Hoe blijf je langer houdbaar?

Onze economie verandert in rap tempo. Steeds meer banen verdwijnen, andere banen veranderen. Wat moet jij doen om waardevol te blijven voor opdrachtgevers of voor een baas? Managementgoeroe Jeroen Busscher weet raad.

Rianne werd 10 jaar geleden bijna gesmeekt om bij het snelgroeiende bedrijf te komen werken. Ze had zich via cursussen gespecialiseerd in het maken van computerprogramma’s voor administratieve doeleinden. Daar was ze goed in. Ze kreeg een leaseauto en een vorstelijk salaris.

Te duur geworden

Nu zit haar baas tegenover haar. Hij kijkt bedrukt. Het gaat goed met het bedrijf, maar haar werk verdwijnt. Een gedeelte van haar werk wordt overgenomen door collega’s die 15 jaar jonger zijn, een ander deel wordt uitbesteed naar India. Rianne is te duur geworden. In India kan haar werk voor een kwart van haar uurloon.

houdbaar 2Middenklasse de klos

Waren vroeger bij een crisis juist de laagstbetaalden de klos, in de crisis van nu worden juist veel mensen uit de middenklasse werkloos. Hoe komt dat? Hoe voorkom je dat je zelf slachtoffer wordt? Hoe blijf je relevant als je zelf aan de arbeidsmarkt werkt?

Een truitje

Laten we daarvoor eerst kijken naar iets alledaags. Laten we zeggen… een truitje. Een truitje dat in de winkel 50 euro kost ongeveer 1,50 euro om te maken, ergens in een ver land, in een grote onpersoonlijke fabriek. Wie verdienen eigenlijk die andere 48,50 euro? Een groot deel, naast winst en belastingen, wordt verdiend door mensen die werk verzetten om ervoor te zorgen dat jij het truitje uiteindelijk in handen kunt krijgen. Waarom krijgen zij zoveel en de uiteindelijke makers zo weinig?

houdbaar 3Steeds slimmer

Om iets te maken, een brug, een beleidsplan, een tijdschrift, een kopje koffie op een terras of een truitje, moeten verschillende mensen werk verzetten. De afgelopen honderden jaren zijn wij steeds slimmer geworden in het verzinnen van manieren om de herhaling die in elk werk zit te laten doen door machines of computers. Machines doen immers steeds hetzelfde, computers ‘denken’ steeds hetzelfde. Daarom maalt een machine de bonen voor uw kopje koffie op het terras en rekent een computer de rekening uit. Uiteindelijk nemen al die machines en die computers werk over dat anders mensen hadden moeten doen.

Herhalend werk

Typerend aan deze ontwikkeling is dat al het werk dat een herhaling vormt vroeg of laat concurrentie krijgt van machines of computers. Daar is de laatste decennia ook nog een wereldmarkt van werkers bijgekomen, die herhalend werk graag willen doen voor minder dan u het wil doen. In het Westen wordt het aspect van ons werk dat herhalend is daardoor steeds minder waard.

houdbaar 4Uniek en eenmalig

De grote vraag is dan natuurlijk: waar verdienen wij dan nog ons geld mee? Die 48,50 euro van ons truitje wordt immers nog steeds grotendeels in dit land verdiend. Door mensen die iets unieks en eenmaligs doen en zo veel waarde aan het truitje toevoegen.

Analyseren, creëren, organiseren en overtuigen

Allereerst moet iemand bedenken wat voor soort truitjes op dit moment goed verkocht zullen worden. Hij of zij moet de markt analyseren: kijken welke grondstoffen voorradig zijn, weten wat volgend jaar in de mode komt en wat voor doelgroepen er zijn.

Daarna moet iemand het truitje ontwerpen. De ontwerper gebruikt zijn of haar creativiteit om een truitje te bedenken dat aantrekkelijk is voor de potentiële kopers.

Vervolgens gaat iemand organiseren dat het truitje daadwerkelijk gemaakt wordt en uiteindelijk zijn weg vindt naar de winkel waar u het aantreft. En ten slotte is er die mevrouw of meneer in de winkel die u ervan overtuigt dat het truitje u werkelijk fantastisch staat.

Analyseren, creëren, organiseren en overtuigen: deze kwaliteiten zijn kostbaar geworden omdat ze niet herhaalbaar zijn. Elk truitje moet anders in de markt gezet worden, opnieuw ontworpen worden, op een andere manier geproduceerd en gedistribueerd, en ook iemand overtuigen moet telkens opnieuw op unieke wijze gedaan worden.

houdbaar 5Geen trucje

Dit zijn de 4 kwaliteiten die waardevol zullen blijven. Omdat er voorlopig nog geen apparaat, computer of laagbetaalde kracht is die het trucje kan overnemen. Want het is geen trucje. Het vraagt steeds weer opnieuw beginnen en oplossingen verzinnen. Dat blijft waardevol. En menselijk.

En nu, Rianne?

Rianne zal moeten uitzoeken welk aspect van haar werk uniek en eenmalig is. Welke andere unieke kwaliteiten bezit zij? En hoe kunnen die in combinatie waardevol zijn voor andere mensen? Een gedeelte van haar werk is ‘gecommodiseerd’ en heeft grotendeels zijn waarde verloren. Maar er zijn ongetwijfeld genoeg kwaliteiten in haar die klanten of een baas interesseren. Bijscholen is echter niet meer genoeg. Je ontwikkelen betekent in deze tijd steeds meer jezelf opnieuw uitvinden. Oók, of misschien wel júíst, in de wereld van werving en selectie.

jeroen busscherJeroen Busscher is auteur en spreker voor het bedrijfsleven. Hij schreef onder meer de bestseller ‘Onbeperkt houdbaar’, over hoe je succesvol kunt blijven. Eerder dit jaar sprak hij hierover bij Recruiters United.

Dit artikel verscheen ook in het meest recente Werf& magazine, dat gaat over flexibilisering. Nooit meer iets missen? Neem een abonnement en betaal het eerste jaar maar 25 euro (kies ‘jaarabonnement’ en vul onderaan de actiecode in: #werf25)

 

De beste interviewvraag aller tijden: ‘Je bent het niet voor ons’

Sollicitatiegesprekken leveren lang niet altijd de beste kandidaten op. Maar er blijkt één vraag te zijn die wel degelijk het verschil kan maken. 

