Was de arbeidsmarkt al een tijdje krap, het afgelopen jaar is die krapte wereldwijd alleen nog maar toegenomen, merkt Monsterboard op in zijn jaarlijkse Future of Work-onderzoek, waarvoor in 8 landen steeds zo’n 400 HR-professionals en recruiters zijn ondervraagd. Zei vorig jaar nog ‘maar’ 82% van de respondenten bezig te zijn met werving, inmiddels is dat opgelopen tot 93%, waarvan 52% zegt vooral van plan te zijn te werven voor bestaande functies, en 41% vooral nieuwe functies in te vullen heeft.
Nederland spant daarbij de kroon, aldus het onderzoek. Nergens zijn zoveel recruiters bezig met het vullen van vacatures voor bestaande functies als hier. Het probleem is evenwel dat het, door de afname van het aantal actieve werkzoekenden, steeds moeilijker wordt om talentvolle kandidaten te vinden. Ook wordt het steeds duurder om ze aan te trekken, stellen de onderzoekers. Als zodanig verliezen recruiters voor het derde jaar op rij vertrouwen in hun vermogen om geschikte kandidaten te vinden, terwijl de concurrentie ook nog eens steeds heviger wordt.
Kandidaten de overhand
Kandidaten hebben in de huidige markt duidelijk de overhand, aldus Monster-CEO Scott Gutz. ‘Werkgevers hebben echter nog steeds de mogelijkheid om potentiële medewerkers te bereiken. Bijvoorbeeld door de nadruk te leggen op de bedrijfscultuur en mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling. Dit blijven belangrijke factoren bij het nemen van carrièrebeslissingen. Een voorbeeld: 27% van de kandidaten zegt op zoek te zijn naar een zorgzame werkomgeving. Dit terwijl meer dan 1 op de 5 kandidaten vaardigheidstraining en -ontwikkeling wenst.’
Meer dan 9 van de 10 werkgevers in het onderzoek geeft aan moeite te hebben om vacatures in te vullen vanwege een skills gap. Ook is 29% het ermee eens dat deze kloof is gegroeid in vergelijking met een jaar geleden. Ook hier is Nederland koploper, in vergelijking met de andere onderzochte landen. Het wordt volgens de onderzoekers bovendien steeds moeilijker om de prioriteiten van kandidaten en werkgevers op elkaar af te stemmen. Denk aan: flexibele uren, en werken op afstand. ‘Daarom maken we ons niet alleen zorgen over het vermogen om ze aan te trekken, maar ook over het vermogen om ze te behouden’, aldus Gutz.
Niet meteen meer salaris
Opvallend in het onderzoek is verder dat de respondenten (nog) weinig fiducie zien in salarisverhoging om talent te werven. Tenminste: ze geven aan eerder in te zetten op het aanpassen van functies zodat ze flexibeler zijn of op afstand kunnen worden vervuld. Pas daarna volgen meer traditionele factoren als secundaire arbeidsvoorwaarden, dat zelfs nog (iets) hoger scoort dan extra salaris of het aanbieden van extra opleidingsmogelijkheden.
Probleem is ook dat de ook voor het onderzoek ondervraagde werkzoekenden aangeven weinig vertrouwen hebben in de beloftes van werkgevers. Dit wantrouwen blijkt zelfs het grootst onder de groep waar vaak de meeste vraag naar is: de millennials. ‘Werkzoekenden hebben het heft in handen. Maar ze realiseren zich dat vaak niet’, concludeert Gutz dan ook. ‘Maar als kandidaten zich richten op dat wat voor hen de meeste betekenis heeft, hebben ze een goede kans om de juiste baan te vinden.’
Meer weten?
Download hier het hele onderzoek
Future of Work