Hoe meet je een employer brand?

Het belang van employer branding kan natuurlijk niet worden overschat. Maar waar elk onderdeel van recruitment marketing tegenwoordig tot in het oneindige wordt doorgemeten, is dat bij employer branding nog altijd lastig. Hoe meet je precies de waarde van een werkgeversmerk? Hoe druk je uit of dat merk verbeterd is, of het de gewenste richting in beweegt, en of het de lading heeft die je wenst? Conversiecijfers van bijvoorbeeld je site zeggen natuurlijk niet alles. Net als het winnen van een favoriete werkgeversprijs, of Great Place to Work-onderscheiding. Er komt voor een groot deel ook nog altijd emotie bij kijken.

Een werkgeversmerk is lastig meetbaar te maken, maar het is niet onmogelijk.

Maar dan nog is een werkgeversmerk best ‘meetbaar’ te maken, stelt Yves Pilet, die speciaal daarvoor de zogenoemde BluePrint-methode ontwikkelde, een aanpak die hij nu al weer een flink aantal jaar inzet om werkgevers te helpen met het versterken van hun employer brand. Hoe gaat dat in zijn werk? Een aantal vragen, en antwoorden.

> Waarom is het kunnen meten van een employer brand zo belangrijk?

‘De arbeidsmarktkrapte is structureel, en het is niet meer genoeg om alleen een EVP te ontwikkelen en je vacatures met de arbeidsmarkt te communiceren. We gaan van aantrekken naar motiveren en behoud van medewerkers. Daar heb je employer branding voor nodig en dat wil je zo efficiënt mogelijk doen. Je wilt dat je euro’s goed besteed worden. Budgetten staan altijd onder druk bij organisaties. Meten is dus belangrijk om te weten waar je op moet inzetten.’

> Waarom is een topwerkgeversprijs volgens jou minder interessant?

‘Zo’n topwerkgeversprijs is vooral belangrijk, omdat het werkgevers exposure geeft bij de doelgroep – althans dat hopen ze. Dan kunnen ze in hun campagnes zeggen dat we (weer) in de top 10 of top 3 staan. Dat helpt zeker om pas afgestudeerden aan te trekken, maar bij ervaren werknemers is dit moeilijker. Zulke ervaren medewerkers weten steeds beter wat er op de arbeidsmarkt te koop is. Ze zijn minder gevoelig voor wat een potentiële werkgever allemaal in huis heeft en gebruiken hun ervaring en netwerk om – zeker in tijden van arbeidsmarktkrapte – sneller een andere werkgever te zoeken. ‘

> Hoe meten jullie de emotie rond een employer brand?

‘Om echt verbinding te creëren, heb je menselijke emoties nodig. Je wil voelen dat je gewenst bent en niet alleen maar op basis van imago een keuze maken. Als je meet wat medewerkers belangrijk vinden, kun je dat gebruiken in je employer branding. Met behulp van de 23plusone-methodiek hebben wij meerdere vragenlijsten ontwikkeld die je kunt inzetten om aspecten van het employer brand te meten.’

‘Menselijke drijfveren zijn onder te verdelen in 5 domeinen met in totaal 24 menselijke drijfveren. Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn hiervoor relevante afbeeldingen gekozen die je kunt voorleggen aan je medewerkers. Op basis van scores gekoppeld aan die afbeeldingen kun je vervolgens de emotionele merkkracht van een employer brand bepalen.’

> Dit is dus jouw BluePrint-methode?

‘In 2011 rondde ik mijn Master af aan het European Institute of Brand Management (EURIB) met een scriptie over de return on investment van employer branding met behulp van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Daar heeft de BluePrint-methode voor het eerst het licht gezien. Vervolgens heb ik de afgelopen jaren deze methode door onderzoek en bij klanten steeds verder ontwikkeld. In 2017 verscheen mijn boek Boost Your Employer Brand, waarin deze methode centraal staat. Inmiddels heb ik de methodiek weer verder ontwikkeld en wordt deze aangevuld met 8 tools, waarvan Employer Brand Returns er 1 is.’

‘Medewerkers zijn het fundament voor de cultuur in de organisatie.’

‘De essentie van de methodiek is dat medewerkers centraal staan: op basis van de identiteit van de werkgever wordt bepaald waar de organisatie voor staat. Als het management een nieuwe richting wil inslaan de komende jaren (bijvoorbeeld door meer automatisering of de verkoop van producten of diensten in andere markten) moet het personeelsbestand daarbij passen. Dat vraagt, in een structurele krappe arbeidsmarkt, steeds meer van bestaande medewerkers die nieuwe vaardigheden moeten leren. Zij moeten dan ook centraal staan in de employer branding-strategie. Ze zijn het fundament voor de cultuur in de organisatie.’

> Je hebt het over ‘holistisch’ meten van het employer brand. Wat bedoel je daarmee?

‘Door je uitsluitend te richten op het verbeteren van de candidate experience, het opstellen van een EVP, het verbeteren van de medewerkertevredenheid of de bereidheid van medewerkers om de organisatie als werkgever aan te bevelen, doe je jezelf als werkgever tekort. Het is allemaal belangrijk. Vandaar dat je alle aspecten van een employer brand van aantrekken, motiveren en behouden van personeel uit de kast moet trekken en dit tegelijkertijd met elkaar moet vergelijken. Door deze holistische aanpak weet je waar de prioriteit moet liggen en waar jij jouw beschikbare tijd en geld het beste aan kunt besteden.’

> Je hebt het ook over A.I. Wat is er A.I. aan deze tool?

‘Na een grondige nulmeting van alle relevante data kan A.I. samenhangende analyses maken. We hebben bij Employer Brand Returns een A.I.-co-assistent die je helpt bij het analyseren en formuleren van duiding en advies. Op basis van surveydata, HR-data, arbeidsmarktdata, aanvullende rapportages en interne documentatie kun je via prompts vragen stellen die inzichten inleveren voor concreet advies. Om het nog efficiënter te maken is employer brand-kennis aan het model toegevoegd in de vorm van inzichten van BluePrint door de jaren heen.’

> Hoe meet je nu precies de voortgang in de tijd met dit model?

‘We starten met een uitgebreide nulmeting van data die resulteert in visuele dashboards van employer branding-KPI’s. Aanvullend stellen we een rapportage op met concrete adviezen. De periode erna implementeert de organisatie – al dan niet ondersteund door een van onze employer branding experts – deze suggesties. Na bijvoorbeeld een jaar doen we dan een eerste effectmeting waarbij we de nieuwe data aan de nulmeting toevoegen. Door bij meetpunten te vergelijken met vooraf gedefinieerde KPI’s van de werkgever en de benchmarks te vergelijken, ontstaat inzicht in welke aspecten in de komende periode nog verbetering vragen.’

> Hoe maak je een EB meetbaar voor verschillende doelgroepen?

‘Bij het uitzetten van de surveys nemen we vooraf gedefinieerde doelgroepen op. Hiermee bestaat de mogelijkheid om specifieke analyses te maken voor bepaalde doelgroepen. Zeker in het geval van primaire doelgroepen – de doelgroepen die het meest bijdragen aan de doelen van de organisatiestrategie – kunnen zo extra aandacht krijgen met behulp van datagedreven besluiten.’

> Hoe betrek je de interne medewerkers bij het meten van het employer brand?

‘Op 2 manieren: ten eerste door het overgrote deel van alle data op te halen bij de medewerkers zelf. Vooral via interne surveys, eventueel aangevuld met interviews of focusgroepen voor kwalitatieve data. Ten tweede, door de meetresultaten te gebruiken als onderdeel van workshops waarin medewerkers en managers het gewenste gedrag vertalen naar projecten. Deze aanpak wordt vervolgens ook onderdeel van de HR-cyclus – bijvoorbeeld via op gezette tijden overleg tussen manager en medewerker over hoe zij beiden bijdragen aan het realiseren van de EVP-beloften en het bijbehorende gedrag.’

> Wat is voor jou de essentie van employer branding?

‘Dat het beeld dat je in campagnes uitdraagt overlapt met je identiteit. Zo kun je niet alleen nu de juiste mensen voor je organisatie aantrekken, maar ze ook voor de toekomst behouden. Het kwantificeren en integreren van emotie in je EVP kan leiden tot lagere kosten per vacature, een hogere betrokkenheid en het aantrekken van meer gekwalificeerde kandidaten. Deze benadering kun je bovendien internationaal toepassen, aangezien emotie universeel is. Door emotionele banden te creëren met potentiële werknemers kunnen organisaties hun talentenpool uitbreiden. En dat gaat verder dan alleen prijzen winnen.’

Lees ook

Josh Bersin: ‘De arbeidsmarkt is voorgoed veranderd – en het talent heeft gewonnen’

De arbeidsmarkt is de afgelopen jaren voor onze ogen veranderd, constateert HR-goeroe Josh Bersin. De babyboomers maken steeds meer plaats voor een nieuwe generatie, met heel andere wensen en ideeën over werk. Een generatie die ook steeds meer macht over werkgevers zal hebben, zegt hij. Tegelijk spelen werkgevers hier volgens hem nog nauwelijks op in. Hoe zou dat beter kunnen?

‘De tijden van het volledig uitgestippelde loopbaanpad bij één bedrijf zijn voorbij.’

Allereerst maar even een korte duik in de geschiedenis? Bersin, zelf geboren in de jaren 50, verwijst naar de tijd dat carrières nog min of meer voorspelbaar waren; na een opleiding liep je – vaak bij één werkgever – tot aan je pensioen een min of meer uitgestippeld loopbaanpad, waarbij je steeds via interne trainingen een stapje hogerop kon maken. ‘Bedrijven bouwden hele talentensystemen voor mijn generatie: onboarding, training, voorspelbare loopbaangroei, leiderschapsontwikkeling, en pensioenprogramma’s. We zetten ons schrap en genoten van de tijd.’

Portfolio-carrières

Maar nu is het heel anders. De tijden op de arbeidsmarkt van weleer zijn voorbij, stelt Bersin. ‘De huidige beroepsbevolking – mediaan geboren in het begin van de jaren 90 – ging in een ontwrichte wereld het arbeidsproces in. Ze maakten de pandemie mee, en leven in een wereld waarin alles op het internet staat. Terwijl mijn generatie onze werkgevers vereerde, zien deze werknemers elke bedrijfsfout in realtime. Ze verwachten dat hun bazen hun respect verdienen, anders nemen ze stilletjes ontslag of nemen ze een baantje erbij.’

‘Werknemers verwachten nu dat hun bazen hun respect verdienen, anders nemen ze stilletjes ontslag of een baantje erbij.’

