Hoe onmisbaar is de recruiter nou werkelijk?

Als mens, en dus ook als recruiter, wil je graag van waarde zijn. Je wilt werk dat ertoe doet, echt het verschil maken voor organisaties. Maar gek genoeg is er nog weinig onderzoek bekend over die toegevoegde waarde van recruiters. Zijn ze hun geld waard? Leveren ze uiteindelijk meer op dan ze kosten? Doen organisaties mét recruiters het op langere termijn beter dan organisaties zonder? En waar zit die toegevoegde waarde hem dan precies in? Zijn ze werkelijk onmisbaar? En hoe kun je dat überhaupt vaststellen?

De toegevoegde waarde voor de recruiter blijkt moeilijk met harde cijfers aan te tonen.

Boeiende vragen, zo vonden ze ook bij de redactie van BNR Werkverkenners. Recent wijdden ze dan ook een hele uitzending aan deze ergens ietwat filosofische, maar ook relevante kwestie. Want als we als recruiters zo enorm onmisbaar zouden zijn voor organisaties, dan zou dat toch ook wel ergens uit moeten blíjken? Maar dat bleek in de uitzending toch nog niet zo makkelijk vast te stellen. Waar bijvoorbeeld salesconsultants redelijk kunnen aantonen hoeveel extra omzet ze binnenslepen, en inkopers hoeveel voordeel ze weten te bedingen, is de toegevoegde waarde voor de recruiter een stuk moeilijker met harde cijfers aan te tonen.

De arena van de recruiter

Gelukkig zeggen alle aangehaalde deskundigen in de uitzending uiteindelijk wel dat recruiters onmisbaar zijn. Tenminste, de mééste recruiters. Recruiters die de goede dingen doen. Dingen die dus werkelijk waarde toevoegen aan een organisatie. Strategische dingen. Maar wat dat dan precies zijn? Dan wordt het alweer een stukje schimmiger. Zoals: het nut van sollicitatiegesprekken. Zulke gesprekken zijn ‘de arena van de recruiter’, stelt Andries van der Leij (CTO BrainsFirst) in de uitzending. Maar zorgen zulke gesprekken wel voor een betere selectie, en zijn ze de tijdsbesteding waard? Daarover is een stuk minder duidelijkheid.

‘Laten we eerlijk zijn, met 11 Jordan Hendersons in je team scoor je nooit een goal.’

Dat deel van het recruitmentproces kun je dus misschien wel helemaal overslaan. Zoals bijvoorbeeld ook bij Open Hiring gebeurt. Of je besteedt het uit aan een interviewrobot als Tengai. Maar ook dan is een recruiter nog steeds wel van nut, zegt selectie-expert Bas van de Haterd. ‘Misschien dus niet voor het gesprek zelf, maar wel voor het interpreteren van de gegevens die daaruit komen. Laten we eerlijk zijn, met 11 Jordan Hendersons in je team scoor je nooit een goal, en met 11 Lionel Messi’s krijg je er weer heel veel tegen. Dat schiet dus niet op. En daarin een goede afweging maken, dat is iets waar A.I. nog heel slecht in is.’

Ondergeschoven kindje

‘Recruitment is een vak. En nog heel vaak onterecht een ondergeschoven kindje’, zegt Dorien Waasdorp, onder meer docent aan de Academie van Arbeidsmarktcommunicatie. ‘Natuurlijk heb je ook het team nodig waar de nieuwe medewerker terecht komt. En de vacaturehouder. Je moet het altijd samendoen. Maar jíj bent de professional die doelgroepgerichte vacatureteksten kan schrijven, omdat je met je marketingachtergrond weet hoe je die kandidaten naar je organisatie verleidt, of naar het bedrijf waarvoor je werft, als je een externe recruiter bent.’

‘Jíj bent als recruiter de professional die doelgroepgerichte vacatureteksten kan schrijven.’

Als je ooit hebt gewerkt met een goede recruiter, dan snap je zijn of haar toegevoegde waarde heus wel, aldus Waasdorp. ‘Dat merk je vanzelf als je ervaart dat hij of zij iemand heeft gevonden, met wie je heel blij bent.’ En dat bekende gevoel dan dat veel vacaturehouders hebben, van “dat had ik zelf ook wel gekund, zonder recruiter”, zoals presentator Rens de Jong het omschrijft? ‘Natuurlijk komt dat voor. Maar dat denk ik zelf ook wel heel vaak met andere dingen.’

Vacaturevraag verdiepen

Goede recruiters helpen ook een vacaturevraag verdiepen, zeggen de experts in de uitzending. Ze vragen door welke skills écht onmisbaar zijn bij de nieuwe medewerker. En kijken ook vooruit. Welke kant gaat een organisatie op? Wie past daar goed bij? ‘Het overall plaatje ziet de recruiter vaak beter dan de lijn zelf’, zegt Waasdorp. ‘Bovendien: een afdeling wil niet zo vaak veranderen, ook al zeggen ze natuurlijk van wel. Maar de praktijk is anders. Een goede recruiter kan dan het hele plaatje wel overzien, en veel breder kijken dan alleen die vacature en een profiel zelf, maar ook: waar zit de potentie van de kandidaat?’

‘Het terrein van de creatieve match of het atypische talent is toch wel art, en niet echt science meer.’

De waarde van de recruiter voor de kandidaat komt bij bijna alle experts terug. Zoals bij Van der Leij, die zegt te verwachten dat de rol van de recruiter zich in de toekomst steeds meer ontwikkelt naar die van een soort talent broker, die tussen de organisatie en de kandidaat instaat. ‘Wat je nu al bij veel grote organisaties ziet, is dat een goede recruiter bij een kandidaat die misschien niet helemaal past bij het profiel waarop hij solliciteerde, intern rondkijkt of er misschien andere mogelijkheden zijn. Dan kom je vaker op het terrein van de creatieve match of het atypische talent. En dat is toch wel art, en niet echt science meer.’

De recruiter als artiest

De recruiter als artiest, het is weer eens een andere benadering. Maar dan wel een artiest voor wie data onmisbaar zijn. ‘Als je niet weet wat de push- en pullfactoren van je doelgroep zijn, of hoeveel mensen er überhaupt op jouw arbeidsmarkt actief zijn, kun je moeilijk een strategisch gesprekspartner zijn’, aldus Waasdorp. ‘Maar als je wel die data kunt laten zien, heb je een beter gesprek, en kun je makkelijker dingen aanpassen.’

‘Het zien van patronen, daar moet je dus oog voor hebben.’

De data kunnen interpreteren is dus als skill voor elke recruiter onmisbaar, aldus Van de Haterd. ‘Het zien van patronen, daar moet je dus oog voor hebben, omdat je als recruiter steeds meer met systemen gaat werken. Je hebt binnen je recruitmentafdeling mensen nodig die als talent advisor die data interpreteren en naar de hiring managers gaan en zeggen: goh, wat heb je nou écht nodig?’ Iets dat Waasdorp ook beaamt. ‘Je moet het gesprek aangaan. Goh, heb je echt een schaap met 7 poten nodig? Ik heb er hier eentje met 4 poten. Wat kunnen we doen om die 3 extra poten aan te leren, of op een andere manier te verzorgen?’

Talent Acquisition Excellence

Van de Haterd heeft net samen met Kevin Wheeler het boek Talent Acquisition Excellence uitgebracht. Dat boek is ook bedoeld om ‘recruiters productiever te maken’, zoals hij in de uitzending zegt. ‘Maar ook om bedrijven te nalaten denken over: als jij zegt dat talent jouw belangrijkste asset is, waarom behandel jij dat dan niet als een kostbaar goed, maar als een uit te knijpen kostenpost?’ En goede recruiters kunnen volgens hem zeker daarbij helpen. ‘Al is het wel een probleem dat we in Nederland een recruiter een junior functie vinden. In Australië en Engeland is dat wel anders. En ook in de VS kom ik veel meer seniors tegen. Echte talent advisors, zoals wij dat noemen, die mensen op de goede plek kunnen neerzetten. Maar daar heb je wel een bepaalde skillset voor nodig.’

‘Het is wel een probleem dat we in Nederland een recruiter een junior functie vinden.’

Co-auteur Kevin Wheeler heeft vaak gezegd dat over een jaar of 5 een stuk minder recruiters nodig zullen zijn, omdat automatisering dan veel taken zal hebben overgenomen. ‘Daar ben ik het wel mee eens’, zegt Van de Haterd. ‘Er zijn er nu veel matig in hun werk. Die doen dingen die je eigenlijk niet zou moeten doen. Ik was laatst bij een organisatie waar de recruiters 80% van hun tijd bezig waren met het plannen van sollicitatiegesprekken. Ja, dat is echt overbodig. Daar is heel goede software voor, die door alle kandidaten ook nog eens als plezieriger wordt ervaren.’

Beter worden

Het vak is dus nog steeds belangrijk, maar recruiters moeten wel beter worden, vat presentator De Jong het samen. Bijvoorbeeld in verleiden, aldus Waasdorp. ‘Een aantal jaar geleden stonden kandidaten nog voor je in de rij. Maar zo is het niet meer. Nu moet je weten wat doelgroep belangrijk vindt, en daarop inspelen. Dat is echt anders dan vacatures vullen.’

‘Een aantal jaar geleden stonden kandidaten nog voor je in de rij. Maar zo is het niet meer.’

Ook is er in de selectie nog veel te winnen, zegt Van de Haterd. Als recruiters bad hires kunnen voorkomen, verdienen ze zichzelf volgens hem snel terug. ‘De beslissing om met een kandidaat door te gaan of niet ligt nu nog vaak bij de hiring manager. Ik ken organisaties, zoals de Vlaamse overheid, waarbij de eerste selectie juist door de recruiters gebeurt, aan de hand van testen, die dan dus daarna bepalen uit wie de hiring manager uiteindelijk mag kiezen. Daarmee willen ze het aantal mishires omlaag brengen naar 0.’ Kijk, als dat lukt, dat zet natuurlijk zoden aan de dijk.

Na 3 maanden

Ook in de onboarding kan de recruiter zeker zijn (of haar) toegevoegde waarde bewijzen, denkt hij verder. ‘Bijvoorbeeld door er in elk geval voor te zorgen dat de hiring manager zich aan zijn afspraken houdt.’ En zelfs als een (voormalig) kandidaat eenmaal 3 maanden in dienst is, is er nog wel een rol voor de recruiter, aldus Van de Haterd. ‘Ook om het algoritme te voeden over wie nou een goede kandidaat is en wie niet. Maar ik zou allereerst willen dat hier überhaupt meer aandacht voor is’, zegt hij. Waarmee de recruiter zich volgens hem meteen onmisbaar maakt. ‘Het wordt minder, maar wel belangrijker werk.’

‘Als een hiring manager zegt: we willen een probleemoplossende goalgetter, wat bedóélt hij dan?’

Iets waar Van der Leij zich bij aansluiten. Volgens hem is de recruiter óók onmisbaar bij de definitievorming. ‘Als een hiring manager zegt: we willen een probleemoplossende goalgetter, wat bedóélt hij dan? En hoe gaan we dat dan meten? Het gaat ook om context. Een probleem oplossen is voor een makelaar echt iets anders dan voor een developer. Ik heb het vermoeden dat veel recruiters dit werk zijn gaan doen omdat ze het menselijke, dat werk in context proberen te begrijpen, dat ze daartoe gedreven zijn.’

Rijk der fabelen

Het leidt bij presentator Rens de Jong tot de – geruststellende – conclusie dat recruiters al met al nog steeds niet te missen zijn in een organisatie. De geluiden die hij wel eens hoort, dat de recruiter zijn beste tijd gehad zou hebben, verwijst hij daarmee meteen naar het rijk der fabelen. ‘De juiste data verzamelen en analyseren, de brede overview van waar de hele organisatie heen wil, kandidaten weten te verleiden, daar kan de recruiter een cruciale rol in spelen.’

De return on investment voor de recruiter? Het blijft nauwelijks in cijfers te vangen.