Althans: het is niet echt een vraag. Het is meer een opmerking, die echter wel gegarandeerd reactie oproept. En in die zin wel weer een vraag is. Je kunt hem trouwens ook niet zomaar stellen. Je hebt eerst wat voorwerk nodig. Tejune Kang, de oprichter van IT-bedrijf Six Dimensions, vertelt tegen Inc hoe hij er de beste kandidaten mee selecteert (foto boven uit video).

Middelmatigheid

‘De wereld is vol middelmatigheid’, zegt hij. ‘En ik wil niet alleen maar concurreren. Ik wil supersterren, want ik wil de hoofdprijs winnen.’ En dus begint hij elk sollicitatiegesprek met een paar basics. Hoe gedreven kandidaten zijn. Wat hen motiveert. Wat hen aanspreekt in de baan. Hij vraagt ze wat hen aantrekt in winnen en wat ze voelen als ze verliezen.

Conclusie

Zodra hij dat allemaal heeft gevraagd, trekt hij een conclusie. ‘Het lijkt erop alsof je de goede ervaring, vaardigheden en kwalificaties hebt. Maar in ons bedrijf heeft iedereen dat. Dat is een gegeven. Het probleem is: ik zie in jou niet dat beetje éxtra dat al onze mensen hier wel hebben.’

En dan komt-ie:

‘Sorry, maar ik denk gewoon niet dat jij de juiste man/vrouw voor ons bent.’

 

Daarna gaat hij achterover leunen. Kijken wat er gebeurt. Negen van de 10 kandidaten slikken een keer, zegt hij, en zeggen dan iets als: ‘Jammer, maar helaas. Toch bedankt voor het gesprek.’ Maar er is er van de 10 ook altijd 1 die juist dan wakker wordt en opstaat. Er is altijd 1 kandidaat, zegt Kang, die dan zegt: ‘Ik denk dat je ongelijk hebt. Ik ben hier niet zomaar. Ik zal je nu laten zien wat je nog niet gezien hebt.’

Niet opgeven

De echte winnaars, aldus Kang, zijn mensen die niet opgeven. Omdat dat precies het gedrag is dat je van je medewerkers wilt, moet je het sollicitatiegesprek gebruiken om dat gedrag te testen, zegt hij. Het zijn mensen die de baan écht willen, die volhouden, die er echt voor gaan. ‘Ik hou van een aangenaam gesprek’, zegt Kang. ‘Maar soms is het goed om het wat spannender te maken en te kijken hoe mensen reageren. Supersterren (foto) staan op juist als het niet helemaal gaat zoals ze willen.’

miss piggy

Een test

De aanpak van Kang kun je zien als een lichte vorm van assessment, als een test om vaardigheden van kandidaten te meten, in plaats van er alleen naar te vragen. In die zin is het weinig vernieuwend. Opvallend is hooguit dat zijn aanpak assessment en sollicitatiegesprek vermengt: in plaats van het spel van wat algemene vragen met sociaal wenselijke  antwoorden, ontstaat er een heel nieuwe interactie.

Belangrijke vaardigheid

En Kang test door zijn aanpak een belangrijke vaardigheid. Salesmensen bijvoorbeeld zullen vaak ‘nee’ te horen krijgen in hun werk. De beste van hen zullen daar tegenin kunnen gaan. Sowieso is tegenspraak kunnen leveren en je eigen mening kunnen verkondigen tegenwoordig een belangrijke kwaliteit. Dus in die zin is de test redelijk valide.

Het lef

Het enige wat het van de recruiter vraagt is het lef om de opmerking gedurende een sollicitatiegesprek te maken. Dat kan ongemakkelijk overkomen, zeker als het ingestudeerd wordt. Het onderbreekt de mogelijk goede sfeer, en voelt als theater. Maar aangezien je de meeste kandidaten toch ooit zult moeten afwijzen: waarom zou je het niet vrijwel meteen doen? De meeste zullen snel afscheid nemen. Nou, prima. De supersterren zullen blijven. En daar was het toch net om te doen?

Lees ook:

Arjan van den Born: ‘Zachte kant inhuur moet focus krijgen’

We gaan toe naar een klusseneconomie, waarin selectie van de juiste mensen cruciaal wordt, zegt de Tilburgse hoogleraar Arjan van den Born. Een grote kans voor recruiters dus. ‘Er moet weer aandacht komen voor de zachte kant van inhuur.’

Zoals het vroeger was, met vastomlijnde organisaties met een traditioneel personeelsbestand met vaste contracten, zo wordt het nooit meer, zegt zelfstandig organisatieadviseur en onderzoeker Arjan van den Born (42), hoogleraar ‘creatief ondernemerschap’ aan Tilburg University, waar hij onder meer onderzoek doet naar ondernemers, samenwerkingsvormen en netwerken. ‘De organisatie van de toekomst is steeds meer een projectorganisatie, waar taken worden ingevuld op projectbasis, soms door vaste krachten, soms door flexwerkers, vaak door een combinatie daarvan.’

Wat heeft dat voor gevolgen?

‘Ik vergelijk het vaak met de wereld van televisie en film. Daar zie je ook allerlei soorten opdrachten, klusjes van een uur, maar ook jarenlange fulltime contracten die neigen naar een vast dienstverband. Het onderscheid tussen vast en flex wordt steeds vager. Ik noem dat de Fuzzy Firm.’

Wat zijn de voordelen van deze vage grenzen?

‘Met externe inhuur kun je als organisatie fluctuaties in de groei opvangen, maar ook is het een goede manier om precies die kennis, professionaliteit en innovatiekracht aan te trekken die je op een bepaald moment voor een bepaald doel nodig hebt. Interne medewerkers nemen hun ervaring en hun kennis van de organisatie mee, en externen brengen hun specifieke professionaliteit en innovatiekracht. De kunst is om in je projectteam de optimale mix te vinden. En daar valt vandaag de dag nog veel te winnen.’

Hoe bedoel je dat?

‘In een projectorganisatie is de selectie van het team cruciaal. Te vaak zie ik dat voor een project interim professionals worden aangetrokken en het team verder wordt aangevuld met interne mensen die toevallig nog uren over hebben. Dat werkt natuurlijk niet. Iedereen heeft zijn eigen agenda en niemand voelt zich ‘drager’ van het project. Volgens mij is dat de reden dat bij de meeste projecten budgetten worden overschreden en doelen niet worden gehaald.’

Hoe moet het dan anders?

