschijnlijk wel toe bereid lijkt te zijn.

Lees ook

Wies van ‘t Slot (365werk): ‘Dip in de markt is voor ons ook een kans’

In de markt van de uitzendbureaus rommelt het. De branche kromp vorig jaar behoorlijk, en al langer gonst het van de geruchten dat het grootste uitzendbureau van allemaal binnenkort een grote reorganisatie bekend gaat maken. Is dat een reden om bij de pakken neer te gaan zitten? Geenszins, zegt Wies van ‘t Slot, oprichter/eigenaar van het Groningse 365werk, deze week winnaar van de vakjuryprijs bij de Bureaurecruitment Awards. ‘Een dip in de markt is voor ons ook een fantastische kans. Juist dan kunnen we onze toegevoegde waarde laten zien’, zegt ze in een op die dag opgenomen podcast.

365werk telt onder meer Thuisbezorgd en PostNL als klant. Juist in een markt als deze kan de recruiter zich onderscheiden, vult accountmanager Melissa Huisman (links op de foto) haar collega aan. ‘We zeggen dat we het cv minder belangrijk vinden, en meer kijken naar de persoon achter de kandidaat. Maar dat moet een opdrachtgever dan wel met je eens zijn. Juist in het overtuigen en enthousiast maken van een opdrachtgever over een kandidaat, daar kan een recruiter volgens ons echt het verschil maken.’

Wat zei de jury?

De vakjury prees online uitzendbureau 365werk onder meer vanwege de introductie van payday, een concept waarmee uitzendkrachten niet meer op hun geld hoeven te wachten, maar meteen na hun dienst krijgen uitbetaald. Ook de referralcampagne onder de naam Tik ‘m aan viel positief op, net als het feit dat het bureau is voorgedragen door een klant (Interzorg) en er geen individuele bonussen worden uitgekeerd op basis van omzetcijfers, maar juist een gezamenlijke bonus op basis van de NPS-score die zowel opdrachtgever als uitzendkracht voor het bureau overhebben.

Wies van ‘t Slot en Melissa Huisman bij de prijsuitreiking.

‘We zien beide als onze klanten, zowel opdrachtgever als kandidaat’, zegt Van ‘t Slot daar in de podcast over. ‘Uitzendkrachten zijn voor ons het goud, en niet alleen in een schaarse markt. Wij denken: het zou de norm moeten zijn dat je altijd probeert het goed te doen voor die kandidaat.’ En over de gezamenlijke bonus zegt ze: ‘Het stimuleert iedereen om samen te werken.’ 365werk bestaat nu zo’n 8,5 jaar, Van ‘t Slot richtte het bureau op na een loopbaan bij onder meer YoungCapital en dat eerder genoemde grote uitzendbureau. ‘Ik ben trots dat we in die tijd zover hebben weten te komen’, zei ze op het podium van Bureaurecruitment Live.

Beluister de hele podcast

Benieuwd naar hoe Melissa Huisman en Wies van ‘t Slot kijken naar de opkomst van A.I.? Of hoe ze continu hun eigen processen proberen te verbeteren? Je hoort het allemaal in de hele podcast, waarvan de komende week nog meer afleveringen online komen:

Lees ook

Werven door te wandelen (inzending Maasstad Ziekenhuis)

We bieden ervaren verpleegkundige een ontdekkingsreis in het Maasstad Ziekenhuis. Ze leren op deze manier vrijblijvend ons ziekenhuis kennen. De ‘Volop Verpleegkundige’-route is een uniek 1-op-1 moment met een van onze recruiters. Tijdens een wandeling door het ziekenhuis bieden we ze een persoonlijke en op maat gemaakte inkijk in wat het Maasstad Ziekenhuis voor hen als verpleegkundige kan bieden. Ze stellen een eigen route samen en maken kennis met onze beschouwende, snijdende en specialistische afdelingen. Door bijvoorbeeld een kijkje te nemen op de afdeling Chirurgie, Orthopedie/Traumatologie, Interventiecardiologie of het Brandwondencentrum.

Na afloop vult de recruiter een afspraakkaartje in (bevestigd aan toffe Maasstad-sokken).

Voor deze campagne hebben we een specifieke landingspagina gemaakt op onze werkenbij-site en deze hebben we actief vermarkt via social media. Voor de wervingsstrategie is een stappenplan ontwikkeld. De verpleegkundige meldt zich aan via de website voor een van de beschikbare momenten. Daarna neemt de recruiter contact op om kort kennis te maken en de Volop Verpleegkundige-route samen te stellen. Vervolgens vind het ‘Volop Verpleegkundige’-moment plaats en gaat de verpleegkundige met de recruiter langs verschillende afdelingen in het ziekenhuis. Na afloop vult de recruiter een afspraakkaartje (bevestigd aan toffe Maasstad-sokken) in voor het inplannen van een vervolgmoment.

Hoe werf je ervaren verpleegkundigen in een krappe arbeidsmarkt en met een beperkt budget? Door ze te laten wandelen door het ziekenhuis. Lees de hele case van Maasstad Ziekenhuis, ingezonden in de categorie Recruitment voor de Werf& Awards 2024.

Wat was de impact van de case?

De campagne heeft 5 weken aangestaan op Facebook en Instagram, daarnaast nog 1 week op LinkedIn. Voor het uitvoeren van deze wervingsstrategie was capaciteit van onze recruiters en verpleegkundigen van de verpleegafdelingen nodig. Uiteindelijk hebben we 3 verpleegkundigen aangenomen op verschillende afdelingen. Daarnaast hebben we ook mensen geënthousiasmeerd om een opleiding te gaan starten. De campagne werd goed ontvangen door de doelgroep én door collega’s.

  • Looptijd: 5 weken
  • Media: Facebook, Instagram en LinkedIn
  • Budget: €900,-
  • Impressies: 99.100
  • Sessies: 1.860
  • Aanmeldingen: 16
  • Hires: 3

Hoe werf je ervaren verpleegkundigen in een krappe arbeidsmarkt en met een beperkt budget? Door ze te laten wandelen door het ziekenhuis. Lees de case van Maasstad Ziekenhuis, ingezonden in de categorie Recruitment voor de Werf& Awards 2024.

Waarom moet deze case een Werf& Award winnen?

Onze campagne moet winnen omdat wij een inspiratie willen zijn voor andere organisaties die werven in een krappe arbeidsmarkt en met een beperkt budget, dat het wel mogelijk is om ervaren collega’s te werven. Juist door als hele organisatie tijd vrij te maken voor het aantrekken van nieuwe collega’s, creëer je een sterk recruitment-fundament. In combinatie met creatieve communicatie is er meer haalbaar dan je van tevoren misschien denkt.

Credits case

De volgende personen, afdelingen en/of externe partijen zijn betrokken bij de case:

  • Miranda van Schie – recruiter
  • Jasmijn Kraak – recruiter
  • Elles de Zeeuw – recruiter
  • Cansu Özec – recruiter
  • Sara Akhtar – Franklin – adviseur arbeidsmarktcommunicatie & recruitment
  • Radboud van der Kooi – adviseur arbeidsmarktcommunicatie & recruitment
  • Sacha van der Jagt – communicatieadviseur

 

Uitreiking op Werf& Live

De Werf& Awards worden uitgereikt op Werf& Live, dat plaatsvindt op 28 mei 2024. Werf& Live is dé ontmoetingsplek voor HR-professionals, recruitmentexperts en arbeidsmarktspecialisten die zich willen onderdompelen in de kernaspecten van employer branding. Wil je erbij zijn?

Meer informatie en tickets

 

Lees ook

 

Vrouwen moeten meer onderhandelen – en mannen moeten op zwangerschapsverlof

Vorige week was het Internationale Vrouwendag. En dat betekent traditiegetrouw veel aandacht voor de beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt. Er zijn ook genoeg redenen te verzinnen om die te blijven benoemen, of aandacht te vragen voor de achterblijvende groei van vrouwen aan de top van het bedrijfsleven. Maar er zijn ook tekenen van hoop. Zo blijkt dat mannelijke en vrouwelijke zzp’ers in vergelijkbare rollen inmiddels wel degelijk hetzelfde verdienen. Dat mannen ook massaal zijn gaan thuiswerken tijdens Covid is hierin waarschijnlijk ‘the great equalizer’ gebleken.

Startsalarissen in het MKB liggen voor mannen en vrouwen momenteel nagenoeg gelijk.

Ook liggen startsalarissen in het MKB voor mannen en vrouwen momenteel nagenoeg gelijk, blijkt uit onderzoek van Van Spaendock in samenwerking met Intelligence Group. Pas na enkele jaren werken gaan de salarissen uit elkaar lopen. ‘Kinderen krijgen’, tijdelijk het arbeidsproces verlaten vanwege zwangerschapsverlof en ‘meer parttime werken’ blijken daar onder meer verklaringen voor.

Intern vs extern bewegen

Ook blijkt uit cijfers van Intelligence Group dat mannen vaker intern doorgroeien en vrouwen meer hun weg naar andere werkgevers zoeken. In 2023 kreeg 10,5% van de mannen intern een andere rol, tegen 9,4% bij vrouwen. En dat terwijl 16,5% van de vrouwen bij een andere werkgever ging werken (tegen 15,0% van de mannen). Als mannen wisselen van werkgever is dit bovendien vaker omdat ze benaderd of gevraagd worden. Vrouwen wisselen juist vaker omdat ze ontevreden zijn in hun huidige baan. Dit kan ook een verklaring zijn voor genderverschillen in salaris, omdat ‘gevraagd worden’ meer leverage geeft om te onderhandelen.

