Het faillissement van het Delftse Mapper was een buitenkansje voor ASML. In 1 keer konden zo circa 200 hooggekwalificeerde medewerkers worden toegevoegd. Was dit nou wat je noemt een acqui-hire?
Het vorige maand failliet verklaarde Mapper heeft een heel andere technologie om chips te ‘tekenen’ dan het veel bekendere bedrijf uit Veldhoven. Het bedrijf opereerde ook op een heel andere schaal: waar Mapper zo’n 240 medewerkers had, heeft ASML er bijna 100 keer zoveel: zo rond de 22.500. Sterker nog: elke maand (!) stromen er bij ASML zo’n 200 tot 250 nieuwe medewerkers in, dus ongeveer de hele personeelsomvang van het nu overgenomen Mapper.
‘De groei is bizar eigenlijk’
‘Vijf jaar geleden hadden we wereldwijd iets meer dan 13.000 medewerkers, nu bijna 23.000 – onder wie 8.000 r&d-mensen, 5.000 in customer support; allemaal ingenieurs: 33 procent bachelor of science, 49 procent master of science, 800 PhD’s. Het tempo waarin wij groeien, is bizar eigenlijk’, zei Senior Director Strategic Sourcing Mark van Spall recent nog tijdens het event ‘Fit for Growth’, zo meldt LinkMagazine.
‘Als je twee jaar ervaring hebt, ben je hier al een ervaren kracht’
Hij verbloemde daarbij ook niet dat dat soms best schuurt. ‘Een dame in een technologieclub zei eens tegen mij: “Niemand weet hier meer wat hij of zij moet doen”. Als je twee jaar ervaring hebt, ben je een ervaren kracht. Al die nieuwe mensen moeten opgeleid, gecoacht en gementord worden; dat doen we ook, zeer intensief. Maar die senior architect die een aantal mensen coacht, moet wel gewoon zijn werk nog doen. Dus ja, er zit een limiet aan hoeveel nieuwe mensen we kunnen absorberen. Door meer werk neer te leggen in onze bedrijven in Azië en de Verenigde Staten, en daar meer suppliers te sourcen, spreiden we dat probleem.’
Technisch zeer schaars talent
En nu dus door een failliete concurrent over te nemen, vol met mensen die al behoorlijk in het hooggespecialiseerde chips-werk zijn ingevoerd. De overname heeft dan ook veel weg van wat wel ‘acqui-hiring‘ wordt genoemd: een overname die meer gericht is op de kwaliteiten van de medewerkers dan op de ontwikkelde technologie of de producten. In de huidige krappe arbeidsmarkt, waar met name goed opgeleid technisch talent zéér schaars is, lijkt het een slimme strategie.
Vijf andere voorbeelden van Nederlandse bedrijven die dit lot eerder ten deel viel:
2014: eBuddy naar Booking.com
Meer dan negen jaar bood eBuddy chat- en berichtendiensten aan miljoenen gebruikers wereldwijd aan. Maar in 2014 ging de stekker uit het bedrijf: Booking.com maakte bekend het bedrijf over te nemen. En wel voor het personeel, niet voor de technologie. De 75 ontwikkelaars van de start-up mochten bij het grote reisbedrijf andere dingen gaan ontwikkelen.
2014: Prss naar Apple
Ook zo’n 5 jaar geleden: Apple kocht Prss, de Nederlandse tool voor het publiceren van iPad-magazines. Het leidde onder meer tot een behoorlijke verhuizing van de medewerkers, van Nederland naar de Verenigde Staten:
Doeg Bussum (NL) -> Hello Palo Alto (California, USA) pic.twitter.com/qdMjtF3zUB
— Michel Elings (@michelelings) 23 juli 2014
Met de Nederlandse tool Prss, van de makers van het iPad-magazine TRVL, konden uitgevers makkelijker hun eigen iPad-magazine maken. De overname door Apple bleek echter al snel een zogeheten ‘acqui-hire‘ te zien, waarbij Apple het vooral om het talent van het personeel is te doen, alhoewel de technologie nog wel min of meer voortleeft in het huidige Apple News.
2016: Silk naar Palantir
In 2016 was het de beurt aan de Nederlandse start-up Silk om overgenomen te worden. Dit keer was het het Amerikaanse Palantir, een van de meest waardevolle techbedrijven zonder beursnotering, en bekend van Peter Thiel, dat er met de buit vandoor ging. Ontwikkeling van het data-product van Silk werd door de acqui-hire stopgezet, de ontwikkelaars konden bij Palantir verder werken aan andere dataverwerkingssoftware.
2016: Pie naar Google
In 2016 was het Google dat een acqui-hire deed: het lijfde de zakelijke chatdienst Pie in, een soort Nederlandse lookalike van Slack. Althans: Nederlands… het ongeveer negen man tellende Pie was destijds gevestigd in Singapore, maar was wel opgericht en werd gerund door twee Nederlanders; Pieter-Paul Walraven en Thijs Jacobs. Beiden mogen zich sindsdien ‘product manager’ noemen, en werken overigens nog steeds vanuit Singapore, om aldaar Google te helpen Azië te veroveren.
2016: Gibbon naar Degreed
Laatste voorbeeld dat we hier noemen stamt óók uit 2016, en gaat over de Leidse start-up Gibbon, eens veelbelovend in educatietechnologie, oftewel: edtech. Het was Degreed, een vergelijkbaar educatie-platform uit San Francisco, dat tegenwoordig ook volop in Europa opereert, dat besloot de krachten te bundelen. Het team in Leiden (foto onder) bleef daar gewoon werken, maar dan nu onder de vlag van de nieuwe eigenaar, waardoor ook deze overname alle kenmerken vertoonde van een acqui-hire.
Conclusie: kan een interessante strategie zijn
Zelf moeite om aan goede developers te komen? Kijk goed rond, en ga eens praten met start-ups in de buurt. Lang niet allemaal zullen ze er zin in hebben in dienst te treden van een grote corporate. Maar heel vaak ook wel. Zeker als het eigen bedrijf niet zo florissant draait. En verder? Bij élke overname speelde het aanwezige talent natuurlijk altijd al een rol. Maar in deze tijd, nu de arbeidsmarkt zo krap is, misschien wel meer dan ooit. Juist bij de kleinste bedrijven zijn vaak de brightest minds te vinden, die in korte tijd veel geleerd hebben. Een overname is dan misschien niet de goedkoopste of snelste manier om aan dat talent te komen, het kan wel een heel aantrekkelijke manier zijn om mensen binnen te halen. Wat de recente deal van ASML in dat licht min of meer een no-brainer maakt…