Volgens een andere bekende HR-goeroe, de Britse Lynda Gratton bouwen veel mensen tegenwoordig een zogenoemde ‘portfolio-carrière‘. Meer dan 2 op de 3 werknemers heeft bijbaantjes en cv’s vol met projecten, bedrijven, activiteiten en professionele interesses. ‘Als je de LinkedIn-profielen van de meeste high performers bekijkt, zien ze eruit als persoonlijke reizen, heel anders dan de lineaire carrièrepaden die we in het verleden hadden’, concludeert Bersin.

Moeite om bij te blijven

De verandering is misschien langzaam gegaan, sluipenderwijs bijna. Maar het resultaat is niettemin diepgaand, zegt hij: de verwachtingen, behoeften en eisen van werknemers zijn nu heel anders dan die van de generatie werknemers vóór hen. ‘En bedrijven hebben moeite om bij te blijven. Bedrijven hebben grote hoeveelheden onvervulde vacatures, en hebben te maken met een hoog verloop in bijna elke functie.’

‘Jonge werknemers verwachten niet dat ze ‘de baan worden’, ze willen dat de baan ‘hen wordt’.’

En dat verandert niet met een mogelijk iets minder krappe arbeidsmarkt, denkt Bersin. ‘Jonge werknemers zien hun carrière als een lange reeks ervaringen. Er is een einde gekomen aan de normen van een lineaire carrière op lange termijn: mensen proberen nieuwe dingen, veranderen van sector en leven in wat ik een ‘gepixelde’ arbeidsmarkt noem. En in plaats van blindelings te vertrouwen op werkgevers, nemen ze hoge verwachtingen mee naar hun werk. Jonge werknemers verwachten niet dat ze ‘de baan worden’, ze willen dat de baan ‘hen wordt’. En gezien het tekort aan werknemers in elke functie, wordt deze trend alleen maar groter.’

‘Afhankelijker dan ooit’

Bedrijven zijn ‘afhankelijker dan ooit’ van hun talent, aldus Bersin. Ondanks de opkomst van A.I. ‘En elk jaar wordt de beroepsbevolking beter opgeleid en beter verbonden.’ Ter illustratie: het aantal hoogopgeleide werknemers in Amerika is gestegen tot 54%, tegenover 38% zo’n 15 jaar geleden. Maar ondanks dat veel van deze trends al jaren bekend zijn, lijken bedrijven er toch nauwelijks klaar voor, constateert hij ook. Wat hij er onder meer aan toeschrijft dat bedrijven niet zo goed weten hoe te luisteren naar hun (eerstelijns) werknemers.

Het wordt tijd dat het idee van management by walking around terugkomt, zegt Bersin.

Het wordt dan ook tijd dat het oude idee van management by walking around terugkomt, zegt hij. ‘Bij de eerstelijns werknemers zit veel van de intelligentie die we nodig hebben om onze bedrijven te laten groeien. We moeten hen ‘activeren’ en rechtstreeks naar hen luisteren. De werknemer in de winkel, fabriek of front office die zich gefrustreerd voelt door een bepaald systeem of proces is de persoon die ons moet adviseren wat we moeten doen. Ik bedoel geen chaos, holacratie of gebrek aan controle. Succesvolle bedrijven stellen juist iedereen in staat om een leider te zijn en ontketenen kracht van onderaf.’

Dynamische organisaties

De sleutel ligt in wat hij zelf wel een ‘dynamische organisatie’ noemt, oftewel: een organisatie die plat, teamgericht, verbonden en verantwoordelijk is, zonder veel hiërarchie, en zo in staat om zich snel aan te passen. ‘Zo’n organisatie ziet snel nieuwe markten en kan zich mobiliseren voor verandering. Maar nog belangrijker: het geeft mensen kracht, moedigt interne mobiliteit aan en richt zich op meritocratie, skills en samenwerking om te gedijen.’ Niets nieuws misschien, aldus Bersin, maar wel tijd om in actie te komen. ‘Want als je je niet richt op empowerment, groei en het activeren van werknemers, zal talent gewoon ergens anders heengaan.’

Lees ook

Steeds meer budget voor recruitmentsites – en ook steeds meer tevredenheid

Aan de ene kant fiks hogere budgetten. Maar aan de andere kant ook een substantieel over de hele linie gestegen tevredenheid. Wie het beeld van het recente Sitebouwers Onderzoek van Digitaal Werven bekijkt, ziet een aantal duidelijke tendenzen. De bijna 100 respondenten, van wie zo’n 80% de laatste 5 jaar een nieuwe recruitmentsite heeft laten bouwen, spendeerden aan die sites gemiddeld duidelijk méér dan in het onderzoek van 2 jaar geleden, maar gaven de prijs/kwaliteitverhouding van hun leverancier wel weer een 7,9. En dat was duidelijk meer dan de 7,1 van 2020 en de 7,6 van 2022.

Hoewel recruitmentsites over de jaren heen significant duurder worden om te (laten) maken, zijn klanten er over het algemeen wel een heel stuk meer tevreden over. Je krijgt dus steeds meer waar voor je geld, blijkt uit nieuw onderzoek.

Ook zei dit jaar maar liefst 58% dat de bouwer van hun site zeker ook een nieuwe site zou mogen bouwen, en 24% zegt dat dit waarschijnlijk zal zijn. In het onderzoek van 2020 was dit respectievelijk nog slechts 33% en 38%. Wel valt op, zoals bij sites die bij de respondenten intern zijn ontwikkeld, dat dit niet altijd een gevolg is van hoge waardering voor de geleverde diensten. Hier is de gemiddeld beleefde prijs/kwaliteitverhouding met een 7,2 overigens ook een stuk lager.

Budgetten omhoog

Qua budgetten blijkt er dus een behoorlijke upgrade gaande. Zo’n 5% van de onderzochte sites heeft inmiddels zelfs een begroting van boven de 250.000 euro (inclusief contentproductie en technische koppelingen). Daarentegen is voor de meerderheid een budget van nog geen 40.000 euro: 17% onder de 10.000 euro, 28% tussen de 10.000 en 40.000 euro, en nog eens 8% tussen 25.000 en 40.000 euro. Voor slechts zo’n 1 op de 6 sites is een budget van meer dan 100.000 euro weggelegd. In het vorige onderzoek was dat echter nog slechts voor 1 op de 14 sites het geval, en waren er zelfs nog helemaal geen 250.000+-sites.

Voor 1 op de 6 sites is een budget van meer dan 100.000 euro weggelegd.

Wat ook opvalt: het gemiddelde schuift op. Het aantal sites in de categorie 25.000-40.000 euro is dit jaar gehalveerd, terwijl het aantal sites met een budget van 40.000 tot 55.000 euro juist is verdubbeld ten opzichte van 2 jaar geleden. Veel respondenten schakelen ook een specialist in voor de klus. De 4 grote bouwers in Nederland, SteamTalmark, Get.Noticed, Radancy en Floyd & Hamilton, zijn goed voor twee derde van de respons, al komen bij de respondenten ook andere namen voorbij, zoals die van Vactik, Primatch en Emplear, en die van meer generieke sitebouwers.

After service van belang

Het blijkt overigens niet zozeer de kwaliteit van het geleverde dat de tevredenheid van de gebruiker bepaalt, maar vooral de after service. Wordt die goed gewaardeerd, dan correleert dat direct met een gevoelde algemene tevredenheid, aldus het onderzoek. De hoogste gemiddelde waardering gaat voor de respondenten echter uit naar het grafisch ontwerp van hun site (een 8,2), terwijl ‘data & dashboards’ met een gemiddelde van 6,8 er duidelijk het meest bekaaid vanaf komt.

Hoewel recruitmentsites over de jaren heen significant duurder worden om te (laten) maken, zijn klanten er over het algemeen wel een heel stuk meer tevreden over. Je krijgt dus steeds meer waar voor je geld, blijkt uit nieuw onderzoek.

Wat ook duidelijk opvalt: de 4 specialistische bouwers van recruitmentsites scoren op elk onderdeel significant beter dan de generieke digitale bureaus, en ook stukken beter dan de intern ontwikkelde sites. Met name op usability en functioneel ontwerp, maar ook op grafisch ontwerp en technische realisatie laten ze significant betere scores zien. De klanten van SteamTalmark en Get.Noticed hebben daarbij uiteindelijk de hoogste waardering voor de ervaren prijs/kwaliteitverhouding: gemiddeld een 8,5. Dat is een vol punt meer dan de klanten van meer generieke digitale bureaus voor hun site overhebben.

Meer weten?

Het complete rapport, inclusief een analyse voor alle individuele bouwers, de gedetailleerde onderzoeksresultaten, plus alle grafieken, is te downloaden in het downloadcentrum van Digitaal-Werven.

Lees ook

Leggen uitdijende overheden te veel beslag op het schaarse talent in Nederland?

De schaarste op de arbeidsmarkt is in Nederland nog steeds op veel fronten heel groot. In tal van sectoren hebben ze nog altijd geen idee waar de mensen vandaan te halen. Toevallig zijn het heel vaak overheden, constateerde ook dit recente artikel in de Volkskrant. Aanleiding voor Wim van den Nobelen om contact te zoeken met Walter Huith (Interim Directeur Bedrijfsvoering en Dienstverlening) om hem te vragen of ruim 3.000.000 werkenden in de publieke sector geen gevaar opleveren voor de arbeidsmarkt.

Wim: ‘Je hebt dat artikel in de Volkskrant vast wel gelezen toch? Ik schrok ervan. Ruim 3.000.000 mensen werken in de publieke sector. Met bijna 10.000.000 mensen in onze beroepsbevolking is dat meer dan 30%. Het ergste vind ik nog wel dat men benoemt dat de vraag ook alleen maar gaat toenemen. En dan wordt er nog niet eens gekeken naar de stijgende vraag vanuit onder meer de zorgsector vanwege de vergrijzing. Dit roept bij mij de vraag op: tot hoever kan en mag de publieke sector gaan als het gaat om een beroep doen op de arbeidsmarkt?’

‘De krapte vanuit vergrijzing wordt al jaren voorspeld. En ik denk dat het er nu echt van gaat komen.’

Walter: ‘De krapte vanuit vergrijzing wordt al jaren voorspeld. En ik denk dat het er nu echt van gaat komen. Bijna alle overheden zijn nu zelf aan het groeien. Bij het rijk, maar ook bij de gemeenten is het aantal ambtenaren de afgelopen 8 jaar met ruim 50.000 mensen toegenomen. Dat is een groei van maar liefst 22%.

Nu zijn er ook wel een aantal grote opgaven die zowel vanuit het Rijk als vanuit de gemeente sturing moeten hebben. Denk aan: de Jeugdzorg, woningbouw, het asielvraagstuk en de Energietransitie. Maar of dat zóveel groei aan ambtenaren rechtvaardigt? Al hebben gemeenten de afgelopen jaren natuurlijk wel taken erbij gekregen, zoals de jeugdzorg. Als er genoeg geld is om die uitgaven te dekken is er geen rem op de groei. Bij de laatste kabinetten was geld geen probleem. De uitdagingen (zoals we die noemen) waren tegelijk zo groot dat daar extra personeel voor nodig was. Maar daar zit wel een Pavlov-effect in.