Echt hard bewijs over de toegevoegde waarde van de recruiter leverde ook deze uitzending niet op. De return on investment voor de recruiter? Het blijft nauwelijks in cijfers te vangen (dat Britse lobby-onderzoek dat recruiters meer waarde zouden toevoegen dan accountants en advocaten daargelaten…). Het is ook een wat algemene vraag natuurlijk. En misschien ook wel wat te veel gevraagd voor een radioprogramma. Maar met zo’n groot en belangrijk takenpakket, voor zo’n cruciale poortwachtersfunctie, lijkt de goede recruiter zich in elk geval weinig zorgen te hoeven maken. Die blijft dus nog wel eventjes onmisbaar, voor elke organisatie.

Meer weten?

Beluister hier de hele uitzending

Werkverkenners

Verder verdiepen?

Tijdens de Leergang Recruitment van de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie leer je alles om kandidaten te vinden en in beweging te brengen uitgaande van je eigen recruitmentkracht. Op 4 maart begint een nieuwe editie. Zo leer je altijd toegevoegde waarde te leveren!

Leergang Recruitment

Lees ook

Meer kandidaten dankzij een goede functietitel: zo kan ChatGPT helpen

Waarop baseer jij de functietitels in de vacatures die je uitzet? Op gevoel, ervaring of online analyses? Ik hoop vooral het laatste. Want de naam die je een functie geeft, heeft veel impact op het succes van een wervingscampagne. Beroep je daarom op feiten en cijfers. Aan de hand van een voorbeeld uit de praktijk leg ik uit hoe je tot de beste functietitel voor jouw vacature kunt komen.

Het is zaak de functietitel zo goed mogelijk te laten aansluiten op het online zoekgedrag van je doelgroep.

De functietitel in je vacature heeft invloed op de twee belangrijkste doelen van een wervingscampagne: een zo groot mogelijk deel van de doelgroep bereiken én zoveel mogelijk geschikte kandidaten laten solliciteren. Laten we met dat bereik beginnen. Om bij zoveel mogelijk kandidaten (letterlijk) in beeld te komen, is het zaak de functietitel zo goed mogelijk te laten aansluiten op hun online zoekgedrag. En dus willen we weten wat kandidaten intypen in de zoekmachines van bijvoorbeeld jobboards, Google en LinkedIn. We nemen de proef op de som.

Op zoek naar de Brand( )manager

Even geleden zochten wij een ‘Brand manager‘ voor een bedrijf in de fietsindustrie. Iemand die de nieuwe groothandelformule in de markt moest zetten. Zo’n manager wordt een Brand manager genoemd, maar ook wel een Brand marketing manager en Brandmanager (zonder spatie). Laten we (met ChatGPT) onderzoeken welke functietitel we het beste kunnen gebruiken voor deze vacature.

Stap 1: Verzamel functietitels met ChatGPT

De eerste stap is het verzamelen van zoveel mogelijk relevante titels voor de functie. Van de werktitel die je intern gebruikt, tot aan de functietitels die online worden gebruikt, zoals op jobboards en Google Jobs. Een handig hulpmiddel hiervoor is een A.I.-tool als ChatGPT. Geef ChatGPT de volgende prompt (kopieer ‘m gerust voor jouw vacature):

  • Maak een tabel met daarin alternatieve titels voor de functie brand manager. Zet in de eerste kolom de Engelse titels, de tweede kolom het zoekvolume van deze Engelse titels, de derde kolom de Nederlandse titel alternatieven en de vierde kolom het zoekvolume van de Nederlandse titels. Voeg ook ‘brand manager’ en ‘brandmanager’ toe aan de tabel.

Dat levert de volgende tabel op aan synoniemen en geschatte zoekvolumes:

Zoals ChatGPT hierbij zelf al aangeeft: ‘Houd er rekening mee dat de zoekvolumes schattingen zijn en kunnen variëren afhankelijk van de regio en de gebruikte bronnen voor de gegevens.’

Stap 2: LinkedIn raadplegen

Met een stapeltje synoniemen op zak, gaan we vervolgens naar LinkedIn. Hier ga je na hoe professionals hun beroep zelf noemen in het werkgebied van de betreffende vacature. Een LinkedIn Recruiter-account helpt hierbij. Hier zie je de twee functietitels die het meeste resultaat opleveren binnen een straal van 40 kilometer rond bijvoorbeeld standplaats Zwolle:

Functietitel Professionals op LinkedIn

  • Brand manager 214
  • Brandmanager 89

Stap 3: Vergelijken in Google Trends

Dan is het tijd om Google in te schakelen, en wel de tool Google Trends. In Google Trends onderzoek je hoe vaak de verschillende functietitels worden ingetoetst in de grootste zoekmachine ter wereld. De resultaten zijn – in tegenstelling tot de schattingen van ChatGPT – betrouwbaar en kun je specificeren tot een bepaald gebied en periode. En heel handig: je kunt de verschillende functietitels met elkaar vergelijken, en weergeven in een mooie grafiek.

Kortom, hiervoor gebruik je Google Trends:

  • Zoekvolumes: Hoe vaak wordt in Google gezocht op bepaalde functietitels?
  • Trends: Stijgt of daalt het aantal zoekopdrachten?
  • Vergelijken: Hoe verhouden de zoekvolumes zich tot elkaar?

Zoals je kunt zien bevestigt de grafiek van Google Trends het beeld dat ChatGPT en LinkedIn al schetsten: vooral de functietitel ‘Brand manager‘ wordt gebruikt in de Google-zoekmachine (blauwe lijn).

Functietitel nog ladingdekkend?

De cijfers op een rijtje? Laat dan je gezonde verstand weer even spreken. Vraag jezelf af of de functietitel waarnaar je neigt nog altijd de lading dekt. Want ogenschijnlijke synoniemen kunnen soms een heel andere uitwerking hebben. Zo kwam er eens een bedrijf bij ons met een vacature voor Productieleider, zoals ze zelf zeiden. Het betrof een strategische functie. Hoewel ‘productieleider’ een veel gebruikte term is, bleek uit onze analyses dat de aanduiding ‘productie manager’ veel beter past bij het gewenste strategische niveau.

De cijfers op een rijtje? Laat dan toch je gezonde verstand weer even spreken.

Ondanks ons advies startte de campagne van deze organisatie toch (aanvankelijk) onder de titel ‘productieleider’. Wat bleek echter al snel: de sollicitanten die volgden waren vooral operationeel ingesteld. En dus werd de functietitel in de vacature alsnog gewijzigd. Met succes.

Van functieprofiel naar wervingstekst

Terug naar onze manager, die we nu definitief ‘Brand manager‘ noemen. De volgende stap is het opstellen van een wervingstekst op basis van het functieprofiel. Een functieprofiel is een intern document dat opsomt aan welke eisen de nieuwe collega moet voldoen. Vaak bevat het termen die alleen intern ingeburgerd zijn, de functietitel is er daar vaak één van.

Om ook de nummer 2 van het functietitel-lijstje vindbaar te maken, kun je deze term 1 of 2 keer laten terugkomen.

De wervingstekst is de aantrekkelijke versie van dit functieprofiel. Een goede wervingstekst bevat onder andere storytelling, neuromarketing-technieken én dus de meest geschikte functienaam in de titel. Tip: om ook op de nummer 2 van ons functietitel-lijstje vindbaar te worden (brandmanager), is het slim om ook deze term 1 of 2 keer in de lopende tekst te laten voorkomen.

Selecteer de juiste functiegroepen

Je wervingstekst klaar voor de start? Vergeet deze dan niet functiegroep(en) en branches mee te geven op de jobboards. Heel belangrijk, want deze bepalen de categorieën waarin je vacature terecht komt. Veel HR-managers maken de fout een te specifieke branche te selecteren voor een functie die in meerdere branches voorkomt. Zoek je bijvoorbeeld een HR-adviseur voor een zorgorganisatie? Selecteer dan niet (alleen) de branche Gezondheidszorg/Welzijn, maar zoveel branches en functiegroepen als het jobboard in kwestie toestaat.

Selecteer zoveel branches en functiegroepen als het jobboard in kwestie toestaat.

Moet je een keuze maken in branches? Raadpleeg dan de cv-databank van het betreffende jobboard. Hiervoor moet je eigenlijk altijd betalen, maar meestal kun je (onbetaald) al wel zien hoeveel cv’s van de betreffende functie binnen de branches aanwezig zijn. Selecteer de branches met de meeste cv’s.

Over de auteur

Dit artikel is geschreven door Reimer te Velde, business owner van Effectus HR

Lees ook

Meer weten?

Meer weten over hoe je A.I. kunt inzetten in je recruitmentproces? Schrijf je dan in voor het congres A.I. & Recruitment op 4 april:

Congres

Waarom een gestructureerd recruitmentproces écht eerlijker werkt voor iedereen

De timing van het onderzoek kun je gerust bijzonder treffend noemen. Dinsdagochtend 27 februari vergadert de Eerste Kamer over de Wet Toezicht Gelijke Kansen bij werving en selectie, een wetsvoorstel bedoeld om discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan. En nét voor dat moment verschijnt een uitgebreid onderzoeksrapport dat niet alleen duidelijk maakt dat discriminatie nog steeds welig tiert, maar ook organisaties meteen een handreiking biedt hoe die in het vervolg te voorkomen. Eigenlijk precies zoals het wetsvoorstel beoogt. Voorwaar een actueel onderwerp dus.

Hoe meer structuur in de selectiemethoden, hoe meer kansengelijkheid voor elke kandidaat.

Eerst daarom maar even naar de hoofdconclusie van het grootschalige onderzoek. En die is, kort samengevat: hoe meer structuur in de selectiemethoden, hoe meer kansengelijkheid voor elke kandidaat. En dan gaat het niet alleen om structuur in de sollicitatiegesprekken, waarbij je aan elke kandidaat die op gesprek komt dezelfde vragen – in dezelfde volgorde – stelt. Het gaat bijvoorbeeld ook om: structuur in de eerste selectie. Dus dat je bijvoorbeeld een sollicitatieformulier maakt waarin je elke geïnteresseerde dezelfde (relevante) vragen stelt, in plaats van hen lukraak te vragen om een cv op te sturen.

Persoonlijke voorkeuren

‘Als je het proces structureert, kunnen persoonlijke voorkeuren van de hiring manager of recruiter minder een rol spelen’, vat hoofdonderzoeker Janice Odijk de resultaten samen. Met andere woorden: je vermindert er bias in het proces mee. Maar ook ‘ruis‘, zegt Odijk. ‘Ruis ontstaat bij toevalligheden die ervoor zorgen dat een beoordelaar de ene keer iets hoger en de andere keer iets lager scoort dan je mag verwachten. Als iemand bijvoorbeeld slecht geslapen heeft. Een objectiever en meer gestructureerd proces vermindert bovendien systematische verschillen tussen beoordelaars in hun beoordelingen. Minder ruis en vooringenomenheid zorgen voor betere selectiebeslissingen.’

‘Minder ruis en vooringenomenheid zorgen voor betere selectiebeslissingen.’

Dat een meer gestructureerd sollicitatiegesprek zorgt voor een verbeterde voorspelling van werkprestaties, was al langer bekend. In het onderzoek dat Odijk samen met de Rotterdamse arbeids- en organisatiepsychologen Annemarie Hiemstra en Marise Born uitvoerde, ging het echter vooral over kansengelijkheid. Maar ook daar werken meer gestructureerde gesprekken dus goed voor, concludeert ze. Met een gestructureerd interview geven verschillende beoordelaars bijvoorbeeld meer overeenkomstige scores aan kandidaten dan met ongestructureerde gesprekken.

Minder similarity bias

Bijzonder aan het nieuwe onderzoek is dat het dus ook kijkt naar de allereerste selectiefase. Zo kregen 127 werkzoekenden een uitnodiging om te solliciteren op een fictieve vacature voor een retail management traineeship. Zij deden dat zowel met een traditioneel cv als via een gestructureerd formulier, met daarop slechts een aantal standaardvragen, relevant voor de functie. ‘Authentieke data, dus geen fictieve cv’s’, aldus Odijk. Vervolgens kregen ruim 100 HR-professionals beide sollicitatiemiddelen voorgelegd, met de vraag of ze op basis daarvan iemands baangeschiktheid wilden inschatten.