Het CBS laat zelfs nog grotere verschillen zien (die cijfers zijn inclusief studenten en bijbaners) in het extern bewegen tussen mannen en vrouwen. Dat kan de hardnekkige loonkloof deels verklaren, aangezien intern doorgroeien dus eerder verticaal is, waar extern bewegen juist vaak eerder een horizontale stap is. Daar komt bij dat 14,9% van de vrouwen niet over haar arbeidsvoorwaardenvoorstel onderhandelt, terwijl dat slechts voor 11,0% van de mannen geldt. Dit verschil lijkt misschien klein, maar is wel degelijk relevant.

Het is anders na de 40

Hierbij valt ook op dat tot het veertigste levensjaar mannen en vrouwen ongeveer even vaak onderhandelen over salaris (ongeacht hoe succesvol dit is). Pas daarna komt er een verschil, waarbij mannen vaker over salaris onderhandelen, en vrouwen minder. Ook zien we dat mannen boven de 40 meer dan vrouwen worden benaderd door werkgevers en dat dit verschil ook oploopt na het veertigste levensjaar. Van een causaal verband kunnen we op basis van deze getallen niet spreken, maar er is waarschijnlijk wel een relatie.

Van tekengeld tot bonus: mannen onderhandelen over alle financiële zaken meer dan vrouwen.

Mannen onderhandelen bijna over alle zaken meer dan vrouwen. Bijvoorbeeld: 4 keer (!) zo vaak over tekengeld, 3,3 keer zo vaak over de auto van de zaak, 2,1 keer zo vaak over de bonus en 1,9 keer zo vaak over een vergoeding bij gedwongen ontslag. Vrouwen onderhandelen daarentegen (een beetje) meer over werktijden, ‘datum indiensttreding’, mogelijkheid tot thuiswerken en opleidingsmogelijkheden en -budget. Vrouwen onderhandelen nooit meer dan mannen over de financiële zaken gerelateerd aan hun werk. Ze onderhandelen en waarderen daarentegen vooral andere (niet-financiële) zaken.

Europese wetgeving komt eraan

Nieuwe Europese wetgeving komt eraan, die moet gaan helpen om de loonkloof verder te dichten. Salarissen en financiële emolumenten moeten straks bijvoorbeeld bekend zijn aan het begin van het sollicitatieproces. Hiermee wil de Europese Unie voorkomen dat vrouwen opgebouwde salarissenverschillen meenemen van werkgever naar werkgever. Ook wil de EU hiermee mannen een deel van de onderhandelingswind uit de zeilen halen.

De EU wil mannen een deel van de onderhandelingswind uit de zeilen halen.

Goede initiatieven die zonder meer gaan helpen om het salarisverschil te dichten. Al kan het zomaar ook eens gebeuren dat de oplossing uit een andere hoek komt. Zo vermoed ik dat zwangerschapsverlof van mannen ook een duit in het zakje gaan doen. Alleen zouden de huidige 5 weken dan ook 4 tot 5 maanden moeten worden, net als bij vrouwen. Als mannen ook zolang in één jaar niet werken, zou het zomaar eens kunnen zijn dat ze in de beoordelingscyclus ook een jaartje meer stilstaan of minder snel omhoog gaan. Dat zou hierin zomaar eens de ‘great equalizer’ kunnen zijn.

Loonkloof wegnemen

Helaas (maar voor ondernemers maar goed ook) krijgen mannen nog geen 5 maanden zwangerschapsverlof. Wat dan natuurlijk ook kan: vrouwen die zwanger zijn geweest beoordelen en belonen alsof ze wél 12 maanden hadden gewerkt. Dat zou zomaar eens de grootste loonkloof kunnen wegnemen. Qua interne promotie blijft dat natuurlijk lastiger, omdat je – hoe je het ook wendt of keert – een stuk werkervaring mist. Dit geldt natuurlijk ook voor parttime werken. Iemand die 10 jaar lang fulltime heeft gewerkt heeft heel wat meer ‘vlieguren’ dan iemand die al 10 jaar parttime werkt. Hoewel ze allebei 10 jaar werkervaring hebben.

Helaas (maar voor werkgevers maar goed ook) krijgen mannen nog geen 5 maanden zwangerschapsverlof.

Met andere woorden: de loonkloof is op de arbeidsmarkt heus niet zomaar helemaal verdwenen. Maar als vrouwen nu eens beter leren onderhandelen, en mannen ook langer zwangerschapsverlof nemen, dan moet meer gelijk loon voor gelijk werk zeker dichterbij komen. De zzp’ers hebben al bewezen dat het kan. Waarom zou dat dan niet ook in loondienst kunnen?

Lees ook

Zorgwekkend: de arbeidsproductiviteit daalt. Valt er iets aan te doen?

Het nieuws sneeuwde vorige week een beetje onder. Maar nochtans was het behoorlijk schokkend wat het CBS liet zien met de meest recente economische cijfers. En dan hebben we het niet zozeer over die geringe BBP-groei van 0,1 procent. Wat nog meer in het oog viel was eigenlijk de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. Na een paar jaar van (lichte) groei dook die namelijk weer eens onder het nulpunt. En dat konden we op de huidige krappe arbeidsmarkt nou eens net níet gebruiken. Want dat betekent dat we voor verdere groei nóg meer afhankelijk worden van meer inzet van mensen dan hiervoor.

De arbeidsproductiviteit is kort gezegd hoeveel binnenlands product we per gewerkt uur kunnen produceren. Daalt dat cijfer, dan betekent het dus dat we méér mens(ur)en nodig hebben om hetzelfde te produceren. En juist aan die (goede) mensen is momenteel zo’n groot gebrek. Vandaar dat we rustig kunnen stellen dat de daling van de arbeidsproductiviteit met maar liefst 0,6 procent misschien wel het slechtste nieuws is dat recruiters de afgelopen weken hebben kunnen tegenkomen.

20 jaar digitaliseren: 0 resultaat

Iemand als FD-econoom Mathijs Bouman (foto) hamert er al geruime tijd op: alleen in de arbeidsproductiviteit zit de echte oplossing voor de structurele schaarste. Maar tegelijk blijft de groei ervan al jaren achter, ondanks alle focus op automatisering en robotisering. ‘De arbeidsparticipatie staat op het hoogste peil ooit – en zo’n groei als tussen 2013 en 2023 gaat zich niet herhalen. Het idee dat er nog arbeidsreserves zijn die we makkelijk kunnen aanboren is een fictie. Bedrijven die willen groeien moeten vol investeren in arbeidsvervangende technologie’, zei hij er onder meer over op het Werf&-seminar Arbeidsmarkttrends.

‘Twintig jaar van digitaliseren en automatisering heeft precies niets opgeleverd.’

Misschien dat A.I. daarbij wel eens de reddende engel kan zijn, stelde hij ook. ‘Kantoren staan vol computers, elke werknemer heeft via het internet toegang tot alle kennis van de mensheid, maar productiever wordt men niet. Terwijl tussen 2002 en 2022 de arbeidsproductiviteit in de industrie met 65% toenam, was er in de zakelijke dienstverlening sprake van stilstand. Zo’n 20 jaar digitaliseren en automatiseren heeft precies niets opgeleverd.’ Maar dat zou met A.I. wel eens kunnen veranderen, hoopt hij.

baanvernietiging
De zorgwekkende ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit in beeld
In de zakelijke dienstverlening daalt de arbeidsproductiviteit zelfs.

Economen eensgezind

Ook andere economen tonen zich vrij eensgezind als het om dit onderwerp gaat. Meer arbeidsproductiviteit is echt hard nodig, want alleen maar meer mensen werven en aan het werk zetten, daar gaan we het niet meer mee redden, zo is de algemene gedachte. Dat viel bijvoorbeeld te horen bij de groep economen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) die in februari nog een bezoek brachten aan Nederland, met een rugtas vol met goedbedoelde adviezen over onder meer A.I. en automatisering.

Ook econoom Heleen Mees haalde het onderwerp recent uitgebreid aan bij BNR, en hoogleraar Robert Dur benoemde het ook nog in zijn Dies Natalis, eind januari bij de Universiteit van Maastricht, waarin hij de uitdagingen van de Nederlandse arbeidsmarkt besprak. Om de productiviteit te verhogen, zouden we bijvoorbeeld wat strenger kunnen zijn voor de nu dominante, maar laagproductieve sectoren als slachthuizen, distributiecentra en kassen, zoals ook DNB-president Klaas Knot   bepleitte, net als Frans Timmermans in zijn Banning-lezing, en ook diverse universiteiten.

Ook internationaal laag

De groei van de Nederlandse arbeidsproductiviteit is de afgelopen decennia niet alleen steeds verder teruggelopen, hij is ook in internationaal perspectief behoorlijk laag, liet ESB recent zien. In Zweden, Denemarken, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en de Verenigde Staten ligt de gemiddelde jaarlijkse groei bijvoorbeeld een stuk hoger, terwijl het niveau daar vaak sowieso al (soms ver) boven dat van Nederland ligt.

