Zo maak je – wetenschappelijk bewezen – de beste vacatureteksten

Minder aandacht voor de functie-eisen, veel meer voor de functie-inhoud. Dat is kort gezegd de hoofdeis die je kunt stellen aan een goede vacaturetekst.

Veel recruiters dachten het al, maar het is nu ook wetenschappelijk bewezen. Fast Company schrijft over een onderzoek van David Jones, hoogleraar aan de universiteit van Vermont, dat verschijnt in de Journal of Business and Psychology,

Manipuleren

Voor het onderzoek werden echte vacatureteksten van een groot technisch adviesbureau in Canada ‘gemanipuleerd’. Volgens Jones gaat het om het eerste wetenschappelijke praktijkonderzoek naar vacatureteksten met ‘echte’ sollicitanten.

Drie keer zoveel reacties

De resultaten lieten aan duidelijkheid weinig te wensen over. Vacatures die focussen op wat de organisatie kan bieden aan de sollicitant (zogenoemde N-S of needs-supplies-vacatures, denk: autonomie, carrièremogelijkheden, inspraak ) scoorden drie keer zoveel (hooggekwalificeerde) reacties als vacatures waarvan de tekst zich focuste op de verplichte eisen die aan de kandidaat werden gesteld (zogenoemde D-A of demands-abilities-vacatures, denk: ervaring, opleiding, specifieke vaardigheden). Bovendien bleken de kandidaten die reageerden op zulke N-S-vacatures uiteindelijk ook beter bij de organisatie te passen.

Bijna 1.000 sollicitanten

Het onderzoek is gebaseerd op de reacties van 991 sollicitanten die op 56 verschillende vacatures reflecteerden. Dat ondanks dit wetenschappelijk bewijs toch nog zoveel vacatures gericht zijn op de functie-eisen, is volgens Jones niet eens zo verrassend. ‘Schrijvers van vacatureteksten zijn hier zelden in getraind. Bovendien hebben ze te maken met een tekort aan vaardigheden dat ze zo snel mogelijk willen vullen, en zoeken ze meestal iemand die meteen kan beginnen, zonder veel training.’

Niet zomaar wat N-S erin

De oplossing, zegt Jones, is niet om zomaar wat N-S-termen in de tekst erbij te zetten om de vacature wat ‘kandidaatvriendelijker’ te maken. ‘Het is cruciaal dat zulke statements ook waar zijn. Als je valse verwachtingen wekt, die vervolgens niet uitkomen als de kandidaat begonnen is, krijg je snel demotivatie en zullen mensen sneller vertrekken dan ze anders gedaan zouden hebben. Daar zijn beide partijen niet bij gebaat.’

Supersterren

De reden dat vacatures met veel N-S-woorden zoveel sollicitanten trekken is volgens Jones dat ze twee groepen specifiek aanspreken: aan de ene kant de ‘supersterren’, die de luxe hebben op een klein aantal vacatures te kunnen solliciteren, maar aan de andere kant ook de ‘gemiddelde’ sollicitant, die op zoveel mogelijk vacatures reageert als hij of zij maar kan. Met veel en hoge functie-eisen spreek je beide groepen veel minder aan. Toch is volgens hem de ideale vacaturetekst een mix van beide: aan de ene kant aansprekend genoeg, maar aan de andere kant ook selectief, om zo de mensen te weren die op voorhand niet kunnen bieden wat er van ze gevraagd wordt.

Voorbeelden van ‘Wat bieden wij?’

Jones geeft vijf voorbeelden van N-S-zinsneden, gericht op de behoeften van sollicitanten:

  • Je krijgt de mogelijkheid om aan verschillende projecten te werken, en op vele terreinen vaardigheden te ontwikkelen.
  • Je werkt zelfstandig en kunt taken afronden zonder veel supervisie.
  • Je gaat bijdragen aan een belangrijk project, dat waardevol is voor de organisatie.
  • Medewerkers hebben veel carrière- en promotiemogelijkheden
  • Je krijgt veel kansen om samen te werken met talentvolle mensen.

 Voorbeelden van ‘Wat vragen wij?’