‘Allereerst moet je het project goed definiëren. Wat wil je bereiken en binnen welke kaders moet je opereren? Kijk weer naar de filmwereld. Eerst bepaal je de vaste kern: de auteur, de regisseur, de producer en de casting director. Zij stellen vervolgens hun eigen teams samen. Niet op basis van functieprofielen, maar op basis van competenties. Per project stel je laag voor laag een team samen waarin de rollen goed op elkaar zijn afgestemd.’

arjan 5Wat is de rol van recruitment hierbij?

‘Deze ontwikkeling vergt nogal wat van HR en van recruitment. Niet alleen moeten het doel en de organisatie van het project volstrekt helder zijn, ook moeten recruiters hun markt goed kennen. Je moet weten welke kandidaat in het plaatje past qua competenties en qua soft skills en persoonlijkheid. Ik denk dat het recruitmentvak zich hierdoor zal specialiseren en professionaliseren. Generieke recruiters maken plaats voor specialisten met een groot netwerk en hechte relaties binnen een specifieke arbeidsmarktdoelgroep.

Recruitment en HR zullen steeds meer samenwerken en zich specialiseren in project staffing. Recruiters worden kenners van teamdynamiek. Omdat een projectorganisatie werkt met steeds wisselende teams, verandert het perspectief continu. Ieder teamlid heeft zijn eigen doelen, drijfveren en invloedsfeer en daarmee moet je rekening houden in de samenstelling van het team.’

Waarin verschillen de werving van in- en externe krachten voor een project van elkaar?

‘De pullfactoren zijn verschillend. Voor vaste krachten spelen zaken als carrièreperspectief, uitdaging, erkenning en identiteit binnen de organisatie. Voor externen gelden prikkels als professionele ontwikkelmogelijkheden, portfolio-building, autonomie, flexibiliteit, maar ook financiële prikkels. Externen worden vaak aangetrokken om de kar te trekken en hun professionaliteit in te brengen. Zij zijn dedicated aan het project, maar hebben natuurlijk ook een eigen agenda. Uit onderzoek blijkt dat externen in het begin iets minder loyaal zijn aan de organisatie dan vaste krachten, maar dit onderscheid is na 6 maanden zo goed als verdwenen.’

Hoe fuzzy wil je het hebben…

‘Ik vind dat je het onderscheid tussen in- en extern niet zo zwart-wit moet stellen. In de praktijk worden externen vaak ingehuurd om een kunstje te doen dat ze tot in de puntjes beheersen. En dan liefst tegen een zo laag mogelijke vergoeding. Logisch, maar niet altijd even uitdagend. Het zou beter zijn als organisaties wat meer zouden inzetten op de lange termijn en op wederkerige relaties.

Het creëren en beheren van communities is hierbij van groot belang. De kans is immers groot dat je dezelfde professional in de toekomst weer nodig hebt. Dankzij een community kun je actief in contact blijven met je pool van externen, hen informeren over de ontwikkelingen binnen je organisatie en hen dezelfde mogelijkheden bieden als medewerkers, zoals ontwikkelprogramma’s en opleidingen. Een enorme kans waar beide partijen van profiteren.’

arjan 3Hoe zorg je dat je als fuzzy firm je identiteit bewaart?

‘Focus is belangrijk. Het is essentieel dat je duidelijke keuzes maakt; je moet niet álles willen. Dat geldt voor de organisatie als geheel, maar ook voor elk individueel project. Formuleer met een kleine kerngroep je visie, missie en strategie en draag deze uit. Dan weet iedereen, vast of flex, waar hij aan toe is. Bovendien moet je het lef hebben anders te zijn dan de concurrentie. Te vaak zie je dat iedereen als een kip zonder kop achter elke hype aanrent. Logisch dat niemand dan nog door de bomen het bos ziet. Succes heeft alles te maken met duidelijkheid, gedrevenheid, passie en authenticiteit.’

Bij de meeste organisaties speelt inkoop, of procurement, een leidende rol bij de externe inhuur. Wat vind je daarvan?

‘Het is begrijpelijk dat het zich zo heeft ontwikkeld. De flexschil zorgt immers voor een grote uitgavenpost binnen organisaties. Inkoop heeft laten zien dat je veel geld kunt besparen door de inhuur van tijdelijke krachten strak te organiseren. Procedures vaststellen, het aantal aanbieders beperken, grootschalig inkopen en de tarieven stevig uitonderhandelen. Klinkt fantastisch. Maar het werkt niet. Deze manier van inkoop werkt alleen voor standaardproducten, voor homogene diensten. Maar een medewerker is geen standaardproduct en de ene professional is de ander niet.’

En dus?

‘De macht van procurement heeft geleid tot bovenmatige controledrang. Uit onderzoek blijkt dat juist contraproductief te werken. Geef mensen vrijheid en ze betalen je driedubbel terug. Er wordt totaal voorbijgegaan aan de menselijke maat, de soft skills. Het gaat niet alleen om de kosten, maar meer om het totale resultaat; wat is de kwaliteit van de hires? Wat zijn te integrale prestaties van het team en het project?

Het is hoog tijd dat HR en recruitment deze taak weer naar zich toetrekken. En laten zien waar we het écht voor doen. Natuurlijk moet er aandacht zijn voor de inhuurkosten, maar kijk dan liefst wel naar álle kosten en opbrengsten. Niet alleen naar de dingen die we toevallig kunnen meten. Er moet ook weer aandacht komen voor de zachte kant van inhuur; kennisdeling en groei beginnen immers in een sfeer van wederzijds vertrouwen.’

Dit interview is geschreven door Manola van Diest. Het verscheen in het meest recente Werf& magazine, dat gaat over flexibilisering. Nooit meer iets missen? Neem een abonnement en betaal het eerste jaar maar voor 25 euro (kies ‘jaarabonnement’ en vul onderaan de actiecode in: #werf25)

Het hele boek lezen? Klik hier. Of luister naar Van den Born: 

Joehoe! Het pretpark van de arbeidsmarkt komt eraan…

In Tilburg moet het ‘Disneyland van de arbeidsmarkt’ verrijzen. Als alles goed gaat, draait er volgend jaar al een eerste (mobiele) attractie. Mede-initiatiefnemer Ton Wilthagen: ‘Dit is nog nergens in de wereld vertoond.’

Het klinkt – nog steeds – als een wild plan. Maar initiatiefnemers als Han Peekel en Steve Sichtman zijn bloedserieus. Net als de bekende Tilburgse hoogleraar – mr. ‘flexicurity’ – Ton Wilthagen. En inmiddels krijgen hun plannen voor een ‘inspiratiepark’ over de arbeidsmarkt ook steeds meer vorm.

