Ruim helft neemt nog geen maatregelen tegen bias (en 4 experts over hoe je dat wél kunt doen)

Hoewel 28% van de HR-beslissers aangeeft dat hun organisatie processen hanteert om eerlijke werving te waarborgen, benut een groot deel eenvoudige technieken nog nauwelijks. Zo verwijdert slechts 17% gender- of leeftijdsgebonden taal uit vacatureteksten, en hanteert maar 19% gestructureerde interviews met identieke vragen voor alle kandidaten. Andere effectieve maatregelen om bias tegen te gaan, zoals blinde sollicitatiebrieven (6%) en werven zonder cv (4%), worden nog veel minder toegepast, blijkt uit recent onderzoek van Indeed.

‘De praktijk laat zien dat veel bedrijven hierin nog flinke stappen kunnen zetten.’

‘Eerlijke werving vormt een cruciaal onderdeel van inclusiviteit op de werkvloer, maar de praktijk laat zien dat veel bedrijven hier nog flinke stappen in kunnen zetten’, reageert Stan Snijders, Managing Director Benelux bij Indeed. ‘Met eenvoudige aanpassingen in het wervingsproces kunnen organisaties al een groot verschil maken.’ Welke stappen dat zijn, daarover schreef de vacaturesite een uitgebreid onderzoeksrapport, inclusief gedetailleerde inzichten en praktische aanbevelingen van verschillende experts. Welke tips delen zij zoal? Een korte eerste impressie.

#1. ‘Focus je alleen op het strikt noodzakelijke’

Wie? Dr. Marcia Goddard is een neurowetenschapper met een missie. Na het behalen van haar PhD in neurowetenschap werkte zij als assistent-professor. Zij verliet de academische wereld om haar kennis en kunde te richten op het overbruggen van de kloof tussen wetenschap en werkvloer.

Visie? Alles begint met bewustwording en dus adviseer ik allereerst een goede training voor iedereen, managers en medewerkers. Dat lijkt misschien een open deur, maar het is enorm belangrijk dat we serieus begrijpen wat bias is en welke gevolgen het heeft. Als je het snapt, dan kun je met elkaar erover praten en een strategie bepalen hoe je de impact van vooroordelen kunt verminderen. Verder moet je er vanaf het begin voor zorgen dat er diversiteit is in de groep die verantwoordelijk is voor werving en selectie. Bepaal met elkaar een kleine set kenmerken die écht belangrijk zijn om de rol met succes vorm te geven. Houd het zo zuiver mogelijk. Focus je alleen op het strikt noodzakelijke, de must-haves. Selecteer niet op onderbuikgevoelens, maar op vaardigheden en kennis.’

‘Ik zou sowieso adviseren te stoppen met het vragen naar een cv.’

‘Wat ik een hele handige vind, is een tool die je helpt om vacatureteksten inclusiever te schrijven. Ik zou sowieso adviseren te stoppen met het vragen naar een cv. Je krijgt een veel beter beeld van geschiktheid als je vraagt naar work samples, bewijzen van bekwaamheid. Daarmee kan een kandidaat aantonen te beschikken over de kennis en de ervaring waarnaar jij op zoek bent. Verder is mijn tip te werken met vaste, gestructureerde interviews die bij elke kandidaat dezelfde set aan vragen bevat. Persoonlijke vragen zijn een broeinest voor bias, dus die kun je het best vermijden. Wel zo eerlijk, en je doet daarmee ook neurodivergente kandidaten een plezier. Zij weten vaak niet goed wat zij aan moeten met dat soort ‘vage’ vragen.’

Nog een tip? ‘Ook de selectie kan je het best doen met een team waarin voldoende diversiteit is. Wat goed werkt, zijn scorecards die teamleden los van elkaar, gerandomiseerd invullen. Scorecards zijn in de meeste ATS systemen ingebouwd en kunnen dus ook gemakkelijk verwerkt worden in je recruitmentproces. Na het invullen maakt het systeem automatisch een ranking van de meest geschikte kandidaten. Stel de antwoorden stuk voor stuk ter discussie. Geef een persoon in het team de rol van advocaat van de duivel die elk oordeel uitdaagt. En vergeet niet diegene expliciet toestemming te geven om dat te doen, want de meeste mensen zijn gericht op harmonie en vinden het lastig om zaken op scherp te stellen.’

#2. ‘Peil eerst wat er leeft’

Wie? Als gecertificeerde DEI-trainer/consultant zet Vivian Acquah CDE® zich in om de onderwerpen welzijn op het werk en DEIB+ (Diversiteit, Gelijkwaardigheid, Inclusie en Saamhorigheid) toegankelijker te maken voor iedereen bij klanten als Heineken, Google, Indeed, Deloitte, TIBCO, Cargill, Swift, Acrolinx, KLM en Zalando.

Visie?Het kweken van kennis en bewustzijn in de hele organisatie is een belangrijke factor. Vaak reageren we intuïtief en onbewuste vooroordelen zijn hardnekkig. Veel mensen hebben geen idee hoe hun opmerkingen overkomen op de ander. Uitspraken als: ‘Wat spreek jij goed Nederlands’, ‘Wat ben je lekker assertief voor een vrouw’, of ‘Wat weet je veel van A.I. voor iemand van jouw generatie’, zijn misschien als compliment bedoeld, maar de onderliggende boodschap is dat je afwijkt van de norm. En dan versterkt het juist het gevoel van anders zijn of zelfs uitsluiting.’

‘Goedbedoelde complimenten kunnen juist het gevoel van anders zijn of zelfs uitsluiting versterken.’

Daarom is het cruciaal om werknemers en leidinggevenden op alle niveaus continu te trainen en te blijven ontwikkelen. Een krachtige interventie hierbij is gebruik te maken van virtual reality. Met een VR-bril kunnen mensen aan den lijve ervaren hoe het is om geconfronteerd te worden met de impact van exclusie op de werkvloer. Een ervaring die letterlijk je blikveld verruimt. Je kruipt als het ware in de huid van de ander en voelt zelf wat een schijnbaar onschuldige opmerking met jou persoonlijk doet. Dankzij dit soort trainingen worden werknemers zich meer bewust van de impact van exclusie zoals vooroordelen, microagressie en ongewenst gedrag. En ze leren hoe het beter kan.’

Nog een tip? ‘Een cultuur van inclusie en saamhorigheid neerzetten doe je echt samen. Daarom adviseer ik altijd voordat je begint goed te peilen wat er leeft bij je medewerkers. Waar lopen ze tegenaan en waar liggen de behoeften? Doe een nulmeting en kijk wat er goed gaat en wat verbeterd moet worden. Op basis daarvan stel je duidelijke doelen, bepaal je meetpunten en blijf deze evalueren. Dan weet je precies wat werkt en wat niet en welke vooruitgang je boekt. Dat geeft duidelijkheid en het motiveert enorm.’

#3. ‘Het is niet in een jaar op te lossen’

Wie? Met bijna 20 jaar internationale leiderschapservaring in de bankensector zet Sergio Panday zich in voor het vergroten van etnoculturele diversiteit in de bedrijfstop. Als mede-oprichter van Roots Inspire helpt hij bedrijven bij het aantrekken, behouden en laten doorstromen van etnocultureel talent.

Meer dan de helft van de HR-beslissers (51%) neemt geen maatregelen tegen bias in het wervingsproces, blijkt uit recent onderzoek van Indeed. Hoe je dat wél kunt doen? Vier experts spreken zich uit.

Visie? ‘Net als bij elke belangrijke beslissing in een organisatie, is het noodzakelijk een business case te maken van je diversiteitsstrategie. Wat is je huidige situatie, hoe ziet je talentpool eruit, waar zit het onbenutte potentieel en wat gaat dat je opleveren? Dan komt de uitvoering en daarin is het allerbelangrijkst dat er duidelijke sponsors zijn vanuit de top van de organisatie. Mensen met invloed die zich hard maken voor het beleid en dit in alles wat ze doen uitdragen. Het is niet in een jaar op te lossen, dus het zal verankerd moeten zijn in de strategie.’

‘Het mooie is, het is altijd tweerichtingsverkeer. Op hun beurt krijgen deze sponsoren ook nieuwe inzichten.’

‘Wat goed werkt, is rolmodellen in leidinggevende posities een podium geven en zo zichtbaar maken wat er mogelijk is. Als je deze rolmodellen intern niet hebt, dan kun je ze extern vinden. Op onze programma’s zetten we deze rolmodellen in als mentors, zodat etnisch divers talent kan sparren met leiders die zelf een etnische achtergrond hebben om zo te leren van hun kennis, inzichten en ervaringen. Het talent krijgt hierdoor vaak meer zelfvertrouwen in hun capaciteiten. Ze leren hoe zij barrières kunnen overwinnen en zichzelf beter kunnen profileren in hun organisatie. En het mooie is, het is altijd tweerichtingsverkeer. Op hun beurt krijgen deze sponsoren ook nieuwe inzichten.’

Nog een tip? ‘Als de focus bij benoemingen verschuift van “het beste individu” (vaak net iets te veel een kopie) naar “de beste toevoeging aan het team”, kan dat al een flinke stap in de richting van een echte meritocratie zijn. Ik zeg hier bewust “toevoeging” en niet degene die het beste in het team “past”, want dan zijn we vaak toch weer terug bij af.’

#4. ‘Reken af met menselijke arrogantie’

Wie? Van nature is Charlotte Melkert kritisch op onlogische of oneerlijke praktijken. Als mede-oprichter van Equalture, een snelgroeiende Nederlandse HR-tech scale-up, opgericht met haar zus Fleur, zet ze neurowetenschappen en gamification in voor onbevooroordeelde werving. Haar visie op competentiegericht werven vertaalde zich in haar boek Beyond Resumes: A Blueprint For Competency-Based Hiring (2024).

Meer dan de helft van de HR-beslissers (51%) neemt geen maatregelen tegen bias in het wervingsproces, blijkt uit recent onderzoek van Indeed. Hoe je dat wél kunt doen? Vier experts spreken zich uit.

Visie? ‘We laten eerst huidige medewerkers onze competentiegames maken. We tonen hiring managers dat wat zij belangrijk vinden, zoals intelligentie, overeenkomt met onze metingen – zonder naar opleiding te kijken. Initieel laten we cv’s en competentiegames naast elkaar lopen. Dit laat zien dat perfecte cv-kandidaten soms slecht scoren in de testen, en andersom. Zo doorbreken we vastgeroeste denkpatronen. Achteraf analyseren we welke mensen zijn aangenomen. Managers zien dan vaak dat kandidaten met het juiste opleidingsniveau maar minder goede testresultaten inderdaad onderpresteren.’