En zo zijn er dus ook voorbeelden van D-A-zinsneden:

  • Wij zoeken kandidaten die beschikken over uitstekende mondelinge en schriftelijke communicatievaardigheden.
  • Van medewerkers wordt verwacht dat zij initiatief tonen, zelf prioriteiten kunnen stellen en taken kunnen afronden.
  • Wij zoeken medewerkers die met hun teamgenoten samenwerken aan het behalen van doelstellingen.
  • Wij zoeken mensen die zich voortdurend willen ontwikkelen en hun potentieel willen vergroten.
  • De kandidaat die we zoeken zoekt samen met anderen enthousiast naar effectieve oplossingen.

Zelf betere vacatureteksten leren maken?

Kom naar de workshop ‘Vacatureteksten schrijven’, dinsdag 10 november in Amersfoort. Lees er hier meer over. U leert er alles, van doelgroepgerichtheid tot online vindbaarheid (SEO) en van optimale indeling tot selecterend vermogen.

Foto via Flickr.com

Caroline Blok: Senior Partner Recruitment Consultant

Oude situatie

Oude functie : Corporate Recruiter
Oude werkgever Flynth

Nieuwe situatie

Nieuwe functie : Senior Partner Recruitment Consultant
Nieuwe werkgever : Specsavers

Ingangsdatum : 1 april 2015

Als Senior Partner Recruitment Consultant binnen Specsavers ben ik verantwoordelijk voor de werving van Opticien en Audicien partners. Naast de werving van buiten Specsavers richt ik mij op het ontwikkelen van toekomstige partners van binnen uit.

Hoe je depressief wordt van een salarisverhoging

Heb je vorige week de salarisverhoging gekregen waar je zo vurig op hoopte en zo hard voor hebt gewerkt? Gefeliciteerd! Of moet ik zeggen: dikke pech. Maar wacht even, opslag staat toch voor een compliment, waardering voor het goede werk dat je levert? Dat klopt, maar de vraag is of je daarna hetzelfde niveau nog wel haalt.

Het is nu eenmaal gebruikelijk dat je met meer geld wordt beloond als je goede prestaties levert in onze samenleving. Je bent voor extra centen waarschijnlijk ook bereid om meer tijd op kantoor te spenderen en minder vaak je Facebook te checken in de baas z’n tijd.

Dus in dat opzicht is een loonsverhoging zo gek nog niet. Maar is het ook logisch om aan te nemen dat die extra bestede uren leiden tot betere inzichten, slimmere bijdragen en innovatievere ideeën? Volgens gedragseconoom Dan Ariely is dit niet het geval. Sterker nog, uit een serie experimenten die hij in India en Amerika uitvoerde bleek dat flinke bonussen juist leiden tot slechtere prestaties.

Salaris blokkeert creativiteit

Om te verklaren waarom die financiële beloningen negatieve effecten op prestaties hebben, verwijs ik graag naar de afbeelding hier beneden. Dit is een kleine experimentje genaamd: The Candle Problem. De opdracht luidt als volgt: Bevestig met de middelen die je ziet liggen de kaars aan de muur boven de tafel en steek het lont aan zonder dat het kaarsvet op de tafel kan druppelen.

candle-problem-heuristic-383

Ben je eruit gekomen? Klik hier voor de oplossing.

Dit is een klassiek experiment waarbij creatief denken een vereiste is om de oplossing voor het probleem te vinden. Psycholoog Sam Glucksberg was benieuwd wat het effect van beloningen zou zijn op de snelheid waarmee we dit probleem oplossen. Hij voerde het experiment daarom uit bij twee verschillende groepen. Groep één kreeg de volgende instructie: hoe sneller je de taak volbrengt, hoe meer geld je krijgt. Vervolgens haalde Glucksberg de geldbeloning weg en vertelde hij groep twee simpelweg dat ze het probleem moesten oplossen. Wat bleek: de mensen in de tweede groep waren ruim 3,5 minuut sneller in het oplossen van het probleem dan groep één.

De focus op de financiële beloning zorgt er namelijk voor dat onze creativiteit en onze mogelijkheid om out-of-the-box te denken blokkeert, waardoor we slechter presteren op dit soort creatieve taken.

The robots are coming

Kijk, vroeger, tijdens de industriële revolutie, toen we met name lopende band werk deden waar zo efficiënt mogelijk, hetzelfde werk doen centraal stond, werkte het idee van salarisverhogingen prima. Meer geld leidde tot hogere kwantiteit in werk en dus tot meer resultaat. Perfect! Maar de voortdurend automatiserende maatschappij heeft ons het lopendebandwerk volledig uit onze menselijke handen genomen. In de kenniseconomie van nu zijn creativiteit, innovativiteit en betekenis in ons werk steeds belangrijker. Het Candle Problem experiment leert ons dat ons tegenwoordige werk dus om andere beloningsmechanismen vraagt.