Wat eraan te doen? Het probleem ligt namelijk niet zozeer in het grote aantal zzp’ers in Nederland, noch in gebrekkige marktwerking, een haperende verspreiding van kennis, of te lage lonen, zo werd eerder eigenlijk al geconstateerd. Ook volgens de ESB-analyse is de oorzaak grotendeels te vinden in de laagproductieve sectoren, die een steeds groter deel van de werkgelegenheid opsouperen. Denk niet alleen slachthuizen, kassen en distributiecentra, maar ook: schoonmaak, beveiliging, uitzendbureaus. Terwijl hoogproductievere sectoren als mijnbouw, telecom en financiële diensten dus juist relatief minder hard groeien.

Arbeidsmarktdynamiek

De ESB-auteurs noemen echter ook nog een ander interessant aspect als mogelijke verklaring voor de lage groei van de arbeidsproductiviteit, en dat is: de dynamiek op de arbeidsmarkt. Die is in Nederland namelijk ook ongunstiger dan bijvoorbeeld in Denemarken en Zweden, zo valt er te lezen. Daar zou het immers gebruikelijker dan in Nederland zijn om van baan te wisselen, aldus ook OESO-cijfers. Dus ondanks dat we vaak dénken dat we in Nederland een heel flexibele en volatiele arbeidsmarkt hebben, is dat in de praktijk misschien wel helemaal niet zo. Met dus vrij funeste gevolgen voor de arbeidsproductiviteit.

Het is juist hier dat de wereld van recruitment ook om de hoek komt kijken. Want investeren in innovatie en kennisontwikkeling, dat ligt in de meeste organisaties meestal niet op het bordje van de recruiter. Maar dat is anders waar het gaat om de arbeidsmarktdynamiek aanjagen. De ESB-auteurs pleiten bijvoorbeeld voor inzet op om- en bijscholing en intersectorale mobiliteit, teneinde het mensen makkelijker te maken tijdens de loopbaan van baan te wisselen. Maar ligt hier niet ook juist een mooie taak voor de recruiter? En zo bevat de analyse toch ook weer wat goed nieuws. Dus hup, recruiters van Nederland, help die dynamiek op de arbeidsmarkt te versnellen, en zorg eens voor meer mobiliteit! Anders wordt het nooit meer wat met de arbeidsproductiviteit…

Over de auteur

Peter Boerman is hoofdredacteur van deze site. Hij schrijft af en toe opinies op persoonlijke titel. Zoals deze.

Waarom we (mbo-)recruiters meer moeten waarderen

Je zal er maar voor staan! Je zal bijvoorbeeld staan voor de opgave om een groot aantal verschillende vacatures te vervullen, van de CEO- tot de medewerker postkamer-vacature. Inhoudelijke kennis van alle functies hebben, zeker van mbo-functies, dat is niet te doen. Je zal er maar voor staan om zowel theoretisch opgeleide academici als praktisch ingestelde mbo’ers te moeten werven; de verwachtingen van de kandidaten over solliciteren zijn compleet anders.

Volumefuncties vragen een andere, meer datagedreven aanpak, andere skills.

Je zal er maar voor staan om zowel eenmalige ‘exotische’ vacatures als de altijd openstaande vacatures te moeten vullen. Volumefuncties vragen immers een andere, meer datagedreven aanpak, andere skills. Je zal er maar voor staan om zowel de A.I.-ontwikkelingen als de ontwikkelingen op vacatureteksten en recruitment marketing te moeten volgen; alleen grote corporates kunnen alle kennis in huis halen en houden.

Oppervlakkige relatie

Je zal er maar voor staan om de traditionele P&O-medewerker te moeten ontwikkelen tot een moderne recruitment marketeer die ook nog eens expert is op digitale multi-sourcing-tools; een andere (mentale) benadering die ook een ander type persoonlijkheid vraagt. En je zal er maar voor staan om met een enkele recruiter tientallen hiring managers te moeten bedienen. De interne klantrelatie zal altijd oppervlakkig blijven.

Je zal er maar voor staan dat in jouw functiehuis een recruiter maximaal 3.000 euro per maand verdient…

Je zal er maar voor staan dat je een functiehuis hebt waar een professionele recruiter maximaal 3.000 euro per maand kan verdienen; toppers in de huidige arbeidsmarkt verdienen al snel  het dubbele of meer. En je zal er tegelijkertijd maar voor staan dat je moet werken met een sterk verouderd ATS. Als recruiter ben je dan soms meer tijd kwijt met het achterhalen waar de sollicitant in het proces zit dan met de kans om snel en adequaat te reageren op kandidaten in deze krappe arbeidsmarkt…

Niet gek dus

Het is dan niet gek dat in veel organisaties:

  • Vacatures veel te lang openstaan, omdat er geen goed ATS is om voldoende grip te krijgen op het proces.
  • Er geen goede recruitment-KPI’s zijn, zoals cost per hire, waardoor niemand het kader heeft om de normen qua kosten en doorlooptijd te bewaken.
  • Je niet de beste en meest ervaren recruiters aan je kunt binden, en jonge, onervaren of zelfs onbekwame recruiters moet inzetten om inhuur te voorkomen.
  • De hiring managers meer via bureaus inhuren dan eigenlijk goed is voor de organisatie; zowel financieel als kwalitatief in termen van binding.
  • Recruitmentmanagers en recruiters zich ten koste van hun eigen gezondheid een slag in de rondte werken om de organisatie draaiende te houden, waardoor de kosten van verzuim oplopen en veel recruitmentcapaciteit wordt ingehuurd.
  • Veel en vaak op recruitment gemopperd wordt. Dit wil vooral nog wel eens gebeuren als ze er niet bij zijn. Meer waardering zou op zijn plaats zijn, zonder recruitment wordt het zeker niet beter. Verbeteringen zijn absoluut noodzakelijk – zeker als het gaat om de ingewikkelde mbo-vacatures. Het moet dan wel zo zijn dat voor recruitment de randvoorwaarden ingevuld zijn.

De voorwaarden

Die voorwaarden voor snel en adequaat ingrijpen van recruitment zijn eigenlijk vrij simpel:

  • Creëer echt (!) draagvlak op het hoogste niveau, met ‘afdwingmacht’ om doe-dingen echt voor elkaar te krijgen; een dag gewacht is een dag te veel.
  • Zorg voor voldoende budget voor tooling (proces- en rapportagetooling) voor effectieve en efficiënte processen; neem afscheid van onmogelijke ATS-systemen die van alles doen behalve het recruitmentproces ondersteunen.
  • Zorg voor een salarishuis dat ruimte biedt voor het aannemen en behouden van voldoende recruitmenttoppers; zorg voor eigen capaciteit op alle niches.
  • Maak een opleidingsbudget voor recruiters en hiring managers voor de opbouw en het onderhouden van inhoudelijke kennis van elkaars werkzaamheden;
  • Ontwikkel visie en beleid op de integrale human capital-agenda; zodat het niet bij eenmalige acties blijft.

Geen verrassing

Met deze voorwaarden ingevuld, is het tij snel en adequaat te keren. Uiteraard hangt de snelheid af van de achterstand die in de afgelopen jaren is opgelopen. Het zal meer werk zijn en langer duren als er onvoldoende is geïnvesteerd en onvoldoende is geanticipeerd op de huidige krappe arbeidsmarkt. De vergrijzing is immers al lang geleden aangekondigd en de krapte van nu had geen verrassing mogen zijn.

De vergrijzing is al lang geleden aangekondigd en de krapte van nu had geen verrassing mogen zijn.

Belangrijk bij dit alles is dan wel om recruitment beter te gaan waarderen. Het is immers niet alleen hun probleem. Wat niet wil zeggen, dat soms niet de juiste mensen staan opgesteld om de huidige en vaak complexe uitdagingen planmatig en structureel op te lossen.

Je zal er maar voor staan, als recruiter, voor al die in- en externe uitdagingen. Tijd voor ze wat meer te waarderen, stelt Max Boodie. Vooral de recruiter die mbo'ers werft verdient volgens hem veel meer respect. Maar waarom is dat dan precies?

Het vak is niet meer wat het ooit is geweest; een mensen-mensen-vak! Inmiddels is het een data-analyse-vak, een vak waar je moet kunnen rekenen. Het is een bedrijfskundig vak, dat begrijpt hoe organisaties zich gedragen. Een psychologisch vak ook, waarbij je gedrag van mensen individueel en in groepen moet snappen. Het is een online marketingvak, dat digitale skills vraagt. En het is een servicegericht vak, waarbij je zowel kandidaten als hiring managers moet bedienen. Maar hoe dan ook, zonder echt waardering op te brengen voor recruitment gaat er niets veranderen. Ga ze waarderen en bied de conditie om hun werk goed te doen.

Over de auteur

Max Boodie is oprichter van PlaytoWork.

Verder verdiepen?

Tijdens de Leergang Recruitment van de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie leer je alles om kandidaten te vinden en in beweging te brengen uitgaande van je eigen recruitmentkracht. Op 30 mei begint een nieuwe editie. Zo leer je altijd toegevoegde waarde te leveren!

Leergang Recruitment

Waarom consistent zijn altijd beter is dan letten op ‘gebroken benen’

Stel: je weet dat iemand elke vrijdag naar de film gaat. Maar stel: je weet ook dat diegene deze week zijn been gebroken heeft. Wat denk je: zal dat bioscoopbezoek deze vrijdag doorgaan? Als je het aan een algoritme vraagt, zal dat waarschijnlijk ‘ja’ zeggen. Het heeft immers niet anders geleerd. Maar vraag je het een mens, dan wordt het waarschijnlijk een ‘nee’. Hoe kun je met een gebroken been nu naar de film?