Kandidaten vonden de gestructureerde methode over het algemeen ook eerlijker en prettiger.

De resultaten laten zien dat de gestructureerde methode leidt tot ‘meer gelijkwaardige en consistentere beoordelingen van sollicitanten’ dan een cv, legt Odijk uit. Oftewel: zowel bias (systematische beoordelingsverschillen) als ruis (toevallige verschillen) nemen hierdoor sterk af. Zo verminderde de similarity bias: selecteurs konden minder makkelijk mensen kiezen die ‘op hen lijken’, op wat voor manier dan ook. En, eveneens opvallend: ook de kandidaten vonden de gestructureerde methode over het algemeen eerlijker en prettiger. Dat gold zowel voor mensen met als zonder migratieachtergrond.

Vervolg op de nudges

Odijk voerde samen met haar EUR-collega’s Born en Hiemstra dit onderzoek uit in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het is een vervolg op het eerdere ‘nudges‘-onderzoek van TNO, in het kader van het SZW-programma Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt. Aan het nieuwe onderzoek namen in totaal meer dan 200 HR-professionals uit verschillende sectoren en regio’s deel.

Door structurering verdwijnen ruis en bias vrijwel als sneeuw voor de zon.

Die HR-professionals werden niet alleen gevraagd cv’s en gestructureerde sollicitatieformulieren te bekijken, maar kregen ook video’s van fictieve sollicitatiegesprekken te zien, dat wil zeggen: video’s met fictieve sollicitanten die even geschikt waren voor de baan, maar verschilden in hun etnisch-culturele profiel. Ook hier bleek structurering van het interview overwegend goed uit te pakken: de invloed van toevallige beoordelingsverschillen (ruis) en van verschillen tussen individuele HR-professionals in hun motivaties om onbevooroordeeld te zijn (bias) verdwenen hier bijna als sneeuw voor de zon.

Brug tussen onderzoek en praktijk

Het rapport geeft in die zin een duidelijke boodschap af, denkt Odijk. ‘Er is een grote kloof tussen onderzoek en praktijk’, weet ze. ‘Het ministerie wil daar graag een brug tussen slaan. Daarom was het verzoek ook om zo dicht mogelijk bij de praktijk te blijven. Ik denk dat dit goed gelukt is.’ Ze zegt ook te geloven dat haar onderzoek kan bijdrage de krapte op de arbeidsmarkt tegen te gaan. ‘Wij hebben dit onderzoek gedaan vanuit diversiteit en inclusiviteit. Maar het gaat natuurlijk uiteindelijk om: de juiste matching. En eerlijke kansen helpen daar enorm bij.’

‘Het gaat uiteindelijk om: de juiste matching. En eerlijke kansen helpen daar natuurlijk enorm bij.’

Een boodschap die hopelijk ook aankomt bij de werkgeversorganisaties die recent nog klaagden over de voorgestelde Wet Gelijke Kansen, waarmee ze hun werving- en selectiepraktijken op papier moeten gaan vastleggen. Een van de argumenten daarbij: er zou nog te weinig wetenschap zijn die als norm zou kunnen dienen voor wat een goed proces is. Nou, werkgevers, hier heb je je wetenschap. Die kun je dus zo in je dagelijkse praktijk overnemen. Aan die eis van de mogelijke nieuwe Wet hoef je je dan niet veel zorgen meer te maken. Nu alleen dus nog de uitdaging om het ook echt in praktijk te gaan brengen.

Meer weten?

  • Lees hier het hele rapport over meer gestructureerd werven en selecteren.
Rapport kansengelijkheid

Lees ook

Opvallend: in Nederland vragen véél minder vacatures om een rijbewijs dan in Engeland

Opmerkelijk onderzoek kwam deze week overwaaien uit Groot-Brittannië. Mobiliteitslobbyist de RAC Foundation had Adzuna onderzoek laten doen, en daaruit bleek dat het aantal vacatures waarin een rijbewijs gevraagd wordt, sterk in opmars is. Ging het in 2016 nog maar om iets meer dan 15% van alle vacatures, inmiddels is het gestegen tot 17,4%, nadat het in 2020 zelfs even op 19,6% lag.

Bij academische beroepen wordt in slechts 1% van de vacatures een rijbewijs gevraagd.

In Nederland is het nog niet zover, meldt Jobdigger. Van alle ongeveer 11 miljoen vacatures die zij in Nederland vonden sinds januari 2023 vraagt ongeveer 9% naar een rijbewijs (CE of B). Dat komt dus overeen met zo’n miljoen vacatures. Zo’n 9 op de 10 vacatures vragen hierbij om rijbewijs B, 1 op de 10 om een rijbewijs CE. Het zijn vooral mbo-beroepen waarin een rijbewijs een belangrijke kwalificatie-eis blijkt (63%), gevolgd door vmbo-beroepen (24%), hbo-beroepen (9%), en als laatste: wo-beroepen (die in slechts 1% van de gevallen een rijbewijs vereisen). Van de vacatures zonder verdere opleidingseis vraagt ook 3% wél om een rijbewijs.

Van trucker tot verpleegkundige

Niet zo verwonderlijk zijn het vooral de chauffeur, loodgieter, bezorger en monteur bij wie een rijbewijs een verplichte kwalificatie is. Maar er staan in het lijstje van Jobdigger nog wel enkele meer opvallende beroepen: van accountmanager tot verpleegkundige.

Bij de organisaties die vaak om een rijbewijs vragen, valt vooral Albert Heijn op, net als de Stichting Personeel en Arbeid, en het Leger des Heils. Bij de bemiddelaars is de eerste plek van het vooral in technici gespecialiseerde uitzendbureau VNOM dan weer niet zo verwonderlijk, net zo min als de tweede plek van IQ Select, dat zich in transport heeft gespecialiseerd.

Skill nummer 16

Is het omdat 11,7 miljoen Nederlanders toch wel een rijbewijs bezitten, zo’n 8 op de 10 volwassenen, zoals het CBS deze week meldde, dat de functie-eis hier niet zo vaak voorkomt? Opvallend is het in elk geval wel dat een rijbewijs B in Nederland pas op plek 16 is terug te vinden in het lijstje van vaakst gevraagde skills in vacatures. Dat is dus ná skills als verantwoordelijkheid, communicatieve vaardigheden, adviseren, leidinggeven, onderhoudswerkzaamheden en zelfs enkele talen. Daaruit kun je concluderen dat óf werkgevers een rijbewijs wel als gegeven beschouwen, óf het voor de functie niet zo relevant lijken te vinden.

In Nederland beschouwen werkgevers óf een rijbewijs als gegeven, óf vinden het voor de functie niet zo relevant.

Zulke cijfers zijn er overigens niet bekend van het Britse onderzoek. Maar Steve Gooding, directeur van de RAC Foundation, zei het wel opvallend te vinden hoe hun onderzoek benadrukt dat een rijbewijs ‘een cruciale kwalificatie’ kan zijn. Dat onderstreept hij meteen maar met een pleidooi om niet alleen zoveel mogelijk de kosten te beperken voor het autorijden zelf, maar ook die voor het halen van een rijbewijs. Anders ligt ‘rijbewijs-discriminatie’ op de loer, vreest hij, en zou je de kansen op de arbeidsmarkt beperken voor mensen die een rijbewijs niet kunnen betalen. Iets wat nu al een probleem is voor veel werklozen.

Piek tijdens de pandemie

‘Veel van de vacatures waarin een auto nodig is, zijn in relatief slecht betaalde sectoren, zoals de zorg’, voegde Gooding toe. ‘Dat is iets wat de regering in gedachten moet houden bij beslissingen die de kosten van het autorijden beïnvloeden en die gevolgen hebben voor degenen die al moeite hebben om het vervoer te betalen waar ze niet zonder kunnen. Het is niet verwonderlijk dat het percentage werkgevers dat op zoek is naar mensen die kunnen rijden een piek bereikte tijdens de pandemie, toen we volledig beseften hoe belangrijk onze chauffeurs en bezorgers zijn voor het dagelijks leven.’

‘Veel van de vacatures waarin een auto nodig is, zijn in relatief slecht betaalde sectoren, zoals de zorg.’

Het is een signaal dat ook hier wel eens de kop opsteekt als het gaat arbeidsvoorwaarden. Zo zag bijvoorbeeld KwikFit dat vooral veel jonge mensen het vandaag de dag heel kostbaar vinden om een rijbewijs te halen, en speelde daar vorig jaar op in door in het kader van werving een oud middel in de strijd te gooien: de mogelijkheid betaald het rijbewijs B te halen (naast de vergoeding die het bedrijf al bood voor een BBL-opleiding en de interne opleidingen binnen de eigen Academy).

In België bleek een paar jaar geleden dat van de werklozen bij het Vlaamse arbeidsbureau slechts 60% een rijbewijs heeft, en dat de overige 40% dit gebrek aan rijvaardigheid als best een drempel op de arbeidsmarkt ervaart. Vandaar dat de overheid hier destijds besloot gratis treinkaartjes te verstrekken om de drempel om te gaan solliciteren voor werkzoekenden nog verder te verlagen.

Makelaars en meubelmakers

Enige verklaring voor het opmerkelijke verschil tussen de Engelse en Nederlandse cijfers is er overigens wel te geven. Waar Jobdigger alleen alle expliciete vermeldingen van een rijbewijs in vacatures telde, keek Adzuna voor de RAC Foundation ook naar ‘context’, en veronderstelden zij bijvoorbeeld voor chauffeursfuncties sowieso al de eis van rijvaardigheid. Ook als een auto expliciet nodig was om het werk überhaupt te kunnen bereiken, schaarden ze de vacature onder de noemer dat een rijbewijs ervoor verplicht is. Een kleine greep uit hun rijtje met beroepen waarvoor een rijbewijs vaak een harde kwalificatie-eis is:

  • Rij-instructeurs (100%)
  • Koeriers (98%)
  • Loodgieters (67%)
  • Makelaars (59%)
  • Timmerlieden en meubelmakers (38%)
  • Zorgverleners (34%)

Lees ook

Bias zit heus niet alleen in je sollicitatiegesprek: 6 valkuilen, en hoe ze te vermijden

Bias. Het is een bekend thema in werving en selectie. Aan de ene kant is het onvermijdelijk – elk mens heeft vooroordelen, maar aan de andere kant maakt het objectieve beoordeling van kandidaten ook onmogelijk. En blijkt het zelfs economisch gevaarlijk. Hoe kun je – in elk geval de gevolgen van – die bias minimaliseren? Daarover schreef recruitmentexpert Bas van de Haterd recent een whitepaper, samen met Recrout en In2Dialog. In welke fasen van het recruitmentproces ziet hij daarbij vormen van bias? En wat kun je doen om die bias te reduceren? Een korte samenvatting, in 6 stappen.

#1. Al bij de vacaturetekst

Al in de vacaturetekst kan op allerlei manieren een vorm van bias zitten. Expliciet, door bijvoorbeeld een maximaal aantal jaar werkervaring te noemen, of meer impliciet, doordat bepaalde groepen een ander beeld hebben bij bepaalde termen. Neem termen als ‘excellent’, ‘uitmuntend’ of top-performer. Mannen leggen de lat om hieraan te voldoen veel lager dan vrouwen, blijkt uit onderzoek, en zo ontstaat dus al een gender bias. Maar ook het ophemelen van de vrijdagmiddagborrel kan al bias in de hand werken, of een zinsnede als ‘Je bent assertief en onbevreesd‘.

Alleen al het noemen van de vrijdagmiddagborrel kan al bias in de hand werken…

Mogelijke oplossing: Bewustwording, en teksten door meerdere mensen met meerdere achtergronden laten lezen.

