Internet blijft in absolute en relatieve termen sterk aan belang winnen in het oriëntatiegedrag van de Nederlandse beroepsbevolking. Was in 2006 nog 21 procent van de kanalen gebaseerd op internet, zoals vacaturebanken en recruitmentsites, in 2009 is dat bijna met de helft gestegen naar 30 procent.
Internet blijft terrein winnen
De groei van internet in de oriëntatiemix van de Nederlandse beroepsbevolking in de afgelopen jaren komt met name tot stand door zoekmachines/search engines en de opkomst van communities/social media. Waar een zoekmachine als Google sinds 2007 steeds nadrukkelijker een rol ging spelen in het oriëntatiegedrag, maken nu social media, zoals LinkedIn, sinds 2009 een sterke groei door. Al ruim een kwart van de oriëntatie via internet vindt plaats door deze nieuwe mogelijkheden. Dit blijkt uit een trendanalyse uit het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO) van Intelligence Group, waarin jaarlijks 16.000 personen worden ondervraagd, in opdracht van het seminar Succesvol Werven.
Print verliest, in de totale mix, langzaam aan belang in het totale oriëntatiegedrag. In absolute termen is de daling van print groter dan de onderstaande figuur doet vermoeden. Echter, doordat mensen steeds minder kanalen gebruiken in hun oriëntatie, ligt het marktaandeel van print nog steeds rond de 20%.
In het totaal van alle oriëntatiebronnen (22) is gekeken naar de onderlinge verhoudingen tussen het gebruik van online, print, arbeidsmarktbemiddelaars en overige kanalen.
Sterke dalers
Ten opzichte van 2005 heeft een aantal bronnen sterk aan belang ingeboet. De grootste verliezers zijn de Gouden Gids (index: -80), E-mail service (index: -56) en Teletekst (index: -56). Maar ook ‘binnenlopen bij een bedrijf’ (index: -40), ‘advertentie in een winkel’ (index: -32%) en ‘een banenbeurs’ (index: -34) zijn fors gedaald.
Steeds minder kanalen gebruikt ter oriëntatie
In 2009 werd 17 procent minder aan kanalen gebruikt ter oriëntatie dan in 2005. Waar in 2005 gemiddeld vijf verschillende kanalen werden geraadpleegd, is dit in 2009 iets meer dan vier. Wanneer de nieuwste oriëntatiekanalen social media en zoekmachines uit de analyses gehaald zouden worden (deze worden respectievelijk pas in 2009 en 2008 gemeten), is de daling zelfs 24 procent. In een periode van groeiende werkloosheid is dit een opmerkelijke trend. Op basis van het beperkte vacatureaanbod is de aanname dat er gemiddeld meer bronnen geraadpleegd zouden worden. Het tegenovergestelde zien we echter gebeuren. Dit komt doordat steeds meer mensen volledig vertrouwen op internet in hun zoektocht naar een nieuwe baan. Het rendement van internet (het feitelijk vinden van een baan via internet) stijgt ook snel, hetgeen deze ontwikkeling verder versterkt. Andere kanalen verliezen dan logischerwijs aan belang.
Bron: Intelligence Group