Rijk en gemeenten hoeven niet direct in een uitbreidings-Pavlov te schieten.

Misschien even wat duiding over dat mechanisme aan de hand van een voorbeeld uit het verleden: de eerste versie van de WMO (Wet Maatschappelijk ondersteuning) is ergens in 2007 ingevoerd; de gemeenten voeren die Wet uit. Je ziet dan vervolgens allerlei debatten in het parlement waarin de Kamer via moties gaat bepalen wat de minimumprijs per uur moet zijn voor huishoudelijke hulp. Die motie wordt uitgevoerd en moet worden bewaakt….. Dus je begrijpt dat dit allemaal capaciteit kost in de vorm van regels en controle. Dus een aanvankelijk goedbedoelde motie geeft vervolgens een enorme werklast. Daarmee zeg ik niet dat die motie niet goed was (hij was namelijk wél nodig, in verband met allerlei uitbuiting). Maar Rijk en gemeenten hoeven niet direct in een uitbreidings-Pavlov te schieten.

Kan het anders?

Wim: ‘Kan het anders?’

Walter: ‘In elk geval ga ik voor het gemak maar er vanuit dat meer ambities meer regels en meer ambtenaren vergt om ze te verzinnen, en een vergelijkbare hoeveelheid om het te controleren (intern). En een hele club juristen en accountants die dat weer moeten controleren. Het is allemaal capaciteit die we weghalen in sectoren waar productie echt belangrijk is en ook geen mensen te krijgen zijn. Zit er een grens aan? Ik denk het wel, maar dat vraagt veel meer discussie dan dat we hier kunnen opschrijven.’

Wim: ‘Vrijwel alle banen in de publieke sector zijn een kostenpost. Ik bedoel: ze maken geen werkelijke marktomzet, maar brengen kosten met zich mee die de overige spelers in de economie moeten opbrengen. Natuurlijk zijn er andere financieringsbronnen, maar als je enkel naar de arbeidsmarkt kijkt hoort hier toch een soort balans in te zijn. Of zie ik dat verkeerd?’

Er hoort bij overheden zeker een balans te zijn tussen uitgaven (=salarissen) en opbrengsten (= belastingen).’

Walter: ‘Er hoort zeker een balans te zijn tussen uitgaven (=salarissen) en opbrengsten (= belastingen). Ik kom zelf uit gemeenteland en daar wordt er sterk op gestuurd dat er elk jaar een sluitende begroting moet zijn. Dus evenveel inkomsten als uitgaven. Toch denk ik dat het financiële ravijn wat voor de gemeenten de komende jaren dreigt helemaal niet slecht hoeft te zijn. Het zorgt ervoor dat ze alles weer eens even goed tegen het licht gaan houden. Een tekort aan geld maakt creatief.’

Ministerie van Recruitment

Wim: ‘Als je de cijfers bestudeert valt op dat de groeiende vraag vooral afkomstig is van de Rijksoverheid. Waarom is dat, denk je? En hoe zou je dat kunnen beteugelen? Hebben we behoefte aan een Ministerie van Interne Werkgelegenheid.? Of misschien wel een Ministerie van (strategisch) Recruitment?’

‘We moeten stoppen met alles te willen regelen en controleren.’

Walter: ‘Zo’n Ministerie van Strategisch Recruitment heeft dan ook weer een minister nodig, een staf, beleidsmedewerkers, noem maar op. Als je over strategisch recruitment voor de overheden gaat nadenken, zou het wat mij betreft meer moeten gaan over competenties zoals het vermogen tot dingen eenvoudig maken. Doe dan maar liever een Ministerie van Outsourcing, zonder draaideur, want anders komen ze via consultants gewoon weer binnen. We moeten stoppen met alles te willen regelen en controleren.’

Lees ook

 

Duitsers willen huisdier op kantoor; Belgen een thuiswerkvergoeding

Pullfactoren, beweegmotieven en kritische wervingsfactoren zijn een belangrijke sleutel tot succesvolle arbeidsmarktcommunicatie, recruitment marketing en employer branding. Als het al niet de belangrijkste is. Het benoemen van 4 (of meer) relevante pullfactoren en arbeidsvoorwaarden voor de beoogde doelgroep vergroot de conversie gemiddeld met factor 3,5. Dit geldt van programmatic advertising, EVP’s tot en met de Inmails die verstuurd worden om talent te verleiden.

Relevante pullfactoren benoemen vergroot de conversie gemiddeld met factor 3,5.

Gelukkig voor Intelligence Group heeft noch ChatGPT, noch enig ander A.I.-systeem, al dit soort gedetailleerde doelgroepkennis. Maar het zal een kwestie van tijd zijn – ik verwacht op z’n vroegst 2026 – dat ook ChatGPT (OpenAI), Gemini, Claude of een ander A.I. deze geheimen weet te ontrafelen, al dan niet getraind door onze data.

De geheimen van drivers

Drivers van doelgroepen hebben vele geheimen. Zo verschillen deze bijvoorbeeld sterk op basis van ervaringsniveau. Een junior broodbakker beweegt om andere redenen op de arbeidsmarkt dan een ervaren broodbakker. Ook geslacht, leeftijd en opleidingsniveau zijn bepalend in wat iemand beweegt op de arbeidsmarkt. Vandaar dat de rijtjes van verschillen tussen mannen en vrouwen altijd zo aanspreken! Mannen gaan over het algemeen meer voor financiële en materiële zaken, terwijl vrouwen – generaliserend gezegd – voor meer work/life balance en sociale zaken gaan.

Een Roemeense developer beweegt min of meer om dezelfde redenen als een Belgische.

Dit soort drivers op dit niveau kennen zorgt zeker voor conversie op vacatures. Zeker als je dit met beelden en een vertaling naar je EVP kunt visualiseren. Wat veel mensen niet weten is dat de verschillen in pullfactoren weliswaar groot zijn tussen doelgroepen, maar juist klein tussen regio’s in een land en tussen landen. Een software developer in Roemenië beweegt min of meer om dezelfde redenen als een software developer in België (ergo: salaris, vast contract, thuiswerken). Alleen de context waarin ze bewegen is anders, zoals bijvoorbeeld de hoogte van het gemiddelde salaris, het aantal werkuren, vakantiedagen en unieke landelijke (voor)rechten.

De magie van bewegen

Het beeld van kleine verschillen tussen de landen is ook terug te zien als we inzoomen op welke factoren mensen ‘extra’ aanzetten tot beweging op de arbeidsmarkt. In het artikel ‘Wie goed luistert naar talent, gaat de overuren betalen’ keken we al naar deze factoren, alleen waren toen de data van België, Nederland en Duitsland nog bij elkaar opgeteld.

In alle landen en bij alle doelgroepen is betaald overwerken pullfactor nummer 1.

Als je de afzonderlijke landen met elkaar vergelijkt zie je weliswaar verschillen in percentages, maar nauwelijks afwijkingen als het gaat om prioritering van extra (pull)factoren. Neem bijvoorbeeld: betaald overwerken. In alle landen en bij alle doelgroepen is het de nummer 1, al hechten de Duitsers hier echt nog veel meer waarde aan dan de Belgen en de Nederlanders. Hieruit kun je dus enerzijds concluderen dat qua prioritering deze extra (pull)factoren in de 3 landen op elkaar lijken. Het leuke – en daar zit ook de magie om mensen in beweging te krijgen –  zit hem natuurlijk in de verschillen.

Nederlanders willen coach

Zo hechten Duitsers duidelijk meer waarde aan ‘betaald overwerken’, ‘onbereikbaarheid buiten werktijd’ en ‘huisdier meenemen naar kantoor’. Ook is het interessant wat hen relatief minder aanspreekt, zoals de ‘thuiswerkvergoeding’, en ‘persoonlijke coaching’. Voor die persoonlijke coaching moeten we vooral bij de Nederlanders zijn, die ook op ‘aandacht voor mentale gezondheid’ het hoogst scoren. Zou al die coaching en soul searching dus toch meer een Nederlands fenomeen zijn?

Belgen gaan iets meer voor de thuiswerkvergoeding en scoren onderaan in de tabel (op de minst aansprekende factoren) net iets hoger. Overall kun je vooral zeggen dat het totale beeld tussen de beroepsbevolking in alle drie de landen vooral overeenkomt, zeker in prioritering. In de verschillen, de accenten, zit het verhaal om mensen in beweging te brengen. Het feit dat u dit leest is daarvan misschien wel het belangrijkste bewijs….

Recruiters leven langer

Of recruiters daadwerkelijk langer leven dan gemiddeld? Daarover zijn geen data bekend. Net zo min of recruiters meer seks dan gemiddeld hebben of welke voorkeur voor huisdieren ze hebben. Het is wel zo dat als je in het oog wilt springen bij een doelgroep, je de beroepsgroep in een relevante en prikkelende context moet zetten. Dat prikkelende is altijd te vinden in uniek en onderscheidend gedrag, bijvoorbeeld als het gaat om apps, hobby’s of andere voorkeuren.

Bij beweegmotieven is het precies zo. Het gaat er niet zozeer om dat mensen een vast contract krijgen, een pensioenregeling, boeiende inhoud van het werk of reiskosten. Dat zijn veelal hygiënefactoren. Het gaat erom dat je unieke en onderscheidende beweegmotieven uitlicht. Dus: daar waar de doelgroep afwijkt van de norm. In het bovenstaande plaatje zijn dat de grijze balken. Dat zijn de factoren waarop je doelgroep in beweging komt. En als je die als werkgever ook nog bijzonder waarmaakt, (zoals ‘we betalen je overuren dezelfde dag nog uit’) dan heb je een Kritische Wervingsfactor te pakken en een ‘hit’ bij de doelgroep. Ik merk zelf dat ik na al die jaren werken met pullfactoren nog steeds blij en verrast kan worden van de variaties en de effectiviteit daarvan. Die gun ik elke specialist arbeidsmarktcommunicatie, recruitmentmarketeer én recruiter. Oftewel: ik wens je veel pullfactoren toe!

Lees ook

Schaarste aan IT-personeel kost bijna kwart bedrijven omzet en groei

Mocht er nog iemand twijfelen aan de gevolgen van de schaarste, en of het nou echt zo erg is, zo’n personeelstekort, dan helpt nieuw onderzoek van Linden-IT je waarschijnlijk wel uit de droom. Gebrek aan IT-talent, hun specialisme, kan namelijk grote invloed hebben op de bedrijfsvoering, zo blijkt.

32% wil startende IT’ers best een hoger salaris bieden dan gebruikelijk.