Hoe kun je nu met een gebroken been naar de film?

Precies zo is het in veel selectiebeslissingen in recruitment. We denken vaak ‘broken legs’ te zien bij kandidaten, waarvan we denken dat algoritmes ze over het hoofd zien, en dat we daardoor slimmer zijn dan de computer, en dús uiteindelijk betere beslissingen maken. Maar in werkelijkheid zijn er maar heel weinig écht gebroken benen, vertelt Marvin Neumann, onderzoeker aan de Nederlandse Vrije Universiteit. En zitten we er dus vaker naast dan dat het stugge algoritme dat doet.

Als je maar consistent bent

In een experiment liet hij vorige week duidelijk zien dat consistentie loont in recruitment. Min of meer ongeacht wáár je nu consistent over bent. Wil je de beste kandidaat kiezen, dan kun je het beste vooraf bedenken welke beslisregel je wilt volgen om tot die keuze te komen, en daar vervolgens structureel aan vasthouden. Hoe contra-intuïtief dit ook voelt, het maakt dus vaak niet uit of die beslisregel nou precies klopt of niet, aldus Neumann. Consistentie in keuze blijkt nog belangrijker.

Het maakt gek genoeg eigenlijk niet uit of je beslisregel nou precies klopt of niet.

In het experiment werd een groep van zo’n 50 respondenten gevraagd een 30-tal anonieme sollicitanten voor de rol van ticket agent bij een luchtvaartmaatschappij te beoordelen. Van de kandidaten waren slechts hun scores bekend op het gebied van een cognitieve IQ-test, een zelfrapportage op consciëntieusheid, en het oordeel van een manager op basis van een ongestructureerd interview (tussen 1 en 5).

De ene helft van de groep respondenten kreeg echter vooraf de vraag om aan te geven hoe belangrijk zij deze criteria (ten opzichte van elkaar) vonden, de andere helft kreeg die vraag niet. Het blijkt dat de eerste groep, die dus een weging vooraf bekend maakte, en op basis hiervan een score-advies kreeg, vaak van hun eigen advies afweek en daarom nauwelijks betere voorspellingen maakte dan de tweede groep. Had de eerste groep echter consistent hun eigen opgestelde beslisregel gevolgd, dan had zij vervolgens ook beter de uiteindelijke score van een kandidaat voorspeld dan de groep die vooraf geen beslisregel had opgesteld, maar puur selecteerde op basis van hun eigen eerdere ervaring.

Rotte appels

Neumann organiseerde het live experiment samen met Wim Thielemans van de Vlaamse School for Recruitment. ‘Soms is keuzes maken makkelijk’, aldus Thielemans, terwijl hij twee rotte appels en één glimmende laat zien. Maar meestal is dat dus niet zo. Hij zegt het voorbeeld van de broken legs wel te herkennen. ‘Een kandidaat heeft de website niet bekeken, komt te laat binnen of heeft een d/t-fout in de brief staan. Dan valt hij of zij al snel af. We denken dat zulk soort dingen meespelen, maar dat doen ze dus zelden.’ Neumann: ‘Als mensen hun zelf gemaakte beslisregel constant toepassen, en dan niet proberen uitzonderingen op de regel te zien, dan is de voorspelbaarheid hoger dan wanneer voorspellingen puur op ervaring gebaseerd zijn. Helaas is de praktijk meestal anders.

Meer ervaring blijkt in selectie nauwelijks meerwaarde op te leveren.

Neumann heeft zo nog wel meer interessante inzichten te delen, over zowel bias als ruis in het selectieproces. Dat ervaring in selectie bijvoorbeeld nauwelijks meerwaarde oplevert. Dat het puur consistent toepassen van een beslisregel in vrijwel alle gevallen beter scoort dan puur selecteren op basis van intuïtie van de selecteur, ook als het gaat om minder valide selectie-instrumenten.

Zo kan volgens hem dus zélfs een ongestructureerd sollicitatiegesprek een rol spelen. ‘Als je het maar gaat kwantificeren, en vervolgens via een consistente beslisregel toepast’, legt hij uit. ‘Idealiter geef je zo’n suboptimaal instrument dan een wat lager gewicht. Dat nog altijd levert betere selectiebeslissingen op dan helemaal geen beslisregel te gebruiken en je intuïtie in te schakelen. Wie het volgens het boekje wilt doen gebruikt alleen maar een paar valide instrumenten en telt de scores gewoon op. Maar voordat iemand zegt: ‘Nou, als je wilt dat ik een compleet gestructureerd interview ga doen, dan gebruik ik wel helemaal geen algoritme’, is mijn antwoord: ‘Oké, accepteer dan een instrument wat suboptimaal is en probeer het een wat lager gewicht te geven, voordat je helemaal geen beslisregel wil gebruiken en dus heel inconsistent oordeelt.’

Nóg een gesprek? Liever niet

Veel van die kennis is al bekend sinds 1954 (Paul Meehl), 1959 (Lasky et al) en 2020 (Yu & Kuncel) en 2016 (Kausel et al). Uit dat laatste onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat méér informatie helemaal niet altijd tot betere beslissingen leidt. Nóg een gesprek? Nog een screening? We denken vaak: meer informatie is alleen maar beter. Baat het niet, dan schaadt het ook niet. Maar Neumann zegt dat we ons daarin vergissen. ‘Meer ongestructureerde interviews kunnen zelfs schadelijk zijn voor onze oordelen. Het toevoegen van een slecht interview kan de valide informatie verwateren; het zogeheten dilution-effect. En alsof dat op zich nog niet erg genoeg is, komt er nog eens bij dat mensen meer vertrouwen hebben in hun eigen oordeel als het gebaseerd is op meer informatie.’

Het toevoegen van een slecht interview kan de waarde van de valide informatie verwateren.

Dat mensen liever vertrouwen op hun eigen oordeel (hoe gekleurd ook) dan op algoritmes heeft er waarschijnlijk mee te maken dat ze vrezen dan autonomie kwijt te raken. Door mensen te vragen zélf een simpele beslisregel vooraf te laten opstellen, kun je dat volgens hem grotendeels teruggeven. ‘Maar dan moet je vervolgens niet de mogelijkheid om daarvan af te wijken. Dus niet de mogelijkheid bieden om broken legs te zien.’

Simpele beslisregel gewenst

Samengevat: zorg dat je een simpele beslisregel opstelt, en doe dat vooral zelf. Daar is de rol van de expert namelijk nog wel belangrijk. Dat is altijd beter dan géén beslisregel maken. En voeg daarna niet te veel extra instrumenten toe. Niet goed voor je budget, maar ook zelden goed voor je validiteit, aldus Neumann. ‘We moeten echt afleren om nóg een extra test te vragen.’ En trek je bij de beslisregel vooral ook niet te veel aan van wat voor gewicht je een bepaald criterium moet geven. ‘Dat je het consistent toepast, dat verklaart grotendeels waarom beslisregels beter zijn dan je intuïtie. Dat is dus meestal belangrijker dan de kwaliteit van het algoritme en de verdeling van de gewichten.’

‘Waak waar de mens zich zou moeten terugtrekken is het combineren van informatie.’

Als beslisregels (dus: algoritmes) belangrijker zijn dan het menselijke oordeel, wat voor rol blijft er dan eigenlijk nog over voor de recruiter? ‘Daar hebben we ook onderzoek naar gedaan’, zegt Neumann. ‘En er zijn nog genoeg zaken die overblijven. Vooral voor het verzamelen van informatie. De enige taak waar de mens zich volgens mij zou moeten terugtrekken is het combineren van de informatie.’ En besef, vult Thielemans aan: ‘Jouw oordeel heeft een enorme impact op de toekomst van de kandidaat. Jouw keuze kan die persoon helpen of kraken. Juist daarom is het ook zo belangrijk dat het goed gebeurt…’

Meer weten?

Meer weten over hoe je beslisregels kunt opstellen? Lees dit tutorialMeer over hoe je je eigen selectie-algoritme kunt ontwerpen? Volg een gratis workshop op 14 mei met dr. Marvin Neumann (Vrije Universiteit Amsterdam) en Wim Thielemans (School for Recruitment).

Lees ook

Hoe Marta’s open sollicitatie de hele wereld over ging – en het cv opnieuw uitvond

Via een zelfgeschoten video op zoek gaan naar een baan, we besteedden er in deze rubriek al wel eerder aandacht aan. In Nederland waren er in elk geval al heel wat voorbeelden van te vinden. Maar zoveel bereik als de goedlachse Marta Puerto ermee wist te genereren? Dat zal toch weinigen gegeven zijn. In de eerste 3 dagen wist ze er al meer dan 1 miljoen views op te krijgen, resulterend in ‘honderden verzoeken’ van werkgevers om eens te komen praten.

In 3 dagen wist Marta al meer dan 1 miljoen views op haar video te krijgen.

Een mooie opsteker voor de 29-jarige marketeer, met ervaring in B2C en B2B, die in haar vorige baan bij fintechbedrijf Xolo in oktober ontslagen werd, en sindsdien allerlei verwoede pogingen deed om iets nieuws te vinden. Vooralsnog echter zonder resultaat. Dat zal na de viral video, die ze opnam met de medewerking van haar laatste werkgever, videoproductiebedrijf Filmograma, ongetwijfeld anders zijn.