Belonen in de 21e eeuw

Wetenschapper Daniel Pink heeft geweldige ideeën over welke beloningsvormen mensen motiveren op de werkvloer. Ik zou kunnen proberen die visie volledig uit te leggen, maar wie kan dat beter dan ‘the man himself’. Bekijk dus in het volgende filmpje hoe Pink denkt over het motiveren van mensen in de periode die hij een overgang noemt van ‘motivatie 2.0, naar motivatie 3.0’.

Motiveren van mensen die 21e-eeuws werk doen berust volgens deze Amerikaan dus op: autonomiebeheersing en betekenis. Betekent dat dan dat we eigenlijk helemaal geen salaris meer nodig hebben? Natuurlijk wel, volgens Pink is geld wel degelijk een motivator, namelijk: betaal je te weinig, dan zijn mensen niet gemotiveerd. De truc met salaris is om precies genoeg salaris te betalen zodat geld geen issue meer is. Maar blijf je blind staren op steeds maar meer geld verdienen en laat je de drie pijlers van Pink links liggen, dan zullen je prestaties daarvan de dupe worden en zit je voor je het weet met een burnout achter de geraniums.

Semco stijl

Om dit blog niet in volledige mineur af te sluiten wil ik een voorbeeld geven van een man die de denkwijzen van Pink als geen ander in praktijk heeft gebracht én daar nog een schepje bovenop heeft gedaan: Ricardo Semler. Zo schafte hij zo’n beetje alle managementfuncties in zijn bedrijf af, wilde hij niet meer weten hoe laat zijn medewerkers op kantoor kwamen of wanneer ze op vakantie gingen en liet hij bovendien al zijn medewerkers zelf de hoogte van hun eigen salaris bepalen. Resultaat: booming business en meer dan 5000 gelukkige en hardwerkende medewerkers.

Meer weten over deze succesvolle latino? Bekijk deze TedTalk.

Jari KloFoto jarippenburg, Insights Consultant bij Steam, schrijft regelmatig blogs over de wetenschap achter alles wat met arbeidsmarktcommunicatie te maken heeft.

 

Is wendbaarheid van kandidaten straks te meten?

Organisaties hebben nauwelijks inzicht in de wendbaarheid van de individuele medewerker.

Zij zijn hierdoor onvoldoende toekomstbestendig en dreigen niet goed op de steeds snellere veranderingen te kunnen inspelen. Hiervoor waarschuwen Renee Levering van Cubiks en interim manager Suzanne Smulders, die samenwerken aan een instrument om juist die individuele wendbaarheid te kunnen meten.

Niet alleen aantal handjes

Veel organisaties sturen wel op de wendbaarheid van de hele organisatie, maar nauwelijks op individuele wendbaarheid, stellen zij. Maar door toenemende en versnellende veranderingen zijn aanpassingen in alleen het aantal medewerkers en tijdelijk personeel niet meer voldoende.

Ben jij toekomstbestendig?

‘De voortdurende veranderingen in de omgeving dwingen organisaties om zich ook te richten op de gevolgen voor de individuele werknemer’, zegt Smulders. ‘Daarom is het van belang om te weten hoe wendbaar en toekomstbestendig een medewerker is. Wendbaarheid wordt een steeds belangrijker onderdeel van iemands potentieel.’

Maar hoe meet je dat?

Smulders en Levering werken samen aan de ontwikkeling van een valide instrument om werknemersflexibiliteit te meten. Hierbij kijken ze naar factoren als:

    • omgaan met verandering,
    • daadkracht,
    • lef,
    • zelfstandigheid,
    • leergierigheid,
    • veerkracht,
    • samenwerken en
    • snelheid.

Levering: ‘Momenteel testen we een vragenlijst die moet meten hoe wendbaar respondenten zijn. Ook onderzoeken we of er een verband is tussen wendbaarheid en persoonlijkheidskenmerken’.