In het onderzoek, gehouden onder ruim 1.000 HR-eindverantwoordelijken, zegt 1 op de 5 dat zijn of haar organisatie in de afgelopen 2 jaar minder winst heeft gemaakt door een tekort aan IT-talent. En 23% zegt dat het bedrijf minder hard groeit doordat zij niet genoeg IT-medewerkers kunnen vinden. Een groot deel zegt bovendien bereid te zijn een stapje extra te zetten in de zoektocht naar IT-talent. Zo blijkt uit het onderzoek dat 32% startende IT-professionals best een hoger salaris wil bieden dan gebruikelijk.

Niet veel migratiewensen

Aantrekken van hoogopgeleide IT’ers uit het buitenland? Het wordt als oplossing vaak genoemd. Maar de respondenten blijken er weinig voor te porren. Slechts 1 op de 4 noemt dit een eventueel passende oplossing. Veel meer zien de ondervraagden in zelf intern opleiden van IT-personeel. Maar liefst 46% lijkt dit een geschikt redmiddel voor de krappe arbeidsmarkt.

‘Zelf opleiden lijkt 46% een geschikt redmiddel voor de krapte.’

Koren op de molen van Gerbert Jan Valk, oprichter en CEO van Linden-IT. Hij zegt ook te geloven dat versterking van lokaal IT-talent en groeikansen bieden binnen de organisatie waardevoller is dan het scouten van buitenlands talent. ‘Dit bevordert niet alleen de ontwikkeling van individuen, maar draagt ook bij aan de groei van de Nederlandse IT-sector als geheel.’

Vooral bij grote bedrijven

Het zijn vooral grote organisaties die met een terugloop in bedrijfsgroei kampen door de schaarste aan IT-talent. Bij deze bedrijven geeft ruim 35% van alle ondervraagden aan hier last van te hebben. Bij kleine en middelgrote bedrijven was dit gemiddeld slechts 22%. Grote organisaties lopen ook vaker winst mis (35 vs 16%). ‘Steeds meer bedrijven zijn data-driven en snappen de noodzaak van het beheren, analyseren en beschermen van die data’, aldus Valk. ‘Hoe groter de organisatie, hoe meer informatie. Daardoor kan het gebrek aan geschikt IT-personeel op grote bedrijven meer impact hebben dan op kleinere.’

Meer dan de helft zegt budget vrij te willen maken voor interne opleidingen.

Meer dan de helft van de respondenten zegt bereid te zijn om budget vrij te maken voor interne opleidingen en trainingen voor bestaand IT-personeel. Vooral binnen het openbaar bestuur en overheidsdiensten is dit draagvlak er (68%). Veelbelovend, zegt Valk. ‘Hierdoor wordt de IT-branche hopelijk alleen maar aantrekkelijker en zal het arbeidstekort afnemen. Zo leidt het ontwikkelen van bestaande IT-medewerkers uiteindelijk tot het aantrekken van nieuw IT-talent.’

Lees ook

De 4 grootste bedreigingen voor vacaturebanken, in tijden van A.I.

Werkelijk geen enkel onderdeel van het hele recruitmentproces ontkomt aan grote veranderingen. En dat geldt ook voor het ogenschijnlijk jarenlang vrij statische landschap van vacaturebanken, die digitale prikborden waar werkgevers vacatures plaatsen en werkzoekenden de aanbiedingen vervolgens uitpluizen. Kunstmatige intelligentie (A.I.) ontpopt zich ook hier als een sterke kracht die het landschap fundamenteel verandert en een grote uitdaging vormt voor het traditionele model van vele vacaturebanken. Welke grote veranderingen staan er allemaal op stapel?

Bedreiging 1: A.I. maakt kandidaat mondiger

Het is niet alleen dat jobboards ‘iets’ moeten met A.I. op hun eigen platform, ze moeten zich ook rekenschap geven van veranderend gedrag van kandidaten. Ook zij ontdekken immers de mogelijkheden, ziet Geert-Jan Waasdorp (CEO van Intelligence Group). ‘Met de introductie van oplossingen als AIApply, careerflow.ai Massive en Sonara.AI kunnen kandidaten nu sneller banen zoeken, hun cv’s verbeteren en zelfs sollicitaties automatiseren. Geen lange lijsten meer doorwerken, maar ideale jobmatches vinden, compleet met bijpassende sollicitaties en cv’s. A.I. kan je zelfs door de eerste selectievragen loodsen. Een uitnodiging is bijna gegarandeerd.’

‘Met A.I. kunnen kandidaten sneller banen zoeken, hun cv’s verbeteren en zelfs sollicitaties automatiseren.’

Vacaturebanken moeten zich hierop aanpassen door A.I.-gestuurde functies te integreren, om zo de ervaring van kandidaten te verbeteren, aldus Waasdorp. ‘Bijvoorbeeld met RecruitAgent.ai aan de werkgeverskant. Dit kan leiden tot de implementatie van A.I.-gestuurde jobmatching-algoritmen, geautomatiseerde cv-optimalisatietools en interactieve chatbots om realtime in contact te komen met kandidaten. Of denk aan persoonlijke loopbaanbegeleiding, hulpmiddelen voor professionele ontwikkeling en netwerkmogelijkheden op maat. Door dit soort technologieën te omarmen, kunnen vacaturebanken zich blijven onderscheiden in een steeds meer geautomatiseerde recruitmentomgeving.’

Bedreiging 2: Programmatic advertising

Programmatisch gestuurde advertentieplatforms zoals Appcast, Aimwel, Radancy of Jobmatix zijn nu nog grotendeels afhankelijk van de vacaturebanken. Maar blijft dat in de toekomst ook zo? Jeff Dickey-Chasins, ook wel bekend als de ‘Job Board Doctor‘, ziet dat programmatic partijen met hun geavanceerde matching-algoritmes en uitgebreide bereik steeds meer een uitdaging vormen voor traditionele jobsites, zeker als ze erin slagen directe relaties aan te gaan met werkgevers, waardoor de jobboards als tussenpersoon wegvallen.

‘Het aanbieden van niche-expertise kan een belangrijke strategie zijn om relevant te blijven.’

De vrees is bijvoorbeeld dat Appcast, gesteund door grote conglomeraten als StepStone (Axel Springer), een traject zou kunnen volgen dat vergelijkbaar is met dat van Indeed, waarbij vacaturebanken geleidelijk aan aan de kant worden geschoven. Om deze bedreiging het hoofd te bieden, moeten jobsites volgens Dickey-Chasins prioriteit geven aan differentiatie en diensten met toegevoegde waarde die verder gaan dan louter het weergeven van vacatures. ‘Het verbeteren van de ervaring van kandidaten en aanbieden van niche-expertise zijn belangrijke strategieën om relevant te blijven. A.I. kan hen daarbij helpen.’

Bedreiging 3: De evolutie van zoeken

Een ander dringend probleem voor vacaturebanken is de evolutie van zoekmachines. Een betaalde versie van Google for Jobs lijken ze niet te hoeven vrezen. Maar dat wil niet zeggen dat de dominantie van Google minder wordt. En wat te denken van de opkomst van alternatieve platforms zoals A.I.-gestuurde assistenten, zoals Bing of Gemini? Traditionele vacaturesites lopen daardoor het risico zichtbaarheid en verkeer te verliezen als ze zich niet aanpassen.

‘Optimalisatie voor voice search kan de vindbaarheid en toegankelijkheid van content verder verbeteren.’

De uitdaging ligt in de inzet van nieuwe technologieën en platforms om het ontdekken van content en de betrokkenheid te optimaliseren. Contentmarketing, sociale media en partnerschappen met opkomende platforms zijn essentiële strategieën om relevant te blijven en diverse talentpools te bereiken. Vacaturesites moeten investeren in SEO- en A.I.-zichtbaarheidsstrategieën, om te zorgen dat hun vermeldingen hoog blijven scoren in (relevante) zoekresultaten. Bovendien kan optimalisatie van content voor voice search de vindbaarheid en toegankelijkheid voor kandidaten op verschillende platforms verder verbeteren.

Bedreiging 4: Generatieverschuivingen

Vóór 2025 zullen er honderden TikTok-vacaturebanken en -bureaus zijn, verwachten Waasdorp en Dickey-Chasins. ‘Het groeiende aantal millennials en Gen Z’ers op de arbeidsmarkt vraagt een nieuwe generatie vacaturesites. Deze digital-native kandidaten hebben uitgesproken voorkeuren en verwachtingen als het gaat om het zoeken naar een baan. Het moet mobiel, met video en makkelijk te gebruiken zijn. Traditionele vacaturebanken moeten evolueren om aan hun behoeften te voldoen, anders lopen ze het risico verouderd te raken’, aldus Waasdorp.

‘Vóór 2025 zullen er honderden TikTok-vacaturebanken en -bureaus zijn.’

Bovendien moeten vacaturebanken zich richten op de opbouw van communities, vult Dickey-Chasins aan. ‘Door zinvolle connecties te creëren via sociale mediaplatforms die worden bezocht door jongere generaties en waardevolle bronnen te bieden die verder gaan dan alleen vacatures, kunnen vacaturebanken zich profileren als betrouwbare partners in het carrièreontwikkelingstraject van kandidaten met een digitale achtergrond.’

Conclusie: aanpassen noodzakelijk

De arbeidsmarkt in Europa, en in de hele wereld, staat voor een digitale A.I.-revolutie. Allerlei A.I.-tools geven werkzoekenden meer mogelijkheden, programmatic advertising verandert de manier waarop werkgevers in contact komen met talent en de opkomst van digital savvy kandidaten maakt een moderne aanpak noodzakelijk. Willen traditionele vacaturebanken overleven, dan zullen ze zich moeten aanpassen. Dat betekent: meer bieden dan lijsten vacatures, maar zich omvormen tot dynamische platforms met waardevolle hulpmiddelen en een gemeenschapsgevoel. Want alleen dan is er nog (een zonnige) toekomst voor ze.

Dit verhaal verscheen eerder op Totalent, en is gebaseerd op een podcast van Chad & Cheese.

Meer weten?

Op donderdag 4 april vindt in Gorinchem het A.I. & Recruitment-congres plaats, een dag boordevol interessante sprekers over de invloed van artificial intelligence op de wereld van werving en selectie. Schrijf je nu nog snel in!

AI & Recruitment

Lees ook

‘Progress over Perfection’: checklist om continu je proces te verbeteren

Een van mijn vakbroeders hanteert als motto bij zijn recruitmentopdrachten ‘Progress over Perfection‘. Het voordeel hiervan in recruitment ligt in de erkenning dat het streven naar perfectie vaak leidt tot stagnatie en inefficiëntie. In plaats daarvan richt ‘Progress over Perfection’ zich op voortdurende verbetering en professionele groei, waarbij je steeds kleine, incrementele stapjes vooruit zet.

