Wie goed luistert naar talent, gaat de overuren betalen

De arbeidsmarkt kent de laatste 25 jaar, keer op keer, signalen dat talent zich anders gedraagt dan werkgevers hopen, denken en vermoeden. Van het opkomen van jobboards aan het begin van de eeuw (…we bleven gewoon adverteren in de krant), naar Google, socials en LinkedIn (…daar begonnen werkgevers eerst niet aan omwille van privacy), Whatsapp en mobile (…een gewone computer werkte toch ook?), tot vandaag de dag TikTok, Instagram Reels en YouTube shorts.

Elke keer laten kandidaten precies weten waar ze zitten en waar ze werkgevers verwachten.

Elke keer laat de kandidaat precies weten waar hij of zij zit en werkgevers verwacht. Alleen duurt het jaren voordat die werkgevers die schaarse kandidaten ook volgen waar ze zijn. Bureaus hebben dat eerder in de gaten en winnen daarin ook de war for talent ten opzichte van werkgevers. Vandaag is er een nieuw loot aan de stam, te weten: A.I. ChatGPT, Gemini, Claude en CoPilot maken van sollicitanten onweerstaanbare kandidaten die eenvoudig door alle preselecties heenlopen.

Duizenden ‘perfecte’ kandidaten

De grote consultancykantoren in Londen weten zich nu al geen raad meer hoe ze om moeten gaan met de duizenden ‘gekwalificeerde en perfecte’ kandidaten die zich aanmelden met behulp van A.I. Daarmee nemen kandidaten weer een voorsprong op werkgevers en laten zij zien hoe de toekomst van de arbeidsmarkt zich gaat ontwikkelen.

We hebben 17 beweegmotieven voorgelegd aan 9.450 personen en gevraagd wat een werkgever (extra) aantrekkelijk maakt.

Het is hiernaast ook interessant om te zien op welke beweegmotieven kandidaten in beweging komen. Behalve de essentiële arbeidsvoorwaarden en pullfactoren die nodig zijn om de juiste doelgroepen in beweging te brengen, heeft Intelligence Group in de eerste maanden van 2024 extra onderzoek gedaan naar de beweegmotieven van mensen op de arbeidsmarkt. Er wordt veel geschreven over het belang van ‘klimaat’, ‘thuiswerkplekken’ en ‘mentale gezondheid’, maar speelt dat nu echt een rol? We hebben zo 17 beweegmotieven voorgelegd aan 9.450 Nederlanders, Belgen en Duitsers en gevraagd welke opties een werkgever (extra) aantrekkelijk maken.

Betaalde overuren

Met kop en schouders, in alle leeftijdsgebieden, in alle landen, steekt er één factor bovenuit: betaald overwerken. Alsjeblieft werkgevers, hier ligt de oplossing voor veel wervingsproblemen. Overuren gaan betalen. Zo simpel is het. Al dan niet gecombineerd met het direct uitbetalen van (over)uren, wat een wereldwijde snelgroeiende trend is. Niet alleen bij winnende uitzendbureaus of zzp-bemiddelaars, maar inmiddels ook bij werkgevers.

Aandacht voor het klimaat of de CO2-neutrale werkplek? Weinigen noemen het een driver.

Op de tweede plek komt – door bijna de helft benoemd: aandacht voor de mentale gezondheid. Inmiddels weten we dat apps daar niet bij helpen, maar je kunt dit wel zien als een duidelijk signaal waarmee werkgevers aan de gang kunnen én moeten. Een behoorlijk aantal noemen ook nog de thuiswerkvergoeding, waarna de rest terugvalt onder de 30%. Daarbij valt op dat sommige drivers erg weinig worden genoemd, terwijl ze – als we de media moeten geloven – bepalend zouden zijn voor bijvoorbeeld Generatie Z. Denk: aandacht voor het klimaat of de CO2-neutrale werkplek. Soms kun je ook heel veel leren van zaken die niet genoemd worden.

Weinig verschil tussen generaties

Opvallend is dat er niet veel verschillen te zien zijn tussen leeftijdscohorten en de opties die een werkgever aantrekkelijker maken. Huisdieren, klimaat en betaald overwerk? Het is voor alle generaties vrijwel even (on)belangrijk. De grootste verschillen zaten bij jongeren (meer dan voor ouderen) bij ‘ruimte voor mijn geloofsovertuiging’, ‘eet- en dieetwensen’, ‘een social media-vrije omgeving’ (!) en ‘sportfaciliteiten’. Andersom hecht de meer ervaren generatie meer waarde aan onbereikbaarheid buiten werktijd. Aandacht voor klimaatverandering vonden alle generaties even (on)belangrijk.

De beweegmotieven (pullfactoren en arbeidsvoorwaarden) van doelgroepen zijn essentieel voor succesvolle arbeidsmarktcommunicatie en recruitment. Deze kunnen sterk verschillen per beroep, generatie, opleidingsniveau en geslacht. Als het gaat om deze extra onderzochte opties lag het verschil niet zozeer tussen de leeftijdscohorten of generaties, al zijn er wel duidelijk aanwijzingen dat er interessante accenten te leggen zijn. De vegetarische bitterbal, alcoholvrij bier of aandacht voor social media op de werkvloer zijn er zomaar een paar. En een kleine groep onder de 35 jaar wil de optie hebben voor een workation.

Een kleine groep onder de 35 jaar wil de optie hebben voor een workation.

De belangrijkste boodschap aan werkgevers blijft onverminderd dat werkgevers meer moeten doen met het signaal om overwerk te (gaan) betalen en aandacht te hebben voor de mentale gezondheid van mensen. Daar zijn alle generaties het eigenlijk wel over eens. De data liggen er nu; het zal alleen nog wel een paar jaar duren voordat werkgevers ook ernaar gaan handelen. Behalve de winnaars op de arbeidsmarkt dan… Volgende keer meer over de verschillen die er wél zijn tussen Nederland en zijn buurlanden.

Lees ook

Wéér geen besluit: hoe moet het nou verder met de Wet Toezicht Gelijke Kansen?

Oké, in de Tweede Kamer hadden ze er ook wat tijd voor nodig. Het eerste wetsvoorstel kwam al in 2020 naar buiten, en pas in maart 2023, nu net iets meer dan een jaar geleden, werd het aangenomen. Maar al met al ging de behandeling hier redelijk voorspoedig, en kon de Wet Toezicht Gelijke Kansen bij werving en selectie uiteindelijk op heel wat draagvlak rekenen. Een grote meerderheid stemde vóór, en alleen SGP, JA21, PVV, FvD en toen nog Groep-Van Haga waren tegen, destijds hooguit een flinke minderheid. Pieter Omtzigt – op dat moment nog een eenmansfractie – was bij de stemming zelfs helemaal niet aanwezig.

Wat eerst min of meer een hamerstuk leek, is nu ineens een heel heet politiek hangijzer geworden.

Maar de verkiezingen voor de Provinciale Staten die precies één dag daarna werden gehouden, en met name ook de Tweede Kamerverkiezingen van november, hebben het politieke landschap inmiddels behoorlijk veranderd. En dat heeft ook grote gevolgen voor deze wet die discriminatie in het recruitmentproces wil uitbannen. Zó groot, dat de Eerste Kamer er eigenlijk niet meer uit lijkt te komen. De stemming, die voor dinsdag 19 maart gepland stond, werd vandaag namelijk opnieuw uitgesteld. Voor de vierde keer alweer. Wat eerst min of meer een hamerstuk leek, is nu ineens een heel heet politiek hangijzer geworden.

Werkgevers roeren zich

Een deel van de huidige commotie is waarschijnlijk terug te voeren op een brief van de werkgeversverenigingen, die te elfder ure hun bezwaren tegen de wet nog eens uiteenzetten, een lobby waar met name de VVD (altijd) gevoelig voor lijkt. En de nieuwe politieke realiteit maakt het die partij ook makkelijker om een ander standpunt in te nemen dan het vorig jaar nog in de Tweede Kamer deed. Niet dat de VVD zich nu al meteen tegenstander verklaart; senator Koen Petersen kiest liever voor de vlucht naar voren en vraagt (met steun van de ChristenUnie) eerst om een pilotprogramma van 1 jaar om te onderzoeken of de wet wel effectief is.

‘Deze wet confronteert bedrijven met aanzienlijke administratieve lasten’, zegt de VVD.

‘Met deze wet worden bedrijven geconfronteerd met aanzienlijke administratieve lasten om aan hun wervings- en selectieprocessen te voldoen’, aldus de VVD’er. ‘En hoewel we als VVD natuurlijk tegen discriminatie zijn, betekent dit niet automatisch dat elke antidiscriminatiemaatregel effectief is. Niet bekend is of de voorgestelde maatregelen in de wet daadwerkelijk het beoogde effect hebben.’ En dus wil de VVD eerst een pilot – ‘bij grote en kleine bedrijven, maar ook commerciële en niet-commerciële organisaties’ – en pas daarná stemmen over het wetsvoorstel.

Voortmaken

Daar zit SZW-minister Karien van Gennip echter niet op te wachten – die wil voortmaken met de wet, en met de aanpak van discriminatie op de arbeidsmarkt. Daarom kwam ze een aantal tegenstribbelaars deze week al tegemoet met een brief die een paar bezwaren moest wegnemen. Zo wil ze kleine bedrijven iets meer ontzien: in plaats van 25 medewerkers gaat de wet pas gelden bij een grens van 50 medewerkers, niet toevallig ook de grens waarbij een organisatie toch al een OR en een op papier gesteld personeelsbeleid moet hebben. Dan vallen de extra administratieve lasten namelijk ook mee, aldus de minister.