Eerste voorlopige resultaten

Inmiddels zijn de eerste voorlopige resultaten van dat onderzoek bekend, op basis van een kleine steekproef. Daaruit komt onder meer het volgende naar voren:

  • Mensen overschatten hun eigen vermogen om goed met veranderingen te kunnen omgaan;
  • Mensen onderschatten zichzelf op daadkracht en leergierigheid;
  • Mensen die zichzelf wendbaar vinden, beschrijven zichzelf als besluitvaardig, assertief en hebben vertrouwen in hun eigen leiderschap.
  • Anderen vinden juist dat wendbare mensen volgzaam zijn, weinig behoefte aan verandering hebben en loyaal zijn naar het management.
  • Vrouwen beoordelen anderen significant hoger op daadkracht en lef dan mannen dat doen.
  •  Mensen met een hoge prestatiebehoefte vinden zichzelf ook veerkrachtig

Instrument voor betere selectie

Het instrument dat de twee ontwerpen moet HR-professionals en recruiters helpen bij de selectie en ontwikkeling van medewerkers op het gebied van wendbaarheid. Bij de ontwikkeling van de vragenlijst kijken ze niet alleen naar hoe wendbaar mensen zichzelf vinden, maar ook hoe wendbaar anderen de respondent vinden (volgens het zogeheten 360° feedback-principe). Ook kijken ze of er een verband is tussen wendbaarheid en andere persoonlijkheidskenmerken van medewerkers, zodat hier in de selectie rekening mee kan worden gehouden.

Validatie door student en promovendus

De volgende stap in de ontwikkeling van het meetinstrument voor wendbaarheid is de verdere validatie van de wendbaarheidsvragenlijst. Een masterstudent psychologie van de universiteit van Amsterdam en een promovendus in de personeelswetenschappen in Rotterdam werken daar momenteel aan. Dit onderzoek heeft als doel te ontdekken welke concrete acties een organisatie kan ondernemen om de wendbaarheid van medewerkers te vergroten.

Op de hoogte blijven van de resultaten van of meedoen aan dit onderzoek? Stuur een mailtje!

Foto via Flickr.com

 

 

 

Rechtspraak heeft nieuwe campagne voor knopendoorhakkers

Deze week is een nieuwe wervingscampagne gestart voor rechters (in opleiding).

De gezamenlijke Nederlandse rechtbanken stellen dit jaar 33 opleidingsplaatsen beschikbaar voor jonge juristen met 2 tot maximaal 5 jaar (juridische) werkervaring. Bij de werving voor deze plaatsen wordt de vernieuwde campagne uitgetest: ‘Een rechter ziet iedereen’, compleet met een mooi geschoten filmpje.

Conflicten

In de campagne worden mensen in allerlei situaties getoond, van misdrijven en overtredingen, tot conflicten of andere gebeurtenissen die ingrijpend zijn of mogelijk ernstige consequenties hebben. Rechters moeten zich in al deze mensen verdiepen en kunnen verplaatsen. Vervolgens wordt verwacht dat zij een beslissing nemen, een knoop doorhakken, zodat mensen verder kunnen met hun leven. De Rechtspraak zoekt met de campagne daarom mensen die aantoonbaar verder hebben gekeken dan het juridische vak alleen.

De campagne

Voor de ontwikkeling van de campagne zijn gesprekken gevoerd met juristen binnen én buiten de Rechtspraak. Hierin is bekeken welke aspecten van het werk en de werkgever voor hen het meest aansprekend zijn. Dat bleek vooral de mogelijkheid te zijn om juridische vraagstukken van veel kanten te bekijken. Dat leidde uiteindelijk tot de positionering: ‘Werken bij de Rechtspraak betekent werken vanuit een alles overziend juridisch perspectief’. Op basis hiervan is een communicatieconcept gemaakt: ‘Ik ben rechter. Ik zie iedereen’.

rechtspraak

Film, website, banners en advertenties

De film, die de kern van de campagne vormt, vertelt het verhaal van de rechtspraak: een rechter ziet veel verschillende mensen in verschillende situaties. Op de campagnesite, waarvan de URL aan het eind van de film wordt getoond, staat vervolgens alle informatie over de werving, de functie-eisen, de selectieprocedure en (een link naar) de opleiding van rechters. Ook stellen de verschillende rechtbanken zich voor en kan er via de site gesolliciteerd worden.

Credits 

De verantwoordelijken voor de campagne:

  • Concept: Oscar Busman en Dimitri Korpershoek (Afdeling Reclame)
  • Beeldbewerking: Pauline Tournier (PTDTP Desktop Publishing)
  • Montage/motion graphics: Andrew Crawford (3rd Eye Productions)
  • Website en media: Auke Smits Publiciteit
  • Klant: de Rechtspraak, Chantal van Kuijen en Annemarie Stel
  • Positionering: Marion de Vries (Reputationals)

Zo kan uitzenden dus ook: via een tv-reclame

Uitzendbureau YoungCapital, toch al geen kleine groeier, wil zich nog eens extra profileren met een multimediale themacampagne: ‘Zo kan uitzenden dus ook’.

