‘STAR‘, noemen ze het in de Verenigde Staten. En dan niet verwijzend naar het bekende interviewmodel, maar naar: Skilled Through Alternative Routes. Het is een benaming voor mensen die het onderwijs verlaten zonder startkwalificatie of (hoger) diploma, die echter via verworven skills en ervaring tóch in aanmerking zouden kunnen komen voor een beter betalende baan. Er zouden er maar liefst 70 miljoen van rondlopen in de VS, zo is de schatting.
Zo’n 70 miljoen Amerikanen zonder diploma zouden toch geschikt zijn voor hogere functies.
Als zoveel mensen geschikt zijn, maar niet de benodigde diploma’s hebben, waarom blijven zoveel werkgevers hier dan toch aan vasthouden als vereiste, vroeg The Washington Post zich daarna af. Ook in Nederland zijn dit soort geluiden vaak te horen. Door de krapte op de arbeidsmarkt neemt de bereidheid van veel werkgevers toe om wat soepeler om te gaan met hun diploma-eisen, zo bleek eerder dit jaar uit onderzoek van het UWV. Maar in de praktijk bestaat het ‘papieren plafond’ nog altijd, zo lieten anderen al snel weten. Oftewel: zonder (hoog) diploma is toegang tot veel banen nog steeds heel lastig.
Breuk met het verleden
Even terug naar Amerika. Daar ontstaan namelijk steeds meer programma’s die mensen met een laag inkomen naar de middenklasse weten op te werken. Zoals Year Up, waar ongediplomeerden zich non-profit kunnen bekwamen in software development en daarna een half jaar stage mogen lopen, inclusief les in spreken in het openbaar, teamwork, professioneel gedrag en de juiste kleding. En dat niet alleen: deelnemers krijgen ook gesubsidieerde kinderopvang, medische verzekering én maaltijdondersteuning. Het programma blijkt een succes: niet zelden komen de deelnemers uiteindelijk terecht in goedbetaalde functies, zodat de investering loont.
Het is een behoorlijke breuk met het Amerikaanse verleden. In de VS wordt gemiddeld veel minder besteed aan ondersteuning van werkzoekenden en arbeidsgerichte opleidingen dan in de meeste andere ontwikkelde landen (iets wat trouwens ook in Nederland het geval is, zo merkte Hans Borstlap recent nog op). Amerikaanse bedrijven zien training vaak eerder als een noodzakelijke verplichting dan als een bijdrage aan hun continuïteit. Maar er zijn dus signalen dat dit aan het kantelen is, tekent The New York Times op.
Minder vereist
De krapte op de arbeidsmarkt is hier – net als bij ons – de belangrijkste oorzaak. Grote corporates passen hun wervingsgedrag aan, en beginnen met stages, mentoring en buddy- en on-the-job trainingsprogramma’s. Dat gaat ook gepaard met een lichte afname in de eis van een hogere opleiding, zo blijkt uit recent onderzoek. Niet zo gek, want slechts net iets meer dan 1 op de 3 Amerikaanse volwassenen heeft zo’n opleiding afgerond. En voor zwarte Amerikanen geldt dit voor nog niet eens een kwart, en van de Latino’s voor ongeveer 1 op de 6. Het ‘papieren plafond’ werkt in die zin ook nog eens de participatie van minderheden tegen.
Het ‘papieren plafond’ werkt de participatie van minderheden behoorlijk tegen.
Het loslaten van de diploma-eis past ook bij pleidooien van organisaties als Opportunity@Work en de Markle Foundation, die de afgelopen jaren zich er steevast voor inzetten meer te selecteren op skills in plaats van op het al dan niet bezitten van papiertjes. Zo bleek uit een studie van eerstgenoemde organisatie, samen met Accenture en de universiteiten van Harvard en Cornell, dat 30 miljoen Amerikanen over de skills beschikten voor banen die gemiddeld 70 procent meer zouden kunnen verdienen dan hun huidige.
Campagne en petitie
Het is die studie geweest die voor het eerst de term STAR introduceerde, en die ook de basis is voor de recent gestarte campagne en petitie om het ‘papieren plafond’ aan te pakken. Deze breed ingezette campagne wordt mede mogelijk gemaakt door bedrijven als Accenture, Chevron, Google, IBM, LinkedIn, Walmart en Workday, allemaal organisaties die zeggen zelf ook de diploma-eisen in hun vacatures te verzachten.
Zo’n campagne telt Nederland nog niet. Maar ook hier ontplooien zich allerlei initiatieven die vraagtekens zetten bij het ‘papieren plafond’. De recente uitzending waarin Arjen Lubach het opneemt voor mbo’ers is er slechts een voorbeeld van. Ook de ministers Robbert Dijkgraaf en Rob Jetten braken recent nog een lans voor het belang van het mbo. Daarnaast worden werkgevers vaak opgeroepen niet te snel te roepen om ‘hbo- of academisch werk- en denkniveau’, als dat voor een functie niet strikt noodzakelijk is. Het zou geschikte sollicitanten immers kunnen afschrikken.
Pool vergroten
Een dilemma dat ook op deze site 2 jaar geleden al behandeld werd, in een artikel over de vraag: ‘Moet je nu écht een hbo-diploma hebben als corporate recruiter?’ Voor een functie als recruiter is motivatie misschien wel belangrijker dan opleiding, en door niet op skills te letten sluit je mogelijk op voorhand veel mensen uit, zo was de redenering.
Bijna de helft van de sollicitanten laat zich afschrikken door een diploma-eis in een vacature.
Voor oplossing van de kwestie kunnen we ook kijken naar België. Daar bleek recent uit onderzoek van Made in en Jobat dat 3 op de 4 werkgevers bereid zijn kandidaten die niet het in de vacature vereiste diploma hebben, tóch op gesprek te laten komen. Alleen, zo blijkt uit hetzelfde onderzoek: ongeveer de helft van de kandidaten laat zich afschrikken als ze zo’n eis in de vacaturetekst tegenkomen – en solliciteert dus uiteindelijk niet. De remedie, aldus de onderzoekers: zet de opleiding niet meer als eis in de vacature, maar hooguit als wens. En geef tegelijk aan dat je bereid bent in extra scholing te investeren. Het zal je pool aan mogelijke kandidaten waarschijnlijk substantieel vergroten.