‘Gezocht: een kabinet dat krapte op de arbeidsmarkt aanpakt’, kopte Trouw vorige week. Van alle lastige dossiers die nog op tafel liggen bij de huidige formatie, lijken de structurele personeelstekorten niet bepaald het onderwerp dat tot nu toe de meeste aandacht heeft gekregen. Maar gezien de problemen die zich op dit gebied voordoen in tal van sectoren, zou het wel fijn zijn als het komende kabinet er op voorhand een visie op formuleert. Aan welke knoppen kunnen de formerende partijen daarbij draaien? Kort gezegd komt het neer op hooguit 4 smaken. Welke zijn dat? En hebben ze kans van slagen? Een voorzichtige analyse.
#1. Meer uren werken
De minst controversiële, maar tegelijk ook lastig uit te voeren optie is: proberen Nederlanders meer uren te laten werken. Nederland kent nu namelijk een enorm hoge arbeidsparticipatie. Oftewel: vrijwel iedereen doet mee. Alleen: we maken gemiddeld maar heel korte werkweken. Omgerekend naar aantallen fte’s bungelt Nederland ergens onderaan in Europa. Dat heeft een aantal oorzaken. Culturele, om te beginnen. We zijn het immers allang zo gewend, en zien in deeltijd werken als een verworvenheid. Maar er spelen ook fiscale oorzaken. Méér werken is hier lang niet altijd lonend, vanwege ons complexe toeslagensysteem.
Het vorige (nu demissionaire) kabinet probeerde het al met onder meer een voltijdsbonus, en sinds kort heeft ook het project Meer Uren Werkt groen licht – en een behoorlijke zak met geld – gekregen om te kijken waar drempels weg zijn te nemen in de sociale omgeving, bij arbeidsorganisaties en bij deeltijders zelf, zodat zij meer kunnen gaan werken. Maar dit laatste project richt zich vooral op een ‘cultuuromslag’, en niet op fiscale maatregelen. Terwijl vriend en vijand het erover eens lijken dat juist hier een groot deel van de oplossing ligt. Want zou iedereen gemiddeld 2 of 3 uur meer werken, dan waren de meeste tekorten verdwenen.
Het kabinet heeft in februari nog een ‘eindrapport‘ naar de Kamer gestuurd, met alternatieven voor het toeslagenstelsel. Daarin merken ze zelf ook op dat ‘de samenhang van verschillende toeslagen soms onlogisch is en mensen er dan bijvoorbeeld voor kiezen om niet een extra dag te gaan werken omdat ze er dan nauwelijks op vooruit gaan.’ De analyse is er dus. Maar of de formerende partijen er een akkoord over bereiken? En of het dan in de praktijk ook lukt? Dat is maar zeer de vraag. De Belastingdienst kampt immers zelf ook al met zo’n groot personeelstekort dat ze al te grote stelselwijzigingen er niet bij lijken te kunnen hebben.
#2. Keuzes maken
Al een meer omstreden keuze, zeker bij sommige van de formerende partijen: keuzes maken in wat voor werkgelegenheid we eigenlijk nog wel, en welke we niet meer willen in Nederland. Of omgekeerd: gezien het reservoir aan beroepsbevolking, waar zouden we het liefst zien dat zij aan het werk zijn? Noem het industriepolitiek, protectionisme, sectorbeleid of gericht investeren, kort gezegd komt het erop neer dat een komend kabinet zou gaan bepalen wat meer en wat minder belangrijke sectoren zijn. En dat daar dan de investeringen ook naartoe zouden gaan, net als de werkgelegenheid.
Probleem daarbij is dat je dan natuurlijk ook moet benoemen welke sectoren daarbij minder waarde toevoegen, en wel veel druk op de arbeidsmarkt leggen. Daarbij worden dan vaak bijvoorbeeld slachterijen, kassen, distributiecentra, en de gewone akkerbouw genoemd. ‘Die sectoren kun je het lastiger maken met vergunningen’, zei Mathijs Bouman hier laatst al over. Dat zou Nederland weinig welvaart kosten, stelt de econoom, en tegelijk de situatie op de arbeidsmarkt (en de huizenmarkt) wat kunnen verlichten. Een pleidooi dat ook elders al te horen was. Maar wie ziet bijvoorbeeld BBB op dit punt al over zijn eigen schaduw springen?
#3. Tóch migratie
En zo komen we eigenlijk als vanzelf bij – met afstand – de meest controversiële optie bij de huidige formerende partijen: migratie. Terwijl het asielbeleid de meeste aandacht krijgt, is het toch feitelijk de arbeidsmigratie die met afstand het grootst is, zo meldde expert Hein de Haas hen vorige week nog. ‘Als je als politiek echt minder immigratie wil, dan zul je het minder makkelijk moeten maken om een wervingsbureau op te richten en tijdelijke contracten te stapelen’, zie hij daarbij.
Hoewel de boodschap van De Haas dus helder was, is het maar zeer de vraag of de partijen hiernaar zullen luisteren. De pijlen lijken eerder gericht op asielzoekers, studenten en expats dan op arbeidsmigranten. Al waarschuwde eerder dit jaar ook het IMF dat de tijd voorbij is dat je makkelijk veel migranten kunt aantrekken om je vacatures te vervullen. Ook in landen als Polen slaan de demografie en vergrijzing namelijk toe. ‘Jullie moeten het doen met de mensen die je hebt’, zei IMF-chef Bernardin Akitoby bij de presentatie van zijn bevindingen.
#4. Innovatie dan maar?
Goed, innovatie dan maar, en zo hopen de arbeidsproductiviteit te verhogen? Het is een geliefd recept, waar iedereen voor lijkt te voelen, en stiekem ook een beetje op te rekenen. Maar in feite stokt de productiviteit al jaren, en is er politiek nauwelijks een antwoord gekomen hoe die productiviteit wél aan te jagen. En dat terwijl de tekorten juist sterk zijn in sectoren als de zorg, het onderwijs en het openbaar vervoer, waar productiviteitsgroei sowieso al heel moeilijk is. Daardoor blijven nu al treinen stilstaan, zitten kinderen thuis vanwege het lerarentekort, sluiten al ziekenhuizen, en schiet bijvoorbeeld kraamzorg (thuis) er steeds vaker bij in.
‘Het aanhoudende personeelstekort kan op termijn zelfs leiden tot afbrokkeling van de welvaartsstaat.’
‘Er staat veel op het spel’, zei Ton Wilthagen, verbonden aan de universiteit van Tilburg, hierover dan ook tegen Trouw. Het aanhoudende personeelstekort kan volgens hem op termijn zelfs leiden tot een afbrokkeling van de welvaartsstaat. ‘Zeker als je niets doet.’ Meer uren werken en de inzet van (ook niet-Europese) arbeidsmigranten, het is allemáál nodig om de maatschappij te laten functioneren, zegt de arbeidsmarktexpert. Want dat de Nederlandse beroepsbevolking krimpt, dat is nu eenmaal onvermijdelijk. Demografie liegt namelijk nooit. En verander je ook niet zomaar. Zou dat besef aan de formatietafel al ingedaald zijn?
Credit fotografie: Pieter Omtzigt, Caroline van der Plas, Dilan Yesilgöz, Geert Wilders