In zijn boek Bullshit jobs beschreef antropoloog David Graeber al in 2018 dat een groot deel van ons werk wel zinloos móét zijn. Want dankzij de voortschrijdende technologie kunnen we voor onze productiebehoefte met een 15-urige werkweek toe, en toch maken we allemaal nog steeds volle dagen en volle weken. Op een blog hierover kreeg hij duizenden reacties: over de hele wereld bleken veel mensen zich in het fenomeen te herkennen. Waarbij geldt dat bullshit-banen dus banen zijn waarvan de functionaris zélf vindt dat het (deels) een onzinbaan is en nauwelijks waarde toevoegt.
Het is een fenomeen dat ook bij werkgevers tot herkenning leidt, blijkt uit onderzoek van Pro Contact, gehouden onder ruim 300 Nederlandse ondernemers en managers in bedrijven van verschillende groottes met minimaal 100 medewerkers. Maar liefst 65% van de door hen ondervraagde werkgevers vindt dat jongeren beter moeten worden voorgelicht over de baanvoorspellingen op langere termijn in plaats van dat ze hun talent verspillen aan bullshit-banen.
Extra zorg bovenop
Daar komt nog een extra zorg bovenop. Een derde van de werkgevers in het onderzoek vreest namelijk dat de (media)aandacht voor arbeidskrapte jongeren beïnvloedt om níet verder te leren, omdat al die berichten de suggestie wekken dat de banen voor hen toch wel voor het oprapen liggen. ‘Werkgevers vinden het vooral zorgwekkend hoe jongeren hun toekomstkeuzes maken’, aldus Noud Baijens, oprichter en eigenaar van Pro Contact.
Hier ligt ook een cruciale rol voor de overheid: gooi die lonen omhoog.
‘Jongeren zijn cruciaal’, zegt hij. ‘Sectoren als de zorg, techniek en onderwijs luiden niet voor niets al langer de noodklok. Deze sectoren worden door jongeren als minder ‘sexy’ gezien en zijn de dupe van de toenemende hoeveelheid bullshit-banen. We moeten daarom proberen te voorkomen dat er een kloof ontstaat waar jongeren alleen nog maar op zoek zijn naar bullshit-banen, waardoor vacatures in de essentiële sectoren straks onvervuld blijven. Hier ligt ook een cruciale rol voor de overheid: gooi die lonen omhoog en maak de banen die zo ontzettend belangrijk zijn voor de maatschappij aantrekkelijk.’
Zoektocht nog niet voorbij
De zoektocht naar personeel is bij de werkgevers overigens ook nog bepaald niet voorbij. Wel lijkt het schrijnende tekort iets minder te worden: waar 2 jaar geleden nog 67% het personeelstekort in hun organisatie als zeer nijpend schetste, is dat nu gedaald tot 42%. Positief is ook dat bijna een kwart (23%) aangeeft dat de arbeidsmarktproblematiek hun organisatie minder raakt dan een jaar geleden. Dit heeft ook direct impact op de omzet van de bedrijven. Bij 22% is het personeelstekort dit jaar naar eigen zeggen nog de oorzaak van minder omzet. Dit percentage lag 2 jaar geleden met 42% nog een stuk hoger.
Over het begrip bullshit-banen is overigens sinds het eerste lanceren ervan al veel te doen. Sommigen geloven er niet in, en denken dat de markt het wel zou oplossen als het echt bullshit was wat de personen in kwestie zouden uitvoeren. Anderen zetten vraagtekens bij de gehanteerde methodiek. Maar de beschrijving van het fenomeen kon toch ook op veel herkenning leiden. ‘Zo’n 25% van de huidige werknemers vindt dat hun baan volstrekt zinloos is’, zei bijvoorbeeld auteur Rutger Bregman er recent nog over. ‘Als ze gaan staken, merkt niemand dat. Aan het eind van de dag maken ze geen verschil.’
‘Zo’n 25% van de huidige werknemers vindt dat hun baan volstrekt zinloos is. Als ze gaan staken, merkt niemand dat.’
‘Het zijn vaak mensen met een mooi cv, een hoog salaris, maar ze schrijven rapporten die niemand leest, managen mensen die geen leiding nodig hebben, en doen de marketing voor producten die ze eigenlijk haten. Dat is een enorme verspilling van talent’, aldus Bregman, die er ook de zogeheten sin-industrie bij noemde. Daarbij gaat het om mensen die volgens hem winst maken door, kort samengevat, ‘het leven van andere mensen te verwoesten. Denk aan de gokindustrie en de tabaksindustrie.’