‘We overschatten ons vermogen om mensen te beoordelen.’

‘Om hiring managers mee te krijgen, zijn data én verhalen cruciaal. We merken dat mensen het lastig vinden als een algoritme betere beslissingen neemt dan zijzelf. Dit raakt onze menselijke arrogantie. Dit fenomeen heet ‘overconfidence bias‘. We overschatten ons vermogen om mensen te beoordelen. Dit confronteert mensen met een ongemakkelijke waarheid: de vertrouwde werkwijze die ze jarenlang hebben gevolgd, schiet tekort. Voor wie gewend is zelf de touwtjes in handen te hebben, voelt dit als een aanval op zijn beoordelingsvermogen. Het is niet makkelijk om toe te geven dat je misschien niet altijd de beste beoordelaar bent. Maar het is wel nodig om te groeien en betere beslissingen te nemen. Uiteindelijk gaat het erom dat we de juiste mensen op de juiste plek krijgen.’

Nog een tip? ‘Zoek een afdeling waar de pijn het grootst is, bijvoorbeeld waar veel verloop is of waar het door de krapte op de arbeidsmarkt erg moeilijk is om nieuwe collega’s te vinden. Daar staan managers vaak open voor verandering. Begin dan klein met competentiegericht werven. Bedenk: welke 3 skills ga je echt missen bij een vertrekkende medewerker? Welke vaardigheden van de vertrekkende medewerker zijn onvervangbaar? En welke eigenschappen ga je niet missen?Bouw vervolgens één succesje op. Andere managers worden dan vanzelf nieuwsgierig. Confronteer met data. Toon aan dat niet altijd de slimste personen of hoogst opgeleiden het best presteren. Over data kun je niet discussiëren. Zo kun je geleidelijk overstappen naar een eerlijker en effectiever wervingsproces.’

Meer weten?

Lees het hele onderzoek

Indeed Diversiteit

Lees ook

Doel van kabinet ‘volstrekt onhaalbaar’: zeker geen 1 miljoen ICT’ers in 2030

Het vorige kabinet was er duidelijk over: Nederland heeft in 2030 zeker 1 miljoen ICT-geschoolden nodig. Dat komt neer op zo’n 10% van de gehele werkzame beroepsbevolking. En halen we dat niet, dan zal steeds meer dienstverlening vertraging oplopen en kan de concurrentiepositie van Nederland wel eens onder druk komen te staan, zo vreesden de vorige bewindslieden. ‘De instroom in het bètatechnisch onderwijs moet dus omhoog, de aansluiting tussen het bètatechnisch onderwijs en de arbeidsmarkt moet beter en werkgevers en overheid willen technisch personeel in de techniek en ICT behouden’, zo schreven zij.

Zelfs in het meest optimistische scenario zou Nederland in 2030 nog geen miljoen ICT’ers tellen.

Bij het nieuwe kabinet is van die ambitie echter weinig meer te bespeuren. En uit nieuw onderzoek van arbeidsmarktdataspecialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group blijkt dat het doel ook steeds verder uit zicht raakt. Zelfs in het meest optimistische scenario van ‘explosieve groei’ zou Nederland in 2030 slechts maximaal 862.000 ICT’ers tellen, zo stellen de onderzoekers. In meer waarschijnlijke scenario’s ligt het aantal veel lager: tussen de 628.000 en 783.000. Maar zelfs een scenario van krimp naar 452.000 ICT’ers (oftewel: 4,3% van de beroepsbevolking) achten de onderzoekers niet onrealistisch.

Nu: ruim een half miljoen ICT’ers

Uit de nieuwste Talent Monitor blijkt dat de ICT-beroepsbevolking in Nederland in het derde kwartaal van 2024 ongeveer 583.000 personen telt. Dit komt neer op zo’n 6% van de totale werkzame beroepsbevolking. Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group: ‘Sinds 2022 is de groei in het aantal ICT’ers vrijwel tot stilstand gekomen. Richting 2030 lijkt stabilisatie het meest voor de hand te liggen, mede door structurele krapte op de arbeidsmarkt, waardoor het lastig is zij-instromers bij of om te scholen. Bovendien hebben sectoren zoals de zorg, het onderwijs en de techniek een concurrerende vraag naar arbeidskrachten.’

‘Nuance: als de A.I.-trend zich doorzet, zal de vraag naar vooral developers op termijn afnemen.’

HeadFirst Group-CEO Marion van Happen ziet overigens wel ruimte voor wat nuance bij de behoefte van 1 miljoen ICT’ers. ‘Als de A.I.-trend zich doorzet – en die verwachting is reëel – zal de vraag naar vooral developers op termijn afnemen. In Nederland zal de A.I.-adoptie geleidelijk verlopen, waardoor de impact op de vraag naar ICT’ers tot 2025 beperkt blijft. Maar dit betekent wel dat we het doel van 1 miljoen ICT’ers in 2030 misschien niet hoeven te halen om de digitale transitie succesvol te realiseren. Al blijft het nodig om groei in de ICT-beroepsbevolking te stimuleren, want A.I. kan de vraag naar ICT’ers niet volledig vervangen.’

Meer weten?

De volledige Talent Monitor over ICT’ers is hier te downloaden

Talent Monitor ICT

Lees ook

5 lessen die te leren waren op het Arbeidsmarkt Trends Event

Het loopt tegen het eind van het jaar, en dat is traditiegetrouw gezien de tijd van het terug- en vooruitblikken. Bij Werf& doen we dat onder meer altijd met het Arbeidsmarkt Trends Event, waarbij verschillende sprekers hun licht laten schijnen over de grootste trends en ontwikkelingen, en hoe je daar verstandig op kunt inspelen. Dat gebeurde gisteren, 3 december, opnieuw voor een goed gevulde zaal van het Van der Valk in Utrecht. Welke lessen vielen daar zoal op te halen? Alvast een kleine impressie, voordat de komende weken nog wat meer verdieping volgt.

Les 1: ‘De mensen zijn op’

Zwart/wit stomme filmpjes, een vleugje humor, veel grafieken en ook wel donkere wolken: de aftrap was bijna traditiegetrouw voor Mathijs Bouman, bekend macro-econoom, die de ontwikkelingen altijd scherp weet te duiden. Ook dit keer kwam er weer veel voorbij: van een falend kabinet dat de krapte alleen maar erger maakt, tot de razendsnelle opmars van A.I. en de opvallende constatering dat de lange economische krimp die we gehad hebben, nauwelijks heeft geleid tot gestegen werkloosheid. Wat voor Bouman nogmaals de duurzame krapte onderstreept, net als de stelling dat de potentiële groepen werknemers nu echt wel ‘op’ zijn.

En dus is het goed dat er ‘af en toe een Blokker omvalt’, zei hij ook. ‘Dat schept wat lucht op de arbeidsmarkt. En die mensen kunnen dan doorwerken in een sector die nog wel groeit. We moeten echt af van het idee dat we elk bedrijf moeten redden als het dreigt om te vallen. Geloof me: als we meer bedrijven kapot zouden laten gaan, of ze zouden belonen voor het vernietigen van banen, dan gaat het vanzelf weer beter met de arbeidsmarkt en de economie.’

‘We moeten echt af van het idee dat we elk bedrijf moeten redden als het dreigt om te vallen.’

Al zou het ook helpen als vast wat minder vast zou worden op de arbeidsmarkt, zei hij. ‘Flex minder flex, vast minder vast, dat was steeds de uitruil. Maar die tweede kant van de medaille lijkt wel vergeten te zijn. Terwijl we qua ontslagbescherming bijna bovenaan in Europa staan.’

  • Luister naar wat Mathijs Bouman nog meer te zeggen had:

Les 2: ‘Het meeste talent is al binnen’

Over naar de praktijk dan, en wel aan de hand van KVK-HRM-directeur Karolien van Lieshout, die onder meer een vurig pleidooi hield voor het belang van interne mobiliteit. Nu de mensen buiten steeds moeilijker te vinden zijn, zou de focus beter naar binnen gericht kunnen zijn, betoogde ze. ‘Ik heb bij KVK gezegd: 75% van onze vacatures moeten we vervullen met de mensen die we al in huis hebben zitten.’ En dat is een behoorlijk ambitieus streven, want het gemiddelde in Nederland behelst slechts ongeveer een derde, terwijl voor ongeveer 2 op de 3 vacatures juist iemand van buiten wordt aangetrokken.

Die beweging van talent buying naar talent building heeft wel wat voeten in de aarde, legde ze uit. Zoals de aanstelling van een intern recruiter en het ontwerp van een intern recruitmentproces. Maar het heeft ook in deze tijd ongekende voordelen, zoals op het gebied van veiligheid. ‘We worden echt belaagd door sollicitanten die na binnenkomst onze data willen stelen. Dat is echt een issue aan het worden. We hebben wel systemen om te checken of iemand is die hij zegt dat hij is. Maar iemand die al langer in huis is, die heeft dat vertrouwen natuurlijk vanzelf al meer.’

  • Luister hier naar wat Marion de Vries meenam van het Arbeidsmarkt Trends Event, onder andere over het belang van interne mobiliteit:

Les 3: ‘Zorg voor lonkend perspectief’

Krappe arbeidsmarkt? Aad van der Werf krijgt er ondertussen behoorlijk jeuk van. Want ja, er komen enerzijds nog steeds banen bij, voorspellen onder meer het CPB en UWV. En ja, aan de andere kant gaan in die tijd ook veel mensen met pensioen, terwijl er steeds minder jongeren de arbeidsmarkt opstromen. Maar dat noopt niet tot somberen, aldus de strategisch arbeidsmarktadviseur. Het noopt volgens hem juist eerder tot anders denken, en anders kijken naar onbenut talent. ‘Ik heb het idee dat we te weinig doen met het human capital dat we als Nederland al in huis hebben.’

Dat betekent voor hem aan de ene kant: goed kijken wat we de komende 10 jaar nu echt aan beroepen nodig hebben, en waar het wel wat minder kan. En daar dan ook vol op inzetten. Maar aan de andere kant ook: veel meer kijken naar de drijfveren, passies en talenten van mensen. Want ieder mens heeft talent, is zijn overtuiging. ‘Zelfs als je niets kunt, heb je een talent. Want dan kan je niets’, grapte hij. Gelukkig ziet hij wel beweging die kant op. ‘Ik vind het bijvoorbeeld bemoedigend om te zien dat al 81% van de werkgevers zegt aan skills based hiring te doen, en maar liefst 88% van de techniekbedrijven.’