#2. Ook in advertentieteksten en foto’s

Niet alleen vacatureteksten kunnen bias bevatten, dat geldt natuurlijk ook voor de advertenties op met name social media en bijvoorbeeld Google Adwords die bedoeld zijn mensen naar de vacature te trekken. Wat je benadrukt in je advertentie heeft invloed op wie je aantrekt. Flexibele werktijden trekken een ander publiek aan dat een goed salaris, terwijl beide voor de functie waar kunnen zijn. Ook de foto’s en video’s die je gebruikt, hebben invloed op wie je aantrekt. Onbewust geef je hiermee aan ‘dit is het soort mensen dat we zoeken’, qua leeftijd, huidskleur, geslacht, postuur, etc.

De foto’s en video’s die je gebruikt, hebben invloed op wie je aantrekt.

Mogelijke oplossing: Zorg dat je altijd meer dan één advertentie inzet voor een vacature. Een manier om hier bewust mee om te gaan is persona’s maken voor de baan, prototype mensen uit je doelgroep. Er zijn veel verschillende soorten mensen die dezelfde baan om verschillende redenen aantrekkelijk vinden. Door dit in kaart te brengen kun je je advertenties beter targetten op de verschillende soorten mensen die bij de baan passen. Ook technologie kan hierbij helpen, door veel advertenties te A/B-testen.

#3. Welke media kies je?

Vroeger zorgde je mediakeuze hooguit voor een kleine bias. Werd het bijvoorbeeld de Volkskrant of Telegraaf waarin je je vacature zette? Met de opkomst van algoritmes is dat spel verdiept en is er een nieuwe dimensie bijgekomen. Deze algoritmes kunnen onbewust bepaalde groepen uitsluiten, of juist specifiek aanspreken. Doordat algoritmes optimaliseren voor maximale kliks zullen ze de advertentie tonen aan de grootste groep, niet iedereen. Omdat er meer mannelijke IT’ers zijn zal een advertentie voor een programmeur door algoritmische optimalisatie uiteindelijk (bijna) alleen aan mannen worden getoond. Tenzij je hier proactief op ingrijpt.

Omdat er meer mannelijke IT’ers zijn wordt een vacature voor een programmeur zonder ingrijpen (bijna) alleen aan mannen getoond.

Mogelijke oplossing: Aparte campagnes voor aparte doelgroepen. En dan elke campagne met een apart budget, technisch gezien los van de andere campagne op de verschillende platformen.

#4. Denk ook aan je werkenbij-site

Een andere mogelijke bron van bias is je eigen corporate recruitmentsite, veelal nog steeds het centrale punt van je werving. De meeste kandidaten, volgens sommig onderzoek 90%, bekijken op enig moment in hun sollicitatieproces je website, zeker bij alle niet-hoogvolume-banen. Maar hier kunnen ze dus veel bias tegenkomen. In de fotografie bijvoorbeeld, maar wat te denken van het lettertype dat je gebruikt? Is dat voor iedereen leesbaar? Is er audio beschikbaar voor mensen met een visuele beperking? Kun je de site ook goed bekijken als je geen laptop of desktop computer hebt?

Zorg dat je site ook voorleesopties biedt, en mobiel voor vrijwel iedereen goed toegankelijk en leesbaar is.

Mogelijke oplossing: Zorg op je werkenbij-site voor een zowel eerlijk als divers beeld van je organisatie. Op de hele site, maar vooral de foto’s bij vacatures spelen een belangrijke rol. Campagnes met speciale landingpages blijkens doorgaans extra succesvol als de fotografie op de landingpage zich aanpast aan de persona van de campagne. En zorg dat je website ook voorleesopties biedt, en mobiel voor vrijwel iedereen goed toegankelijk en leesbaar is.

#5. Wie mogen op gesprek komen?

Een van de meest bekende plekken van bias is je preselectie. Oftewel: wie mogen er op gesprek komen? Wie wordt van sollicitant ook kandidaat? Doorgaans vindt deze keuze nog altijd plaats op basis van cv-selectie, ook al is er nog nooit één academisch onderzoek geweest dat een correlatie heeft kunnen vinden tussen iets in het cv en prestaties in de toekomst. Bij een cv-selectieproces kan veel bias optreden:

  • Op naam: Mohammed heeft drie keer zo weinig kans om uitgenodigd te worden dan Mark;
  • Op foto’s die meegestuurd worden, wat in bijvoorbeeld de VS zelfs verboden is;
  • Op geboortedatum: oudere werknemers krijgen (on)bewust geen kans;
  • Op opleiding: waar de eigen universiteit vaak als superieur gezien wordt;

‘Alsof bekende werkgevers nooit slechte mensen aannemen…’

  • Op bekende werkgevers: alsof die nooit slechte mensen aannemen;
  • Op hobby’s: ‘Tennissers zijn individualisten, voetballers teamspelers’;
  • Op adres: ‘Met iemand uit de Schilderswijk nemen we wel een risico’.

Mogelijke oplossing: Denk eens aan Open Hiring. Of overweeg anoniem solliciteren, en haal de naam, geboortedatum, geboorteplaats, geslacht, foto’s en adres van een cv weg voordat je aan je selectie begint. Uiteraard kan dit nooit alle bias weghalen, want leeftijd is vaak ook af te leiden aan de hoeveelheid werkervaring. Maar het scheelt in elk geval iets. Ook kun je werken met skills based hiring door vooraf goed te bepalen welke skills nodig zijn voor een functie en de meetmethode daarvoor vooraf te bepalen. Een gestructureerde telefonische intake, al dan niet via een chatbot, kan ook helpen hier de ergste bias te vermijden.

#6. Tot slot: de selectiefase

En dan hebben we tot slot de fase waar de meesten aan denken zodra het over bias gaat: de daadwerkelijke selectiefase. Dus alles vanaf het eerste gesprek tot aan de hire: het tekenen van het contract. In deze fase van het selectieproces zit per definitie veel bias, alhoewel dit vaak moeilijk te kwantificeren is. Het is onmogelijk immers om dit, zoals bij cv’s, A/B te testen. Wel blijkt uit Amerikaanse data bijvoorbeeld dat:

  • Als mannen een vrouw interviewen het interview minder vaak op tijd begint.
  • Een man die een vrouw interviewt 30% meer spreekt dan als hij een man interviewt.
  • Mannen met mannelijke kandidaten 63% vaker over sport praten, wat kan leiden tot een affinity bias.

Mogelijke oplossing: Hoewel dit een lastig deel is om bias-vrij te maken, kun je bijvoorbeeld denken aan het zoveel mogelijk structureren van het proces. Oftewel: elke kandidaat op dezelfde manier, met dezelfde vragen, in dezelfde volgorde, door dezelfde persoon gesteld, interviewen en de antwoorden tegen hetzelfde framework beoordelen. Dus nooit één totaalcijfer per kandidaat, maar altijd per competentie of skill. In dit proces kunnen recruitmentrobots ook een (groeiende) rol spelen. Niet alleen door de interviews met kandidaten af te nemen, maar ook door bijvoorbeeld achteraf de gesprekken (en interviewers) te analyseren.

Download

Bias whitepaper

Lees ook

Wil het een beetje vlotten met de skills-revolutie (en het eind van het cv)?

Het waren bemoedigende cijfers die het van oorsprong Nederlandse TestGorilla eind vorig jaar naar buiten bracht. Volgens hun rapport The State of Skills-Based Hiring 2023 zegt al 73% van de wereldwijd ondervraagde bedrijven op vaardigheden gebaseerde assessments bij hun selectie te gebruiken, een groei van 56% ten opzichte van 2022. Zo komt het eind van het cv steeds dichterbij, aldus de onderzoekers.

92% ziet skills based selectie als effectiever dan selectie op basis van het cv.

Het rapport stelt verder dat deze skills-based selectiemethodes bij de bedrijven leiden tot minder mishires, lagere wervingskosten, minder tijdbeslag en grotere retentie. Of het nu gaat om cognitieve skills-testen, rolspecifieke vaardigheidstesten of opdracht- of werkvoorbeelden; 92% van de ondervraagde werkgevers ziet skills based selectie als een effectievere methode dan het traditionele cv om getalenteerde kandidaten te identificeren.

De tand des tijds

Betekent dit het eind van het cv als selectiecriterium nummer 1? Het zou zomaar kunnen. ‘Het cv zal de tand des tijds misschien niet doorstaan’, constateert bijvoorbeeld Gaelle Blake (Hays). ‘Skills zijn zeker in opkomst, wat betekent dat veel werkgevers meer geïnteresseerd zijn in de vaardigheden van een werkzoekende in plaats van in hun kwalificaties of ervaring.’ Nick Allwood (Macmillan Davies) vult aan: ‘Dit is een groeiende beweging. Als recruiters vragen we werkgevers: waarom duurde het zo lang? Waarom zoeken naar bepaalde academische prestaties of functietitels als ze geen garantie zijn dat de werknemer in staat zal zijn om de rol uit te voeren?’

‘Dit is een groeiende beweging. Als recruiters vragen we werkgevers: waarom duurde het zo lang?’

Opvallend aan het onderzoek is dat ook de ondervraagde kandidaten blij lijken te zijn met het afscheid van het cv. Van hen gaf 86% aan dat ze dachten dat ze meer kans zouden maken op hun droombaan als gevolg van de geboden mogelijkheid om hun vaardigheden beter voor het voetlicht te brengen. Bovendien blijken skills als bron voor selectie goed voor de diversiteit, zo rapporteerde 84% van de werkgevers. Dit werd weerspiegeld in de ervaring van werknemers – zo’n 3 op de 4 ondervraagde zwarte en Aziatische en Arabische werknemers zei dat ze door middel van assessments op basis van skills toegang hadden gekregen tot nieuwe arbeidskansen – die ze dus op basis van hun cv waarschijnlijk niet hadden gehad.

De games van Breda

Ook in Nederland begint deze gedachte post te vatten. Zo besloot de gemeente Breda onlangs een team klantmanagers niet te selecteren op basis van diploma’s en ervaring, maar op talent, karakter en vaardigheden. In een anonieme procedure zodat leeftijd, geslacht, afkomst en ervaring geen rol spelen. Kandidaten werden uitgenodigd om mee te doen aan een online game based assessment; computerspellen die objectief de competenties meten. Ze werden vervolgens geselecteerd op gedrevenheid, het vermogen om innovatief te denken en sociale vaardigheden. De 40 besten kregen een uitnodiging voor de verdere sollicitatieprocedure.

Dreamteam Breda 1600
Nella Zwartbol (tweede van rechts), met drie van de in Breda aangenomen teamleden

De sollicitanten kregen – na het goede resultaat van het assessment – een uitnodiging om zich op een creatieve – vormvrije – manier te presenteren. De ene deed dat in een eigen filmpje met een dubbelrol als zowel interviewer als geïnterviewde, de ander gebruikte in een PowerPoint foto’s, film en trefwoorden om een beeld van zichzelf neer te zetten. Voor het game based assessment werkte de gemeente samen met Ivy Works, ze leverden zelf de input voor het competentieprofiel. Alle 220 kandidaten die het assessment deden, kregen daarvan een uitgebreid rapport dat inzicht geeft in de resultaten. De gemeente ontving zelf alleen de resultaten van mensen die in het profiel pasten. ‘Kandidaten waarderen dit. Ik heb bedankjes gekregen van mensen die het niet zijn geworden, omdat ze volwaardig konden meedoen’, aldus teammanager Nella Zwartbol.

Langzame revolutie

Bemoedigende geluiden dus, ook in Nederland. Maar wie in de praktijk kijkt, ziet dat de revolutie bepaald nog niet snel verloopt. In het eerder genoemde TestGorilla-onderzoek meldde bijvoorbeeld meer dan 80% van de organisaties dat ze de afgelopen 12 maanden nog steeds (óók) cv’s hadden gebruikt om mensen aan te nemen. Op het eind van het cv hoeven we voorlopig dan ook niet te rekenen, aldus ook Nick Allwood, die wel zei te geloven dat het document zal gaan evolueren. ‘Het cv zal nieuwe kenmerken krijgen – personal branding, video-inhoud, A.I.-vriendelijke inhoud, mogelijkheid voor interactieve mogelijkheden. Maar ik denk dat het nog wel een tijdje zal blijven bestaan.’