De campagne is ontwikkeld en uitgevoerd door ‘activatiebureau’ Kumpany. Het filmpje is onder meer al te aanschouwen geweest vlak na De Wereld Draait Door. Bedoeling ervan is de naam YoungCapital breder bekend te maken. Het bedrijf heette tot anderhalf jaar geleden StudentenWerk, maar wil nu de nieuwe naam en het nieuwe verhaal (niet meer alleen studenten, maar ook young professionals) onder de aandacht brengen.

Challenger

YoungCapital is met 300 medewerkers en 25 vestigingen naar eigen zeggen ‘marktleider van de recruitmentbranche voor de nieuwe generatie’. Het bedrijf ziet zichzelf als de innovatieve challenger van de uitzendbranche. Zo kunnen kandidaten er zelf hun profiel en beschikbaarheid bijhouden in hun app, wordt klanten met eHire de mogelijkheid geboden om zelf in het systeem kandidaten te zoeken en te boeken en kunnen kandidaten sinds kort ook via WhatsApp solliciteren. ‘Dat zij nu als relatief kleine speler naast de grote uitzendbureaus op televisie gaan, zegt alles over hun ambitie en vertrouwen in eigen kunnen binnen deze traditionele markt’, aldus Mark Beuving, creatief strateeg bij Kumpany.

A’dam – E.V.A.

Het activatiebureau koos Norbert ter Hall, bekend van de hitserie ‘A’dam – E.V.A.’, als regisseur. Vanaf 3 april is de commercial te zien, drie weken later haakt radio aan. Later verschijnt de campagne ook op outdoor (masten), online en in print.

Credits

  • Klant: YoungCapital
  • Verantwoordelijk bij klant: Suzanne van der Cammen
  • Bureau: Kumpany
  • Creatie: Mark Beuving, Ingrid Mesman, Martijn van der Werf
  • Account: Eveline Herklots
  • RTV producer bureau: Marcel Ossendrijver
  • Regisseur: Norbert ter Hall
  • Productie: Ellen Hoffman
  • D.O.P.: Mark van Aller
  • Offline montage: Teun Rietveld
  • Online montage: De Lodge
  • Animatie: De Lodge
  • Muziek: Jasper Boeke

Vraag naar recruiters groeit met 50% in 1 jaar

Dat de arbeidsmarkt weer aantrekt, is goed te merken. Vooral recruiters zijn erg gewild: de vraag naar hen lag in het eerste kwartaal  dit jaar liefst 50% hoger dan een jaar geleden.

De vraag naar P&O’ers stijgt al zes kwartalen sneller dan de rest van de Nederlandse markt, blijkt uit een recent rapport van de Intelligence Group, samen met RaymakersvdBruggen.

aantal vacatures recruiters

Automatisering e-hrm

Niet voor iedereen pakt dat overigens gunstig uit: naast de stijgende vraag naar recruiters is er bijvoorbeeld een slecht perspectief voor loopbaanadviseurs. Maar ook dat kan weer worden uitgelegd als een lichtpuntje voor de arbeidsmarkt: het duidt op een afname van het aantal reorganisaties en outplacementtrajecten. Ook voor vmbo’ers, medewerkers personeelszaken, en HR-assistenten is het perspectief slechter dan gemiddeld. Dat komt bijvoorbeeld door automatisering en e-hrm.

Sterke reactie

De vraagzijde van de arbeidsmarkt wordt gemeten aan de hand van het aantal unieke online vacatures in dat kwartaal. Deze worden gemeten op basis van de vacaturetellingen uit Jobfeed. Ten opzichte van de totale Nederlandse arbeidsmarkt reageert de vraag op de HR-arbeidsmarkt sterker. Het tegenovergestelde is ook waar. Bij een vacaturedaling, krimpt de vraag naar HR-vacatures ook meer.

Niet voor het eerst

De sterk stijgende vraag naar recruiters is des te opvallender omdat het niet voor het eerst is dat er groei wordt geboekt: vorig jaar liet de vraag naar recruiters ook al een stijging van 26 procent zien.