Steun groeit

‘Het gaat goed’, zegt Wilthagen. ‘We zijn nog aan de slag met de businesscase, en zoeken met name nog een operator die het geheel wil managen. Maar de steun groeit, dat merken we overal.’

Nergens ter wereld

Het plan is ambitieus, zegt Wilthagen. ‘Het bestaat nergens ter wereld. En is volgens mij ook nog nooit geprobeerd.’ Maar hij heeft nog steeds alle vertrouwen in het idee om in de Tilburgse spoorzone een plek van 10.000 vierkante meter in te richten met attracties als ‘het Spookhuis van de Mislukte Carrière’, het interactieve doolhof ‘Job Puzzle’ of de ‘Kiosk van de Merkwaardige beroepen.’

b PanBack_View4

Het plan oogt een beetje als het ‘Instituut voor Beeld en Geluid’ in Hilversum, en dat is ook niet zo gek, want Han (‘Wordt Vervolgd’) Peekel was ook daar een van de initiatiefnemers. Inmiddels staan partijen als de gemeente én de universiteit van Tilburg, VNO/NCW, Rabobank, TNO en de FNV al achter het idee van het park, dat in 2017 zijn deuren wil openen.

Mobiel ontwikkelen

Begin volgend jaar is een van de attracties mogelijk al in bedrijf, zegt Wilthagen. ‘Er zijn nu 4 à 5 attracties in ontwikkeling. We willen kijken of we er een paar mobiel kunnen ontwikkelen, zodat je al een beeld kunt krijgen hoe het geheel eruit komt te zien’, vertelt hij.

b Pan01_View2

Het wordt zeker geen banenmarkt, benadrukt de hoogleraar. Als werkzoekende zul je er geen werkgevers kunnen ontmoeten. ‘Maar je kunt je er wel oriënteren op de vraag: hoe vind ik mijn weg op een steeds onvoorspelbaarder arbeidsmarkt?’

Maatschappelijk kennisinstituut

En, voegt hij toe: het gaat niet alleen om het ‘inspiratiepark’. Er moet ook een maatschappelijk kennisinstituut komen, waar universiteiten, hogescholen en bedrijven gaan samenwerken aan kennis over de (flexibele) arbeidsmarkt. ‘Er is in Nederland weinig inzicht in regionale arbeidsmarkten. Wij willen bijvoorbeeld een dashboard maken dat daar realtime inzicht in geeft, een soort arbeidsmarktjournaal.’

mijn_toekomst_werkt_met_text3

Die flexibilisering is ‘voor veel jongeren allang realiteit’, zegt Wilthagen. En die gaat ook niet meer weg, denkt hij. Hij heeft daarom weinig goede woorden over voor het idee van de Wet Werk en Zekerheid om te regelen dat mensen weer eerder een vast contract krijgen. ‘Ik noem dat politiek wensdenken. Je biedt geen zekerheid door alles in een vast contract te willen stoppen. De komende tijd wordt weinig gedaan voor flexwerkers, en dat vind ik spijtig. Van flex naar vast, zoals het kabinet wil, dat gebeurt nergens in de wereld.’

wilthagenRafelrand

Het probleem, zegt Wilthagen, is: ‘Al onze instituties zijn nog steeds geënt op het vaste contract. Flexmensen krijgen bijvoorbeeld zelden opleidingen. Dan bouw je, in voetbaltermen, aan een elftal dat niet mee mag trainen, maar van wie je wel verwacht dat ze de wedstrijd winnen. Dat kan natuurlijk niet. We moeten de flexibele schil niet laagwaardig maken; dan wordt het weer een rafelrand. Je kunt beter die flexibiliteit upgraden. Je moet niet het type contract zo bepalend laten worden voor de faciliteiten die iemand krijgt. Daar is niemand mee gebaat, ook de economie in het algemeen niet.’

Dit verhaal verscheen in bewerkte vorm in het meest recente Werf& magazine, dat gaat over flexibilisering. Nooit meer iets missen? Neem een abonnement en betaal het eerste jaar maar voor 25 euro (kies ‘jaarabonnement’ en vul onderaan de actiecode in: #werf25)

De 4 grootste mythes over recruitment

De kandidaat is géén koning, het draait níet om de klik en sollicitatiegesprekken en technologie zijn helemaal niet cruciaal. 

Dat zegt de Amerikaanse recruitmentgoeroe Kevin Wheeler om daarmee af te rekenen met een paar hardnekkige mythes als het gaat om werving en selectie.

Gevaarlijke en wijdverbreide mythes

Volgens Wheeler zijn deze ‘common beliefs’ even gevaarlijk als wijdverbreid. Maar hij zegt het belangrijk te vinden dat deze aannames wel worden onderzocht. En dus legt hij vier bekende misverstanden op de pijnbank.

wheeler mythes#1. Interviews zijn cruciaal voor een goede aanname

De mythe dat sollicitatiegesprekken een goede manier zijn om mensen te testen is zeer bekend. Er wordt vaak gezegd dat je goed interviewen kunt trainen en dat als je goede, gestructureerde gesprekken voert, dat je mensen zult selecteren die beter presteren en langer blijven.

Koetjes en kalfjes

Volgens Wheeler klopt dat ten dele ook wel: gestructureerde, wel doordachte en consistent uitgevoerde interviews leveren betere beslissingen op dan willekeur. ‘Maar in mijn vele jaren ervaring heb ik weinig interviews gezien die goed werden uitgevoerd, de meeste waren niet meer dan gesprekken over koetjes en kalfjes. Recruiters hebben zelden een goed idee van de succescriteria van  een bepaalde functie, of welk bewijs daarvan een voorspeller zou zijn. Het huidige interview – meestal niet meer dan een handvol vragen over en weer en wat algemene informatie die over tafel gaat – is een bijna even goede succesvoorspeller als puur gokken.’

Skippen

Wheeler pleit daarom voor een combinatie van allerhande tests, die wetenschappelijker, beter, sneller en vaak ook goedkoper zijn in het selecteren van kandidaten. Hij juicht de huidige trend van simulatie, gamification en internetgebaseerde testen dan ook zeer toe. ‘Als er iets was dat ik zou skippen in het sollicitatieproces, dan zou het het gesprek zijn. Pas als er nog 1 of 2 kandidaten over zijn, zou ik de hiring manager vragen een face-to-face assessment te doen en op basis daarvan te beslissen.’