The medium is the message

Marta Puerto, die ook nog een tijdje in het Belgische Luik werkte, spreekt 6 talen: Spaans, Catalaans, Engels, Frans, Portugees en Italiaans. In haar video spreekt de marketingmanager haar publiek vooral in het Engels toe, maar ook de andere talen komen voorbij. De video is juist zo goed, zo wordt vrij algemeen erkend, omdat hij zo mooi een link legt tussen het medium van communicatie en het beroep waarin ze terecht wil komen. The medium is the message, zou good old Marshall McLuhan zeggen

En dat terwijl ze eigenlijk heel verlegen is, zegt ze zelf, en het ‘extreem beschamend’ vindt om het over zichzelf te hebben. ‘Maar mensen die me kennen, weten ook dat ik niet zomaar opgeef.’ En dus kwam ze na ‘ontelbare sollicitatiebrieven’, vaak zelfs zonder enige reactie, tot dit resultaat, ook nog eens ondersteund door een gloednieuwe website. Waarbij ze voor de video trouwens heel veel zelf oppakte: van idee tot concept, script (inclusief het nu al legendarische ‘Free trial ended. Book an interview’), en locatiescouting tot publicatie en distributie.

De toekomst van het cv

Op internet zijn de reacties op de precies 1 minuut en 42 seconden durende video over het algemeen lovend. ‘Dit is de toekomst van het cv in tijden van GenAI’, valt bijvoorbeeld te lezen. ‘Dit laat namelijk echt iemands ware potentieel zien.’ Een ander stelt dat alle werkgevers die haar de afgelopen maanden hebben afgewezen nu wel de haren uit het hoofd zouden trekken van spijt.

Zelf had ze echter alle aandacht niet verwacht. ‘Ik had gedacht dat ik er mogelijk 100 tot 200 likes op zou krijgen, vanuit mijn eigen netwerk.’ Na 1 dag stond de teller echter al ruim boven de 80.000 likes. Ze had in diezelfde tijd ook al 5.000 connectieverzoeken binnen. ‘Ik krijg nu zelfs verzoeken van recruiters die me eerst hebben afgewezen. Ze willen nu ineens allemaal een stukje Marta’, zei ze in een interview.

Eén werkgever vroeg haar zelfs om naar Londen te verhuizen.

Het duurde zelfs maar enkele minuten nadat ze de video had gepost, voordat de eerste reactie binnenkwam: een voormalig collega die nu bij een ander bedrijf werkt vroeg haar voor een sollicitatiegesprek de volgende week. Maar daar bleef het niet bij. Het regende zelfs zoveel verzoeken dat ze een aparte mailbox ervoor opende. Eén werkgever vroeg haar zelfs om naar Londen te verhuizen, na overleg met de CEO aangepast tot: ‘Oké, we vinden het ook niet erg als je remote vanuit Madrid wil werken.’

Implicaties

Het viral video-cv, dat de titel Meet Marta: The Movie had meegekregen, heeft nogal wat implicaties voor de toekomst van recruitment, zo valt her en der te lezen. ‘Het stelt serieuze vragen over de effectiviteit van het traditionele sollicitatieproces in een wereld waar juist digitale presence en creativiteit belangrijk zijn voor iemands carrièrekansen en de nieuwe valuta van succes worden’, zo luidt een van de analyses. ‘Als meer individuen een voorbeeld nemen aan Marta, en dit soort content gaan maken om hun skills aan te tonen, zullen bedrijven hun recruitmentstrategieën moeten overdenken en gaan aanpassen.’

Terwijl heel Nederland in de ban was van Joost Kleins Europapa, ging in het zuiden van Europa de aandacht uit naar Marta Puerto, die via een hartverwarmende video op zoek ging naar een nieuwe baan. Is dit de échte toekomst van het cv?

Lees ook

‘Open Talent’: hoe de grootste uitdaging van organisaties verder gaat dan alleen vacatures vullen

Wie wel eens van een term als ‘Total Talent Management‘ heeft gehoord, denkt soms dat het daarbij vooral erom gaat of je iemand beter vast of flex (als zzp’er, uitzendkracht of gedetacheerde) kunt aannemen. Maar kijken we naar de inzendingen voor de allereerste Total Talent Management Awards in de geschiedenis, waarvan gisteren in Breda dus ook de allereerste jurydag ooit heeft plaatsgevonden, dan blijkt de term werkelijk een heel spectrum aan mogelijkheden te bevatten waarop je naar het aantrekken van talent kunt kijken.

Er is een heel spectrum aan mogelijkheden waarop je naar het aantrekken van talent kunt kijken.

Of het nu gaat om samen met andere organisaties talent delen (Vitalis), om via een Employer of Record-oplossing internationaal talent aan je te binden (Fairphone), om een intern gigs-platform (Booking.com), om een gezamenlijk opleidingsprogramma met leveranciers (Aquafin), of om een combinatie van al die opties (ING, UCB); het talentvraagstuk blijkt veelzijdiger dan ooit, en voor elke organisatie een (ook technische) uitdaging. En dan hebben we het nog niet eens gehad over bijvoorbeeld outsourcing of robotisering.

Extended enterprise

Het past bij het idee van de ‘extended enterprise’, zoals Mark van Assema en Marleen Deleu dat uitwerkten in hun nog altijd zeer lezenswaardige boek Mis geen talent. ‘Oftewel: denk niet vanuit je stafsilo’s van Finance, HR en Inkoop; daar heeft de business immers geen boodschap aan. En denk voor invulling ook niet vanuit contractvormen als vast en flex: die zijn volgend, niet leidend’, aldus Van Assema, die samen met Deleu ook de initiatiefnemer van de Total Talent Management Awards is. Talent komt in vele soorten en maten, zo lijkt hun boodschap te zijn.

Hun ideeën over die nieuwe, veel meer integrale en uitgebreide benadering van talent aantrekken, sluiten nauw aan bij die van Harvard-hoogleraren John Winsor en Jin H. Paik, die in hun recente boek Open Talent ook schrijven dat het tijd is voor nieuwe modellen, en af te stappen van de lineaire, traditionele en top-down manier van vacatures vullen, die in veel organisaties nog altijd min of meer standaardprocedure is. Met als belangrijk(ste) onderdeel van al die nieuwe modellen: platformisering, mogelijk gemaakt door technologie.

‘Grootste kopzorg’

‘De grootste kopzorg waarmee internationale bedrijven vandaag de dag worden geconfronteerd – en niet te vergeten hun grootste kostenpost – is het vinden van talent’, zeggen ze. ‘Om dit probleem aan te pakken, omzeilen veel individuele managers nu stilletjes de standaard recruitmentprocedures van hun organisatie en wenden ze zich tot talentplatforms om bekwame hulp te vinden. Er zijn al meer dan 800 van zulke digitale talentplatforms die bedrijven de diensten aanbieden van miljoenen hoogopgeleide freelance professionals van over de hele wereld. En die freelancers kunnen vaak sneller en goedkoper werken dan fulltimers.’

‘Bedrijven moeten al het talent beschouwen als deel van een wereldwijd netwerk.’

Hoogste tijd om dat nu ‘stiekeme’ gedrag van managers in elk geval in kaart te brengen en er liefst ook nog beleid op te ontwikkelen. Want dan kun je er echt voordeel mee gaan doen. ‘Bedrijven moeten zelf een open-talent-strategie ontwikkelen – een fundamenteel nieuwe benadering van recruitment, waarbij ze al het talent beschouwen als deel van een wereldwijd netwerk waarop ze kunnen vertrouwen om aan hun behoeften te voldoen’, aldus de auteurs.

500 miljoen talenten

Dat steeds meer organisaties moeite hebben om vast talent aan te trekken of te houden is geen probleem van de laatste jaren, zeggen ze ook. Het speelde al vóór corona, en ook al voor de opkomst van A.I. Maar thuiswerken en platformisering heeft het wel in een stroomversnelling gebracht, en die geest is niet zomaar terug in de fles te duwen. Wil je als organisatie nu alleen nog met vaste vacatures in je behoefte voorzien, dan kan het knap lastig worden, schrijven ze. Je sluit je ogen dan niet alleen voor de wensen van een hele generatie, maar ook voor een hele wereld aan talent buiten je eigen grenzen.

‘Wil je als organisatie nu alleen nog met vaste vacatures in je behoefte voorzien, dan wordt het knap lastig.’

Op de meer dan 800 digitale talentplatforms die de auteurs over de hele wereld hebben onderzocht, zijn bijvoorbeeld naar schatting 500 miljoen (!) hoogopgeleide professionals aangesloten, gescreend en al en klaar om te werken. ‘Dit zijn mensen die gebruik hebben gemaakt van nieuwe technologieën en talentplatforms om zichzelf om te vormen tot mondige micro-ondernemers die hun eigen arbeidsvoorwaarden bepalen en zelf beslissen welk werk ze doen, waar, wanneer en hoe ze dat doen en wat ze ervoor vragen.’