‘Investeren in perfectie is lovenswaardig, maar leidt waarschijnlijk tot teleurstelling.’

Investeren in perfectie is lovenswaardig, maar mede gegeven het aantal in- en externe stakeholders en de dynamiek van de arbeidsmarkt, leidt het waarschijnlijk tot teleurstelling. Door in plaats daarvan te focussen op progressie kunnen recruitmentteams flexibeler reageren op veranderende omstandigheden, kansen benutten voor verbetering en de concurrentie voorblijven.

Balans tussen People & Process

Recruitment is bij uitstek een vakgebied waar je – om ‘Progress’ te realiseren – een goede balans moet zien te vinden tussen People en Process. Die spelen een centrale rol bij het bieden van een goede candidate experience. Daar is naar mijn overtuiging geen standaard aanpak voor, anders dan dat er altijd ruimte moet zijn voor de human touch en dat processen zo simpel mogelijk moeten zijn, ondersteund door slimme schaalbare technologie.

‘Elke vacature is een kans op een stapje vooruit.’

Je zou vanuit het Progress over Perfection-perspectief elke vacature kunnen beschouwen als een mogelijkheid tot verbetering, om een stapje vooruit te zetten in de perfectionering van het recruitmentproces, in de optimalisatie van de candidate experience en de hiring team experience. Vanuit de gedachten dat vele kleine stapje vooruit zullen leiden tot een grote stap vooruit, is het belangrijk om met enige regelmaat terug te kijken en te evalueren welke stappen én stapjes gezet zijn. Wat is beter gegaan, welke nieuwe inzichten zijn ontstaan die aanleiding zijn om zaken anders aan te pakken?

Regelmatige evaluatie

Als je op basis van een jaarplan en een recruitmentstrategie te werk gaat, zul je de voortgang sowieso regelmatig evalueren. De rapportages spelen daarbij een belangrijke rol, maar daarin is lang niet alles terug te vinden wat op operationeel en procesmatig niveau gebeurt. Vandaar dat het zinvol kan zijn om op basis van de eigen professionaliteit een lijstje met aandachtspunten op te stellen van zaken die aandacht verlangen in het licht van continue verbetering.

Een checklist kan helpen om te meten of je daadwerkelijk progressie maakt.

Zo’n lijstje kan als een soort checklist fungeren om na te gaan: op welke onderdelen zijn in de afgelopen periode stappen vooruit gezet en is ‘progress’ gerealiseerd? Daarnaast kun je zo’n lijst ook benutten om in kaart te brengen waar je in de komende maanden stappen vooruit kunt gaan zetten. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Mate van formalisering: Is je proces gedocumenteerd en gestandaardiseerd?
  • Gebruik van technologie: In hoeverre zet je al digitale tools en software in?
  • Data-kwaliteit en analyse: Zijn er voldoende bruikbare data en gebruik je deze ook om je proces te sturen en te verbeteren?
  • Klantgerichtheid: Is er aandacht voor de candidate experience en hiring manager experience?
  • Professionaliteit: Zijn er maatstaven van wat interne stakeholders moeten kunnen en kennen op gebied van recruitment en hoe ze daaraan kunnen voldoen?
  • Compliance: Voldoen de recruitmentpraktijken aan relevante wet- en regelgeving en branchenormen? Zijn non-discriminatie en privacy gewaarborgd?
  • Progress door continu verbeteren: Is er een cultuur die leren en ontwikkelen stimuleert?

Los van deze zaken kun je de onderstaande checklist met aandachtspunten benutten om regulier en gestructureerd te evalueren waar er stappen vooruit gezet zijn en kunnen worden om het recruitmentproces verder te professionaliseren. Het helpt natuurlijk erbij als je dan ook nog met enige regelmaat stakeholder surveys doet en zowel vacaturehouders als kandidaten vraagt om feedback. Zodat je continu verder kunt blijven verbeteren. Wat hoort er allemaal op zo’n Progress over Perfection-checklist thuis?

Strategie & Planning

  • Sluit de recruitmentstrategie nog steeds aan op de organisatiedoelstellingen? Zo nee, waar is bijstelling nodig en op welke termijn?
  • Kunnen de gehanteerde recruitment-KPI’s genoeg voorzien in de behoefte van het management, de vacaturehouders en het recruitmentteam? Zo nee, waar ligt dat aan en hoe kan dat verbeterd worden?
  • Volstaat de kwaliteit van de data voor analyse van het recruitmentproces?
  • Wat is de status van het jaarbudget? Is er nog genoeg budget om de beoogde stappen te zetten in de komende periode? Zo nee, wat zijn de consequenties?
  • In hoeverre ondersteunen de geboden arbeidsvoorwaarden het aantrekken van de juiste kandidaten? Zijn er ontwikkelingen die een herijking verlangen om concurrerend te kunnen blijven?
  • Zijn er nog zaken vanuit het management die impact gaan krijgen op de recruitment-activiteiten in de komende periode?

Technologie & Rapportages

  • Op welke onderdelen van het recruitmentproces wordt gebruik gemaakt van interne systemen en tools? Waren dat exclusieve recruitmentsystemen of ook systemen die organisatiebreed ingezet worden? Wat heeft dit opgeleverd?
  • Op welke onderdelen van het recruitmentproces gebruik je externe systemen en tools? Waarom, en wat heeft het opgeleverd?
  • Welke rapportages voorzien het beste in de behoefte van het recruitmentteam? Welke missen er? Wat zou er beter kunnen en wat is daarvoor nodig?
  • Welke feedback is er vanuit management en vacaturehouders met betrekking tot de kwaliteit van de rapportages? Verlangt dit actie op korte termijn en zo ja, van wie en hoe?
  • Zijn er in de afgelopen periode nieuwe systemen en/of tools op de markt gekomen die de moeite waard zijn om te verkennen? Zo ja, waarom en waar?
  • Op welke onderdelen van het recruitmentproces is verdere automatisering mogelijk c.q. noodzakelijk? Wat zijn daarbij de prioriteiten beschikbare tijd en (financiële) middelen?
  • Is er voldoende technische ondersteuning beschikbaar (geweest) om problemen op te lossen en/of systemen aan te passen aan de specifieke behoefte van de organisatie? Zo nee, waar ligt dat aan en hoe kan het opgelost worden?
  • Zijn er nog best practices ontwikkeld in de afgelopen periode en hoe en waar zijn deze geborgd?

Recruitment Expertise

  • Volstaat het aanbod van recruitmenttrainingen voor leidinggevenden nog steeds? Zo nee, op welke gebieden moeten er stappen gezet worden?
  • Welke interne stakeholders hebben in de afgelopen een opleiding of training gevolgd op het gebied van recruitment? Wie heb je gemist?
  • Wie komen in de komende periode in aanmerking voor extra begeleiding om de kwaliteit van het selectieproces en de geboden candidate experience naar een hoger niveau te tillen? Welke gebieden verlangen met name aandacht?
  • Op welke gebieden moet het recruitmentteam zelf in de komende periode stappen zetten en waarom en wat heeft prioriteit?

Vacaturemanagement

  • Volstaat de kwaliteit van de informatie die vacaturehouders en HR aanleveren om een vacatureprofiel en een sourcingstrategie te ontwikkelen? Welke teams hebben moeite om dit goed te doen en waar ligt dit aan? Wat is er nodig om dit te verbeteren?
  • Is er voor de meeste vacatures informatie over de doelgroep beschikbaar en in hoeverre benut je deze bij het opstellen van vacatureteksten?
  • Zijn er voldoende mogelijkheden om vacaturehouders te helpen om de kwaliteit van de aangeleverde vacature informatie te verbeteren? Zo ja, wie maakt daar gebruik van en hoe? Zo nee, hoe kan dat beter?
  • Welke nieuwe kanalen zijn er in de afgelopen periode benut om vacatures te delen met doelgroepen? Wat was de reden om dit te doen en wat heeft het opgeleverd?
  • Welke bestaande kanalen zijn er in de afgelopen periode benut en blijken geen of weinig tastbare resultaten op te leveren bij de doelgroepen? Stoppen of doorgaan en waarom?
  • Welke lessen heb je in de afgelopen periode getrokken uit het produceren en publiceren van vacatures?
  • Zijn er nog best practices ontwikkeld in de afgelopen periode en hoe en waar zijn deze geborgd?

Sourcing & Selectie

  • Is er in de afgelopen periode nog geïnvesteerd in ontwikkeling van de talentpool? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet? En zou je het anders willen en waarom?
  • In hoeverre levert het ATS-systeem kandidaten op voor nieuwe vacatures? Zou dat beter kunnen en zo ja wat is daarvoor nodig?
  • In hoeverre is de afgelopen periode gebruik gemaakt van Talent Intelligence, van arbeidsmarkt-inzichten om sourcing te optimaliseren? Hoe verkreeg je deze informatie en wat heb je ermee kunnen doen?
  • Zijn er in de afgelopen periode nog nieuwe sourcingskanalen gevonden en benut? Zo ja, welke en wat leverde het op?
  • Zijn er nog sourcingskanalen die je in de komende maanden zou willen proberen? Zo ja welke en wat is daarvoor nodig?
  • Welke kennis en -vaardigheden op het gebied van sourcing heb je gemist in de afgelopen periode en waarom? Wat is er nodig om wel toegang tot deze kennis en vaardigheden te krijgen?
  • Is er gebruik gemaakt van externe sourcingspartijen en zo ja, welke en met welk resultaat? Is er aanleiding om in de komende periode een externe specialist in te schakelen?
  • In hoeverre gebruiken vacaturehouders objectieve en gestandaardiseerde selectiemethoden? Waar kan en moet dat beter en hoe kun je dit realiseren?
  • In hoeverre zijn vacaturehouders in staat om na een interview op basis van de afgesproken selectiecriteria aan te geven waarom kandidaten wel of niet geschikt zijn? Wat kan wie doen om dit te verbeteren?
  • In welke mate hebben test/assessments bijgedragen aan het bieden van een goede candidate experience?
  • Zijn er nog best practices ontwikkeld in de afgelopen periode en hoe en waar zijn deze geborgd?

Employer Branding

  • Welke teams hebben gerichte stappen gezet om content te genereren en vacatures te delen in de (sociale) netwerken? Hoe pakken ze dat aan en wat kunnen andere teams daarvan leren?
  • Welke ontwikkelingen en/of gebeurtenissen hebben in de afgelopen periode bijgedragen aan je employer brand? Verlangt dit in de komende periode nog opvolging en zo ja waarom?
  • Hoe is de afstemming met marketing en andere teams in de afgelopen periode verlopen, bijvoorbeeld op gebied van contentcreatie, deelname aan (online) evenementen, trainingen en inhuur c.q. inkoop van expertise, systems en tools? Wat zou er beter kunnen en hoe?
  • In hoeverre zijn stappen gezet in de ontwikkeling van expertise op het gebied van geïntegreerd en/of specifiek benutten van tekst, audio en video voor content? Waar kun je nog stappen zetten en waarom en hoe? In hoeverre gebruik je al A.I.-tools? Wat zijn de eerste ervaringen en hoe wordt geborgd dat dit op op een verantwoorde manier gebeurt?
  • Zijn er nog best practices ontwikkeld in de afgelopen periode en hoe en waar zijn deze geborgd?

