Te veel zelf praten. En het antwoord beter denken te weten dan de kandidaat zelf.
Dat zijn de grootste fouten die interviewers in sollicitatiegesprekken maken, stelt Marcus Buckingham. Volgens de bekende managementgoeroe moeten kandidaten zeker 90 procent van het sollicitatiegesprek aan het woord zijn en moeten interviewers nooit hun eigen aannames de overhand laten hebben, maar áltijd open vragen stellen. In de praktijk gebeuren beide dingen echter veel te weinig, zegt hij.
Plaatje maken
Buckingham adviseert bedrijven als Facebook, Toyota, Coca-Cola, en Wells Fargo en schreef bekende boeken als Weg met alle regels en Ontdek je sterke punten. Hij heeft in onderzoek gemerkt dat interviewers vaak de verkeerde indruk krijgen van kandidaten omdat ze proberen hun eerste indruk tijdens de rest van het sollicitatiegesprek bevestigd te krijgen. Oftewel: ze maken heel snel een plaatje van een kandidaat, en proberen in de rest van het gesprek die kandidaat daarin te laten passen.
Zelf gegraven kuil
Omdat een kandidaat dit ook merkt, gaat hij of zij daar vervolgens ook in mee, en gaat antwoorden geven waarvan hij of zij denkt dat ze verwacht worden, waarmee de interviewer dus uiteindelijk valt in een kuil die hij zelf heeft gegraven. De les van Buckingham? ‘Elke keer dat je een vraag stelt, geef je iets weg. En je wilt zo min mogelijk weggeven. Stel dus liever zo min mogelijk vragen, maar luister liever goed naar wat de kandidaat zegt.’
‘Elke keer dat je een vraag stelt, geef je iets weg. En je wilt zo min mogelijk weggeven’
Voorspeller
Stel: je vraagt een kandidaat een praktijkvoorbeeld, zegt Buckingham. ‘Als hij dan zijn antwoord begint met: ‘nou, vorige week…’ kun je daaruit afleiden dat het gaat om regelmatig gedrag. Dat is fijn om te weten. Gedrag uit het verleden is namelijk geen voorspeller van toekomstig gedrag. Frequent gedrag uit het verleden is dat wél.’
Niet in de rede vallen
Als de kandidaat daarentegen iets antwoordt in de trant van: ‘Ik denk dat het heel belangrijk is dat…’ dan moet je hem volgens Buckingham niet in de rede vallen en toch nog om een concreet voorbeeld vragen. ‘Want dan laat je je hand zien.’
Geen detectives
Volgens Buckingham gedragen te veel interviewers zich als detectives, die alle details op hun checklist willen afvinken. Maar in plaats daarvan zouden ze moeten proberen het karakter van de kandidaat vast te stellen en op zoek moeten naar een indicatie van hoe de kandidaat zich gaat gedragen als hij of zij wordt aangenomen. ‘En als je de kandidaten dan niet naar de ideale antwoorden leidt, komen de beste vanzelf bovendrijven.’
‘Als je kandidaten niet naar de ideale antwoorden leidt, komen de beste vanzelf bovendrijven’
Geloof hen. En wantrouw je eerste indruk
Het andere wat Buckingham interviewers adviseert: ‘Geloof de kandidaat. Wat hij of zij ook zegt.’ Ons onderbewustzijn kan het niet laten om iemand binnen 30 seconden te beoordelen, zegt hij. Daarom is het volgens hem de taak van de interviewer om die eerste indruk níet de rest van het gesprek te laten bepalen.
Hou je mond
‘Je stelt je open vraag, houdt dan je mond, en vervolgens is het aan de kandidaat om jou mee te nemen naar de plek waar die persoon zelf maar naartoe wil.’ Dat is volgens hem de beste manier om te weten te komen wie je tegenover je hebt. En dat helpt weer om te kijken of je samen ook verder kunt.
‘Het is aan de kandidaat om jou mee te nemen naar de plek waar die persoon zelf naartoe wil’
Foto via Pixabay