#2. Je moet mensen vinden die bij je cultuur passen

Op een of andere manier is de culturele fit in deze dagen ‘een mantra’ geworden, zegt Wheeler. Maar voor heel veel functies is het helemaal niet nodig dat mensen passen bij een zogeheten cultuur, ‘een slecht gedefinieerd en moeilijk hard te maken concept’, aldus de recruitmentgoeroe. ‘Gaat het dan om de klik met de hiring manager en zijn of haar team, of moet iemand passen bij de cultuur van een organisatie, ervan uitgaande dat die goed in kaart is gebracht?’

Compleet onbelangrijk

De culturele fit, schrijft Wheeler, kan wel eens compleet onbelangrijk zijn voor ‘transactionele’ functies of banen die weinig interactie met klanten vergen. Zeker met de huidige flexibilisering van de arbeidsmarkt kan de ‘culturele fit’ wel eens steeds minder belangrijk worden. ‘Ik heb liever een zeer competente en ervaren engineer dan een minder vaardig iemand die wel goed past bij de cultuur. De culturele fit zou ik alleen gebruiken als selectiecriterium als harde gegevens aantonen dat het belangrijk is voor het succes in een bepaalde functie.’

Innovatief

Soms is het juist goed om mensen te kiezen die níet passen bij de heersende cultuur, aldus Wheeler. ‘Vooral in organisaties die innovatief willen zijn. Werknemers die niet in een mal passen, zijn vaak degenen die met baanbrekende ideeën komen.’

#3. De kandidaat is koning klant

Ja, de kandidaatervaring is belangrijk, zegt Wheeler. En ja, je moet zuinig zijn op je relaties en je moet je merk goed in de markt zetten naar de kandidaat. Maar dat maakt de kandidaat nog niet tot je belangrijkste klant, zegt hij.

De hiring manager is de koning

Als recruiter is de hiring manager altijd de sleutel tot je succes. Recruiters die dat ontkennen houden het meestal niet lang vol. Door goed te begrijpen wie de hiring manager wil hebben, en er goed voor te zorgen dat zij de types in huis krijgen waar zij om vragen, kun je je baan langer volhouden, zegt Wheeler. ‘Wees een businesspartner voor hen, ondersteun hen in hun proces, en betrek ze bij elke stap die je zelf zet. Dan zul je zien dat je vanzelf voldoende budget zult krijgen om de beste mensen te blijven werven en selecteren. Branding en kandidaatrelaties  komen daarna vanzelf.’

#4. Technologie is essentieel voor succes

Alhoewel Kevin Wheeler zegt ‘gek te zijn op technologie’, gelooft hij ook dat goed werven en selecteren ook op een ouderwetse manier nog best mogelijk is. ‘Het gaat in de eerste plaats ook nu nog steeds om het opbouwen van goede relaties met hiring managers en met kandidaten. Netwerken opbouwen is je eerste taak als recruiter, en je sleutel tot succes is de groep contacten en connecties die je kunt aanboren.’

Geen papier en dossierkast

Wheeler gelooft best dat dat netwerk online is en op social media te vinden is. Maar dat is slechts techniek, zegt hij. ‘Ik pleit er niet voor terug te gaan naar de tijd van papier en dossierkast. Maar ik adviseer wel om met gezond verstand te kijken naar wat belangrijk is. Techniek kan helpen. Maar meer ook niet. Het gaat erom dat je je persoonlijk betrokken voelt bij mensen, met ze converseert, en de kennis over elkaar verdiept. En tegelijkertijd: stel vragen. Ga altijd in gevecht met mythes en common wisdom. Werk aan je eigen antwoorden, want op lange termijn ligt daar het succes.’

Foto via Flickr.com

Anne-marie Blokland: Consultant

Oude situatie

Oude functie : Senior Consultant
Oude werkgever Van der Houwen Recruitment

Nieuwe situatie

Nieuwe functie : Consultant
Nieuwe werkgever : Bloem werving & selectie

Ingangsdatum : 1 september 2014

Verantwoordelijk voor de Business Unit Management Support. Bloem w&s helpt bedrijven met het vinden van de juiste kandidaat voor hun openstaande vacatures. Dit doen wij met een onderscheidend concept omdat wij van mening zijn dat een W&S bureau meer moet bieden dan alleen de bemiddeling.

Waarom Google geen vreemde vragen meer stelt

googlelabsEerder schreef ik hier al over de wervingspraktijken van Google. Google meet alles door, van hoeveel gesprekken tot de kwaliteit van de recruiters en de hiring managers en noem het maar op. Dus ook hun interview technieken nemen ze goed door.

Vroeger stond Google bekend om hun ‘vreemde vragen’. Hoeveel ping pong ballen passen er in een Boeing 747? Hoeveel piano stemmers zijn er in de wereld? Het idee was dat je er mee kon meten of iemand snel, on the spot, analytisch vermogen kon tonen. Het resultaat zo blijkt… is onzin. Het bleek geen enkele voorspellende waarde te hebben, dus is Google er mee gestopt. Wat doen ze dan wel?

(meer…)

Kun je ook testen of iemand in het team past?

Het Amerikaanse ConnectCubed zegt te kunnen meten of een kandidaat – op de cruciale criteria – lijkt op de huidige medewerkers en zo tot 40 procent betere hires op te leveren. Kan dit überhaupt?

bas van de haterdIn de rubriek Kaf van het Koren neemt ‘professioneel bemoeial‘ Bas van de Haterd elk kwartaal een innovatie in recruitmentland kritisch onder de loep. In de vorige editie van Werf& was dit Harver, een preselectie assessment tool uit Nederland, primair gericht op de callcenterbranche. Deze week een Amerikaanse tegenhanger, ConnectCubed, waarvan hier de demo te vinden is.

#1. Het product

ConnectCubed is een Amerikaans bedrijf dat zo’n 3 jaar bestaat, 9 medewerkers heeft en zo’n 55 klanten bedient, over een breed scala aan sectoren, van de financiële wereld tot consultants, van de gezondheidszorg tot technologiebedrijven en handelshuizen, en van de de VS tot enkele klanten in Engeland, Ierland, Hong Kong, Singapore, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Scandinavië.

