Zou het echt de geur van de appeltaart geweest zijn, die cliënten van Esdégé Reigersdaal altijd zelf bakken voor de kennismakingsbijeenkomsten die de organisatie voor nieuw talent organiseert? Het is niet uit te sluiten, want waar de hele zorg al jaren met grote tekorten kampt, heeft deze zorginstelling in de kop van Noord-Holland tot nog toe eigenlijk nog geen grote problemen gehad, leren we in de achtste editie van de Werf&-podcastserie ‘Werving in de zorg‘ met Martijn Hemminga.
‘We zijn eigenlijk pas net begonnen met arbeidsmarktcommunicatie’, vertelt Inge de Rover in deze uitzending. Als recruiter, of: ‘adviseur Voorwerk’, zoals het in deze organisatie heet, is ze dan ook trots op de goede naam van Esdégé Reigersdaal in de regio. ‘Dat we nu pas hoeven te starten met arbeidsmarktcommunicatie is natuurlijk wel bijzonder’, beseft ze. ‘We zijn nu vacaturehouders aan het uitvragen waar hun pijn zit. En nemen interviews af met de doelgroepen die we hebben vastgesteld. Wat vinden ze belangrijk? Waarom kiezen ze om ergens wel of niet te solliciteren? Van daaruit willen we onze communicatie gaan opstarten.’
Nieuwe naam
Esdégé Reigersdaal heette ooit Stichting Dienstverlening Gehandicapten. Maar een stichting met een nagenoeg gelijkluidende naam kwam in protest, waarna de nieuwe naam gekozen werd. Momenteel telt de organisatie zo’n 3.000 cliënten en 3.000 medewerkers, die – onderverdeeld in 80 clusters – werken op zo’n 200 locaties, van Alkmaar tot Zwaag. Voor jongeren met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking of niet aangeboren hersenletsel is er dagbesteding, maar de organisatie biedt ook wonen, (aangepast) werk, vrijwilligerswerk, onderwijs en vrije tijd.
De locaties zijn grotendeels autonoom in hun recruitmentprocessen, vertelt De Rover. ‘Zij bepalen zelf wanneer ze een vacature openstellen en wie ze aannemen.’ Vandaar ook haar functietitel: voorwerk. Omdat zij vanuit Personeelszaken wel de werving opstart. ‘En daarbij merken we nu wel dat de markt verandert. Zeker op bepaalde locaties, waar bijvoorbeeld specifieke zorg voorkomt, of we veel met agressie te maken hebben, wordt het moeilijker.’
Open voor zij-instromers
De organisatie kan gelukkig wel vertrouwen op een grote groep zij-instromers. ‘Het afgelopen jaar is zeker 1/3 van de mensen die zijn aangenomen zij-instromer’, aldus De Rover. Ook de informatiebijeenkomsten, die in normale omstandigheden 7 keer per jaar, mét verse appeltaart, worden georganiseerd, zorgen voor een gestage instroom, vertelt ze. Al was het de afgelopen anderhalf jaar natuurlijk wel moeilijk om dit soort avonden te organiseren. ‘We hebben daarom nu meer 1-op-1-gesprekken gehouden. Zodat het contact toch bleef, maar in iets andere vorm. En ja, ook zonder appeltaart dus.’
‘Als je met 1/3 zij-instromers werkt, vraagt dat natuurlijk wel wat van de collega’s.’
Ze zegt erg tevreden te zijn hoe open de collega’s in de organisatie zijn voor zij-instromers. ‘Ze zijn altijd bereid hen te integreren. Als je met 1/3 zij-instromers werkt, vraagt dat natuurlijk ook wel wat van het personeel. Maar dat we daar toch altijd voor open staan, daar ben ik best trots op.’ Ze raadt ook andere collega-instellingen aan daar meer voor open te staan. ‘Wij hebben in elk geval veel bereikt met de inzet van zij-instromers, waarbij we goed kijken naar iemands karakter en levenservaring.’
Meer weten?
Benieuwd naar het hele verhaal van Inge de Rover? Wat ze voor 2022 nog allemaal op de agenda heeft staan? Of hoe ze interne samenwerking tot stand weet te krijgen? Luister dan de hele podcast:
Lees ook:
- Hoe Humanitas DMH 300 zorgvacatures per jaar weet te vervullen
- Huub Buijs: ‘Corona misschien wel beste employer branding voor werken in de zorg’
- Podcast: Waarom het recruitmentteam van GGz Centraal een eigen redacteur aantrok
- Over de heuse bootcamp waarmee een ex-commando herintreders voor Pleyade wist aan te trekken
- Hoe de Haagse zorgverlener HWW ook vorig jaar nog 200 nieuwe medewerkers wist aan te nemen
- Hoe de Brabantse zorgorganisatie ORO ‘enkele honderden’ vacatures per jaar weet te vervullen
- Podcast werving in de zorg: ‘Als we hier de mensen niet kunnen vinden, doet dat echt pijn’