Een mening die ook een recruiter als Anthony Oudshoorn (foto) recent nog op LinkedIn verkondigde. ‘Cv weg ermee? Dat is toch helemaal niet handig jongens?’, zo vroeg de recent nog prijswinnende bureaurecruiter zich af in een veelgelezen (en veel becommentarieerde) post. ‘Minder kijken naar hetgeen iemand heeft gedaan en meer kijken naar wat voor competenties iemand met zich meebrengt, allemaal goed, leuk en aardig. Maar de gemiddelde gesprekspartner kan niet de juiste vragen stellen om te horen of iemand over de juiste competenties beschikt’, stelde hij. ‘Daarnaast; voor veel beroepen heb je gewoon bepaalde werkervaring nodig. Een cv biedt voor vele mensen een houvast om het gesprek te vormen. Vanuit daar kun je verdiepende vragen stellen om zo te achterhalen of iemand over de geschikte competenties beschikt.’

Is opleiding irrelevant?

Ook de Vlaamse columnist Julien de Wit bepleitte recent nog de waarde van het cv in selectieprocessen. ‘Er ligt een saus van meewarigheid ten aanzien van excelleren over dit debat. Is het zo erg dat iemand met een rijkgevuld cv nu hoger wordt ingeschat dan iemand met een minder rijk cv? Ik zou tegen zo iemand net zeggen: proficiat! Het lijkt ook wel alsof opleiding irrelevant is geworden. De wetenschap spreekt dat in elk geval tegen. Diploma’s en curriculum doen er nog altijd toe, want ze bepalen een groot deel van je carrière, leren arbeidseconomen ons.’ Is het cv dood? ‘Ik denk het niet’, besluit hij derhalve. ‘Hoewel de rouwbrief al meermaals werd verstuurd, is het op de begrafenis in elk geval nog wachten.’

De technologische ontwikkelingen geven selectie op skills een goede duw in de rug.

Ook recent onderzoek van Harvard Business School en Burning Glass Institute toont een hardnekkige praktijk. Bedrijven als Bank of America Corporation en Lockheed Martin Corporation zeggen tegen de onderzoekers bijvoorbeeld wel hun diploma-eisen te laten vallen, en op skills te gaan selecteren, in realiteit zijn het toch nog vooral hbo- en wo-afgestudeerden die worden aangenomen. Ongeveer 45% van de Amerikaanse bedrijven zégt weliswaar dat een hoger diploma niet meer nodig is, maar blijkt tegelijk zijn selectiemechanismes niet of nauwelijks aan te passen. Zo’n 18% deed dat aanvankelijk, om later toch weer terug te vallen in oude gewoontes.

Kloof tussen intentie en impact

Van alle voor het rapport ondervraagde werkgevers heeft dus slechts zo’n 37% de afgelopen 10 jaar daadwerkelijk structurele veranderingen doorgevoerd. ‘Volgens onze schattingen heeft dat in totaal slechts 97.000 werknemers per jaar nieuwe kansen geboden, op een totaal van 77 miljoen aanwervingen per jaar’, aldus de onderzoekers. ‘Anders gezegd, ondanks alle ophef, heeft de toegenomen kans die wordt beloofd door skills-based hiring zich vorig jaar vertaald in nog niet eens 1 op de 700 aanwervingen.’ Er blijkt een grote kloof te bestaan tussen ‘intentie en impact’, aldus het rapport.

De toegenomen kans die wordt beloofd door skills-based hiring vertaalde zich vorig jaar in slechts 1 op de 700 aanwervingen.’

Maar toch, de snelle technologische ontwikkelingen geven de selectie op basis van skills wel een goede duw in de rug. Zoals bij het Franse e-marketingbedrijf Criteo, waar DevSkiller recent het recruitmentproces van de jaarlijkse instroom van zo’n 100 technische professionals onder handen nam. Voorheen maakte het 2.800 medewerkers tellende Criteo gebruik van casestudy’s bij hun kandidaten thuis. Door een gebrek aan tracking en werkelijk inzicht in de prestaties van kandidaten bleek dit echter een nogal inefficiënt proces. Dankzij een consistentere en gestandaardiseerde skillstest en -procedure werd hierna een tijdsbesparing van 2 tot 4 dagen per hire (!) geboekt, aldus Talent Acquisition Manager EMEA Julien Gauthiez.

Conclusie: we zijn er nog lang niet

Kortom: ook als het gaat om selectie skills zijn de beloftes nog vaak hoger dan de resultaten in de praktijk. Maar langzaamaan wint de skills-based methode wel steeds meer terrein. Al zit er natuurlijk ook een sterk verband tussen skills en het cv. Niet voor niets bevat een gemiddeld cv maar liefst 5,46 tot 12,67 genoemde skills, blijkt uit recent onderzoek, met een opvallende correlatie tussen de lengte van het cv en het aantal genoemde skills. In die zin is het misschien ook onzin om het eind van het cv uit te roepen, en zou het er meer om moeten gaan hóe je die behaalde skills dan vervolgens goed (en eerlijk) in een cv terecht kunt laten komen, en hoe je daar als selecterende organisatie vervolgens mee omgaat.

Een gemiddeld cv bevat maar liefst 5,46 tot 12,67 skills.

Met andere woorden: we zijn er nog lang niet. Maar de weg naar skills-selectie lijkt wel steeds meer ingeslagen, en maken we waarschijnlijk niet zozeer het eind van het cv mee, als wel de geboorte van een nieuw soort cv waarin valide gemeten skills niet meer weg te denken zijn. Nu nog alleen bedenken hoe je goed kunt vaststellen welke van die skills écht voorspellend voor succes in jouw organisatie zijn…

Lees ook

Wie neemt de beste selectiebeslissing: het algoritme of de intuïtie?  

Wanneer heb je voor het laatst een discussie gehad na een selectiegesprek, waarbij jij en een collega of een manager tegenover elkaar stonden met tegengestelde meningen over een kandidaat? En hoe vaak kwam het voor dat jouw argumenten uiteindelijk werden erkend en de ander zei: ‘Eigenlijk heb je gelijk. Je argumenten zijn duidelijk. Ik heb mijn mening veranderd’?

‘Feiten alleen doen de discussie niet keren, omdat beide partijen dezelfde feiten interpreteren om hun eigen gelijk te bevestigen.’

Geef toe: dit gebeurt in de praktijk zelden, zegt selectiedeskundige Wim Thielemans, oprichter van de Vlaamse School for Recruitment en bekend van het CACTUS-interview. ‘En áls het al gebeurt, dan blijft er ofwel een wrang gevoel over, of de ander wil toch niet echt verantwoordelijkheid nemen voor de keuze’, ziet hij. ‘Feiten alleen doen de discussie niet keren, omdat beide partijen dezelfde feiten interpreteren om hun eigen gelijk te bevestigen. In werkelijkheid vormen we onze overtuigingen vaak op basis van ons buikgevoel, waarna we achteraf feiten zoeken die onze beslissing ondersteunen.’

Post-rationalisatie

Dit proces van ‘post-rationalisatie’ vindt vaak onbewust plaats, zegt hij. ‘We overtuigen onszelf ervan dat onze mening logischer is dan die van anderen.’ Dat maakt samen tot een beslissing komen er niet makkelijker op. ‘Het kost tijd om iemand van mening te doen veranderen’, aldus Thielemans. ‘Die tijd om in discussie te gaan ontbreekt vaak, en daarom geven we vaak aan de ander toe. Maar verliezen we dan niet net het oordeel waarom we met meerdere personen een selectiegesprek voeren?’

‘Het kost tijd om iemand van mening te doen veranderen.’

Jouw mening is immers – objectief gezien – niet slechter en ook niet beter dan die van de ander. ‘Welke eenvoudige oplossing kunnen we dan ontwerpen om beide oordelen gelijkwaardig te nemen? Hoe kunnen we gewoon onze inzichten delen zonder te moeten discussiëren om je gelijk te halen’, vraagt hij zich af. Tijd om daar achter te komen. En daarom sloeg Thielemans de handen ineen met Dr. Marvin Neumann (VU Amsterdam). Samen zetten ze een speciale workshop op, Selectiekeuzes maken met buikgevoel of algoritme, die 5 maart wordt georganiseerd.

Wat zegt Kahneman?

‘In deze workshop ga je zelf aan de slag om erachter te komen hoe we selectiebeslissingen nemen en hoe we deze wellicht kunnen verbeteren’, aldus Neumann. ‘In het begin zullen wij, gebaseerd op echte archief assessmentdata selectiebeslissingen nemen en kijken wie nou het beste de prestatie van kandidaten voorspelt. Vervolgens bespreek ik de resultaten en koppel die aan de wetenschappelijke literatuur. Wat zeggen beroemde psychologen zoals Daniel Kahneman hierover? Ten slotte gaan we concrete stappen formuleren die je zullen helpen om betere en transparante selectiebeslissingen te nemen.’

Tijdens het event op 5 maart zal hopelijk geschiedenis geschreven worden.

Volgens Thielemans zitten we qua selectie nu ongeveer op het niveau van het schaken in 1996, toen IBM’s Deep Blue geschiedenis schreef door voor het eerst de menselijke wereldkampioen, destijds Gary Kasparov, te verslaan. Tijdens het event op 5 maart zal net zo geschiedenis geschreven worden, hoopt Thielemans, door in een experiment van zo’n 20 minuten erachter te komen of de menselijke intuïtie of toch een ander selectiemiddel als een algoritme uiteindelijk de beste keuze weet te maken.

Meedoen?

Schrijf je in voor het 2 uur durende webinar en het live experiment op dinsdag 5 maart. De eerste 10 die promocode FREE Werf& gebruiken komen gratis. Vis je daarvoor net achter het net? Dan krijg je een mooie korting voorgesteld. 

Wat is precies de gedachte achter de Talentpool Community?

Stel: een recruiter/werkgever zou met andere werkgevers uit zijn regio, branche of gewoon in de totale breedte kunnen samenwerken. En stel: het talent dat het niet redt (lees: afgewezen wordt) bij de één, kan de instroom zijn van de ander. En dat perfect gematcht, met een druk op de knop en middels een cv dat opgebouwd is op basis van iemands kwaliteiten en skills? Zo ziet ‘Skill Bill‘ Maarten Westerduin een betere functionerende arbeidsmarkt voor zich. En hij heeft een one-stop-solution ervoor klaarstaan: de Talentpool Community. Vanaf 1 april moet die live zijn. Hoogste tijd dus om hem wat nadere vragen te stellen.

> Hoe maakte je de stap van SkillsCV naar de Talentpool Community?

‘Eigenlijk zijn wij met een team begonnen ten tijde van corona, met de aanname dat veel mensen hun baan zouden kwijtraken en dat het dan zinvol was om je te heroriënteren op basis van je skills. Later bleek de situatie precies andersom te zijn; de krapte op de arbeidsmarkt was nog nooit zo groot. En daarmee lag de uitdaging bij de werkgevers, die moesten van mindset veranderen.’

‘SkillsCV is een motor die inmiddels heel goed loopt.’

SkillsCV is een motor die inmiddels heel goed loopt, transparant, de matching is van hoge kwaliteit. Daaromheen komt dan de carrosserie van de Talentpool Community. Bij SkillsCV heeft elk bedrijf een eigen inlogcode, zodat het zijn alleen eigen vacatures ziet. Met een druk op de knop vind je de kandidaat die bij jouw vacature past. Kandidaten voeren hun skills in, en zien waar ze aan de slag kunnen.’

> En de Talentpool Community?

‘De Talentpool Community komt daar nu als het ware omheen, zodat van twee kanten gereageerd kan worden. Kandidaten solliciteren rechtstreeks, werkgevers kunnen kandidaten uitnodigen, waarbij ze niet afhankelijk zijn van recruitmentbureaus. Zo krijg je een 100 procent transparante arbeidsmarkt: daar proberen wij een bijdrage aan te leveren. Je ziet in hoeverre iemand matcht op skills, en kunt die persoon rechtstreeks benaderen. Je kunt ook op opleiding selecteren, afstand van Zwolle en veel meer.’