Ze bieden hun product momenteel alleen nog in het Engels aan, maar hebben wel de intentie om het te vertalen. Waarschijnlijk is een vertaling naar het Frans de eerste stap die ze zetten, aangezien een van hun Amerikaanse klanten in Franstalig Canada het product wil inzetten, maar indien er vraag is vertaalt men het ook naar andere talen.

Vorig jaar is het door ex-Wereldbank-ontwikkelaar Michael Tanenbaum opgerichte bedrijf door Unesco uitgeroepen tot 1 van de 10 meest innovatieve technologiebedrijven ter wereld.

connectcubed

#2.  De propositie

ConnectCubed maakt preselectie tooling, een soort digitaal assessment 2.0. Het nieuwe aan hun assessments is dat de uitkomsten volledig bedrijfsspecifiek zijn. Ze koppelen de assessmentdata aan de prestatiedata van je huidige medewerkers. Zo zeggen ze te kunnen bepalen welke sollicitanten de grootste kans op succes hebben en het best bij je organisatie passen. Bovendien claimen ze dat hun test de kandidaatervaring verbetert.

De mening van Bas

‘De methodiek van de tooling is voor zover mij bekend uniek. Het is een van de weinige assessmenttools die ik ooit gezien heb die een harde koppeling legt tussen individuele prestaties van je huidige medewerkers en scores op specifieke onderdelen van een assessment.

Wel is het feit dat het systeem momenteel alleen nog in het Engels aangeboden wordt een probleem voor de Nederlandse markt. Ik heb het assessment gedaan en ondanks mijn ik mag wel zeggen uitstekende beheersing van het Engels (ik heb een jaar in Londen gewerkt), was het specifieke Engelse taalgebruik zelfs voor mij soms lastig. Om dit in Nederland toe te passen is een vertaling noodzakelijk, tenzij een uitmuntende beheersing van het Engels essentieel is voor de functie.’

smart personality match#3. Hoe werkt ConnectCubed?

ConnectCubed werkt in de basis niet veel anders dan andere preselectie tools. Er zijn Big Five-vragen, er is een test om het kortetermijngeheugen te testen, en één voor het ruimtelijk inzicht. Tot zover niets nieuws. Het opmerkelijke aspect is dat ConnectCubed begint met het analyseren van al je huidige medewerkers. Zij moeten allemaal eerst het volledige assessment van ongeveer 15 minuten doorlopen.

Vervolgens koppelt ConnectCubed deze uitslagen aan alle data die je in je bedrijf hebt over je medewerkers. Dus van de omzet die elke individuele salesmedewerker boekt tot het aantal declarabele uren voor een consultant. Van de tijd die iemand voor het bedrijf werkt tot de oorspronkelijke bron van de hire en de cijfers van elk beoordelingsgesprek. Alle informatie die er per medewerker is.

Op basis hiervan analyseert ConnectCubed welke verbanden er zijn te leggen. De tool maakt dus een voorspellend model op basis van de uitslagen van het assessment in combinatie met je huidige personeelsbestand. De uitkomsten hiervan zijn voor elke organisatie verschillend. Zo heeft men klanten waar men op basis van bepaalde waarden de omzet van sollicitanten kan inschatten. Voor een consultant kunnen ze de declarabiliteit voorspellen. Voor andere bedrijven kunnen ze voorspellen hoe lang iemand bij een bedrijf blijft.

Hierbij kijkt men nadrukkelijk per ‘job family’. Er worden dus verbanden per vakgebied vastgesteld. Een goed presterende ict’er en een goed presterende verkoper zullen binnen dezelfde organisatie mogelijk hele andere vaardigheden nodig hebben. Elk model wordt dus per vakgebied bepaald.

Vervolgens strippen ze het assessment van alle overbodige vragen. Alleen de testen die op basis van de eerste analyse een voorspellende waarde binnen jouw bedrijf hebben blijven over. Daardoor is de gemiddelde test die een sollicitant bij een van hun klanten krijgt maar 6 minuten. Het heeft immers geen nut om te meten wat toch geen voorspellende waarde heeft. De assessments zijn dus specifiek voor zowel jouw organisatie als voor het vakgebied van je organisatie.

Tot slot passen ze elk kwartaal het algoritme aan de nieuwe data aan. Door hernieuwde prestaties van medewerkers en de prestaties van nieuwe medewerkers te koppelen aan de bestaande assessment data verandert de voorspellende waarde.

De mening van Bas

‘Ik ben erg enthousiast over deze manier van werken. Een van mijn grote kritiekpunten bij assessments is doorgaans dat het uitgaat van gemiddelden, van wetenschappelijke cijfers die voor iedereen zouden moeten gelden, en daardoor dus eigenlijk voor niemand gelden. Doordat ConnectCubed de assessmentdata koppelt aan de daadwerkelijk prestatiegegevens kan nu specifiek gemeten worden wat van belang is. Er komt een assessment uit dat de prestaties kan voorspellen voor dat specifieke vakgebied bij die specifieke organisatie. Dat voegt waarde toe.

Wel zie ik een risico in de continuïteit. Het is heel goed dat elk kwartaal het algoritme wordt vernieuwd, maar als je niet elke paar jaar het hele bedrijf opnieuw het hele assessment laat doen, loop je het risico op blinde vlekken.’

full picture
#4. Wat zijn de resultaten?

Uiteindelijk moet elke nieuwe tool waarde toevoegen. ConnectCubed kan geen specifieke cijfers geven, zoals Harver dat wel kon, over vermindering van verloop of verbetering van de prestaties van hun klanten. Dit omdat ze zelf stellen dat ze slechts één van de radertjes in de machine zijn. Wel kunnen ze aangeven dat hun assessments doorgaans een 30 tot 40 procent verbetering opleveren van de kwaliteit van de hires.

Zelf stellen ze dat de voorspellende waarde van hun tool minimaal gelijk is aan die van een gesprek. Het is dus niet zo dat het gesprekken vervangt, maar het geeft wel meer inzicht in de kwaliteiten van medewerkers.

De kosten van de tool zijn afhankelijk van de hoeveelheid mensen die je verwacht het komende jaar te gaan aannemen. Op basis hiervan bepaalt ConnectCubed een vast maandbedrag. Op deze manier heeft een organisatie dus geen meerkosten per test, zodat ze de test aan elke sollicitant kunnen voorleggen.

