Een derde van de Nederlandse werknemers heeft geen vaste baan blijkt uit de laatste kwartaalverkenning van het UWV. De afgelopen drie jaar is het aantal flexkrachten zo sterk toegenomen dat het UWV van een ‘tendens’ spreekt. Flexwerkers lopen echter wel vier maal meer kans om werkloos te raken.
34 procent van de Nederlandse arbeidskrachten zijn nu flexwerkers. Eind oktober 2006 kwam het aantal nog uit op 20 procent van het totale aantal werknemers. Flexwerkers hebben meer kans om hun baan te verliezen, maar voor bedrijven zijn zij juist handig. Ondernemingen kunnen makkelijker reorganiseren zonder ontslagregelingen. Een woordvoerder van de ABU, de Algemene Bond Uitzendondernemingen, stelt in Trouw dat flexbanen onmisbaar zijn voor bedrijven omdat ze hiermee kunnen overleven.
Flexibele schil
Steeds meer werkgevers gaan over naar een flexibele schil om zich snel te kunnen aanpassen aan wisselende vraag. Uit onderzoek van TNO in 2007 blijkt dat gemiddeld 22% van de medewerkers binnen een bedrijf uit flexkrachten bestaat. Naast uitzendwerk gaat het hierbij om oproepkrachten, seizoenskrachten en flexibele contracten. ASML, producent van chipmachines, heeft al jaren een grote flexibele schil. ASML heeft ongeveer 3.000 man vast personeel en 1.000 flexibele medewerkers. Na de crisis van 2009, waarin die flexibele schil grotendeels verdween, heeft ASML weer 600 nieuwe flexkrachten aangenomen.
Geen maximum
Niet iedereen is te spreken over de groei van flexibele arbeid. Vakcentrale FNV wil dat er een maximum komt voor het aantal uitzendkrachten en mensen met een tijdelijk contract dat een bedrijf inhuurt. Daarnaast moeten er afspraken worden gemaakt over minimumtarieven en rechten voor freelancers. Werkgevers willen juist een grotere ‘flexibele schil’, maar willen er geen percentages aan verbinden.
Bronnen: Trouw | TNO | FNV