Download hier het hele rapport

Of zie ook:

Of lees verder:

Foto via Flickr.com

Verdwijnen er nu meer banen dan erbij komen?

Cover_500pxMisschien wel de meest gestelde vraag aan mij sinds ik ‘10 Banen die verdwijnen & 10 Banen die verschijnen‘ heb uitgebracht: verdwijnen er nu straks meer banen dan erbij komen? Of is dit dezelfde angst als we bij de industriële revolutie hadden?

In andere woorden: koersen we af of massawerkloosheid of komt het allemaal wel goed?

Het antwoord hierop is er één die weinig mensen van mij verwachten denk ik: ik heb geen flauw idee. Ik heb tijdens de research voor het boek heel veel onderzoeken en andere boeken gelezen. Onderzoeken en boeken die allemaal iets anders stellen en ik kan enkel zeggen: er is net zoveel bewijs voor het één als voor het ander.

(meer…)

Michiel van Asbeck: ‘Iedereen moet hier rijker naar buiten lopen’

Een kandidaat die binnenkomt bij RaymakersvdBruggen moet altijd rijker naar buiten komen.

Zelfs de afgewezen kandidaat moet met een goed gevoel het pand verlaten, zegt RvdB-directeur Michiel van Asbeck. ‘Daar streven we naar. Dat onze (sollicitatie)gesprekken niet alleen leiden tot een ja of nee, maar ook echt ontwikkelgericht zijn.’

Vinden en laten floreren

De HR-dienstverlener, van oudsher onder meer bekend als detacheerder van personeelsmedewerkers, wordt volgens Van Asbeck steeds meer een ‘HR talent acquisition & talentmanagement company‘. HR-talent vinden, aantrekken en laten floreren wordt volgens hem een bijna net zo belangrijk onderdeel van het werk als de werving en selectie van (interim-)p&o-managers en –directeuren, werk waar het bureau van oudsher al sterk in is.

Keur aan activiteiten

Om het talentenbedrijf invulling te geven, onderneemt het bureau een keur aan activiteiten, zegt Van Asbeck. Hij noemt daarbij 4 voorbeelden:

  • Het aantrekken van HR-talent, hen plaatsen bij werkgevers en daar begeleiden.
  • Het aantrekken van HR-talent voor RvdB zelf. ‘Deze HR-talenten zetten we 3 jaar in op projecten bij onze opdrachtgevers en tegelijkertijd doorlopen ze een ambitieus programma waar persoonlijke ontwikkeling centraal staat. Op dit moment hebben we er ruim in de 20, en dat gaat naar meer dan 30.’
  • ‘Daarnaast bieden we dit programma ook aan HR-talenten die bij andere organisaties werken. Een prachtig MD-programma voor HR-professionals, waarin mensen in 1,5 jaar worden fijn geslepen en ontwikkeld.’
  • RvdB adviseert ook organisaties over hun HR-talentmanagement. ‘Daarin adviseren we niet alleen over de richting, en hun beleid, maar ook over hun inrichting en uitvoering van hun HR-talentmanagement.’ RvdB wil altijd ook graag bij die uitvoering betrokken zijn, zegt Van Asbeck. ‘Want adviseren over talent is leuk, maar werken met talent is nog veel leuker.’

Grote klus

HR-talent vinden, en met hen in contact komen en daarna begeleiden is een grote klus, aldus de RvdB-directeur. ‘Voor al dat talent is hun carrière een belangrijk thema. Wij bieden velen van hen toegang tot de leuke HR-banen in Nederland.’

Brandstof

rvdb van asbeckOp het kantoor van RvdB worden jaarlijks zo’n 1.500 mensen gesproken die in de HR werkzaam zijn, of dat zouden willen. ‘Die mensen spreken is onze brandstof’, in woorden van Van Asbeck, die toevoegt dat het de laatste tijden weer enorm druk is. ‘Niet zozeer doordat de werkgelegenheid in de HR-functies zo toeneemt, maar eerder doordat er meer beweging is in de markt. HR-professionals wisselen vaker van baan.’

Alle vacatures

Maar, vult hij meteen aan: ‘We kunnen natuurlijk niet iedereen plaatsen. We hebben hier niet alle HR-vacatures in Nederland in behandeling.’ Wel heeft het bureau sinds kort alle HR-vacatures van Nederland op één plek bij elkaar, op een speciaal onderdeel van de eigen site. ‘We willen de kandidaat een optimale sollicitatie-ervaring bieden: hij hoeft maar op één plek te kijken en kan gerust zijn dat er geen relevante vacatures worden gemist. Door een goede zoekmachine kun je als sollicitant precies die vacatures vinden die je zoekt. Dat is nou pas echte service voor de kandidaat.’