Open Talent

Zelf noemen ze deze verschuiving dus ‘Open Talent‘ – ‘een term die we gebruiken om de versnelde digitale transformatie van talentmanagement te beschrijven door middel van wereldwijd verspreide arbeidskrachten die voor bedrijven toegankelijk zijn via on-demand digitale platforms.’ Dat kan volgens hen tal van voordelen opleveren. Denk: minder frictie bij het zoeken naar (geschoolde) krachten, minder vaste salariskosten, een groter vermogen om mee te bewegen met de vraag, sneller en efficiënter werk en aanzienlijke kostenbesparingen.

En let op, het gaat hier wel om iets anders dan de gig economy. ‘Dat laatste gaat voor ons vaak om transacties tussen bedrijven en consumenten, zoals met bezorgservices. Dat soort werk kan werknemers in een tredmolen zetten en hen nooit de kans geven om op adem te komen. Open talent is echter een breed concept dat verschillende strategieën voor het aantrekken van talent omvat die verder gaan dan de traditionele tewerkstelling en die de nadruk leggen op flexibiliteit en toegang tot gespecialiseerde vaardigheden.’

Inkoop niet meer voldoende

Het is niet meer genoeg om HR alleen te laten werken met werknemers en uitzendkrachten, de afdeling inkoop met outsourcing-partners en innovatiebureaus met externe medewerkers, stellen de auteurs. ‘Bedrijven moeten al hun talent gaan zien als onderdeel van een wereldwijd netwerk van zeer gespecialiseerde werknemers met onderling afhankelijke vaardigheden. En dan, als ze die nieuwe denkwijze hebben aangenomen, moeten ze zelf bouwen aan wat we een externe talent cloud noemen: een pool die niet alleen je interne medewerkers en vaste contractanten omvat, maar ook veel hoogopgeleide freelancers van over de hele wereld.’

‘De voordelen zijn zo duidelijk en meetbaar dat bedrijven het zich niet kunnen veroorloven om níet hierop over te stappen.’

In hun onderzoek ontdekten ze dat bedrijven die het open-talent-model omarmen hun werk net zo goed gedaan krijgen als bedrijven die meer traditioneel werven. ‘Maar dan 4 tot 5 keer sneller en 8 tot 10 keer goedkoper. Dit betekent niet dat ze werknemers harder pushen of minder betalen. Het betekent gewoon dat ze efficiënter werken en veel bureaucratie schrappen. Onze ervaring is dat de voordelen zo duidelijk en meetbaar zijn dat bedrijven het zich niet kunnen veroorloven om niet over te stappen op open talent en het te omarmen als een strategische noodzaak.’

Allemaal op eigen manier

Het is precies deze open houding om ook op andere manieren naar talent te kijken die de genomineerden van de Total Talent Management Awards kenschetst. En allemaal doen ze dat op hun eigen manier. Wie de jury uiteindelijk daarvan als winnaar bestempelt? Dat weten we pas op 21 maart, als in Breda weer de jaarlijkse Total Talent Summit plaatsvindt. Maar misschien schuilt de grootste winst al wel in het feit dat de 6 genomineerden vooral laten zien dat het om veel meer gaat dan alleen om de vraag: vast of flex? En wat zou het mooi zijn als juist recruiters daar wat meer het voortouw in zouden nemen.

Lees meer

Niets missen?

Kom dan op 20 maart 2025 naar Breda, voor de vierde editie van de Total Talent Summit.

 

LinkedIn is vooral in Nederland groot, maar blijft in rest van Europa flink achter

De recruitmentindustrie is sterk afhankelijk van LinkedIn. En steeds afhankelijker. Maar een volledige toegang tot de arbeidsmarkt? Die krijgen ze er zeker niet mee. Als je kijkt naar heel Europa dan heeft LinkedIn zelfs nog maar een kleine positie. Zo’n 80% van de Europeanen noemt het platform zelfs helemaal niet, als je hen vraagt naar hun favoriete apps om een nieuwe job te zoeken, hun favoriete website voor een nieuwe job, hun favoriete website in het algemeen, hun favoriete apps of hun favoriete sociale media.

‘Als een recruiter LinkedIn gebruikt, mist hij dus het grootste deel van de arbeidsmarkt.’

Ongeveer 1 op de 5 noemt bij al die vragen minstens 1 keer LinkedIn. Bij mensen met een masterdiploma is dit weliswaar iets hoger, 34%, en bij mensen met een bachelor diploma 28%. Bij praktisch opgeleide werknemers is dit echter slechts 13%. ‘Als een recruiter LinkedIn gebruikt, mist hij of zij dus het grootste deel van de arbeidsmarkt, zeker als hij niet op zoek is naar bachelors en masters’, aldus Geert-Jan Waasdorp, directeur van Intelligence Group, dat het onderzoek uitvoerde, en daarvoor in 2 jaar 418.692 Europeanen ondervroeg.

Witteboordensegment

In het witteboordensegment kun je met je LinkedIn Recruiter Seat in Europa dus nog redelijk terecht om kandidaten te sourcen. Maar juist bij de zeer gewilde groep van blue collar workers is de voetafdruk van het platform dus maar klein. ‘Het lijdt geen twijfel dat je in Europa niet kunt recruiten zonder LinkedIn en Indeed te gebruiken’, aldus Waasdorp. ‘Beide sites groeien nog steeds met hun impact op de markt. Maar omdat we maar één waarheid kennen – dat wat LinkedIn ons vertelt -, overschatten we hun echte kracht in Europa.’

Dit komt ook door het gebrek aan kennis van lokale talen en (arbeids)markten, denkt hij. ‘Werkend vanuit een Angelsaksisch internationaal en Engelstalig perspectief, zie je niet wat je niet weet. Als internationale recruiter zoek je waarschijnlijk in het Engels en heb je geen kennis van het aantal loodgieters of business controllers in Athene of Rome. De resultaten en gegevens die LinkedIn dan levert zien er op het eerste gezicht best interessant uit, maar je mist het meeste talent. Alleen weet je niet wat je niet weet en het vertrouwen in het LinkedIn-platform is zo groot dat er nauwelijks vragen gesteld worden.’

Nederland echt LinkedIn-land

Wie de data ziet, valt meteen op dat Nederland een echt LinkedIn-land is, met 38% van de beroepsbevolking en 56% van de hoogopgeleide professionals die zegt platform te verkiezen in hun zoektocht naar een (andere) baan. Ook landen als Frankrijk, Zwitserland, Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Spanje hebben een hoge penetratie van LinkedIn, vooral binnen de BaMa-talentenpool. Maar hoe dichter je bij het midden en oosten van Europa komt, hoe ‘leger’ de LinkedIn-talentenpool wordt. De daling begint in de Duitstalige DACH-regio en wordt naderend 0 in de Baltische staten en de Balkan.

Hoe dichter bij het midden en oosten van Europa, hoe ‘leger’ de LinkedIn-talentenpool.

Maar zelfs in de Scandinavische landen en de landen die verbonden zijn met de Noordzee, Atlantische Oceaan en Middellandse Zee mis je dus nog minstens twee derde van de talentenmarkt als je al je inspanningen op LinkedIn inzet. En dat is nog erger als je je focust op praktisch opgeleiden. Daar komt nog eens bij dat het op LinkedIn relatief lastig is voor internationale recruiters om in vreemde talen te werven, wat juist voor praktisch opgeleiden wel heel belangrijk is.

‘LinkedIn toont je hoe dan ook in heel Europa maar een klein deel van de totale talenten-taart.’

‘Laten we realistisch zijn’, aldus Waasdorp. ‘LinkedIn dekt slechts een klein deel van de werknemers in Europa en heeft bijna geen relevantie in de midden- en oost-Europese landen. En het platform heeft nog altijd bijna geen relevantie voor het recruiten van praktische werknemers. Als je als recruiter specifiek talent nodig hebt ergens in Europa, kan LinkedIn nog steeds een slimme keuze zijn, naast het gebruik van de lokale kampioenen (jobsites en cv-databanken). Maar om blindelings op LinkedIn te vertrouwen, lijkt me dan weer geen slimme strategie. Ze tonen je hoe dan ook maar een klein deel van de totale talenten-taart.’

Lees ook

Nieuwe test voor sollicitanten: ben jij slim genoeg om A.I. te verslaan?

Mens of machine? De strijd is volop losgebarsten. Wie zal wie verslaan? Strategie-adviesbureau Synthesis CG, gevestigd in Litouwen, heeft nu met dat uitgangspunt een wervingscampagne opgezet, met als uitdaging: ‘Om in 2024 een strateeg te zijn, moet je minstens net zo goed zijn als A.I. Ben jij dat ook?’ De test stelt kandidaten een aantal vragen waarmee ze de machine kunnen outsmarten, maar moet hen ook in staat stellen om hun analytische en strategische denkvaardigheden te demonstreren die laten zien hoe goed ze in staat zijn om verschillende merken te begrijpen.

‘De meeste mensen die zichzelf strateeg noemen kennen we al, we zoeken hiermee juist andere mensen.’

‘Strategen zijn een moeilijk te vinden niet-traditioneel publiek dat een niet-conventionele manier vereist om hen te recruiten. Een goede merkstrateeg is niet gemaakt in een ‘strategieschool’. Ze hebben allerlei achtergronden: academici, bedrijfsadvies, creatieve industrieën en technologiebedrijven’, verklaart Gediminas Užkuraitis, partner en CEO van het bureau. ‘De meeste mensen die zichzelf strateeg noemen kennen we al, dus ons doel met de campagne is om andere mensen aan te trekken die laten zien hoe hun hersenen werken en doorzettingsvermogen tonen om het meerdere keren te proberen totdat ze het goed hebben.’

