Van de HR-medewerkers voelt 1 op de 4 zich opgejaagd door collega’s in de zoektocht naar geschikt personeel, zo blijkt uit nieuw onderzoek van Visma | YouServe onder 519 Nederlandse HR-professionals. Aanleiding voor dit onderzoek zijn de resultaten uit een eerder onderzoek naar de grootste zorgen van HR-professionals in hun werk, waarin nieuw talent vinden het meest genoemd werd.
Bij ruim 1 op de 3 organisaties ligt de verantwoordelijkheid om talent te vinden volledig bij de HR-afdeling.
Niet alleen voelen HR-professionals zich opgejaagd in de werving van geschikt personeel, ook het verantwoordelijkheidsgevoel brengt spanningen met zich mee. Bij ruim 1 op de 3 organisaties (35%) ligt de verantwoordelijkheid om talent te vinden volledig bij de HR-afdeling. Om nieuwe medewerkers aan te trekken, ziet een kleine meerderheid van de HR-professionals (56%) mogelijkheden in nieuwe manieren van werving en selectie, zoals open hiring.
Voldoende middelen beschikbaar
Van minder grote zorg zijn de middelen die ze beschikbaar hebben om succesvol te zijn in de werving. Ruim 2 op de 3 ondervraagden (70%) geeft aan vanuit de directie voldoende steun en middelen te ontvangen. Hierbij mogen ze bijvoorbeeld gebruik maken van genoeg advertentiebudget. Ook ruime arbeidsvoorwaarden of een groter salarisbudget is vaak beschikbaar. Desondanks geeft 1 op de 3 HR-professionals (34%) aan dat hun HR-afdeling niet over voldoende vaardigheden beschikt om op alle vlakken succesvol te zijn. Zo beschikken ze bijvoorbeeld niet over genoeg ervaring in online marketing, geven ze aan.
‘Het is belangrijk om de druk die HR-professionals voelen, weg te nemen.’
‘Het is in deze tijd begrijpelijk dat de werving van talent een grote zorg is voor veel HR-professionals’, aldus Simon Kornblum, director portfolio bij Visma | YouServe. ‘Zij dragen de zorg dat de organisatie met gekwalificeerde mensen blijft draaien. Het is belangrijk om de druk die HR-professionals voelen, weg te nemen, en hen zo goed als mogelijk te ontzorgen. Human Resource Management is écht mensenwerk.’