Tienduizenden profielen

Het bureau heeft zo in de loop der jaren een bestand opgebouwd ‘van tienduizenden profielen’. Dat betekent voor opdrachtgevers dat vaak snel goede kandidaten kunnen worden geleverd. Maar dat is zeker niet het enige doel van Van Asbeck. ‘Wij willen graag hét merk zijn voor de volgende stap in de loopbaan van HR-professionals.’ En soms gaat het echt al die kant op, merkt hij. ‘Gistermiddag kwam hier om 14.00 een vraag binnen. Om 17.00 hadden we al een fiat van de opdrachtgever dat de kandidaat meteen kon beginnen. Kijk, zo’n mate van intimiteit wil je graag bereiken, dat een kandidaat mag starten zonder dat hij of zij kennis heeft gemaakt. Dan moet de klant wel vertrouwen in je hebben en dan heb je het als bureau volgens mij goed gedaan…’

Lees ook:

Of bekijk een filmpje:

Over het RvdB Development Programma

Werkt het nieuwe werken?

Waarom de 9 tot 5 mentaliteit effectiever is

“Ben jij een echte aanpakker en heb je geen 9 tot 5 mentaliteit, dan zijn wij naar jou op zoek”. Veelgebruikte woorden in een willekeurige, ietwat cliché vacature. Met alle huidige communicatiemiddelen en “het nieuwe werken” wordt het steeds gewoner dat je ook in het weekend eventjes je werkmail checkt. Een werkgever ziet zo’n mentaliteit natuurlijk graag, maar snijden ze zichzelf daarmee niet in de vingers?

Om die vraag te beantwoorden leg ik eerst uit waarom we “het nieuwe werken” met z’n allen zo omarmen.

We willen niet verliezen

Het verliezen van vrijheden en bezittingen is als een nachtmerrie voor ons. Volgens de theorie die in de psychologie loss aversion wordt genoemd is ons gedrag met name gericht op het niet willen verliezen van verworven bezittingen en vrijheden, meer nog dan het verwerven van nieuw bezit. Niet voor niets laten autodealers je graag even een testrondje in die glimmende nieuwe auto maken. Nadat je een uurtje hebt mogen ervaren hoe het voelt om die heerlijke auto in je bezit te hebben, is het erg lastig om dat bezit weer in te moeten leveren. Kassa voor de autodealer dus!

Kiezen is verliezen

Met keuzes maken werkt dat eigenlijk net zo. Het hebben van keuzes is als een bezit en kiezen voor een bepaalde optie, en daarmee het verliezen van andere, knaagt dus aan ons. We kennen dit fenomeen allemaal onder de tegenwoordig veelgebruikt term: keuzestress.

In restaurants zit je vaak moedeloos naar de menukaart te staren. De varkenshaas ziet er goed uit, maarja dan kies je niet voor die tournedos. Uit onderzoek van de bekende psycholoog Daniel Kahneman blijkt dan ook dat het verliezen van een optie hetzelfde voelt als het verliezen van een bezit.

Wat hebben een testritje en een tournedos dan met het nieuwe werken te maken? Welnu, door het nieuwe werken hóef je niet meer te kiezen. Je kunt je baby verschonen terwijl je handsfree een offerte in de wacht sleept of je legt de laatste hand aan een belangrijke mail terwijl de macaroni aan het overkoken is. Fantastisch toch!

Focus

Goed, we houden er dus niet van om te moeten kiezen. Niet hoeven kiezen lijkt dus de oplossing. Helaas laat onderzoek van een andere Amerikaanse psycholoog Dan Ariely zien dat hier toch wat nadelen aan kleven. Volgens Ariely leidt het openhouden van opties namelijk tot een verminderde focus en een verlies van de doelen die je eigenlijk voor ogen had. Neem nou een student die niet goed kan kiezen tussen twee studies. Omdat de student eigenlijk beide opties open wil houden kiest hij er maar voor om beide studies te gaan doen. Het gevolg hiervan is dat hij zijn tijd moet verdelen over de twee studies waardoor hij goed wordt in beiden, maar een expert in geen.