Zelf werkt hij in de gemeente Rotterdam onder meer met ‘moeilijke doelgroepen’ volgens het zogeheten RIASOC-model. Daarbij gaat het erom minder vanuit de vacature en de functie te redeneren, maar meer te leren kijken: ‘Waar gaat iemand nou op aan? Als je mensen kunt aanspreken op hun passie, dan kun je ze veel meer aan je binden. Dan ontstaat ineens een heel interessante doelgroep.’ En dat speelt zelfs intern, zegt hij. ‘Intern zegt gemiddeld 30% van jullie mensen dat ze onder hun niveau werken. Moet je eens nagaan als je dat potentieel kunt aanboren. Zorg voor een lonkend perspectief, dan ga je groepen aan je binden.’

  • Luister hier wat Alix Hensen Verbaten meenam van het Arbeidsmarkt Trends Event, onder andere over het belang van human capital:

Les 4: ‘Luister naar je doelgroep’

Dat mensen het verschil maken, hebben ze ook begrepen bij Kruidvat. De focus is steeds minder op prijs en operations alleen, vertelde Anke Reusken, manager Employer Branding & Employee Experience bij AS Watson (bekend van Kruidvat, Trekpleister en ICI PARIS XL). ‘Het draait nu om de vriendenteams. Wij zijn ervoor om mensen daarin te stimuleren, en te zorgen dat ze ook binnen onze organisatie blijven.’

Haar verhaal lardeerde ze met tal van cijfers. Zoals het feit dat 83% van het personeelsbestand van de 1.400 Kruidvat-filialen bestaat uit jongeren (Gen Z en Gen Alpha), maar dat van het vaste bestand 18% al 50-plus is, en dat het bedrijf zo’n 23.500 medewerkers telt, verdeeld over 92 nationaliteiten, van wie 16% man en 84% vrouw.

‘Een brief aan de ouders lijkt iets heel kleins, maar heeft een mega-effect in de hele journey.’

Maar vooral leuk waren de vele grote en kleine innovaties die ze noemde. Zoals aan de ene kant de geavanceerde assessments van Neurolytics waarmee het bedrijf nu experimenteert, die aan de hand van spiervertrekkingen in het gezicht iemands engagement en organisational fit zouden kunnen bepalen. Maar aan de andere kant ook iets heel simpels als een brief gericht aan ouders van jongeren die net voor Kruidvat gaan werken, om hen uit te nodigen in gesprek te gaan en zo hun vertrouwen te winnen. ‘Het is iets heel kleins, maar heeft een mega-effect in de hele journey.’

Er kwamen overigens ook nog tal van andere van zulke ‘kleine’ innovaties voorbij die lieten zien hoe Kruidvat naar de doelgroep luistert. Zoals een onepager arbeidsovereenkomst, en een net gelanceerde online carrièrecoach voor alle (jonge) medewerkers. ‘Omdat we merkten dat onze medewerkers het moeilijk vonden om te snappen wat er bij ons allemaal nog meer mogelijk is.’ Ook de preboarding-app verdient vermelding. Die gebruikt namelijk video (‘Onmisbaar voor deze jonge doelgroep’), en kent een uitspeelratio van maar liefst 75%. ‘Wat er waarschijnlijk wel mee te maken heeft dat als je ‘m uitkijkt, je een presentje kunt verwachten.’ Maar het helpt dus ook enorm om de no-show terug te dringen, vertelde Reusken.

  • Luister hier naar wat Anke Reusken allemaal nog meer te zeggen had:

Les 5: ‘Vergeet de vergeten doelgroepen niet’

Vergrijzing? ‘Tot 2029 is vergrijzing níet het probleem op de arbeidsmarkt.’ Laat het maar aan Intelligence Group-directeur Geert-Jan Waasdorp over om de dag af te sluiten met enkele flinke stenen in de vijver. ‘Het is niet de vergrijzing, het is de demografie’, zei hij dus bijvoorbeeld. ‘De arbeidsmarkt is daar totaal nog niet op ingericht.’ Neem een groep als vrouwen, zei hij. Tegenwoordig maken ze 47% uit van alle werkenden. Maar alle systemen van de arbeidsmarkt zijn nog ingericht op de man, net als bijvoorbeeld in de cardiologie of autobotsproeven, legde Waasdorp uit. ‘Als we dat wél gaan veranderen, creëren we zeker oplossingen.’

En zo bracht hij nog wel meer ‘vergeten’ doelgroepen onder de aandacht. Zoals arbeidsmigranten, een groep waarvan de omvang niet eens kennen omdat alle enquêtes erover alleen in het Nederlands verschijnen. Of de midcareers, voor wie organisaties nauwelijks oog lijken te hebben. En jongeren, die een totaal ander mediagedrag vertonen dan de generaties voor hen, maar nog steeds worden bestookt met ‘lelijke vacatureteksten’ en nog steeds niet bij elke organisatie mobiel kunnen solliciteren. ‘Maar dat is inmiddels geen verzoek meer, het is een eis van deze doelgroep.’

‘Mobiel kunnen solliciteren is inmiddels geen verzoek meer, het is een eis.’

Even ging er een schokgolf door de zaal, toen Waasdorp een filmpje liet zien waarin een kandidaat via A.I. tientallen sollicitaties tegelijk verstuurde. ‘Dit is de nieuwe standaard’, legde hij uit. ‘Sollicitanten zullen het gebruiken, en denken: als jij me uitnodigt, dan pas ga ik eens kijken of jouw aanbod interessant is.’ Sowieso is dankzij A.I. fake inmiddels een groeiend probleem op de arbeidsmarkt, legde hij uit. ‘30% van de sollicitaties is nu al 100% fake.’ Maar betrouwbare skills-wallets en samenwerkende organisaties kunnen volgens hem hier wel weerstand tegen bieden. ‘Samenwerken is het nieuwe werven om skills niet verloren te laten gaan.’

  • Luister naar nog meer visie van Geert-Jan Waasdorp over de recente ontwikkelingen op de arbeidsmarkt:

Lees ook

Foto’s: Jasper Spanjaart. Bekijk hier meer foto’s van het event.

‘Employer branding blijft nog te vaak steken op operationeel niveau’

Een strategische, misschien zelfs holistische employer branding-aanpak? Het is in Nederland nog steeds een zeldzaamheid. Veel vaker is de benadering van employer branding nog behoorlijk operationeel, constateert consultant Yves Pilet, na benchmark-onderzoek onder ruim 60 organisaties. ‘De inspanningen op bijvoorbeeld sociale media leveren wel enige zichtbaarheid op, maar het schort vaak aan diepgaande en gerichte metingen om de effectiviteit goed te evalueren. Uit interviews blijkt dat werkgevers weliswaar enkele KPI’s hanteren, maar dat deze vaak niet juist of voldoende zijn afgestemd op het werkelijke succes van de inspanningen.’

https://www.yvespilet.com/nl/employer-brand-benchmark

Dit leidt ertoe dat belangrijke strategische inzichten onbenut blijven, concludeert Pilet. ‘Employer branding wordt voornamelijk ingezet om nieuwe medewerkers aan te trekken, zonder sterke focus op het behoud en de betrokkenheid van huidige medewerkers. De nadruk ligt vooral op het externe employer brand. Hierdoor wordt employer branding nog niet volledig strategisch en geïntegreerd ingezet om ook interne merkontwikkeling en medewerkerstevredenheid te versterken.’

Kwalitatieve krapte

Een gemiste kans, denkt hij. Niet alleen vanwege de kwantitatieve krapte op de arbeidsmarkt, maar ook vanwege de kwalitatieve. ‘De snelle vooruitgang in technologie verhoogt de vraag naar specifieke technische en digitale vaardigheden. Bovendien groeit met het huidige brede scala aan generaties in het personeelsbestand de behoefte aan een veelzijdige benadering in leiderschap en motivatie. Plus: duurzaamheid wordt steeds belangrijker, vooral voor jonge generaties. Dit draagt ook bij aan de kwalitatieve krapte, waarbij werkgevers een geloofwaardig duurzaamheidsverhaal moeten communiceren.’

De benchmarkresultaten tonen trouwens aanzienlijke verschillen in de strategische benadering van employer branding per sector. De sector industrie onderscheidt zich bijvoorbeeld door een behoorlijk geïntegreerde aanpak, merkt Pilet, ‘waarbij employer branding strategisch is ingebed in de algemene bedrijfsstrategie.’ Dit is echter heel anders in de ICT-sector. ‘Die zet voornamelijk in op het formuleren en communiceren van een sterke Employer Value Proposition (EVP) als kern van haar employer branding-strategie.’

‘De benadering van employer branding blijft vaak nogal operationeel, zonder een fundamentele strategische onderbouwing.’

In de publieke sector ligt de nadruk dan weer sterk op het externe aspect van het employer brand, ‘terwijl een diepere strategische integratie ontbreekt‘, zoals Pilet het noemt. En ook de sector gezondheids- en welzijnszorg blijft overwegend beperkt tot ‘een operationele benadering van employer branding, zonder een fundamentele strategische onderbouwing’, aldus de onderzoeker.

Meer datagedreven aanpak nodig

Om een effectief employer brand op te bouwen en te behouden, moeten organisaties dit benaderen als een strategische pijler, zegt Pilet. ‘Dit begint met de prioritaire doelgroepen en hun specifieke verwachtingen identificeren, gevolgd door het formuleren van een datagedreven EVP en een coherente strategie die ondersteund wordt door een gestructureerde aanpak voor monitoring en evaluatie, zodat je het employer brand voortdurend kunt bijsturen en versterken. Alleen zo krijg je een insteek die verder gaat dan alleen externe communicatie, maar ook de interne merkontwikkeling en duurzame medewerkerstevredenheid bevordert.’

Veel werkgevers benaderen employer branding nog altijd behoorlijk operationeel, in de zin van: campagnes om mensen te werven. Een meer strategische en datagedreven aanpak is hard nodig, stelt Yves Pilet, na onderzoek.

‘Medewerkers zoeken niet langer alleen een baan, maar een plek waar ze zichzelf kunnen ontplooien.’