Onboarding

  • Zijn er nog teams die de (pre- en) onboarding niet op het gewenste niveau invulling kunnen geven? Zo ja, wat veroorzaakt dit en hoe zou je dit in de komende periode kunnen verbeteren?
  • Is er bij de vacaturehouders voldoende duidelijkheid over de taakverdeling in het onboarding proces? Is iedereen ook geïnformeerd, geëquipeerd en getraind om de taken in te vullen? Zo nee, hoe kan dat beter?
  • Zijn er in de afgelopen periode nog ontwikkelingen in de verschillende teams op het gebied van de opzet en aanpak van pre- en onboarding van nieuwe medewerkers en/of contractors? Zo ja welke en waarom en zijn deze ook elders van belang en/of inzetbaar?
  • Zijn er nog stappen op het gebied van online-support, begeleiding en training tijdens de onboarding? Zo ja welke en waarom en zijn deze ook breder te benutten?
  • Zijn er nog best practices ontwikkeld in de afgelopen periode en hoe en waar zijn deze geborgd?

Conclusie: nog niet perfect

Er zijn vast nog tal van zaken die ik ook in deze lijst zou kunnen opnemen. Zoals aangegeven: dit is ‘slechts’ een voorbeeldlijst ter inspiratie. De lijst is nog zeker niet perfect. Maar elk recruitmentteam zou in staat moeten zijn om een dergelijke toetsingslijst op te stellen om het proces van continu verbeteren te structureren. Ik ben overigens benieuwd naar de manieren waarop collega’s op een gestructureerd invulling geven continu verbeteren van de recruitment processen en of ook zij kiezen voor het principe van ‘Progress over Perfection’?

Over de auteur

Onder het motto ‘I help you to succeed’ werkt Alexander Crépin samen met bedrijven in de profit en non-profit om operationele en meer strategische HR- en recruitmentvraagstukken aan te pakken. Enerzijds door zelf hands-on aan de slag te gaan en anderzijds door te adviseren en te coachen. Hij deelt met regelmaat in blogs zijn visie op ontwikkelingen in HR en recruitment, en is beschikbaar voor nieuwe opdrachten.

Lees ook

Gemeenten worstelen met werving – en ontdekken de kracht van employer branding

Een recordaantal vacatures. Terwijl elders op de arbeidsmarkt van enige verlichting sprake lijkt, meldden de Nederlandse gemeenten onlangs nog nooit met zoveel open functies te maken te hebben gehad. ‘De vraag naar nieuw personeel neemt bij gemeenten eerder toe dan af’, aldus Eveline van Leeuwen, projectleider Arbeidsmarkt bij het A&O Fonds. En dan moet de ‘paspoortpiek‘ nog komen, de stijging in aanvragen van reisdocumenten nu de eerste golf daarvan uit 2014 aan zijn 10-jarentermijn zit. Plus: een grote vergrijzingsgolf zit voor de boeg, wat de nood aan werving bij gemeenten de komende jaren alleen nog maar hoger maakt.

Vacature Monitor N Ieuwgeplaatstevacatures 2023 1000

In het vierde kwartaal van 2023 plaatsten de 342 Nederlandse gemeenten 12.747 nieuwe vacatures. Dat is niet alleen gemiddeld bijna 40 vacatures per gemeente (!), maar ook nog eens 11 procent meer dan in hetzelfde kwartaal één jaar eerder. ‘Mogelijke verklaringen zijn de stijgende vraag naar voorzieningen, de woningbouwopgave, de daadwerkelijke inwerkingtreding van de omgevingswet en de grotere uitstroom van 60-plussers in verband met pensionering’, zegt Van Leeuwen.

Van urgentie doordrongen

Van de urgentie lijkt inmiddels iedereen behoorlijk doordrongen. Het valt bijvoorbeeld op dat steeds meer gemeenten van zich laten horen met onderscheidende arbeidsmarktcampagnes. Waar het jarenlang vrij stil was op dit gebied, lijkt de laatste tijd de ene na de andere gemeente een wervingscampagne te starten (voor voorbeelden, zie 1, 2, 3, 4, 5 en 6, en zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan). Ook kwam de Vereniging van Nederlandse Gemeenten recent met een handreiking om zijn leden meer te ondersteunen in het grote krapte-vraagstuk.

Bij gemeenten in Nederland is de personeelsnood hoog. Hoe gaan de gemeenten dat probleem in werving precies te lijf?

De belangstelling is groot, constateert ook Van Leeuwen. Toen het A&O-fonds recent de handen met de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie ineensloeg om recruitmenttrainingen voor gemeentelijke ambtenaren te verzorgen, bleek de behoefte zelfs zo groot, dat elke module niet de geplande één, maar zelfs twee keer gegeven kon worden. ‘We hebben via onze community arbeidsmarktstrategie aan de doelgroep gevraagd waar de behoefte lag. Er was een duidelijke behoefte aan meer informatie en training op het gebied van employer branding, ambassadeurschap, vacatureteksten schrijven en écht doelgroepgericht werven.’

Niet alleen werven

Volgens Van Leeuwen is er echter niet alleen dringend behoefte aan actuele kennis op het gebied van moderne werving, maar staat ook retentie steeds hoger op de agenda. ‘Er komt in de gemeentelijke sector ook een grote uitstroom van ouderen aan, dus het is niet alleen belangrijk om mensen te werven, maar ook om mensen te behouden. Dat is eigenlijk ook het verhaal dat je in deze tijd moet vertellen: het belang van je werknemersmerk goed neerzetten. Je kunt je wervingsstrategie namelijk niet baseren op één onderdeel.’

Met de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie traint het A&O-fonds de gemeentelijke ambtenaren nu in 7 verschillende masterclasses, variërend van Pre-, on- en offboarden en Doelgroepgericht werven en vacatureteksten schrijven tot Employer Branding en Ambassadeurschap & referral recruitment. Ook de werkenbij-site en de keuze van een ATS, generatiemanagement en werven met A.I. hebben een eigen plek in de opleidingscatalogus gekregen. ‘Het is natuurlijk het leukst als HR-professionals en recruiters uiteindelijk meerdere modules volgen’, aldus Van Leeuwen. ‘Zodat ze de kennis concreet in praktijk kunnen brengen.’

‘Je merkt dat je als gemeenten allemaal een beetje in hetzelfde schuitje zit.’

‘De trainingen bieden een mooie manier om elkaar op te zoeken en samen op zoek te gaan naar creatieve oplossingen voor hetzelfde probleem: het bereiken van talent’, vertelt Charlotte Berens, HR-adviseur bij de gemeente Nijmegen. ‘Je merkt dat je als gemeenten allemaal een beetje in hetzelfde schuitje zit: we hebben allemaal soortgelijke problemen. Hier krijg ik de handvatten die ik weer terug naar kantoor meeneem. Het is een échte hands-on aanpak om aan de slag te gaan met de grote vraagstukken waarvoor we nu staan op de arbeidsmarkt.’

‘Kandidaat centraal zetten’

Of je nu een beleidsadviseur of een boa zoekt, ze zijn allebei zéér schaars, volgens het Giant-dashboard van Intelligence Group. Gemiddeld is 1 op de 10 mensen in beide doelgroepen actief op zoek naar een baan. Reden om het dus écht anders te doen. ‘Ik denk de grootste les die ik tot nu toe heb geleerd wel is dat de arbeidsmarkt écht veranderd is’, zegt Berens. ‘Je moet nu echt vanuit de kandidaat gaan denken — en dat komt eigenlijk in alle trainingen terug. Je zet de kandidaat centraal, je weet ook wie je zoekt — en daar richt je alle instrumenten op in.’

Meer weten?

Het A&O fonds organiseert tal van activiteiten om de druk op de arbeidsmarkt bij gemeenten te verlichten. Zo staat na het grote succes van de Dag van de Arbeidsmarkt in 2022 en 2023 opnieuw zo’n dag op de agenda, en wel op donderdag 30 mei in het Bussumse Spant. Die dag zal ook het Jeukwoord van het Jaar bekend worden gemaakt. Een impressie van vorig jaar:

Lees ook

De maand in werving: 7 dingen die ons opvielen in maart 2024 (met podcast)

Het was de maand van de IS-aanslag in Moskou, maar ook van ‘verkiezingen‘ in Rusland, terwijl in Nederland de formatie zich voortsleepte, maar  strenge dierenwelzijnsregels al wel sneuvelden. Verder waren ineens de mazelen en kinkhoest terug, speelde PSV weer eens na de winter in de Champions League (en verloor), en was er veel ophef rond de opening van het Holocaust Museum in Amsterdam (foto). Ook werd in maart 2024 bekend dat de Nederlandse economie voor het eerst de grens van 1 biljoen euro (!) was gepasseerd.

In maart 2024 werd bekend dat de Nederlandse economie voor het eerst de grens van 1 biljoen euro (!) was gepasseerd.

Qua recruitment was het de maand van de Eerste Kamer-behandeling van het voorstel Wet Toezicht Gelijke Kansen bij werving en selectie, maar ook van Bureaurecruitment Live, Recruitment Tech Trend Day, de Total Talent Summit, en de fraaie staalkaart die de vele inzendingen voor de Werf& Awards weer van het vak laten zien. Maar wat gebeurde er verder allemaal dat voor de recruiters van Nederland van belang is?

#1. Vrouwenquotum werkt

Maart is traditiegetrouw de maand dat er veel ‘vrouwennieuws’ is, vanwege Internationale Vrouwendag op 8 maart, en dat was in maart 2024 natuurlijk niet anders. Zo bleek uit een internationale benchmark van PwC dat de positie van vrouwen op de Nederlandse arbeidsmarkt in vergelijking met landen om ons heen is verslechterd en meldde ESB-onderzoek dat het kostwinnersmodel nog steeds hardnekkig is in Nederland, met al even hardnekkige inkomensverschillen tot gevolg.

Uit onderzoek van YouGov voor Indeed onder bijna 1.500 werkende Nederlandse vrouwen bleek dan weer dat zij optimistischer zijn over hun carrière dan wereldwijd gemiddeld het geval is, maar dat tegelijk nergens in Europa vrouwen zich zo oncomfortabel voelen om promotie te vragen dan in Nederland. Terwijl uit onderzoek van het CPB, het SCP, de Universiteit Leiden, de Rijksuniversiteit Groningen, en Bureau Pouwels – een week na Vrouwendag – weer bleek dat een (afdwingbaar) quotum voor vrouwen in raden van commissarissen beter werkt dan streefcijfers en niet leidt tot minder competente bestuurders.

