De diversiteit aan vaardigheden van de gemiddelde Nederlander is ”ontoereikend” voor de arbeidsmarkt van morgen.
Nederland staat qua diversiteit van vaardigheden slechts op plek 51 (!), in een groot internationaal onderzoek van het World Economic Forum in 130 landen, waarvoor in Nederland de Erasmus Universiteit werd ingeschakeld.
Banen van de toekomst
Niemand weet hoe de toekomst eruitziet, en dus ook niet welke banen en welke skills dan nodig zijn, dat geven de onderzoekers ook wel toe. Maar, zeggen ze ook: “aangezien de economieën van vandaag steeds meer kennisgeoriënteerd, technologiegedreven en mondiaal worden, is er een groeiend besef dat landen een divers en breed repertoire van vaardigheden tot hun beschikking moeten hebben.”
Diversiteit “ontoereikend”
En in Nederland is daarvan nauwelijks sprake, aldus Henk Volberda, de Rotterdamse hoogleraar die bij het onderzoek betrokken is. “De benodigde diversiteit in de vaardigheden van pas afgestudeerden is ontoereikend, gezien de verwachte exponentiële groei van nieuwe beroepsprofielen en vaardigheden.”
Zowel formeel als informeel, op het werk
Zowel qua vaardigheden via formele onderwijstrajecten als qua competenties verkregen op het werk en nieuwe digitale leerplatformen scoort Nederland niet meer dan hooguit gemiddeld. “Om competitief te blijven is het noodzakelijk dat Nederland haar diversiteit van vaardigheden aanzienlijk vergroot. Dit moet gebeuren zowel door universitaire opleidingen als door informeel leren tijdens het werk”, stelt Volberda.
18% menselijk kapitaal onbenut
Volgens het WEF-onderzoek blijft zo’n 18% van het menselijk kapitaal in Nederland op dit moment onbenut door achterblijvende investeringen in opleiding en bijscholing. Mondiaal gezien is dit zelfs zo’n 35%, aldus het onderzoek. Dit komt enerzijds door de slechte afstemming tussen de huidige onderwijssystemen en de (toekomstige) arbeidsmarkt. Maar de maatschappij is ook gefocust op “front-loading”, aldus de onderzoekers. Dit betekent dat er te veel geïnvesteerd wordt in de ontwikkeling van jongeren en relatief te weinig in ouderen.
Life-long learning
“Voor vergrijzende economieën zoals de Nederlandse economie wordt ‘life-long learning’ echter steeds belangrijker om competitief te kunnen blijven”, aldus Volberda. De hoogleraar pleit dan ook voor meer investeringen in de oudere leeftijdsgroepen. “Denk aan: bijscholing, leren tijdens het werk, digitaal leren en gaming. Ook zullen gevestigde kennisinstellingen zich meer moeten richten op training en opleidingsmodules voor oudere medewerkers.”