Volgens Pilet zouden werkgevers bovendien ‘zelfontwikkeling’ vaker centraal mogen stellen in hun strategie. ‘Zelfontwikkeling is een steeds belangrijker thema op de arbeidsmarkt. Medewerkers zoeken niet langer alleen een baan, maar een plek waar ze zichzelf kunnen ontplooien, hun vaardigheden kunnen verbeteren en hun professionele ambities kunnen realiseren. Door zelfontwikkeling centraal te stellen in je EVP, creëer je een onderscheidend werkgeversmerk dat niet alleen aansluit bij de verwachtingen van talent, maar ook de strategische doelen van jouw organisatie ondersteunt.’

Meer weten?

Download de volledige benchmark ‘Is jouw employer brand klaar voor de toekomst?’

Benchmark

Maarten Hansson: ‘Kijk naar werk als geheel in plaats van naar individuele medewerkers’

The Monkey Rock is de gloednieuwe podcast van én voor recruitment leaders. In deze eerste aflevering van een serie van 6 gaat het over de vraag: is het Total Talent Acquisition of toch liever Total Talent Management? Tjesca Honnef-Kuytenbrouwer (EN HR Solutions) en Geert-Jan Waasdorp (Intelligence Group) gaan daarover 28 minuten lang in gesprek met Maarten Hansson, expert in Workforce Management, met ervaring bij bedrijven als Philips en Novartis. Hij vertelt daarnaast over zijn rol als oprichter van Workforce Insights en geeft waardevolle adviezen om grip te krijgen op je workforce. Lees in deze blog een korte samenvatting.

Ken jij jouw workforce écht?

‘Alles begint met zichtbaarheid’, aldus Hansson. Zonder helder inzicht van wie er in je organisatie werkt zoals freelancers, flexwerkers en externe leveranciers loop je het risico blind te blijven voor problemen en inefficiënties. Hij adviseert daarom om altijd te starten met een ‘current state assessment’. Dit betekent dat je de organisatie in kaart brengt om duidelijkheid te krijgen over wie toegang heeft tot systemen en locaties, wie verantwoordelijk is voor specifieke taken en waar mogelijk gaten zitten.

Maarten Hansson adviseert om altijd te starten met een ‘current state assessment’.

‘Zonder data kun je niet managen. Een praktische aanpak is essentieel. Vraag jezelf af: wie heeft toegang tot onze IT-systemen? Zijn er beveiligingsrisico’s? Welke processen ondersteunen onze systemen? Deze vragen vormen de basis voor een strategische workforce-aanpak.’

Van werven naar organiseren

Workforce Management gaat verder dan alleen recruitment. Het omvat zowel het aantrekken van talent als het organiseren van de werkprocessen. Waar Total Talent Acquisition (TTA) draait om het allerlei manieren vinden en binnenhalen van talent, richt Total Workforce Management (TWM) zich op het optimaal structureren van al het werk dat gedaan moet worden. Dit kan door automatisering, outsourcing of het inzetten van externe partijen.

Bij grote organisaties ligt de focus niet alleen op talent werven, maar op alle beschikbare middelen efficiënt benutten.

Bij grote organisaties ligt de focus niet alleen op het werven van talent, maar op het efficiënt benutten van alle beschikbare middelen. Dit omvat een mix van vast personeel, freelancers en externe leveranciers. Een geïntegreerde aanpak is hierbij essentieel. Het gaat niet alleen om werving, maar om het managen van de volledige cyclus van onboarding tot offboarding.

Bij Novartis noemde Maarten Hansson deze aanpak Integrated Workforce Management. Met deze aanpak kijk je naar werk als geheel in plaats van naar individuele medewerkers. Door deze strategische benadering kun je flexibeler inspelen op marktontwikkelingen, zoals de overgang naar remote werken tijdens de coronapandemie. Dit helpt organisaties efficiënter en effectiever te opereren. 

Workforce Management in 5 stappen

Een valkuil bij Workforce Management is het maken van té ambitieuze plannen. Als je alles tegelijk probeert aan te pakken, wordt het lastig daadwerkelijk resultaat te boeken. Een betere aanpak is om klein te beginnen, concrete resultaten te leveren en van daaruit verder te bouwen. Start met het creëren van overzicht en neem kleine, haalbare stappen, zoals het opstellen van een beleid voor het inhuren van freelancers. Bijvoorbeeld: overweeg een vast contract als een freelancer langer dan 2 jaar nodig is. Simpele regels zoals deze kunnen een solide basis leggen voor een effectievere werkwijze.

Bij Novartis introduceerde Hansson de rol van end-to-end enterprise process owner.

Stakeholdermanagement is daarbij van groot belang, legt Hansson uit. Betrokkenheid van alle relevante afdelingen, zoals HR, financiën en operations is bij Workforce Management essentieel. Bij Novartis introduceerde hij de rol van ‘end-to-end enterprise process owner’. Deze persoon is verantwoordelijk voor het hele workforce-proces, van vraag (demand) tot levering (supply). Hierdoor ontstaat er eigenaarschap en consistentie. Daarnaast spelen data een cruciale rol. Data bieden niet alleen inzicht in de huidige situatie, maar helpen ook prioriteiten te bepalen en voortgang te meten. Zonder data ontbreekt de richting om succesvol te navigeren.

Essentieel voor de toekomst

Workforce Management biedt volgens Hansson een strategie om niet alleen talent aan te trekken, maar ook werk efficiënter in te richten. Het brengt HR, finance en operations samen in een geïntegreerde benadering, wat helpt om risico’s te beperken, kosten te verlagen en de efficiëntie te verhogen. Een mooie uitdaging voor recruitment leaders en HR-professionals om verder te kijken dan werving alleen. Bouw aan een flexibele, toekomstbestendige organisatie waarin samenwerking en data de kern vormen.

De 5 belangrijkste inzichten

De 5 belangrijkste inzichten van deze podcast:

  1. Begin met inzicht. Zonder overzicht geen strategie.
  2. Van Total Talent Management naar Workforce Management. Focus op werk organiseren.
  3. Houd het praktisch. Bouw klein en groei vanuit succes.
  4. Data zijn de sleutel. Zonder data kun je niet sturen
  5. Stakeholdermanagement is cruciaal. Succes vraagt om samenwerking.

Meer weten?

Wil je meer weten over de visie van Maarten Hansson over Strategisch Workforce Management? Beluister de Monkey Rock-podcast, van én voor recruitment leaders, met Tjesca Honnef-Kuytenbrouwer en Geert-Jan Waasdorp.

RMA en bouw van actieve talentpools blijken bepaald nog geen usance

Recruitment marketing automation is als term al een tijdje aan een behoorlijke opmars bezig. Iedereen lijkt erover te praten, Maar de daadwerkelijke implementatie ervan? Dat blijkt toch een ander verhaal, aldus recent onderzoek van UP onder 1.500 deelnemers. Uit de eerste editie van hun zogenoemde Trendrapport blijkt bijvoorbeeld dat 59% weliswaar over een kandidatenbestand beschikt, maar hier slechts incidenteel contact mee onderhoudt. Daarentegen beschikt slechts 9% over actieve talentpools met regelmatige communicatie. En slechts 15% deelt regelmatig gepersonaliseerde content.

Nog wat ontnuchterende cijfers uit het allereerste RMA-trendrapport:

  • 32% van de respondenten zegt nog voornamelijk te vertrouwen op jobboards en spontane sollicitaties die daarop al dan niet volgen.
  • Als het gaat om content, deelt 64% voornamelijk vacatures en functieomschrijvingen.
  • Slechts 32% deelt blogs en nieuwsbrieven, maar zonder hierbij een duidelijke strategie te hanteren.
  • En alleen van de resterende 4% kan gezegd worden dat ze een strategische contentmix hebben die continu talent verleidt en bindt.
  • Ook als het gaat om de frequentie van het contact is er nog veel te verbeteren. Zo zegt 60% alleen te communiceren bij openstaande vacatures.
  • Nog eens 25% deelt af en toe content zonder vaste regelmaat.
  • En slechts 15% deelt regelmatig gepersonaliseerde content.
  • Hebben we het over personalisatie, dan is sowieso ook hier de voortgang nog beperkt. Zo communiceert 38% naar eigen zeggen generiek met de doelgroep, zonder personalisatie.
  • Nog eens 42% personaliseert handmatig, wat dus echter niet schaalbaar is.
  • En slechts 20% gebruikt volledig gepersonaliseerde, op gedrag gebaseerde communicatie.

Veranderende cookieregels

Opvallende resultaten, zegt Caroline Pols, oprichter van UP en hoofddocent van de opleiding Recruitment Marketing Automation bij de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie. ‘Ons onderzoek onthult dat veel organisaties nog afhankelijk zijn van externe data voor hun recruitmentprocessen. Met de veranderende cookieregels is het echter cruciaal om zelf sterke actieve talentpools op te bouwen. Bedrijven die investeren in transparante, kandidaatgerichte oplossingen blijven de concurrentie een stap voor.’

Veel organisaties benutten de kracht van inspirerende content nog onvoldoende.’

Door proactief een eigen talentpool op te bouwen en deze betrokken te houden met waardevolle content, kun je als werkgever een directe verbinding met talent onderhouden zonder afhankelijk te zijn van externe platformen, zegt ze. ‘Veel organisaties benutten de kracht van inspirerende content nog onvoldoende. Door een strategische mix van contentvormen te implementeren, zoals verhalen, video’s en nieuwsbrieven, kunnen bedrijven kandidaten enthousiasmeren en hen warm houden, zelfs als er geen directe vacature is.’

Dat zoveel organisaties focussen op ‘generieke, incidentele communicatie’ wijst volgens Pols erop dat ‘er veel potentieel onbenut blijft.’ Hoe dat potentieel wel te benutten? ‘Door continu en op een persoonlijke manier in contact te blijven met kandidaten, kunnen bedrijven langdurige relaties opbouwen en talent effectief binden. Dit vergt echter wel de juiste data-infrastructuur en Recruitment Marketing Automation-tools’, zegt ze.

Weinig inzicht in gedrag kandidaat

Uit het onderzoek blijkt dat nog weinig bedrijven inzicht hebben in het gedrag van kandidaten op hun site, en daardoor ook weinig zicht hebben op wat hun interesseert en wat niet. Zo zegt 70% het gedrag van kandidaten helemaal niet te volgen en 27% weliswaar gedragsdata te verzamelen, maar deze niet actief te benutten. Slechts 3%volgt en benut kandidaat gedrag om gerichte content te bieden. Zonde, want zouden meer organisaties dat doen, dan zouden ze ‘kandidaten beter kunnen begrijpen en gerichte communicatie kunnen inzetten op basis van hun voorkeuren en engagement’, aldus Pols.