#2. Leger zoekt vrouw

Ander vrouwennieuws kwam in maart 2024 van Defensie, dat zich nog steeds nog geconfronteerd ziet met moeilijkheden om niet alleen mannen aan te trekken. Van de ruim 68.000 mensen die werken bij Defensie is nu 16,4% vrouw. Van de actief dienende militairen is dat 11,1%. En in 2030 moet dat opgetrokken zijn naar 30%. Als er niets verandert, gaat dat nooit lukken, waarschuwde luitenant-generaal Elanor Boekholt-O’Sullivan deze maand in de Tweede Kamer.

Minister Kajsa Ollongren bij het evenement Women, Men, Peace & Security in maart 2024.
Minister Kajsa Ollongren bij het evenement Women, Men, Peace & Security in maart 2024.

Niet alleen is de cultuur nog steeds te vrouwonvriendelijk, ook de uniformen, uitrusting en het wervingsbeleid zijn volgens haar nog steeds niet voldoende op vrouwen afgestemd. Zelfs als alle 10.000 openstaande vacatures door vrouwen zouden worden vervuld, wordt de 30% niet gehaald. Volgens Boekholt-O’Sullivan zou het al helpen als de sollicitatieprocedure mínder op snelheid gericht zou zijn. Volgens de luitenant-generaal hebben vrouwen vaak langer de tijd nodig om zich aan te melden voor een functie. Dan is die in de praktijk echter vaak al vergeven, aan een man.

#3. Nieuw concurrentiebeding in aantocht

Over het nieuwe concurrentiebeding is al langer veel te doen. Maar in maart 2024 ging het wetsvoorstel dan officieel in internetconsultatie. Wat betekent dat iedereen tot 15 april 2024 een reactie op het wetsvoorstel kan geven. Met de nieuwe wet wordt het beding niet alleen gemaximeerd op 12 maanden, maar moet ook het geografisch bereik duidelijk zijn. Ook moet – als het allemaal doorgaat – in arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd straks schriftelijk gemotiveerd worden waarom het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. En bij het inroepen van het beding moet de werkgever een vergoeding van 50% van het maandsalaris betalen, per maand dat het concurrentiebeding duurt.

Ongeveer een derde van alle werknemers heeft nu een concurrentiebeding in het contract staan.

Zowel werkgevers als werknemers hopen dat het nieuwe concurrentiebeding de mobiliteit op de arbeidsmarkt ten goede komt.

Nu hebben veel werknemers zo’n concurrentiebeding nog standaard in het contract staan, maar de bedoeling van de nieuwe regels is om daar een einde aan te maken. Met het wetsvoorstel kunnen ‘bedrijven hun concurrentiegevoelige belangen beschermen, terwijl tegelijkertijd onnodig gebruik van het beding wordt tegengegaan’, aldus SZW-minister Van Gennip. Opvallend genoeg zijn zowel werkgevers als werknemers over het algemeen redelijk tevreden met het voorstel, waarvan ze beide hopen dat het de mobiliteit op de arbeidsmarkt ten goede komt.

#4. AI Act door Europees Parlement

Nog meer wetgevingsnieuws kwam in maart 2024 uit Europa, want de AI Act werd officieel door het Parlement aangenomen. Het gaat wereldwijd om het allereerste juridische kader voor A.I., dat onder meer voorschrijft dat het gebruik van A.I. in werving en selectie behoort tot het zogenoemde ‘hoge risico‘-gebied, en daarom aan speciale voorwaarden moet voldoen. Zo komen er eisen als: risicobeperkende systemen, een hoge kwaliteit van datasets, registratie van activiteiten, gedetailleerde documentatie, duidelijke gebruikersinformatie, menselijk toezicht en een hoog niveau van robuustheid, nauwkeurigheid en cyberbeveiliging.

Na implementatie van de AI Act zullen aanbieders van A.I.-diensten en -producten in de recruitmentbranche zich moeten houden aan strikte regels, waarbij duidelijk is dat hun praktijken persoonlijke gegevens en privacy respecteren, naast het waarborgen van eerlijkheid, transparantie en verantwoordelijkheid. Black boxes zijn straks dus verboden, en ook moeten A.I.-systemen duidelijk maken dat ze niet (onbedoeld) discrimineren of leiden tot een oneerlijke behandeling van kandidaten op basis van geslacht, ras, leeftijd of andere beschermde kenmerken.

#5. ‘Geen woning? Geen sollicitatie’

We constateerden al eerder de trend dat steeds meer werkgevers in de huidige krappe arbeids- (en huizen)markt ook een woning in de strijd werpen om maar aan talent te komen. Dat is niet voor niets, bleek in maart 2024 uit onderzoek van Viisi Hypotheken, waarin maar liefst 25% van alle Nederlandse starters zegt door de krappe woningmarkt wel eens niet te hebben gesolliciteerd op een openstaande vacature of leuke functie, en 55% wil dat werkgevers meer ondersteuning bieden bij het zoeken naar geschikte woonruimte, door bijvoorbeeld de kosten van een aankoopmakelaar te vergoeden of potentiële huurwoningen te identificeren.

Maar liefst 57% van de ondervraagde 22- tot 35-jarigen zegt wél bereid te zijn om te verhuizen voor een nieuwe baan. De woningnood is bovendien inmiddels zo hoog, dat 51% aangeeft dat een bedrijfswoning voor hen een reden zou zijn om van baan te veranderen. Maar liefst 36% van alle Nederlandse starters pleit zelfs voor de bouw van bedrijfswoningen, zoals in het verleden is gedaan door Philips, Bata en Hevea en recent min of meer ook werd aangekondigd door ASML.

Artist impression van het woningbouwproject van ASML in Veldhoven. Beeld: BPD

#6. ‘Laat asielzoekers sneller aan de slag gaan’

Asielzoekers zijn een van de meest heikele thema’s in de huidige kabinetsformatie. Maar het zou in elk geval goed zijn om ze zo snel mogelijk te laten meedoen op de arbeidsmarkt. Dat levert miljarden euro’s op voor de schatkist, is goed voor de arbeidsmarkt en bevordert de integratie, blijkt uit onderzoek van SEO dat in maart 2024 verscheen. Dat geldt trouwens zowel voor asielzoekers als Oekraïense vluchtelingen, aldus de onderzoekers. ‘Dus vanaf de eerste dag in Nederland werken, zonder een tewerkstellingsvergunning.’

‘Asielzoekers meer laten werken levert miljarden euro’s op, is goed voor de arbeidsmarkt en bevordert de integratie.’

Eén jaar asielzoekers (snel) aan het werk zou de economie over een periode van 10 jaar zo’n 2 miljard euro opleveren, aan onder andere extra loonbelasting en extra btw-inkomsten. Nu mogen asielzoekers alleen werken als hun asielaanvraag langer dan 6 maanden in behandeling is. Ook moeten ze een tewerkstellingsvergunning hebben, aan te vragen door de werkgever bij het UWV. Tot voor kort gold daarbij ook nog een andere beperking: werken mocht eerst niet langer dan 24 weken per jaar, maar die regel is eind vorig jaar door de Raad van State geschrapt.

#7. UWV wil met gemeenten krapte te lijf

Als laatste nieuws over de formatie kwam het UWV met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in maart 2024 met een brief waarin ze samen opriepen om in elke arbeidsmarktregio minimaal één Regionaal Werkcentrum te creëren, en de inzet en investering te verhogen om mensen die aan de kant staan aan het werk te helpen. ‘De ongekende krapte maakt het al langere tijd moeilijk geschikt personeel te vinden voor het onderwijs, de zorg en de techniek. Hiermee komt de kwaliteit van publieke voorzieningen en maatschappelijke transities steeds verder onder druk te staan’, aldus Nathalie van Berkel, lid van de Raad van Bestuur van UWV.

De Regionale Werkcentra kunnen daar volgens haar een antwoord op zijn. Op dit moment zijn er al 8 van die werkcentra in werking. Daar komen niet alleen mensen met een uitkering, maar ook mensen zonder uitkering die nu werk zoeken. Zij kunnen dan door gemeente en UWV in contact worden gebracht met werkgevers die mensen zoeken, maar ook de mogelijkheid krijgen om een omscholings- of scholingstraject te gaan volgen. ‘We kunnen het ons simpelweg niet veroorloven om iedereen die mee kan en mee wil doen, aan de kant te laten staan’, aldus de initiatiefnemers.

#8. Cartoon van de maand

Bron: van9tot5

Iets over het hoofd gezien?

In de rubriek ‘De maand in werving’ belichten we trends en ontwikkelingen voor iedereen in de wereld van recruitment. In maart 2024 iets belangrijks over het hoofd gezien? Meld het ons!

Beluister de podcast

Liever luisteren? Martijn Hemminga en Peter Boerman maken ook (bijna) elke maand een podcast over dit nieuwsoverzicht. Beluister hier de meest recente opname, dit keer met Geert-Jan Waasdorp:

Lees ook

Foto boven: Nationaal Holocaustmuseum ©Stefan Müller

Roderick Bronzwaer (In2Dialog): ‘Voor A.I. in recruitment zijn zeker audits nodig’

De klik in een sollicitatiegesprek? Je zou misschien denken: dat is iets ongrijpbaars, iets puur menselijks, een gevoel dat je krijgt als je elkaar diep in de ogen kijkt. Maar uit berekeningen van start-up In2Dialog blijkt die klik eigenlijk prima te kwantificeren, op basis van een zogeheten taalstijlmatch. Het gaat om een score die wordt opgebouwd uit 9 verschillende factoren, die nauwelijks te manipuleren is, maar tegelijk zéér voorspellend voor bijvoorbeeld de mate van samenwerking, vertelt CTO Roderick Bronzwaer.

Het is een van de voorbeelden van de toepassing van A.I. in recruitment, en dan met name in sollicitatiegesprekken, die echt van toegevoegde waarde kan zijn, aldus afgestudeerd psycholoog Bronzwaer in een podcast die is opgenomen tijdens de meest recente editie van Bureaurecruitment Live. Maar tegelijk pleit hij ook voor voorzichtigheid in het gebruik van A.I. De komst van de Europese AI Act, dat A.I. in recruitment als ‘hoog risico’ kwalificeert is zeer welkom. Maar er is volgens hem nog wel meer nodig. ‘In de Verenigde Staten zie je nu de opkomst van auditbedrijven speciaal voor A.I. Ik denk dat zoiets ook in Europa nodig gaat zijn.’

Publiek tijdens Bureaurecruitment Live.