‘Je kunt ook op opleiding selecteren, afstand van Zwolle en veel meer.’

Westerduin geeft het voorbeeld van een bedrijf, dat 60 vacatures had, waarop ruim 600 sollicitanten via SkillsCV reageerden. 60 mensen werden uitgenodigd, 542 niet. ‘Die werden doorverwezen naar de Talentpool, waardoor de geworven kandidaten behouden blijven. Steeds meer bedrijven zijn bereid regionaal te werken, regionaal talent te delen en het daardoor vast te houden. Daar spelen wij op in.’

> Om kandidaten te delen, moeten bedrijven verder kijken dan hun eigenbelang.

‘Er ontstaan al regionale kringen, bijvoorbeeld rond IJmuiden en rond FC Utrecht. Mensen vinden het cool om te melden hoeveel sollicitanten ze aan de regio beschikbaar stellen. Punt is dat iedereen begrijpt dat wanneer dit proces op gang komt en er een paar miljoen mensen in de Talentpool zitten, je niet meer wordt gehinderd door allerlei tussenlagen en dan profiteer je als bedrijf. Door het delen van talent krijg je je eigen vacatures sneller en beter ingevuld.’

‘Door het delen van talent krijg je je eigen vacatures sneller en beter ingevuld.’

‘Als ik bij een businessclub dit verhaal houd, is iedereen het ermee eens. Als Talentpool Community dit 3 jaar volhoudt, is het een game changer. Helemaal nu sommige scholen meedoen, bijvoorbeeld als ze van loopbaanbegeleiders leren skills aan te maken in SkillsCV en zich zo te oriënteren op banen terwijl ze nog op school zitten. Dat geeft een reality check voor de scholier hoe ze gevonden kunnen worden door werkgevers. Veel studenten zitten in de bubbel van hun opleiding opgesloten, niet iedereen is zo assertief om zichzelf te verkopen. Dankzij Skills en Talentpool Community hebben ze eerder aansluiting op de arbeidsmarkt.’

> Is dit niet meer een taak voor de overheid?

‘Ik denk dat de tijd rijp is voor een andere aanpak. De overheid probeert via instanties als het UWV mensen oprecht verder te helpen en slaagt daar ook vaak in. Tegelijkertijd is het nu tijd voor een echt nieuw verhaal. Maak alle potentie zichtbaar in een context van concrete vacatures, want hoe kan het dat met dit tekort er nog zoveel mensen aan de zijlijn staan? Wij kijken of we ze toch kunnen inschakelen, dat zou je een nutsvoorziening 2.0 kunnen noemen. De lijntjes met de overheid zijn goed.’

> Is je doel de grootste te worden en met jouw platform de markt te domineren?

‘Belangrijkste doel is dat Nederland in skills leert praten. Ik denk dat uiteindelijk één platform de grootste gaat worden, maar ik wil vooral over 10 jaar kunnen kijken of ik een bijdrage heb geleverd. Andere partijen richten zich alleen op skills, wij leveren als enige de directe match met alle vacatures. Bedrijven worden bij ons lid van een talentpool community, dát maakt ons uniek. Als jij als bedrijf een abonnement neemt, zie je geschikte kandidaten bij jouw vacatures. Elke nacht worden alle vacatures geactualiseerd en geladen, volledig geautomatiseerd. Als een kandidaat een profiel aanmaakt, krijgt hij te zien wat hij met zijn skills kan matchen.’

> Wat is de rol van recruiters nog bij deze community?

‘We mikken op mkb, middelgrote corporaties en organisaties. Uitgangspositie is dat bedrijven en kandidaten elkaar rechtstreeks vinden. Maar nog steeds zijn er in allerlei fases recruiters nodig, voor hulp bij levenslang ontwikkelen, loopbaanbegeleiding, onboardingsprogramma’s: de HR-skill blijft gewenst. Met onze founding partners, zo’n 15 uitzenders, zijn we op dit moment in gesprek over de fase die nu voorligt en hun rol daarbij.’

Lees ook

 

Waarom uiteindelijk alle ATS’en wel op Salesforce zullen draaien

Gaat het over ATS-software, dan lees je vaak dat die is ‘gebouwd op het Salesforce-platform’. Dat klinkt dan vaak indrukwekkend, of neem je in zo’n geval al snel voor waar aan. Maar wat betekent het eigenlijk precies? Om dat te begrijpen, is het eerst en vooral is het goed om te begrijpen welke evoluties binnen de staffing- & recruitment-industrie de behoefte aan werken met een platform als Salesforce hebben doen ontstaan.

Recruiters hebben steeds vaker behoefte aan individueel te kiezen workflows, communicatiemiddelen en inzichten.

Dat ligt er bijvoorbeeld aan dat recruiters steeds vaker behoefte hebben aan individueel te kiezen workflows, communicatiemiddelen en inzichten. Een workflow wijzigen of toevoegen? Nieuwe stappen in die workflow toevoegen? Een nieuwe rapportage of een user interface voor een ander toestel bouwen? Dat vereist bij je ATS-leverancier vaak lange tijd custom ontwikkeling.

Makkelijk zelf (door)ontwikkelen

Intussen hebben veel ATS’en voorzien in een eerste laag van aanpasbaarheid in hun systeem door de gebruiker zelf. Maar voor aanpassingen die verder gaan dan wat de pakketaanbieder standaard biedt ben je dus nog steeds op maatwerk aangewezen. Dat is bij een ATS gebouwd op het Salesforce-platform trouwens niet anders, alleen kunnen je eigen teams dat maatwerk dan zélf ter hand nemen.

Veel ATS’en hebben voorzien in een eerste laag van aanpasbaarheid in hun systeem door de gebruiker zelf.

Het Salesforce-platform waarop veel ATS’en gebouwd zijn laat namelijk toe om zelf aanpassingen te maken op het niveau van de database, proceslogica en automatisering en zelfs de bouw van custom applicaties en slimme componenten die eigen zijn aan jouw unieke manier van werken. Een aangepaste workflow voor een nieuwe businessline? Een calculator die je de optimale marge op een plaatsing voorstelt? Of een tool die dynamisch de prestaties van het team monitort? Een custom privacy-proces voor jouw GDPR-beleid misschien? Het zijn allemaal ontwikkelingen op het Salesforce-platform die het interne team zélf kan opzetten.

Citizen development

Ontwikkelen op het platform kan volgens het inmiddels steeds populairder wordend concept van ‘citizen development’. Dat wil zeggen dat gebruikers met een sterke kennis van de bedrijfsprocessen snel met ‘low-code’-technologie tot een MVP (minimum viable product) kunnen komen. De behoefte aan pro-code developers verdwijnt niet per se, maar door samen te werken met citizen developers kun je sneller itereren op oplossingen die écht aansluiten op de behoeften van de business en kun je pro-code developers inzetten op de ontwikkeling van specifieke componenten die je soms toch nog steeds beter in code schrijft.

Ook in de wereld van staffing & recruitment zijn citizen developers cruciaal.

Citizen developers op het Salesforce-platform worden vaak Salesforce System Administrators/Trailblazers genoemd. Ook in de wereld van staffing & recruitment zijn ze cruciaal voor een succesvolle implementatie en adoptie van (een ATS op) Salesforce. Deze rol vormt een extreem belangrijke brugfunctie tussen recruiters, sales, onboarding, mid- en backoffice-gebruikers en het applicatielandschap op Salesforce.

Behoefte aan klant en kandidaat 360°

Dé 2 belangrijkste (externe) processen binnen Staffing & Recruitment krijgen vorm in relatie tot enerzijds de kandidaat en anderzijds de klant. Gegevens over en interacties met die kandidaten en klanten beperken zich niet tot het ATS. Met kandidaten heb je meestal al via marketinguitingen een eerste contact opgebouwd, wat via marketing automation verder gevoed wordt totdat hij of zij uiteindelijk (hopelijk) converteert naar een kandidaat in jouw ATS. Maar ook na een eventuele plaatsing zijn er nog talloze interactiepunten omtrent kandidaattevredenheid, planning, tijdschrijven, verloning.

Op de app-exchange heb je bijna 5.000 aanvullende apps beschikbaar.

De relatie met klanten is minstens even diepgaand. Ook zij komen in aanraking met jouw B2B-uitingen, hebben eigen samenwerkingsmodaliteiten, willen actief betrokken worden bij selectieprocedures, moeten vlot vragen kunnen loggen, de samenwerking evalueren en willen uiteindelijk ook een foutloos (reversed) billing proces. Voor beide groepen wil je een zo geïntegreerd mogelijk plaatje centraal beschikbaar stellen: de kandidaat- en klant 360°.

Als het over ATS-software gaat, lees je steeds vaker dat het is ‘gebouwd op het Salesforce-platform’. Waarom is dat eigenlijk zo? En wat betekent het precies? Karel Vergauwen (Bonsai Skills) geeft tekst en uitleg.

Dat kun je doen door verscheidene systemen te integreren, maar niemand wordt echt gelukkig van een spaghetti-architectuur. Salesforce ontwikkelde voor een aantal bedrijfsprocessen eigen applicaties zoals Salescloud, Service Cloud, Marketing Cloud, Experience cloud en Data Cloud. Die garanderen succes in respectievelijk sales, service, marketing, community en BI. Naast deze applicaties heb je bijna 5.000 aanvullende apps op de app-exchange beschikbaar.

Integraties met specifieke tools

Nog niet gevonden wat je zoekt op de app-exchange? Binnen staffing en recruitment bieden een aantal partijen mooie niche-functionaliteiten aan die je naadloos kunt integreren. De populariteit van het Salesforce-platform bij ATS-leveranciers werkte als katalysator voor ontwikkelaars van niche technologie, aanvullend op het ATS, om steeds meer integraties en add-ons van een standaard Salesforce-integratie te voorzien. Omdat elk ATS dat op het Salesforce-platform gebouwd is dezelfde technologische basis gebruikt, kunnen zulke add-on-aanbieders makkelijk 1 pakket beschikbaar stellen voor álle gebruikers van elk ATS op Salesforce.

Binnen staffing en recruitment bieden een aantal partijen mooie niche-functionaliteiten aan die je ook naadloos kunt integreren.

Voorbeelden van belangrijke features voor de Staffing & Recruitment industrie waarvoor standaard integraties bestaan:

  • Whatsapp en sms-communicatie
  • NPS en (feedback)formulieren
  • Multi-posting
  • GoogleSuite en Microsoft O365/teams
  • Payroll en facturatie-integraties
  • Search & matchtooling
  • KBO/Kvk integraties
  • LinkedIn-integraties
  • Onboarding & talentmanagement
  • Assessment en testing

Onboarding, training en adoptie

Een laatste uitdaging binnen staffing & recruitment is helaas ook het soms hoge interne personeelsverloop. Je wilt je onboarding tot systemen standaardiseren en intuïtief raadpleegbaar maken voor (nieuwe) gebruikers. Trailhead, het leerplatform van Salesforce, en zijn community werd meermaals bekroond. Zowel voor eindgebruikers als meer technische gebruikers en beheerders is er heel gerichte content te vinden op het Trailhead. Organisatiespecifieke instructies maak je makkelijk in Salesforce in-app guidance.

Nu we duidelijk hebben op welke evoluties binnen staffing & recruitment de Salesforce-technologie een antwoord weet te bieden licht ik ook graag nog even de ‘bouwstenen’ toe. Over de jaren heen groeide het aantal aanbieders van een ATS op het Salesforce-platform exponentieel. Al deze ATS’en (zie onderstaand plaatje) hebben hetzelfde krachtige Salesforce-platform aks basis.