24% zegt het moeilijk te vinden om gekwalificeerde kandidaten te vinden.

Sowieso vinden organisaties het moeilijk om op een actieve manier met talentpools om te gaan, blijkt uit het onderzoek. Van de respondenten zegt bijvoorbeeld 56% te ervaren dat het verleiden van kandidaten met content een uitdaging is. Nog eens 20% worstelt met regelmatig contact in de talentpool. En 24% zegt het moeilijk te vinden om gekwalificeerde kandidaten te vinden. ‘Dit onderstreept het belang van een gestructureerde en datagedreven contentstrategie, ondersteund door Recruitment Marketing Automation‘, benadrukt Pols.

Nog veel potentieel

Op dat gebied is er echter nog wel wat werk te verzetten, ziet ze ook. Zo zegt bijna twee derde van de respondenten (65%) geen gebruik te maken van Recruitment Marketing Automation of geautomatiseerde tools., terwijl 31% wel enkele geautomatiseerde tools zegt te hebben, maar desondanks vooral handmatig werkt. En opnieuw is het slechts een heel klein percentage (4%) dat Recruitment Marketing Automation benut om kandidaten door de funnel te volgen en te activeren. ‘Het potentieel van automatisering in de recruitmentstrategie is voor veel organisaties nog onbenut’, concludeert Pols dan ook optimistisch.

Daarin wordt ze ondersteund door recente regelgeving. Het uitbannen van zogeheten third party cookies geeft actieve talentpools de wind in de rug, ziet ze. Dat blijkt ook uit het onderzoek, waarin 73% zegt te willen investeren in een eigen talentpool om minder afhankelijk te zijn van andere partijen. ‘Met de beperkingen op het gebruik van externe cookies en data wordt de afhankelijkheid van derde partijen voor veel bedrijven riskant’, aldus Pols. ‘Zo’n driekwart van de respondenten is zich hiervan bewust en wil daarom investeren in een eigen talentpool om wendbaar en onafhankelijk te blijven in het aantrekken en activeren van talent.

Meer weten?

Download hier het hele onderzoek:

RMA-Trendrapport

rma trendrapport

Meer leren?

Volg de masterclass Recruitment Marketing Automation, ‘De juiste boodschap op het juiste moment’:

Masterclass

Genderdiscriminatie in accountancy: onverklaarbaar veel loonverschil man en vrouw

In de accountancysector bestaat een ‘onverklaarde loonkloof’ van 7,5% tussen mannen en vrouwen, zelfs ondanks het gebruik van salarishuizen en initiatieven voor gelijke beloning bij veel kantoren. Het verschil tussen wat mannelijke en vrouwelijke (assistent) accountants verdienen – wat neerkomt op gemiddeld zo’n 12.000 euro bruto per jaar – blijft bestaan, zelfs na correctie voor factoren zoals functiegroep, ervaringsjaren en arbeidsduur, blijkt uit onderzoek van ABN Amro en Full Finance Consultants (op basis van een dataset met loongegevens van 1.928 (assistent) accountants, werkzaam bij 45 kantoren, over het jaar 2023).

Volgens de onderzoekers is er dan ook eigenlijk geen andere conclusie mogelijk dan dat er bij de accountantskantoren sprake is van genderdiscriminatie. Terwijl vrouwelijke (assistent) accountants gemiddeld zo’n 35.000 euro per jaar verdienen, verdienen de mannelijke evenknieën gemiddeld bijna 47.000 euro. Opmerkelijk is verder dat de spreiding van salarissen bij de mannen veel groter is dan bij de vrouwen, met meer uitschieters naar boven, en die trekken het gemiddelde omhoog, zoals bovenstaande figuur laat zien.

Corrigeer je voor alle verschillen, dan blijft er nog altijd een ‘onverklaarde loonkloof’ over van zo’n 2.500 euro.

Maar ook het mediane salaris (waarop uitschieters minder invloed hebben) ligt bij de mannelijke (assistent) accountants bijna 10.000 euro hoger dan bij de vrouwelijke. Dat wil zeggen dat wanneer je alle mannen uit de steekproef op een rij zet van laag naar hoog salaris, de man in het midden significant meer verdient dan de vrouw met het middelste salaris van alle vrouwen op een rij van laag naar hoog salaris. Corrigeer je deze ‘bruto’ loonkloof voor de verschillen in functiegroep, ervaringsjaren en arbeidsduur, dan blijft er echter nog altijd een ‘onverklaarde loonkloof’ over van zo’n 2.500 euro.

Salarishuizen

Deze loonkloof is volgens de onderzoekers des te opmerkelijker omdat de meeste kantoren in de steekproef werken met een zogeheten salarishuis. Dat zou in principe betekenen dat er geen ruimte zou moeten zijn voor verschillen in compensatie tussen mannen en vrouwen. Maar, zo geven de onderzoekers ook meteen toe: ‘Tegelijkertijd is de aanwezigheid en grootte van de loonkloof niet verrassend, gezien soortgelijke bevindingen in vele studies over allerlei sectoren.’

‘Waarschijnlijk vormt 7,5 procent een ondergrens voor de daadwerkelijke loonkloof in de sector.’

Sterker nog: ze denken dat het in de praktijk misschien nog wel erger is dan dit. ‘Waarschijnlijk vormt 7,5 procent een ondergrens voor de daadwerkelijke loonkloof in de accountancysector, omdat de enquête vooral is ingevuld door grotere kantoren en deze vaker actief beleid voeren om genderdiscriminatie tegen te gaan. Dit zien we ook in de steekproef; kantoorgrootte hangt negatief samen met de gevonden loonkloof.’ Daarnaast is de enquête volgens de onderzoekers waarschijnlijk ook vooral ingevuld door kantoren die al met het onderwerp gelijke betaling bezig zijn, wat ook nog eens tot een onderschatting van de loonkloof kan leiden.

Richtlijn Loontransparantie

De loonkloof tussen mannen en vrouwen staat de laatste jaren maatschappelijk hoog op de agenda. Het Europees Parlement en de Europese Raad hebben in mei 2023 de ‘Richtlijn Loontransparantie’ aangenomen, die als doel heeft gelijke beloning voor gelijk werk te waarborgen, bijvoorbeeld door transparantie in salarissen te bevorderen. Ook worden werkgevers verplicht eerlijke beloningsstructuren te hanteren en krijgen werknemers recht op compensatie van geleden schade door loondiscriminatie. De EU-lidstaten, waaronder Nederland, moeten de richtlijn uiterlijk in juni 2026 in hun nationale wetgeving hebben geïmplementeerd.

Volgens de richtlijn Loontransparantie geeft een verschil van deze omvang aanleiding voor ‘een grondige evaluatie en corrigerende maatregelen’.

Uit het onderzoek blijkt dat de accountancysector daarvoor nog wel wat werk te doen heeft. De loonkloof van 7,5% ligt weliswaar ruim onder het Europees gemiddelde van 12%, maar overschrijdt de drempel van 5% die in de Richtlijn Loontransparantie wordt genoemd. Volgens de richtlijn geeft een verschil van deze omvang aanleiding voor ‘een grondige evaluatie en corrigerende maatregelen’. Iets waar de onderzoekers van ABN Amro en Full Finance Consultants dan ook hartstochtelijk voor pleiten.

Meer weten?

Welke ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zijn een kans of juist een bedreiging voor jouw organisatie? Wat zijn de laatste nieuwtjes en waarmee behaal je meteen een aantal quick wins? Je leert het allemaal op het jaarlijkse hoogtepunt: het Seminar ArbeidsmarktTrends, dat dit jaar op 3 december plaatsvindt.

Trends

Lees ook

Volop campagnes voor gemeenten (maar wat leveren die nou precies op?)

Campagnes van gemeenten zijn er tegenwoordig te kust en te keur. De krapte in gemeenteland is groot, en aan ambtenaren een flink gebrek. Gemeenten plaatsten de eerste helft van 2024 een historisch hoog aantal vacatures. Vooral binnen de functiegebieden ruimtelijke ordening/milieu, welzijn/jeugdzorg en bouwkunde/civiele techniek blijft er veel vraag naar nieuw personeel. De meest recente Vacaturemonitor laat dan ook hierin een groei van 15% in het aantal vacatures zien.

De campagne van de gemeente Oldambt benadrukt dat je ook ‘van tijd tot tijd achter het bureau weg mag’.

En dus start de ene na de andere gemeente zijn eigen wervingscampagne. Zo behandelden we op deze site recent al de campagneTexel roept je’. En deed nog iets korter geleden ook de gemeente Oldambt een duit in het zakje (foto boven) met hun nieuwe arbeidsmarktcampagne onder de welluidende titel Jouw Werkplek, waarbij overigens onder meer wordt benadrukt dat je er als ambtenaar ook ‘van tijd tot tijd weg achter het bureau’ mag.

Ontvlechting in Friesland

In Friesland gingen er recent zelfs twee nieuwe wervingscampagnes van start. Dat had alles te maken met ‘ontvlechting‘ van de twee gemeenten Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel. Zij werkten sinds 2015 ambtelijk samen, maar besloten vorig jaar ieder weer zelfstandig verder te gaan. Met als gevolg dat beide gemeenten nu nieuwe campagnes starten: de gemeente Achtkarspelen onder de noemer Nije Stap, de gemeente Tytsjerksteradiel onder de noemer Daaldersk Plak.

Hiertoe kregen bijvoorbeeld de reizigers op station Buitenpost in Friesland – direct naast het gemeentehuis van Achtkarspelen – op dinsdag 5 november een gevuld ontbijttasje in handen gedrukt, begeleid door twee straatmuzikanten. ‘De boodschap die we ze meegeven is dat er hele leuke banen dichtbij zijn. Dichterbij dan ze denken’, aldus gemeentesecretaris Marcel de Jong. De andere gemeente, Tytsjerksteradiel, trapte een paar dagen later een eigen campagne af, op de markt in Burgum. ‘Voor nieuwe collega’s zijn er hier echt heel veel kansen’, benadrukte gemeentesecretaris Johan Krul daarbij.

Werk aan uitvoering

Het zijn misschien de meest recente voorbeelden, maar zeker niet de enige. Zo won de gemeente Amsterdam dit jaar nog een Werf& Award voor hun aanpak om trainees te werven. En besteden we eerder ook al aandacht aan de min of meer recente arbeidsmarktcampagnes van bijvoorbeeld Drechtsteden, Nederbetuwe, Eindhoven, Utrecht, Heerlen, Zoetermeer, Altena, Amstelveen, Lingewaard, Enschede, Medemblik, Den Bosch, Groningen, De Ronde Venen en Twenterand, en dan zijn we er vast nog een heleboel vergeten ook.