Het openhouden van verschillende opties zorgt ervoor dat de kwaliteit van je werk achteruit gaat.

Werkt het nieuwe werken?

Altijd en overal kunnen werken. Dat is dus het nieuwe werken. Op zich is dat erg handig en efficiënt natuurlijk. Je hoeft ’s ochtends niet meer in die tergend lange file te staan omdat je ook prima vanuit huis kunt werken. Maar het wordt dus bijvoorbeeld ook makkelijker om in het weekend, terwijl je op het terras aan een biertje zit, nog even je werkmail te checken om je vervolgens druk te maken en te mengen in discussies waar je eigenlijk op dat moment niet mee bezig wilt zijn.

Het punt is dat verschillende opties waarmee je, je schaarse tijd in kunt delen door elkaar gaan lopen. ’s Avonds en in het weekend zit je met je hoofd nog op kantoor, terwijl je eigenlijk met je vrouw en kinderen wat leuks wilde doen en op je werk zit je vervolgens te balen dat je te weinig leuke dingen in het weekend hebt gedaan. Net zoals de student die beide studies besluit te gaan doen zul je uiteindelijk dus half werk gaan leveren.

Alle huidige communicatiemiddelen bieden een fantastische schat aan mogelijkheden om op nieuwe manieren over werken en werkplekken na te denken. Deze blog laat zien dat de vrijheid aan keuzes die gepaard gaat met deze transitie ook negatieve gevolgen heeft en het is nu belangrijker dan ooit om als werkgever goed na te denken hoe daarmee om te gaan.

9 tot 5 is win win

Uiteraard mag je van je werknemers verwachten dat ze af en toe een paar stappen extra doen en niet op hun klok zitten te kijken wanneer het vijf uur geworden is. Maar het kaderen van bezigheden waardoor je het aantal opties verkleint zorgt voor: een betere focus, kwalitatief beter werk en een goede balans  tussen werk en privé. Halleluja 9 tot 5!

 

Foto jari

Jari Kloppenburg, Insights Consultant bij Steam schrijft regelmatig blogs over de   wetenschap achter alles wat met arbeidsmarktcommunicatie te maken heeft.

Het ideale traineeship bestaat! En zo ziet het eruit…

In het ideale traineeship krijgt de trainee zelf de kans het programma samen te stellen. En trainees leren er in elk geval goed presenteren en communiceren.

Dat blijkt althans uit onderzoek van recruitment- en talentontwikkelingsorganisatie YSE onder bijna 300 HBO- en WO-studenten en werkzoekenden.

traineeship keuzevrijheid

Goed afstemmen

Uit het onderzoek blijkt dat 75% van hen voor een traineeship zou kiezen. Respondenten blijken duidelijk voor ogen te hebben waar het ideale traineeship voor hen aan moet voldoen; inhoud, flexibiliteit en verbeterd toekomstperspectief. Volgens Simon Klop van YSE biedt het onderzoek dan ook interessante informatie: ‘Het laat werkgevers zien hoe ze  hun traineeprogramma beter kunnen afstemmen op de wensen van de medewerker van de toekomst.’

traineeship skills training

Inhoud en toekomstperspectief

Meer dan 90% van de respondenten geeft aan dat de inhoud van de opdrachten, training & opleiding en – vooral – de positie op de arbeidsmarkt na afloop de belangrijkste overwegingen zijn bij de keuze voor een traineeship. Ook opdrachtbegeleiding en mate van verantwoordelijkheid scoren hoog als keuzecriteria. Daarnaast blijkt dat het ideale traineeship twee jaar duurt en dat bijna de helft van de respondenten het liefst met het openbaar vervoer naar de werkplek reist.

traineeship arbeidsvoorwaarden

Zelf invloed

Van de respondenten wil 85% zelf invloed hebben op het trainingsprogramma. Daarnaast vormen Communiceren, Presenteren en Leidinggeven de top-3 van meest gewilde trainingen. Verder kiest bijna 60% van de studenten voor een intercompany traineeship, waarbij opdrachten uitgevoerd worden bij verschillende organisaties. De overige 40% geeft dus de voorkeur aan een incompany traineeship, waarbij alle opdrachten binnen dezelfde organisatie plaatsvinden.

traineeship intercompany

Vervolgonderzoek 

YSE heeft aangekondigd in een vervolgonderzoek ook te kijken naar de visie van huidige young professionals op traineeships.

Lees ook: