Meer dynamiek dan ooit op de arbeidsmarkt? Helemaal niet! Sterker nog: mensen wisselen tegenwoordig misschien zelfs wel mínder snel van baan dan 20 jaar geleden. En ook al hoor je vaak dat banen steeds sneller komen en steeds sneller verdwijnen: de mate van baancreatie en baanvernietiging bij bedrijven is in de afgelopen 20 jaar ook helemaal niet toegenomen.
‘Werkenden wisselen niet vaker van positie op de arbeidsmarkt of van werkgever dan 20 jaar geleden.’
Het was op zijn minst een opvallend onderzoek te noemen dat begin dit jaar bij het CPB verscheen. Onderzoekers Wiljan van den Berge, Patrick Koot en Jochem Zweerink lieten erin zien dat we wel de mond vol mogen hebben van de o zo dynamische arbeidsmarkt van tegenwoordig, maar dat de realiteit toch echt een andere is. ‘Werkenden wisselen niet vaker van positie op de arbeidsmarkt of van werkgever dan 20 jaar geleden’, zo concluderen ze.
Best paradoxaal
Het is zelfs zo dat (waarschijnlijk) de vergrijzing zorgt voor een (lichte) afname in dynamiek. Ouderen bewegen gemiddeld immers minder vaak op de arbeidsmarkt dan jongeren. Dat mag best een beetje paradoxaal klinken, geven de onderzoekers zelf ook toe, met alle geluiden rondom een stijging in flexibele contractvormen als tijdelijke contracten en zzp’ers. Maar ook dat kunnen ze goeddeels verklaren, stellen ze. ‘Tijdelijke contracten zijn vooral geconcentreerd bij jongeren, en zij wisselden ook voorheen al vaak van positie. En voor de meeste zelfstandigen geldt dat, als zij eenmaal zelfstandige zijn, ze dat vaak ook blijven.’
Een overstap naar een andere werkgever? Het komt dus in de praktijk helemaal niet zoveel vaker voor dan in het verleden. In 1999 had ongeveer 21% in het daaropvolgende jaar een andere werkgever, in 2017 gold dit voor ongeveer 18%. Hoezo: iedereen is wel latent op zoek? Hoezo: meer dynamiek? Hooguit speelt de conjunctuur een rol, aldus de onderzoekers. ‘In recessies zien we dat het aantal baan-baanwisselingen afneemt. Dit kan komen doordat er minder vacatures zijn, maar ook doordat werkenden dan minder geneigd zijn om het risico te nemen om te wisselen van baan.’
Maar hoezo dan een recordaantal vervulde vacatures?
Maar wacht eens even… Hoe zit het dan met het recordaantal vacatures, en recordaantal vervulde vacatures dat het CBS meldt? Dat zijn toch ook allemaal baanwisselingen? En ja, voor een deel zullen interne mensen die vacatures invullen, en die komen niet naar voren in de eerdergenoemde CPB-statistiek. Maar zóveel vacatures, en zóveel vacatures die vervuld worden, dat kan toch alleen bij een heel dynamische arbeidsmarkt?
Hoe kan het dat bijvoorbeeld Randstad vorig jaar nog meldde dat er ‘volop beweging’ in de arbeidsmarkt zit?
En hoe kan het dat bijvoorbeeld Randstad vorig jaar nog meldde dat er ‘volop beweging‘ in de arbeidsmarkt zit? Dat de laatste 10 jaar er niet eerder zoveel mensen waren die overwogen om van baan te wisselen? En dat ook in de werkelijkheid niet eerder zoveel mensen overstapten? ‘Nederlanders massaal op zoek naar nieuwe baan’, maakte BNR er meteen van.
‘Ik denk niet dat uit onze resultaten blijkt dat mensen minder makkelijk in beweging te krijgen zijn.’
Maar ook dit moet je vooral zien als een gevolg van de goed draaiende economie van de laatste jaren. Navraag bij de CPB-onderzoekers leert: ‘die vacatures zijn een conjunctureel fenomeen’, aldus Wiljan van den Berge. ‘Dat wordt nog eens verder aangezwengeld door beleid (met name in de zorg). Dat staat denk ik los van de structurele vraag of de arbeidsmarkt dynamischer is geworden of niet. Ik denk niet dat uit onze resultaten blijkt dat mensen minder makkelijk in beweging te krijgen zijn.’
Is behoud echt wel zo’n probleem?