Soms pakken gemeenten hun campagnes gezamenlijk in regioverband aan, soms proberen ze meer vernieuwende aanpakken. Zoals Dongen, dat werkt met game based assessments van Ivy Works, Deurne – ook in Brabant, dat een soort Tinder-aanpak en interne arbeidsmarkt introduceerde, en Zoetermeer, dat afgelopen jaar als eerste gemeente met Open Hiring experimenteerde. Zo hebben afgelopen jaar ook 15 gemeenten elk 250.000 euro gekregen om experimenten uit te werken om op een innovatieve manier te dealen met de krapte op de arbeidsmarkt, dit dankzij een subsidie van het rijksbrede programma Werk aan Uitvoering.

Afgelopen jaar maakten 15 gemeenten kans op elk 250.000 euro voor experimenten om de krapte aan te pakken.

De 15 gemeenten – uitverkoren uit 67 aanvragen – gaan de komende tijd met hun subsidie van elk een kwart miljoen hun ideeën verder uitwerken en beproeven, waarbij ze ondersteuning krijgen van de Vereniging Nederlandse Gemeenten. De VNG gaat vervolgens de bevindingen en resultaten delen met de rest van het land. Op de resultaten van deze heel diverse experimenten kunnen we dus nog niet vooruit lopen.

Wat zijn de resultaten?

Maar kijken we naar de meer traditionele wervingscampagnes, dan is dat natuurlijk een ander verhaal. Wat zijn de resultaten daarvan? Zijn ze hun euro’s waard geweest? Hoe verhouden zich de investeringen tot de opbrengsten? Hebben de vele mooie beelden duurzame imagoverbetering opgeleverd? We hebben even gezocht, maar kwamen eigenlijk geen gemeente tegen die een degelijke evaluatie van de inspanningen had opgezet (Hebben we ongelijk? Laat het weten!). Vacatures op korte termijn vervuld? Veel bereik gehad? Dan werd de campagne al snel als ‘geslaagd‘ of ‘een groot succes‘ in de markt gezet.

Zijn de publieke middelen effectief en efficiënt besteed? Harde cijfers zijn nauwelijks voorhanden.

Maar had het meer kunnen zijn? Zijn de publieke middelen effectief en efficiënt besteed? Is er bijvoorbeeld door bespaard op externe inhuur? Harde cijfers zijn nauwelijks voorhanden. Niet gek dus dat bijvoorbeeld de gemeenteraad in Best recent vroeg om een evaluatie. De Brabantse gemeente voerde vorig jaar ook een postercampagne met eigen medewerkers en een gelikte promotievideo, ‘op z’n Best‘, wat volgens burgemeester Hans Ubachs leidde tot invulling van 30 van de 37 afgelopen jaar ontstane vacatures. Maar wat was het resultaat geweest zónder campagne en alleen traditionele werving? Het blijft onduidelijk.

Dit is natuurlijk geen pleidooi om het dan niet meer te doen: campagne voeren voor het werken bij je eigen gemeente. Of om te betogen dat het weggegooid geld zou zijn. Maar dat er tot nog toe nauwelijks een gedegen evaluatie van alle inspanningen is gedaan, met KPI’s en nul- en nametingen en zo, dat is natuurlijk wel verbazingwekkend. Daar zouden álle gemeenten – en misschien ook wel organisaties buiten het publieke domein – immers veel van kunnen leren. En mogelijk dure missers in de toekomst mee kunnen voorkomen. Wie pakt die handschoen op?

Meer weten?

De arbeidsmarkt van gemeenten staat voor grote uitdagingen. Hoe ziet de gemeentelijke arbeidsmarkt er over 10 jaar uit? En hoe kunnen gemeenten hierop effectief anticiperen? Dat is de centrale vraag van een verdiepend onderzoek dat A&O fonds Gemeenten recent is gestart. De resultaten van het onderzoek verschijnen begin 2025. Op dinsdag 3 december vindt in Utrecht van 13 tot 17 uur ook nog een consultatiesessie plaats over de toekomstscenario’s van gemeenten.

Lees ook

Hoe Indeed en LinkedIn steeds meer de Nederlandse vacaturemarkt domineren

Vraag je aan de Nederlandse beroepsbevolking (NBB) of de actieve baanzoeker in Nederland wat hun favoriete site/app is om een nieuwe werkgever of baan te zoeken, dan noemen ze steevast LinkedIn en/of Indeed. Deze platforms, ook wel de Big 2 van recruitment genoemd, domineren de Nederlandse en ook grotendeels internationale arbeidsmarkt. LinkedIn is daarin in Nederland de nummer 1. Toch ook wel opvallend, aangezien zij niet bekend staat om haar vacatures voor onder meer blue collar en frontline workers en zorgmedewerkers. Toch noemt 61% LinkedIn als bron voor het zoeken van een nieuwe baan, gevolgd door Indeed met 49%.

Als je aan actieve baanzoekers in Nederland vraagt wat hun favoriete site is om een nieuwe baan te zoeken, zeggen ze LinkedIn en/of Indeed.

Weinig variantie alleen bij actieve baanzoekers

Dat LinkedIn en Indeed de bekendste vacaturesites van Nederland zijn, mag geen verrassing heten. Ook is het opvallend dat er in de top-10 nauwelijks beweging zit, noch in voorkeur (%), noch in ranking. Alleen werkzoeken.nl en Glassdoor (ook van Indeed-eigenaar Recruit) hebben in 2024 een plekje gewonnen. Iets interessanter wordt het wanneer we expliciet inzoomen op de voorkeur van de actieve baanzoekers. Daarin gaat het niet over de algemene voorkeur, maar juist over de voorkeur van die groep die ook daadwerkelijk bewegen of in 2024 bewogen hebben op de arbeidsmarkt. Daarin valt op dat:

  • Indeed aan populariteit wint. Deze populariteit komt deels van praktisch opgeleiden die makkelijker en toegankelijker hun weg vinden op de arbeidsmarkt via Indeed dan via LinkedIn.
  • werk.nl (van het UWV) onder actieve baanzoekers op de vierde plek staat. Dit is vooral ingegeven door het verplichte karakter van het UWV voor het verkrijgen van een werkloosheidsuitkering.
  • werkzoeken.nl de enige partij is die echt terrein aan het winnen is in de voorkeurspositie van actieve baanzoekers. De percentages zijn wellicht nog laag en de naam van het platform is misschien nog niet zo gevestigd als merken als NationaleVacaturebank en Monsterboard, maar dat vraagt ook een lange adem. Daarbij is de traffic van werkzoeken.nl inmiddels top-3 van alle jobboards in Nederland. Van alle spelers in Nederland, is werkzoeken.nl in de komende jaren de enige die de nummer-3 plek kan veroveren in voorkeur en aansluiting kan vinden bij de Big 2. Zeker als alle andere partijen hun strategie niet gaan wijzigen.
  • Actieve baanzoekers gebruiken meer dan gemiddeld ook aggregators, zoals jobrapido.com (11) en talent.com (13).

Bekendheid is nog geen traffic

Tussen wat mensen zeggen en wat mensen doen zit – zoals altijd – een groot verschil, ook als het gaat om vacaturesites. Veel baanzoekers komen via Google op hun jobboard, maar benoemen dat nooit. Of weten simpelweg niet meer via welke vacaturesite ze op vacatures komen. Kijken we naar de traffic (via bijvoorbeeld simularweb), dan zien we een andere ranking in Nederland van vacaturesites. Hierbij is LinkedIn niet meegenomen, maar de top-5 ziet er op basis van traffic-cijfers als volgt uit:

1. Indeed
2. Werkzoeken
3. NationaleVacaturebank
4. Monsterboard
5. Jobbird

Too big to critisize

Een recruitmentstrategie zónder Indeed of LinkedIn, zeker als je op zoek bent naar actieve en actief latente baanzoekers? Dat is nagenoeg ondenkbaar. Maar ondanks dat er veel fans zijn, hebben ook de fans kritiek op de Big 2. En die kritiek stapelt zich op, al durft bijna niemand die hardop te zeggen. Zelfs Lieven Van Nieuwenhuyze van House of HR moest op zijn tong bijten in de Chad & Cheese show om een reflectie te geven op de laatste prijsstijgingen van Indeed (zie minuut 28:48). Op zich geeft dit ook wel aan dat de machtssituatie ongezond is, zelfs bij de grootste Randstad-challenger op de arbeidsmarkt van de Benelux.

Kritiek is onder meer dat de Big 2 te weinig zouden innoveren, misbruik maken van hun marktpositie in bijvoorbeeld hun prijsverhogingen, onvoldoende goed matchen, de arbeidsmarkt mínder (in plaats van meer) transparant maken, te weinig doen aan het voorkomen van fraude en scamming, en de privacy van kandidaten te weinig beschermen. En dit is slechts een topje van de ijsberg. Maar zoals het gezegde ook gaat…: hoge bomen vangen veel wind. Daarbij genieten ze ook nog altijd de absolute voorkeur van kandidaten en dat is by far het belangrijkste.

De Big 2 genieten nog altijd de voorkeur van kandidaten en dat is by far het belangrijkste.

Overigens, zeker bij succesvolle werving, is de prijs/kwaliteitverhouding van de Big 2 nog steeds uitstekend (ondanks de prijsstijgingen) en laten vooral werkgevers geld op de tafel liggen doordat 50% van de aangekochte LinkedIn Recruiter Seats nooit geactiveerd worden (laat staan gebruikt), zoals Jim Durbin a.k.a. de Indeed Whisperer, het laatst al adresseerde.

Nieuwkomers welkom

De Big 2 zijn natuurlijk ook zo sterk – en kunnen zo sterk blijven – omdat de concurrentie al jaren min of meer stilzit. De uitdaging zit voor LinkedIn en Indeed dan misschien niet zozeer in partijen als werkzoeken.nl of jobrapido, maar misschien eerder in A.I., zoals LazyApply en AIApply, die sollicitanten helpen snel te solliciteren. Ook hierover maakt Van Nieuwenhuyze trouwens een zeer interessante opmerking, aangezien deze A.I. zorgt door een explosie aan sollicitaties. Daarmee groeit de aantrekkelijkheid van het CpQA (cost per qualified applicant)-model. Daarbij is niet uit te sluiten dat Indeed zo’n model (sites/tool) gaat kopen of zelf gaat ontwikkelen.