Interview meest voorspellend

Met In2Dialog houdt Bronzwaer zich vooral bezig met de analyse van sollicitatiegesprekken, een onderdeel van recruitment dat nog weinig onderwerp van A.I. lijkt te zijn. Maar het is niet alleen een heel belangrijk en relevant onderwerp, zegt hij, het is ook heel veelzeggend. ‘Uit onderzoek blijkt dat sollicitatiegesprekken het meest voorspellend zijn voor werksucces. Nog meer dan de werkproef of een IQ-test.’ En juist daarom is het volgens hem zo goed om hier ook meer onderzoek naar te doen, aan de hand van transcripties.

‘Uit onderzoek blijkt dat sollicitatiegesprekken het meest voorspellend zijn voor werksucces. Nog meer dan de werkproef of een IQ-test.’

Daaruit kan dan bijvoorbeeld de eerder genoemde taalstijlmatch blijken, maar bijvoorbeeld ook de softskills van een kandidaat, zegt Bronzwaer. En als je veel van die transcripties hebt, kun je er weer allerlei nieuwe algoritmes op loslaten, die dan weer allerlei non-lineaire verbanden in kaart kunnen brengen. ‘Dat is het gat dat wij proberen te dichten.’ Zie het als een extra laag, bovenop wat de hiring manager of recruiter zelf uit het gesprek haalt.

Het fundament

Het sollicitatiegesprek als fundament van recruitment? Bronzwaer zegt er zeker in te geloven. Ook al kan het zo zijn dat straks de ene A.I. met de andere A.I. gaat praten, het gesprek van mens tot mens zal ook niet verdwijnen, denkt hij. ‘Net zoals smartphones uit de klaslokalen verdwijnen en essays weer op locatie worden geschreven, zal ook het face-to-face-interview weer terugkomen. Ik geloof echt dat we ons gaan specialiseren in wat recruitment zo menselijk maakt.’

Zeker in de krappe arbeidsmarkt is dat belangrijk, zegt hij. ‘Kandidaten willen met mensen praten. Ze willen onverdeelde aandacht. Bovendien willen ze liever dat een mens over hen oordeelt dan een algoritme.’ Maar dan moet je dus wel alles uit zo’n gesprek halen, zegt hij. En juist daar kan A.I. volgens hem bij helpen. Voor analyse en rapportage, en om te leren anticiperen. Bijvoorbeeld door de ratio open en gesloten vragen in een gesprek vast te stellen, en de interviewer in het vervolg daarop te trainen. ‘Het opent ongelooflijk veel deuren’, aldus Bronzwaer.

Helpen, niet controleren

A.I. is er om je te helpen, niet om je te controleren, is zijn rotsvaste overtuiging. ‘Zie het als een feedbacktool. “Afgelopen week zag het er zo uit, misschien moet je je kandidaat wat meer laten praten, want jij was 50% van de tijd aan het woord.” Dit soort informatie kan de waarde van je gesprekken sterk verbeteren. Natuurlijk zou ik altijd aanraden: ga naar (semi)gestructureerde interviews toe. Dat is academisch bewezen het beste. Maar zelfs voor getrainde mensen blijkt het moeilijk om universeel hetzelfde uit te vragen. Dan kan dit ook zeker helpen.’

Ga je A.I.-informatie echter gebruiken om selectiebeslissingen op te baseren, dan is dus wel een goede audit nodig, onderstreept hij nog maar eens. ‘Ik zou goede regulatie op dit gebied heel fijn vinden, en goede maatstaven om ervoor te zorgen dat het accuraat is. Daarvoor kijk ik ook echt naar het Nederlands Instituut voor Psychologen. Als die met goede normen komen, en dat dan in combinatie met audits, dan denk ik dat het wel snor zit wat betreft de predictieve statistiek in recruitment.’

Beluister de hele podcast

Benieuwd naar hoe Roderick Bronzwaer kijkt naar de opkomst van A.I. in sollicitatiegesprekken? Je hoort het allemaal in de hele podcast, waarvan de komende week nog meer afleveringen online komen:

Lees ook

Steeds meer zelfstandigen? Europees gezien is dat helemaal niet het geval

Als je afgaat op wat je zoal erover leest in de media, kun je wel eens de indruk krijgen dat we langzaamaan allemaal zelfstandige of zzp’er worden. Dat het vaste dienstverband op z’n retour is, en we liever massaal – al dan niet via de draaideur – ons liever laten inhuren dan dat we een arbeidscontract tekenen. Maar de werkelijkheid zit toch wat anders in elkaar, laat een nieuw rapport van Eurofound zien. Daaruit blijkt dat het percentage zelfstandigen in de EU-lidstaten sinds het begin van de 21e eeuw namelijk helemaal niet is toegenomen.

Het aandeel zelfstandigen in de beroepsbevolking is in 12 jaar gedaald naar 13,7%.

Kijken we naar de cijfers van Eurostat, en zien we het aandeel zelfstandigen in de totale beroepsbevolking van 15 tot 74 jaar, dan blijkt dit gedaald van 15,4% in 2010 naar 13,7% in 2022. Mannen doen dit volgens de gegevens slechter dan vrouwen: het totaal aantal mannelijke zelfstandigen bedroeg 17% in 2022, tegenover 19,5%. Vrouwen hebben slechts een kleine daling gezien naar 9,8% in 2022, vergeleken met 10,5% in 2010.

Grote verschillen in Europa

Hoewel Europa van veraf vaak als ‘één land’ wordt gezien, is het altijd gekenmerkt geweest door subtiele details en verschillen. Of het nu komt door wetgeving of traditie, het continent heeft altijd grote verschillen gekend tussen buurlanden. Van alle EU-lidstaten is zelfstandig ondernemerschap volgens het rapport het meest gebruikelijk in Griekenland (27%), Italië (20%) en Polen (19%) en het minst in Denemarken, Duitsland (beide 8%) en Luxemburg (9%).

Opvallend is echter dat slechts 9 van de 27 EU-landen een toename van het aandeel zelfstandigen in de beroepsbevolking over de laatste 12 jaar kunnen melden. De overige 18 melden allemaal dalingen – en sommige zijn behoorlijk drastisch. Roemenië zag het totale aantal zelfstandigen dalen met 10,8 procentpunt, Kroatië met 6,7, Portugal met 6,5 en Cyprus met 6,1. Estland, Litouwen en Letland vormen de top 3 van landen met een toename van het aantal zelfstandigen. De hele Benelux (België, Nederland, Luxemburg) staat ook in dat lijstje, wat gecompleteerd wordt door Frankrijk, Malta en Hongarije.

Zelfstandigheid vooral in landbouw

Kijken we naar de verschillende werkgebieden, dan valt naast de traditioneel sterke landbouw (52% zelfstandigen) vooral de bouw (24%) en ‘andere soorten banen’ (21%) op. Tussen 2010 en 2022 daalde het aantal zelfstandigen het sterkst in handel en horeca (-3,7%), landbouw (-2,6%) en vervoer en opslag (-1,8%). Aan de andere kant van het spectrum maakte werken in de financiële dienstverlening de grootste sprong (+2,1%).

Het idee dat Europa nu het kleinste aantal zelfstandigen in zijn recente geschiedenis telt, is vooral toe te schrijven aan wat de onderzoekers een ‘onevenwichtigheid’ noemen tussen uittredingen uit de arbeidsmarkt (door pensioen) en het creëren van nieuwe zelfstandige banen. ‘Een vergelijking tussen leeftijdsgroepen tussen 2010 en 2022 laat de drastische daling zien van het aantal zelfstandigen in de oudere leeftijdsgroepen.’ Het aantal zelfstandigen van 65 jaar of ouder daalde met 15,5 procentpunt: van 54,9% naar 39,4%. Het aantal zelfstandigen tussen 60 en 64 jaar daalde van 29,3% naar 19,2%.

Nogal wisselende ervaringen

Uit het onderzoek blijkt dat zelfstandigen in Europa zacht gezegd nogal wisselende ervaringen hebben. Vooral de groep zelfstandigen die afhankelijk is van één klant of bedrijf heeft het moeilijk. Zij staan voor uitdagingen als slechte arbeidsomstandigheden en weinig controle over hun taken. Ze hebben ook minder kansen om te groeien in hun carrière en een lagere algemene werktevredenheid. Het verband tussen de kwaliteit van iemands werk en hun werkzekerheid, gezondheid en geluk wijst op de grote uitdagingen waar zelfstandigen in Europa voor staan, aldus de onderzoekers.

‘Het verband tussen de kwaliteit van iemands werk en hun werkzekerheid, gezondheid en geluk wijst op grote uitdagingen.’

‘Als zelfstandig ondernemerschap geen echte keuze is, missen zelfstandigen de voordelen die zelfstandig ondernemerschap gewoonlijk biedt. Het kan individuen de mogelijkheid bieden hun eigen ambities te realiseren op een manier die veel autonomie en controle over hun werk biedt. En het kan innovatie en het creëren van banen stimuleren’, stelt het rapport. ‘Maar als zelfstandig ondernemerschap geen echte keuze is, dan ziet het er ineens anders uit. Zelfstandigen lopen dan zowel de voordelen mis die zelfstandigheid gewoonlijk biedt, als veel van de bescherming die de arbeidswet biedt.’

De ‘freelance-revolutie’?

Het onderzoek van Eurofound verschijnt bijna gelijktijdig met een rapport van de Franse freelancers-marktplaats Malt, waaruit juist zou blijken dat 90% van de freelancers niet actief op zoek zou zijn naar een functie als werknemer, ‘waardoor freelancen hun carrièrekeuze is’, aldus de onderzoekers. Van de ondervraagden zegt 72% evenveel of meer te verdienen als freelancer dan ze deden als fulltime werknemer. En volgens Malt omarmen ook grote bedrijven de ‘freelance-revolutie’ steeds meer: met een plus van 55% in Duitsland, 73% in Frankrijk en maar liefst 220% in Spanje (sinds 2022).

Een overgrote meerderheid van freelancers begint hun freelance reis met ervaring als (voltijds) werknemer.

Volgens de onderzoekers is 69% van de freelancers vol vertrouwen over hun toekomst op de lange termijn, en zei 68% van de ondervraagden dat ze freelancer zijn geworden om persoonlijke redenen in plaats van externe factoren. Een overgrote meerderheid van freelancers (93%) begint hun freelance reis volgens hen met ervaring als (voltijds) werknemer, waarbij 53% van hen meer dan 7 jaar ervaring heeft als interne medewerker. Freelancen is dan ook de toekomst van werk, aldus Perrine Ferrault, Chief Community Officer van Malt. ‘De vraag die bedrijven zich nu moeten stellen is niet ‘Moet ik met freelancers werken?’, maar eerder ‘Hoe werk ik effectiever samen met freelancers en integreer ik ze beter in mijn organisatie?’

Lees ook