Het artikel gaat hieronder verder.
We scoren in ons land nog altijd goed als het gaat om het aantal mensen met een tertiaire opleiding, onze weginfrastructuur, of onze tevredenheid met leven, om maar wat te noemen. Op al die onderwerpen staat Nederland in een internationale ranglijst nog altijd in de top-10. Maar er is één onderwerp dat onze algehele score in internationaal perspectief steeds meer naar beneden trekt. En dat is de enorme krapte op de arbeidsmarkt. Qua gemak om gekwalificeerde medewerkers te vinden, staat Nederland in de ranglijst inmiddels op plek 89 wereldwijd: de laatste plaats ten opzichte van de ‘referentielanden’.
En dat terwijl Nederland in 2016 nog tot de top 10 wereldwijd en de top 3 van de referentielanden (de grootste economieën ter wereld) behoorde in het jaarlijkse onderzoek van de Universiteit van Amsterdam (UvA) en onderzoeksbureau SEO in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. De krapte is inmiddels zo erg dat 1 op de 5 Nederlandse bedrijven aangeeft geheel of deels naar het buitenland te verkassen. Niet zo gek dat Henk Volberda, hoogleraar strategie en innovatie aan de UvA, het heeft over een ‘5-voor-12-melding‘.
Enorme daling in 2022
In het onderzoek, dat zich onder meer baseert op het Future of Growth-rapport van het World Economic Forum, is vooral te zien dat Nederland omlaag kukelde op de ranglijst in 2022, het jaar dat we onder meer via de perikelen op Schiphol voor het eerst massaal met de krapte te maken kregen. Maar in 2023 zette de daling gewoon door, wat ons nu dus helemaal onderaan doet belanden – weliswaar in gezelschap van landen als Japan en Duitsland.
Een verklaring voor die plotse grote duikeling geven de onderzoekers niet echt. Maar wel is te zien dat de verwachtingen voor de toekomst niet meteen rooskleuriger zijn. Zo’n 2 op de 3 respondenten in het WEF-onderzoek geven aan te verwachten dat de krapte in hun ogen de komende jaren alleen nog maar erger wordt. En vooral vanwege die tekorten aan goed geschoold personeel zegt 44% van de bedrijven in het UvA-onderzoek de komende 3 jaar niet in Nederland, maar elders te willen groeien of activiteiten zelfs te verplaatsen. Deze vertrekwens is vooral te zien bij de grote, internationale bedrijven.
‘Als arbeidsmigratie wordt ingeperkt, kunnen sectoren in gevaar komen.’
Daarbij gaat het vooral om de productie van spullen, maar ook om onderzoeksafdelingen en laboratoria. ‘Daarmee verliest ons land de vooraanstaande positie die dit kabinet juist nastreeft. We hebben een nijpend tekort aan kenniswerkers en arbeidsmigranten’, zegt Volberda, die aan de andere kant ook opmerkt dat het huidige rechtse kabinet wat dit betreft ook averechts beleid voert. ‘We hebben juist buitenlandse werknemers nodig, omdat er te weinig Nederlandse arbeidskrachten zijn. Als arbeidsmigratie wordt ingeperkt, kunnen sectoren als de voedselvoorziening, zorg of distributie in gevaar komen.’
Mager zesje
Onder meer door de enorme krapte, geven bedrijven het economisch klimaat in ons land nog maar een mager zesje. Daarmee zakt Nederland op de internationale ranglijst naar een plek in de staart van de top-10. Nu geeft 1 op de 3 bedrijven Nederland al een onvoldoende, en 4% beloont het ondernemersklimaat zelfs met een 2 als rapportcijfer. ‘Als we niks doen, krijgen we volgende keer over de hele linie een onvoldoende’, aldus Volberda.
‘Als we niks doen, krijgen we volgende keer een onvoldoende.’
Als opsteker wordt de ‘goede kennisinfrastructuur’ van universiteiten, hogescholen en onderzoekscentra geroemd. Maar juist daarop wil het huidige kabinet honderden miljoenen bezuinigen. Onverstandig, aldus de Amsterdamse hoogleraar. ‘In de techsector en bij bedrijven als ASML, Philips en Adyen is goed opgeleid talent zeer belangrijk. Maar zet dan geen stop op buitenlandse studenten of Engelstalige opleidingen. Die studenten komen juist bij deze bedrijven werken.’
Opvallend in het onderzoek is dat Nederland nu nog juist wél goed scoort op de ranglijst als het gaat om het aantal mensen dat tertiair onderwijs in het hbo of op de universiteit heeft genoten. Nederland is op de ranglijst ten opzichte van de referentielanden geklommen van plek 14 in 2015 naar plek 9 in 2022. Van de referentielanden doen alleen Canada, Japan en het Verenigd Koninkrijk het beter dan Nederland. Daar kan het gevoel van ‘historische krapte’, zoals Volberda het noemt, dus blijkbaar ook niet door verklaard worden.
Nederland doet het op de ranglijst juist wel goed qua aantal hoogopgeleiden.
Schrale troost: in landen als Litouwen en Zweden verwachten ze nog net iets vaker dat het de komende jaren nóg moeilijker wordt om gekwalificeerd personeel te vinden.