Interessant is dat het bedrijf zo overtuigd is van het eigen kunnen dat je pas gaat betalen als je de tool daadwerkelijk inzet bij preselectie testen. Een organisatie kan dus risicoloos al zijn medewerkers laten testen en ConnectCubed verbanden laten zoeken tussen performance en skills die uit de assessment komen. Pas als die verbanden er zijn en de organisatie besluit de tool op de website te integreren moet er betaald te worden. Er is overigens nog nooit één organisatie geweest die na de analysefase alsnog besloten heeft niet met hen in zee te gaan, zegt ConnectCubed zelf.

De mening van Bas

Hoewel ik begrijp dat er uiteraard veel factoren van invloed zijn op een goede hire en ze slechts één rader in een grote machine zijn, is het toch spijtig dat er geen concrete resultaten te benoemen zijn. Hun beloningsmodel kan ik erg waarderen, het feit dat je pas betaalt als je de tool gaat gebruiken omdat ze statistisch significante correlaties hebben gevonden en je de tool gaat inzetten toont een vertrouwen in eigen kunnen.’

connectcubed JOB-ANALYSIS 2
#5. What’s next?

ConnectCubed werkt momenteel aan meerdere testen die ze in het assessment kunnen toevoegen. Momenteel hebben ze een aantal testen, alle wetenschappelijk gevalideerd, die van invloed kunnen zijn op iemands prestaties. Dit zijn met name een soort minigames, waarbij de test via gamification ook leuk is gemaakt. Denk hierbij aan het spiegelen van figuren, het benoemen van synoniemen en een reactiesnelheidstest. Momenteel werkt men aan het uitbreiden van deze testen, waardoor er in de toekomst mogelijk ook op andere elementen correlaties gevonden kunnen worden.

Ook kijkt het bedrijf nadrukkelijk naar het buitenland, waarbij het niet alleen gaat om de tekstuele vertaling, maar ook de culturele vertaling van bepaalde testen.

De conclusie van Bas

‘Preselectie testen heeft in mijn optiek een grote toekomst. Zoals ik ook de vorige keer schreef hebben assessments, mits goed uitgevoerd, de grootste voorspellende waarde in het sollicitatieproces. Daarom zouden deze ook aan elke kandidaat voorgelegd moeten worden, nog voor er een cv wordt gevraagd.

De kracht van ConnectCubed zit hem in het feit dat men met een nieuwe blik naar assessments kijkt. Men combineert de kracht van de wetenschappelijke literatuur op het gebied van prestatie-indicatoren met de daadwerkelijk prestatiedata van een organisatie. Door het combineren van meerdere databronnen kan er veel nuttigere informatie boven water gehaald worden.

Sterk aan ConnectCubed vind ik dat men zowel denkt aan de sollicitant als aan de organisatie. Ze vragen niet meer tijd van de sollicitant dan strikt noodzakelijk, door alle testen die geen significante correlaties hebben te schrappen. Ze kijken ook heel erg naar de organisatie, door de data te koppelen aan de prestaties van de huidige medewerkers en door het per vakgebied te doen.

Ik ben dus erg positief over ConnectCubed, maar ik eindig met een kritische noot. Tot het product ook in het Nederland beschikbaar is, zou ik het niet aanraden voor Nederlandse organisaties. Vooral de taaltesten, die wel essentieel kunnen zijn voor veel functies, zijn te ingewikkeld in het Engels om een betrouwbaar resultaat te geven.’

Dit artikel staat in ingekorte en bewerkte versie ook in de printeditie van Werf&. Nooit meer iets missen? Neem een abonnement en betaal het eerste jaar maar 25 euro (kies ‘jaarabonnement’ en vul onderaan de actiecode in: #werf25)

Zelf een demo doen? Dat kan hier

connectcubed demo

 

Bas van de Haterd is ‘professioneel bemoeial’ en initiatiefnemer vanDigitaal Werven.  Op 7 oktober dit jaar zal tijdens het Digitaal Werven-event weer de beste digitale sollicitatie-ervaring verkozen worden. Hij is frequent blogger op rectec.nl, en minder frequent bespreekt hij voor Werf& een recente recruitmentsite en bepaalde nieuwe producten in de recruitmentmarkt. 

1 op de 8 sollicitanten jokt of houdt info achter

In 12,1 procent van de sollicitaties blijkt de kandidaat onjuiste informatie op te geven of informatie achter te houden die wel van belang is voor de procedure.

Dat blijkt uit onderzoek van screenen.com, een bureau onder leiding van René Reijenga, die na een carrière als recherche-expert bij de politie nu onder meer achter niet-integere werknemers aanzit. Volgens het bureau blijkt uit het onderzoek dat een zogeheten pre-employment screening wenselijk is om risico’s op niet-integer gedrag binnen organisaties te beperken.

VOG niet voldoende

Het bureau stelt dat een ‘verklaring omtrent gedrag’, een VOG, niet voldoende is om integer gedrag af te dwingen. Uit de jaarcijfers over 2013 van de dienst Justis (van het Ministerie van Veiligheid en Justitie) blijkt dat van de 733.156 VOG-aanvragen er 4.141 geweigerd zijn, ruim een half procent. Justis bepaalt altijd of de antecedenten van een kandidaat relevant zijn voor de functie die hij of zij wil gaan vervullen. Zo kregen in 2013 toch nog 109.325 personen (14,9%) die met justitie in aanraking waren geweest toch een VOG.

Integriteit ter discussie

Maar screenen.com signaleert dat in 2,4 procent van zijn eigen onderzoeken de integriteit van de betrokken kandidaat ter discussie staat. In die gevallen vormen de onderzochte feiten een risico voor deintegriteit, de betrouwbaarheid en/of het imago van de organisatie. Opmerkelijk is dat er in geen van deze gevallen sprake was van een geweigerde VOG, aldus het onderzoeksbureau.

Nederlandse markt onderontwikkeld

Uit onderzoek van CV-OK, de marktleider in pre-employment screening, blijkt dat dit vakgebied in Nederland nog in de kinderschoenen staat. In de Verenigde Staten vindt bij dik 90 procent van de werkgevers een gedegen screening plaats. In Engeland is dit zo’n 55 procent. In de Nederlandse markt hanteert 15 tot 20 procent van de werkgevers een redelijk tot goede screening van sollicitanten, zo meldt CV-OK.