Een onderscheid maken is niet evident en voor iedere organisatie zal weer een ander ATS als ‘best match’ naar voren komen, maar algemeen onderscheiden ze zich van elkaar op basis van (een combinatie) van positionering op onderstaande assen:

  • Internationale vs. regionale aanwezigheid en focus.
  • Focus functionaliteiten front-office (candidate marketing en recruitment) vs. Front, mid- en back-office incl. compliance met lokale wetgeving, payroll, facturatie.
  • Gevestigde en bewezen waardes met best practises vs. snelheid van doorontwikkeling en co-creatie in roadmap
  • Industrie-subfocus op
    • uitzenden
    • consulting & projectsourcing/ detachering
    • werving & selectie / headhunting
    • HR-dienstverlening

‘Salesforce? Dat is een CRM, toch…?’

Salesforce, opgericht in 1999 door voormalig Oracle-executive Marc Benioff en Parker Harris, heeft de software-industrie gerevolutioneerd door de eerste cloudgebaseerde CRM (Customer Relationship Management) oplossingen aan te bieden. Sinds Door strategische overnames en een sterke focus op gebruikerservaring werd Salesforce synoniem met digitale transformatie, waarbij het bedrijven van alle groottes in diverse sectoren bedient.

aPaaS

Véél meer dan een CRM dus, maar wat dan precies? aPaas, oftewel: een application Platform as a Service is de juiste term om het Salesforce-platform aan te duiden. Onderstaande visual maakt duidelijk hoe omvangrijk het Salesforce-platform inmiddels is. Alle ATS-software (ISV; Independent Software Vendor) gebouwd op het Salesforce-platform heeft hetzelfde technologische platform als basis. Het biedt een veilige en stabiele database, een modern en intuïtief user interface framework, alle mogelijkheden om procesautomatisering en custom app-ontwikkeling toe te voegen in no-code of pro-code, 3 immense releases per jaar.

Dé ideale cloudmix voor Staffing en Recruitment? Die is écht wel organisatiespecifiek. Start jouw verkenning naar een nieuw ATS (op Salesforce?) dus altijd vanuit de eigen organisatie. Wat onderscheidt je van jouw concurrenten; wat is je value proposition? Via welke processen ga je die waarde realiseren? Zet die processen op papier, schrijf user stories en koppel er technische requirements aan vast. Prioriteer die (via de MoSCoW-methode) en doe je uitvraag van de markt op basis van jouw prioriteiten. Maak samen met jouw leveranciers en in-/extern projectteam een projectplan en besef dat bouwen op Salesforce een iteratief proces is.

Meer weten?

Dit verhaal is geschreven door Karel Vergauwen (Bonsai Skills). Vrijblijvend van gedachten wisselen over de Staffing & Recruitment Salesforce-mix die bij jouw organisatie past? Neem contact op.

Defensie steeds meer in trek bij praktisch opgeleide, ook UWV populair als werkgever

Goed nieuws voor Defensie. In de strijd tegen de enorme personeelstekorten blijkt bijvoorbeeld de introductie van het dienjaar behoorlijk aan te slaan, en lijkt er ook succes geboekt te worden in samenwerking met het bedrijfsleven. Maar het beste nieuws is waarschijnlijk dat de Generatie D-campagne goede resultaten laat zien, waardoor Defensie het afgelopen jaar zich in een groeiende populariteit mag verheugen, met name bij de zo belangrijke doelgroep van praktisch opgeleiden.

Onder praktisch opgeleiden staat Defensie dit jaar op een derde plaats van Meest Favoriete Werkgevers.

Sterker nog: onder praktisch opgeleiden staat Defensie dit jaar op een fraaie derde plaats op de ranglijst van Meest Favoriete Werkgevers van Intelligence Group. Dat is een stevige opmars ten opzichte van vorig jaar, toen Defensie nog op plek 8 te vinden was. De opmars van Defensie is overigens over de hele linie zichtbaar: onder theoretisch opgeleiden steeg de organisatie van 8 naar 4, onder vrouwen van 14 naar 5, en bij mannen zelfs van 6 naar plek 2, dus nog vóór Shell en de Politie (volgende week meer over de totale ranking).

Internationale spanningen

Zei er iemand geopolitiek? De toenemende populariteit van Defensie zal ongetwijfeld iets met de internationale spanningen te maken hebben. Het lijkt in elk geval welkom nieuws voor de 9.000 openstaande vacatures die ingevuld moeten worden (en misschien nog wel meer, willen de investeringen in Defensie nog verder worden opgeschroefd). Defensie heeft het vaak moeilijk in tijden van arbeidsmarktkrapte, omdat het bedrijfsleven dan sterk aan talent trekt. Maar met het imago van de organisatie lijkt dus weinig mis.

Meest favoriete werkgevers praktisch opgeleiden

Rank 2023 Werkgever Rank 2022 Rank totaal 2023
1 Rijksoverheid 2 1
2 Politie 1 2
3 Defensie 8 3
4 Belastingdienst 6 6
5 KLM 4 8
6 UWV 16 10
7 Rijkswaterstaat 34 14
8 NS 5 12
9 Philips 18 11
10 Shell 3 5

Ook andere overheidswerkgevers of aan de overheid verbonden werkgevers blijken opvallend populair onder praktisch opgeleiden. Ze noemen bijvoorbeeld veel vaker dan hun theoretisch opgeleide evenknieën organisaties als de Belastingdienst, het UWV, Rijkswaterstaat of de NS in hun lijstje met favorieten. Met name de opmars van Rijkswaterstaat, en in iets mindere mate die van het UWV, is daarbij opvallend te noemen.

Na-ijleffect van corona

Minder verrassend is het misschien dat een bedrijf als ASML weinig bij praktisch opgeleiden in de favorietenlijst opduikt. In de totale ranglijst is het bedrijf nummer 4, maar onder praktisch opgeleiden eindigt het op plek 11. Ook de banken zijn weinig – en steeds minder – populair. Rabobank (#12), ING (#15 ) en ABN Amro (#29) scoren bij praktisch opgeleiden niet alleen lager dan onder de totale beroepsbevolking, hun positie onder deze doelgroep is dit jaar ook nog eens bij alle drie gedaald.

De 3 grote banken blijken steeds minder populair bij praktisch opgeleiden.

Bij de GGZ is een soortgelijke daling te zien. De gezondheidsorganisatie stond vorig jaar nog op plek 10 bij praktisch opgeleiden, maar is dit jaar pas op nummer 16 terug te vinden. Waarschijnlijk is dit een na-ijleffect van de coronatijd, toen de GGZ een tijdje een heel populaire werkgever was, onder vrijwel alle doelgroepen.

Meer weten?

Donderdag 29 februari zal de rubriek Data Donderdag in het teken staan van de totale ranking van Meest Favoriete Werkgevers van 2023.

Meer data?

 

Te elfder ure droppen werkgevers ineens een bom tegen wet Gelijke Kansen

Is het de kans op een rechts kabinet in aantocht? Of is het gewoon een oude reflex van werkgevers tegen élke vorm van nieuwe wetgeving? Hoe dan ook, opvallend is het wel. Alles leek min of meer in kannen en kruiken voor het Wetsvoorstel toezicht gelijke kansen bij werving en selectie. Het probleem van arbeidsmarktdiscriminatie wordt breed onderkend, er is een lang traject aan voorafgegaan, en de Tweede Kamer heeft al met de wet ingestemd. Maar nu ineens leggen werkgeversorganisaties VNO-NCW, MKB-Nederland en AWVN weer een nieuwe bom eronder.

Het heeft nu lang genoeg geduurd met discriminatie, zo leek de teneur in de Tweede Kamer te zijn.

In een brief aan de Eerste Kamerleden, die 27 februari over het voorstel gaan praten, zetten de werkgevers hun bezwaren nog eens uiteen. Het moet gezegd: dat deden ze trouwens ook al in 2021. Maar de Tweede Kamer liet zich daar vervolgens weinig aan gelegen liggen – en stemde toch in met het voorstel om onder meer werkgevers met meer dan 25 werknemers te verplichten een antidiscriminatiebeleid te hebben. Het heeft nu lang genoeg geduurd met discriminatie, zo leek de teneur in de Kamer te zijn. De tijd van zoete broodjes bakken is voorbij.

Inclusieve arbeidsmarkt, heus belangrijk

Maar de werkgevers zien hun kans schoon nu het wetsvoorstel in de Senaat voorligt, en starten dus een gezamenlijke nieuwe lobby. Ze ondersteunen heus de goede bedoelingen van de wet, zeggen ze. ‘Het bieden van gelijke kansen aan alle werkzoekenden in Nederland en het bereiken van een inclusieve arbeidsmarkt’, da’s heus heel belangrijk, zeggen ze. En dat zou ook passen bij Nederland. Maar laat er liever geen regelgeving op los, zeggen ze er meteen achteraan. Geparafraseerd: wij weten zelf wel het beste wat werkt om discriminatie in werving en selectie tegen te gaan.

Het wetsvoorstel kan van tafel, vinden de werkgevers.

Dat dit tot nog toe nauwelijks heeft gewerkt en discriminatie elke keer weer hardnekkig blijkt? Dat verzwijgen de werkgeversorganisaties liever. Ze onderstrepen liever de vrees voor bureaucratie, en pleiten voor een aanpak die zich richt op bewustwording en ‘een inclusieve cultuur’. Veel werkgevers willen namelijk best inclusiever werken, aldus de werkgeversorganisaties, maar weten vaak niet hoe. Ook zouden ze zich lang niet altijd voldoende bewust zijn van discriminatie binnen hun organisatie. Ze pleiten daarom bijvoorbeeld voor aanpassing van de NVP-sollicitatiecode. Het wetsvoorstel kan daarmee van tafel, vinden de werkgevers.

Van onbewust onbekwaam naar bewust en bekwaam 

‘Werkgevers die onbewust onbekwaam op dit vlak zijn, moeten bewust en bekwaam worden gemaakt’, stelt Irene Linthorst, directeur Divisie Beleid VNO-NCW en MKB-Nederland. ‘Hiervoor zijn praktische hulpinstrumenten en tools nodig, zoals bijvoorbeeld trainingen over objectief werven en selecteren, handreikingen over hoe een vacature inclusief opgesteld kan worden en hoe zij een voor iedereen sociaal veilige werkvloer kunnen bieden.’ Als we nu maar genoeg investeren in zulke tools, dan is nieuwe wetgeving voor gelijke kansen heus niet nodig, aldus de werkgevers.

‘Als we nu maar genoeg investeren in zulke tools, dan is nieuwe wetgeving voor gelijke kansen heus niet nodig.’

Linthorst haalt in de brief ook aan dat de Raad van State kritisch is over dit wetsvoorstel, met name omdat volgens de wet de Arbeidsinspectie normen moet gaan handhaven die nog in ontwikkeling zijn. Mede daarom zou de wet wel eens averechts kunnen uitpakken, vrezen de werkgeversorganisaties. Bovendien biedt de Algemene wet gelijke behandeling natuurlijk ook al een verbod op discriminatie bij werving en selectie, stellen ze. Die wet kun je best uitbreiden met een verplichting voor werkgevers om een werkwijze te hebben die ongelijke behandeling tegengaat.

‘Niet mengen in werving en selectie’

Maar ook in dat geval moet ‘het primaat voor deze werkwijze’ nog steeds bij de werkgever zelf blijven liggen, benadrukken ze. ‘Hiermee kun je bijdragen aan het vergroten van de bewustwording van het belang van een dergelijke werkwijze, zonder te veel te gaan mengen in het werving- en selectieproces van een bedrijf.’ Want stel je eens voor zeg, regelgeving, brrr. We kunnen toch zeker zelf wel het best bepalen wie we het beste vinden?

Interessant wordt het in de brief vooral als het gaat om het wetsartikel dat aan werkgevers vraagt om werkwijzen te hanteren ‘in overeenstemming met de stand van de wetenschap’. Nu is er al veel wetenschap bekend over discriminatievrije selectie, maar die bereikt de praktijk in de regel nog maar moeizaam. De werkgevers lijken daar echter ook niet veel belangstelling voor te hebben, en vrezen voor ‘sancties voor het niet voldoen aan een onbekende en zich nog ontwikkelende norm.’