De enigen die misschien minder blij zijn met de Hiring Assistant van LinkedIn, zijn de recruiters.

A.I. gaat ook bij de Big 2 een steeds grotere rol spelen. LinkedIn (Microsoft is de eigenaar van LinkedIn én OpenAI) kwam recent al met haar eigen Hiring Assistant. Vriend en vijand van LinkedIn zijn het erover eens dat dit echt een stap naar voren is. De enigen die misschien minder blij zijn, zijn de recruiters. Daar zullen er straks toch echt een paar minder van nodig zijn. Dat laatste betekent overigens ook weer minder LinkedIn Recruiters Seats, dus de Hiring Assistent zal wel prijzig worden….

Echt een challenger nodig

Met andere woorden: de arbeidsmarkt schrééuwt om een challenger. In de Nederlandse arbeidsmarkt zie ik werkzoeken.nl, Nederlandvacature.nl maar ook bijvoorbeeld Jobmatix en hopelijk binnenkort ook de TalentPoolCommunity als mogelijke challenger. En dan zal A.I. in 2025 ook wel serieus op de deur kloppen. Door zeer goed gebruik te maken van lokale en nationale arbeidsmarktkennis, data, SEO, de kandidaat (en werkgever) centraal te stellen, de laatste A.I.- en matchingtechnieken en skills, outperformen deze partijen de rest van de markt.

Het is slim je sourcingsmix te verbreden, zodat de competitie de Big 2 kan prikkelen.

Elke werkgever en bureau doet er volgens mij dan ook goed aan om in zijn wervingsmix in 2025 in elk geval te experimenteren of intensief samen te gaan werken met deze partijen. Dat budget is er, zeker als je niet zomaar al recruiter seats weer verlengt. Strategisch is het ook slim om je sourcingsmix te verbreden zodat de competitie de Big 2 kan prikkelen. Uiteindelijk hebben we daar op de arbeidsmarkt allemaal voordeel aan.

Lees ook

Rika Coppens: ‘Waarom kijkt Nederland voor zzp-aanpak niet meer naar België?’

Het aantal zzp’ers op de arbeidsmarkt terugdringen? De Nederlandse overheid bewandelt hiertoe momenteel een weinig effectieve weg, stelt Rika Coppens, ceo van de van oorsprong in België gevestigde HR-dienstverlener House of HR, in Nederland onder meer bekend van detacheerder voor zorgpersoneel TMI. ‘In plaats van werken als zzp’er onmogelijk te maken, kan Nederland beter de fiscale randvoorwaarden aanpassen, in combinatie met gereguleerde ‘flexi-jobs’ naar Belgisch model. Dit leidt tot extra flexibele capaciteit zonder aantasting van het sociale stelsel’, stelt ze.

‘Als zzp’en onmogelijk wordt gemaakt, leidt dat vooral tot nóg grotere tekorten in sectoren als zorg en bouw.’

De Haagse pogingen om het grote aantal schijnzelfstandigen op de Nederlandse arbeidsmarkt terug te dringen, getuigen van weinig inzicht in de behoeften van sectoren waar nu al een groot tekort aan arbeidskrachten is, aldus Coppens. ‘Door zzp’ers simpelweg te dwingen in vaste dienst te treden, al dan niet via een uitzendbureau, gaat de politiek eraan voorbij dat de meeste zelfstandigen heel bewust ervoor kiezen om als zzp’er te werken. Als dat onmogelijk wordt gemaakt, zal dat vooral leiden tot uitstroom en dus nóg grotere tekorten in sectoren als de zorg en de bouw.’

Kortetermijndenken

Volgens Coppens is de Nederlandse aanpak dan ook te veel kortetermijndenken. ‘Ik heb er alle begrip voor dat Nederland uitbuiting wil aanpakken en zijn sociale stelsel in stand wil houden. Maar de overheid zou ook moeten stimuleren dat mensen flexibel bijspringen in de zorg of in andere sectoren waar we straks heel hard personeel nodig hebben. Den Haag moet oppassen het kind niet met het badwater weg te gooien.’

‘In elk land waar we zitten is de wetgeving anders, maar nergens is flexibel werken zo scheefgelopen als in Nederland.’

Als topvrouw van een HR-dienstverlener met een omzet van 3,5 miljard euro en bijna 800 vestigingen verspreid over Europa, zegt ze goed te kunnen vergelijken. ‘In elk land waar we zitten is de wetgeving anders, maar nergens is flexibel werken zo scheefgelopen als in Nederland. Die grote problemen op de arbeidsmarkt zijn door de Nederlandse overheid overigens zelf veroorzaakt, door het fiscaal buitengewoon aantrekkelijk te maken om voor jezelf te beginnen. Als je die voordelen afschaft, en je verplicht iedereen om sociale premies af te dragen en een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten, dan haal je de hele onderkant van de markt eruit. Precies daar zitten de mensen die onderbetaald worden en zich niet verzekeren. En opdrachtgevers kunnen de inhoudingen verzorgen.’

‘Belgisch model’

Volgens Coppens zou Nederland een voorbeeld kunnen nemen aan het huidige ‘Belgisch model’, waarbij zelfstandigen verplicht een ziektekostenverzekering moeten hebben en moeten sparen voor hun pensioen. ‘Het voordeel daarvan is dat de solidariteit tussen werkenden overeind blijft’, zegt ze. ‘In Nederland verdient een werknemer in loondienst vaak minder dan een zzp’er, terwijl ze hetzelfde werk doen. Voor de lagere lonen ligt dat in België anders.’

‘De politiek moet erkennen dat veel mensen – en zeker jongeren – niet meer voor één baas willen werken.’

Volgens Coppens doet de politiek er daarnaast goed aan te erkennen dat veel mensen – en zeker jongeren – niet meer voor één baas willen werken, of naast hun baan nog iets anders willen doen. In België kan dat tamelijk probleemloos: iedereen die voor 4 dagen een arbeidscontract heeft (en daardoor verzekerd is en pensioen opbouwt) kan daarnaast ook via een zogenoemde flexi-job aan de slag. Veel Belgen grijpen die mogelijkheid aan om naast hun baan extra bij te verdienen. ‘Die flexibiliteit hebben we in een vergrijzend Europa zeer hard nodig’, zegt Coppens. ‘Vooral ook omdat een flexi-job ook aantrekkelijk is voor gepensioneerden die geen pensioen meer hoeven op te bouwen, en voor studenten die pensioenopbouw best nog even kunnen uitstellen. Nederland zou meer kunnen denken in mogelijkheden, in plaats van onmogelijkheden.’

Meer weten?

Welke ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zijn een kans of juist een bedreiging voor jouw organisatie? Wat zijn de laatste nieuwtjes en waarmee behaal je meteen een aantal quick wins? Je leert het allemaal op het jaarlijkse hoogtepunt: het Seminar ArbeidsmarktTrends, dat dit jaar op 3 december plaatsvindt.

Trends

Lees ook

7 meer verrassende manieren waarop GenAI nu al de arbeidsmarkt beïnvloedt

Sommigen vrezen het met grote vreze, anderen kunnen niet wachten op de volgende verbetering. Maar hoe dan ook: generatieve A.I. heeft de afgelopen 2 jaar al grote invloed gehad op de wereld van recruitment. En gezien de eigenschap zichzelf steeds te kunnen verbeteren, staan we aan de vooravond van verdere verandering. Maar wat houdt die precies in? We werpen een blik op 7 min of meer nieuwe, verrassende inzichten over de rol van GenAI op de arbeidsmarkt.

#1. Echt veel minder schrijf- en designbanen

Gaat GenAI werkelijk banen vervangen? Daar lijkt het wel op. Althans, als je onderzoek mag geloven van Harvard Business Review. Ze analyseerden daarvoor 2 jaar lang (van juli 2021 tot juli 2023) de aangeboden 1.388.711 vacatures op een bekend freelancersplatform, en ontdekten na de introductie van ChatGPT een afname van 30,37% in ‘schrijfbanen’, van 20,62% in software-, app- en webontwikkeling en van 10,42% in engineering-vacatures.

Een vergelijkbare omvang van de daling in de vraag zagen ze na de introductie van populaire A.I.-tools voor het genereren van afbeeldingen (zoals Midjourney, Stable Diffusion en DALL-E). Binnen een jaar na de introductie van zulke tools om afbeeldingen te genereren daalde de vraag naar freelancers voor grafisch ontwerp en 3D-modellering met 17,01%. ‘Bovendien merkten we dat er in de loop van de tijd geen tekenen waren van een herstel van de vraag, wat een groeiende trend van baanvervanging onthulde’, aldus de onderzoekers.

#2. Aan de andere kant: ook veel meer werkzoekenden

Er is ook een andere kant van dit verhaal, en dat is de kant van de werkzoekenden in deze richting. En daar viel juist een flinke toename van 8,57% te zien in aantal sollicitanten voor dit soort banen, aldus de onderzoekers. Wat er volgens hen op duidt dat de concurrentie door de opkomst van GenAI behoorlijk toeneemt. Iets wat ze ook bevestigd zien in een analyse van het Google-zoekgedrag na de introductie van ChatGPT. Hier blijken ‘automatiseringsgevoelige’ banen als schrijven en softwareontwikkeling ineens veel meer belangstelling op te roepen als meer ‘handmatige’ banen als audio- en videoservices.

‘Hoe hoger het zoekvolume, hoe waarschijnlijker het is dat de sector is beïnvloed door generatieve A.I.’, aldus de onderzoekers. ‘Dit suggereert dat sectoren met een groter publiek bewustzijn over het potentieel van generatieve A.I. een grotere daling in de vraag naar freelancers ervaren.’ Wel laat hun onderzoek zien dat het aantal vacatures waarin naar ‘ChatGPT’-skills wordt gezocht, gestaag is gegroeid, met een gemiddelde toename van 0,68 vacatures per week sinds de introductie. Wat hen ertoe inspireert werkgevers op te roepen om meer in dit soort vaardigheden van hun werknemers te investeren.

#3. Maar ook: tot 4 keer zoveel vacatures voor GenAI-rollen

En dat sluit dan weer mooi aan bij recent Indeed-onderzoek in 9 landen, dat laat zien dat et aandeel vacatures waarin GenAI of gerelateerde termen worden genoemd, het afgelopen jaar enorm is gestegen, met een factor 3,5 in de Verenigde Staten en nog sneller in andere landen. Waarbij bijvoorbeeld in Singapore al opvalt hoe hoog het totaal aantal vacatures is waarin Generatieve A.I. genoemd wordt. Een land als Frankrijk blijft daar nog aanzienlijk bij achter, al is hier de relatieve stijging in afgelopen jaar wel weer erg groot.