Interesse aanwakkeren

De zelf ontwikkelde interactieve test is natuurlijk niet alleen bedoeld om de nog niet eerder ontdekte strategiepareltjes te identificeren, maar ook om de nieuwsgierigheid van kandidaten naar het merk zelf aan te wakkeren, aldus Užkuraitis. Het is volgens hem vooral weer eens een andere manier om A.I. te gebruiken in werving en selectie. Kandidaten gaan in de test de strijd aan met CompOS, de A.I.-gestuurde merkpositioneringstool van de organisatie, die websites van merken analyseert en hun merktypen identificeert.

Om de uitdaging aan te gaan, moet de kandidaat 5 merken matchen met hun respectievelijke merktypen en laten zien of hun analysemethoden kunnen wedijveren met die van A.I. De uitdaging komt voort uit de behoefte aan verschillende kwalificaties die een goede strateeg moet bezitten: een snel begrip van allerlei zakelijke behoeften en gegevens, expertise die op verschillende gebieden is opgedaan om complexe klantuitdagingen aan te pakken, het vermogen om analytische en conceptuele strategische vaardigheden toe te passen en de bereidheid om aan grootschalige projecten te werken als onderdeel van een interdisciplinair team.

Vertrouwen in de mens

Užkuraitis zegt er vertrouwen in te hebben dat de machine het nog niet van de mens gewonnen heeft. In elk geval nog niet op strategiegebied. ‘A.I. wordt al op grote schaal toegepast in de advies- en creatieve industrie. Ik ben echter van mening dat potentiële werknemers net zo goed of beter moeten zijn dan A.I-tools. Maar om als bureau relevant te zijn voor klanten in deze tijd, moeten we A.I. wel beter begrijpen en toepassen dan de bedrijven die ons inhuren om nieuwe oplossingen te kunnen bieden.’

Meer weten?

Schrijf je in voor het congres A.I. & Recruitment op 4 april:

Congres

 

 

 

Verslag van een jurydag: wie worden de bureau(recruiter)s van het jaar?

Het heeft iets van elk ander recruitmentproces. Toch een beetje appels met peren vergelijken. Je kunt scorekaarten gebruiken, vooraf duidelijk de wensen neerleggen, maar objectief wordt het natuurlijk nooit helemaal. Want hoe vergelijk je het bureau met een eigen videograaf in dienst met een uitzendbureau dat zich richt op volumerecruitment, en als eerste in Nederland uitzendkrachten binnen een minuut na de dienst uitbetaalt, op basis van vertrouwen? En hoe verhoudt zich dat dan weer tot een werving- en selectiebureau met – toevallig – 6 blonde dames dat sinds 2001 heel de Achterhoek op de kaart zet?

Een deel van de jury in beraad…

En over de recruiters gesproken: hoe vergelijk je de bureau-eigenaar die na een ingrijpende ziekte van haar dochter haar hele model omgooide met de ondernemer die 2,5 jaar geleden zijn eigen franchise in Zaltbommel begon? Hoe beoordeel je de recruiter die in de provincie Groningen ‘#hetnieuwewerven‘ uitrolt met de talent sourcer die al meer dan haar halve leven bij hetzelfde bureau werkt, en daar nog begon met faxen, sollicitatiebrieven in de brievenbus en advertenties in de krant, maar nu de vraagbaak voor de hele organisatie is?

De breedte – én de toegenomen professionaliteit – van het vak werd deze hele dag weer eens duidelijk zichtbaar.

Al met al dus een hele kluif voor de jury, die alle kandidaten deze maandag aan zich voorbij ziet trekken. Vorig jaar gingen ze nog bij elk genomineerde bureau zelf langs, maar dat bleek dit jaar operationeel niet haalbaar, ook omdat de genomineerden in alle uithoeken van het land gevestigd zijn. En dus werden ze uitgenodigd om in Amersfoort te komen pitchen, ten kantore van de SEU. Het leverde een mooie dag op, niet alleen omdat het goede gesprekken opleverde over wat nou een goed bureau en een goede bureaurecruiter maakt, maar ook omdat de breedte – én de toegenomen professionaliteit – van het vak weer eens zichtbaar werd.

Cirkels van aandacht

Steamz is de eerste die de dag mag aftrappen. Eigenaar Bas van Hout en marketingmanager Gabie van Heuven hebben de nacht ervoor maar een hotel in de buurt genomen, om er zeker van te zijn op tijd te arriveren. Het is in het begin van de pitch dan ook nog even wennen, ook vanwege – hoe kan het ook anders? – problemen met de techniek ter plekke. Maar allengs komen ze er beter in, en vertelt Van Hout hoe het bedrijf uitgroeide vanuit een kantoortje in leegstandsbeheer tot nu zo’n 13 medewerkers, die werken met unieke ‘cirkels van aandacht’ en het hele pakket aan recruitment(marketing) via een abonnementsmodel.

Inclusief een eigen video- en fotograaf dus. Andere opvallende punten: altijd een salarisindicatie bij de vacatures, en altijd werven met de naam van de klant erbij. Ook leuk: sourcing games met het hele team, medewerkers die onbeperkt relevante boeken kunnen aanschaffen, een recruitmentquiz voor wie een paar maanden in dienst is, en Bas die elke maandag aan zijn team vraagt: hoe lekker zit je in je vel? Geen wonder dat de medewerkers het bureau dus met een 9,2 waarderen voor sfeer, en eenzelfde cijfer voor autonomie. Waarmee Steamz uiteindelijk maar liefs zo’n 97% van de vacatures in 12 weken weet te vervullen.

Gewoon ff anders

Het volgende bureau dat komt pitchen, is dezelfde ochtend uit de Achterhoek komen rijden. Het zijn Jonneke en Diana Fongers, zussen, maar ook zakenpartners. En wel van bureau Fongers & Fongers, dat ze 23 jaar geleden begonnen, en nu zo’n 7 medewerkers telt. ‘En dat hoeft van ons ook niet veel groter’, aldus Jonneke (rechts). Met dat betrekkelijk kleine team weten ze namelijk ook nog tal van opvallende activiteiten te ontplooien, zoals het ‘Fitste bedrijf van de Achterhoek‘, de ‘Achterhoek Business Challenge‘ en een concept waarbij Achterhoekse ondernemers zichzelf pitchen bij interessante kandidaten.

Krijg je het beeld van hun focus? Precies: de Achterhoek. Waar ze bijna al hun klanten vinden, en zo’n twee derde van de kandidaten. Ook leuk: de manier waarop ze de bedrijfsnaam laten terugkomen in hun 4 kernwaarden: Friends & Fun, Net ff beter, Gewoon ff doen en Net ff anders. En dat ze sinds 2 jaar een eigen padelbaan hebben ‘geadopteerd’, waar ze met opdrachtgever en kandidaat een balletje kunnen slaan. Of dat hun kantoor een ‘huiskamersetting’ heeft, maar wel inhuist in een advocatenkantoor.

Friends & Fun, Net ff beter, Gewoon ff doen en Net ff anders: de bedrijfsnaam komt zelfs terug in de kernwaarden.

Maar ook op recruitmentgebied willen ze blijven innoveren. Bijvoorbeeld met speciale webpagina’s die ze maken voor opdrachtgevers, die ook als ze géén vacatures hebben online blijven, en dan vaak beter gevonden worden dan de pagina’s van het bedrijf zelf. ‘Het nadeel van onze regio is dat veel van de bedrijven die er zitten zich weinig laten zien’, zegt Diana. ‘Maar dat is voor ons ook een voordeel. We zijn de tweede innovatieregio van Nederland, na Eindhoven. We hebben veel prachtige maakbedrijven. Dan is het voor ons heel erg leuk om die regio op de kaart te zetten, en de goede mensen voor ze te vinden.’

Naar 100 miljoen

En dan gaan we van de Achterhoek naar Groningen. Want daar huist 365werk, een snelgroeiend bureau dat sinds de oprichting in 2015 al 5 keer een FD Gazelle in ontvangst mocht nemen. Oprichter en dga Wies van ‘t Slot leerde het vak bij Randstad en YoungCapital, en kwam op een gegeven moment op de gedachte dat uitzenden en payrollen ‘beter kan en transparanter moet’, zoals ze het uitdrukt. En omdat ‘alleen dode vissen met de stroom meezwemmen’ besloot ze dus voor zichzelf te beginnen.

Dat dit gerust een succes kan worden genoemd blijkt wel uit het feit dat de omzet vorig jaar op zo’n 35 miljoen euro lag, en de koers naar de 100 miljoen is ingezet. ‘Gewoon een mooi rond getal’, zegt ze over dat ‘einddoel’. Maar ze stuurt haar bijna 50 collega’s er niet op, benadrukt ze. De NPS van opdrachtgevers en uitzendkrachten bepaalt de totale bonus van medewerkers, en een individuele bonus is er niet. ‘Want we willen echt als team werken.’

De referralmethode heeft hier de naam Tik ‘m aan meegekregen.