En hoe zit het dan bijvoorbeeld met iemand als de Amerikaanse hoogleraar Peter Cappelli, die opmerkt dat vroeger zo’n 90 procent van de vacatures door interne promoties en verschuivingen werd gevuld, maar dat dat tegenwoordig nog maar ongeveer een derde is? Volgens hem is 95 procent van de werving en selectie er nu op gericht is om bestáánde functies in te vullen, functies dus die een vacature worden doordat iemand overstapt naar een andere werkgever, waar het gras groener lijkt.
‘Waar vroeger zo’n 90 procent van de vacatures door interne promoties en verschuivingen werd gevuld, is dat tegenwoordig nog maar een derde.’
Volgens Cappelli is juist het gebrekkige behoud van personeel tegenwoordig het probleem. Bedrijven nemen mensen van hun concurrenten over, en vice versa. Dat zou leiden tot dynamiek die er vroeger niet was, toen mensen nog hun hele leven bij één werkgever in dienst bleven. ‘De grondoorzaak van werving en selectie is drastisch slechte retentie’, stelt hij daarom.
‘De grondoorzaak van werving en selectie is drastisch slechte retentie.’
Maar volgens de CPB-onderzoekers wordt ook in Amerika de soep niet zo heet gegeten als Cappelli hem hier opdient. ‘Waar de dynamiek in Nederland vrijwel constant is gebleven, zeker als je corrigeert voor demografische ontwikkelingen, is die in de VS bijvoorbeeld zelfs afgenomen sinds de jaren 80’, aldus Van den Berge. ‘Ik weet niet precies welke evidentie Cappelli aanvoert voor zijn stelling, maar in de VS neemt de gemiddelde baanduur dus toe en daalt het aantal transities dat mensen maken. Vergrijzing is vast een deel van de verklaring daarvoor.’
Er zijn ook veel meer banen
Ook Intelligence Group meet de laatste jaren continu de arbeidsmarktactiviteit. Onderzoeker Arjan Ruis heeft nog wel een verklaring voor de recordaantallen (vervulde) vacatures die te zien zijn. ‘Het absolute aantal vacatures neemt toe, maar je moet dit eigenlijk afzetten tegen het aantal banen. We zijn met meer mensen en (dus) meer banen en (dus) meer vacatures die ontstaan en vervuld worden. In de afgelopen 20 jaar zijn er zo’n 1,5 miljoen werknemersbanen bijgekomen in Nederland. Kijk je dan naar het aantal ontstane vacatures ten opzichte van het aantal banen over de tijd, zie je dat we in 2019 weliswaar het hoogste punt bereikten sinds de eerste metingen, vanaf 1997, maar dat punt was niet zo gek veel hoger dan de pieken in 2000 en 2007. Verder zie je perfect de conjunctuur terugkomen in dit plaatje.’
Hij plaatst nog een paar kanttekeningen bij de ‘enorme dynamiek’ die sommigen menen te zien op de huidige arbeidsmarkt. Zo kunnen nieuwe technieken volgens hem leiden tot ‘meer zicht op het aantal vacatures, waardoor het er ook meer lijken.’ En iets wat de CPB-onderzoekers ook onderschrijven: hun onderzoek kijkt alleen naar mensen die van werkgever naar een nieuwe werkgever overstappen. Mensen die bij dezelfde werkgever van tijdelijk contract naar tijdelijk contract gaan, en zzp’ers en uitzendkrachten die van opdrachtgever wisselen zijn niet meegenomen.
De dynamiek is slecht verdeeld
‘Beide zijn mogelijk belangrijke verklaringen voor het beeld van de toegenomen dynamiek’, aldus de onderzoekers. ‘Hoewel werknemers die bij dezelfde werkgever blijven met een ander contract, niet bijdragen aan de dynamiek, kan dit wel een gevoel van onzekerheid opleveren. En via zzp’ers en uitzendkrachten die vaker van opdrachtgever wisselen, kan de dynamiek ook zijn toegenomen.’
‘We zijn met meer mensen en (dus) meer banen en (dus) meer vacatures die ontstaan en vervuld worden.’
Ruis bevestigt dat. ‘Als je in één jaar 10 baantjes doet voor hetzelfde uitzendbureau – je feitelijke werkgever -, wissel je in de statistieken niet van werkgever, maar er zijn mogelijk wel 10 vacatures voor al die baantjes geweest…’ De dynamiek is slecht verdeeld, met andere woorden. Sommigen héél dynamisch, maar velen ook die maar nauwelijks bewegen, ondanks de vele vacatures die momenteel om hen heen cirkelen.