Bar graph titled “Generative AI postings.” With a horizontal axis ranging from 0 to 1.2%, the share of postings referencing GenAI in their job descriptions has surged over the past year, up 3.5 times in the United States and even more in other regions. 

#4. En dan vooral in data-analyse en onderzoek

Data-analyse wordt consequent gerangschikt als de sector met het hoogste GenAI-vacatureaandeel in alle 9 geanalyseerde landen. Wetenschappelijk onderzoek en software-ontwikkeling scoren ook hoog in 8 van deze landen. Buiten deze 3 sectoren varieert het gebruik van GenAI echter aanzienlijk per land, al zien we ook veel ‘information design‘ terug, en – iets minder: marketing en media & communicatie. Dit zijn volgens de onderzoekers overigens precies ‘dezelfde sectoren waar de huidige generatie GenAI-tools eerder een mens zal vervangen met een hoger aandeel gemeenschappelijke vaardigheden.’

Table titled “GenAI job posting share, selected countries.” Indeed’s data shows the top five sectors for GenAI posting share across nine countries, with data analytics ranking first in all nine countries. Scientific research and software development charted in eight countries each. 

#5. En nog weinig in accountancy en verzekeringen

Maar er zijn in het Indeed-onderzoek ook wat verrassingen te constateren. Zo keken ze naar een eerdere analyse waarin ze voorspelden welke banen en skills relatief makkelijk te vervangen zijn door A.I., en vergeleken dat met de vacaturetrends. Dan blijkt dat er bijvoorbeeld nog nauwelijks GenAI-gerelateerde vacatures te vinden zijn in sectoren waar de ‘vervangingswaarschijnlijkheid’ wel hoog is, zoals accountancy en verzekeringen. En dat terwijl in de wetenschap en kunst & wetenschap, waar juist weinig vervanging werd verwacht, relatief wel veel meer vacatures met GenAI-verwijzingen te vinden zijn.

Multi-country scatterplot titled “GenAI job posting share & sector replacement likelihood.” With a vertical axis measuring sector replacement rating and a horizontal axis measuring GenAI posting share in September 2024, there is a positive relationship between the two, with the sectors with the highest replacement likelihood typically having the highest GenAI posting share. 

Trends zijn in de 9 onderzochte landen moeilijk te onderscheiden: daarvoor zijn de aantallen ook nog vrij laag. Maar het valt over het algemeen wel op dat er relatief meer vacatures zijn die GenAI noemen in beroepen die een hoge ‘vervangingswaarschijnlijkheid’ hebben. ‘De GenAI-trends komen grotendeels overeen met de verwachtingen’, concluderen de Indeed-onderzoekers dan ook. Al merken ze meteen op dat GenAI-vacatures sterk geconcentreerd zijn in een relatief klein aantal sectoren, ‘wat suggereert dat de praktische waarde van deze technologie in veel sectoren nog onbewezen blijft, zelfs in sectoren waar je dat wel zou verwachten.’

#6. Het levert ook weer nieuwe banen op

En zoals altijd met automatisering: de ontwikkelingen leveren ook weer nieuwe banen op. De laatste tijd is dat het meest duidelijk in het geval van de ontwikkeling van de hippe kant-en-klare AI-agents, systemen die zelfstandig acties kunnen ondernemen om bepaalde doelen te bereiken. Zo bevestigde Salesforce recent dat het ruim 1.000 nieuwe werknemers wil aannemen om te kunnen voldoen aan de vraag naar zijn vorige maand live gegane Agentforce-oplossing, nadat het eerder dit jaar ook al bijna 2.000 nieuwe mensen aannam om dit mogelijk te maken. Nieuwe banen dus, om andere bedrijven te helpen banen te vervangen…

#7. Gaat GenAI ons straks ook leiding geven?

De onderzoeken over de invloed van A.I. op de arbeidsmarkt buitelen over elkaar heen. De laatste die we hier behandelen is Gen AI at work: Shaping the future of organizations, een recente studie van het Capgemini Research Institute. Daaruit blijkt enerzijds dat de A.I.-adoptie nu nog behoorlijk laag is, maar dat de invloed zelfs tot op leidinggevend niveau kan gaan gelden. Opvallend: momenteel gebruikt slechts 1% van de ondervraagde teams A.I. al als supervisor, dat wil zeggen: als iemand die het werk voor mensen geleidt, toewijst of prioriteert. Maar liefst 13% verwacht in de komende 12 maanden A.I. wel in deze rol te gaan gebruiken.

‘Generatieve A.I.-tools worden steeds bedrevener in het assisteren bij complexe managementtaken, wat een uitdaging kan vormen voor de status quo van organisatiestructuur en manieren van werken’, zegt Capgemini Invent-CEO Roshan Gya. ‘Generatieve A.I. heeft het potentieel om te verschuiven van een co-pilot naar een meedenker, die in staat is om strategisch samen te werken, nieuwe perspectieven toe te voegen en aannames uit te dagen.’ Van de 1.500 ondervraagde bedrijfsleiders en managers ziet 65% een groot potentieel in GenAI voor complexe strategische taken. En dus mogelijk in (deels een) vervanging van zichzelf.

Meer weten over A.I.?

Op 28 november vindt bij Headfirst in Hoofddorp het Jaarcongres AI & Recruitment plaats, dat zich met name richt op de gevolgen van de opkomst van A.I. voor de recruitmentwereld. 

AI & Recruitment

5 vragen die je eigenlijk niet meer durfde te stellen over een Employer of Record (EOR)

Het is zo’n begrip dat er ineens was, en tegelijk er altijd al leek te zijn: de Employer of Record. Oftewel: een werkgever-in-naam, die voor de werkelijke werkgever in een ander land alle internationale verplichtingen regelt, en zo een oplossing vormt voor wie overweegt over de grens te gaan werven, maar opziet tegen alle rompslomp die erbij komt kijken om daar als werkgever op te treden. Steeds meer bedrijven ontdekken de kracht van zo’n EOR om de internationale arbeidsmarkt te veroveren, zonder zelf de pet van lokale juridische expert op te zetten. Maar hoe werkt het precies? Daarom: 5 vragen die je eigenlijk niet meer durfde te stellen.

Vraag 1: Wat is een Employer of Record (EOR)?

Kort gezegd: een EOR is een externe partij die als officiële werkgever optreedt voor jouw internationale medewerkers. Dit betekent dat de EOR zorgt voor zaken als contracten, belastingafdracht en naleving van lokale regelgeving, terwijl jij gewoon de dagelijkse aansturing behoudt. Een ideale constructie voor bedrijven die internationaal talent willen inzetten zonder zich te verdiepen in de regelgeving van elk land.

De markt voor EOR-diensten groeit snel, met 6,9% per jaar.

Meer dan 70% van de bedrijven wereldwijd verwacht dat personeelstekorten hun groei beperken. Daarom zoeken ze actief naar internationale oplossingen. De markt voor EOR-diensten groeit snel, met 6,9% per jaar en een wereldwijde waarde van 6,8 miljard dollar in 2028.

Vraag 2: Wanneer is een EOR interessant?

Een EOR-constructie biedt meer dan alleen gemak. Met de krapte op de arbeidsmarkt in veel landen wordt het steeds belangrijker om verder te kijken dan de landsgrenzen. Internationale medewerkers brengen vaak unieke vaardigheden, marktexpertise en een frisse blik mee. Bovendien kan een EOR helpen om te profiteren van belastingvoordelen en lagere loonkosten in bepaalde regio’s en dat vergroot je financiële speelruimte.

Vraag 3: Wat doet een EOR precies?

Een Employer of Record neemt de volledige administratieve last van internationale medewerkers op zich, zoals:

  • Arbeidscontracten volgens de lokale wetgeving
  • Belastingafdrachten en sociale zekerheid
  • Verlof- en ziektebeheer conform lokale regels
  • Naleving van juridische verplichtingen om boetes en juridische risico’s te vermijden

Met de opkomst van EOR’s is het voor bedrijven van elke omvang mogelijk om in te spelen op kansen in nieuwe markten, zonder zelf vestigingen te openen.

Met de opkomst van EOR’s is het voor bedrijven van elke omvang mogelijk om in te spelen op kansen in nieuwe markten, zonder zelf vestigingen te openen. Zo heeft het Oostenrijkse metaalrecyclingsbedrijf Metaloop dankzij een EOR markttoegang verkregen in Spanje en Roemenië. Een EOR kan een uitkomst bieden voor bedrijven die een internationale strategie willen testen zonder zelf grote risico’s te nemen. Dat is dus vooral ook een gamechanger voor start-ups en kleine bedrijven.

Vraag 4: Hoe werk je succesvol met een EOR?

Een paar handige stelregels en principes om succesvol samen te werken met een Employer of Record:

  • Kies een betrouwbare partner: Zorg dat de EOR ervaring heeft in de landen waar je personeel wilt aannemen en check referenties.
  • Duidelijke communicatie: Maak afspraken over verantwoordelijkheden en verwachtingen. Laat de EOR begrijpen wat jouw bedrijf uniek maakt.
  • Blijf betrokken: Houd contact met je buitenlandse medewerkers, zodat ze zich onderdeel voelen van jouw team.
  • Ken de voordelen: Veel landen bieden fiscale voordelen en lagere arbeidskosten. Een goede EOR helpt je om deze voordelen optimaal te benutten.

Vraag 5: Wat zijn de aandachtspunten en risico’s?

De voordelen van een EOR zijn aanzienlijk, maar als werkgever moet je zelf ook kritisch blijven bij het kiezen van een EOR-partner. Vooral in sommige landen binnen de EMEA-regio worden EOR-constructies nauwlettend gevolgd. Dat kan juridische vragen oproepen, zoals de kwalificatie van schijnzelfstandigheid. Er zijn genoeg horrorverhalen bekend van hoe dit kan mislopen. Een ervaren EOR-partner die lokale wet- en regelgeving goed begrijpt, helpt je om deze risico’s te minimaliseren.

Meer weten?

Welke ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zijn een kans of juist een bedreiging voor jouw organisatie? Wat zijn de laatste nieuwtjes en waarmee behaal je meteen een aantal quick wins? Je leert het allemaal op het jaarlijkse hoogtepunt: het Seminar ArbeidsmarktTrends, dat dit jaar op 3 december plaatsvindt.

Trends

Meer lezen?