Gem. leestijd 4 min  883x gelezen

‘Race naar de bodem is doodlopende straat voor uitzendbureaus’

Het huidige businessmodel van de meeste uitzendbureaus staat innovatie en ontwikkeling in de weg, stelt Steven Gudde (Olympia). Zijn alternatief? Een maandpremie! Maar gaat dat wel werken?

‘Race naar de bodem is doodlopende straat voor uitzendbureaus’

Veel organisaties zien flexwerk nog vooral als middel om de kosten te drukken, waarbij ze continu op zoek zijn naar de goedkoopste variant. Het resultaat daarvan is dat flexwerkers lang niet altijd als volwaardige medewerkers worden gezien, maar slechts als operationele kostenpost. Dit vertaalt zich in een race naar de bodem in de tarieven, waarbij flexwerkers zich steeds minder betrokken voelen, en de productiviteit achterblijft en de waarde die de partijen samen kunnen realiseren structureel buiten beeld blijft. Het is, kortom, een doodlopende straat.

‘Veel organisaties zien flexwerk nog steeds vooral als middel om de kosten te drukken.’

Dit heeft te maken met het afrekenmodel dat de flexbranche en opdrachtgevers al decennialang hanteren. Dit model legt de nadruk eenzijdig op kosten, waarbij per gewerkt uur wordt afgerekend. Deze eenzijdige focus staat echter innovatie in de weg, zorgt voor slechtere arbeidsrelaties en draagt niet bij aan de continuïteit van inhurende organisaties.

Weeffouten in het systeem

Er zitten wat mij betreft dan ook een paar flinke weeffouten in de wijze waarop uitzenders en opdrachtgevers tegenwoordig hun samenwerking in elkaar zetten, elkaar aanspreken en afrekenen. Flexwerkers leveren een belangrijke bijdrage aan de weerbaarheid en continuïteit van bedrijven. Zij nemen risico’s weg voor bedrijven, wat zorgt voor meer zekerheid voor veel betrokkenen. Maar de kostendiscussie rondom uurtarieven vertroebelt het zicht op de waarde die ze daarmee hebben. Uitzendbureaus en flexbureaus worden zelden afgerekend op hun bijdrage aan de bedrijfscontinuïteit van hun opdrachtgevers.

‘Zorgen voor de juiste match is niet meer de grootste waarde van uitzenders.’

Daar is de branche daar zelf ook debet aan: die laat te weinig zien welke waarde ze heeft. Een van de traditionele rollen van uitzendbureaus is: het ontsluiten van de markt. Dit geldt zowel voor de aanbodkant (voor werkgevers op zoek naar werknemers) als voor de vraagkant (voor werknemers op zoek naar werk). Deze intermediaire rol heeft nog steeds waarde, maar die waarde neemt wel af. Er zijn nu heel veel alternatieven waar de match kan plaatsvinden, daar is dus niet meer per se een uitzendbureau voor nodig. Zorgen voor de juiste match is zodoende niet meer de grootste waarde van uitzenders. En die alternatieven worden ook nog eens aantrekkelijker als uitzendbureaus er niet in slagen om naast de match andere vormen van dienstverlening te ontwikkelen. Alleen het argument ‘wij vinden voor u de juiste persoon’ lijkt nu niet meer genoeg.

‘Flex-as-a-service’

Waar ligt tegenwoordig dan nog wel de grootste toegevoegde waarde van uitzenders? Die is gelegen in een andere dienstverlening, zoals:

  • het beheer van de flexibele schil,
  • het optimaliseren van personeelsopbouw,
  • strategische personeelsplanning,
  • recruitment process outsourcing,
  • het versterken van de employer branding,
  • de regie over toeleveranciers,
  • continuïteit en zekerheid bieden,
  • opleiden, trainen en
  • onboarding.

Maar ook in het managen van ondernemersrisico’s, het vermogen mee te bewegen met een dynamische markt en het functioneren als brug voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

‘In het huidige model worden alle betrokkenen niet per se uitgedaagd om naar het optimum te streven.’

Als je al deze dienstverlening zo op een rij ziet staan, snap je ook dat je toegevoegde waarde hiervan op een andere manier moet afrekenen. De huidige afrekenwijze in uitzenden is nog steeds pay-per-use, waarbij je als klant per uur afrekent. Dat model daagt alle betrokkenen niet per se uit om naar het optimum te streven in de samenwerking. Als je denkt in termen van ‘flex-as-a-service’ (ofwel: wij zorgen voor/waarborgen/garanderen een zekere mate van flexibiliteit, in combinatie met kwaliteit en zekerheid voor alle betrokkenen), moet je ook nadenken over andere manieren van afrekening. Een maandpremie kan dan duidelijkheid bieden naar alle partijen, maar stuurt ook meer aan op de mogelijkheid om samen te optimaliseren op een manier waarvan alle betrokkenen plezier kunnen hebben.

Denken over het geheel van de keten

De stabiliteit en voorspelbaarheid van de kosten (en dus ook van inkomsten) geeft alle partijen meer vrijheid om naar andere werkwijzen te kijken. Het zorgt voor een bredere scope, in plaats van de smalle blik die het denken in een uurtarief met zich meebrengt. Die dwingt in veel gevallen alle betrokkenen in een discussie rond kostprijsoptimalisatie. Het gesprek gaat dan niet meer over wat je bijdraagt aan het grotere geheel. Lees: de bijdragen aan het algemene – liefst: gezamenlijke – doel, waarin de belangen van alle betrokken worden meegewogen. En daarbij zijn uitzendkrachten dus ook betrokkenen, net als de (eind)klant, en de vaste medewerkers van de opdrachtgever.

Voorspelbaarheid van de kosten geeft alle partijen meer vrijheid om naar andere werkwijzen te kijken.

Dit zijn overigens de principes waarop het hele denken over supply chain management is gebaseerd: je moet denken over het geheel van de keten, niet denken in optimalisatie van één enkele schakel.

Maandpremie is geen doel op zich

Mensen willen waardevol werk doen en van betekenis zijn. Bedrijven zoeken flexibiliteit, medewerkers (veelal) zekerheid. Als uitzendbranche moeten we daarom onze verantwoordelijkheid nemen. We moeten werk en werkrelaties van waarde creëren en daarop ook belonen. Maar in een driehoeksrelatie, zoals die bij uitzenden bestaat, heb je meerdere partijen nodig om dit optimaal in te vullen. Alleen samen kunnen we zorgen voor duurzame arbeidsrelaties, en kunnen we flexwerkers en uitzendbureaus naar geleverde waarde belonen.

‘Met een race naar de bodem is uiteindelijk niemand gediend.’

Met een race naar de bodem is uiteindelijk niemand gebaat. Denken over een maandpremie is daarbij voor mij een gedachtemodel en een middel, geen doel op zich. Het omgekeerde is wel waar: als we elkaar op een puur urengedreven, transactioneel model blijven afrekenen, blijven we met elkaar met de verkeerde zaken bezig. Dan zetten we nooit een stap vooruit.

steven gudde race naar de bodemOver de auteur

Dit artikel is geschreven door Steven Gudde, Directeur Bidmanagement & Business Development bij uitzendbureau Olympia.

Lees ook:

  • Leave behind a comment

Onze partners Bekijk alle partners