Uit onderzoek van Universiteit Nyenrode onder 1.350 mkb-ondernemers blijkt dat deze bedrijven het behoorlijk irritant vinden dat de omloopsnelheid binnen de controleteams van accountancybedrijven zo hoog is. Bij de ‘Big Four’ kantoren is het verloop zelfs drie keer zo hoog als bij kleine kantoren.
Verloop van 20%
Bij de vier grote accountants Deloitte, Ernst & Young, KPMG en PwC (de ‘Big Four’) verlaat elk jaar 20% van de controleassistenten hun team, dat kan bestaan uit drie tot veertig medewerkers. Deze omloopsnelheid is drie keer zo hoog als die bij kleinere accountantskantoren (7%). Het percentage assistenten dat ‘vaak’ vertrekt (eens in de twee of drie jaar) ligt bij de Big Four zelfs op 46.
Ernst & Young
Ernst & Young-bestuurslid Bea Haring, verantwoordelijk voor het personeelsbeleid, zegt dat de hoge ‘omloopsnelheid’ binnen de controleteams onvermijdelijk is. ‘Dat is in de hele accountantsbranche het geval. Elk jaar verlaat zo’n 20% van onze medewerkers de organisatie. Dat verloop zie je dan ook weerspiegeld binnen een controleteam.’
Een verklaring voor de snelheid waarmee de teams veranderen, is de carrièredrift binnen een groot kantoor als Ernst & Young. ‘Doorstroom is ook onvermijdelijk’, zegt Haring, ‘omdat mensen geregeld promotie maken. Wij proberen het zo te managen dat de doorstroom niet te veel bij één klant gebeurt, maar dat het zo veel mogelijk wordt gespreid. De een promoveert dan tot manager in zijn eigen controleteam, de ander stapt over naar een team dat andere klanten doet.’
Piramide personeelsopbouw
De personeelsopbouw van een accountantskantoor heeft de vorm van een piramide. Onderin zit de nieuwe lichting van universiteit of hogeschool — bij de Big Four jaarlijks een paar honderd mensen — en bovenin zit de kleine kring van partners die een aandeel hebben in het kantoor. Om die piramide in stand te houden, móét het kantoor ook voortdurend mensen kwijt, anders worden de personeelskosten te hoog. ‘Een accountantskantoor is een typische doorstroomorganisatie’, zegt Bea Haring van Ernst &Young, ‘waarin een bepaalde uitstroom van personeel ook gewenst is. Rond de 17% uitstroom vinden wij gewenst om de piramideopbouw goed onder controle te kunnen houden.’
Deloitte
Ook bij Deloitte wordt de hoge omloopsnelheid van het personeel beschouwd als onvermijdelijk. ‘Er is een personeelsverloop van 20% in onze branche’, zegt bestuursvoorzitter Roger Dassen, ‘dus je ontkomt niet aan een bepaald verloop in de controleteams. Het is een illusie te denken dat je die kunt beperken.’
Voor de kwaliteit van de controle hoeft het geen probleem te zijn, zegt Dassen: ‘Het belangrijkste is dat je kennis binnen het team houdt, ook al heb je verloop. Je bouwt dossiers op, zodat nieuwe accountants in het team zich direct kunnen inlezen.’ En dan is er altijd een ‘constante factor’ in het team aanwezig, aldus Dassen, en dat is de partner.
Kritiek
De kritiek op de samenstelling van controleteams klonk duidelijk op een symposium van jonge accountants, de Nivra Young Professionals Day. ‘Als je elk jaar twee à drie mensen in een team moet vervangen’, zegt Sabrina Jupijn, specialist vaktechniek bij accountantskantoor Berk, ‘dan heeft dit een behoorlijke impact op de aansturing door de leidinggevenden. Dit leidt ertoe dat de leidinggevende leidinggevende minder tijd heeft voor zijn specifieke taak, namelijk de echt kritische controleposten. Die moeten dan vaak in de avonduren worden gedaan.’
AFM onderzoekt personeelsverloop niet
Een woordvoerder van toezichthouder AFM zegt dat het personeelsverloop niet ‘specifiek’ is onderzocht. De accountant die zijn handtekening zet onder een jaarrekening, aldus de woordvoerder, moet ‘zelf door grotere persoonlijke betrokkenheid de kwaliteit van de controle waarborgen als de kwaliteit door verloop in gevaar dreigt te komen’. Ook het kantoor zelf heeft volgens de AFM een belangrijke ‘zorgplicht’ om de accountant ‘te voorzien van voldoende ervaren personeel en middelen’.
Bron: FD