Leuke innovaties: de referralmethode, die de briljante naam ‘Tik ‘m aan’ heeft meegekregen. En natuurlijk de app Payday, waarmee je als uitzendkracht na je dienst direct je geld op jouw rekening hebt. Een kwestie van vertrouwen, legt Van ‘t Slot uit, ‘een beetje zoals de zelfscankassa’s in de supermarkt’. Want verrekening met de opdrachtgever vindt pas later plaats. En dus is er wel een kans op enig collateral damage, zoals ze het noemt. Maar de voordelen, zoals aantrekkingskracht op en tevredenheid van kandidaten én klanten, maakt dit volgens haar meer dan goed. ‘Al mag het natuurlijk nog wel iets groter worden’, zegt ze.

Over naar de bureaurecruiters

Over dan naar de individuele bureaurecruiters. Daar waren er vanwege de kwaliteit van de inzendingen maar liefst 4 genomineerd, in plaats van 3. Hoewel ook zij niet zelden een heel bureau achter zich hebben, was hier bij de jury toch meer aandacht voor de persoonlijke motivatie en drijfveren. Wat maakt volgens hen een goede bureaurecruiter? Dat was voor Marleen Wallerbosch, van Romyn recruitment, die na de lunch het spits mocht afbijten, niet moeilijk uit te leggen. Als ‘recruiter in hart en nieren’ werkte ze jarenlang voor Randstad en YER, tot haar dochter 7 jaar geleden heel ziek werd. ‘En toen veranderde alles’, vertelde ze openhartig.

Bijna de helft van haar bureau houdt zich bezig met… anti-recruitment.

Ze besloot voor zichzelf te starten, ‘maar iets meer met maatschappelijke verantwoordelijkheid’, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de Romyn Foundation die ze wil gaan opzetten. Inmiddels heeft ze een team van zo’n 16 mensen om zich heen, waarvan – grappig – iets meer dan de helft iets doet met recruitment, en de andere helft juist met wat ze noemt: anti-recruitment. Oftewel: via organisatieadvies proberen te voorkomen dat nieuwe vacatures überhaupt nodig zijn. ‘Ik wil de vraag het liefst overbodig maken.’

Recruitment is voor haar vooral ‘goede communicatie en oprechte interesse in mensen. Als je dat niet hebt, moet je geen recruiter worden.’ Haar bureau in Zutphen zit in een oude smederij en is vooral gespecialiseerd in HR, marketingcommunicatie en staffuncties. Het team is volgens haar zelf het beste voorbeeld van die interesse in mensen, en dat ‘kijken naar de mens’, zoals ze het noemt. ‘Van de 16 mensen hebben er maar 2 een recruitment-achtergrond. Ik geloof namelijk heel erg in: hire for attitude, train for skills. Daar ga ik voor, altijd.’

‘Alle markten gezien’

Iemand voor wie dat waarschijnlijk ook persoonlijk geldt, is Kristel van Prattenburg, recruiter/talent sourcer bij Kunneman & Vandenbroek. Via een secretaresseopleiding kwam ze er 20 jaar geleden binnen, ‘maar wilde absoluut geen secretaresse worden’. En zo werd het recruitment. Aanvankelijk nog met cv’s via de fax, wachten bij de brievenbus op sollicitatiebrieven en op zaterdag advertenties in de krant. Maar allengs via modernere manieren, tot nu toe. ‘Ik heb alle markten gezien, maar zie nu dat het belang van goed recruitment eindelijk echt erkend wordt in organisaties.’

Ze ziet ook steeds meer specialismes ontstaan in recruitment, van employer branding tot referral en onboarding, tot dus talent sourcing aan toe. Ze motiveert anderen door haar successen te delen, vertelt ze, ‘wat heel vaak gepaard gaat met dansjes’. En succes kan in de kleine dingen zitten. ‘Dat kan al als een kandidaat ergens op gesprek mag komen.’ Bijzonder: als talent sourcer (‘Een heerlijk vak!’) gaat ze niet alleen vaak mee naar de vacature-intake (‘Ook om duidelijk te maken wat je wel en niet kunt sourcen’), ze vertrouwt ook niet louter op LinkedIn. ‘Daar zit iedereen. Dus gebruik ik bijvoorbeeld ook veel werk.nl en Indeed.’

Het Nieuwe Werven

En dan is het tijd voor de man die waarschijnlijk het verst heeft moeten reizen om naar Amersfoort te komen; Edwin Klomp. Als eigenaar van ASBR (Ambition, Skills, Brains en Resources) haalde hij hier al vaker de kolommen, met opvallende acties bij onder meer een waterstoffabriek en een gevangenis. Kern van zijn verhaal is #hetnieuwewerven, oftewel: eerst kennismaken, dan pas solliciteren. Een methode die nu veel vaker wordt toegepast, maar waar Klomp al 17 jaar mee bezig is. ‘En als het in gevangenissen kan, dan kan het overal’, benadrukt hij.

Toen hij ermee begon, bedacht hij er al de afkorting ‘GSM’ bij: de gemeenschappelijke selectiemethode. ‘Het was de tijd van de opkomst van de mobiele telefoons, vandaar’, vertelt hij lachend. Op zo’n dag komen verschillende kandidaten tegelijk bij een werkgever, die zich eerst gezamenlijk laten informeren, waarna eventueel individuele gesprekken van ongeveer een half uur volgen. ‘Die kandidaat is volledig geïnformeerd, de klant weet in 2,5 uur heel veel van alle kandidaten. Laagdrempelig, open deuren, en volledig transparant’, noemt hij de methode.

‘Als mijn mensen iets anders willen gaan doen, zeg ik: prima, gefeliciteerd. Blijf je nog wel een half jaar?’

Zijn persoonlijke motto: doe waar je leuk in bent. Zo is hij zelf zijn bedrijf begonnen, zo leidt hij het nog steeds. ‘Ik heb 20 jaar geleden ooit mijn baan opgezegd, omdat ik het niet meer leuk vond. Je moet het leuk hebben, dat is voor mij het belangrijkste. Ik heb nu 20 man rondlopen. Als ze iets anders willen gaan doen, zeg ik: prima, gefeliciteerd. Blijf je nog wel een half jaar?’ En zo heeft hij nog meer pittige uitspraken. In employer branding ziet hij bijvoorbeeld nog veel te veel mooie praatjes voorbij komen, zegt hij. ‘Praatjes die a. niet waar zijn. En die b. ook nog eens allemaal hetzelfde zijn.’

Vragen? ‘Ik match graag antwoorden’

Aan Simon van Zeelst daarna de taak de middag af te sluiten. Als voormalig profvoetballer weet hij de energie in de ruimte goed vast te houden. Met veel pit vertelt hij hoe hij na zijn voetballoopbaan de recruitmentwereld inrolde, eerst via Olympia, maar toen hij de kans kreeg via zijn eigen franchise van bureau M@tchm@kers, waar hij de regio Zaltbommel voor zijn rekening heeft genomen. Hoe hij recruitment ziet? ‘Eigenlijk een beetje als de liefde’, zegt hij. ‘Uiterlijk brengt je bij elkaar. Karakter houdt je bij elkaar.’

Wat hij daarmee bedoelt? Bijvoorbeeld dat je je niet alleen op de harde functie-eisen moet richten, ‘maar ook op de normen en waarden van een kandidaat. Dan ben ik ervan overtuigd dat je als recruiter succesvol kunt worden.’ Hij benadrukt verder het belang van ‘altijd denken in oplossingen’, en, het allerbelangrijkste: ‘doen wat je belooft’. Hij zegt ook te geloven dat elke vacature vervulbaar is, en dat juist een ‘winnaarsmentaliteit’ ervoor kan zorgen dat je het onmogelijke mogelijk maakt. ‘Ons vak is niet moeilijk. Maar niet iedereen kan het’, zegt hij daarover ook nog. Om te besluiten met: vragen? ‘Ik match graag antwoorden…’

De discussie barst los

Na het vertrek van Van Zeelst duurt het niet lang of de discussie barst volop los tussen de 7 juryleden. Zoals in bijna elke andere ‘gewone’ recruitmentprocedure. Hoe zwaar weeg je ervaring, of juist ambitie? Er wordt gelachen, de spanning verschijnt van de voorheen toch wat strakke gezichten. Wat zijn de voors en tegens van deze of gene? Wie valt er af? En ook komt de hamvraag op tafel: wat wil je met de Bureaurecruitment Awards eigenlijk vooral belonen? Alle argumenten vliegen zo over tafel. Met uiteindelijk twee duidelijke winnaars. Wie dat zijn? Om dat te weten te komen, zul je toch echt 12 maart naar Utrecht moeten komen…

Weten wie er wint?

Meer weten over de laatste ontwikkelingen in de bureauwereld, en veel inspiratie opdoen? Op Bureaurecruitment Live worden niet alleen cijfermatige updates gegeven, maar ook inzicht verschaft in technologische vernieuwingen en nieuwe kansen om schaars talent te vinden. Zelfs nu de markt verandert. Met de opkomst van A.I., internationalisering, certificering, nieuwe wetgeving en vele andere relevante ontwikkelingen is het thema dit jaar: Bureaurecruitment: the next level.

Meld je dus nu aan:

Bureaurecruitment Live

Foto boven, de jury, met vlnr: Stéphanie Berris (winnares vorig jaar), Barbara Kramer, Dorien Waasdorp (juryvoorzitter), Corwin in den Eng, Maartje van Mackelenbergh (vorig jaar winnaar met bureau LICHT), Natascha van Kesteren en Gerald Sno.