De 10 meest voorkomende cv-leugens

Consultancybedrijf Marquet International zette vorig jaar al de 10 meest voorkomende leugens op cv’s op een rij:

1. Een valse begin- en einddatum van banen
2. Het opblazen van ervaringen en vaardigheden
3. Functietitels en verantwoordelijkheden mooier maken dan ze zijn
4. Gevolgde studies overdrijven en titels verzinnen
5. Achteraf werk als zelfstandige ‘uitvinden’ om perioden van werkloosheid te verbloemen
6. Bepaalde werkervaring weglaten
7. Beoordelingen vervalsen
8. Liegen over de reden van vertrek bij vorige werkgevers
9. Valse referenties opgeven
10. Liegen over de militaire carrière

Lees ook:

Social Media & pre-employment screening: 5 tips

Foto via Flickr.com

Hoe Van Oord communiceert via een zandbak

Arbeidsmarktcommunicatie komt in allerlei gedaanten. Bij bagger- en bouwbedrijf Van Oord zelfs via de zandbak.

Het was een actie, bedacht door Steam, bureau voor arbeidsmarktcommunicatie. Op de Maritieme en Offshore Carrièrebeurs MOSE hadden ze een zandbak gebouwd waar bezoekers in zand een palmeiland konden nabouwen, zoals ook in Dubai gebeurt. Maar wel zo snel en secuur mogelijk. ‘Het was een echte eyecatcher op deze beurs die toch staat voor veel Nederlandse bedrijven met een internationale reputatie, bedrijven zoals van Oord, waar we trots op mogen zijn’, aldus Steam-directeur Hans Kroonen.

Check het filmpje

Verdere uitleg overbodig, check gewoon het leuke filmpje. Wat eens te meer aantoont dat arbeidsmarktcommunicatie werkt, als je maar dicht bij jezelf blijft.

De interactieve zandbak van Van Oord op de MARITIEME EN OFFSHORE CARRIÈREBEURS 2014 from Steam on Vimeo.

 

Hoe flexibilisering soms ongekende krachten losmaakt

Ik ben geen 18 meer. Maar sinds ik flexwerker ben, voel ik me wel weer een jonge hond. En dat doet iets met je.

Zoals anderen plots het licht van de Heer in hun hart voelen schijnen, zo was er bij mij ineens de hang naar onbekend werkterrein. Ik wilde flexen, als zzp’er. Weg bij dat fantastische bedrijf waar ik al ongelooflijk lang werkte. Weg bij die plek waar ik het zo prima naar mijn zin had. En weg ook van waar het salaris een behaaglijke hoogte had bereikt.

Veel collega’s spraken hun afschuw uit. Ze vergeleken mij met de ultieme lunatic. Wat bezielde me? Ik kon zo makkelijk mijn pensioen bereiken, nooit meer geldzorgen, op welk moment was ik van het padje geraakt?

En dat was nu precies waar ik helemaal klaar mee was. Functioneren in een cocon, doen wat er op papier stond. Alles geweldig geregeld met vaste processen en procedures. Een heel klein radertje in een soepel draaiende machine.

Alsof het zo moest zijn ontmoette ik plots allemaal prachtige mensen buiten de muren van mijn werkgever. De gesprekken met hen werkten als een magneet. Ik werd als het ware naar buiten gezogen. De hang naar die andere wereld werd te groot. Ik kon het niet meer weerstaan.

Een nieuwe fase dus. En dat doet iets met je. Verdomd. Natuurlijk, ik ben geen 18 meer. Realiseer me goed dat ik een ouwe zak begin te worden. Maar ik voelde me als een jonge hond. Nog steeds trouwens.

Nee, er zijn niet altijd opdrachten. En dan word je gedwongen om de adem even in te houden. En inderdaad, van die klote btw-afdrachten word je ook knéttergek.

Maar dat ik zelf kan beslissen over wat ik wel en niet ga doen. Welke opdracht ik aanneem en in welke klussen ik echt geen zin heb. Die overwegingen maken het werkzame leven hartstikke leuk. Veel leuker dan het ooit is geweest. Ik haal opgelucht adem.

Deze column is geschreven door Jeroen Riemeijer, zelfstandig hr-consultant bij onder meer Sanoma en de TU Delft, initiatiefnemer van Intransition en vaste columnist bij Werf&.

Lees ook zijn eerdere columns:

Foto via Flickr.com

Deze column verscheen in het meest recente Werf& magazine, dat gaat over flexibilisering. Nooit meer iets missen? Neem een abonnement en betaal het eerste jaar maar voor 25 euro (kies ‘jaarabonnement’ en vul onderaan de actiecode in: #werf25)

Data en analytics blijven struikelblok voor recruiters

Recruiters blijken nog steeds nauwelijks analytics te gebruiken voor hun werk, en kijken ook niet of hun kandidaten wel passen bij de baan die ze gaan doen.

Dat blijkt uit de recente Talent Pulse, een kwartaalonderzoek van het Human Capital Institute en Work4 naar talentacquisitie, onder ruim 300 recruiters en HR-verantwoordelijken, met name uit Amerika.

Wél effectief

De respondenten zien zichzelf wel als redelijk deskundig in sourcing, assessment en in de formulering van een proactieve recruitmentstrategie. Opmerkelijk genoeg vinden recruiters zichzelf dan weer minder goed in het gebruik van social media, zeker om passieve kandidaten te benaderen.

Sterk employer brand

Recruiters werden ook gevraagd in hoeverre ze vonden dat hun organisatie een sterk employer brand heeft. Minder dan de helft (43%) zag dat zo. Van die organisaties zijn de quality of hire en het aantrekken van toptalent de meest gemeten voordelen van zo’n sterk employer brand. Ook opmerkelijk: organisaties die van zichzelf vinden dat ze een sterk employer brand hebben ook hogere omzetten dan hun concurrenten in de branche, rapporteert het HCI-onderzoek.

hci

Social media: niets voor recruiters?

Ander inzicht van het onderzoek is dat social media wel zeer geaccepteerd zijn, maar dat veel organisaties vinden dat hun recruiters er nog wel beter mee mogen omgaan: 72 procent zegt social media te gebruiken voor recruitment, 70 procent zegt de komende 6 maanden de inspanningen te gaan verhogen. Maar aan de andere kant zegt ook slechts 56 procent van de respondenten dat de werving via sociale media ‘manageable’ is voor de recruiters van hun organisatie, en zegt ook slechts 55 procent dat het lukt om effectief te interacteren met de kandidaten via sociale media. Waaruit HCI dan maar verklaart: ‘Er is een duidelijk verschil tussen de wens om sociale media te gebruiken en de efficiëntie van organisatie die sociale media al gebruiken.’