Van Gennip zegde al toe dat de eerste 2 jaar niet op de strengere regels gehandhaafd wordt.

Eerder had Van Gennip al toegezegd dat er de eerste 2 jaar niet op de strengere regels gehandhaafd zal worden, zodat bedrijven kunnen wennen aan de nieuwe situatie. Ook geeft dat volgens haar ruimte om de wet nog aan te passen als die toch niet goed blijkt te werken. Toezeggingen die de ChristenUnie inmiddels lijken te hebben overtuigd, maar juist weer elders op bezwaren stuiten. Mei Li Vos, senator voor GroenLinks-PvdA, en voorzitter van de Eerste Kamercommissie voor SZW, besloot daarom een vierde termijn van behandeling aan te vragen. Die nu voor dinsdag 26 maart, aan het eind van de middag, gepland staat.

Spannend

Het belooft dan opnieuw een spannende middag te worden. Zoals het er nu naar uitziet, zal de VVD dan waarschijnlijk tegen stemmen, zeker als de eigen motie voor eerst de pilot van een jaar wordt verworpen. De sleutel lijkt vervolgens te liggen bij de eenmansfracties van 50Plus en OpNL, de vertegenwoordiger van regionale en lokale partijen in de senaat. Het is nog onduidelijk hoe die partijen gaan stemmen, al toonde 50Plus zich in het verleden altijd wel gevoelig voor het argument dat de wet ook leeftijdsdiscriminatie zegt te bestrijden.

Volgens de minister kent Nederland op dit punt ‘een geschiedenis van vrijblijvendheid, die nu al ruim 50 jaar duurt’.

Mei Li Vos ziet de bui mogelijk al hangen. In haar eerste termijn zei ze in antwoord op de VVD immers al te vrezen dat van uitstel misschien ook wel eens afstel zou kunnen komen – zeker met een demissionair kabinet – en dat daardoor de situatie van discriminatie op de arbeidsmarkt maar voortduurt. Eigenlijk precies wat Van Gennip ook zei, toen ze stelde dat Nederland op dit punt ‘een geschiedenis van vrijblijvendheid’ kent, ‘die nu al ruim 50 jaar duurt’. Hoogste tijd om dat te veranderen, aldus de minister, die mogelijk in haar laatste weken als bewindspersoon zit – en waarschijnlijk juist daarom deze wet nog zo graag de eindstreep ziet halen, beseffende dat het anders wel weer eens héél lang kan gaan duren voordat er echt iets aan het probleem gebeurt.

Lees ook

Van volledig afhankelijk van externe bureaus naar geheel eigen werving (inzending Recruitment Now)

Onze case is niet zomaar een succesverhaal in werving; het is een samenkomen van creativiteit en vernieuwing waarin we verschillende onderdelen van recruitment hebben behandeld. We hebben bij Recruitment Now niet alleen gezocht naar kandidaten, maar hebben een verhaal gecreëerd door middel van recruitmentmarketingcampagnes, arbeidsmarktcommunicatie en employer branding.

Deze case is een samenkomen van creativiteit en vernieuwing, waarin verschillende onderdelen van recruitment zijn behandeld.

Dit hebben we gedaan voor Mérieux NutriSciences. We zijn gestart met het bepalen van hun EVP op basis van data en sessies met medewerkers. Hieruit kwamen we al snel tot een slogan die volledig aansloot bij Mérieux: ‘Werken aan een betere wereld. Werken bij Mérieux’. We keken naar wat de doelgroep belangrijk vindt en waar zij naar kijken bij het solliciteren bij een andere werkgever. De conclusie: het imago van de organisatie vinden ze superbelangrijk.

Mérieux NutriSciences stond op dat moment niet bekend als populaire werkgever. De organisatie had een slecht imago met verschillende negatieve reacties op internet. Hier wilden wij verandering in brengen! We hebben een employer branding campagne opgezet die door vertaald werd naar verschillende fasen.

Met zelfontworpen ‘Google Search’-borden vertegenwoordigden we de vragen en zorgen van potentiële kandidaten.

Het meest opvallende aspect aan onze case was ongetwijfeld de tweede fase van de employer branding-campagne. Met onze zelfontworpen ‘Google Search’-borden vertegenwoordigden we de vragen en zorgen van potentiële kandidaten. Huidige, nog niets wetende medewerkers gingen zitten op een kruk en beantwoorden de “zoekopdrachten” van de Google borden op beeld. Met als doel: het met een knipoog ontkrachten van de negatieve reacties die online vindbaar waren door de mensen die iedere dag te maken hebben met Mérieux NutriSciences als werkgever.

Wat was de impact van de case?

We hebben voor Mérieux het afgelopen jaar meer dan 10 vacatures mogen invullen. Van laboranten tot HR-medewerkers; kandidaten reageerden massaal op de video’s. Meer dan 550 kandidaten solliciteerden bij Mérieux NutriSciences van wie we er 62 hebben aangenomen. Alle openstaande vacatures werden succesvol ingevuld binnen een gemiddelde van 8 weken met een gemiddelde cost per hire van 1.355 euro.

Waarom moet deze case een Werf& Award winnen?

Onze case verdient een award omdat we met onze campagnes niet alleen kandidaten hebben aangetrokken; we hebben vertrouwen en betrokkenheid opgebouwd bij nieuwe én huidige medewerkers. Wij geloven erin dat wanneer je investeert in je eigen werkgeversmerk, je zelfs in deze krappe arbeidsmarkt succesvol kunt werven zonder externe partijen.

Ontdek hoe Recruitment Now voor Mérieux NutriSciences diverse vacatures invulde met hoogwaardige kandidaten via effectieve strategieën.

Met onze doordachte campagnes en creativiteit hebben we iets unieks neergezet. We hebben als Recruitment Now bewezen dat door te investeren in een sterk werkgeversmerk en het ontwikkelen van aansprekende campagnes, je in staat bent om talent aan te trekken en te behouden, zelfs in uitdagende omstandigheden. Onze case is een voorbeeld van hoe een organisatie weer succesvol kan werven door te vertrouwen op haar eigen kracht. We hebben laten zien dat je met een gedurfde aanpak een unieke campagne creëert en dat het zo mogelijk is om op te vallen.

Credits case

Betrokkenen bij deze case zijn meerdere medewerkers van Mérieux NutriSciences. Deze medewerkers waren betrokken bij de afgenomen interviews en als acteurs voor de video’s. Binnen Recruitment Now waren zowel de recruiters als de recruitmentmarketeers betrokken.

 

Uitreiking op Werf& Live

De Werf& Awards worden uitgereikt op Werf& Live, dat plaatsvindt op 28 mei 2024. Werf& Live is dé ontmoetingsplek voor HR-professionals, recruitmentexperts en arbeidsmarktspecialisten die zich willen onderdompelen in de kernaspecten van employer branding. Wil je erbij zijn?

Meer informatie en tickets

 

Lees ook

7 aanhoudende personeelstekorten – met gevolgen voor de hele samenleving

Oppervlakkig gezien zou je kunnen denken dat de personeelstekorten wat uit het nieuws zijn – en dus misschien ook minder een probleem. Maar het is mogelijk eerder een soort gewenning. Want of we nu te maken hebben met een banenoverschot, of juist toch een tekort aan mensen: deze 7 sectoren hebben er allemaal in elk geval nog flink last van – met ook ingrijpende gevolgen voor onze hele samenleving. Want ja, het zijn inderdaad vooral overheidsdiensten die hier zijn opgesomd.

#1. Het gevangeniswezen

Gevolg: Gevangenen eerder naar huis, en uitstel van straffen.

Het was de afgelopen weken ongetwijfeld het grootste nieuws op het gebied van de personeelstekorten: de mensen die een straf hebben openstaan, maar die voorlopig niet hoeven uit te zitten. Gedetineerden die soms al op vrijdag naar huis worden gestuurd als ze in het weekend op vrije voeten zouden komen. En onderzoek naar vaker inzetten van elektronisch toezicht via de enkelband. ‘Acute en tijdelijke’ maatregelen, aldus verantwoordelijk demissionair minister Franc Weerwind.

Voor zo’n 2.000 veroordeelden is momenteel geen plaats in de gevangenis, en zij lopen daarom vrij rond.

Volgens de minister zijn momenteel 330 gevangeniscellen niet te gebruiken, omdat er niet genoeg personeel is om die te bemannen. En arrestanten kunnen door het tekort niet goed worden ‘doorgeplaatst’, waardoor ook politiecellen vol zijn. Gevolg van een en ander is dat voor zo’n 2.000 veroordeelden geen plek in de gevangenis is, en ze daarom vrij rondlopen. De minister zegt momenteel niet alleen flink bezig te zijn om nieuw personeel te werven, maar hoopt op termijn ook de inzet van medewerkers te verminderen door ‘robotisering’ en door gedetineerden hun straf vaker buiten een cel te laten uitzitten., schrijft hij aan de Kamer.

#2. Het openbaar vervoer

Gevolg: Minder, maar ook viezere treinen, trams en bussen.

Door het hele land, van Venlo tot Den Haag, hebben veel openbaarvervoerbedrijven nog altijd te kampen met grote tekorten aan personeel. Ondanks nieuwe CAO’s, waarbij medewerkers er tot 2026 soms maar liefst 23% op vooruitgaan. Met als gevolg dat onder meer taxibedrijven worden gevraagd om bij te springen, zoals in Flevoland momenteel gebeurt. Of dat dienstregelingen worden afgeschaald, terwijl juist de vraag groot is, of de chauffeur soms geen Nederlands meer spreekt.

Minder bekend gevolg van het personeelstekort is dat bijvoorbeeld treinen ook steeds viezer worden. Zwarte strepen aan de buitenkant zijn eerder regel dan uitzondering. En ook aan de binnenkant lukt het niet om de treinschoonmaak op peil te houden. Er zijn niet alleen te weinig machinisten om de treinen naar de wasstraat te rijden voor hun tweewekelijkse onderhoud en de extra stevige reinigingsbeurt die ze om de 60 dagen horen te krijgen, ook de via een aanbesteding geselecteerde schoonmaakdienst kampt met tekorten. Er lopen nu bijna 1.000 schoonmakers rond in de treinen, zo’n 10% minder dan zou moeten.

#3. De zorg

Gevolg: Te veel kwetsbare ouderen op de spoedeisende hulp (onder veel meer).

Dat in de zorg de problemen met personeelstekorten groot zijn, is natuurlijk voor niemand nieuws. En ook dat we wat dat betreft nog maar aan het begin staan. De gevolgen zijn steeds vaker merkbaar. Zo lukt het ziekenhuizen bijvoorbeeld niet goed om mínder kwetsbare 70-plussers op te nemen op de spoedeisende hulp van het ziekenhuis, zoals juist 2 jaar geleden in het zogenoemde Integraal Zorg Akkoord (IZA) was afgesproken. Met als gevolg ‘verstopping van het hele stelsel’, zoals de Haagse huisarts Verena Dirkse het vorige week aan de NOS uitlegde.

De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving stuurde begin maart een brief aan de Tweede Kamer over het ernstige personeelstekort in de zorg. Opvallend daarin: het pleidooi voor het structureel inbedden van ‘informele’ (ongediplomeerde mantel)zorg en de inzet van zij-instromers. Hoewel er in de brief geen expliciete focus ligt op technologie, onderkent het advies wél impliciet de potentie van digitalisering om de problematiek aan te pakken, iets waar Nederland tot nu toe relatief gezien in achterblijft. Denk bijvoorbeeld aan automatisering van (spraakgestuurde) medische rapportage of digitale ondersteuning van mantelzorgers.

#4. Het onderwijs

Gevolg: Vierdaagse lesweken, dalende PISA-scores, tijdelijk grotere klassen en onbevoegden voor de klas.

Nog zo’n sector waar de problemen allang bekend zijn. En waar de problemen zelfs nog steeds toenemen, zoals ook weer bleek uit de Kamerbrief lerarenstrategie van eind vorig jaar. Het lerarentekort is in het primair onderwijs gestegen tot 9.800 voltijdsbanen, 100 meer dan in 2022, en zo’n 9,7% van de totale werkgelegenheid in de sector, zo blijkt. In de grote steden is het nog erger: daar nam het tekort met 2,8% toegenomen tot 18%. Het aantal scholen met een tekort groter dan 30% is ook gestegen. In het voortgezet onderwijs gaat het om een tekort van zo’n 3.800 mensen.

Wat er nodig is om die tekorten op te lossen? Freddy Weima, voorzitter van de PO-Raad, vraagt – samen met eigenlijk de hele sector – om een nieuw Deltaplan dat over vele jaren wordt uitgerold. ‘We moeten de tekorten duurzaam aanpakken, en dat kan alleen als er over een enkele kabinetsperiode heen wordt gekeken’, zegt hij. Iets wat onderwijsbond Aob onderstreept, en waar ook de Tweede Kamer toe oproept in een aangenomen motie. Omdat de personeelstekorten in de sector ook nog eens heel ongelijk verdeeld zijn, wordt onder meer gekeken naar manieren waarop scholen onderling personeel kunnen uitwisselen.

#5. De fiscus

Gevolg: Minder dwanginvorderingen bij betalingsachterstand, en miljarden aan misgelopen inkomsten.

Miljarden euro’s aan belastinginkomsten. Die staan op het spel omdat de Belastingdienst kampt met ernstige personeelstekorten, vooral op de afdeling invordering. De Algemene Rekenkamer onthulde vorige maand dat door deze tekorten de capaciteit om deurwaarders in te schakelen vrijwel nihil is, en dus velen met een betalingsachterstand vrijuit zullen gaan. In totaal zou het kunnen gaan om wel 5,7 miljard, aldus de Rekenkamer. De betrokken afdeling van de Belastingdienst heeft een tekort van zo’n 1.000 fte, waarvan 400 gerelateerd zijn aan coronaschulden.

Staatssecretaris Marnix van Rij geeft zelf lezingen bij opleidingen om mensen enthousiast te maken over de fiscus.

Het Rekenkamer-rapport beschrijft ook dat de tekorten nijpender zijn dan gedacht. De komende jaren kan dit probleem ook nog eens groeien omdat de Belastingdienst een grote uitstroom door pensionering verwacht. Over 5 jaar moeten er 12.000 extra voltijdswerknemers bij zijn gekomen om alle schulden te innen, bijna de helft van het totale personeelsbestand. Om dat te laten slagen, geeft verantwoordelijk staatssecretaris Marnix van Rij onder meer zelf lezingen bij opleidingen om mensen enthousiast te maken over werk bij de fiscus.

#6. De luchtvaart

Gevolg: Geen technici, geen vluchten.

De eerste in deze lijst die niet direct of indirect aan de overheid verbonden is (behalve via de Schiphol Group dan), en daarmee min of meer een vreemde eend in deze bijt. Maar ook in de luchtvaart zijn de tekorten nog zeker niet voorbij. Het probleem met de beveiligers lijkt min of meer onder controle; andere onderdelen kampen echter nog met grote krapte. De LVNL bijvoorbeeld, die recent met een ‘capaciteitsdeclaratie‘ kwam, waarmee het samen met de Marechaussee, de Douane en Schiphol zelf duidelijk maakte te weinig personeel te hebben om alle vluchten (veilig) te kunnen afwikkelen, waar het volgens de wet wel de ruimte voor heeft.

‘Er is te weinig personeel om (veilig) het aantal vluchten te kunnen afwikkelen, waar het volgens de wet wel de ruimte voor heeft.

Ook KLM heeft te maken met personeelstekorten, en wil bijvoorbeeld dit jaar nog 450 nieuwe monteurs en grondwerktuigkundigen aannemen. Dit onder meer naar aanleiding van het rapport Alle Hens Aan Dek, dat de Nederlandse Vereniging van Luchtvaart Technici (NVLT) vorig jaar schreef. Bij KLM werken zo’n 4.000 mensen in de technische dienst. Vooral de instroom van jonge mbo’ers is hard nodig, omdat zij sleutelen aan de vliegtuigen en ook kunnen doorstromen naar de functie grondwerktuigkundige, die de vliegtuigen uiteindelijk kunnen ‘aftekenen’. Zonder de goedkeuring van die mensen mag een vliegtuig niet vertrekken.

#7. De post

Gevolg: Misschien nog maar twee keer in de week post.

Eind vorig jaar kwam 82% van alle brieven op tijd bij de geadresseerde aan. Terwijl PostNL verplicht is om 95% op tijd te bezorgen. Voornaamste verklaring: personeelstekorten. ‘Dat speelt niet overal in het land, maar op bepaalde plekken hebben we veel te weinig bezorgers’, zei Sipke Spoelstra, directeur bij PostNL, hierover begin dit jaar tegen de NOS. Om overal in Nederland 5 dagen per week de volgende dag brieven en kaarten te bezorgen, zijn 15.000 postbezorgers nodig, maar het bedrijf komt er (structureel) zo’n 1.000 tekort. Die vacatures blijken heel lastig te vervullen. PostNL heeft in totaal 35.000 werknemers.

Om wat aan die problemen te doen, wil het postbedrijf langer de tijd krijgen om brieven te bezorgen. Het bedrijf wil dat 2 dagen toegestaan wordt in plaats van binnen 24 uur zoals nu verplicht is. Op termijn wil het bedrijf brieven binnen 3 dagen gaan bezorgen, en mogelijk dus zelfs maar 2 dagen in de week. Daarvoor moet nog wel de Postwet veranderen, iets waar de Tweede Kamer overigens waarschijnlijk wel toe bereid lijkt te zijn.

Lees ook

Wies van ‘t Slot (365werk): ‘Dip in de markt is voor ons ook een kans’

In de markt van de uitzendbureaus rommelt het. De branche kromp vorig jaar behoorlijk, en al langer gonst het van de geruchten dat het grootste uitzendbureau van allemaal binnenkort een grote reorganisatie bekend gaat maken. Is dat een reden om bij de pakken neer te gaan zitten? Geenszins, zegt Wies van ‘t Slot, oprichter/eigenaar van het Groningse 365werk, deze week winnaar van de vakjuryprijs bij de Bureaurecruitment Awards. ‘Een dip in de markt is voor ons ook een fantastische kans. Juist dan kunnen we onze toegevoegde waarde laten zien’, zegt ze in een op die dag opgenomen podcast.

365werk telt onder meer Thuisbezorgd en PostNL als klant. Juist in een markt als deze kan de recruiter zich onderscheiden, vult accountmanager Melissa Huisman (links op de foto) haar collega aan. ‘We zeggen dat we het cv minder belangrijk vinden, en meer kijken naar de persoon achter de kandidaat. Maar dat moet een opdrachtgever dan wel met je eens zijn. Juist in het overtuigen en enthousiast maken van een opdrachtgever over een kandidaat, daar kan een recruiter volgens ons echt het verschil maken.’

Wat zei de jury?

De vakjury prees online uitzendbureau 365werk onder meer vanwege de introductie van payday, een concept waarmee uitzendkrachten niet meer op hun geld hoeven te wachten, maar meteen na hun dienst krijgen uitbetaald. Ook de referralcampagne onder de naam Tik ‘m aan viel positief op, net als het feit dat het bureau is voorgedragen door een klant (Interzorg) en er geen individuele bonussen worden uitgekeerd op basis van omzetcijfers, maar juist een gezamenlijke bonus op basis van de NPS-score die zowel opdrachtgever als uitzendkracht voor het bureau overhebben.

Wies van ‘t Slot en Melissa Huisman bij de prijsuitreiking.

‘We zien beide als onze klanten, zowel opdrachtgever als kandidaat’, zegt Van ‘t Slot daar in de podcast over. ‘Uitzendkrachten zijn voor ons het goud, en niet alleen in een schaarse markt. Wij denken: het zou de norm moeten zijn dat je altijd probeert het goed te doen voor die kandidaat.’ En over de gezamenlijke bonus zegt ze: ‘Het stimuleert iedereen om samen te werken.’ 365werk bestaat nu zo’n 8,5 jaar, Van ‘t Slot richtte het bureau op na een loopbaan bij onder meer YoungCapital en dat eerder genoemde grote uitzendbureau. ‘Ik ben trots dat we in die tijd zover hebben weten te komen’, zei ze op het podium van Bureaurecruitment Live.

Beluister de hele podcast

Benieuwd naar hoe Melissa Huisman en Wies van ‘t Slot kijken naar de opkomst van A.I.? Of hoe ze continu hun eigen processen proberen te verbeteren? Je hoort het allemaal in de hele podcast, waarvan de komende week nog meer afleveringen online komen:

Lees ook

Werven door te wandelen (inzending Maasstad Ziekenhuis)

We bieden ervaren verpleegkundige een ontdekkingsreis in het Maasstad Ziekenhuis. Ze leren op deze manier vrijblijvend ons ziekenhuis kennen. De ‘Volop Verpleegkundige’-route is een uniek 1-op-1 moment met een van onze recruiters. Tijdens een wandeling door het ziekenhuis bieden we ze een persoonlijke en op maat gemaakte inkijk in wat het Maasstad Ziekenhuis voor hen als verpleegkundige kan bieden. Ze stellen een eigen route samen en maken kennis met onze beschouwende, snijdende en specialistische afdelingen. Door bijvoorbeeld een kijkje te nemen op de afdeling Chirurgie, Orthopedie/Traumatologie, Interventiecardiologie of het Brandwondencentrum.

Na afloop vult de recruiter een afspraakkaartje in (bevestigd aan toffe Maasstad-sokken).

Voor deze campagne hebben we een specifieke landingspagina gemaakt op onze werkenbij-site en deze hebben we actief vermarkt via social media. Voor de wervingsstrategie is een stappenplan ontwikkeld. De verpleegkundige meldt zich aan via de website voor een van de beschikbare momenten. Daarna neemt de recruiter contact op om kort kennis te maken en de Volop Verpleegkundige-route samen te stellen. Vervolgens vind het ‘Volop Verpleegkundige’-moment plaats en gaat de verpleegkundige met de recruiter langs verschillende afdelingen in het ziekenhuis. Na afloop vult de recruiter een afspraakkaartje (bevestigd aan toffe Maasstad-sokken) in voor het inplannen van een vervolgmoment.

Hoe werf je ervaren verpleegkundigen in een krappe arbeidsmarkt en met een beperkt budget? Door ze te laten wandelen door het ziekenhuis. Lees de hele case van Maasstad Ziekenhuis, ingezonden in de categorie Recruitment voor de Werf& Awards 2024.

Wat was de impact van de case?

De campagne heeft 5 weken aangestaan op Facebook en Instagram, daarnaast nog 1 week op LinkedIn. Voor het uitvoeren van deze wervingsstrategie was capaciteit van onze recruiters en verpleegkundigen van de verpleegafdelingen nodig. Uiteindelijk hebben we 3 verpleegkundigen aangenomen op verschillende afdelingen. Daarnaast hebben we ook mensen geënthousiasmeerd om een opleiding te gaan starten. De campagne werd goed ontvangen door de doelgroep én door collega’s.

  • Looptijd: 5 weken
  • Media: Facebook, Instagram en LinkedIn
  • Budget: €900,-
  • Impressies: 99.100
  • Sessies: 1.860
  • Aanmeldingen: 16
  • Hires: 3

Hoe werf je ervaren verpleegkundigen in een krappe arbeidsmarkt en met een beperkt budget? Door ze te laten wandelen door het ziekenhuis. Lees de case van Maasstad Ziekenhuis, ingezonden in de categorie Recruitment voor de Werf& Awards 2024.

Waarom moet deze case een Werf& Award winnen?

Onze campagne moet winnen omdat wij een inspiratie willen zijn voor andere organisaties die werven in een krappe arbeidsmarkt en met een beperkt budget, dat het wel mogelijk is om ervaren collega’s te werven. Juist door als hele organisatie tijd vrij te maken voor het aantrekken van nieuwe collega’s, creëer je een sterk recruitment-fundament. In combinatie met creatieve communicatie is er meer haalbaar dan je van tevoren misschien denkt.

Credits case

De volgende personen, afdelingen en/of externe partijen zijn betrokken bij de case:

  • Miranda van Schie – recruiter
  • Jasmijn Kraak – recruiter
  • Elles de Zeeuw – recruiter
  • Cansu Özec – recruiter
  • Sara Akhtar – Franklin – adviseur arbeidsmarktcommunicatie & recruitment
  • Radboud van der Kooi – adviseur arbeidsmarktcommunicatie & recruitment
  • Sacha van der Jagt – communicatieadviseur

 

Uitreiking op Werf& Live

De Werf& Awards worden uitgereikt op Werf& Live, dat plaatsvindt op 28 mei 2024. Werf& Live is dé ontmoetingsplek voor HR-professionals, recruitmentexperts en arbeidsmarktspecialisten die zich willen onderdompelen in de kernaspecten van employer branding. Wil je erbij zijn?

Meer informatie en tickets

 

Lees ook

 

Vrouwen moeten meer onderhandelen – en mannen moeten op zwangerschapsverlof

Vorige week was het Internationale Vrouwendag. En dat betekent traditiegetrouw veel aandacht voor de beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt. Er zijn ook genoeg redenen te verzinnen om die te blijven benoemen, of aandacht te vragen voor de achterblijvende groei van vrouwen aan de top van het bedrijfsleven. Maar er zijn ook tekenen van hoop. Zo blijkt dat mannelijke en vrouwelijke zzp’ers in vergelijkbare rollen inmiddels wel degelijk hetzelfde verdienen. Dat mannen ook massaal zijn gaan thuiswerken tijdens Covid is hierin waarschijnlijk ‘the great equalizer’ gebleken.

Startsalarissen in het MKB liggen voor mannen en vrouwen momenteel nagenoeg gelijk.

Ook liggen startsalarissen in het MKB voor mannen en vrouwen momenteel nagenoeg gelijk, blijkt uit onderzoek van Van Spaendock in samenwerking met Intelligence Group. Pas na enkele jaren werken gaan de salarissen uit elkaar lopen. ‘Kinderen krijgen’, tijdelijk het arbeidsproces verlaten vanwege zwangerschapsverlof en ‘meer parttime werken’ blijken daar onder meer verklaringen voor.

Intern vs extern bewegen

Ook blijkt uit cijfers van Intelligence Group dat mannen vaker intern doorgroeien en vrouwen meer hun weg naar andere werkgevers zoeken. In 2023 kreeg 10,5% van de mannen intern een andere rol, tegen 9,4% bij vrouwen. En dat terwijl 16,5% van de vrouwen bij een andere werkgever ging werken (tegen 15,0% van de mannen). Als mannen wisselen van werkgever is dit bovendien vaker omdat ze benaderd of gevraagd worden. Vrouwen wisselen juist vaker omdat ze ontevreden zijn in hun huidige baan. Dit kan ook een verklaring zijn voor genderverschillen in salaris, omdat ‘gevraagd worden’ meer leverage geeft om te onderhandelen.

Het CBS laat zelfs nog grotere verschillen zien (die cijfers zijn inclusief studenten en bijbaners) in het extern bewegen tussen mannen en vrouwen. Dat kan de hardnekkige loonkloof deels verklaren, aangezien intern doorgroeien dus eerder verticaal is, waar extern bewegen juist vaak eerder een horizontale stap is. Daar komt bij dat 14,9% van de vrouwen niet over haar arbeidsvoorwaardenvoorstel onderhandelt, terwijl dat slechts voor 11,0% van de mannen geldt. Dit verschil lijkt misschien klein, maar is wel degelijk relevant.

Het is anders na de 40

Hierbij valt ook op dat tot het veertigste levensjaar mannen en vrouwen ongeveer even vaak onderhandelen over salaris (ongeacht hoe succesvol dit is). Pas daarna komt er een verschil, waarbij mannen vaker over salaris onderhandelen, en vrouwen minder. Ook zien we dat mannen boven de 40 meer dan vrouwen worden benaderd door werkgevers en dat dit verschil ook oploopt na het veertigste levensjaar. Van een causaal verband kunnen we op basis van deze getallen niet spreken, maar er is waarschijnlijk wel een relatie.

Van tekengeld tot bonus: mannen onderhandelen over alle financiële zaken meer dan vrouwen.

Mannen onderhandelen bijna over alle zaken meer dan vrouwen. Bijvoorbeeld: 4 keer (!) zo vaak over tekengeld, 3,3 keer zo vaak over de auto van de zaak, 2,1 keer zo vaak over de bonus en 1,9 keer zo vaak over een vergoeding bij gedwongen ontslag. Vrouwen onderhandelen daarentegen (een beetje) meer over werktijden, ‘datum indiensttreding’, mogelijkheid tot thuiswerken en opleidingsmogelijkheden en -budget. Vrouwen onderhandelen nooit meer dan mannen over de financiële zaken gerelateerd aan hun werk. Ze onderhandelen en waarderen daarentegen vooral andere (niet-financiële) zaken.

Europese wetgeving komt eraan

Nieuwe Europese wetgeving komt eraan, die moet gaan helpen om de loonkloof verder te dichten. Salarissen en financiële emolumenten moeten straks bijvoorbeeld bekend zijn aan het begin van het sollicitatieproces. Hiermee wil de Europese Unie voorkomen dat vrouwen opgebouwde salarissenverschillen meenemen van werkgever naar werkgever. Ook wil de EU hiermee mannen een deel van de onderhandelingswind uit de zeilen halen.

De EU wil mannen een deel van de onderhandelingswind uit de zeilen halen.

Goede initiatieven die zonder meer gaan helpen om het salarisverschil te dichten. Al kan het zomaar ook eens gebeuren dat de oplossing uit een andere hoek komt. Zo vermoed ik dat zwangerschapsverlof van mannen ook een duit in het zakje gaan doen. Alleen zouden de huidige 5 weken dan ook 4 tot 5 maanden moeten worden, net als bij vrouwen. Als mannen ook zolang in één jaar niet werken, zou het zomaar eens kunnen zijn dat ze in de beoordelingscyclus ook een jaartje meer stilstaan of minder snel omhoog gaan. Dat zou hierin zomaar eens de ‘great equalizer’ kunnen zijn.

Loonkloof wegnemen

Helaas (maar voor ondernemers maar goed ook) krijgen mannen nog geen 5 maanden zwangerschapsverlof. Wat dan natuurlijk ook kan: vrouwen die zwanger zijn geweest beoordelen en belonen alsof ze wél 12 maanden hadden gewerkt. Dat zou zomaar eens de grootste loonkloof kunnen wegnemen. Qua interne promotie blijft dat natuurlijk lastiger, omdat je – hoe je het ook wendt of keert – een stuk werkervaring mist. Dit geldt natuurlijk ook voor parttime werken. Iemand die 10 jaar lang fulltime heeft gewerkt heeft heel wat meer ‘vlieguren’ dan iemand die al 10 jaar parttime werkt. Hoewel ze allebei 10 jaar werkervaring hebben.

Helaas (maar voor werkgevers maar goed ook) krijgen mannen nog geen 5 maanden zwangerschapsverlof.

Met andere woorden: de loonkloof is op de arbeidsmarkt heus niet zomaar helemaal verdwenen. Maar als vrouwen nu eens beter leren onderhandelen, en mannen ook langer zwangerschapsverlof nemen, dan moet meer gelijk loon voor gelijk werk zeker dichterbij komen. De zzp’ers hebben al bewezen dat het kan. Waarom zou dat dan niet ook in loondienst kunnen?

Lees ook

Zorgwekkend: de arbeidsproductiviteit daalt. Valt er iets aan te doen?

Het nieuws sneeuwde vorige week een beetje onder. Maar nochtans was het behoorlijk schokkend wat het CBS liet zien met de meest recente economische cijfers. En dan hebben we het niet zozeer over die geringe BBP-groei van 0,1 procent. Wat nog meer in het oog viel was eigenlijk de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. Na een paar jaar van (lichte) groei dook die namelijk weer eens onder het nulpunt. En dat konden we op de huidige krappe arbeidsmarkt nou eens net níet gebruiken. Want dat betekent dat we voor verdere groei nóg meer afhankelijk worden van meer inzet van mensen dan hiervoor.

De arbeidsproductiviteit is kort gezegd hoeveel binnenlands product we per gewerkt uur kunnen produceren. Daalt dat cijfer, dan betekent het dus dat we méér mens(ur)en nodig hebben om hetzelfde te produceren. En juist aan die (goede) mensen is momenteel zo’n groot gebrek. Vandaar dat we rustig kunnen stellen dat de daling van de arbeidsproductiviteit met maar liefst 0,6 procent misschien wel het slechtste nieuws is dat recruiters de afgelopen weken hebben kunnen tegenkomen.

20 jaar digitaliseren: 0 resultaat

Iemand als FD-econoom Mathijs Bouman (foto) hamert er al geruime tijd op: alleen in de arbeidsproductiviteit zit de echte oplossing voor de structurele schaarste. Maar tegelijk blijft de groei ervan al jaren achter, ondanks alle focus op automatisering en robotisering. ‘De arbeidsparticipatie staat op het hoogste peil ooit – en zo’n groei als tussen 2013 en 2023 gaat zich niet herhalen. Het idee dat er nog arbeidsreserves zijn die we makkelijk kunnen aanboren is een fictie. Bedrijven die willen groeien moeten vol investeren in arbeidsvervangende technologie’, zei hij er onder meer over op het Werf&-seminar Arbeidsmarkttrends.

‘Twintig jaar van digitaliseren en automatisering heeft precies niets opgeleverd.’

Misschien dat A.I. daarbij wel eens de reddende engel kan zijn, stelde hij ook. ‘Kantoren staan vol computers, elke werknemer heeft via het internet toegang tot alle kennis van de mensheid, maar productiever wordt men niet. Terwijl tussen 2002 en 2022 de arbeidsproductiviteit in de industrie met 65% toenam, was er in de zakelijke dienstverlening sprake van stilstand. Zo’n 20 jaar digitaliseren en automatiseren heeft precies niets opgeleverd.’ Maar dat zou met A.I. wel eens kunnen veranderen, hoopt hij.

baanvernietiging
De zorgwekkende ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit in beeld
In de zakelijke dienstverlening daalt de arbeidsproductiviteit zelfs.

Economen eensgezind

Ook andere economen tonen zich vrij eensgezind als het om dit onderwerp gaat. Meer arbeidsproductiviteit is echt hard nodig, want alleen maar meer mensen werven en aan het werk zetten, daar gaan we het niet meer mee redden, zo is de algemene gedachte. Dat viel bijvoorbeeld te horen bij de groep economen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) die in februari nog een bezoek brachten aan Nederland, met een rugtas vol met goedbedoelde adviezen over onder meer A.I. en automatisering.

Ook econoom Heleen Mees haalde het onderwerp recent uitgebreid aan bij BNR, en hoogleraar Robert Dur benoemde het ook nog in zijn Dies Natalis, eind januari bij de Universiteit van Maastricht, waarin hij de uitdagingen van de Nederlandse arbeidsmarkt besprak. Om de productiviteit te verhogen, zouden we bijvoorbeeld wat strenger kunnen zijn voor de nu dominante, maar laagproductieve sectoren als slachthuizen, distributiecentra en kassen, zoals ook DNB-president Klaas Knot   bepleitte, net als Frans Timmermans in zijn Banning-lezing, en ook diverse universiteiten.

Ook internationaal laag

De groei van de Nederlandse arbeidsproductiviteit is de afgelopen decennia niet alleen steeds verder teruggelopen, hij is ook in internationaal perspectief behoorlijk laag, liet ESB recent zien. In Zweden, Denemarken, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en de Verenigde Staten ligt de gemiddelde jaarlijkse groei bijvoorbeeld een stuk hoger, terwijl het niveau daar vaak sowieso al (soms ver) boven dat van Nederland ligt.

Wat eraan te doen? Het probleem ligt namelijk niet zozeer in het grote aantal zzp’ers in Nederland, noch in gebrekkige marktwerking, een haperende verspreiding van kennis, of te lage lonen, zo werd eerder eigenlijk al geconstateerd. Ook volgens de ESB-analyse is de oorzaak grotendeels te vinden in de laagproductieve sectoren, die een steeds groter deel van de werkgelegenheid opsouperen. Denk niet alleen slachthuizen, kassen en distributiecentra, maar ook: schoonmaak, beveiliging, uitzendbureaus. Terwijl hoogproductievere sectoren als mijnbouw, telecom en financiële diensten dus juist relatief minder hard groeien.

Arbeidsmarktdynamiek

De ESB-auteurs noemen echter ook nog een ander interessant aspect als mogelijke verklaring voor de lage groei van de arbeidsproductiviteit, en dat is: de dynamiek op de arbeidsmarkt. Die is in Nederland namelijk ook ongunstiger dan bijvoorbeeld in Denemarken en Zweden, zo valt er te lezen. Daar zou het immers gebruikelijker dan in Nederland zijn om van baan te wisselen, aldus ook OESO-cijfers. Dus ondanks dat we vaak dénken dat we in Nederland een heel flexibele en volatiele arbeidsmarkt hebben, is dat in de praktijk misschien wel helemaal niet zo. Met dus vrij funeste gevolgen voor de arbeidsproductiviteit.

Het is juist hier dat de wereld van recruitment ook om de hoek komt kijken. Want investeren in innovatie en kennisontwikkeling, dat ligt in de meeste organisaties meestal niet op het bordje van de recruiter. Maar dat is anders waar het gaat om de arbeidsmarktdynamiek aanjagen. De ESB-auteurs pleiten bijvoorbeeld voor inzet op om- en bijscholing en intersectorale mobiliteit, teneinde het mensen makkelijker te maken tijdens de loopbaan van baan te wisselen. Maar ligt hier niet ook juist een mooie taak voor de recruiter? En zo bevat de analyse toch ook weer wat goed nieuws. Dus hup, recruiters van Nederland, help die dynamiek op de arbeidsmarkt te versnellen, en zorg eens voor meer mobiliteit! Anders wordt het nooit meer wat met de arbeidsproductiviteit…

Over de auteur

Peter Boerman is hoofdredacteur van deze site. Hij schrijft af en toe opinies op persoonlijke titel. Zoals deze.

Waarom we (mbo-)recruiters meer moeten waarderen

Je zal er maar voor staan! Je zal bijvoorbeeld staan voor de opgave om een groot aantal verschillende vacatures te vervullen, van de CEO- tot de medewerker postkamer-vacature. Inhoudelijke kennis van alle functies hebben, zeker van mbo-functies, dat is niet te doen. Je zal er maar voor staan om zowel theoretisch opgeleide academici als praktisch ingestelde mbo’ers te moeten werven; de verwachtingen van de kandidaten over solliciteren zijn compleet anders.

Volumefuncties vragen een andere, meer datagedreven aanpak, andere skills.

Je zal er maar voor staan om zowel eenmalige ‘exotische’ vacatures als de altijd openstaande vacatures te moeten vullen. Volumefuncties vragen immers een andere, meer datagedreven aanpak, andere skills. Je zal er maar voor staan om zowel de A.I.-ontwikkelingen als de ontwikkelingen op vacatureteksten en recruitment marketing te moeten volgen; alleen grote corporates kunnen alle kennis in huis halen en houden.

Oppervlakkige relatie

Je zal er maar voor staan om de traditionele P&O-medewerker te moeten ontwikkelen tot een moderne recruitment marketeer die ook nog eens expert is op digitale multi-sourcing-tools; een andere (mentale) benadering die ook een ander type persoonlijkheid vraagt. En je zal er maar voor staan om met een enkele recruiter tientallen hiring managers te moeten bedienen. De interne klantrelatie zal altijd oppervlakkig blijven.

Je zal er maar voor staan dat in jouw functiehuis een recruiter maximaal 3.000 euro per maand verdient…

Je zal er maar voor staan dat je een functiehuis hebt waar een professionele recruiter maximaal 3.000 euro per maand kan verdienen; toppers in de huidige arbeidsmarkt verdienen al snel  het dubbele of meer. En je zal er tegelijkertijd maar voor staan dat je moet werken met een sterk verouderd ATS. Als recruiter ben je dan soms meer tijd kwijt met het achterhalen waar de sollicitant in het proces zit dan met de kans om snel en adequaat te reageren op kandidaten in deze krappe arbeidsmarkt…

Niet gek dus

Het is dan niet gek dat in veel organisaties:

  • Vacatures veel te lang openstaan, omdat er geen goed ATS is om voldoende grip te krijgen op het proces.
  • Er geen goede recruitment-KPI’s zijn, zoals cost per hire, waardoor niemand het kader heeft om de normen qua kosten en doorlooptijd te bewaken.
  • Je niet de beste en meest ervaren recruiters aan je kunt binden, en jonge, onervaren of zelfs onbekwame recruiters moet inzetten om inhuur te voorkomen.
  • De hiring managers meer via bureaus inhuren dan eigenlijk goed is voor de organisatie; zowel financieel als kwalitatief in termen van binding.
  • Recruitmentmanagers en recruiters zich ten koste van hun eigen gezondheid een slag in de rondte werken om de organisatie draaiende te houden, waardoor de kosten van verzuim oplopen en veel recruitmentcapaciteit wordt ingehuurd.
  • Veel en vaak op recruitment gemopperd wordt. Dit wil vooral nog wel eens gebeuren als ze er niet bij zijn. Meer waardering zou op zijn plaats zijn, zonder recruitment wordt het zeker niet beter. Verbeteringen zijn absoluut noodzakelijk – zeker als het gaat om de ingewikkelde mbo-vacatures. Het moet dan wel zo zijn dat voor recruitment de randvoorwaarden ingevuld zijn.

De voorwaarden

Die voorwaarden voor snel en adequaat ingrijpen van recruitment zijn eigenlijk vrij simpel:

  • Creëer echt (!) draagvlak op het hoogste niveau, met ‘afdwingmacht’ om doe-dingen echt voor elkaar te krijgen; een dag gewacht is een dag te veel.
  • Zorg voor voldoende budget voor tooling (proces- en rapportagetooling) voor effectieve en efficiënte processen; neem afscheid van onmogelijke ATS-systemen die van alles doen behalve het recruitmentproces ondersteunen.
  • Zorg voor een salarishuis dat ruimte biedt voor het aannemen en behouden van voldoende recruitmenttoppers; zorg voor eigen capaciteit op alle niches.
  • Maak een opleidingsbudget voor recruiters en hiring managers voor de opbouw en het onderhouden van inhoudelijke kennis van elkaars werkzaamheden;
  • Ontwikkel visie en beleid op de integrale human capital-agenda; zodat het niet bij eenmalige acties blijft.

Geen verrassing

Met deze voorwaarden ingevuld, is het tij snel en adequaat te keren. Uiteraard hangt de snelheid af van de achterstand die in de afgelopen jaren is opgelopen. Het zal meer werk zijn en langer duren als er onvoldoende is geïnvesteerd en onvoldoende is geanticipeerd op de huidige krappe arbeidsmarkt. De vergrijzing is immers al lang geleden aangekondigd en de krapte van nu had geen verrassing mogen zijn.

De vergrijzing is al lang geleden aangekondigd en de krapte van nu had geen verrassing mogen zijn.

Belangrijk bij dit alles is dan wel om recruitment beter te gaan waarderen. Het is immers niet alleen hun probleem. Wat niet wil zeggen, dat soms niet de juiste mensen staan opgesteld om de huidige en vaak complexe uitdagingen planmatig en structureel op te lossen.

Je zal er maar voor staan, als recruiter, voor al die in- en externe uitdagingen. Tijd voor ze wat meer te waarderen, stelt Max Boodie. Vooral de recruiter die mbo'ers werft verdient volgens hem veel meer respect. Maar waarom is dat dan precies?

Het vak is niet meer wat het ooit is geweest; een mensen-mensen-vak! Inmiddels is het een data-analyse-vak, een vak waar je moet kunnen rekenen. Het is een bedrijfskundig vak, dat begrijpt hoe organisaties zich gedragen. Een psychologisch vak ook, waarbij je gedrag van mensen individueel en in groepen moet snappen. Het is een online marketingvak, dat digitale skills vraagt. En het is een servicegericht vak, waarbij je zowel kandidaten als hiring managers moet bedienen. Maar hoe dan ook, zonder echt waardering op te brengen voor recruitment gaat er niets veranderen. Ga ze waarderen en bied de conditie om hun werk goed te doen.

Over de auteur

Max Boodie is oprichter van PlaytoWork.

Verder verdiepen?

Tijdens de Leergang Recruitment van de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie leer je alles om kandidaten te vinden en in beweging te brengen uitgaande van je eigen recruitmentkracht. Op 30 mei begint een nieuwe editie. Zo leer je altijd toegevoegde waarde te leveren!

Leergang Recruitment

Waarom consistent zijn altijd beter is dan letten op ‘gebroken benen’

Stel: je weet dat iemand elke vrijdag naar de film gaat. Maar stel: je weet ook dat diegene deze week zijn been gebroken heeft. Wat denk je: zal dat bioscoopbezoek deze vrijdag doorgaan? Als je het aan een algoritme vraagt, zal dat waarschijnlijk ‘ja’ zeggen. Het heeft immers niet anders geleerd. Maar vraag je het een mens, dan wordt het waarschijnlijk een ‘nee’. Hoe kun je met een gebroken been nu naar de film?

Hoe kun je nu met een gebroken been naar de film?

Precies zo is het in veel selectiebeslissingen in recruitment. We denken vaak ‘broken legs’ te zien bij kandidaten, waarvan we denken dat algoritmes ze over het hoofd zien, en dat we daardoor slimmer zijn dan de computer, en dús uiteindelijk betere beslissingen maken. Maar in werkelijkheid zijn er maar heel weinig écht gebroken benen, vertelt Marvin Neumann, onderzoeker aan de Nederlandse Vrije Universiteit. En zitten we er dus vaker naast dan dat het stugge algoritme dat doet.

Als je maar consistent bent

In een experiment liet hij vorige week duidelijk zien dat consistentie loont in recruitment. Min of meer ongeacht wáár je nu consistent over bent. Wil je de beste kandidaat kiezen, dan kun je het beste vooraf bedenken welke beslisregel je wilt volgen om tot die keuze te komen, en daar vervolgens structureel aan vasthouden. Hoe contra-intuïtief dit ook voelt, het maakt dus vaak niet uit of die beslisregel nou precies klopt of niet, aldus Neumann. Consistentie in keuze blijkt nog belangrijker.

Het maakt gek genoeg eigenlijk niet uit of je beslisregel nou precies klopt of niet.

In het experiment werd een groep van zo’n 50 respondenten gevraagd een 30-tal anonieme sollicitanten voor de rol van ticket agent bij een luchtvaartmaatschappij te beoordelen. Van de kandidaten waren slechts hun scores bekend op het gebied van een cognitieve IQ-test, een zelfrapportage op consciëntieusheid, en het oordeel van een manager op basis van een ongestructureerd interview (tussen 1 en 5).

De ene helft van de groep respondenten kreeg echter vooraf de vraag om aan te geven hoe belangrijk zij deze criteria (ten opzichte van elkaar) vonden, de andere helft kreeg die vraag niet. Het blijkt dat de eerste groep, die dus een weging vooraf bekend maakte, en op basis hiervan een score-advies kreeg, vaak van hun eigen advies afweek en daarom nauwelijks betere voorspellingen maakte dan de tweede groep. Had de eerste groep echter consistent hun eigen opgestelde beslisregel gevolgd, dan had zij vervolgens ook beter de uiteindelijke score van een kandidaat voorspeld dan de groep die vooraf geen beslisregel had opgesteld, maar puur selecteerde op basis van hun eigen eerdere ervaring.

Rotte appels

Neumann organiseerde het live experiment samen met Wim Thielemans van de Vlaamse School for Recruitment. ‘Soms is keuzes maken makkelijk’, aldus Thielemans, terwijl hij twee rotte appels en één glimmende laat zien. Maar meestal is dat dus niet zo. Hij zegt het voorbeeld van de broken legs wel te herkennen. ‘Een kandidaat heeft de website niet bekeken, komt te laat binnen of heeft een d/t-fout in de brief staan. Dan valt hij of zij al snel af. We denken dat zulk soort dingen meespelen, maar dat doen ze dus zelden.’ Neumann: ‘Als mensen hun zelf gemaakte beslisregel constant toepassen, en dan niet proberen uitzonderingen op de regel te zien, dan is de voorspelbaarheid hoger dan wanneer voorspellingen puur op ervaring gebaseerd zijn. Helaas is de praktijk meestal anders.

Meer ervaring blijkt in selectie nauwelijks meerwaarde op te leveren.

Neumann heeft zo nog wel meer interessante inzichten te delen, over zowel bias als ruis in het selectieproces. Dat ervaring in selectie bijvoorbeeld nauwelijks meerwaarde oplevert. Dat het puur consistent toepassen van een beslisregel in vrijwel alle gevallen beter scoort dan puur selecteren op basis van intuïtie van de selecteur, ook als het gaat om minder valide selectie-instrumenten.

Zo kan volgens hem dus zélfs een ongestructureerd sollicitatiegesprek een rol spelen. ‘Als je het maar gaat kwantificeren, en vervolgens via een consistente beslisregel toepast’, legt hij uit. ‘Idealiter geef je zo’n suboptimaal instrument dan een wat lager gewicht. Dat nog altijd levert betere selectiebeslissingen op dan helemaal geen beslisregel te gebruiken en je intuïtie in te schakelen. Wie het volgens het boekje wilt doen gebruikt alleen maar een paar valide instrumenten en telt de scores gewoon op. Maar voordat iemand zegt: ‘Nou, als je wilt dat ik een compleet gestructureerd interview ga doen, dan gebruik ik wel helemaal geen algoritme’, is mijn antwoord: ‘Oké, accepteer dan een instrument wat suboptimaal is en probeer het een wat lager gewicht te geven, voordat je helemaal geen beslisregel wil gebruiken en dus heel inconsistent oordeelt.’

Nóg een gesprek? Liever niet

Veel van die kennis is al bekend sinds 1954 (Paul Meehl), 1959 (Lasky et al) en 2020 (Yu & Kuncel) en 2016 (Kausel et al). Uit dat laatste onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat méér informatie helemaal niet altijd tot betere beslissingen leidt. Nóg een gesprek? Nog een screening? We denken vaak: meer informatie is alleen maar beter. Baat het niet, dan schaadt het ook niet. Maar Neumann zegt dat we ons daarin vergissen. ‘Meer ongestructureerde interviews kunnen zelfs schadelijk zijn voor onze oordelen. Het toevoegen van een slecht interview kan de valide informatie verwateren; het zogeheten dilution-effect. En alsof dat op zich nog niet erg genoeg is, komt er nog eens bij dat mensen meer vertrouwen hebben in hun eigen oordeel als het gebaseerd is op meer informatie.’

Het toevoegen van een slecht interview kan de waarde van de valide informatie verwateren.

Dat mensen liever vertrouwen op hun eigen oordeel (hoe gekleurd ook) dan op algoritmes heeft er waarschijnlijk mee te maken dat ze vrezen dan autonomie kwijt te raken. Door mensen te vragen zélf een simpele beslisregel vooraf te laten opstellen, kun je dat volgens hem grotendeels teruggeven. ‘Maar dan moet je vervolgens niet de mogelijkheid om daarvan af te wijken. Dus niet de mogelijkheid bieden om broken legs te zien.’

Simpele beslisregel gewenst

Samengevat: zorg dat je een simpele beslisregel opstelt, en doe dat vooral zelf. Daar is de rol van de expert namelijk nog wel belangrijk. Dat is altijd beter dan géén beslisregel maken. En voeg daarna niet te veel extra instrumenten toe. Niet goed voor je budget, maar ook zelden goed voor je validiteit, aldus Neumann. ‘We moeten echt afleren om nóg een extra test te vragen.’ En trek je bij de beslisregel vooral ook niet te veel aan van wat voor gewicht je een bepaald criterium moet geven. ‘Dat je het consistent toepast, dat verklaart grotendeels waarom beslisregels beter zijn dan je intuïtie. Dat is dus meestal belangrijker dan de kwaliteit van het algoritme en de verdeling van de gewichten.’

‘Waak waar de mens zich zou moeten terugtrekken is het combineren van informatie.’

Als beslisregels (dus: algoritmes) belangrijker zijn dan het menselijke oordeel, wat voor rol blijft er dan eigenlijk nog over voor de recruiter? ‘Daar hebben we ook onderzoek naar gedaan’, zegt Neumann. ‘En er zijn nog genoeg zaken die overblijven. Vooral voor het verzamelen van informatie. De enige taak waar de mens zich volgens mij zou moeten terugtrekken is het combineren van de informatie.’ En besef, vult Thielemans aan: ‘Jouw oordeel heeft een enorme impact op de toekomst van de kandidaat. Jouw keuze kan die persoon helpen of kraken. Juist daarom is het ook zo belangrijk dat het goed gebeurt…’

Meer weten?

Meer weten over hoe je beslisregels kunt opstellen? Lees dit tutorialMeer over hoe je je eigen selectie-algoritme kunt ontwerpen? Volg een gratis workshop op 14 mei met dr. Marvin Neumann (Vrije Universiteit Amsterdam) en Wim Thielemans (School for Recruitment).

Lees ook

Hoe Marta’s open sollicitatie de hele wereld over ging – en het cv opnieuw uitvond

Via een zelfgeschoten video op zoek gaan naar een baan, we besteedden er in deze rubriek al wel eerder aandacht aan. In Nederland waren er in elk geval al heel wat voorbeelden van te vinden. Maar zoveel bereik als de goedlachse Marta Puerto ermee wist te genereren? Dat zal toch weinigen gegeven zijn. In de eerste 3 dagen wist ze er al meer dan 1 miljoen views op te krijgen, resulterend in ‘honderden verzoeken’ van werkgevers om eens te komen praten.

In 3 dagen wist Marta al meer dan 1 miljoen views op haar video te krijgen.

Een mooie opsteker voor de 29-jarige marketeer, met ervaring in B2C en B2B, die in haar vorige baan bij fintechbedrijf Xolo in oktober ontslagen werd, en sindsdien allerlei verwoede pogingen deed om iets nieuws te vinden. Vooralsnog echter zonder resultaat. Dat zal na de viral video, die ze opnam met de medewerking van haar laatste werkgever, videoproductiebedrijf Filmograma, ongetwijfeld anders zijn.

The medium is the message

Marta Puerto, die ook nog een tijdje in het Belgische Luik werkte, spreekt 6 talen: Spaans, Catalaans, Engels, Frans, Portugees en Italiaans. In haar video spreekt de marketingmanager haar publiek vooral in het Engels toe, maar ook de andere talen komen voorbij. De video is juist zo goed, zo wordt vrij algemeen erkend, omdat hij zo mooi een link legt tussen het medium van communicatie en het beroep waarin ze terecht wil komen. The medium is the message, zou good old Marshall McLuhan zeggen

En dat terwijl ze eigenlijk heel verlegen is, zegt ze zelf, en het ‘extreem beschamend’ vindt om het over zichzelf te hebben. ‘Maar mensen die me kennen, weten ook dat ik niet zomaar opgeef.’ En dus kwam ze na ‘ontelbare sollicitatiebrieven’, vaak zelfs zonder enige reactie, tot dit resultaat, ook nog eens ondersteund door een gloednieuwe website. Waarbij ze voor de video trouwens heel veel zelf oppakte: van idee tot concept, script (inclusief het nu al legendarische ‘Free trial ended. Book an interview’), en locatiescouting tot publicatie en distributie.

De toekomst van het cv

Op internet zijn de reacties op de precies 1 minuut en 42 seconden durende video over het algemeen lovend. ‘Dit is de toekomst van het cv in tijden van GenAI’, valt bijvoorbeeld te lezen. ‘Dit laat namelijk echt iemands ware potentieel zien.’ Een ander stelt dat alle werkgevers die haar de afgelopen maanden hebben afgewezen nu wel de haren uit het hoofd zouden trekken van spijt.

Zelf had ze echter alle aandacht niet verwacht. ‘Ik had gedacht dat ik er mogelijk 100 tot 200 likes op zou krijgen, vanuit mijn eigen netwerk.’ Na 1 dag stond de teller echter al ruim boven de 80.000 likes. Ze had in diezelfde tijd ook al 5.000 connectieverzoeken binnen. ‘Ik krijg nu zelfs verzoeken van recruiters die me eerst hebben afgewezen. Ze willen nu ineens allemaal een stukje Marta’, zei ze in een interview.

Eén werkgever vroeg haar zelfs om naar Londen te verhuizen.

Het duurde zelfs maar enkele minuten nadat ze de video had gepost, voordat de eerste reactie binnenkwam: een voormalig collega die nu bij een ander bedrijf werkt vroeg haar voor een sollicitatiegesprek de volgende week. Maar daar bleef het niet bij. Het regende zelfs zoveel verzoeken dat ze een aparte mailbox ervoor opende. Eén werkgever vroeg haar zelfs om naar Londen te verhuizen, na overleg met de CEO aangepast tot: ‘Oké, we vinden het ook niet erg als je remote vanuit Madrid wil werken.’

Implicaties

Het viral video-cv, dat de titel Meet Marta: The Movie had meegekregen, heeft nogal wat implicaties voor de toekomst van recruitment, zo valt her en der te lezen. ‘Het stelt serieuze vragen over de effectiviteit van het traditionele sollicitatieproces in een wereld waar juist digitale presence en creativiteit belangrijk zijn voor iemands carrièrekansen en de nieuwe valuta van succes worden’, zo luidt een van de analyses. ‘Als meer individuen een voorbeeld nemen aan Marta, en dit soort content gaan maken om hun skills aan te tonen, zullen bedrijven hun recruitmentstrategieën moeten overdenken en gaan aanpassen.’

Terwijl heel Nederland in de ban was van Joost Kleins Europapa, ging in het zuiden van Europa de aandacht uit naar Marta Puerto, die via een hartverwarmende video op zoek ging naar een nieuwe baan. Is dit de échte toekomst van het cv?

Lees ook

‘Open Talent’: hoe de grootste uitdaging van organisaties verder gaat dan alleen vacatures vullen

Wie wel eens van een term als ‘Total Talent Management‘ heeft gehoord, denkt soms dat het daarbij vooral erom gaat of je iemand beter vast of flex (als zzp’er, uitzendkracht of gedetacheerde) kunt aannemen. Maar kijken we naar de inzendingen voor de allereerste Total Talent Management Awards in de geschiedenis, waarvan gisteren in Breda dus ook de allereerste jurydag ooit heeft plaatsgevonden, dan blijkt de term werkelijk een heel spectrum aan mogelijkheden te bevatten waarop je naar het aantrekken van talent kunt kijken.

Er is een heel spectrum aan mogelijkheden waarop je naar het aantrekken van talent kunt kijken.

Of het nu gaat om samen met andere organisaties talent delen (Vitalis), om via een Employer of Record-oplossing internationaal talent aan je te binden (Fairphone), om een intern gigs-platform (Booking.com), om een gezamenlijk opleidingsprogramma met leveranciers (Aquafin), of om een combinatie van al die opties (ING, UCB); het talentvraagstuk blijkt veelzijdiger dan ooit, en voor elke organisatie een (ook technische) uitdaging. En dan hebben we het nog niet eens gehad over bijvoorbeeld outsourcing of robotisering.

Extended enterprise

Het past bij het idee van de ‘extended enterprise’, zoals Mark van Assema en Marleen Deleu dat uitwerkten in hun nog altijd zeer lezenswaardige boek Mis geen talent. ‘Oftewel: denk niet vanuit je stafsilo’s van Finance, HR en Inkoop; daar heeft de business immers geen boodschap aan. En denk voor invulling ook niet vanuit contractvormen als vast en flex: die zijn volgend, niet leidend’, aldus Van Assema, die samen met Deleu ook de initiatiefnemer van de Total Talent Management Awards is. Talent komt in vele soorten en maten, zo lijkt hun boodschap te zijn.

Hun ideeën over die nieuwe, veel meer integrale en uitgebreide benadering van talent aantrekken, sluiten nauw aan bij die van Harvard-hoogleraren John Winsor en Jin H. Paik, die in hun recente boek Open Talent ook schrijven dat het tijd is voor nieuwe modellen, en af te stappen van de lineaire, traditionele en top-down manier van vacatures vullen, die in veel organisaties nog altijd min of meer standaardprocedure is. Met als belangrijk(ste) onderdeel van al die nieuwe modellen: platformisering, mogelijk gemaakt door technologie.

‘Grootste kopzorg’

‘De grootste kopzorg waarmee internationale bedrijven vandaag de dag worden geconfronteerd – en niet te vergeten hun grootste kostenpost – is het vinden van talent’, zeggen ze. ‘Om dit probleem aan te pakken, omzeilen veel individuele managers nu stilletjes de standaard recruitmentprocedures van hun organisatie en wenden ze zich tot talentplatforms om bekwame hulp te vinden. Er zijn al meer dan 800 van zulke digitale talentplatforms die bedrijven de diensten aanbieden van miljoenen hoogopgeleide freelance professionals van over de hele wereld. En die freelancers kunnen vaak sneller en goedkoper werken dan fulltimers.’

‘Bedrijven moeten al het talent beschouwen als deel van een wereldwijd netwerk.’

Hoogste tijd om dat nu ‘stiekeme’ gedrag van managers in elk geval in kaart te brengen en er liefst ook nog beleid op te ontwikkelen. Want dan kun je er echt voordeel mee gaan doen. ‘Bedrijven moeten zelf een open-talent-strategie ontwikkelen – een fundamenteel nieuwe benadering van recruitment, waarbij ze al het talent beschouwen als deel van een wereldwijd netwerk waarop ze kunnen vertrouwen om aan hun behoeften te voldoen’, aldus de auteurs.

500 miljoen talenten

Dat steeds meer organisaties moeite hebben om vast talent aan te trekken of te houden is geen probleem van de laatste jaren, zeggen ze ook. Het speelde al vóór corona, en ook al voor de opkomst van A.I. Maar thuiswerken en platformisering heeft het wel in een stroomversnelling gebracht, en die geest is niet zomaar terug in de fles te duwen. Wil je als organisatie nu alleen nog met vaste vacatures in je behoefte voorzien, dan kan het knap lastig worden, schrijven ze. Je sluit je ogen dan niet alleen voor de wensen van een hele generatie, maar ook voor een hele wereld aan talent buiten je eigen grenzen.

‘Wil je als organisatie nu alleen nog met vaste vacatures in je behoefte voorzien, dan wordt het knap lastig.’

Op de meer dan 800 digitale talentplatforms die de auteurs over de hele wereld hebben onderzocht, zijn bijvoorbeeld naar schatting 500 miljoen (!) hoogopgeleide professionals aangesloten, gescreend en al en klaar om te werken. ‘Dit zijn mensen die gebruik hebben gemaakt van nieuwe technologieën en talentplatforms om zichzelf om te vormen tot mondige micro-ondernemers die hun eigen arbeidsvoorwaarden bepalen en zelf beslissen welk werk ze doen, waar, wanneer en hoe ze dat doen en wat ze ervoor vragen.’

Open Talent

Zelf noemen ze deze verschuiving dus ‘Open Talent‘ – ‘een term die we gebruiken om de versnelde digitale transformatie van talentmanagement te beschrijven door middel van wereldwijd verspreide arbeidskrachten die voor bedrijven toegankelijk zijn via on-demand digitale platforms.’ Dat kan volgens hen tal van voordelen opleveren. Denk: minder frictie bij het zoeken naar (geschoolde) krachten, minder vaste salariskosten, een groter vermogen om mee te bewegen met de vraag, sneller en efficiënter werk en aanzienlijke kostenbesparingen.

En let op, het gaat hier wel om iets anders dan de gig economy. ‘Dat laatste gaat voor ons vaak om transacties tussen bedrijven en consumenten, zoals met bezorgservices. Dat soort werk kan werknemers in een tredmolen zetten en hen nooit de kans geven om op adem te komen. Open talent is echter een breed concept dat verschillende strategieën voor het aantrekken van talent omvat die verder gaan dan de traditionele tewerkstelling en die de nadruk leggen op flexibiliteit en toegang tot gespecialiseerde vaardigheden.’

Inkoop niet meer voldoende

Het is niet meer genoeg om HR alleen te laten werken met werknemers en uitzendkrachten, de afdeling inkoop met outsourcing-partners en innovatiebureaus met externe medewerkers, stellen de auteurs. ‘Bedrijven moeten al hun talent gaan zien als onderdeel van een wereldwijd netwerk van zeer gespecialiseerde werknemers met onderling afhankelijke vaardigheden. En dan, als ze die nieuwe denkwijze hebben aangenomen, moeten ze zelf bouwen aan wat we een externe talent cloud noemen: een pool die niet alleen je interne medewerkers en vaste contractanten omvat, maar ook veel hoogopgeleide freelancers van over de hele wereld.’

‘De voordelen zijn zo duidelijk en meetbaar dat bedrijven het zich niet kunnen veroorloven om níet hierop over te stappen.’

In hun onderzoek ontdekten ze dat bedrijven die het open-talent-model omarmen hun werk net zo goed gedaan krijgen als bedrijven die meer traditioneel werven. ‘Maar dan 4 tot 5 keer sneller en 8 tot 10 keer goedkoper. Dit betekent niet dat ze werknemers harder pushen of minder betalen. Het betekent gewoon dat ze efficiënter werken en veel bureaucratie schrappen. Onze ervaring is dat de voordelen zo duidelijk en meetbaar zijn dat bedrijven het zich niet kunnen veroorloven om niet over te stappen op open talent en het te omarmen als een strategische noodzaak.’

Allemaal op eigen manier

Het is precies deze open houding om ook op andere manieren naar talent te kijken die de genomineerden van de Total Talent Management Awards kenschetst. En allemaal doen ze dat op hun eigen manier. Wie de jury uiteindelijk daarvan als winnaar bestempelt? Dat weten we pas op 21 maart, als in Breda weer de jaarlijkse Total Talent Summit plaatsvindt. Maar misschien schuilt de grootste winst al wel in het feit dat de 6 genomineerden vooral laten zien dat het om veel meer gaat dan alleen om de vraag: vast of flex? En wat zou het mooi zijn als juist recruiters daar wat meer het voortouw in zouden nemen.

Lees meer

Niets missen?

Kom dan op 20 maart 2025 naar Breda, voor de vierde editie van de Total Talent Summit.