‘De werkgevers kunnen toch niet ontkennen dat ze het er ook voor een groot deel zelf naar gemaakt hebben…’

Hoewel ze in dat laatste natuurlijk helemaal gelijk hebben, zou het ze niet misstaan als ze zich iets meer gelegen zouden laten liggen die normen wél verder te ontwikkelen. Dat zou er immers blijk van geven dat ze écht werken aan die zo vurig gewenste cultuurverandering voor gelijke kansen, die ze nu toch vooral in naam lijken te belijden. Want de nieuwe wet mag dan inderdaad voor een hoop bureaucratie gaan zorgen, de werkgevers kunnen niet ontkennen dat ze het er ook voor een groot deel zelf naar gemaakt hebben, met hun jarenlange werving en selectie op de onderbuik, met alle gevolgen van dien.

Het wetsvoorstel in het kort:

  • Bedrijven met meer dan 25 werknemers moeten een procedure voor werving en selectie op papier zetten die gelijke behandeling garandeert voor sollicitanten (onder wie ook stagiairs).
  • Kleinere bedrijven moeten de wet ook volgen, maar krijgen minder administratieve lasten opgelegd.
  • Als de werkgever een dienstverlener inschakelt of software gebruikt voor recruitment, moet hij goed onderzoeken of daardoor geen (onbedoelde) discriminatie ontstaat in de werving- en selectieprocedure (de zogeheten ‘vergewisplicht‘).
  • De resultaten van dat onderzoek, moet de (grote) werkgever 3 jaar bewaren. 
  • De wet geldt ook voor dienstverleners in arbeidsbemiddeling, zoals uitzendbureaus; zij moeten dus ook een procedure op papier hebben die gelijke behandeling waarborgt.
  • Ook bureaus die kandidaten beoordelen via assessments, vallen onder deze regels.
  • Externe bureaus voor arbeidsbemiddeling moeten ook een procedure opstellen die regelt hoe hun werknemers omgaan met discriminerende verzoeken van opdrachtgevers.
  • Als de opdrachtgever volhardt in het discriminerende verzoek, moet het bureau dat melden bij de Arbeidsinspectie.
  • Werkgevers en arbeidsbemiddelaars moeten hun procedures geregeld evalueren en bijwerken naar de laatste wetenschappelijke inzichten.
  • De Arbeidsinspectie controleert of werkgevers en externe bureaus zich aan de wet houden en kan verbeteringen eisen en boetes opleggen.
  • Boetes en overtredingen worden openbaar gemaakt en zijn opvraagbaar voor derden.

Over de auteur

Peter Boerman is hoofdredacteur van deze site. Hij schrijft af en toe opinies op persoonlijke titel. Zoals deze.

Early adopters helpen RecruitAgent én zichzelf (om de concurrentie te kunnen verslaan)

Iedereen in Nederland recruitmentland wil op tijd aanhaken bij de AI-wave die door de sector golft. Elke nieuwe tool wordt gewikt en gewogen op zijn bruikbaarheid. Iedereen wil bij de early adopters horen. Op 12 september werd het kersverse RecruitAgent.ai gelanceerd op de internationale HR- en recruitmentbeurs Zukunft Personal in Köln. Founding fathers Peer Goudsmit, Ronald van Driel en Geert-Jan Waasdorp geloven heilig in hun vacaturetekstenproduct, al hebben ze nog een slordige miljoen euro nodig om RecruitAgent tot een (allereerst landelijk) succes te maken.

Nog veel belangrijker dan startkapitaal: de eindgebruiker van het product.

Maar nog veel belangrijker dan startkapitaal: de eindgebruiker van hun product. Niemand kan beter de ins en outs, de plussen en minnen van deze tool beoordelen dan hun beoogde doelgroep. Dus startte het drietal achter RecruitAgent een pilottraject, met uitgebreide online en live sessies. Vooraf sprak Werf& met drie deelnemers, zelfstandig recruiter Chantal van Lanen (foto boven), een bemiddelaar voor hoogopgeleide technici die liever nog anoniem wil blijven, en Eline Suhonić, content specialist bij mkb-uitzendbureau Luba. Wat verwachten zij dat zo’n nieuwe tool hen kan brengen?

Push- en pullfactoren

Allereerst nog maar even de vraag: wat is RecruitAgent.ai? Stel je hebt een vacature, maar nog geen vacaturetekst. Heb je bij deze tool een goed profiel aangemaakt, bij voorkeur met foto’s die het employer brand ondersteunen, dan bouwt RecruitAgent vervolgens in recordtempo – volledig automatisch – een onderbouwde, datagedreven vacaturetekst, bijpassende brochure en landingspagina die je overal op de wereld en in elke taal kunt publiceren.

‘Stel dat je nu een vacature in je hoofd hebt, dan zorgt ons product ervoor dat-ie binnen 5 minuten online staat.’

‘Stel dat je nu een vacature in je hoofd hebt, dan zorgt ons product ervoor dat-ie binnen 5 minuten online staat’, vertelt Peer Goudsmit. Mede dankzij de arbeidsmarktdata van Intelligence Group geeft RecruitAgent een gericht advies op welke media je de vacaturetekst moet inzetten, wat de push- en pullfactoren van de doelgroep van jouw vacature zijn, en veel meer.

Klinkt goed, maar werkt het al in de praktijk? Tijdens een online kennismakingsronde van het pilottraject vertelde RecruitAgent-kwartiermaker Miriam Baris hoe zij zelf voor de eerste keer met de tool aan de slag ging. Het begint met het invullen van een stevige vragenlijst over de beoogde vacature, maar het eindresultaat maakt die inspanningen meer dan goed, zegt ze. ‘Ik kreeg er heel veel energie van’.

Recruiting nomad

Over naar de eerste gebruikers in de pilot. Chantal van Lanen noemt zichzelf een ‘recruiting nomad’, en werkt als zzp’er bij een aantal organisaties in de regio, maar ze is vooral een ambitieuze zelfstandige (eigenaar van Recruiter in Huis) die haar eigen netwerk heeft opgebouwd in de buurt van Uden, Noord-Brabant. Bij een van de bedrijven waar ze werkt, bracht iemand van HR haar in contact met RecruitAgent. ‘Mag ik je naam doorgeven aan een A.I.-pilot?’ Ja, riep Van Lanen direct, ze wil graag meer weten van de rol van A.I. in haar vakgebied. ‘Als eigenaar van een recruitmentservicebureau is het mijn taak de nieuwste trends op de markt te signaleren, zodat ik klanten optimaal kan adviseren. Aanvankelijk was ik sceptisch over A.I., ik dacht ik moet het eerst even zien.’

Van Lanen heeft ‘nul ervaring’ met het gebruik van RecruitAgent, zegt ze, ze wil met ‘open ogen en onbevooroordeeld’ het pilottraject ingaan. ‘Maar wat ik nu al zie, is dat deze tool een kwaliteitsslag op de A.I.-markt betekent. De makers hebben veel data over de Nederlandse arbeidsmarkt ter beschikking, data die iedere recruiter in huis zou moeten hebben. Als adviseur wil ik bedrijfseigenaren actuele marktinfo geven, deze tool lijkt daarin verder te gaan dan mijn huidige middelen.’

‘Deze tool lijkt verder te gaan dan mijn huidige middelen.’

De door RecruitAgent geproduceerde vacatureteksten zien er volgens haar goed. ‘Zelf heb ik een hekel aan het schrijven van vacatureteksten; het is lastig om dat echt goed te doen en het kost veel tijd. De RecruitAgent-teksten zagen eruit alsof ze door een mens zijn geschreven. En A.I. lijkt inmiddels zover dat je ook die persoonlijke touch kunt toevoegen waar een vacature om vraagt. Dit kan de kwaliteit ten goede komen. Recruitment is en blijft altijd mensenwerk, maar als ik door het gebruik van deze A.I.-tool sneller kan werken dan zou dat mij en mijn collega recruiters  enorm helpen.’

Concurrentievoordeel

Een andere zelfstandig recruiter, gespecialiseerd in bemiddeling van hoogopgeleid technisch personeel, verwacht vooral concurrentievoordeel uit het gebruik van RecruitAgent te halen. Daarom reageert hij anoniem, hij wil de concurrentie niet wakker schudden. Hij heeft al uitgebreid naar de tool gekeken, en vindt het een ‘goed product met een paar kinderziekten. Het moet veel meer idiot proof, simpeler in het gebruik. Maar als dat lukt en je kunt deze tool in allerlei ATS-systemen integreren, dan heb je een mooi en concurrerend product.’

‘Het moet veel meer idiot proof, simpeler in het gebruik.’

Ook deze recruiter is naar eigen zeggen geen liefhebber van vacatureteksten schrijven, ‘op gegeven moment ben je wel klaar met mooie woorden. Het is niet mijn core business, ik wil met mensen praten, kandidaten peilen. Pakkende teksten schrijven en optimaliseren voor zoekmachines: daar wil ik me niet mee bezighouden. A.I. gaat de kwaliteit van de gegenereerde teksten steeds verbeteren, dat ontwikkelt door. RecruitAgent kan daarin vooroplopen.’ Zijn tip aan de makers: maak de tool vooral niet te duur. ‘ATS-systemen zijn heel kostbaar. Maak RecruitAgent een betaalbare plug-in, zodat het een no-brainer wordt om het aan je pakket toe te voegen. Als je ook nog kunt doorposten naar sociale media, maak je veel andere plug-ins overbodig.’

Wat is nieuwe software zonder kritische testers? Een groepje early adopters probeert de tool RecruitAgent.ai ‘idiot proof’ te maken. En dat gaat soms van au.
Peer Goudsmit aan het woord, tijdens een eerdere investeerdersbijeenkomst.

Checker

Over naar de derde die met de tool gaat pilotten: Eline Suhonić, al 3 jaar contentspecialist bij Luba, het grootste uitzendbureau voor het MKB. ‘Iedere intercedent schrijft zelf zijn vacatures. Hij of zij komt immers regelmatig bij de klant over de vloer en kent dat bedrijf goed. Ik fungeer als checker en beoordeel iedere vacature op spelling en grammatica voordat hij online komt. Elke dag plaatsen wij nieuwe vacatures op onze website en jobboards. Bij een goede vacaturetekst komt veel kijken. Wij zijn dus erg geholpen bij een tool die onze intercedenten ondersteunt bij het schrijven ervan.’

‘Bij een goede vacaturetekst komt veel kijken.’

Via haar directeur hoorde ze over RecruitAgent. ‘Het doelgroependashboard Giant nemen wij al af en tijdens een training daarvoor hoorde ik over RecruitAgent.’ Haar eerste indrukken: ‘Ik ben er nu al over te spreken. Zeker 80 procent van de vacatureteksten is bruikbaar, daarna giet ik er mijn eigen sausje overheen.’

Eline Suhonić (Luba, fotograaf: davidlok.nl): ‘Als schrijver heb je zo je standaardzinnen, deze tool is een neutrale partij die dat kan doorbreken.’

Tunnelvisie voorkomen

Eline Suhonić vindt het leuk om mee te denken met de pilot en feedback te geven. Ook zij hoopt op meer mogelijkheden in de tool om teksten te personaliseren. ‘Wij geloven in een bepaalde manier van vacatureteksten schrijven, die tone-of-voice moet wel terugkeren in het resultaat. Bij ChatGPT moet je hard werken aan het schrijven van goede prompts, RecruitAgent kan daarbij veel tijdwinst opleveren.’

‘Ook als je geen tekstschrijver bent helpt deze tool je verder.’

Ze vindt het ook een voordeel dat RecruitAgent ‘tunnelvisie’ voorkomt. ‘Als schrijver heb je zo je standaardzinnen, deze tool is een neutrale partij die dat kan doorbreken. Daar leer ik van als tekstschrijver, maar ook als je geen tekstschrijver bent helpt het je verder. Aan mij en onze intercedenten vervolgens de uitdaging om accenten in de eindtekst aan te brengen.’

Lees ook