Een wervingscampagne die oproept ergens níet te gaan werken; gaat dat werken?

Er kwam de afgelopen weken geen geliktere wervingscampagne voorbij. Maar de bedoeling was juist: mensen afschrikken. En ook: recruiters oproepen er níet voor te werven. Exact het omgekeerde dus van wat de meeste campagnes beogen. Maar… werkt dit ook?

Peter Boerman Op 21 juni 2024
Gem. leestijd 5 min 376x gelezen
Deel dit artikel:
Een wervingscampagne die oproept ergens níet te gaan werken; gaat dat werken?

‘Jij weet hoe je jongeren kunt verleiden. Jij bent bereid ethische grenzen te overschrijden. Jij misleidt de samenleving. Dit is jouw moment. Zin om jongeren verslaafd te maken aan een dodelijk product? Kom erbij.’ Het lijkt zo op het eerste gezicht een wervingscampagne zoals 100 anderen, een campagne zoals we er de afgelopen jaren al zoveel voorbij zagen komen, met snel geschoten beelden, ambitieus ogende jonge mensen, mooie luchten, en heel veel ‘jij’. Maar wie iets verder kijkt, ziet al snel dat deze campagne ook anders is, en juist oproept ergens níet te gaan werken, en recruiters zelfs verzoekt er niet eens meer voor te werven.

De aanval is de beste verdediging, horen we in deze dagen van EK voetbal vaak om ons heen. Met dat uitgangspunt in gedachten hebben Rookvrije Generatie, KWF en Longfonds de ‘anti-wervingscampagne’ opgezet, die het ‘echte beeld’ van werken in de tabaksindustrie probeert te belichten. ‘Onze wervingsvideo’s van Werken bij de tabaksindustrie leggen bloot hoe absurd de juichverhalen zijn waarmee de tabaksindustrie personeel probeert te werven’, aldus Hans Snijder, voorzitter van de Rookvrije Generatie en directeur van de Hartstichting.

‘Moet je niet willen’

Met een industrie die ‘dodelijke en schadelijke producten verkoopt, op doortrapte wijze de samenleving misleidt en jongeren verslaafd probeert te maken’, moet je namelijk geen zaken willen doen, zegt hij. Bijbehorend platform roept recruiters en wervingsbureaus daarom op geen vacatures meer te plaatsen voor banen in deze industrie. ‘We doen een maatschappelijk beroep op recruiters niet meer bij te dragen aan de valse voorstelling van zaken van de tabaksindustrie.’ De video tekent volgens Snijder mooi het ‘totaal immorele DNA van een industrie waarin misleiding en winstbejag de enige drijfveren zijn’.

De oproep trekt recruiters dus meteen ook het maatschappelijk debat in. Moet je als recruiter voor elke sector willen werken? Of moet je daarbij ethische grenzen hanteren, en sommige ‘foute’ sectoren aan je voorbij laten gaan? En waar leg je dan precies de grens? Of is dat iets wat je helemaal zelf kan, mag en moet bepalen? Het is iets waar bijvoorbeeld de Recruitercode zich niet over uitspreekt. Die bevat immers vooral gedragsnormen hoe individuele recruiters met vacatures moeten omgaan, niet over de vacatures zelf. Maar het is aan de andere kant natuurlijk ook een discussie waar je als recruiter ook niet de ogen voor kunt sluiten.

Werkt het ook?

Maar de hamvraag rondom de anti-wervingscampagne is natuurlijk: werkt het ook? ‘Mijn gevoel zegt: goed initiatief’, zegt bijvoorbeeld marketeer Kenneth Nieuweboer op LinkedIn. ‘Of sluit je zo een eventuele dialoog juist uit?’ Ook Willem-Albert Bol en Mariëlle Krouwel, die voor Adformatie de anti-campagne analyseren, hebben er dubbele gevoelens over. ‘IJzersterke creatie’, noemt Bol de video. ‘Overtuigend gemaakt en de boodschap komt keihard aan.’ Maar het is hem ook te extreem, zegt hij. ‘Ik twijfel over de gekozen invalshoek om mensen aan te pakken die in deze industrie werken.’

Er kwam de afgelopen weken geen geliktere wervingscampagne voorbij. Maar de bedoeling was juist: mensen afschrikken. En ook: recruiters oproepen er níet meer voor te werven. Precies het omgekeerde dus van wat de meeste campagnes beogen. Maar... werkt dat ook?

‘Ik twijfel over de invalshoek om mensen aan te pakken die in deze industrie werken.’

‘Terwijl de campagne dat ook weer omzeilt door de toon van de werving, door eerst organisaties aan te spreken en pas in tweede laag de werkzoekende die er niet in moet trappen’, vult Krouwel aan, die de campagne dan ook ‘subtiel dubbelgelaagd’ noemt. Al houdt Bol aan de video ook het gevoel over dat ‘als je mensen in de tabaksindustrie zo neerzet, je niet meer kunt praten over een oplossing voor het serieuze probleem (dat tabak wel degelijk veroorzaakt)’. Volgens hem gaat het er ook helemaal niet echt over om mensen te ontraden in de sector te gaan werken. In Nederland ‘werken inmiddels immers minder dan 1.000 personen in die sector.’

Cynische ondertoon

Krouwel vraagt zich sowieso af of deze campagne jongeren aanspreekt. ‘Ik vind de generatie van nu niet zo van de cynische ondertoon. En ik denk dat ze niet eens overwegen om er te gaan werken’. Waar de anti-wervingscampagne volgens hen echter wel in slaagt, is aandacht vragen voor het rookprobleem. Bol: ‘Wij hebben het er nu immers ook weer over’. Waarop Krouwel concludeert: ‘Guerilla dus, waarbij “er niet gaan werken” slechts een haakje is, en niet de eigenlijke boodschap. Een missie om de industrie tot op de grond af te branden. Een PR-driven campagne dus.’

Nu ze het zeggen: die campagnes waarin ‘de tabaksindustrie zich presenteert als een vooruitstrevende werkgever die staat voor het realiseren van een rookvrije toekomst, die zelfs geschiedenis gaat schrijven. Een reis die je volgens de industrie niet mag missen’, waarover de anti-wervingscampagne het heeft? Die waren ons eerlijk gezegd ook nog niet eerder zo opgevallen. En kijken we op Indeed naar de vacatures van bijvoorbeeld Philip Morris, dan zien we ook niet veel meer dan ‘een leuke balans tussen zelfstandig werken en teamwerk’ en ‘Jouw doel is om onze rookvrije toekomst aantrekkelijk en bereikbaar te maken voor iedereen!’

‘Guerilla, waarbij “er niet gaan werken” slechts een haakje is, en niet de eigenlijke boodschap.’

Met uitroepteken, dat wel. En dit kan je aanspreken of niet. Je kunt ervoor kiezen of je erin gelooft of niet. Maar dit lijkt verder toch niet direct een bijzonder gelikte, ‘ridicule’ of ‘misleidende voorstelling van zaken’, zoals Doei Tabaksindustrie het stelt. En ook naar die vele ‘honderden leugenachtige vacatures’, waarover het bureau het heeft, is het best hard zoeken.

Er kwam de afgelopen weken geen geliktere wervingscampagne voorbij. Maar de bedoeling was juist: mensen afschrikken. En ook: recruiters oproepen er níet meer voor te werven. Precies het omgekeerde dus van wat de meeste campagnes beogen. Maar... werkt dat ook?

Anti-recruitment als trend?

Recruitment lijkt hierom eerder als mooie invalshoek gekozen om een groter probleem aan de kaak te stellen. Iets wat Guy Lokhoff, oprichter en creative director van het betrokken ‘social first agency‘ Home min of meer ook wel erkent als hij stelt dat werken bij de tabaksindustrie volgens hem ‘het logische vervolg is op de aanklacht tegen de tabaksindustrie bij de lancering van Doei Tabaksindustrie.’ Wat meteen de vraag opwerpt: zou hiermee een trend gezet zijn? Kunnen we de binnenkort meer van zulke anti-recruitment-campagnes verwachten, zoals eerst bijvoorbeeld de beleggingen in ‘foute’ bedrijven zijn aangepakt? We zijn benieuwd!

Lees ook

Deel dit artikel:

Peter Boerman

Hoofdredacteurbij Werf&
Hij heeft eigenlijk nog nooit een vacature uitgezet. En meer sollicitatiegesprekken gevoerd als kandidaat dan als recruiter of werkgever. Toch schrijft Peter Boerman alweer een jaar of 10 over weinig anders dan over de wondere wereld van werving en selectie, in al zijn facetten.
Bekijk volledig profiel

Onze partners Bekijk alle partners